HET VORIGE FRANKRIJK
ïfiet veb&aal den dag
Oorzaken van oorlog
en nederlaag
De trust van Havas
Amsterdam Rubber geeft
7 interim
Camera-mysterie
ZATERDAG 5 APRIL 1941
-
«SLTdfï Waarom hij
kreeg. flietS Zei
Opleiding van Turksche
onderofficieren bekort
De Engelsche scheepvaart
Onrust in Palestina
Father Divine gearresteerd
BEURS VAN NEW YORK
Levendige opening, prijs
houdend slot
Koersen Nederl. Clearinginstituut
DOOR PERCY KINC
(Van een correspondent te Parijs)
Het Fransche volk heeft zich na de kata-
strophe in verbijstering afgevraagd, hoe het
toch mogelijk is geweest, dat het met zooveel
lichtzinnigheid in den oorlog werd gestort. Er
werden wel schuldigen genoemd, maar het kon
niet anders, of er waren nog andere machten
dan het handjevol ministers> die naar het
hooggerechtshof van Riom werden verwezen en
die over het algemeen niet meer dan ledepop
pen zijn geweest.
Van die machten waren sommige reeds in de
eerste redevoeringen van maarschalk Pétafn
gebrandmerkt, toen hij zei, dat de trusts beslist
moesten worden neergeslagen. Als er over
trusts gesproken werd, dacht men aan petro
leum- of bananen-trusts, maar weinigen ver
moedden, dat de trusts, die als een gevaar voor
het land beschouwd mochten worden, zich altijd
voor het publiek verborgen hadden weten te
houden. Wij bedoelen de twee trusts, die de ge-
heele Fransche pers beheerschten, onverschil
lig van welken aard het geestesprodukt was
dat aan de drukpers werd toevertrouwd. Juist
door deze ongehoorde macht kon een heel volk
mfsleid worden.
Wat het volk dacht, werd stelselmatig verbor
gen gehouden. Het kwam slechts tot uiting in
spontane uitbarstingen, waarvan in de pers
echter nauwelijks eenfge weerklank viel te be
speuren. Wij herinneren ons den terugkeer van
Daladier en Bonnet uit München na die span
nende dagen in September 1938, waarin de vrede
voor dat oogenblik gered werd. Daladier kwam
niet fier terug en scheen verwonderd over de
spontane hulde, die het Parijsche publiek hem
bracht. Het volk_ dat slechts in vrede wenschts
te leven.
Eenige dagen tevoren, toen de eerste maatre
gelen voor een gedeeltelijke mobilisatie reeds
waren genomen en de Fransche families be
zorgd waren over de ontwikkeling van den in
ternationalen toestand, hadden wij terwijl de
Franschen des avonds bijtijds naar huis gingen,
op de drukke punten der groote boulevards die
eigenaardige samenscholingen gezien van lie
den, die op het eerste gezicht reeds niet voor
Franschen konden worden gehouden. Zij ble
ven tot diep in den nacht bijeen om op de
nieuwsberichten te wachten van de eerste
ochtendedities. Het waren vooral wat de
Parijzenaars „métèques" noemen en in het
bijzonder joden uit de kwartieren rondom de
rue Cadet. Uit hetgeen men uit de gesprekken
kon opvangen, bleek duidelijk, dat zij hoopten,
dat het zou losbrekenZij stormden op
sommige journalisten af, die hun geschrijf niet
eens altijd achter verfranschte namen verbor
gen en waarvan sommigen nauwelijks genatu
raliseerd waren. Deze journalisten hadden sinds
een tiental jaren een invloed in de Fransche
redactiebureaux verworven, die met verbijs
tering vervult. Ze nestelden zich overal tot on
der de beschermende vleugels van den minis
ter-president. Ze vonden de middelen eiken
post te veroveren van waaruit op de publieke
opinie invloed kon worden uitgeoefend. Drie
kwart van het Fransche publiek bekeek de
wereld nog slechts door hun besmeurde bril
len. Er waren Franschen, die zich ongerust
maakten over die gevaarlijke „invasie", maar
gelegenheid om die ongerustheid in het pu
bliek te uiten, bestond er niet. Want het
Joodsche binnendringen in de Fransche pers
was maar een ondergeschikt verschijnsel, het
kwaad zat dieper. Het waren niet alleen deze
„handlangers", die door München teleurge
steld werden. Het waren ook de grootmach
ten, die het spel leidden.
Vóór die Septemberdagen van 1938 had
de minister van Buitenlandsche Zaken,
Bonnet, reeds maanden lang een krach-
tigen strijd gevoerd voor het behoud van
den vrede, maar toch kon men iederen dag
in de pers lezen, dat deze minister niets
beteekende. De heele pers had dit zoo
vaak aan het publiek als een axioma voor
gehouden, dat Daladier en sommige an
dere ministers achter den rug van Bonnet
om diplomatieke betrekkingen konden on
derhouden en sommige kroniekschrijvers
van bladen zijn actie konden dwarsboo-
ben.
Precies een jaar later joeg die toestand
Frankrijk in den oorlog. Onmiddellijk na
den terugkeer van Daladier uit München,
dien triomphantelijken terugkeer, waarbij
hij als de redder van den vrede werd ge-
eerd, gelukte het aan de pers de actie van
München verdacht te maken en de weini
gen die voor het behoud van den vrede
durfden pleiten (velen werden daarvoor
in de gevangenis geworpen) van het Fran
sche volk te scheiden en hen als „Muni-
chois" te brandmerken.
Van dat oogenblik af werd het volk op nog
driester wijze bedwelmd. De actie van den
minister van Buitenlandsche Zaken werd nog
zorgvuldiger verborgen gehouden en verlamd,
totdat het in de laatste Augustusdagen van
1939 gelukte het land in den oorlog te stor
ten. Van dien strijd, die aan den oorlog voor
afging, weet het Fransche volk slechts weinig.
Men had gehoopt, dat het proces van Riom
daarin eenig licht zou brengen, maar dat
proces wordt steeds weer verschoven. Henriot,
de vroegere Kamerafgevaardigde van Bor
deaux, heeft in een brochure „Comment mou-
rut la Paix" eenige documenten gepubliceerd,
die een ontzettende veroordeeling an Daladier
inhouden en die tevens laten zien, welke
machten aan het werk zijn geweest om „hun"
oorlog te bereiken. Judeo-magonnieke groot
machten van banken en trusts, die een chris
telijk volk den ideologischen oorlog hebben
opgedrongen ten voordeele van hen, die dat
volk onderdrukt hielden en exploiteerden.
De macht, die dat bewerken kon, beschikte
over het machtigste middel waarmee een volk
geleid kan worden, de pers. En nog wel de
pers in den uitgebreidsten zin van het woord.
Die pers was niet plotseling „gekocht" maar
zeer langzaam veroverd. Dat proces was ook
niet het werk van de „oorlogsdrijvers" na
München. het had zich veel vroeger voltrok
ken en had reeds lang, voor de oorlog uit
brak, geslachten lang, het land naar de deca
dentie gevoerd. Want reeds lang had Frank
rijk geen pers, orgaan van de publieke opinie,
meer. Al wat verscheen lag in den greep van
twee trusts, waarvan de een de fabricatie van
de openbare meening, de andere de versprei
ding der geestesproducten volkomen gemono
poliseerd had. We noemen: Havas en Hachette.
Noch Havas, noch Hachette hebben hun be
drijven opgericht met het doel zich van de
publieke opinie meester te maken. Beiden zul
len wel beste brave menschen zijn geweest, die
alleen od geldverdienen uit waren. In hun'tijd
hebben ze er zich zeker geen rekenschap van
gegeven, welk een gevaarlijk wapen ze het ka
pitalisme in handen hadden gespeeld. Havas
werd omstreeks 1837 door een naar Parijs ge
komen Hongaar als een handel in nieuwsbe
richten gesticht. De kranten, die vele journalis
ten en verslaggevers in hun dienst hadden
voor hun berichtgeving, vonden bij Havas be
langrijke besparingen van hun redactiekosten.
Buiten Parijs bood Havas voor weinig geld het
werk aan. Kleinere bladen ontvingen buiten
landsche berichten, die zfj anders niet zouden
hebben kunnen betalen.
De voordeelen, die Havas opleverde betee-
kenden niet allemaal weldaden. De eenvor
migheid was wel het eerste gevolg. Het groot
ste nadeel was, dat toen op den duur de dien
sten van Havas aanzienlijk werden uitgebreid,
het redactioneele werk van de kranten zelf
tot het uiterste beperkt werd en de jour
nalistiek zelf het persoonlijk karakter, en wat
nog erger is, het element van persoonlijke ver
antwoordelijkheid verloor.
Havas verkocht aan sommige groote en vele
kleine bladen zijn nieuws voor advertentie
ruimte en zoo kreeg het dan langzamerhand
de exploitatie van de advertentiekolommen als
een waar monopolie in handen. Vooral dit
systeem heeft tot den rijkdom van Havas ge
leid en de kranten onder zijn invloed ge
bracht.
Maar Havas dreef de monopoliseering nog in
andere richting. Groote adverteerders, vooral
die adverteerders, wier verkoop op dagelijk-
sche reclame berustte, waren op den duur ge
noodzaakt, wilden zij althans het geheele re-
clameveld bereiken, .zich tot Havas te wen
den. Od deze wijze wist Havas de hand te leg
gen op het budget der publiciteitsafdeelingen
van tal van groote ondernemingen. De afhan
kelijkheid van Havas werd dus, zoowel wat den
inhoud der bladen betreft als wat hun be
staansmogelijkheid betrof, volkomen.
Langzamerhand wisten de groote internatio
nale persbureaux elkander te vinden en-Havas
heeft aan de uitsluiting der concurrentie mee
gewerkt. De samenwerking met Reuter vooral
heeft tot ongeloofelijke toestanden geleid. Juist
hierin kan men een verklaring vinden van
Frankrijks groote afhankelijkheid van de En-
gelsche politiek.
Havas offerde zijn dure buitenlandsche re
laties op voor ruildiensten met Reuter. Om
een enkel voorbeeld te noemen, waartoe dit kon
leiden, het volgende: Frankrijk, dat zulke
groote belangen had in het Verre Oosten, ont
ving den geheelen nieuwsdienst uit dit deel
van de wereld wel van Havas, maar Havas ont
ving het van Reuter en omgekeerd werden de
Fransche invloedsgebieden in het Verre Oosten
niet door Havas, maar door Reuter bediend.
Gezien het feit, dat de officieele wereld een
persagentschap' gemakkelijk kan beïnvloeden,
kan men zich voorstellen uit welke bronnen
het nieuws kwam, dat Frankrijk op de hoogte
moest houden en op welke wijze zijn eigen in
vloedsgebieden omtrent het land werden inge
licht. Ten koste van zware subsidies heeft de
regeering eerst zeer laat Havas tot sommige
directe diensten kunnen dwingen.
Men kan niet zeggen dat die politieke in
vloeden altijd overeenkomstig de belangen van
een bepaalde politiek werden aangewend. Geld
verdienen bleef hoofdzaak, en de belangen die
gediend werden waren niet altijd die van de
officieele politiek, maar evenzeer van bepaalde
geldmachten, soms zelfs van een buitenland
sche politieke macht. Landen, die op bepaalde
belangen de aandacht wilden vestigen, mono
polies en trusts, internationale invloeden, die
zich wilden doen gelden, en daarvoor sommen
wilden aanwenden, vonden den weg naar het
publiek door subsidies of publiciteitsopdrach-
ten en zoo ontstond het begrip van de „be
taalde publiciteit", die niet zoozeer in de ad
vertentiekolommen tot uiting kwam als wel in
de redactioneele kolommen der bladen. Van
daar dat occulte machten zelfs invloed kon
den uitoefenen op een pers, die haar van na
ture vijandig gezind moest zijn. Die tendenzen
kwamen dus op zulk een arglistige wijze tot
het groote publiek, dat het zelf niets tegen dit
kwaad kon ondernemen, met als gevolg, dat
het verantwoordelijkheidselement in de pers
ten gronde ging zonder dat de publieke opinie
werd wakker geschud.
Wij gelooven niet, dat in eenig land de ver
wording van de pers zoo groot is geweest als
in Frankrijk, waar Havas er altijd op uit is
geweest, alle concurrentie uit te sluiten. Ver
schenen andere agentschappen, dan werden ze
öf dood geconcurreerd öf langs een omweg door
financieele draden aan de Havasbelangen ver
bonden. Juist wat den persdienst betreft zijn
de klachten veelvuldig. Jean Luchaire heeft in
de gedaanteverwisseling van Havas aanleiding
gevonden eens een boekjeover dit persbureau
open te doen.
8 November 1938 ontvingen de Fransche bla
den een tekst uit de rede van Rijkskanselier
Hitier, waarin men las, dat hij verklaard had
bereid te zijn den oorlog te ontketenen om
Duitschland weer in het bezit van zijn voorma
lige koloniën te stellen. Den 9den moest Havas
een rectificatie sturen, waarin werd medege
deeld, dat Hitier verklaard had, dat de kwestie
der koloniën geen aanleiding tot oorlog kon zijn
Op de helling. Langs de hagen van Spakenburg liggen de eenvoudige werven,
waar de schepen der visschers op gezette tijden een grondige revisie 'ondergaan
(Foto Pax-Holland)
De eerste tekst was dus vervalscht geweest en
in Frankrijk was door de geheele pers reeds
beroering gewekt.
Wij herinneren ons zelf in die spannende da
gen een ander feit te hebben medegemaakt. We
hadden 's avonds vernomen, dat op de Neder-
landsche redacties een bericht over mobilisatie
in Duitschland door een officieele tegenspraak
was gevolgd. Op ons aandringen werd door een
Parijsch hoofdredacteur om middernacht Havas
opgebeld om nadere bevestiging van het Duit-
sche mobilisatiebevel te vragen. Zelfs om één
uur in den nacht hield Havas de juistheid van
zijn mededeeling vol, maar toen de provinciale
edities en de eerste ochtendedities reeds ge
draaid hadden, kw(am het met de mededeeling,
dat het z'n vertegenwoordiger bij het D.N.B. te
Berlijn nog eens had opgebeld, en dat deze nu
verklaard had dat het gerucht in den loop van
den avond officieel was tegengesproken.
Het was niet onbekend, aat Havas een ge
vaar voor het land was, maar er was geen
macht die de. trust, die jaarlijks tientallen
„Dreeman," zei de burgemeester tot een van
z'n dorpsgenooten, „wil je, dat ik je een voor-
deeligen tip geef?"
„Natuurlijk, heel graag, burgemeester."
„Je hebt een schilderij van Wagtendonk, ge
loof ik, een zeegezicht...."
Dit zeggend, haalde de burgervader een brief
uit z'n zak en gaf hem aan Dreeman.
„Hij vraagt, of hier iemand schilderijen van
dien schilder heeft," zei Dreeman.
„Ja, 't is een bekende verzamelaar en schat
rijk. Als hij een schilderij wil hebben, koopt
hij 't, maar hij ziet er zoo goedkoop mogelijk
aan te komen. Ik heb hem naar jou verwezen,
Dreeman."
Daarop gaf de burgemeester nog een paar in
lichtingen. Mijnheer Dooring was een slimme-
ling. Hij nam z'n menschen mee uit eten,
praatte metzach-
te en innemende I
totdat hij z'n zin
Dreeman gaf den
brief terug en
vertelde van Wagtendonk, een raren kerel, die
vroeger commensaal bij hem geweest was.
„Maar z'n werk k tegenwoordig erg in de
mode," verklaarde de burgemeester. „Er wordt
om z'n schilderijen en teekeningen gevochten,
hoor. Menschen, die er nog al wat van hadden,
zijn er rijk door geworden. Enfin, wees maar
blij, dat jij er ook een hebt. Doe er je voordeel
mee."
„We vinden het niet eens mooi, en ik dacht,
dat 't niets waard was," zei Dreeman weer.
„Dan weet je nu beter. Dat schilderij is mis
schien een kapitaal waard."
Dreeman bedankte en groette den burgemees
ter en liep langzaam verder.
„Zeg, Hanna," zei hij tegen z'n vrouw, „weet
je nog wel van dien schilder, die ons twee
maanden pension schuldig is gebleven?"
„Of ik het weet," antwoordde Hanna, „al Is
het ook al meer dan twintig jaar geleden."
„Juist." En haar man vertelde, wat de burge
meester hem gezegd had.
Hanna luisterde verwonderd.
„Pas maar op, Jan," waarschuwde ze, „dat je
't schilderij niet voor een kleinigheid afgeeft."
„Ik vraag er duizend gulden voor," zei haar
man. „Als hij dan afdingt, kan hij 't voor vier
honderd krijgen."
Twee dagen later hield een mooie auto voor
de eenvoudige boerenwoning stil.
„Bent u Jan Dreeman?" vroeg de goed ge-
kleede eigenaar, die tevens chauffeerde. „Mijn
naam is Frederik Dooring."
„Dat dacht ik al," zei Dreeman.
Dooring glimlachte innemend en maakte een
paar vleiende opmerkingen over Dreeman's wo
ning. Hanna keek wantrouwend, toen ze de
voorkamer binnen traden. Daar hing het zee
gezicht van Wagtendonk aan den muur.
Dooring zette z'n bril op en bekeek het schil
derstuk lang en kritisch. Daarna keek hij Jan
kalm aan en glimlachte weer.
„Komt u vanmiddag om half zeven in 't
hotel," noodigde hij uit, „dan dineeren we daar
samen en kunnen onderwijl praten."
Prompt half zeven verscheen Jan Dreeman in
de eetzaal van 't hotel.
„Goeden middag," groette de man uit de stad.
„U bent mooi op tijd."
„Goeden avond," zei Dreeman en ging zitten.
„U beschouwt u maar als mijn gast," lachte
Dooring. „Neemt u 't er maar goed van. Over
onzen handel in kwestie spreken we later wel.
Vandaag laten we de vermaken vóór de zaken
gaan."
„U bent hier in de buurt zeker niet zoo be
kend?" zei Dreeman- „U gaat zeker 't meest
met stadsvolk om."
Z'n gastheer noodde vriendelijk: „Begint u
maar met een flink stuk gember, mijnheer
Dreeman. Dat krijg je niet overal
„Over die schilderij moeten we elkaar goed
begrijpen, mijnheer Dooring. 't Is een speciaal
souvenir van Wagtendonk voor Hanna en mij.
We konden uitstekend met elkaar overweg. We
zijn er nog al aan gehecht, moet u weten."
Dreeman zat met z'n vork in de glibberige
gemberklonten te roeren.
„U schrikt toch niet te gauw, mijnheer
Dooring?" ging hij voort. „Ik wil er een behoor
lijken prijs voor hebben."
Frederik Dooring lachte hartelijk. „Mijnheer
Dreeman," sprak hij, „ik ben bereid tweehon
derd gulden voor uw Wagtendonk neer te tel
len. „Hoe vindt u dat, zoo'n handvol geld?"
Jan Dreeman zat met een dik stuk gember in
z'n mond. Hij zei niets.
„Nu, wat zegt u van mijn bod, tweehonderd
gulden?"
Geen antwoord.
„Vierhonderd!"
Jan zweeg, z'n gezicht stond boos.
„Vijfhonderd! Hoeveel wou je dan hebben,
man?
Duizend!"
Jan's gezicht bleef knorrig, ontoeschietelijk.
„Tweeduizend!"
De beide mannen keken elkaar aan. Mijnheer
Dooring kreeg een kleur als een biet; de andere
werd paarsig.
„Je wilt 't zeker niet kwijt, hè? Nou, drie
duizend! En da's m'n laatste woord. Ja of
neen?"
Eindelijk knikte Dreeman en de schildërijen-
verzamelaair haalde z'n portefeuille te voor
schijn.
„Ik kon geen woord zeggen, ik kon 't niet,"
zei Jan later tegen Hanna, op een toon, alsof
hij een misdaad had begaan, ,,'t Kwam door die
taaie gember. Mijnheer Dooring wilde met alle
geweld, dat ik eer stuk nam. Ik deed 't en toen
kon ik m'n valsche tanden niet meer van elkaar
krijgen. Anders had ik al bij vierhonderd: ja,
gezegd."
(Nadruk verboden)
millioenen winst kon maken, durfde aanpak
ken. Eerst de katastrophe en de daarop gevolg
de nationale revolutie hebben het mogelijk
gemaakt, dat met geheimzinnige grootmachten
als Havas kon worden afgerekend. Een van de
eerste daden van maarschalk Pétain was,
de berichtgeving van Havas te controleeren en den
trust te laten verdwijnen. Het nieuwsagentschap
werd eenvoudig genaast, uit het complex van
Havasdiensten gelicht en onder staatscontrole
geplaatst, zoodat het nu een officieele dienst is
geworden onder volkomen toezicht van de re
geering. En daarmee is tevens de zuivering van
de diensten aangebroken.
Havas was niet de eenige kluister voor de
pers.
Kr.
ISTANBOEL, 4 April. (Stefani). De Turksche
regeering heeft bij het parlement een wetsont
werp ingediend, waarin zij machtiging vraagt
om zoo noodig den opleidingstijd voor onder
officieren te verlagen van zes tot 4 maanden.
MONTEVIDEO, 4 April (D.N.B.). Volgens een
officieele statistiek over de haven, uitgegeven
door de plaatselijke autoriteiten, deden in nor
male tijden per maand ongeveer dertig Brlt-
sche schepen met een inhoud van 150.000 b r.t.
de haven van Montevideo aan. In de maanden
December 1940 en Januari 1941 zijn volgens
deze statistiek slechts zeven Britsche koopvaar
dijschepen de haven binnengeloopen. In Fe
bruari waren het er slechts vijf met een totalen
inhoud van 19.000 b.r.t.
BEIROET, 4 April. (D. N. B.) De Engelsche
autoriteiten' hebben in Palestina stukken
grond, die eigendom zijn van de religieuze
stichting der Mohammedanen, de Wafk, aan
Joodsche immigranten toegewezen. Onder de
Arabische bevolking van Palestina heerscht
hierover de grootste verbittering. Vijftien oele-
ma's hebben tegen de schending van de reli
gieuze gebruiken door officieele Britsche in
stanties geprotesteerd.
NEW YORK, 4 April. (D. N. B.) Het New
Yorksche gerecht heeft bevel gegeven tot ar
restatie van Father Divine. Zooals men zich
herinneren zal Is Father Divine een neger,
die het hoofd is van een secte, die vele aan
hangers telt onder de negers.
De New Yorksche effectenbeurs opende van
daag bij levendigen handel prijshoudend. De
meeste openingskoersen wezen fractioneele ver
beteringen aan. Spoedig echter werd de handel
kalmer, terwijl het koersbeeld verdeeld werd.
Kleine koerswinsten waren weliswaar voorloo-
pig nog in de meerderheid.
Staalwaarden en spoorwegfondsen bleken bij
zonder goed weerstand te bieden, doch later
was de toenemende terughoudendheid, die er
door de koopers werd getoond, alsmede de vrij
groote realisaties oorzaak van een verder af
brokkelen der noteeringen. De koersverbeterin-
gen krompen tot een minimalen omvang in en
werden zelfs ten deele in kleine koersverliezen
omgezet. Bij de dalende koersbeweg'ng konden
behalve de beide genoemde fondsengroepen ook
petroleum- en rubberwaarden het best hun
koerswinsten behouden, daar de handel in deze
fondsen nog tamelijk levendig bleef.
In alle overige afdeelingen namen de koers
dalingen als gevolg van de verminderde vraag
steeds grootere afmetingen aan. Daarbij liet zich,
behalve den wensch om met het oog op het ko
mende weekeinde geen nieuwe verplichtingen
aan te gaan, ook de toenemende bezorgdheid
aangaande de stakingsbeweging gelden. Men
houdt het namelijk niet voor uitgesloten, dat de
komende dagen eerder een verergering dan een
verbetering in dit opzicht zullen brengen. Tij
dens het laatste beursuur gaf de handel geen
opleving meer te zien en in de koersen ontston
den slechts schommelingen van fractioneele
beteekenis. De beurs sloot nauwelijks prijshou
dend.
Vandaag werden 789 fondsen verhandeld.
Daarvan zijn er 307 in koers gestegen, 246 ge
daald. De noteeringen der 236 overige bleven
onveranderd.
Slotk. Slotk. Slotk. Slotk.
NEW-YORK 4/4 3/4 2/4 1/4
Allied Chem156% 156 154% 154%
American Can 89 8914 8614 8714
Am. Smelting 4014 40% 3994 40
Amer Tel Tel 160% 16114 161% 161%
Am. Tobacco B 69% 6994 69% 69
Anac. Copper 25 25% 24% 2414
Atchis Topeka 27% 2794 2594 25%
Baltim. Ohio 4 4% 3% 3%
Bethlehem St78 78% 7794 77
Canada Pacif4 4 4% 414
Chrysler Corp64% 6494 63 63
Cons Edison 20% 20% 2094 20%
Delaw Huds 10% 11 10 10
Eastman Kod 135% 136% 134% 135
Gener Electrjc 32% 33 32% 32
Gen. Motors 42% 43 4294 42%
Hudson Motor 3% 3% 3% 3%
Intern. Nickel 28% 28% 2794 2794
Int. Tel. a Tel. 2% 2% 2% 2%
N. Y. Central1394 1294 13% 12%
Pennsylvania 25 24% 24% 24%
Radio Corp4 4 4 4
St. Oil N.-Jers 36% 36% 35% 35
Union Pacific 79% 79% 78% 78%
Un. St. Rubber 24% 24% 23% 2294
Un. St. Steel 5794 58% 57% 56%
Westing house 96% 94% 94 94%
Woolworth 29% 30% 29% 29%
laten, t ex-div„ ex-recht., ex-coup., t bied.
WISSELKOERSEN
NEW YORK,
4/4 3/4 4/4 3/4
A'dam c. .4.03% 4".03% Weenen - 4.75% 4.75%
Londen 4.74% 4.74% stockh. ..23.84 23.84
Pariis 2.33 2.33 Montreal 87.00 87.00
Berlijn ..40.07 40.07 Mntr.Lnd. 4.7394 4.7394
Brussel B. Aires P. 23.15 23.15
Rome 5.05 5.05 D.Aires M. 23.15 23.15
Madrid 9.25 9.25 York c. 23.45t 23.45f
Zwitserl. 23.22 23.22 Shanghai 5.44 5.42
Zw. vrll ..23.24 23.26
t - 23.45-46.
Commissarissen en Directie van de N.V.
Rubber Cultuur Maatschappij „Amster
dam" hebben besloten, op grond van de
hun over het boekjaar 1940 ten dienste
staande gegevens een voorloopige dividend-
uitkeering te doen van 7 pet. over het
boekjaar 1940.
Of deze uitkeering later nog door eenig
slotdividend zal kunnen worden gevolgd,
kan thans nog niet met zekerheid worden
gezegd.
Over het boekjaar 1939 keerde Amsterdam
Rubber een dividend van 10 pet. ineens uit.
Koersen voor stortingen op 5 Aprü 1941 tegen
verplichtingen luidende in:
Belga's 30.1432.
Zwitsersche francs 43.56.
Fransche francs 3.768.
Lires 9.87.
Deensche kronen 36.37.
Noorsche kronen 42.82.
Zweedsche kronen 44.85.
Tsjechische kronen (oude schulden) 6.42.
Dinar (oude schulden) 3.43.
Dinar (nieuwe schulden) 4.23.
Turksche ponden 1-45 >4.
Lewa 2.30.
Pengö (oude schulden) 36.519.
Pengö (nieuwe schulden) 45.89.
Zloty (oude schulden) 35.—
Zloty (nieuwe schulden) 37.68.
15 (Nadruk verboden)
Henderson's beurt om te deelen was gekomen.
Hfj hield de kaarten in de hand en vroeg op
vlakken toon: „Weten jullie, dat Jerome gis
terenavond is vermoord?"
De drie zagen hem aan, alsof ze plotseling
aan zijn verstand twijfelden, Er viel een zwijgen.
Henderson's gezicht stond strak, ernstig, terwijl
hij hen om beurt aankeek. Met de seconde werd
de situatie pijnlijker. Want zóóveel waren zij
wel gaan begrijpen, dat 't Henderson niet om 't
meedeelen van een schokkend nieuwtje was te
doen geweest. Zijn gansche houding wees er op,
dat hij zijn medespelers verdacht, er méér van
te weten.
Totdat Melchior sprak en daarmee de be
klemming week. „Wat voor dwaasheid vertel je?
Jerome is verdronken bijna een maand ge
leden."
„Toch niet. Gisterenavond kwam hij met een
jacht naar 't eiland. Hij had stevig gepimpeld
en werd vermoord terwijl hij zijn roes uitsliep
t Zou me heelemaal niet verwonderen, als een
van jullie de toedracht kon meedeelen."
Lawrence sloeg met de vlakke hand op tafel.
„Een insinuatie! Hoe waag je 't, zooiets te
zeggen?"
„Je ziet ze vliegen, kerel!" viel Soper uit.
Melchior gebaarde hun te zwijgen. „Ik ben
de oudste, ik zal 't woord doen. Als Henderson
de portée van zijn bewering beseft, en van een
advocaat mag. 'k dat veronderstellen, zal hij niet
in gebreke blijven, 't bewijs te leveren. We be
ginnen bij 't begin. Volgens jou werd Jefome
vermoord, nietwaar?"
Henderson knikte. „We gaan straks naar de
plaats, waar zijn ïyk ligt."
„Uitstekend. Op één voorwaarde in gezel
schap van politie. Jij zegt, dat 't moord is. Hoe
gebeurde 't? Werd Jerome doodgeschoten?
Doodgestoken? Gewurgd?"
„Hij verdronk."
„Dat wil zeggen hij werd verdronken,
niet?"
„Precies.
„Dan zullen sporen van geweld op 't lijk wor
den aangetroffen."
„Neen. Zoo dom was de moordenaar niet.
Jerome had hem tot een onderhoud geforceerd.
Maar de misdadiger bofte op zeldzame manier:
Jerome lag beschonken In zyn kooi en van die
omstandigheid maakte de schurk gebruik. Hij
bracht 't jacht tot zinken, waaischynlijk door de
buitenboordkraan open te zetten. Hoe 't precies
gebeurde, zal blijken als de boot is gelicht."
„Wanneer dat je bewijzen zijn. kan 'k je er
niet mee feliciteeren. Voor een advocaat kon 't
als niet pooverder. Indien je geen getuige weet
voor te brengen, zal niemand een penny voor je
beweringen geven. Wat niet wegneemt, dat je
één van ons toch maar in bedekte termen van
moord durft beschuldigen."
„Dat doe 'k, ja\ Eén van jullie drieën is de
dader, 't kan niet anders."
Melchior's aderen aan de slapen zwollen
„Ben je bereid, in 't openbaar te verklaren, dat
ik myn broer Jerome heb vermoord?"
„Of ik?" snauwde Lawrence, ,,'k Sta er op,
dat oogenblikkelijk de politie van 't gebeurde in
kennis wordt gesteld!"
„Een moment," kalmeerde Henderson. „Nie
mand is door mij op den man af beschuldigd,
bedenk dat wel. Ik zou eveneens er vlak vóór
zijn, zonder uitstel 't geval aan de politie voor
te leggen, maar mijn handen zijn in zekeren zin
gebonden. Anthony Moncrieff wil, als dat kan.
de kwestie onder ons zien uitgemaakt. Laten we
beginnen met te doen, wat hij wenscht. 't Staat
vast, dat jullie drieën gisterenavond laat 't huis
zyn uitgegaan."
„Jij soms niet?" blafte Melchior.
„En Peckham? Miss Mason?" voegde Soper
er furieus aan toe.
,,'k Zonder niemand uit," antwoordde Hen
derson rustig. „Ieder van ons zal op zyn woord
van eer verklaren, waar hy gisterenavond na
half tien was, en wat hij heeft gedaan. De moord
op Jerome is een uitvloeisel van dien op Archie.
We bepalen onze aandacht daarom eerst bij
19 Tuli Melchior kwam om vijf uur met zijn oom
uit Glasgow. Den avond bracht hy gedeeltelijk
door met visschen, gedeeltelijk met kaartspelen
op 't Jacht van een kennis, naar hy beweert."
„Niet naar Ik beweer!" beet Melchior van zich
af. „Je bent zeldzaam beleedigend, Henderson!"
„Toen 't ongeluk met Archie gebeurde," zei
Lawrence, zich tot kaljnte dwingend, „was 'k
naar Newcastle voor een zakelijke conferentie.
Om acht uur had 'k bij me thuis een bespreking
met twee te goeder naam en faam bekend
staande Glasgowsche ingezetenen."
„Ik vertrok om 5.44 uit Glasgow naar Londen,"
deelde Soper op agressieven toon mede. ,,'k Heb
een alibi, dat klinkt als een klok. Maar ik be
waar 't voor de politie, 't Gaat jou geen snars
aan. 'k Begrijp eigenlijk niet, waar jy je mee
bemoeit, kerel!"
Melchior legde Soper 't zwijgen op en wendde
zich tot Henderson. „Volgens jou kwam Jerome
met een jacht. Verklaar eens, waar hij 't geld
vandaan had. Hy zat altijd op zwart zaad. Waar
heeft hij al dien tijd van geleefd? Ik beschuldig
nooit in de ruimte, Henderson. Neem er dus
nota van, dat 'k maar vraag kan Archie niet
door Jerome zijn vermoord? Als hij stevig had
gedronken, was hy tot ongeveer alles m staat.
Er is nog een andere verklaring voor 't geval.
Jij zegt, dat hy ook gisterenavond 'n flink stuk
in zyn kraag had. Wanneer je er niet op los
gefantaseerd hebt is 't dan zoo gek, dat
Jerome in dronkenschap zelf 't ongeluk met 't
iacht veroorzaakte?"
„Laten we er een eind aan maken, Melchior!"
Lawrence keek van zijn broer naar Henderson.
„Neem de telefoon bel de politie!"
„Je weet, waarom ik 't niet doe. Je oom is er
tegen. Hy wil geen officieel ingrypen, vóór alles
is gedaan, om Archie's moordenaar uit eigen
beweging tot bekentenis te brengen. Dit moet
'k jullie zeggen Anthony twyfelt er evenmin
aan, of de dader is één van de onzen. Daarom
zyn jullie bereid, je aan een proef te onder
werpen?"
Melchior trok de, wenkbrauwen op. „Een
proef, zeg je? Wat voor een proef?"
,,'k Garandeer niet, dat ze succes heeft. De
bedoeling is, jullie eenige vragen te stellen en
't antwoord door de camera te laten vastleggen."
„Door de camera?" herhaalde Soper gerekt.
Hij tikte met een vinger tegen 't voorhoofd.
Lawrence lachte zachtjes, ,,'k Snap, waar
Henderson heen wil. Hij denkt, dat de dader
zich door een blik in de oogen zal verraden.
Oom Anthony bezit een buitengewoon gevoe
lige camera. Alle menschen!" Hij gichelde.
„Stel je voor, Melchior, dat zoo'n stukje cellu
loid uitmaakte, dat jij de zondaar bent ge
weest!"
„Hou je aardigheden voor je, of loos ze aan
't adres van een ander!" repliceerde Melchior
woest. „Jerome was. even goed myn broer als
de jouwe, niet?"
Henderson bezwoer den opstekenden storm.
„Ik kwam op 't Idee door iets, dat 'k onlangs
las. De schryver beweerde, dat een uiterst ge
voelige camera de geringste trekking van de
gelaatspieren vast legt van oogen, ooren,
mond en neus. Volgens dat artikel kan een ver
stokt misdadiger onder alle ondervragingen
zyn cynisme bewaren, maar verliest hy zyn
zekerheid, en daarmee de zelfcontróle, als hy
voor een camera wordt geplaatst."
„Je voorstel heeft allemachtig veel van een
ultimatum." zei Melchior norsch. „Als we er
niet op ingaan, dan
„Ik doe het niet", barstte Soper uit. „Voor
zoo'n misselijke vertooning ben 'k niet te vin
den
„Maak je niet dik! Waarom Henderson's for
midabel idee te verwerpen?" Lawrence vouw
de de handen in den nek. „Ik mag wel een af-
wisseiingetje op een taaien Zondagmorgen."
„Allright." Henderson ging naar de huis
kamer en droeg Anthony's toestel naar buiten. De
oude heer volgde; na een kort onderzoek wees
hy de plek, waar hij 't wilde opgesteld heb
ben. Een gespannen stilte hing onder 't treffen
van de laatste voorbereidingen.
„In orde, Derreck," zei Anthony ten slotte.
„Breng den motor op gang."
„Hoe moet 't staand, zittend?" vroeg Mel
chior met wrange scherts. „U kunt 't krygen
zooals u 't hebben wilt. Ik als oudste zal me
't eerst aan de moderne foltering onderwerpen
tenzy een ander hoogere rechten kan doen
gelden."
„Zittend," besliste Henderson, na Anthony
met de oogen te hebben geraadpleegd.
„Wel zoo gemakkelijk." Melchior nam plaats
op den stoel, dien Henderson gereed had gezet.
„Camera!" schreeuwde Soper. Hij lachte
blaffend „Wel ja! Waarom zouden we niet
doen, of we in Hollywood zijn?"
(Wordt vervolgd)