TEELTPLAN AKKERBOUW 1941 Drie jaar Bond zonder Naam Md wïActal van dsn day SAMBO DE OLIFANT I Het Camera-mysterie MAANDAG 31 MAART 1941 Nadere uiteenzettingen ten aanzien Van de bepalingen Plechtige Hoogmis in de Utrechtsche Kathedraal Belangen van den landbouw WIJ luister en naar Verboden gewassen Beperkte teelt Wanneer méér haver? VASTE BRANDSTOFFEN. DISTRIBUTIE Bewaart de „identiteitskaarten" niet afliep 2SS ,zr% I Toen de wekker Besprekingen van belang hebbenden' Dinsdag 1 April Directeur N.Z.H.T.M. Jhr. ir. J. J. Röell opvolger van ir. W. J. Burgersdijk Hij liet zijn verzet ineens varen. „Ga mee, ja- Naar aanleiding van het leit, dat nog me iedere landbouwer op de hoogte is van de os- palingen van het Teeltplan Akkerbouw 19 li •heeft het A. N.P. zich met net departement van Landbouw in verbinding gesteld. Van officieele zijde werd hieromtrent h->t volgende medegedeeld: Voorop dient te worden gesteld, dat in het teeltplan slechts sprake is van noofd- gewassen, de teelt van stoppelgewassen is geheel vrijgelaten. Uit den aard dei zaan brengt dit mede, dat door de overheid geen garantie kan worden gegeven, dat stoppel- gewassen. welke in 1941 geraaid worden om eerst in 1942 htm volle opbrengst te geven, zooals b.v, roode klaver, ook in 1942 in hun geheel zullen mogen worden aangehouden. Dit hangt vanzelfsprekend af van de om standigheden. Volgens het teeltplan 1941 kan men de ge wassen onderscheiden in drie groepen a. De gewassen> waarvan de teelt verbo den is. b. De gewassen, waarvan cle teelt beperkt ia c. De gewassen, waarvan de teelt onbeperkt is toegestaan. De verboden gewassen zijn: Karwij. biauw- maanzaad, gele en bruine mosterd, speit en evene Deze gewassen mogen vooi den oogst 1941 niet worden uitgezaaid en wanneer zij reeds uitgezaaid zijn in 1940, aocaJs karwij. dan moeten ze worden ondergeploegd, ook ai is in het voorjaar van 1940 hiervoor door de Landbouw Crisis Organisatie een vergun ning uitgereikt. Deze vergunningen zijn vervallen. Slechts speciale selecteurs, aan wie ln het najaar van 1940 een vergunning uitgereikt is, mogen hun karwij aanhouden. Dit betreft kar wij voor den oogst 1941. Het verbod van den verbouw van oovenge- noemde gewassen in een tijd, dat alle beschik bare grond moet worden aangewend om zoo veel mogelijk voedsel te leveren voor mensch en diar. zal een leder duidelijk zijn. Het heeft daarom ook geen zin om onthef fingen van dit verbod aan te vragen, omdat men deze gewassen ook in de voorafgaande jaren verbouwde. Deze aanvragen zullen zander meer worden afgewezen. Slechts wanneer de bedrijfsomstandigheden dit dringend noodig maken, of wan ..eer dooi mislukking van andere gewassen een dezer ge wassen als noodgewas nog eenige 'tans van slagen heeft kan hiervan worden afgeweken. De Landbouw Crisis Organisatie kan dan, na het advies van den productie-commissaris te hebben ingewonnen, vergunning verleenen. Wordt de verbouw van deze gewassen ge vraagd ter vervanging van mislukte winte:- gewassen, dan moet de aanvrage geschieden vóór 1 April 1941. De keuze van gewassen, die als vervangers kunnen worden gebruikt, is dar. echter nog zóó groot, dat de teler kan verwach ten, dat elke aanvraag wordr afgewezen. Betreft het echter de vervanging van een mislukt zomergewas, dan moet de aanvrage in elk geval vóór 1 Juni 1941 Dij de L.C.O. wor den ingediend. De gewassen, waarvan de teelt beperkt is, zijn: a. Haver De oppervlakte hiervan is voor elk bedrijf beperkt tot het gemiddelde opper vlak, dat in de jaren 1938 en 1939 met dit ge was was beteeld. Waarbij echter de oppervlak te niet grooter mag zijn dan 15 pet. van nct> totale bouwland (het gescheurde gras'and in begrepen). Wanneer iemand in 1938 b.v. heeft verbouwd 3 H.A. haver en in 1939 4 H.A., dan is het gemiddelde 3Vi H.A. Heeft hij in 1940 in totaal 20 HA. bouwland (gescheurd grasland er bij gerekend) bebouwd, dan zal hij mogen verbouwen 15 pet. van 20 H A. of 3 HA. haver. Voor bedrijven, waar normaal handelsge wassen als karwij, bruine of gele mosterd of blauwmaanzaad werden geteeld, mag de op pervlakte, welke fn 1940 met deze gewassen beteeld was, medegerekend worden voor het bepalen van' de oppervlakte haver in 1941. Échter mag hierdoor de 15 pCt. niet worden Overschreden. Een bedrijf b.v. met 40 h.a. bouwland, dat in 1938 en 1939 ln doorsnee 4 h.a. haver verbouwde en ln 1940 eveneens 4 h.a. handelsgewassen verbouwde, mag nu geen 8 h.a. haver vertouwen, doch slechts 15 pCt. van 40 h.a. of 6 h.a. Op gescheurd grasland, waarvan vóór 21 Ja nuari 1941 aan de L. C. O. opgave is gedaan, mag echter volgens een vroegere publicatie (27 September 1940) onbeperkt haver of bieten worden verbouwd. Hiervoor fs echter een ver gunning noodig van de L.C.O. Werd echter na 21 Januari 1941 opgave ge daan, dan geldt de bepaling, dat slechts de ge middelde oppervlakte haver van 1938 en 1939 mag worden verbouwd, wanneer deze ten hoog ste 15 pCt» van het bouwland bedraagt. Het verbouwen Van een grootere opper vlakte haver dan hierboven genoemd, mag slechts geschieden wanneer de verbouwer hiertoe een teeltvergunning van de L.C.O. heeft ontvangen. Volgens het persbericht van 18 Januari moes ten aanvragen om meer haver te mogen ver bouwen, vóór 15 Februar.' 1941 bij de L.C.O. zijn ingediend tenzij het betreft de vervanging van mislukte wintergewassen. In dit geval moet vóór 1 April 1941 vergun ning worden aangevraagd. Voor het geval niet meer haver wordt uitge zaaid dan toegestaan is, fsgeen teeltvergun ning noodig. Het is ons bekend, dat de beperking van de haver vooral in de zandstreken tengevolge zal hebben, dat niet de normale oppervlakte haver kan worden uitgezaaid. Hierbij mag de land bouwer niet vergeten, dat haver voor onze volksvoeding niet het meest aangewezen ge was is. Bovendien is naver op deze gronden niet het eenige gewas, dat met kans op be hoorlijk succes kan woroen geteeld. Daarom zullen de provinciale productie commissarissen, die door de L.C.O. bij de be oordeeling van een aanvrage om meer haver te mogen verbouwen worden gehoord, ook niet op de eerste plaats uitgaan van de in de vorige jaren verbouwde oppervlakte, maar slechts dan een grootere oppervlakte haver goedkeuren, wanneer vaststaat, dat haver de eenige teelt is. welke met succes kan worden verbouwd. b. De groenvoedergewassen, waaronder hier zijn te verstaan mangels- en voederbieten, koolrapen, landbouwwortelen, gele wortelen, klaver, lucerne en eventueel andere groen te oogsten gewassen, zooals groene maïs, merg ers voederkool, kuntsweiden e.a., zijn ln hun ge heel beperkt tot de oppervlakte, welke in 1940 met deze gewassen beteeld was. De landbouwer is binnen deze beperking vrij in de keuze van de gewassen. Wanneer hij, om een voorbeeld te noemen, in 1940 verbouwd heeft h.a. mangels, i/i h.a. koolrapen, 1 h.a. klaver, h.a. kunstwfide, heeft hij ook dit jaar recht op 2 h.a. groenvoedergewassen. Hij behoeft zich echter wa: de afzonderlijke ge wassen betreft, niet te houden aan de opper vlakte van 1940. m.a.w. hij is vrij om b.v. zijn toegestane 2 h.a. geheel met voederbieten te telea of de voederbieten geheel weg te laten en 2 h.a. klaver aan te houden of op zijn 2 h.a groenvoedergewassen te verb uwen, die hij het vorige jaar niet verbouwd heeft. b.v. groene rr^iïs, lucerne, landbouwwortelen of merg- en voederkool. Bovendien kan hij deze gewassen naar eigen keuze verbouwen óp het oude bouwland dan wel op het gescheurde weiland. Een uitzondering vormen de gescheurde gras landen, waarvan voor 21 Januari 1941 opgave werd gedaan aan de L. C. O. Deze mogen in gevolge het persbericht van 27 September 1940 desgewenscht geheel met voederbieten worden beteeld. Voor gescheurde perceelen, welke na 21 Janu ari zijn aangegeven, geldt echter deze bepaling niet. Hiervoor geldt de bovengenoemde regeling dus de oppervlakte, die in 1940 met de genoemde groenvoedergewassen was beteeld. Mocht echter de landbouwer in 1940, tenge volge van uitwintering of andere oorzaken een kleinere oppervlakte van deze gewassen hebben geteeld dan hij gewoon was in andere jaren te telen en kan hij dit aantoonen en tevens, dat zijn bedrijf meer groenvoedergewassen noo dig heeft, dan kan de L. C. O. in overleg met den productie-commissaris een grootere opper vlakte toestaan. In dit geval wordt aan den aanvrager, een teeltvergunning uitgereikt. Het verbouwen van een grootere oppervlakte dan in 1940 zonder teeltvergunning is verboden en hiertegen zal streng worden opgetreden. Bij de beoordeeling of een grootere opper vlakte kan worden toegestaan, zal vanzelfspre kend nagegaan worden of door den verbouw van stoppelgewassen of door verbetering van de grasland-cultuur (door betere beweiding, betere hooiwinning, inkuilen van gras) hetzelfde resul taat kan worden bereikt. Is dit het geval, dan kan uitbreiding van de groenvoedergewassen niet worden toegestaan. Volgens de gegeven bepalingen zouden zuivere graslandbedrijven. die tot scheuren van gTasland overgaan, geen recht hebben op den verbouw van groenvoedergewassen. daar zij die ook in vorige jaren niet ver bouwden. Dit zou onbillijk zijn en daarom is bepaald, dat voor deze bedrijven kan toe gestaan worden, dat een oppervlakte van ten hoogste 4 are, voor elke bij de Decem ber-telling 1940 op het bedrijf aanwezige melk- of kalfkoe, mag worden beteeld met mangelwortels, koolrapen (of andere groen voedergewassen) Hierbjj wordt rekening gehouden met de mo gelijkheid ook op andere wijze (door inkuilen oi regen van gras, betere hooiwinning enz.) het benoodigde veevoeder te winnen. Wanneer hier door mede in het tekort wordt voorzien, wordt vanzelfsprekend een kleinere oppervlakte toe gewezen. Voor deze bedrijven is eveneens een ceeltvergunning noodig. c. Uien. Deze zijn beperkt tot de oppervlakte die in 1937, 1938 en 1939 gemiddeld met di' gewas beteeld was. Hiervoor wordt na aanvragt door de L. C. O. een teeltvergunning uitgereikt (De bepalingen omtrent de gewassen, waarvan de teelt onbeperkt is toegestaan, en de verdere voorschriften zullen wij in een volgende editie vermelden). Het Rykskolenbureau vestigt de aandacht op het volgende: De aan verbruikers van vaste brandstoffen van de groepen B, C en D destijds door de brandstoffen-commissies uitgereikte z.g. „Iden titeitskaarten", op Vertoon waarvan bij de distri- butiedierrsten toewijzingen voor vaste brand stoffen verkrijgbaar werden gesteld, zullen on der geen omstandigheden mogen worden ver nietigd. Het ligt n.l. in de bedoeling, deze kaarten zelfs al zouden alle daarop voorkomende vakjes door den distributiedienst reeds zijn afge- kruist nog te benutten voor de uitreiking van toewijzingen van vaste brandstoffen na 31 Mrt. 1941. Deze „identiteitskaarten" dienen derhalve zorgvuldig te worden bewaard. Onder ongekend groote belangstelling van parochianen, geloovigen uit de stad Utrecht en vele andere steden van ons land, is Zon denmorgen in de Utrechtsche Kathedrale Kerk het uitgebreide feestprogram ter vie ring van den derden verjaardag van den Bonder zonder Naam ingezet. De piomotor van den Bond, de Eerw. heer H. de Greeve, celebreerde aan het Bisschoppe lijk altaar om half elf zelf de Hoogmis en werd daarbij geassisteerd door de Weleerw. heeren W. ter Meulen en N. Vendrik, als diaken en subdiaken. In het priesterkoor waren aanwezig Z.H. Exc. mrg. dr. J. de Jong, Aartbisschop; de Hoogeerw. heer D. Huurdeman, vicaris-generaal; de hoog eerw. heer J. B. A. Batenburg, plebaan; de zeer- eerw. heer A. M. Jansen, directeur van de K. A.; de zeereerw. zeergel. heer pater dr. Caec. Huygens O.F.M., directeur der R. K. Kerkmu- ziekschool, en andere geestelijken. In het kerkgebouw waren de leden van het comité „Katholiek Utrecht", de zelateurs en zeielatrices van den Bond zonder Naam, de leden van het kerkbestuur en diverse religieuzen. Verkenners leidden de gasten naar hun plaatsen. Onder leiding van den heer Sjef v. d. Eerden zong het parochieel zangkoor de „Mïssa sim plex" van H. Andriessen voor 3-stemmig a ca- peila mannenkoor. Het Gregoriaansch werd zeer devoot gezongen. Nadat het H. Evangelie gezongen was, begaf de celebrant zich, na den zegen van den Aarts bisschop te hebben ontvangen, naar den preek stoel. Tot tekst van zijn predikatie koos de eerw. spreker de woorden uit het Evangelie van Pas sie-Zondag: „Gij echter berooft mij van mijn eer" en ontwikkelde dan de volgende gedach ten: „Ruzie met Christus" zou als titel kunnen staan boven dit Evangelie, waarin ons voor gehouden, wordt, boe de pharizeeën en schrift geleerden een twistgesprek met Hem gegonneri Verpletterend is het, aldus spr., dat er men- schen zijn, die ruzie kunnen maken met Chris tus, want nooit was er iemand, die zooveel tact had, om met de menschen om te gaan, zonder hen te kwetsen, als Christus. Zoover echter komt men, als men zich laat leiden door nijd, afkeer en jalouzie. Spr. ziet deze houding als een raad sel, dat alleen maar door Christus zelf wordt opgelost, als Hij zegt: „Als Ik u de waarheid zeg, waarom gelooft gij Mij niet?" Voor egoïsten, die slechts in zich zelf geloo- ven, in eigen waan en inzicht, moet alles wij ken. Maar is 't niet erg, dat een groep men schen de pretentie heeft, Christus aan te dur ven? In stompzinnigen haat leggen de egoïsti sche schriftgeleerden aues verkeerd uit, terwijl zij zeer goed beter weten, om tenslotte hun ver nielzucht te vieren door steenen te grijpen. Als de mensch bezeten wordt van egoïsme, komt de duivel in hem, en wat het beteekent, wanneer het egoïsme de wereld pakt, weten wy. Er bestaat in dezen slechts één oplossing' liefde tot God en dus ook tot den naaste. Helaas, heeft in den loop der eeuwen de liefde zooveel geleden, dat men thans plotseling warm gaat loopen voor een Bond, die niets doet dan een eeuwenoude waarheid prediken: Men kan niet God liefhebben en zijn naaste haten Men praat momenteel bijna over niets anders dan over oorlog en vrede en dat is te begrijpen één ding is echter slechts zeker: tot den vrede kunnen wij medewerken door gebed boete, inkeer en naastenliefde; daardoor kun nen wij Gods barmhartigheid over de wereld afroepen Er is alle reden om God te danken voor het vele goeds dat door den Bond gedaan kon wor den. Laten wij nu ook Gods zegen afsmeeken over het toekomstige werk, nu een nieuwe we reld moet worden opgebouwd. Allen verlangen wij naar een eerlijken en rechtvaardigen vrede, maar bedenken wij tenslotte wel, dat wij er al len een persoonlijk offer voor moeten brengen; dat mogen we niet aan anderen overlaten. De predikatie maakte op alle aanwezigen die pen indruk. Niet slechts in de Kathedrale kerk, maar ook in de andere parochiekerken van Utrecht werd Zondagmorgen een H. Mis gelezen tot intentie van den Bond zander Naam. Des middags om drie uur had in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen de officieele opening plaats van de tentoonstelling van schil derijen, poppen en propagandamateriaal van den Bond. De bijeenkomst werd bijgewoond door den hoogeerw. deken Th. Knuvelder, het comité „Katholiek Utrecht", de zelateurs en zelatrices van den Bond, deputaties uit vele steden van ons land, besturen van katholieke organisaties etc. Dt. J. Verlinden, voorzitter van .Katholiek Utrecht", hield een toepasselijke toespraak, waarna gelegenheid geboden werd, den promotor van den Bond attenties te bewijzen. Nadat leden van het R. K. Gemengd Koor, ol.v. Hans Ponten, het „O, bone Jesu" van Inigegnieri hadden gezongen, hield de Eerw. heer H. de Greeve een inleidende rede, om alle belangstellenden te oriënteeren omtrent de ten toonstelling. Daarna zong het koor het „Exsultate Deo" van Saarlatti, waarna onder leiding van den eerw. heer Henri de Greeve de genoodigden een rond gang maakten. Teen tegen vier uur het overige publiek werd toegelaten stonden lange en dichte rijen be langstellenden aan den ingang van het Gebouw K. en W. te wachten. -c=> Flip en een paar ratten wachtten Jan nieuwsgierig op. Maar wat een teleurstelling was dat, toen Jan buiten adem kwam aangerend. „Hy heeft vandaag een kwade bui," zei een der ratten wysgeerig. „Je doet het beste met te wachten en geduld te hebben. Dat leeren wij allemaal: Geduldig zijn." „Dan zullen wij dat van jullie ook zien te leeren," zei Jan en met elkaar gingen ze de grot weer in. Na een flink maal besloten Jan en Flip toch weer op pad te gaan. Nagewuifd door de heele rattenfamilie verlieten gij de grot. Zoodra ze weer samen waren bekeek Jan zijn vriend eens goed en zei: „Nu Sambo voorloopig niet te spreken is, zullen we een ander plan moeten maken. Maar eerst moeten we zien andere kleeren te krijgen, want zoo zijn we ontoonbaar." Guus Wenders bewoonde sinds den dood van zijn moeder een gemeubileerde kamer. Dit nieu we leven viel hem niet bijster mee, maar hij stond er nu eenmaal voor, dus was er niets aan te veranderen. Hij was nu geheel op zichzelf aangewezen. Hij miste vooral zeer de knusse avonden van eertijds en de eenzaamheid en het ongezellige van zijn kamer dreven hem naar buiten. Hij slenterde wat door de straten, ofwel bracht hij zijn avonden in een café, schouwburg of bioscoop door. Hij was kantoorbediende. Zijn ouders hadden hem eenig geld nagelaten maar toch mocht hij er niet ruim mee omspringen, wilde hij geen -■•moe gaan lijden, want als bediende waren zijn verdiensten maar gering. Hij j was steeds een van de eerster op kantoor, waardoor hij dar ook soms tot voorbeeld aan de laatkomers ge steld werd. Toen kwam Mieple, een kittig modistetje, die in een modezaak werkzaam was, een groote verandering in zijn levenswijze brengen. Miepie had een vroolijk karakter en was knap. Ze zei van Guus te houden en zeer gesteld te zijn op uitgaan. Vooral haatte ze het vroeg in haar nestje te moeten kruipen, zooals zij zich uit drukte. En Guus, blij met haar genegenheid voor hem, ging eiken avond met Miepie op stap en meestal ook nog op de vrije dagen. Het werd dikwijls heel laat en Guus kon 's morgens, wanneer zijn wekker afliep, bijna ziin bed niet uit. En het gebeurde wel eens, dat hij op kan toor onder zijn werk indommelde. Hij kon ook niet meer als voorbeeld dienen voor de laat komers, erger nog: men begon hem onder deze categorie te rangschikken. Zijn patroon had hem reeds over deze verandering onder handen genomen en gewaarschuwd, dat hij te laat komen niet duldde. In dat opzicht hield hy niet van halve maatregelen: allen, die zonder voldoende reden niet op tijd waren, werden nherroepelijk zonder pardon ontslagen. „Het wordt bij ons meenens", zei Guus tot Miepie. „De baas wordt geweldig lastig. Als wij te laat komen, dan staan we op straat." ,Die hooge heeren roepen altijd hard om iemand bang te maken", vond Miepie. „Maar je moet steeds je wekker goed op tijd zetten, dan kan je niets gebeuren. Dat doe ik ook." Guus zette zorgvuldig zijn wekker, liet hem soms afloopen om te „ien, of hy op het juiste uur stond. Voor geen geld van de wereld wilde hy over tijd komen. Alles ging naar wcmen. Maar op een morgen, hij was erg laar trip je komen, na den heelen avond met Miepie in een dancing te hebben doorgebracht, werd hij om tien uur eerst wakker. Hy staarde ver schrikt naar den wekker. Luisterde. Ja, hy tikte nog. „Tien uur! Groote goedheid!" Hy wierp het dek van zich af en sprong zyn bed uit. Hij dacht: Dit beteekent mijn ontslag! Ab soluut! Waar vind ik ooit een andere baan? Wat moet ik beginnen? En ik zal niet meer met Miepie kunnen uitgaan. En wat dan? Laat ik in 's hemelsnaam een excuus verzinnen en zoo probeeren te mogen biyven. Kiespijn gehad. Slecht geslapen, neen, heelemaal niet kunnen slapen. Eindeiyk' tegen den morgen pas ingedut. Den wekker toen niet gehoordHij kon het in alle geval wagen. Een leugen om -stwil. Zou wel zorgen, dat dit nooit meer voorv Hii kon zich misschien op deze manier redden.... Onder deze overweging had Guus zich a. half aangekleed en streek een paar maal met zijn borstel door zijn haar. Zonder ontbyt, on geschoren, ongewasschen, boord en das in de band, de schenen nog los, snelde hy naar be neden en riep de eerste de beste taxi aan, die hij zag. Onderweg voltooide hij in haast zyn toilet. De auto stopte. Guus sprong er uit, be taalde en rende met een bang hart de zes steenen treden op naar zyn kantoor. Hy stiet zyn neus tegen de deur, die anders altijd open stond Verbaasd keek hy naar de ramen. Er was achter de ruiten geen leven te bespeuren. Toen herinnerde hij zich. Het was Zondag. O! Wat 'n stommerik was hy! Van die Zondags stemming in de straten had hy niets gemerkt, omdat hy in den wagen zich met zyn toilet had moeten bezighouden. Lachend, var. zyn angst ontheven, liep liy de stoep af. Nu wist hij alles weer. Hij had, omdat het Zondag was, en hij eens heerlijk wou uitslapen, den wekker niet eens gezet. Zondagmorgen zyn gezicht betrok plotseling. Het was alles ae schuld van Miepie, die maar altyd langer wilde blyven. Miepie, die veeleischend was, die hem feitelyk uitbuitte, hem aftroggelde, want telkens had ze weer zin in het eer. of ander, dat ze hem dwong voor haar te koopen, soms zelfs onder bedreiging niet meer met hem te zullen omgaan, Indien hij niet kocht hetgeen zij verlangde. En die avonden in dancings.... En al het geld dat hy hierdoor kwytraakte, geld, dat zijn ouders met werken verdiend had den.... En nu zoo'n Zondagmorgen.... Als moeder dit alles wist.... De angst, dien hy doorstaan had, bracht hem verder weer op het oude pad terug. Dien avond wachtte Miepie hem tevergeefs op de afge- sproken plaats. (Nadruk verboden) De dagelyksche besturen der drie centrale landbouworganisaties en de vertegenwoor diger van F.N.Z. en N.PT. vergaderden dezer dagen te 's-Gravenhage. Men besprak het besluit van den RyKscom- missaris betreffende de samenwerking der landbouworganisaties in het belang van onze bodemproductie en was van meening, dat men in positieven geest moest staan tegenover deze voorgeschreven samenwerking. Een zeer be langrijk deel van den arbeid stond steeds en staat nog In dienst van de vergrooting der bodemopbrengst. Nu de Rijkscommissaris heeft besloten, dat de drie organisaties een deel van haar werk volgens bepaalde richtlynen moeten verrichten, willen zy ook hier medewerken. Besloten werd, colt in dit nieuwe verband elke gelegenheid om boerenstand en volk te dienen, ten volle te benutten. Waar de werkzaamheid der commissie- Posthuma tot het technisch terrein der bodem productie is beperkt, zal de overige arbeid der organisaties op cultureel, sociaal en economisch terrein gewoon voortgang vinden. Opnieuw werd over de oplossing van het vaste lasten-vraagstuk van gedachten gewis seld. Als gevolg van het vastleggen der pacht prijzen, de belemmeringen ten aanzien van den grondverkoop en de verhooging van de opcen ten op de grondbelasting, is de positie van den zwaarbelasten eigenaar aanzienlijk verslech terd. De aandacht werd gevestigd op den druk der waterschapslasten voor den Landbouw. Gebleken is, dat een betere verdeeling van den druk der waterschapslasten gewenscht is, in dier voege dat de gebouwde eigendommen daar in meer bydragen dan thans het geval is. Voorts zou het biliyk zijn dat de kósten der zeewater- keerende dijken niet meer uitsluitend door de oevereigenaren werden gedragen, doch mede door de gemeenschap. Met het oog op de tydsomstandigheden achtte de vergadering het zeer gewenscht, dat de schapenhouderij belangrijk wordt uitgebreid. Daarvoor is het noodig de pryzen van de eindproducten wol en vleesch af te stemmen op een voor de producenten rendabel pen. Voor de wol zal de minimum-prijs niet lager mogen zyn' dan f 2.25 per K.G. Besloten werd deze aangelegenheid te bespreken met den direc teur-generaal van de Voedselvoorziening, wien tevens zal worden verzocht thans reeds den prijs van de blootwol overeenkomstig den nieu wen prijs van de scheerwol te verhoogen. Verschillende malen was reeds van ge dachten gewisseld over een nog nauwere samenwerking der drie centrale organisaties. Thans is het secretariaat van de vergade ring van het Centraal Secretariaat voor Land- en Tuinbouw jaarlyks wisselend. In dezen toestand zou verbetering kunnen wor- HILVERSUM I. 413.5 M. Nederlandsch programma 6.4*5 Gramofoonmuziek, 6.50 Ochtend gymnastiek, 7.0o Gramofoonmuziek, 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.10 Gewyde muziek (gr.pl.), 830 Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gramofoonmuziek, 10.00 Molto Cantabile 10.20 Voordracht, 10.40 Molto Cantabile. I 11.15 Viool en plano. 12.00 Gramafoonmu- j ziek, 12.30 B'oerenreportage, 12.45 Nieuws- t en economische berichten ANP, 1.00 Solis- J tenconcert, 2.30 Gevarieerd programma, J 3.45 Gramofoonmuziek, 4.20 Gramofoon- J muziek, 4.30 Gramofoonmuziek met toe- lichting, 5.00 Fianosoll, 5.15 Nieuws-, eco- nomische en beursberichten ANP. 5.30 1 Omroeporkest. Intermezzo: De actualiteit van den dag, 6.30 Esmeralda, 7.00 Vragen van den dag ANP, 7.15 Gramoioonmuziek. 7.30 Duitschc les 8.00 Nieuwsberichten ANP, 8.15 Spiegel van aen dag. 8.45 Har- monie-orkset, 9.15 Gramofoonmuziek, 9.30 Orgelmuziek (onn in 00 w«-••"•••berichten ANP, sluitine. HILVERSUM 11, 301.5 M. Nederlandsch programma t 6.45 Gramofoonmuziek, 6.50 Ochtend gymnastiek, 7.00 Gramofoonmuziek, 7.45 Ochtendgymnastiek, 8.0o Orgelspel. 8.30 Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gewijde muziek (gr.pl.), 9.15 Gramofoonmuziek, 11.00 Voordracht, 11.20 Celesta-ensemble. 12.15 Ensemble Bandy Balogh, 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP, 1.00 Gerard Lebon en zyn orkest en gramofoonmuziek 2.00 Kamermuziek, 3.30 Voor zieken. 4.00 Gramofoonmuziek. 5.00 Gramofoonmuziek 6.15 Nieuws-, economische en beursbe richten ANP. 5.30 Ensemble Amende, 6.00 Gramofoonmuziek 6.15 Ensemble Amende 645 Gramofoonmuziek. 7 Oo Vragen van den dag ANP, 7.15 Amusementsorkest, da meskoor en solist. 8.00 Nieuwsberichten van hetANP. 8.15 Spiegel van den dag of gramofoonmuziek. 8.30 Radiotooneel. 9.30 Orgelspel. 0.4*5 Gramofoonmuziek, 10.00 Nieuwsberichten ANP, sluiting. den gebracht, indien een vast secretariaat zou worden gevormd met een eigen des kundige outillage. Besloten werd dat de secretarissen der drie C.L.O. en den F.N.2. een commissie zullen vormen, welke de ver gadering concrete plannen in dezen zal voorleggen. Tot directeur van de Noord-Zuid-Hollandsehe Tramweg My. te Haarlem is, naar de directie van de Nederlandsche Spoorwegen ons mede deelt, benoemd jhr. Ir. J. J. Röell. Hij zal over enkele maanden ir. W. J. Burgersdyk opvolgen ep zal tevens zyn huidige functie van directeur der Westlandsche Tramweg Mij. blijven waar nemen. DOOR PERCY KING to Nadruk verboden „Archibald is altyd onstandvastig in zyn af fecties geweest. Als student had hy den bijnaam ,J3at wat je niet hebt". Bezat hij eenmaal, waar hij zyn zinnen op had gezet, dan was de be koring er gauw af. In dit opzicht leek hij een kind, dat telkens om nieuw speelgoed dwingt, maar 't na een paar dagen niet meer aankijkt Archie's besluit moet lntusschen voor den ouden heer een teleurstelling zijn geweest. Die had u graag met zijn zoon getrouwd gezien." „Ja. Toch nam hy 't niet tragisch op. In zijn hart is hy een echte koppelaar; nu weer heeft hy Mark Peckham voor me bestemd." Eleanor lachte zachtjes; toen maakte haar arm een be weging, waarmede zy te kennen wilde geven, dat zy een streep onder dit chapiter had gezet. „We dwaalden af. Wanneer niet Jerome de moordenaar Is, dan moet 't een ander zijn, die belang heeft by Archie's dood. In dat geval behoeven we niet ver te zoeken, dunkt me. „Bedoelt u Melchior? Of Lawrence?" „Wie anders? Archie stond tusschen hen en een dikke erfenis. Op oom Anthony's einde kon den ze nog wel wachten een man van zeven tig heeft niet veel meer in te brengen. Ze zyn nu zelfs dichter by hun doel, cjan ze misschien denken. Oom Anthony komt nooit over Archie's dood heen. Dikwyls heb ik 't gevoel, dat hy niet de minste waaide meer aan 't leven hecht. Lawrence en Melchior 'k heb ze altijd als jakhalzen beschouwd. Als u ze kende, zooals ik /e ken, zoudt u weten, dat ze iets in hun schild voeren. Niet voor niets hebben ze een onguur type als Soper hier gebracht." In één adem voegde Eleanor er aan toe: ,,'k Vind hem een griezel. Vanavond waagde hij 't, me te zeggen, dat nog nooit een meisje zoo'n indruk op hem heeft gemaakt als ik." ,,'k Wil afwachten, wat Jerome meedeelt, vóór 'k iemand beschuldig. Komaan, 'k moet naar de haven terug. Settle zal niet weten, waar 'k blyf. Maar eerst breng 'k u binnen." ,,'k Ga met u mee." Henderson schudde glimlachend 't hoofd. .Niets er van. U gaat naar binnen en naar bed." „Neen. U ziet me voor een kind aan, geloof 'k. Denkt u soms, dat 'k bang ben? U zult Eleanor's stem stokte „Hemel!" riep zy eens klaps uit. Henderson by een arm grijpend. ..Wat was dat?" Ook de advocaat had 't gehoord. Hij meende tevens te weten, wat 't geluid had veroorzaakt een roeispaan was harder in de boot terecht gekomen, dan in de bedoeling kon hebben ge legen van dengene, die haar had gebruikt. De nachtstilte ving elk geluid op en droeg 't tot dp verren afstand. We zullen zien, wat er aan de hand is." Ze volgden 't pad, dat naar de haven leidde. Eleanor, die zoo pas met veel aplomb had ver zekerd, dat ze niet bailgi was, legde als een be angst kind haar hand in die van Henderson. Boven hen, in de kruinen der boomen, zong de nachtwind zyn droomerig. lied. Ofschoon zy voortmaakten en zich er niet om bekommerden of hun nadering kon worden gehoord, leek 't een eeuwigheid te hebben geduurd, voor zy 't slingerend pad hadden afgelegd en op onbe groeid terrein kwamen, waar 't ineens minder donker was. In de verte doemden vaag de om trekken van 't bootenhuis op. Met een ruk bleven zij eensklaps staan wederom was de stilte verstoord, 't Geluid kwam van achter hen, uit de richting van de villa. Van één en dezelfde ge dachte vervuld, draaiden zy zich om en tuurden dien kant uit. 't Was te donker, dan dat zy iets konden onderscheiden, maar in de ongerepte stilte van den nacht hoorden zy een deur slui ten. Iemand was t huis binnen gegaan. Zwijgend legden zy den resteerenden afstand tot de haven af. Er was geen Robert Settle te bekennen. Henderson floot zachtjes. Toen ook na herhaling *t signaal niet werd beantwoord, liep hij voetje voor voetje de glooiing na-ar de baai af, tot hy eensklaps struikelde. Een onpar lementaire uitdrukking ontviel den advocaat, eer hy zich er rekenschap van had kunnen geven, in gezelschap van een dame te zyn. Op de knieën liggend, betastte hy de massa, die hem byna tegen den grond had doen slaan een menschelyk lichaam. „Daar ligt iemand!" Achter zich hoorde hy Eleanor's snelle adem haling. „Wie is 't?" fluisterde zy. „Settle?" Henderson belichtte 't gezicht van den man, die buiten kennis was, maar 't er overigens goed had afgebracht. Toen kwam hy overeind. „Ja, Settle," antwoordde hij. „Hij is bewuste loos geslagen en 'k wil wedden, dat de roei spaan er een rol by heeft vervuld." „Wie kan 't gedaan hebben?" De advocaat trok de schouders op. „Een kwestie van later zorg. Misschien geloofde de schurk, dat hij met dien éénen mep kon vol staan. Misschien speelde de duisternis hem parten en dacht hij, dat Settle bij zyn val in 't water was terecht gekomen 't Is afgaand tij en daarmee zou 't lichaam de baai uitdrijven, naar den oceaan. Was dit werkelijk de bereke ning van den misdadiger, dan maakte hij een 'eeiyke fout." „We kunnen Settle bezwaarlijk hier laten," pperde Eleanor. „Natuurlyk niet. In geen geval zelfs. De mo- gelykheid bestaat, dat de schurk zich komt over tuigen, of alles goed van stapel is geloopen. Settle heeft een fiksche klap gekregen, meer niet. Na een stevigen slaap zal hij de oude weer zyn. We brengen hem voorloopig naar een plek, waar hij uit 't oog ligt. 't Oude tuinhuis lijkt me voor dat doel heel geschikt." Eleanor nam Settle by de beenen. Henderson pakte hem bij de schouders. De afstand was niet groot en bovendien woog de bejaarde man licht, t Tuinhuis werd uitsluitend gebruikt voor 't op bergen van rommel. Henderson improviseerde van kleeden en matten een veldbed en stapelde er een aantal kisten voor. „Beter zóó, dan dat we hem naar de villa transporteeren. 't Is nergens toe noodig, sla pende honden wakker te maken. Straks zullen we uw oom wel op de hoogte stellen, want eerst hebben we iets te doen, waar meer haast by* is." Ook terwijl de advocaat voor Settle zorgde, waren zijn gedachten aan één stuk by Jerome Moncrieff geweest. Hy liep met Eleanor de pier af en tuurde over 't watervlak, 't Jacht was een groote, donkere vlek geweest, recht voor den ingang van 't haventje. Nu viel daar niets waar te nemen de duisternis hing strak gesloten, zwijgend, één en al dreiging. Even geheimzinnig als de boot was gekomen, even geheimzinnig was ze verdwenen. VII „Ze lag dóór," zei Henderson, na een be klemmende stilte. ,.'k Weet 't zeker, 'k Ben er met Settle geweest." Zijn eerste opwelling was, 't zoeklicht in wer king te stellen, maar bytyds bedacht hy zich 't Zou een aanwijzing voor Settle's aanvaller zijn, dat men zijn misdaad had ontdekt en de schurk moest voorloopig in den waan worden gelaten, dat hy in zijn opzet was geslaagd; mis schien vergaloppeerde hij zich dan. Henderson twijfelde er niet aan, of de dader moest onder Anthony's gasten worden gezocht. „Als 't jacht werkelijk is verdwenen, kan er maar één verklaring bestaan," zei Eleanor. „Jerome kwam vlugger by zijn positieven dan u dacht en voer weg." „Na eerst aan wal Settle te hebben neerge slagen?" ,,'t Lijkt er wel op, vindt u niet?" „Neen. Eerstens was Jerome zóó beschonken, dat hij nog lang niet ontnuchterd kon zyn. En dan als hij Settle onschadelyk wilde maken, had hy een veel gunstiger gelegenheid, toen de oude baas aan boord was. Er zit maar één ding op een onderzoek instellen op de plek, waar 't jacht heeft gelegen." Hy maakte de jol los, waarby hy een nieuwe ontdekking deed. Settle had haar met twee knoopen vastgelegd, één voor en één achter den paal. Henderson herinnerde 't zich positief. Nu was de jol met een enkelen knoop bevestigd, vooraan. Ze moest dus weer zyn gebruikt nadat Settle hem van boord had gehaald, 't Versterkte Henderson's meening, dat de dader od 't eiland was te vinden. Eleanor stapte by hem in de roeiboot. Zij vorderden langzaam, omdat hij vermeed, leven te maken. Zdch tot 't meisje overbuigend, zei hij na een kleine tien minuten: „Op deze hoogte lag V Maar hoe scherp zy uitkeken, zy ont dekten niets, zelfs niet toen hy 't water met zyn electrische lantaarn afzocht (Wordt vervolgd*'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 12