Organisatie der voedselvoorziening
Dr. Goedewaagen spreekt over ordening
van den dans
OORLOGSSCHADE AAN HUISRAAD
Vleesch voor Paschen
E.NAvan MEVERDE N
Brochure ten gunste van
de Joden verspreid
Beschouwingen omtrent
de bedoeling
Bijeenkomst van
dansleeraren
Uiteenzetting omtrent de uit-
keering der bijdragen
Besparing van ijzer en staal
De gewestelijke arbeidsbureaux
DONDERDAG 3 APRIL 1941
Veehouderijcentrale
doet wat zij kan
CH. SANDERS
50 jaar directeur der N.V. Ver.
Papierfabrieken te Eerbeek
ACCOUNTANT, ud neo.uniev.acc
AMSTERDAM - TEL.90361
JAN LUYKENSTR.8 NA buua 2 3 723
Vezelcementplaten als
vervangingsmiddel
Promotie pater J. Piecke
Apothekers-assistent
Verdachten voor het Duitsche
Landgerecht veroordeeld
Gebruik van waardebonnen
De tuinbouwexport naar
Duitschland
Verordening gepubliceerd
TAPTEMELK EN KARNE-
MELK
Haar voedingsbestanddeelen
Brandstoffendistributie
Voorloopig geen nieuw bonnen
UIT DE STAATSCOURANT
Belastingen
V
Woensdagmorgen heeft te 's-Gravenhage
de heer ir. 8. l. Louwes, directeur-generaal
v°or de voedselvoorziening, een uiteenzet
ting gegeven omtrent de organisatie der
voedselvoorziening, zooals deze in het Ver
ordeningenblad is verschenen.
Tot dusverre was de voedselvoorziening in
Nederland gebaseerd op de Landbouw-crisis
wet. Deze functionneerde tot dusverre niet
slecht. Echter ontbrak hierbü een doeltref
fende basis van een organisatie voor de
voedselvoorziening. Tot dusverre had de
Landbouw-crisiswet als taak steun aan den
landbouw. Met de vorming van een organi
satie der voedselvoorziening wordt nu de
mogelijkheid gegeven, een organisatie te
scheppen niet alleen in oorlogstijd, maar
ook in normale tijden.
De opzet van de Landbouw-crisiswet heeft
Altijd bezwaren gehad; het ambtelijk karakter
van overheidszorg en overheiasdoel kwam al te
veel naar voren.
Doel van de nieuwe organisatie is. dit be
zwaar te overwinnen. Er zal met zorg naar
worden gestreefd, de belangen der producenten
e behartigen en tot een juiste waardeering van
hun arbeid te komen Daarnaast is het nood
zakelijk, dat de consument niet al de lasten
en de kosten moet dragen, zooals voorheen het
geval was. Men moet een zoo rationeel moge
lijke voedselvoorziening krijgen. Iedere groep.
daarmede verband houdt, zal medewerking
moeten verleenen om te komen tot een feilloos
lunctionneeren van de voedselvoorziening.
Het economische leven in ons land bewoog
zich tot dusverre binnen vrijwel onbeperkte
grenzen Lanzamerhand zijn evenwel misstan-
zacht0^5^1' Hierin komt thans in menig op-
Ukkln terÜlg: ordening in tal van bedrijf s-
KKen is gedurende den laatsten tijd veelal
reeds verkregen.
vnïlet omvangrijke werk. dat de organisatie
itiani-i h iVoecise^voorzienmg moet verzetten,
^^«^zakelijk, dat iedere belangheb-
nae .bij het werk zal worden betrokken; het
zal dan ook van de mensclien zelf afhangen,
hoe alles functionneert.
Het bedrijfsleven moet dan ook tot over
eenstemming komen, waarbij de royaal uit
gestoken hand dient te worden aanvaard.
Wel brengt deze organisatie een offer mede
voor allen, die er bij zijn betrokken, maar
het geldt hier een taak ten uitvoer te bren
gen, die voor ons land van de grootste be-
teekenis is.
Een meest innige samenwerking tussehen
overheid en bedrijfsleven zal moeten blijven be
staan, want de belangen, die op het spel staan
zün te groot, zoodat niet lichtzinnig mag wor
den gespeeld met de voedselvoorziening.
Opdat de nieuwe organisatie doeltreffend kan
functionneeren, is het gewenscht, dat een nauw
contact met de commissie-Wolterson, die den
handel en industrie organiseert, zal worden
verkregen. Verschillende vakgroepen zijn daar
hu al aan bezig. De werkzaamheden van de
commissie-Wolterson zuuen als basis dienen
voor de werking van de nieuwe organisatie.
Hoe staat nu de landbouw tegenover deze
hieuwe organisatie?
De vroeger genomen maatregelen dienden in
de eerste plaats om de voortbrengselen van den
Nederlandschen landbouw tegen een loonende
basis te kunnen afzetten. s
De nieuwe regeling gaat jn principe uit
van het waarborgen van redelijke prijzen
voor onze nationale landbouwproducten. Dit
ee "ent dc Srondslag Van jje verorde-
vanS. ^CLbe°°Et barbij geen organisatie
tie is i,-f UWgr0epen: de nieuwe organisa-
ie is uitsluitend ten opzichte van de voed
selvoorziening in het leven geroepen De
commissie liiervan zal in principe hetzelfde
oen, als de commissie-Wolterson, nJ.: het
nauwe aaneensluiten van de betrokken be-
langen.
Dc landbouw gaat er dus niet op ach-
tenait.
Vo^hJa™*1 Zijn 111 de Practijk de be
geven 7™i aan de organisatie worden ge-
missaris kan onder toezicht van den com-
de saneertïJ van Landbouw en Visscherij
eenomen bedrijven ter hand worden
het^gJwen^h^11® 231 slechts dan in de practijk
betroktenp SUCCes °Pleveren, wanneer alle
Het in hPt T mCtlewerk!"s verleenen.
tier voerise :,L n roePen van een organisatie
z0° besloot dc heer
doriogsomsSnrt l0nfettingl 13 ^hswaar onder
hl nortrJau i 1 Seboren' maar kan ook
Ten sloltc niet worden gemest,
toelichting gegeven ?Uitsche z«de e6°
Schoenberk rif n door Lahdwirtschaftsrat
thoeilijkhcden rit, Wees allereerst op de groote
aanwezig warén VOor de Duitsche instanties
kening houdt Ae°tY€n V<f" te Vinden' die re"
derland voldaan e elschen, Waaraan in Ne-
In de eerste wordem
lelijkheid van te moest men de noodza-
de oorlogseconom tactische eischen, die aan
houden. Men is Worden gesteld, jn het oog
heer Schoenbeck^^61 in Nederland, aldus de
tionneerlng van 'n ohts langzaam tot een ra-
Het in het leve levensbehoeften overgegaan,
hisatie was vaïl 6611 nieuwe orga-
ïnstellingen als aangezien de bestaande
hadden. Een or»aer°n<5slag andere doeleinden
voorziening me? Platte voor de binnenlandsche
Wezig; het tot ievensmiddelen was niet aan
was niet elastisch118761^ ^staande apparaat
In plaats van een
een nieuwe organ' ccntraal staatsapparaat zal
roepen met zelfb^u^ ta het leV<m worden ge*
Van groot belait,UUr'
schakeling van besta in dit VCrband d® ta"
groote practische orgalllsaties> die over
ordening gaat dan beschikken. De ver-
Van de belanghei,^0 Ult Va" dG inschakeIinF
evenwel mogen al nden- 0626 organisaties
woordiging van de k SlechtS 06 vertcgen"
den als doel voov langen der belanghebben-
°°gen houden.
De toepassing in
Verordening zal sWiff Practijk van de nieuwe
den; de beteekenis Zeer langaaam geschie-
in verregaand onzi hlag men 11161 Verschatten;
dubbele organisatieT er naar gestreefd, een
van het geheele h vermUden, in het belang
Wat nu de bedriif'"Jfsleven-
klaarde de heer s; grocpen aangaat, zoo ver
hauw aaneen worde^nbeck' alle kringen zullen
het geheele land' gesloten. De regeling voor
geschiedt ten gevolge van de
richtlijnen, die van bovenaf worden gegeven. Ir
menig opzicht is een band aanwezig met de in
het Duitsche Rijk bestaande instellingen.
Het zou evenwel een fout zijn, de nieuwe or
ganisatie der voedselvoorziening in Nederland te
vergelijken met den Duitschen Reichsnahrstanü.
aldus verklaarde spr. Wij zijn uitsluitend uit
gegaan van de specifieke Nederlandsche belan
gen, zoo zette de heer Schoenbeck uiteen.
Hij eindigde zijn toelichting met den weusch
dat een sterkere actieve medewerking dan tot
dusver het geval was aanwezig zal zijn. Het is
meer dan ooit te voren noodzakelijk, de hoogst
mogelijke productie in het land te bereiken,
opdat de voedselvoorziening gewaarborgd en
verzekerd is.
Naar het „Vaderland" van de zijde van het
Slagerij bedrijf verneemt, streeft de Nederland
sche Veehouderijcentrale er naar dat in de
Paaschweek zooveel vleesch voorradig is, dat alle
bonnen kunnen worden ingeruild.
Behalve de gewone aanvoeren voor de slacht
zal zij ook bevroren rundvleesch beschikbaar
stellen. Ook zal versch en bevroren schapen-
vleesch ter beschikking van de slagers worden
gesteld in de vier groote steden van ons land
(Amsterdam, Rotterdam, den Haag en Utrecht).
In een zeer druk bezochte bijeenkomst
van Nederlandsche dansleeraren in „Kras-
napolsky" te Amsterdam heeft Woensdag
middag de secretaris-generaal van het de
partement van Volksvoorlichting en Kun
sten dr. T. Goedewaagen, een uitvoerige
uiteenzetting gegeven van hetgeen de over
heid zich in de toekomst voorstelt te doen
om te komen tot een ordening op het gebied
van den dans in het algemeen en van den
gezelschapsdans in het bijzonder.
Hoe luchtig de dans ook is, aldus spr., in
oorsprong en beteekenis heeft hij een diepen
achtergrond. De dans is in wezen religieus. De
dionysische dans der oudheid, die aanzien aan
het drama gaf, de liturgische dans der middel
eeuwen, de Germaansche offerdans, die nog
heden onbewust in volksdansen is na te speu-
ren zij alle leggen onmiddellijk verband tus
sehen menschelijke mimische beweging en re
ligieus besef en zelfs bij de verbasterde vormen
van den huidigen dans laat zich die achter
grond nog ontdekken.
De dans raakte intusschen steeds verder van
zijn oorsprong verwijderd. Hij nam maatschap
pelijke vormen aan en splitste zich naar beroe
pen, ambachtskringen en standen. Er ontstond
de boerendans, de soldatendans, de dans der
handwerkers en vooral bij de in steden ge
concentreerde burgerlijke maatschappij de
z.g. gezelschapsdans. Van een ernstige en meest
al gewijde handeling werd hij een vorm van
ontspanning en vertier. De dans werd een spel.
Maar zelfs in dien vorm bleef de dans met de
Muzen verwant. Daarom was hij ook en bleef
hij ook in al zijn lotgevallen met de kunsten,
in het bijzonder met muziek en tooncel verbon
den. Uit de muziek ontsprong in oude tijden de
dans en uit het dansend koor in Griekenland
ontsproot het zinvol gebaar op de scène, het
tooneel.
Dat dans, muziek en tooneel samenhooren,
bewijst ook het feit, dat tijden en groepen, die
den dans verketteren, ook de vreugde van mu
ziek en tooneel uitbannen, aldus spr.
Elke cultuur heeft haar eigen stijl van dans,
van gezelschapsdans. Het strakke maar arme
lijk rhythme der na-oorlogsche jaren openbaart
een tijdgeest, die ook in andere vormen van
kunst en samenleving tot uiting komt.
De gezelschapsdans, opgekomen in de ste-
dencultuur, grootendeels buiten verband met
die gezonde krachten, die buiten leven, heeft
het contact met de levende waarden van het
volksch bestaan verloren en is daardoor ver
armd, aldus spr. De gezelschapsdans putte zijn
mogelijkheden liever uit dc negercultuur en uit
een brutaal, verhit en zielloos sexualismc, dan
uit de edele traditie van eigen land en volk en
stam. Zoo werd de dans een caricatuur van wat
hij moest zijn, een pendant van de stijlloosheid,
die men ook in andere vormen onzer cultuur
kan waarnemen. De dansleeraren zijn voor de
zen wantoestand eensdeels verantwoordelijk,
andersdeels werden zij in de geestelijke afmat
ting en cultureele onttakeling der na-oorlog
sche jaren meegesleept. Hieraan moet een einde
komen. Het nationaal-socialisme kan niet dul
den, aldus spr., dat een volksvreemd internatio
nalisme onze jeugd vergiftigt.
Het nationaal-socialisme is van meening, dat
inniger aanraking van den gezelschapsdans met
de motieven van den volksdans noodzakelijk is.
De dans, pok de gezelschapsdans, kan slechts
bloeien, wanneer hij aan volksche en rassische
waarden gebonden blijft. Het kan spr. daarom
niet onverschillig zijn, welke vormen de dans
aanneemt. Spr. ziet in dit spel een ding van
zeer belangrijke waarde.
Er is ten aanzien van den gezelschapsdans
een taak voor de overheid te vervullen. Het ls
niet onbelangrijk, hoe het jeugdig geslacht zich
weet te gedragen en hoe de leeraren op dit ter
rein het weten te vormen. Lichamelijke opvoe
ding is een eisch des tijds, maar stijlvolle hou
ding bij den dans is het niet minder.
De overheid kan haar vormende en controlee-
rende taak evenwel niet tot een goed einde
brengen, indien haar de instrumenten ontbre
ken. In de eerste plaats wil zij een overzicht
hebben van allen, die als dansleeraar optreden.
Zij wil den waarborg hebben van vakkundig
heid eenerzijds en moreele waarborgen ander
zijds. Zij wil de ontwikkeling van den dans in-
specteeren. Zij wil, aldus spr., ook op dit ter
rein de opleiding der jeugd slechts opgedragen
weten aan hen, die geheel van Nederlandschen
en Germaanschen bloede zijn.
De overheid wil concentratie van alle
dansleeraren in één organisatie en wel zoo,
dat niemand daarbuiten bevoegdheid heeft,
dit terrein te betreden. Ook hier worde zoo
spoedig mogelijk de gesloten organisatie op
gebouwd, niet alleen in het belang der
jeugd, doch ook ten bate der dansleeraren
zelf, die immers vroeger ver van de over
heid nooit 'een vertegenwoordiger voor
eigen belangen hadden, maar thans in de
geordende samenleving worden ingescha
keld.
geboden door uw opneming als lid van de Ne
derlandsche Cultuurkamer.
Het theatergilde zal het groote lichaam zijn.
waarin gij als vakgroep zult opgenomen worden
m een autonome groepecring van bonafide ge-
zelschapsdansleeraren, met uitsluiting van alle
amateurisme en beunhazerij. Uw vakgroep wordt
een beschermde associatie, met publiekrechte
lijke bevoegdheid, waarin alleen deskundigheid
en onderwerping aan moreele normen bij het
onderricht en het dansvermaak zullen gelden.
Ten aanzien van het beteugelen van uitwas
sen en ongerechtigheden in het onderricht en
op moreel gebied zal de oprienting van een lan
delijke en gewestelijke dansinspectie helpen en
de publiekrechtelijke bevoegdheid der associa
tie zal het mogelijk maken strafmaatregelen bij
overtreding door te voeren.
Wat de interne organisatie betreft: de vak
groep zal worden opgenomen in het theater-
gilde. De leider wordt benoemd door den voor
zitter van het gilde en deze leider zal het recht
verkrijgen zijn medewerkers te kiezen. De vak
groep zal onderverdeeld kunnen worden in zoo
veel gewestelijke groepen als noodzakelijk blijkt
en de voorzitters der gewestelijke groepen wor
den automatisch leden van den raad var. ad
vies rondom den leider van de vakgroep.
De directeur der N.V. Vereenigde Papierfa
brieken te Eerbeek, de heer M. Ch. Sanders,
heeft Dinsdag den dag herdacht, waarop hij 50
jaar geleden directeur der fabrieken werd. Het
geheele bedrijf was dien dag stil gelegd, om
dit feit te vieren. Tijdens de receptie heeft
prof. ir. E. L. Selleger, uit Nijmegen, commis
saris der N.V., een herdenkingsrede gehouden
en een staande klok aangeboden. Namens het
personeel sprak de procuratiehouder, ir. N. J.
Dekker, die een tegeltableau aanbood. Voorts
sprak ir. Boon uit Hengelo (O) namens het
hoofdbestuur der maatschappij voor Nijver
heid en-Handel. Hij overhandigde den jubilaris
de gouden medaille der Maatschappij. Nog voer
den o.m. het woord de burgemeester van de
gemeente Brummen, een vertegenwoordiger van
de Kamer van Koophandel voor Salland en de
directeur van het Rijksbureau voor papier, mr.
De Graaf.
Vervolgens heeft, de heer F. Primo, hoofd van
de afdeeling tooneel en dans van het departe
ment van Volksvoorlichting en Kunsten, het
woord gevoerd.
Uw taak, aldus spr., en hoe gij die te vervul
len zult hebben in de toekomst, ligt niet in
verdeeldheid onderling, maar in vakbroeder
schap en eendracht, in een gesloten eenheid met
daarboven de beschermende en ordenende be
voegdheid van een overheid, die uw taak en uw
rol in de cultuurgemeenschap begrijpt en daar
om juist ook zorgen zal, dat gij sociaal en cul
tureel met al die waarborgen wordt omringd,
waardoor gij u in de uitoefening van uw vak
veilig kunt voelen. Die veiligheid zal u worden
Op tal van plaatsen in ons land wordt thans
gewerkt aan nieuwe materialen, die, nu de in
voer van veel goederen belemmerd is, een be
hoorlijke en soms zeer goede vervanging bieden.
Nu het buitenland ons veel niet meer kan ver
schaffen, is ons land meer dan ooit aangewezen
op eigen krachten, waaronder behaive de bin
nenlandsche grondstoffen en de arbeidzaamheid
stellig ook het technische vernuft moet worden
gerekend, dat thans uitziet naar nieuwe com
binaties van nog aanwezige stoffen, wier eigen
schappen met de vroeger gebruikte producten
overeenkomen.
Moeilijkheden met de asbestvoorziening kun
nen worden overwonnen door het gebruik van
zoogenaamde vezelcementplaten. Daarbij worden
vezelstoffen gemengd met cement en bijproduc
ten en dit mengsel goed geroerd, waarna het
met behulp van geperforeerde roteerende pers
trommels tot platen wordt gevormd. De trom
mels zijn zoo gebouwd, dat zij een groot deel van
het water van de pap wegzuigen. Wanneer de
vereischte dikte is bereikt, worden de platen
afgesneden. Zij moeten dan harden, een proces
dat ongeveer vier weken in beslag neemt.
De vezelcementplaten worden gebruikt voor
muur bekleeding, voor lichte binnenwandcon
structies en ook wel voor tafelbladen
Aan de R. K. Universiteit te Nijmegen is ge
promoveerd tot doctor in de letteren en wijs
begeerte op proefschrift, getiteld ,,De werken
van Geert Groote" en tien stellingen de wel
eerwaarde pater J. G. J. Pieeke O. P., geboren
te Enschede.
AMSTERDAM. Geslaagd: Mej. A. van der
Wal, Enschede en de heer L. J. J. W. Assel-
bergs, Bergen op Zoom.
Het AJM.P. meldt:
Voor het Duitsche Landgerecht hebben dezer
dagen terecht gestaan een 57-jarige gepension-
neerde burgemeester uit Indië, M. van D., wo
nende te Deventer, en een 25-jarige chemiker,
L E. B„ destijds leerling aan de Middelbare
koloniale' school aldaar. Beiden bevinden zich
sinds 30 November in voorarrest.
Bij zijn verhoor zeide beklaagde Van D., dat
op een avond een pak met ongeveer 300 bro
chures bij hem werd thuisbezorgd. Door de
duisternis heeft hij niet kunnen zien, wie de
brenger daarvan was. De brochures richtten
zich "tegen de behandeling van de Joden in Ne
derland cn zij bevatten een aansporing aan de
ambtenaren, om, alvorens te voldoen aan het
verzoek om medewerking bij de vaststelling
van de identiteit der Joden, eerst hun geweten
te raadplegen.
Na lezing van de brochure heeft beklaagde
Van D zich met de algemeene strekking daar
van kunnen vereenigen, omdat zij geheel zijn
gedachten weergaf en, aangezien aan liet slot
een bercep °P de lezers werd gedaan, deze bro
chure verder te verspreiden, heeft beklaagde
gemeend dat hij als Nederlander en Christen
daaraan'gevolg moest geven. Na dit besluit te
hebben genomen, heeft hij beklaagde B. bij
zich laten komen en dezen verzocht, de brochure
onder de leerlingen van de Koloniale Land
bouwschool uit te deelen.
De rechter, de heer Joppich, wees naar aan
leiding van 'deze uitlatingen den beklaagde er
on dat in de brochure zeer hatelijke opmerkin
gen voorkomen over het Duitsche rijk, over den
Riikscommissaris en over de door dezen geno
men maatregelen. Nu beklaagde zegt, zich met
deze brochure te kunnen vereenigen, kan wor
den aangenomen, dat hij deze hatelijkheden on-
dérschriift en ze, door de verspreiding der bro
chure te bevorderen, voor zijn rekening heeft
^Beklaagde ontkende, dat de brochure be
schimpingen bevat. Wel staan er harde waar-
heden in welke, wanneer beklaagde de bro
chure zou hebben geschreven, wellicht iets
zachter omschreven zouden zijn, maar in het
constateeren van deze waarheden heeft beklaag
de geen optreden of ophitsing tegen het Duit
sche rijk of tegen den Rijkscommissaris gezien.
Beklaagde B. gaf eveneens toe het «net den
inhoud der brochure eens geweest te zijn en
daarom heeft hij de verspreiding er van op zich
genomen. Van deze verspreiding is echter niet
veel gekomen, want, nadat eenige collega's
hadden geweigerd daaraan mede te werken, is
het meerendeel der brochures vernietigd.
De Generalstaatsanwalt, dr. Koblitz, betitelde
in zijn requisitoir deze actie als zeer ernstig
In depe brochure wordt gezegd, dat het bijna
te laat is voor den tweeden slag, hetgeen betee-
kent, dat het Nederlandsche volk wordt aange
spoord om waakzaam te zijn, aangezien het
anders te laat zal zijn om nog tegenstand te
kunnen bieden. In dit geschrift wordt welis
waar niet aangespoord tot verzet met de wa
penen, maar wel tot politieken tegenstand en
tegenwerking bij de uitvoering van door de be
zettende macht noodig geoordeelde maatregelen
Een dergelijke propaganda, welke geheel ver
schilt met de tot dusver hier behandelde, noem
de dr. Koblitz zeer gevaarlijk voor het Neder
landsche volk, dat nuchter de in de brochure
vervatte beweringen aanneemt, te meer omdat
het geschrift den schijn heeft een zakelijken
inhoud te hebben. Maar de strekking van de
brochure is verderfelijk en in strijd met de wer
kelijkheid. Want daarin wordt het Jodenpro
bleem voorgesteld als een christelijke zaak. Dat
is niet juist; het Jodenvraagstuk is een wereld
probleem en een politiek probleem, dat door
Duitschland is opgelost en waarover thans niet
meer te discussieeren valt. En nog minder kan
de bezettende overheid kritiek toelaten op
maatregelen, welke zij in verband met het Jo
denvraagstuk ook hier noodzakelijk acht en het
is dan ook de plicht van het gerecht, diegenen,
die het Jodenvraagstuk gebruiken als middel
om op te wekken tot politieken tegenstand,
streng te straffen, waardoor hun verhinderd
wordt ook anderen in de gevangenis mede te
slcepen. Thans reeds heeft beklaagde Van D.
de schuld, dat ook zijn jongere kennis B. in
de gevangenis terecht komt.
Opdat het gebeurde voor ieder een goede les
en een ernstige waarschuwing moge zijn, vor
derde dr. Koblitz tegen beide beklaagden een
gevangenisstraf van twee jaren en zes maan
den.
De raadsman der beklaagden, mr. Wijcker-
held Bisdom, merkte in zijn pleidooi op, dat
de christelijke naastenliefde in Nederland steeds
zeer groot is geweest en altijd hoog is gehou
den. Daarom noemde pleiter het ook verklaar
baar, dat de maatregelen tegen de Joden In
het vrijheidlievende Nederland pijnlijk zijn ont
vangen. Want het betreft hier, aldus pleiter,
geen ophitsing tegen Duitschland, doch zuiver
een geestelijk vraagstuk en daarom hebben be
klaagden gemeend aan de verspreiding van de
brochure te moeten medewerken. Volgens plei
ter heeft beklaagde Van D. geenszins aange
spoord tot tegenstand.
In dit licht bezien noemde pleiter de ge
vraagde straf ongehoord zwaar en hij vroeg
daarom clementie.
Nadat beklaagde Van D. nog uitvoerig zijn
zienswijze als Christen had uiteengezet, heeft
rechter Joppich vonnis gewezen en daarbij Var
D. veroordeeld tot een gevangenisstraf van een
jaar en zes maanden en beklaagde B. tot een
jaar, voor beiden met aftrek van het voor
arrest.
In zijn motiveering van dit vonnis wees de
rechter er op, dat geschriften als de onderhavige
zeer gevaarlijk zijn voor de orde en rust in
een bezet gebied. Het Jodenvraagstuk is in het
nationaal-socialistische Duitschland eens en
voorgoed opgelost en het is een groote fout in
het buitenland geweest, dat men nooit gepro
beerd heeft zich vertrouwd te maken met de
grondslagen van het nationaal-socialisme en
dat men zich nimmer heeft verdiept in de be
teekenis van het Jodenvraagstuk.
Dit probleem is geenszins een religieuze kwes
tie, zooals het helaas nog al te vaak en ook
thans nog weer wordt voorgesteld, maar het is
een rassenvraagstuk, dat dringend om oplossing
vroeg en door Duitschland tot oplossing is ge
bracht. Daarnaast heeft dit vraagstuk inter
nationale beteekenis en daarom is het vanzelf
sprekend, dat ook in de bezette gebieden de
verderfelijke invloed van het internationale Jo
dendom wordt tegengegaan. Daarvoor waren de
genomen maatregelen noodzakelijk en wie zich
daartegen verzet of tot tegenstand aanspoort
stelt zich aan ernstige straffen bloot. Beklaag
den hebben door de verspreiding der brochure
daaraan medegewerkt, waarbij nog komt, dat
het geschrift verschillende hatelijke opmerkin
gen over Duitschland en den Rijkscommissaris
bevat. De rechter noemde een dergelijke actie
betreurenswaardig, omdat zij slechts onrust
kweekt. Men bereikt met zulke propaganda
niets, doch draagt er slechts toe bij, dat daar
door de algemeene positie van het eigen volk
wordt verslechterd. Hooge straffen zijn hier dan
ook op haar plaats, doch bij de bepaling van de
strafmaat heeft de rechter ten aanzien van be
klaagde Van d! ditmaal nog in aanmerking
willen nemen, dat bü dezen een gewetenszaak
heeft voorgezeten, terwijl ten opzichte van be
klaagde B. met zijn jeugd rekening is gehou
den.
De rechter uitte ten slotte de hoop, dat deze
zaak voor anderen een ernstige waarschuwing
moge zijn, want in de toekomst zal geen cle
mentie meer mogelijk zijn en zullen hoogere
straffen moeten worden opgelegd.
Nu men te Rotterdam is begonnen met dc
uitkeering van de bijdragen in de door oor
logsgeweld geleden schade aan nuisraad, enz.
en ook in het rayon van andere schade-en
quête-commissies met de uitkeering een begin
is gemaakt of binnen enkele dagen zal worden
gemaakt, heeft mr. A. J. van Soest, hoofd der
afdeeling oorlogsschade aan het departement
van Financiën, hierover het volgende medege
deeld:
Men is met deze uitkeering begonnen niet
dan nadat men althans over het grootste ge
deelte van de verleende voorschotten admini
stratief de beschikking had.
Noodzakelijk ls, het er op te wijzen, dat
het feit, dat met de uitkeering is begonnen,
niet medebrengt, dat nu binnen een tijds
bestek van een of twee weken ook alle ge
troffenen hun uitkeering zullen hebben ont
vangen.
Naarmate de zaken voor afdoening vatbaar
zijn, zal ook de uitkeering slechts kunnen plaats
hebben. Aangenomen kan echter worden, dat
alle betrokken instanties van het groote belang
van een spoedige uitkeering overtuigd zijn en
dat dan ook de grootst mogelijke spoed wordt
betracht.
Zoodra een bijdrage is vastgesteld, ont
vangt de betrokkene van den inspecteur der
directe belastingen of der registratie en
domeinen, die ambtshalve lid is van de
schade-enquête-commissie, een mededee-
ling van het als bijdrage Vastgestelde be
drag, van het gedeelte, dat als eerste beta
ling hierop zal worden uitgekeerd en van
de voorschotten, welke daarop zullen wor
den ingehouden.
In verband met de voorgeschreven con-
tröle op de besteding der uitkeeringen is
n.l. bepaald, dat de bijdragen in twee ge
deelten elk ten beloope van de helft daar
van, zullen worden betaald. De genoten
voorschotten moeten in beginsel op de eer
ste helft in mindering worden gebracht.
Indien iemand uit Rotterdam, na de vernie
ling van zijn woning aldaar, woonplaats heeft
gekregen in Nijmegen, zal de uitkeering te Nij
megen geschieden. De getroffene zal zich in
zijn huidige woonplaats in persoon bij den ont
vanger dienen te vervoegen en zal daarbij die
nen over te leggen zijn distributiestamkaart
(o.a. ter controle van het feit, dat hij Neder
lander is), een legitimatiebewijs, indien de
distributiestamkaart niet als zoodanig dienst
doet en de door de schade-enquête-commissie
indertijd aan hem uitgereikte kaart of het for
mulier dat zijn registratienummer (het en
quêtenummer) vermeldt. Indien de getroffene
niet zelf kan verschijnen, kan hij een schrifte
lijk gemachtigde zenden, die behalve zijn vol
macht de genoemde bescheiden zal dienen over
te leggen.
De uitkeering geschiedt in contanten of ln
waardebonnen; bijdragen van f 100.— en min
der worden steeds in contanten voldaan.
In gevallen, waarin getroffenen, die bonnen
ontvangen, zich reeds van voldoenden huisraad
hebben voorzien, zoodat zij de bonnen niet meer
voor aanschaffing van huisraad kunnen gebrui
ken, kunnen zij zich wenden tot den inspecteur,
die de uitkeering verzorgde (vermeld op de
eerste bladzijde van het ontvangen waardebon-
nenboekje), met verzoek hun ln plaats van
bennen contanten te doen uitreiken; wordt dit
verzoek ingewilligd, dan ontvangen zij bericht
bij welken ontvanger der directe belastingen zij
de bonnen tegen contanten kunnen inwisselen.
Indien betrokkenen, die bonnen zullen ont
vangen, meenen dat zij in het juist hiervoor
omschreven geval verkeeren, kunnen zij zich
ook reeds te voren onder opgaaf van hun
enquête-nummer tot de schade-enquête-com-
misie wenden met verzoek om reeds terstond
bij het advies voor te stellen, de uitkeering in
contanten te doen plaats hebben.
De waardebonnen zfjn gedrukt aan rollen en
kunnen langs een perforatielijn van elkaar wor
den afgescheiden. Zij worden den rechthebben
de uitgekeerd, zig-zagswijze gevouwen, in een
waardebonnenboekje, waarbij uitsluitend de
het laatst uit te geven bon is vastgeplakt.
Dit waardebonen boekje heeft een tweeledige
functie.
In de eerste plaats dient het om den recht-
hebben de legitimeeren, losse waardebonnen
zijn n.l. niet geldig, de eerste bladzijde van
het boekje bevat een machtiging tot besteding
van de bonnen, ln welke machtiging de num
mers der aan den rechthebbende uitgereikte
bonnen zijn vermeld. Door vergelijking met de
distributiestamkaart moet de winkelier nagaan
of de aanbieder inderdaad gerechtigd is, deze
bonnen te besteden.
In de tweede plaats ls ln het desbetreffende
besluit van den secretaris-generaal van het
departement van Financiën een contröle op de
doelmatige besteding van de bijdrage voorge
schreven; in het waardebon-boekje nu zijn
eenige bladzijden, waarop de koopers door den
betrokken leverancier dienen te doen aantee-
kenen, welke leverancies hebben plaats gehad en
welke bonnen daarvoor in betaling zijn aange
nomen.
Het is niet noodzakelijk, dat steeds het
volle bedrag van den bon wordt besteed.
De leverancier kan een gedeelte van de
waarde ln contanten teruggeven. Indien
bijv. iemand goederen koopt voor een prijs
van 8.kan hij een bon van 10.in
betaling aanbieden en ƒ2.in contanten
terugontvangen.
Hiervoor geldt, dat de winkelier ten hoogste
in contanten mag teruggeven: op een bon van
25.een bedrag van 7.50, op een bon van
10.een bedrag van 3.en op een bon van
1.een bedrag van 0.30.
De bonnen kunnen gebruikt worden tot aan
koop van alle voorwerpen, waarvan het verlies
onder de zgn. huisraadschade wordt gerang
schikt.
Er wordt van de zijde van het departement
van Financiën op vertrouwd, dat de bonnen
door de winkeliers van de gerechtigden op ge
heel gelijke wijze als contanten zullen worden
geaccepteerd. Teneinde dit te bevorderen is de
verzilvering van de waardebonnen voor de
winkeliers zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt.
Indien zij bij den Postcnèque- en Girodienst
zijn aangesioten is de eenvoudigste methode,
dat zij het bedrag jrten up hun
eigen postrekening in de bonnen als betaal
middel voor deze storting bezigen. Hebben zij
een bankrekening dan kunnen zij het bedrag
van de bonnen ook storten op hun eigen bank
rekening ter crediteering. a»e provisie, welke
de banken hiervoor verlangen, brengen zij aan
het rijk in rekening. Tenslotte kunnen de win
keliers de bonnen ook inzenden aan het Cen
traal Verrekenkantoor van de afdeeling Oor
logsschade van het departement van Finan
ciën (Groenhovenstraat 1 te 's-Gravennage).
dat voor de overmaking der gelden zorg draagt.
Dc export van vroege voorjaarsgroenten uit
Nederland naar Duitschland heeft thans vastere
vormen aangenomen.
Regelmatig gaan nu belangrijke kwanta spi
nazie, sla en kaskomkommers naar Groot-
Duitschland, terwijl tevens een klein kwantum
rabarber reeds is uitgevoerd.
De export der winterproducten van den tuin
bouw. zooals spruiten, schorseneeren, selderij,
etc., is thans naar Duitschland practisch geëin
digd en heeft plaats moeten maken voor den
.uitvoer der voorjaarsgroenten.
In de Nederlandsche Staatscourant van
2 April is een verordening gepubliceerd,
welke een besparing van het ijzer- en staal-
verbruik beoogt. Daartoe wordt de ver
vaardiging van verschillende minder nood
zakelijke artikelen van ijzer en staal ver
boden of beperkt. Bovendien wordt het
gebruik van ijzer en staal voor een aantal
doeleinden, waarvoor ook andere mate
rialen kunnen worden gebruikt, verboden.
Deze verboden gelden niet slechts voor zoo
ver de vervaardiging geschiedt ten behoeve van
het verbruik in Nederland doch ook indien
de betrokken artikelen bestemd zijn voor ex
port naar Duitschland of naar een der door
Dtütschland bezette gebieden. Onder „ver
bruik in Nederland" wordt mede verstaan het
verbruik door zich in Nederland bevindende
buitenlandsche instanties, b.v. leden of orga
nen van de Duitsche weermacht.
De bepalingen hebben hoofdzakelijk betrek
king op artikelen van de kleinmetaal-, de
emaille- en soortgelijke industrieën, de fabrie
ken van huishoudelijke artikelen, tafel- en
keukengerei, meubelen en aanverwante arti
kelen, hang- en sluitwerk, radiatoren en ka
chels, rijwielonderdeelen enz.
Voorts worden de ijzergieterijen fn haar pro
ductie van bepaalde goederen beperkt (b.v. ten
aanzien van gietijzeren buizen, afvoerpijpen,
rioleeringsonderdeelen)
Van deze verboden en beperkingen kan de
directeur van het Rijksbureau voor IJzer en
Staal in bijzondere gevallen ontheffing ver
leenen.
De waarnemende directeur-generaal van het
Rijksarbeidsbureau heeft bepaald, dat de ge
westelijke arbeidsbureaux hun werkzaamheden
zullen beginnen 1 Mei 1941.
Het Voorlichtingsbureau van den Voedingsraad
deelt mede:
Van uit voedseloogpunt bezien zijn taptemelk
en karnemelk een uitstekend voedsel en behoo-
ren zij, vooral nu vleesch in beperkte mate ver
krijgbaar en voor velen te duur is, meer in den
maaltijd gebruikt te worden.
Men is steeds gewend de melk te beoordeelen
naar het vetgehalte en verliest daardoor de an
dere belangrijke voedingsbestanddeelen wel eens
uit het oog. Afgezien van het vet en de in vet
oplosbare vitamines bevatten taptemelk, tapte-
melkpoeder en karnemelk alle overige bestand-
deelen van de melk, zooals eiwitten, koolhydra
ten en mineralen, waarvan vooral de kalkzouten
van groot belang zijn en voor onze voeding
van groote waarde.
Taptemelk wordt om de kleur door het pu
bliek vaak beschouwd als melk, weike met wa
ter verdund is. Niets is minder waar. De ge
ringschatting voor dit product is geheel mis
plaatst. Men moet deze melk echter niet als het
uitsluitende voedsel voor zuigelingen gebruiken.
In alle andere gevallen is het vooroordeel on
gegrond en is taptemelk een waardevol product.
Taptemelk is te gebruiken in alle gevallen,
waarin men gewoonlijk melk gebruikt, zooals
voor pap, in pannekoek, soep, stamppotten e. d.
Bij het koken heeft taptemelk echter sneller de
neiging om aan te branden; daarom moet men
hiertegen maatregelen nemen. Heel geschikt is
het om het vette papier van boter of margarine
te bewaren en daarmede den panbodem even in
te wrijven. De hoeveelheid vet behoeft slechts
zeer gering te zjjn en hetzelfde papier kan drie
maal dienst doen. Zoo mogelijk gebruike men een
pan met dikken bodem. Ook hebben sommige
huisvrouwen een goede ervaring met het toe
voegen van twee theelepeltjes suiker per liter
taptemelk.
Karnemelk is, wat voedingswaarde betreft,
vrijwel gelijk te stellen met taptemelk, maar
door de wittere kleur, de grootere dikte en den
frisschen smaak geniet ze bij velen de voorkeur.
Karnemelk is te gebruiken als drank, als pap
of pudding, maar vooral niet te vergeten als
„hangop", in dezen geconcentreerden vorm is
deze als toespijs na een vleeschloozen maaltijd
te gebruiken en van groote waarde. Door toevoe
ging van verschillende versche vruchten, die
straks weer komen, of door wat jam, kan men
bij „hangop" verschillende smaakveranderingen
aanbrengen. Vermengd met wat citroensap en
diverse versche tuinkruiden geeft „hangop" een
smakelijke en tevens voedzame slasaus, waardoor
geen olie noodig is.
Naar het Vad. van officieele zijde verneemt,
zullen voorloopig geen nieuwe bonnen worden
aangewezen voor het verkrijgen van vaste brand
stoffen.
De inspecteur der registratie en domeinen M.
M. Schut is verplaatst van de directie van 's Rijks
belastingen te Zwolle naar de directie dier mid
delen te Arnhem.