Organisatie voor de voedsel voorziening w Pastoorke op bezoek bij den Eeker Vijf raden ter coördinatie Ziekenhuisverpleging in het bisdom Haarlem DINSDAG 1 APRIL 1941 Verordenende bevoegdheid kan worden verleend kadercentrum ned. UNIE TE VUGHT Jongen onder goederentrein gedood Honden verscheuren schapen i Kerkelijk leven Brabantsche brieven -Wat bestikken zij in het „wuunicageltje Verordenende bevoegdheid Algemeen toezicht en coördinatie Raad voor voedselvoorziening OMZETBELASTING Raadgevingen omtrent betaling Stichting van R.K. Centrale Commissie van Verzeke ringsinstellingen „Eendaagsche" voor kellners Hondententoonstellingen in 1941 De heer R. IJzer, die benoemd is tot Rijkshoo/dinspecteur van Lichamelijke Opvoeding. (Foto VKPJ Vijf wagons reden hem over den hals SIGARENFABRIEK UITGEBRAND Voorraad tabak in veiligheid gebracht SCHAKEN Kampioenschap van Rusland WIJ LUISTE KEN NAAR. Woensdag 2 April inierhulp Nederland: één voor allen, allen één. Stille Omgang te Meerssen Academische examens Machinisten-examen g" d11^ vais; ons dokterke: In het verordeningenblad is verschenen een besluit van den secretaris-generaal van 't de partement van Landbouw en Visscherij be treffende jen opbouw van een organisatie voor de voedselvoorziening. Hierin wordt bepaald, dat genoemde se- cretaris..generaal regelen stelt omtrent den opbouw van zoodanige organisatie, zoomede omtrent de aan deze toe te kennen bevoegd heden. Tot voedselvoorziening worden geacht te behooj-en de voortbrenging van den han del in en de be- en verwerking van alle producten van de voedselvoorziening met inbegrip van genotmiddelen zoomede van die producten van den Nederlandschen landbo% welke niet voor de voedselvoor ziening jijn bestemd. Hierbij tyordt onder landbouw verstaan: a. Akkettj0Uw, tuinbouw of eenige andere tak van bodeitcuituur, met uitzondering vanbosch- bouw: b. Veehouderij en pluimveehouderij. Tot te voedselvoorziening wordt voorts geacht t* behooren de handel in die artike len, welte als grondstoffen en hulpmidde len voor den landbouw en de visscherij van bijzondere beteekenis zijn. Ten belfoeye van de organisatie voor de voed- lelvoorzieung worden lichamen in den zin van artikel 152 van de Grondwet ingesteld. Deze lichamen (organisaties) kunnen zijn bedrt!f*organjsaties, onderbedrijfsorganisaties, vakorganisatjps, vakgroepen en ondervakgroe pen. De bedrijfsorganisaties en onderbedrijfsorga nisaties omvatten: a. Producenten in den landbouw en in de vis scherij; b. Vakorganisaties of vakgroepen en zoo noo- dig ondervakgroepen van handelaren, bewer kers en verwerkers op het gebied van de voed selvoorziening. De bedrijfsorganisaties en onderbedrijfsorga nisaties op het gebied van de grondstoffen en 'hulpmiddelen omvatten producenten in den landbouw en in de visscherij en vakorganisaties of vakgroepen en ondervakgroepen van hande laren. De organisaties kunnen plaatselijke en pro vinciale afdeeüngen instellen. Als vakgroepen en ondervakgroepen van handelaren, bewerkers en verwerkers op het gebied van de voedselvoorziening worden gebezigd organisaties, ingesteld of erkend op grond van het-besluit no. 206/1940 betref fende den opbouw van een zelfstandige or ganisatie ter ontwikkeling van het bedrijfs leven. Deze vakgroepen gil ondervakgroepen kun- ïen tot vakorganisaties worden samengevoegd. Behoudens ten aanzien van de zoo juist ge noemde vakgroepen en ondervakgroepèn ge schiedt de instelling v9n een organisatie door den secretaris-generaal, waarbij tegelijk wordt vastgesteld een reglement, regelende haar sa menstelling, inrichting en bevoegdheid. De taak van de organisaties is adviseerend, uitvoerend en besturend. Een organisatie oinvat alle deelnemers on geacht den rechtsvorm, waarin het bedrijf wordt uitgeoefend die werkzaam zijn op het gebied der voedselvoorziening^ waarvoor de organisatie is ingesteld. Aan de organisaties kan verordenende be voegdheid, als bedoeid in artikel 153 der Grondwet, worden verleend. Indien aan een organisatie verordenende bevoegdheid is verleend, maakt zij de ver ordeningen, welke zij voor het belang van het gebied 'der voedselvoorziening, waarvoor zij is ingesteld, noodig oordeelt. Deze verordeningen Kunnen onder meer de «iugenüe onderwerpen betreffen: a. Regeling van de vooi ubrenging, den in voer, den afzet waaronder meae begiepen de uitvoer, de verdeeling en aanwending waar onder mede begrepen de opslag en de be- en verwerkingvan producten van de voedsel voorziening. b. Regeiing van de vestiging, uitbreiding, be- persing, reorganisatie, tijdelijke of blijvende stillegging, fusie vervreemding of het verpach ten van bedrijven op het gebied der voedsel voorziening, waarvoor de organisatie is inge steld. c. Het verleenen van vergoedingen aan hen, die door eemgen maatregel als bedoeld onder b, ernstig economisch nadeel ondervinden, zoomede net opleggen aan hen, die van een zoodanigen maatregel economisch voordeel genieten, van de verplichting tot het betalen van een geld som. d Vaststelling van prijzen en marges zoo mede van betalings- en leveringsvoorwaarden met betrekking tot producten van de voedsel voorziening. e. Vaststelling van voorschriften voor de tot de organisatie behoorende ondernemers betref fende het voeren van hun boekhouding en ad ministratie het verstrekken van mondelinge en schriftelijke gegevens aan de organisatie. De regelingen als bedoeld onder a kunnen onder meer inhouden: 1. Het opleggen van een verplichting tot het betalen van een geldsom ter zake van het verrichten van een handeling op het ge bied van de voedselvoorziening. 2. Het opleggen van een verplichting tot inlevering van eenig product. 3. Het brengen van de aan de uitvoering der regeling en het daarop uit te oefenen toezicht verbonden kosten ten laste van alle personen, voor wie de regeling verbin dend is. De organisaties kunnen bij dwangbevel, mede brengende het recht van parate executie, invor deren ai hetgeen haar ter zake van een krach tens bovengenoemde bepalingen opgelegde ver plichting verschuldigd is. Indien de organisaties bevoegd zijn tot het uitvaardigen van verordeningen betreffende de vaststelling van 'prijzen enz., vindt het bepaal de in artikel 3 van het besluit inzake de benoe ming van een gemachtigde voor de prijzen over eenkomstige toepassing. Het algemeen toezicht op de organisaties, voor zoover betreft haar werkzaamheden, geregeld in dit besluit, berust bij den secre taris-generaal of een of meer door hem daartoe gemachtigden. Voor de coördinatie van de werkzaamhe den der organisaties worden vijf raden inge steld, elk bestaande uit twee of meer leden en wel: a. Een raad voor de organisaties, ingesteld voor het gebied van de produtcen van den ak kerbouw en daarmede gelijk te stellen produc ten. b. Een raad voor de organisaties, ingesteld voor het gebied van de producten van de vee houderij zoomede van margarine, vetten en oliën c. Een raad voor de organisaties, ingested voor het gebied van de producten van den tuinbouw, d. Een raad voor de organisaties, ingesteld voor het gebied van de visscherij, e. Een raad voor de organisaties, ingesteld voor het gebied'van de grondstoffen en hulp middelen. De besluiten en verordeningen van de organi saties kunnen door den secretaris-generaal of door een door hem aan te wijzen instantie worden geschorst of vernietigd, waarbij tevens de gevolgen worden geregeld. Verordeningen inzake prijzen, marges, beta lings- en leveringsvoorwaarden zijn steeds aan de goedkeuring van den secretaris-generaal onderworpen. In de bevoegdheden van den ge machtigde voor de prijzen wordt geen wijziging gebracht. Geschillen tusschen een organisaties en een of meer ondernemers worden bij uitsluiting in rerste instantie beslist door een scheidsgerecht, ingesteld bp den raad. waartoe de betrokken organisatie en de ondernemer behooren; van de uitspraak van een scheidsgerecht staat bin nen twintig dagen beroep open bij den secre taris-generaal. Deze beslist niet dan nadat een commissie van advies is gehoord. Het scheidsgerecht beraadslaagt en beslist met drie leden, waaronder een rechtsgeleerd lid moet zijn. Geschillen tusschen organisaties onderling worden by uitsluiting beslist door den secretaris generaal, gehoord den betrokken raad of de betrokken raden. Aan bedrijfsorganisaties of onderbedrijfs organisaties kunnen aparte lichamen worden verbonden, welke bevoegd zijn tot net aan- en verkoopen en opslaan van producten van de voedselvoorziening, zoomede tot het doen van andere daarmede verband houdende handelin gen. Deze lichamen zijn rechtspersonen. Hun instelling geschiedt door den secretaris-gene raal. Zij worden in en buiten rechte door een of meer directeuren vertegenwoordigd. De sectctaris-generaai stelt voorts een raad voor de voedselvoorziening in, welke hem van advies dient en welke in de plaats treedt van het college voor de voedselvoor ziening. De directeur-generaal van de voed selvoorziening is voorzitter van den raad. Hjj die in strijd handelt met een bij of krach tens dit besluit of in een op grond van dit be sluit uitgevaardigde verordening gesteld verbod of vastgesteld voorschrift of aan een opgeiegde verplichting niet of niet behoorlijk voldoet, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste f 25.000. Hij die opzettelijk handelt in strijd met zoo danig verbod of voorschrift of opzettelijk niet of niet behoorlijk voldoet aan een opgelegde verplichting, wordt gestraft met gevangenis straf van ten hoogste acht jaren of geldboete van ten hogste f 50.000. Ter zake van niet-nakoming van door de organisatie uitgevaardigde regelen, kan door of namens de organisatie tuchtrecht worden uitgeoefend, waarvan de regeling door de organisaties de goedkeuring van den secre taris-generaal behoeft. Hangende de totstandkoming van vakgroepen en ondervakgroepen worden in de bedrijfsorgani saties en onder bedrijfsorganisaties de hande laren en be- en verwerkers op het gebied der voedselvoorziening vertegenwoordigd door per sonen, die hen in de rechtsepersoonlijkheid be zittende lichamen, als bedoeld in artikel 13 van de Landbouwcrisiswet, vertegenwoordigen; de handel in grondstoffen en hulpmiddelen wordt arin vertegenwoordigd door daartoe door den secretaris-generaal in overleg met zijn ambt genoot van Handel, Nijverheid en Scheepvaart aan te wijzen personen. De producenten worden in de bedrijfsorganisaties en onderbedrijfsorga nisaties to nadere voorziening eveneens verte genwoordigd door hun huidige vertegenwoordi-' gers in de rechtspersoonlijkheid bezittende li chamen, ais bedeeld in artikel 13 van de Land- bouw-crisiswet. Dit besluit treedt heden in werking. Begin April zullen velen een aangiftebiljet voor de omzetbelasting ontvangen, dat z, moe ten inleveren met betaling der belasting. Anderen worden door den inspecteur der in voerrechten en accijnzen aangeslagen. Aan hen wordt een aanslagbiljet gezonden, waarop moet worden betaald. Betaling kan geschieden bij den ontvanger der accijnzen per giro of in contanten, of op de postkantoren. Wanneer de noodiee gegevens ontbreken, kunnen onjuiste boekingen ontstaan, die later onaangenaamheden geven. Om deze te voorko men is het dringend noodzakelijk, bij betaling per giro steeds het aanslag nummer op te ge ven, indien reeds een aanslagbiljet werd toe gezonden. Bij betaling op aangiftebiljet wordt een geel ontvangbewijs toegezonden, dat aan het aangiftebiljet moet worden gehecht. Daar na dient inzending aan den inspecteur plaats te hebben. Tijdens een conferentie van Katholieke Zie- ;enhuisverplegingsfondsen te Haarlem, dezer dagen op initiatief van het fonds .,St Joannes de Deo" te Den Haag gehouden heeft men overwegende, dat onde.linge samenwerking noodzakelijk is. besloten tot stichting van een R.K. Centrale Commissie van Verzekeringsin stellingen voor Ziekenhuisverpleging in het Bisdom Haarlem Deze Commissie is inmiddels gevormd en stelt zich o.m. ten doel: het bevorderen van een zoo groot mogelijke eenheid van optreden der samenwerkende instellingen, het verstrekken van voorlichting aan de aangesloten vereenigin- gen. samenwerking met andere organisaties, die de bevordering der volksgezondheid beoogen en het bevorderen van uniformiteit in de bepaling, welke diensten en verstrekkingen bij de diverse ziekenhuizen in den verpleegprijs zijn inbe grepen. De Commissie is haar werkzaamheden reeds begonnen met het verzamelen der verschillende noodzakelijke gegevens, die de onderscheiden fondsen haar verstrekken. Van belang voor de leden der Fondsen is ongetwijfeld de bepaling, die reeds is vastgelegd, dat de samenwerkende instellingen verplicht zijn, elkanders verzeker den bij verhuizen naar elders, zonder betaling van entréegelden of toepassing van wachtgeld regelingen. over te nemen. De Centrale Commissie is gevestigd te Den Haag Varkensmaikt 19. Zij bestaat uit de heere'n Coelemy (voorzitter) Lefeber (sccreta- tg) en Havermans (penningmeester), allen te Den Haag en de commissarissen Mannes. Alk maar; Veerkamp, Poeldijk; Krom Sassenheim en van der Meer. Bovenkerk. Katholieke Ziekenhuisverplegingsfondse,n. die zich wensche aaa te sluiten, kuanen dit alsnog doen. Een beduidend aantal heeft zich reeds aangesloten. Zaterdag heeft De Nederlandschc Unie te Vught een kadercentrum geopend. Een groot, buiten „Wargashuyse". is daartoe welwillend ter beschikking gesteld en fn korten tijd In ge reedheid gebracht. Van het Driemanschap waren aanwezig mr j Linthorst Homan en prof. dr. J. E. de Quay. Mr. J. Linthorst Homan sprak een kort openingswoord, waarop door dr. H G. W. van der wielen een der leiders van het Centrum, werd geantwoord. Dienzelfden middag nog werd met de kaderwerkzaamheden reeds een begin gemaakt. Er zullen regelmatig cursussen worden gege ven en de vorming van de Unie-kringen zal ook uit dit centrum geschieden. In overleg mei het hoofdbestuur van den Bond voor Hotel- en Restauratiegeëmployeerden beeft de directie van het St. Petrus Canislus Retraitehuis te Bergen besloten, voor obers en kellners vooral in Noord-Holland eendaag sche geestelijke oefeningen te houden. Deze zijn vastgesteld op Maandag 21 April. Deelnemerskaarten zijn verkrijgbaar bij: den heer Grootaers, penningmeester, Chassé- straat 113 II, Amsterdam; den heer Slüter, voorzitter restaurant Brinkman, Plein, Haarlem en bij directie Retraitehuis, Bergen (N.-H.). Zondag is te Amsterdam de agenda vastgesteld van het hondententoonstellingsseizoen voor dit jaar Het seizoen wordt geopend door de kynologenclub Delft op 18 Mei te Delft, gevolgd door de kynologenclub Apeldoorn op 15 Juni, de Noorder kynologenclub te Groningen op 6 Juli, de kynologenclub Noviomagum te Nijmegen op 10 Augustus, waarna de Nederlandsche Kennel club Cynophilia te Amsterdam het seizoen zal sluiten op 6 en 7 September. Op alle tentoon stellingen kan 't Nederlandschc kampioenschap gewonnen worden; op beide laatste ook het internationale schoonheidskampioenschap van de internationale federatie. Jeugdige onbezonnenheid heeft Maandag te Rotterdam weer een slachtoffer geëischt. Omstreeks half achj wilde de 6-jarige P. Lui ten, wonende in de Moekerkenstraat, op de Putschelaan op een langzaam rijdenden goe derentrein klimmen. Het gelukte hem niet, de jongen viel en geraakte onder de wielen. Hij kreeg daarbij de wielen van vijf wagons ever den hals. De knaap was op slag dood. Het lijk is naar het Zuiderziekenhuis over gebracht. Zondag zijn op den Meerdijk tusschen Lemmer en Urk 25 schapen, waaronder eeni ge lammeren, door honden doodgebeten en verscheurd. De politie van Lemmer heeft ae zaak in onderzoek. De schapen, die geregeld loopen te grazen op dezen dijk. oehooren in eigendom toe aan den neer R. Haaksman te Echten bij Lemmer. Te Kampen is hedenmorgen omstreeks zes uur brand uitgebroken in de sigarenfabriek van Neervoort aan de Korenmarkt. De fabriek is geheel uitgebrand. Een groote hoeveelheid sigaren ging verloren, terwijl de voorraad tabak in veiligheid kon worden gebracht. De belen dende perceelen kregen waterschade. De geleden schade wordt door verzekering gedekt. Ongeveer 25 sigarenmakers zijn thans werkloos geworden. Zondag werden wederom eenige partijen ge speeld in het tornooi om het kampioenschap van Rusland. De in de eerste ronde niet gespeelde party tusschen de schaakmeesters Botwinnik en Boieslawski werd nu gespeeld en eindigde remise. Keres gaf zyn afgebroken .partij tegen Lilienthal gewonnen, zoodat deze partij niet werd hervat De party BondarewskiLilienthal werd door den laatsten speler gewonnen. HILVERSUM L 415-5 M. Nederlandsch programma 6.45 Gramofoonmuziek, 6.50 Ochtend gymnastiek, 7.00 Gramofoonmuziek, 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 Gramofoonmu ziek. 8.10 Gewyde muziek (gr.pl 8.30 Nieuwsberichten ANP. 8.45 Gramofoonmu ziek, 10.00 Amsterdamsch Saloncrkest 10.2010.40 Voordracht, 11.15 Zang en planovoordrachv, 12.00 Gramofoonmuziek. 12.25 Eerst raet dan baet, 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Musl- quette en soliste, 1.50 Orgelspel. 2.15 Voor dracht, 2.30 Esmeralda en solisten, 3.00 Gramofoonmuziek, 5.00 Gramofoonmuziek, 5.15 Nieuws-, economische en beursberich ten ANP, 5.30 Luchtvaartkundig praatje. 5.45 Rococo-octet, 6.15 Voor dë binnen schippers. 6.30 De Ramblers. 7.00 Econo mische vragen van den dag ANP. 7.15 Schrammelkwartet en 60liste. 7.30 Gramo foonmuziek. 7.45 Schrammelkwartet en soliste, 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Spiegel van den dag, 8.45 Residentie orkest en soliste (opn.), lO.Oo Nieuwsbe richten ANP, slultlne HILVERSUM II, 301.5 M.« Nederlandsch programma 6.45 Gramofoonmuziek, 6.50 Ochtend gymnastiek, 7.00 Gramofoonmuziek, 7 45 Ochtendgymnastiek, 8.00 Gramofoonmu ziek, 8.30 Nieuwsberichten ANP, 8.45 Ge wijde muziek (gr.pl.), 9.15 Gramofoonmu ziek, 10.20 Gramofoonmuziek, 11.00 Voor dracht. 11.20 Omroeporkest. 12.15 De Me- lodisten, 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Ensemble Frans Wou ters en gramofoonmuziek. 2.00 Ciavecim- bel, piano en zang, 2.45 Gramofoonmuziek, 3.45 Eugen Wolff en zijn ensemble en so liste (opn.), 4.15 Amusement in Amster dam, 5.15 Nieuws-, economische en beurs berichten ANP. 5.3o Omroeporkest, 6.00 Gramofoonmuziek. 6.15 Omroeporkest. 6.45 Reportage. 7.00 Brabantech praatje ANP 7.15 Residentie-orkest (opn). 8.30 Om roeporkest en soliste, 9.30 Filmbespreking, 9.45 Gramofoonmuziek, 10.00 Nieuwsbe richten ANP, sluiting. wyi door omstandigheden velen dit jaar niet aan den Stillen Omgang te Amsterdam konden deelnemen, heeft het comité voor Zuid-Limburg, onder leiding van Pastoor M. Leessens, te Meers Elslo, er naar gestreefd, die devotie toch op de een of andere manier te kunnen voldoen. Het comité heeft zich belast met de werk zaamheden om te komen tot een Stillen Om gang te Meerssen. Zondag werd Meerssens Mirakelstede door ruim 2000 pelgrims bezocht. Om 7 uur werd de eerste plechtige Hoogmis met pontificale assistentie van Z. H. Exc. Mgr. dr. Bukx voor de pelgrims opgedragen. De schitterend versierde basiliek was tot in alle hoeken gevuld. De H. Mis werd opgedragen door den Hoogeerw. Heer Deken van Mierlo. Pater Van Mierlo, van het Missiehuis te Stein, hield in deze en de volgende H.H. Missen een predi cate Na de H. Mis begon de aloude omgang. De tweede plechtige H. Mis werd opgedragen door Pastoor Leesens, geestelijk leider van den Stillen Omgang, met pontificale assistentie van M-rr. Bukx. De dag werd besloten met een pontificaal lof. opgedragen door Mgr. Bukx. Mgr. sprak onder dit Lof de geloovigen toe. en sprak o.m. zijn waardeering uit voor de goede devotie, welke er onder de bedevaartgangers heerschte. DELFT.Geslaagd voor het ingenieursexamen voor bouwltundig ingenieur: J. B. baron van Asbeck, 's-Gravenhage; W. P. van Harreveld, Haarlem; J. Jonkman, Oegstgeest; F. H. Kloe ke, Nijmegen; mej. C. C. Koeleman, Karisbad; I. Moerman,, Amsterdam. WAGENINGEN Geslaagd voor het inge- nieursexamen Nederlandsche Landbouw de heer A. H. Nubé. 'S-GRAVENHAGE Geslaagd voor diploma B, eerste gedeelte, de heeren: J. de Wit, 's-Gra venhage, E. Velthuyzen, Leiden, D. Chr. J. de Vries, 's-Gravenhage, C. Delno, Rotterdam, J. M. Hulstyn, 's-Gravenhage en J. Matthijsse, 's-Gravenhage. 9 Wenhout, 27 Maart 1941. Amico, Stillekes was 't i verstaat. Den 5? den huls de leste dagen. Ge vemuiao. uen --e-— „woonwageltje", stil ker Iag daarboven' in z'n loos bekanst, naar en bIc€k te staren, roer dat er blinkt deur stukske voorjaarshemel, van 't kamerke 't >de vier glazen dakpannen niks, vroeg naar nip anneke at 01 dronk haast loos. Mee twee bra2' lag daar Z°° maar' Roer" ln 't matte sproete^ende °°gen' fel lichtend in 'nen krans van i;opke> dat tlkske schuin5' sel rustte. 'hge, rosse haren op 't kus- Hy lag daar vee» gin omkükens naarM000' We ha4den elgenlbk te niks; t liefst w}>" H« vroeg dlks; ^ensch- kost ge zien aan J?d ie ™5tu gelaten' dat opzocht. moeie lachske, als ge m ,Jiy tobt, dokter"^ 1feg' ,v ineens piekten ^^twoordde ik Betrriinend en toch h °°gen fel n de mijne' f™1**, ,t .Sok vragend. Den mond 'n terhoek. van de 10118 den rech" °ver datdat kloosterschap, I/re Ik knikte. „Hij dat ic z-n roeping kwijt isenne Den dokter kwam >nen pas naar me toe. Trok aan den punt van ta,n vest. )>Dré dan.... dan staai ik weer op 't dooie punt. Dan kan ik niks beginnen, bereiken. Sprikt 'ns.... sprikt 'ns mee ons j^toorke." „Was ik van Plaft ja„ „Leg 'm de zaak ge wit, hij bezit veul menschenkennis..., >n wjjg ^oordeke van hem doet nou meer daq heei m-jien middelcUnen- winkel. Toen liet ie m'n vest weer los. D'n kearel befurgd'„Sigorke, dokter?" „"k Heb er niks a%n pré, je ben onderweuge." 1 «.Onderweuge." Dat wil zeggen dat ie z'n pa- tiënten aan *t afgaan is. Toen stak ie *n siga retje op. Van de week, teugen zonsondergank in den akker, kwam m'n baaske naar me toe. "t Was stil op deus uur in den buiten. "Nen koperen weerschün van de zinkende zon vloei de over de schepping. De Mark was van goud. 'Nen mearel zong den dag uit. Den zang echode deur den reinen avond luk 'n dubbele herders fluit M'n baaske was triest. Hu sprak zacht, alsof den Eeker, die daar ievers gunderwyd naar den koperen avond lag te staren, hem hier zou kunnen hooren. „Opa, ik begrijp 't nou wel, mee munen Eeker loopt 't mis," „Toe nou, Dréke, ge mot den zak nie zoo rap opgeven!" „Ge begrept me nie heelegaa/r, opa. ik bedoel, daar zijn nog maar twee meugeiykhedens. Of hij gaat verom naar den Ouwenbosch, öf hy hü gaatdood1" Ik zag m'n baaske zwygend aan. Znen brui nen kop lichtte rosblank in d'avondzon. 't Win- deke spuide in de plooien van z'n ruime over hemd, maar zoo, dat z'n prachtige, robuste lichaamsvormen efkes welfden deur 't dunne, wye hemd. Alleen aan de breeje schouwers, daar spanden de mouwen glad om de krachtige .rondings. „Maar ik ben m'nen Eeker.... kwijt!" 'hoorde-n-ik 'm zeggenu Nog zweeg ik. Stopte 'n pijp gaf hum m'n blikken doos over. „Jahzuchtte-n-ie onder 't stoppen: „ik snap 't nou wel." Dan de doos verom gevend; „kek 's, opa, daar mot iets gebeuren." „Ge bedoelt, Dré" ,,'k Mot 'nennuuwen knecht hebben." Vast zag ie me aan. Hy had z'n middelcün genomen! Seerjeus, diep-in content, zag lk m'n fiere baaske aan. „M'nen winkel gaat vaneigens, 't Zijn nog gekke tyen, maar de zaken marcheeren; loopen goed. 'kHad al eerder over 'nen tweeden winkel gedocht g'had, maar ik had ook dien weer zoo geren gesticht mee m'nen Eeker!" WabliefHad ie t daar over 'nen twéé den winkelIk. Als ge ouwer wordt, gaan oew gedachten wat trager. „Ge zegt, Dré?" „'k Heb den tweeden winkel nog alty uitgestclc^ mee 't oog op den Eeker maar.... maar nou 'k zekerheid hebz'n zwarte oogen knip perden efkes, z'nen mond trilde even. God, wat staat dat Eekerske 'm toch na! „Maar nou 'k zekerheid heb, nou.... ehVast zag ie me aan. Z'n stem wierd efkes harder. „Nou zet ik deur, opa!" Ik moest dat alles even verwerken. Zweeg nog. „Ik kan, per geluk, 'n verduveld geschikt win kelhuis huren, mooien stand, goeie buurt; ik eh'k heb 't huis in handen genomen, van- denmiddag!" ?iGege zit zonder benzine?! Twee van dié' zaken naryen?" 'k Neem 'nen gasgenerator." „'Nen....?" ,,'k Gaai op gas rijen." „OpgAs?" „Op gas." „Kan dat?" „Dat kan." We keken malkaar nog lank aan. Mn baaske wachtte op mijn toestemmend antwoord, wat ie alty toch geren heeft, al staan z'n besluiten lijk palen boven water. En lk ik peisde op Trui, op den dokter, op ons Eekerske, op meneer pastoor. Op, op de toekomst mee de veule on- zekerhedens' nog. Maar sodepin, ge kunt den boel nie stilzetten toch! Dat fiere jonk, daar veur me, hy moest veuruit. Hij Dré in, ga-doewen-gank, jonk!" „Bedankt, Dré I En hij sloeg me op m'nen schouwer. Eh waar komt dieën nuuwen winkel ïoen kreeg ie 'n kleur. Keek naar den grond, 'k Zag z'nen mond verlegen lachen. .Midden in de stad." .Da's...da's mijn.... mün wijk." '^Da's jouw wijk, opa," zee-t-ie toen mee "nen ^ërjeuzen lach in d'oogen. „Ga-d-er mij.... uitwerken, Dréke?" jopa, ge zult er ginnen eerpel te minder om verkoopen. Maarmaar als gü nie om oew eigen denkt, zal ik 't motten doen." „Maar jongen, da's allegaar toch nog tijd ge- nogt, als...." „Als gu nie meer voortkunt? Neeë, dan is T sjuust te laat. Dan mot ik jouw ouwe, 'trouwe klantjes opvangen!! Sjuust jouw klanten, opa, die zou 'k nooit geren laten schieten!" Toen kneep ie met in den schouwer, dat er 'nen „elec- trieken" stroom deur m'n bloed joeg. Weer keken we malkaar aan. Ik zag m'nen fleren compagnon staan in 'nen gouwen mist van d'avondzon. „Baaske, ge zyt me véur! Ge hebt ten volle gelijk!" „Wilde dan daiyk, als we thuis zyn, nog even 't huurcontract teekenen, asteblief?" „Ja, 't pampier heb 'k al ingevuld in m'nen jas zitten." Zwijgend zochten we de gereedschappen uit den èèrde. De zon was onder. 'Nen zachten vuurgloel hong boven den zwarten boschkam. 't Wierd koud. En zwygend gongen we den sche merenden akker uit, op huis aan. 't Kruiswagel- wiel piepte deur den stillen nvond Toen 'k aanoeiae, )ag üe pasioxie in den vol len luister van de middagzon, langs den stillen durpsweg. 'n Machtige schaduwveeg van den toren streepte schuins over den weg. Hier op de stoep was 't kil van schaduw, maar daar kwam Mie al, ik hoorde heuren slefpas deur den hoogen gang van tegels. Haast had ze nie, deus „stekelsverken", maar allee, ze wordt óok al wat ouwer. En., daar is inkwartiering op de pastorie I Misschient verstade, wat dat zeggen wil veur Mieë, die 'nen ingeboren afkeer heeft teugen 't mansvolk èn die bU den geringsten inbreuk teugen de huishouwing ziek wordt van woede. Ze draaide 't raam open van de deur, zóó da 'k 'r gezicht maar half te zien kreeg, maar dat éene, doffe oog van Mieë was genogt om oe te doen begrijpen, dat zij 'n humeur had als 'nen uitgebloeiden cactus. „Oow, zijde gü 't," luidde haren „goeien dag". „Ga maar opzij lanks, hij is doende in den hof." Boets! 't Raamke klapte dicht. Ik opzy langs, over 't klinkerstoepke langs de coniferen. Goed en wel de pastorie veurbij, dan deur 'n hooge heg stond ik ineens in den vollen dag, in de witte middagzon, die hier glorieerde over den ruimen hof. Maar wat was ie toch aan 't uit voeren, mee zynen tuinDie lag veur 't grootste deel omgespaaid! Ennedat alle gaar zonder my daarin te kennen? Dat was ie nie gewoon! Tenende den hof was le doende. Maar hy was nie alleen. Daar stond er eenen te spaalen. Vrimd! Dat had ik toch alty veur 'm gedaan.. 'n Bietje onzeker gong lk den diepen bof deur. Kek 's, mest zat er ook al onder gewerkt. En vakkundig! k wierd nuuwsgierig als 'noudwiji. Toen zag ik 'm 't zweet afdrogen uit den band van z'n bonnètje, mee z'nen rooien zakdoek. De zon strooide "nen krans van gouwen tintel om z'n witte krullen. Dan zag ie me. Tuurde efkes mee de hand boven de oogen, herkende me, zwaaide mee z'n bonnètje. Als ik 'm genaderd was, stond ie, 'n tikske verlegen zou 'k haast zeggen, te lachen. „Con currentie?" wilde-n-ik eerst vragen, maar ik zocht "nen plazieriger aanloop en lachte: „doe- de aan den productie veldslag, meneer pastoor?" „Midden in de roos, Dré," zee-t-ie leutig:- „gerajen mani Van 't jaar gin blommekes, maar èèrpel, boonen en kool!" „Maar daar hedde veuls te veul aan, man!" „Welneeë! Wa'k over hou, deel ik uit; erme menschen, groote huishouwens zijn er alty. En zou 't gin zonde zyn, in zulke tijen zoo'nen lap besten grond nie te benutten?!" „Jawel, maar op jouwen ouwer....?" ,,'Nen mensch is toch nooit te oud om 't goeie te doen, Dré? Nro* "»n. dat meende nie!" lachte-n-ie „Ennewie u> u„.. „Oh, da 's Heinz, een van m'n kostgangers, 'nen boerenzeun uit Beieren. Goelcn kearel. Hij is content de spaai weer 'ns te hanteeren." Heinz verstond wel 't een en ander. Want hy keek 'ns op, lachte, knipte 'n oogske naar me. „Ge moest me gesproken hebben g'had, Dré?" „Als 't efkes kan geren, meneer pastoor." „Dat kan toch aity, man!" We gongen in 't tuinhuis, vry van den wind, lekker in de zon. Mie brocht twee kommen thee, sigaren en 'n fleschke bier. Als ze t blad had neergezet, nam ze 'nen wollen das onder den arm uit, gaf dien aan pastoor en snibde: „doe die om, veur ge 'n kou pakt." „Bedankt Mieke. Hier, neem ook veur den Heinz 'n sigaar mee." „HU kan er een krUgen," zee Mie: „as le dan van den avond maar weer nie gaat donderjagen op dieën trekzak." „Lot 'm toch, Mie, hy spuit zoo schoon!" Mie af. Brommend. „Das nou de beste ziel van Ulvenhout, Dré, bezurgd as 'n moeder, maar ln den zwaarsten concours veur snaauwen, haalt ze mee glans den eersten prUs!" Ik vertelde 'm alles over den Eeker. 't Man neke z'nen twyfel; z'nen stryd, waaraan ie zoo ten onder moest gaan; den raad van ons dok- terke, alles! Zwaar peinzend, den mond fel dicht, zat le te turen naar "n paar musschen in den hof. 'k Liet 'm betijen. Zweeg ten leste, dronk m'n thee uit. Twee diepe denkstreepen groefden verticaal in z'n veurhoofd. Dan zee-t-le, starend in den hof; „Dré, dieën twyfel is nie iets nuuws. "k Zou zeggen, de besten worden zoo beproefd. Maar... deus manneke gaat er dood aan!" Ik schrok toch. Hoewel. Ik wist al....! „Witte wat de moeilijkheid is, Dré?" Toen keek ie me aan, de oogen dof van ernst. „Om zoo'nen jongen bij te brengen t gedacht, dat ie in de weareld zéker zoo nuttig kan zijn veur O. L. H. ais in 't klooster. Als ik m dat zeg, witte wat ie dan denkt?" Ik zweeg. „Gij hebt makkeluk praten! GU hebt oew roeping kunnen volgen." Ik moest even lachen, om deuzen scherpen zet. Maar dan zee ik; „en tochonzen Eeker is nie zoo." „Motte nie zeggen, op deuzen moment. En van den anderen kant: sjuust dieën grooten verterenden twufel zegt mij, dat ie vist geroe pen is....! Dré, 't is moeilijk. Maar ik kom. Nog vèur den avond. Hij is gewist. Anderhalf uur heeft ie gezeten in t „woonwageltje", bU den Eeker. En dit kan 'k oe nou zeggen, amico, 't man neke is veul rustiger geworden. Z'n oogen bran den nie zoo onnatuurlijk fel meer in 't klamme kopke. Wü zyn 'm nie meer te veul. Hij zoekt weer ons gezelschap, want als een van ons bo ven komt, is ie blij te kunnen praten. Dré III heeft 'm verteld van den nuuwen winkelI En den Eeker komt nie uitgevraagd over alle bijzonderhedens. Zoo zelfs, dat den Dré me al zee: „mee 'nen nuuwen knecht wacht ik toch nog efkes." Amico, wat heeft ons pastoorke, dat brave keareltje, die op zynen ouwen dag nog heel zij nen blommenhof omgooide om bij te dragen tot de goeie zaak van Nederland; die "n bezwaar lijke inkwartiering draagt mee den biyen moed van de naastenliefde: „wy zyn allegaar men schen, Dré"; die telkens veur oe klaar staat, al is 't karwei nog zoo moeiiyk, wat heeft dat ouwe, brave keareltje mee onzen Eeker veur "n wonderke gewrochtDen dokter zee: „t is mU te geleerd!" „Kan wel zijn, dokterke, maar gü had t idee!" „Ja," lachte-n-ie: „Tc heb zelden zoo'n geluk kig „recept" veurgeschreven, dés waar!" Ah, zoo'n goei pastoorkelederen mensch moest zoo'nen steun kunnen vinden in moeliyke oogenblikken. En hy boert maar. Geloof, t zal groeien op dieën.... „gewüden' hof van zoo'n eerwaar dig landmanneke! Maar nou schei Tc er af, horre. Veul groeten van Trui, Dré III, den Eeker en als alty gin horke minder van oewen t. A v. DR£

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 5