Organisatie voor de voedsel
voorziening
w
Pastoorke op bezoek bij den Eeker
Vijf raden ter coördinatie
Ziekenhuisverpleging in
het bisdom Haarlem
DINSDAG 1 APRIL 1941
Verordenende bevoegdheid
kan worden verleend
kadercentrum ned.
UNIE TE VUGHT
Jongen onder goederentrein
gedood
Honden verscheuren schapen
i
Kerkelijk leven
Brabantsche brieven
-Wat bestikken zij in het
„wuunicageltje
Verordenende bevoegdheid
Algemeen toezicht en
coördinatie
Raad voor voedselvoorziening
OMZETBELASTING
Raadgevingen omtrent betaling
Stichting van R.K. Centrale
Commissie van Verzeke
ringsinstellingen
„Eendaagsche" voor kellners
Hondententoonstellingen in 1941
De heer R. IJzer, die benoemd is tot
Rijkshoo/dinspecteur van Lichamelijke
Opvoeding. (Foto VKPJ
Vijf wagons reden hem over
den hals
SIGARENFABRIEK
UITGEBRAND
Voorraad tabak in veiligheid
gebracht
SCHAKEN
Kampioenschap van Rusland
WIJ LUISTE KEN NAAR.
Woensdag 2 April
inierhulp Nederland:
één voor allen, allen één.
Stille Omgang te Meerssen
Academische examens
Machinisten-examen
g" d11^ vais; ons dokterke:
In het verordeningenblad is verschenen een
besluit van den secretaris-generaal van 't de
partement van Landbouw en Visscherij be
treffende jen opbouw van een organisatie voor
de voedselvoorziening.
Hierin wordt bepaald, dat genoemde se-
cretaris..generaal regelen stelt omtrent den
opbouw van zoodanige organisatie, zoomede
omtrent de aan deze toe te kennen bevoegd
heden.
Tot voedselvoorziening worden geacht
te behooj-en de voortbrenging van den han
del in en de be- en verwerking van alle
producten van de voedselvoorziening met
inbegrip van genotmiddelen zoomede
van die producten van den Nederlandschen
landbo% welke niet voor de voedselvoor
ziening jijn bestemd.
Hierbij tyordt onder landbouw verstaan:
a. Akkettj0Uw, tuinbouw of eenige andere tak
van bodeitcuituur, met uitzondering vanbosch-
bouw:
b. Veehouderij en pluimveehouderij.
Tot te voedselvoorziening wordt voorts
geacht t* behooren de handel in die artike
len, welte als grondstoffen en hulpmidde
len voor den landbouw en de visscherij van
bijzondere beteekenis zijn.
Ten belfoeye van de organisatie voor de voed-
lelvoorzieung worden lichamen in den zin van
artikel 152 van de Grondwet ingesteld.
Deze lichamen (organisaties) kunnen zijn
bedrt!f*organjsaties, onderbedrijfsorganisaties,
vakorganisatjps, vakgroepen en ondervakgroe
pen.
De bedrijfsorganisaties en onderbedrijfsorga
nisaties omvatten:
a. Producenten in den landbouw en in de vis
scherij;
b. Vakorganisaties of vakgroepen en zoo noo-
dig ondervakgroepen van handelaren, bewer
kers en verwerkers op het gebied van de voed
selvoorziening.
De bedrijfsorganisaties en onderbedrijfsorga
nisaties op het gebied van de grondstoffen en
'hulpmiddelen omvatten producenten in den
landbouw en in de visscherij en vakorganisaties
of vakgroepen en ondervakgroepen van hande
laren.
De organisaties kunnen plaatselijke en pro
vinciale afdeeüngen instellen.
Als vakgroepen en ondervakgroepen van
handelaren, bewerkers en verwerkers op
het gebied van de voedselvoorziening worden
gebezigd organisaties, ingesteld of erkend op
grond van het-besluit no. 206/1940 betref
fende den opbouw van een zelfstandige or
ganisatie ter ontwikkeling van het bedrijfs
leven.
Deze vakgroepen gil ondervakgroepen kun-
ïen tot vakorganisaties worden samengevoegd.
Behoudens ten aanzien van de zoo juist ge
noemde vakgroepen en ondervakgroepèn ge
schiedt de instelling v9n een organisatie door
den secretaris-generaal, waarbij tegelijk wordt
vastgesteld een reglement, regelende haar sa
menstelling, inrichting en bevoegdheid.
De taak van de organisaties is adviseerend,
uitvoerend en besturend.
Een organisatie oinvat alle deelnemers on
geacht den rechtsvorm, waarin het bedrijf wordt
uitgeoefend die werkzaam zijn op het gebied
der voedselvoorziening^ waarvoor de organisatie
is ingesteld.
Aan de organisaties kan verordenende be
voegdheid, als bedoeid in artikel 153 der
Grondwet, worden verleend.
Indien aan een organisatie verordenende
bevoegdheid is verleend, maakt zij de ver
ordeningen, welke zij voor het belang van
het gebied 'der voedselvoorziening, waarvoor
zij is ingesteld, noodig oordeelt.
Deze verordeningen Kunnen onder meer de
«iugenüe onderwerpen betreffen:
a. Regeling van de vooi ubrenging, den in
voer, den afzet waaronder meae begiepen de
uitvoer, de verdeeling en aanwending waar
onder mede begrepen de opslag en de be- en
verwerkingvan producten van de voedsel
voorziening.
b. Regeiing van de vestiging, uitbreiding, be-
persing, reorganisatie, tijdelijke of blijvende
stillegging, fusie vervreemding of het verpach
ten van bedrijven op het gebied der voedsel
voorziening, waarvoor de organisatie is inge
steld.
c. Het verleenen van vergoedingen aan hen,
die door eemgen maatregel als bedoeld onder b,
ernstig economisch nadeel ondervinden, zoomede
net opleggen aan hen, die van een zoodanigen
maatregel economisch voordeel genieten, van
de verplichting tot het betalen van een geld
som.
d Vaststelling van prijzen en marges zoo
mede van betalings- en leveringsvoorwaarden
met betrekking tot producten van de voedsel
voorziening.
e. Vaststelling van voorschriften voor de tot
de organisatie behoorende ondernemers betref
fende het voeren van hun boekhouding en ad
ministratie het verstrekken van mondelinge en
schriftelijke gegevens aan de organisatie.
De regelingen als bedoeld onder a kunnen
onder meer inhouden:
1. Het opleggen van een verplichting tot
het betalen van een geldsom ter zake van
het verrichten van een handeling op het ge
bied van de voedselvoorziening.
2. Het opleggen van een verplichting tot
inlevering van eenig product.
3. Het brengen van de aan de uitvoering
der regeling en het daarop uit te oefenen
toezicht verbonden kosten ten laste van
alle personen, voor wie de regeling verbin
dend is.
De organisaties kunnen bij dwangbevel, mede
brengende het recht van parate executie, invor
deren ai hetgeen haar ter zake van een krach
tens bovengenoemde bepalingen opgelegde ver
plichting verschuldigd is.
Indien de organisaties bevoegd zijn tot het
uitvaardigen van verordeningen betreffende de
vaststelling van 'prijzen enz., vindt het bepaal
de in artikel 3 van het besluit inzake de benoe
ming van een gemachtigde voor de prijzen over
eenkomstige toepassing.
Het algemeen toezicht op de organisaties,
voor zoover betreft haar werkzaamheden,
geregeld in dit besluit, berust bij den secre
taris-generaal of een of meer door hem
daartoe gemachtigden.
Voor de coördinatie van de werkzaamhe
den der organisaties worden vijf raden inge
steld, elk bestaande uit twee of meer leden
en wel:
a. Een raad voor de organisaties, ingesteld
voor het gebied van de produtcen van den ak
kerbouw en daarmede gelijk te stellen produc
ten.
b. Een raad voor de organisaties, ingesteld
voor het gebied van de producten van de vee
houderij zoomede van margarine, vetten en
oliën
c. Een raad voor de organisaties, ingested
voor het gebied van de producten van den
tuinbouw,
d. Een raad voor de organisaties, ingesteld
voor het gebied van de visscherij,
e. Een raad voor de organisaties, ingesteld
voor het gebied'van de grondstoffen en hulp
middelen.
De besluiten en verordeningen van de organi
saties kunnen door den secretaris-generaal of
door een door hem aan te wijzen instantie
worden geschorst of vernietigd, waarbij tevens
de gevolgen worden geregeld.
Verordeningen inzake prijzen, marges, beta
lings- en leveringsvoorwaarden zijn steeds aan
de goedkeuring van den secretaris-generaal
onderworpen. In de bevoegdheden van den ge
machtigde voor de prijzen wordt geen wijziging
gebracht.
Geschillen tusschen een organisaties en een
of meer ondernemers worden bij uitsluiting in
rerste instantie beslist door een scheidsgerecht,
ingesteld bp den raad. waartoe de betrokken
organisatie en de ondernemer behooren; van
de uitspraak van een scheidsgerecht staat bin
nen twintig dagen beroep open bij den secre
taris-generaal. Deze beslist niet dan nadat een
commissie van advies is gehoord.
Het scheidsgerecht beraadslaagt en beslist
met drie leden, waaronder een rechtsgeleerd
lid moet zijn.
Geschillen tusschen organisaties onderling
worden by uitsluiting beslist door den secretaris
generaal, gehoord den betrokken raad of de
betrokken raden.
Aan bedrijfsorganisaties of onderbedrijfs
organisaties kunnen aparte lichamen worden
verbonden, welke bevoegd zijn tot net aan- en
verkoopen en opslaan van producten van de
voedselvoorziening, zoomede tot het doen van
andere daarmede verband houdende handelin
gen. Deze lichamen zijn rechtspersonen. Hun
instelling geschiedt door den secretaris-gene
raal. Zij worden in en buiten rechte door een
of meer directeuren vertegenwoordigd.
De sectctaris-generaai stelt voorts een
raad voor de voedselvoorziening in, welke
hem van advies dient en welke in de plaats
treedt van het college voor de voedselvoor
ziening. De directeur-generaal van de voed
selvoorziening is voorzitter van den raad.
Hjj die in strijd handelt met een bij of krach
tens dit besluit of in een op grond van dit be
sluit uitgevaardigde verordening gesteld verbod
of vastgesteld voorschrift of aan een opgeiegde
verplichting niet of niet behoorlijk voldoet,
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste
een jaar of geldboete van ten hoogste f 25.000.
Hij die opzettelijk handelt in strijd met zoo
danig verbod of voorschrift of opzettelijk niet
of niet behoorlijk voldoet aan een opgelegde
verplichting, wordt gestraft met gevangenis
straf van ten hoogste acht jaren of geldboete
van ten hogste f 50.000.
Ter zake van niet-nakoming van door de
organisatie uitgevaardigde regelen, kan door
of namens de organisatie tuchtrecht worden
uitgeoefend, waarvan de regeling door de
organisaties de goedkeuring van den secre
taris-generaal behoeft.
Hangende de totstandkoming van vakgroepen
en ondervakgroepen worden in de bedrijfsorgani
saties en onder bedrijfsorganisaties de hande
laren en be- en verwerkers op het gebied der
voedselvoorziening vertegenwoordigd door per
sonen, die hen in de rechtsepersoonlijkheid be
zittende lichamen, als bedoeld in artikel 13 van
de Landbouwcrisiswet, vertegenwoordigen; de
handel in grondstoffen en hulpmiddelen wordt
arin vertegenwoordigd door daartoe door den
secretaris-generaal in overleg met zijn ambt
genoot van Handel, Nijverheid en Scheepvaart
aan te wijzen personen. De producenten worden
in de bedrijfsorganisaties en onderbedrijfsorga
nisaties to nadere voorziening eveneens verte
genwoordigd door hun huidige vertegenwoordi-'
gers in de rechtspersoonlijkheid bezittende li
chamen, ais bedeeld in artikel 13 van de Land-
bouw-crisiswet.
Dit besluit treedt heden in werking.
Begin April zullen velen een aangiftebiljet
voor de omzetbelasting ontvangen, dat z, moe
ten inleveren met betaling der belasting.
Anderen worden door den inspecteur der in
voerrechten en accijnzen aangeslagen. Aan hen
wordt een aanslagbiljet gezonden, waarop moet
worden betaald.
Betaling kan geschieden bij den ontvanger
der accijnzen per giro of in contanten, of op de
postkantoren.
Wanneer de noodiee gegevens ontbreken,
kunnen onjuiste boekingen ontstaan, die later
onaangenaamheden geven. Om deze te voorko
men is het dringend noodzakelijk, bij betaling
per giro steeds het aanslag nummer op te ge
ven, indien reeds een aanslagbiljet werd toe
gezonden. Bij betaling op aangiftebiljet wordt
een geel ontvangbewijs toegezonden, dat aan
het aangiftebiljet moet worden gehecht. Daar
na dient inzending aan den inspecteur plaats
te hebben.
Tijdens een conferentie van Katholieke Zie-
;enhuisverplegingsfondsen te Haarlem, dezer
dagen op initiatief van het fonds .,St Joannes
de Deo" te Den Haag gehouden heeft men
overwegende, dat onde.linge samenwerking
noodzakelijk is. besloten tot stichting van een
R.K. Centrale Commissie van Verzekeringsin
stellingen voor Ziekenhuisverpleging in het
Bisdom Haarlem
Deze Commissie is inmiddels gevormd en
stelt zich o.m. ten doel: het bevorderen van een
zoo groot mogelijke eenheid van optreden der
samenwerkende instellingen, het verstrekken
van voorlichting aan de aangesloten vereenigin-
gen. samenwerking met andere organisaties, die
de bevordering der volksgezondheid beoogen en
het bevorderen van uniformiteit in de bepaling,
welke diensten en verstrekkingen bij de diverse
ziekenhuizen in den verpleegprijs zijn inbe
grepen.
De Commissie is haar werkzaamheden reeds
begonnen met het verzamelen der verschillende
noodzakelijke gegevens, die de onderscheiden
fondsen haar verstrekken. Van belang voor de
leden der Fondsen is ongetwijfeld de bepaling,
die reeds is vastgelegd, dat de samenwerkende
instellingen verplicht zijn, elkanders verzeker
den bij verhuizen naar elders, zonder betaling
van entréegelden of toepassing van wachtgeld
regelingen. over te nemen.
De Centrale Commissie is gevestigd te Den
Haag Varkensmaikt 19. Zij bestaat uit de
heere'n Coelemy (voorzitter) Lefeber (sccreta-
tg) en Havermans (penningmeester), allen te
Den Haag en de commissarissen Mannes. Alk
maar; Veerkamp, Poeldijk; Krom Sassenheim
en van der Meer. Bovenkerk.
Katholieke Ziekenhuisverplegingsfondse,n. die
zich wensche aaa te sluiten, kuanen dit alsnog
doen. Een beduidend aantal heeft zich reeds
aangesloten.
Zaterdag heeft De Nederlandschc Unie te
Vught een kadercentrum geopend. Een groot,
buiten „Wargashuyse". is daartoe welwillend
ter beschikking gesteld en fn korten tijd In ge
reedheid gebracht.
Van het Driemanschap waren aanwezig mr
j Linthorst Homan en prof. dr. J. E. de Quay.
Mr. J. Linthorst Homan sprak een kort
openingswoord, waarop door dr. H G. W. van
der wielen een der leiders van het Centrum,
werd geantwoord. Dienzelfden middag nog
werd met de kaderwerkzaamheden reeds een
begin gemaakt.
Er zullen regelmatig cursussen worden gege
ven en de vorming van de Unie-kringen zal
ook uit dit centrum geschieden.
In overleg mei het hoofdbestuur van den
Bond voor Hotel- en Restauratiegeëmployeerden
beeft de directie van het St. Petrus Canislus
Retraitehuis te Bergen besloten, voor obers en
kellners vooral in Noord-Holland eendaag
sche geestelijke oefeningen te houden.
Deze zijn vastgesteld op Maandag 21 April.
Deelnemerskaarten zijn verkrijgbaar bij:
den heer Grootaers, penningmeester, Chassé-
straat 113 II, Amsterdam; den heer Slüter,
voorzitter restaurant Brinkman, Plein, Haarlem
en bij directie Retraitehuis, Bergen (N.-H.).
Zondag is te Amsterdam de agenda vastgesteld
van het hondententoonstellingsseizoen voor dit
jaar Het seizoen wordt geopend door de
kynologenclub Delft op 18 Mei te Delft, gevolgd
door de kynologenclub Apeldoorn op 15 Juni, de
Noorder kynologenclub te Groningen op 6 Juli,
de kynologenclub Noviomagum te Nijmegen op
10 Augustus, waarna de Nederlandsche Kennel
club Cynophilia te Amsterdam het seizoen zal
sluiten op 6 en 7 September. Op alle tentoon
stellingen kan 't Nederlandschc kampioenschap
gewonnen worden; op beide laatste ook het
internationale schoonheidskampioenschap van
de internationale federatie.
Jeugdige onbezonnenheid heeft Maandag te
Rotterdam weer een slachtoffer geëischt.
Omstreeks half achj wilde de 6-jarige P. Lui
ten, wonende in de Moekerkenstraat, op de
Putschelaan op een langzaam rijdenden goe
derentrein klimmen. Het gelukte hem niet, de
jongen viel en geraakte onder de wielen.
Hij kreeg daarbij de wielen van vijf wagons
ever den hals. De knaap was op slag dood.
Het lijk is naar het Zuiderziekenhuis over
gebracht.
Zondag zijn op den Meerdijk tusschen
Lemmer en Urk 25 schapen, waaronder eeni
ge lammeren, door honden doodgebeten en
verscheurd. De politie van Lemmer heeft ae
zaak in onderzoek. De schapen, die geregeld
loopen te grazen op dezen dijk. oehooren in
eigendom toe aan den neer R. Haaksman te
Echten bij Lemmer.
Te Kampen is hedenmorgen omstreeks zes
uur brand uitgebroken in de sigarenfabriek
van Neervoort aan de Korenmarkt. De fabriek
is geheel uitgebrand. Een groote hoeveelheid
sigaren ging verloren, terwijl de voorraad tabak
in veiligheid kon worden gebracht. De belen
dende perceelen kregen waterschade.
De geleden schade wordt door verzekering
gedekt. Ongeveer 25 sigarenmakers zijn thans
werkloos geworden.
Zondag werden wederom eenige partijen ge
speeld in het tornooi om het kampioenschap van
Rusland. De in de eerste ronde niet gespeelde
party tusschen de schaakmeesters Botwinnik en
Boieslawski werd nu gespeeld en eindigde remise.
Keres gaf zyn afgebroken .partij tegen Lilienthal
gewonnen, zoodat deze partij niet werd hervat
De party BondarewskiLilienthal werd door den
laatsten speler gewonnen.
HILVERSUM L 415-5 M.
Nederlandsch programma
6.45 Gramofoonmuziek, 6.50 Ochtend
gymnastiek, 7.00 Gramofoonmuziek, 7.45
Ochtendgymnastiek. 8.00 Gramofoonmu
ziek. 8.10 Gewyde muziek (gr.pl 8.30
Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gramofoonmu
ziek, 10.00 Amsterdamsch Saloncrkest
10.2010.40 Voordracht, 11.15 Zang en
planovoordrachv, 12.00 Gramofoonmuziek.
12.25 Eerst raet dan baet, 12.45 Nieuws-
en economische berichten ANP. 1.00 Musl-
quette en soliste, 1.50 Orgelspel. 2.15 Voor
dracht, 2.30 Esmeralda en solisten, 3.00
Gramofoonmuziek, 5.00 Gramofoonmuziek,
5.15 Nieuws-, economische en beursberich
ten ANP, 5.30 Luchtvaartkundig praatje.
5.45 Rococo-octet, 6.15 Voor dë binnen
schippers. 6.30 De Ramblers. 7.00 Econo
mische vragen van den dag ANP. 7.15
Schrammelkwartet en 60liste. 7.30 Gramo
foonmuziek. 7.45 Schrammelkwartet en
soliste, 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15
Spiegel van den dag, 8.45 Residentie
orkest en soliste (opn.), lO.Oo Nieuwsbe
richten ANP, slultlne
HILVERSUM II, 301.5 M.«
Nederlandsch programma
6.45 Gramofoonmuziek, 6.50 Ochtend
gymnastiek, 7.00 Gramofoonmuziek, 7 45
Ochtendgymnastiek, 8.00 Gramofoonmu
ziek, 8.30 Nieuwsberichten ANP, 8.45 Ge
wijde muziek (gr.pl.), 9.15 Gramofoonmu
ziek, 10.20 Gramofoonmuziek, 11.00 Voor
dracht. 11.20 Omroeporkest. 12.15 De Me-
lodisten, 12.45 Nieuws- en economische
berichten ANP. 1.00 Ensemble Frans Wou
ters en gramofoonmuziek. 2.00 Ciavecim-
bel, piano en zang, 2.45 Gramofoonmuziek,
3.45 Eugen Wolff en zijn ensemble en so
liste (opn.), 4.15 Amusement in Amster
dam, 5.15 Nieuws-, economische en beurs
berichten ANP. 5.3o Omroeporkest, 6.00
Gramofoonmuziek. 6.15 Omroeporkest. 6.45
Reportage. 7.00 Brabantech praatje ANP
7.15 Residentie-orkest (opn). 8.30 Om
roeporkest en soliste, 9.30 Filmbespreking,
9.45 Gramofoonmuziek, 10.00 Nieuwsbe
richten ANP, sluiting.
wyi door omstandigheden velen dit jaar niet
aan den Stillen Omgang te Amsterdam konden
deelnemen, heeft het comité voor Zuid-Limburg,
onder leiding van Pastoor M. Leessens, te Meers
Elslo, er naar gestreefd, die devotie toch op de
een of andere manier te kunnen voldoen.
Het comité heeft zich belast met de werk
zaamheden om te komen tot een Stillen Om
gang te Meerssen.
Zondag werd Meerssens Mirakelstede door
ruim 2000 pelgrims bezocht.
Om 7 uur werd de eerste plechtige Hoogmis
met pontificale assistentie van Z. H. Exc. Mgr.
dr. Bukx voor de pelgrims opgedragen. De
schitterend versierde basiliek was tot in alle
hoeken gevuld. De H. Mis werd opgedragen door
den Hoogeerw. Heer Deken van Mierlo. Pater
Van Mierlo, van het Missiehuis te Stein, hield
in deze en de volgende H.H. Missen een predi
cate
Na de H. Mis begon de aloude omgang.
De tweede plechtige H. Mis werd opgedragen
door Pastoor Leesens, geestelijk leider van den
Stillen Omgang, met pontificale assistentie van
M-rr. Bukx.
De dag werd besloten met een pontificaal lof.
opgedragen door Mgr. Bukx.
Mgr. sprak onder dit Lof de geloovigen toe. en
sprak o.m. zijn waardeering uit voor de goede
devotie, welke er onder de bedevaartgangers
heerschte.
DELFT.Geslaagd voor het ingenieursexamen
voor bouwltundig ingenieur: J. B. baron van
Asbeck, 's-Gravenhage; W. P. van Harreveld,
Haarlem; J. Jonkman, Oegstgeest; F. H. Kloe
ke, Nijmegen; mej. C. C. Koeleman, Karisbad;
I. Moerman,, Amsterdam.
WAGENINGEN Geslaagd voor het inge-
nieursexamen Nederlandsche Landbouw de heer
A. H. Nubé.
'S-GRAVENHAGE Geslaagd voor diploma
B, eerste gedeelte, de heeren: J. de Wit, 's-Gra
venhage, E. Velthuyzen, Leiden, D. Chr. J. de
Vries, 's-Gravenhage, C. Delno, Rotterdam, J.
M. Hulstyn, 's-Gravenhage en J. Matthijsse,
's-Gravenhage.
9
Wenhout, 27 Maart 1941.
Amico,
Stillekes was 't i
verstaat. Den 5? den huls de leste dagen.
Ge vemuiao. uen --e-—
„woonwageltje", stil ker Iag daarboven' in z'n
loos bekanst, naar en bIc€k te staren, roer
dat er blinkt deur stukske voorjaarshemel,
van 't kamerke 't >de vier glazen dakpannen
niks, vroeg naar nip anneke at 01 dronk haast
loos. Mee twee bra2' lag daar Z°° maar' Roer"
ln 't matte sproete^ende °°gen' fel lichtend
in 'nen krans van i;opke> dat tlkske schuin5'
sel rustte. 'hge, rosse haren op 't kus-
Hy lag daar vee»
gin omkükens naarM000' We ha4den elgenlbk
te niks; t liefst w}>" H« vroeg dlks; ^ensch-
kost ge zien aan J?d ie ™5tu gelaten' dat
opzocht. moeie lachske, als ge m
,Jiy tobt, dokter"^ 1feg' ,v
ineens piekten ^^twoordde ik
Betrriinend en toch h °°gen fel n de mijne'
f™1**, ,t .Sok vragend. Den mond 'n
terhoek. van de 10118 den rech"
°ver datdat kloosterschap,
I/re
Ik knikte. „Hij dat ic z-n roeping kwijt
isenne
Den dokter kwam >nen pas naar me toe. Trok
aan den punt van ta,n vest. )>Dré dan....
dan staai ik weer
op 't dooie punt. Dan kan
ik niks beginnen, bereiken. Sprikt 'ns....
sprikt 'ns mee ons j^toorke."
„Was ik van Plaft ja„
„Leg 'm de zaak ge wit, hij bezit veul
menschenkennis..., >n wjjg ^oordeke van hem
doet nou meer daq heei m-jien middelcUnen-
winkel.
Toen liet ie m'n vest weer los. D'n kearel
befurgd'„Sigorke, dokter?"
„"k Heb er niks a%n pré, je ben onderweuge."
1 «.Onderweuge." Dat wil zeggen dat ie z'n pa-
tiënten aan *t afgaan is. Toen stak ie *n siga
retje op.
Van de week, teugen zonsondergank in den
akker, kwam m'n baaske naar me toe.
"t Was stil op deus uur in den buiten. "Nen
koperen weerschün van de zinkende zon vloei
de over de schepping. De Mark was van goud.
'Nen mearel zong den dag uit. Den zang echode
deur den reinen avond luk 'n dubbele herders
fluit M'n baaske was triest. Hu sprak zacht,
alsof den Eeker, die daar ievers gunderwyd naar
den koperen avond lag te staren, hem hier zou
kunnen hooren.
„Opa, ik begrijp 't nou wel, mee munen Eeker
loopt 't mis,"
„Toe nou, Dréke, ge mot den zak nie zoo rap
opgeven!"
„Ge begrept me nie heelegaa/r, opa. ik bedoel,
daar zijn nog maar twee meugeiykhedens. Of
hij gaat verom naar den Ouwenbosch, öf hy
hü gaatdood1"
Ik zag m'n baaske zwygend aan. Znen brui
nen kop lichtte rosblank in d'avondzon. 't Win-
deke spuide in de plooien van z'n ruime over
hemd, maar zoo, dat z'n prachtige, robuste
lichaamsvormen efkes welfden deur 't dunne,
wye hemd. Alleen aan de breeje schouwers,
daar spanden de mouwen glad om de krachtige
.rondings. „Maar ik ben m'nen Eeker.... kwijt!"
'hoorde-n-ik 'm zeggenu
Nog zweeg ik. Stopte 'n pijp gaf hum m'n
blikken doos over.
„Jahzuchtte-n-ie onder 't stoppen: „ik
snap 't nou wel." Dan de doos verom gevend;
„kek 's, opa, daar mot iets gebeuren."
„Ge bedoelt, Dré"
,,'k Mot 'nennuuwen knecht hebben."
Vast zag ie me aan.
Hy had z'n middelcün genomen! Seerjeus,
diep-in content, zag lk m'n fiere baaske aan.
„M'nen winkel gaat vaneigens, 't Zijn nog
gekke tyen, maar de zaken marcheeren; loopen
goed. 'kHad al eerder over 'nen tweeden winkel
gedocht g'had, maar ik had ook dien weer zoo
geren gesticht mee m'nen Eeker!"
WabliefHad ie t daar over 'nen twéé
den winkelIk. Als ge ouwer wordt, gaan
oew gedachten wat trager.
„Ge zegt, Dré?"
„'k Heb den tweeden winkel nog alty uitgestclc^
mee 't oog op den Eeker maar.... maar nou
'k zekerheid hebz'n zwarte oogen knip
perden efkes, z'nen mond trilde even. God,
wat staat dat Eekerske 'm toch na! „Maar nou
'k zekerheid heb, nou.... ehVast zag ie
me aan. Z'n stem wierd efkes harder. „Nou zet
ik deur, opa!"
Ik moest dat alles even verwerken. Zweeg
nog.
„Ik kan, per geluk, 'n verduveld geschikt win
kelhuis huren, mooien stand, goeie buurt; ik
eh'k heb 't huis in handen genomen, van-
denmiddag!"
?iGege zit zonder benzine?! Twee van
dié' zaken naryen?"
'k Neem 'nen gasgenerator."
„'Nen....?"
,,'k Gaai op gas rijen."
„OpgAs?"
„Op gas."
„Kan dat?"
„Dat kan."
We keken malkaar nog lank aan. Mn baaske
wachtte op mijn toestemmend antwoord, wat
ie alty toch geren heeft, al staan z'n besluiten
lijk palen boven water. En lk ik peisde op
Trui, op den dokter, op ons Eekerske, op meneer
pastoor. Op, op de toekomst mee de veule on-
zekerhedens' nog. Maar sodepin, ge kunt den
boel nie stilzetten toch! Dat fiere jonk, daar
veur me, hy moest veuruit. Hij
Dré in, ga-doewen-gank, jonk!"
„Bedankt, Dré I En hij sloeg me op m'nen
schouwer.
Eh waar komt dieën nuuwen winkel
ïoen kreeg ie 'n kleur. Keek naar den grond,
'k Zag z'nen mond verlegen lachen.
.Midden in de stad."
.Da's...da's mijn.... mün wijk."
'^Da's jouw wijk, opa," zee-t-ie toen mee "nen
^ërjeuzen lach in d'oogen.
„Ga-d-er mij.... uitwerken, Dréke?"
jopa, ge zult er ginnen eerpel te minder om
verkoopen. Maarmaar als gü nie om oew
eigen denkt, zal ik 't motten doen."
„Maar jongen, da's allegaar toch nog tijd ge-
nogt, als...."
„Als gu nie meer voortkunt? Neeë, dan is T
sjuust te laat. Dan mot ik jouw ouwe, 'trouwe
klantjes opvangen!! Sjuust jouw klanten, opa,
die zou 'k nooit geren laten schieten!" Toen
kneep ie met in den schouwer, dat er 'nen „elec-
trieken" stroom deur m'n bloed joeg.
Weer keken we malkaar aan. Ik zag m'nen
fleren compagnon staan in 'nen gouwen mist
van d'avondzon.
„Baaske, ge zyt me véur! Ge hebt ten volle
gelijk!"
„Wilde dan daiyk, als we thuis zyn, nog even
't huurcontract teekenen, asteblief?"
„Ja, 't pampier heb 'k al ingevuld in m'nen
jas zitten."
Zwijgend zochten we de gereedschappen uit
den èèrde. De zon was onder. 'Nen zachten
vuurgloel hong boven den zwarten boschkam.
't Wierd koud. En zwygend gongen we den sche
merenden akker uit, op huis aan. 't Kruiswagel-
wiel piepte deur den stillen nvond
Toen 'k aanoeiae, )ag üe pasioxie in den vol
len luister van de middagzon, langs den stillen
durpsweg. 'n Machtige schaduwveeg van den
toren streepte schuins over den weg. Hier op
de stoep was 't kil van schaduw, maar daar
kwam Mie al, ik hoorde heuren slefpas deur
den hoogen gang van tegels. Haast had ze nie,
deus „stekelsverken", maar allee, ze wordt óok
al wat ouwer. En., daar is inkwartiering op de
pastorie I Misschient verstade, wat dat zeggen
wil veur Mieë, die 'nen ingeboren afkeer heeft
teugen 't mansvolk èn die bU den geringsten
inbreuk teugen de huishouwing ziek wordt van
woede.
Ze draaide 't raam open van de deur, zóó da 'k
'r gezicht maar half te zien kreeg, maar dat
éene, doffe oog van Mieë was genogt om oe te
doen begrijpen, dat zij 'n humeur had als 'nen
uitgebloeiden cactus.
„Oow, zijde gü 't," luidde haren „goeien dag".
„Ga maar opzij lanks, hij is doende in den hof."
Boets! 't Raamke klapte dicht. Ik opzy langs,
over 't klinkerstoepke langs de coniferen. Goed
en wel de pastorie veurbij, dan deur 'n hooge
heg stond ik ineens in den vollen dag, in de
witte middagzon, die hier glorieerde over den
ruimen hof. Maar wat was ie toch aan 't uit
voeren, mee zynen tuinDie lag veur 't
grootste deel omgespaaid! Ennedat alle
gaar zonder my daarin te kennen? Dat was ie
nie gewoon!
Tenende den hof was le doende. Maar hy was
nie alleen. Daar stond er eenen te spaalen.
Vrimd! Dat had ik toch alty veur 'm gedaan..
'n Bietje onzeker gong lk den diepen bof deur.
Kek 's, mest zat er ook al onder gewerkt. En
vakkundig! k wierd nuuwsgierig als 'noudwiji.
Toen zag ik 'm 't zweet afdrogen uit den band
van z'n bonnètje, mee z'nen rooien zakdoek. De
zon strooide "nen krans van gouwen tintel om
z'n witte krullen.
Dan zag ie me. Tuurde efkes mee de hand
boven de oogen, herkende me, zwaaide mee z'n
bonnètje.
Als ik 'm genaderd was, stond ie, 'n tikske
verlegen zou 'k haast zeggen, te lachen. „Con
currentie?" wilde-n-ik eerst vragen, maar ik
zocht "nen plazieriger aanloop en lachte: „doe-
de aan den productie veldslag, meneer pastoor?"
„Midden in de roos, Dré," zee-t-ie leutig:-
„gerajen mani Van 't jaar gin blommekes, maar
èèrpel, boonen en kool!"
„Maar daar hedde veuls te veul aan, man!"
„Welneeë! Wa'k over hou, deel ik uit; erme
menschen, groote huishouwens zijn er alty. En
zou 't gin zonde zyn, in zulke tijen zoo'nen lap
besten grond nie te benutten?!"
„Jawel, maar op jouwen ouwer....?"
,,'Nen mensch is toch nooit te oud om 't goeie
te doen, Dré? Nro* "»n. dat meende nie!"
lachte-n-ie
„Ennewie u> u„..
„Oh, da 's Heinz, een van m'n kostgangers,
'nen boerenzeun uit Beieren. Goelcn kearel. Hij
is content de spaai weer 'ns te hanteeren."
Heinz verstond wel 't een en ander. Want hy
keek 'ns op, lachte, knipte 'n oogske naar me.
„Ge moest me gesproken hebben g'had, Dré?"
„Als 't efkes kan geren, meneer pastoor."
„Dat kan toch aity, man!"
We gongen in 't tuinhuis, vry van den wind,
lekker in de zon. Mie brocht twee kommen thee,
sigaren en 'n fleschke bier. Als ze t blad had
neergezet, nam ze 'nen wollen das onder den
arm uit, gaf dien aan pastoor en snibde: „doe
die om, veur ge 'n kou pakt."
„Bedankt Mieke. Hier, neem ook veur den
Heinz 'n sigaar mee."
„HU kan er een krUgen," zee Mie: „as le dan
van den avond maar weer nie gaat donderjagen
op dieën trekzak."
„Lot 'm toch, Mie, hy spuit zoo schoon!"
Mie af. Brommend. „Das nou de beste ziel
van Ulvenhout, Dré, bezurgd as 'n moeder, maar
ln den zwaarsten concours veur snaauwen, haalt
ze mee glans den eersten prUs!"
Ik vertelde 'm alles over den Eeker. 't Man
neke z'nen twyfel; z'nen stryd, waaraan ie zoo
ten onder moest gaan; den raad van ons dok-
terke, alles!
Zwaar peinzend, den mond fel dicht, zat le
te turen naar "n paar musschen in den hof.
'k Liet 'm betijen. Zweeg ten leste, dronk m'n
thee uit.
Twee diepe denkstreepen groefden verticaal
in z'n veurhoofd. Dan zee-t-le, starend in den
hof; „Dré, dieën twyfel is nie iets nuuws. "k Zou
zeggen, de besten worden zoo beproefd. Maar...
deus manneke gaat er dood aan!"
Ik schrok toch. Hoewel. Ik wist al....!
„Witte wat de moeilijkheid is, Dré?"
Toen keek ie me aan, de oogen dof van ernst.
„Om zoo'nen jongen bij te brengen t gedacht,
dat ie in de weareld zéker zoo nuttig kan zijn
veur O. L. H. ais in 't klooster. Als ik m dat
zeg, witte wat ie dan denkt?"
Ik zweeg.
„Gij hebt makkeluk praten! GU hebt oew
roeping kunnen volgen."
Ik moest even lachen, om deuzen scherpen
zet. Maar dan zee ik; „en tochonzen Eeker
is nie zoo."
„Motte nie zeggen, op deuzen moment. En
van den anderen kant: sjuust dieën grooten
verterenden twufel zegt mij, dat ie vist geroe
pen is....! Dré, 't is moeilijk. Maar ik kom.
Nog vèur den avond.
Hij is gewist. Anderhalf uur heeft ie gezeten
in t „woonwageltje", bU den Eeker.
En dit kan 'k oe nou zeggen, amico, 't man
neke is veul rustiger geworden. Z'n oogen bran
den nie zoo onnatuurlijk fel meer in 't klamme
kopke. Wü zyn 'm nie meer te veul. Hij zoekt
weer ons gezelschap, want als een van ons bo
ven komt, is ie blij te kunnen praten. Dré III
heeft 'm verteld van den nuuwen winkelI
En den Eeker komt nie uitgevraagd over alle
bijzonderhedens. Zoo zelfs, dat den Dré me al
zee: „mee 'nen nuuwen knecht wacht ik toch
nog efkes."
Amico, wat heeft ons pastoorke, dat brave
keareltje, die op zynen ouwen dag nog heel zij
nen blommenhof omgooide om bij te dragen tot
de goeie zaak van Nederland; die "n bezwaar
lijke inkwartiering draagt mee den biyen moed
van de naastenliefde: „wy zyn allegaar men
schen, Dré"; die telkens veur oe klaar staat, al
is 't karwei nog zoo moeiiyk, wat heeft dat
ouwe, brave keareltje mee onzen Eeker veur "n
wonderke gewrochtDen dokter zee: „t is
mU te geleerd!"
„Kan wel zijn, dokterke, maar gü had t
idee!"
„Ja," lachte-n-ie: „Tc heb zelden zoo'n geluk
kig „recept" veurgeschreven, dés waar!"
Ah, zoo'n goei pastoorkelederen mensch
moest zoo'nen steun kunnen vinden in moeliyke
oogenblikken.
En hy boert maar. Geloof, t zal groeien
op dieën.... „gewüden' hof van zoo'n eerwaar
dig landmanneke!
Maar nou schei Tc er af, horre.
Veul groeten van Trui, Dré III, den Eeker en
als alty gin horke minder van oewen
t. A v.
DR£