HET VORIGE FRANKRIJK ïfiet veb&aal den dag Oorzaken van oorlog en nederlaag De trust van Havas Amsterdam Rubber geeft 7 interim Camera-mysterie ZATERDAG 5 APRIL 1941 - «SLTdfï Waarom hij kreeg. flietS Zei Opleiding van Turksche onderofficieren bekort De Engelsche scheepvaart Onrust in Palestina Father Divine gearresteerd BEURS VAN NEW YORK Levendige opening, prijs houdend slot Koersen Nederl. Clearinginstituut DOOR PERCY KINC (Van een correspondent te Parijs) Het Fransche volk heeft zich na de kata- strophe in verbijstering afgevraagd, hoe het toch mogelijk is geweest, dat het met zooveel lichtzinnigheid in den oorlog werd gestort. Er werden wel schuldigen genoemd, maar het kon niet anders, of er waren nog andere machten dan het handjevol ministers> die naar het hooggerechtshof van Riom werden verwezen en die over het algemeen niet meer dan ledepop pen zijn geweest. Van die machten waren sommige reeds in de eerste redevoeringen van maarschalk Pétafn gebrandmerkt, toen hij zei, dat de trusts beslist moesten worden neergeslagen. Als er over trusts gesproken werd, dacht men aan petro leum- of bananen-trusts, maar weinigen ver moedden, dat de trusts, die als een gevaar voor het land beschouwd mochten worden, zich altijd voor het publiek verborgen hadden weten te houden. Wij bedoelen de twee trusts, die de ge- heele Fransche pers beheerschten, onverschil lig van welken aard het geestesprodukt was dat aan de drukpers werd toevertrouwd. Juist door deze ongehoorde macht kon een heel volk mfsleid worden. Wat het volk dacht, werd stelselmatig verbor gen gehouden. Het kwam slechts tot uiting in spontane uitbarstingen, waarvan in de pers echter nauwelijks eenfge weerklank viel te be speuren. Wij herinneren ons den terugkeer van Daladier en Bonnet uit München na die span nende dagen in September 1938, waarin de vrede voor dat oogenblik gered werd. Daladier kwam niet fier terug en scheen verwonderd over de spontane hulde, die het Parijsche publiek hem bracht. Het volk_ dat slechts in vrede wenschts te leven. Eenige dagen tevoren, toen de eerste maatre gelen voor een gedeeltelijke mobilisatie reeds waren genomen en de Fransche families be zorgd waren over de ontwikkeling van den in ternationalen toestand, hadden wij terwijl de Franschen des avonds bijtijds naar huis gingen, op de drukke punten der groote boulevards die eigenaardige samenscholingen gezien van lie den, die op het eerste gezicht reeds niet voor Franschen konden worden gehouden. Zij ble ven tot diep in den nacht bijeen om op de nieuwsberichten te wachten van de eerste ochtendedities. Het waren vooral wat de Parijzenaars „métèques" noemen en in het bijzonder joden uit de kwartieren rondom de rue Cadet. Uit hetgeen men uit de gesprekken kon opvangen, bleek duidelijk, dat zij hoopten, dat het zou losbrekenZij stormden op sommige journalisten af, die hun geschrijf niet eens altijd achter verfranschte namen verbor gen en waarvan sommigen nauwelijks genatu raliseerd waren. Deze journalisten hadden sinds een tiental jaren een invloed in de Fransche redactiebureaux verworven, die met verbijs tering vervult. Ze nestelden zich overal tot on der de beschermende vleugels van den minis ter-president. Ze vonden de middelen eiken post te veroveren van waaruit op de publieke opinie invloed kon worden uitgeoefend. Drie kwart van het Fransche publiek bekeek de wereld nog slechts door hun besmeurde bril len. Er waren Franschen, die zich ongerust maakten over die gevaarlijke „invasie", maar gelegenheid om die ongerustheid in het pu bliek te uiten, bestond er niet. Want het Joodsche binnendringen in de Fransche pers was maar een ondergeschikt verschijnsel, het kwaad zat dieper. Het waren niet alleen deze „handlangers", die door München teleurge steld werden. Het waren ook de grootmach ten, die het spel leidden. Vóór die Septemberdagen van 1938 had de minister van Buitenlandsche Zaken, Bonnet, reeds maanden lang een krach- tigen strijd gevoerd voor het behoud van den vrede, maar toch kon men iederen dag in de pers lezen, dat deze minister niets beteekende. De heele pers had dit zoo vaak aan het publiek als een axioma voor gehouden, dat Daladier en sommige an dere ministers achter den rug van Bonnet om diplomatieke betrekkingen konden on derhouden en sommige kroniekschrijvers van bladen zijn actie konden dwarsboo- ben. Precies een jaar later joeg die toestand Frankrijk in den oorlog. Onmiddellijk na den terugkeer van Daladier uit München, dien triomphantelijken terugkeer, waarbij hij als de redder van den vrede werd ge- eerd, gelukte het aan de pers de actie van München verdacht te maken en de weini gen die voor het behoud van den vrede durfden pleiten (velen werden daarvoor in de gevangenis geworpen) van het Fran sche volk te scheiden en hen als „Muni- chois" te brandmerken. Van dat oogenblik af werd het volk op nog driester wijze bedwelmd. De actie van den minister van Buitenlandsche Zaken werd nog zorgvuldiger verborgen gehouden en verlamd, totdat het in de laatste Augustusdagen van 1939 gelukte het land in den oorlog te stor ten. Van dien strijd, die aan den oorlog voor afging, weet het Fransche volk slechts weinig. Men had gehoopt, dat het proces van Riom daarin eenig licht zou brengen, maar dat proces wordt steeds weer verschoven. Henriot, de vroegere Kamerafgevaardigde van Bor deaux, heeft in een brochure „Comment mou- rut la Paix" eenige documenten gepubliceerd, die een ontzettende veroordeeling an Daladier inhouden en die tevens laten zien, welke machten aan het werk zijn geweest om „hun" oorlog te bereiken. Judeo-magonnieke groot machten van banken en trusts, die een chris telijk volk den ideologischen oorlog hebben opgedrongen ten voordeele van hen, die dat volk onderdrukt hielden en exploiteerden. De macht, die dat bewerken kon, beschikte over het machtigste middel waarmee een volk geleid kan worden, de pers. En nog wel de pers in den uitgebreidsten zin van het woord. Die pers was niet plotseling „gekocht" maar zeer langzaam veroverd. Dat proces was ook niet het werk van de „oorlogsdrijvers" na München. het had zich veel vroeger voltrok ken en had reeds lang, voor de oorlog uit brak, geslachten lang, het land naar de deca dentie gevoerd. Want reeds lang had Frank rijk geen pers, orgaan van de publieke opinie, meer. Al wat verscheen lag in den greep van twee trusts, waarvan de een de fabricatie van de openbare meening, de andere de versprei ding der geestesproducten volkomen gemono poliseerd had. We noemen: Havas en Hachette. Noch Havas, noch Hachette hebben hun be drijven opgericht met het doel zich van de publieke opinie meester te maken. Beiden zul len wel beste brave menschen zijn geweest, die alleen od geldverdienen uit waren. In hun'tijd hebben ze er zich zeker geen rekenschap van gegeven, welk een gevaarlijk wapen ze het ka pitalisme in handen hadden gespeeld. Havas werd omstreeks 1837 door een naar Parijs ge komen Hongaar als een handel in nieuwsbe richten gesticht. De kranten, die vele journalis ten en verslaggevers in hun dienst hadden voor hun berichtgeving, vonden bij Havas be langrijke besparingen van hun redactiekosten. Buiten Parijs bood Havas voor weinig geld het werk aan. Kleinere bladen ontvingen buiten landsche berichten, die zfj anders niet zouden hebben kunnen betalen. De voordeelen, die Havas opleverde betee- kenden niet allemaal weldaden. De eenvor migheid was wel het eerste gevolg. Het groot ste nadeel was, dat toen op den duur de dien sten van Havas aanzienlijk werden uitgebreid, het redactioneele werk van de kranten zelf tot het uiterste beperkt werd en de jour nalistiek zelf het persoonlijk karakter, en wat nog erger is, het element van persoonlijke ver antwoordelijkheid verloor. Havas verkocht aan sommige groote en vele kleine bladen zijn nieuws voor advertentie ruimte en zoo kreeg het dan langzamerhand de exploitatie van de advertentiekolommen als een waar monopolie in handen. Vooral dit systeem heeft tot den rijkdom van Havas ge leid en de kranten onder zijn invloed ge bracht. Maar Havas dreef de monopoliseering nog in andere richting. Groote adverteerders, vooral die adverteerders, wier verkoop op dagelijk- sche reclame berustte, waren op den duur ge noodzaakt, wilden zij althans het geheele re- clameveld bereiken, .zich tot Havas te wen den. Od deze wijze wist Havas de hand te leg gen op het budget der publiciteitsafdeelingen van tal van groote ondernemingen. De afhan kelijkheid van Havas werd dus, zoowel wat den inhoud der bladen betreft als wat hun be staansmogelijkheid betrof, volkomen. Langzamerhand wisten de groote internatio nale persbureaux elkander te vinden en-Havas heeft aan de uitsluiting der concurrentie mee gewerkt. De samenwerking met Reuter vooral heeft tot ongeloofelijke toestanden geleid. Juist hierin kan men een verklaring vinden van Frankrijks groote afhankelijkheid van de En- gelsche politiek. Havas offerde zijn dure buitenlandsche re laties op voor ruildiensten met Reuter. Om een enkel voorbeeld te noemen, waartoe dit kon leiden, het volgende: Frankrijk, dat zulke groote belangen had in het Verre Oosten, ont ving den geheelen nieuwsdienst uit dit deel van de wereld wel van Havas, maar Havas ont ving het van Reuter en omgekeerd werden de Fransche invloedsgebieden in het Verre Oosten niet door Havas, maar door Reuter bediend. Gezien het feit, dat de officieele wereld een persagentschap' gemakkelijk kan beïnvloeden, kan men zich voorstellen uit welke bronnen het nieuws kwam, dat Frankrijk op de hoogte moest houden en op welke wijze zijn eigen in vloedsgebieden omtrent het land werden inge licht. Ten koste van zware subsidies heeft de regeering eerst zeer laat Havas tot sommige directe diensten kunnen dwingen. Men kan niet zeggen dat die politieke in vloeden altijd overeenkomstig de belangen van een bepaalde politiek werden aangewend. Geld verdienen bleef hoofdzaak, en de belangen die gediend werden waren niet altijd die van de officieele politiek, maar evenzeer van bepaalde geldmachten, soms zelfs van een buitenland sche politieke macht. Landen, die op bepaalde belangen de aandacht wilden vestigen, mono polies en trusts, internationale invloeden, die zich wilden doen gelden, en daarvoor sommen wilden aanwenden, vonden den weg naar het publiek door subsidies of publiciteitsopdrach- ten en zoo ontstond het begrip van de „be taalde publiciteit", die niet zoozeer in de ad vertentiekolommen tot uiting kwam als wel in de redactioneele kolommen der bladen. Van daar dat occulte machten zelfs invloed kon den uitoefenen op een pers, die haar van na ture vijandig gezind moest zijn. Die tendenzen kwamen dus op zulk een arglistige wijze tot het groote publiek, dat het zelf niets tegen dit kwaad kon ondernemen, met als gevolg, dat het verantwoordelijkheidselement in de pers ten gronde ging zonder dat de publieke opinie werd wakker geschud. Wij gelooven niet, dat in eenig land de ver wording van de pers zoo groot is geweest als in Frankrijk, waar Havas er altijd op uit is geweest, alle concurrentie uit te sluiten. Ver schenen andere agentschappen, dan werden ze öf dood geconcurreerd öf langs een omweg door financieele draden aan de Havasbelangen ver bonden. Juist wat den persdienst betreft zijn de klachten veelvuldig. Jean Luchaire heeft in de gedaanteverwisseling van Havas aanleiding gevonden eens een boekjeover dit persbureau open te doen. 8 November 1938 ontvingen de Fransche bla den een tekst uit de rede van Rijkskanselier Hitier, waarin men las, dat hij verklaard had bereid te zijn den oorlog te ontketenen om Duitschland weer in het bezit van zijn voorma lige koloniën te stellen. Den 9den moest Havas een rectificatie sturen, waarin werd medege deeld, dat Hitier verklaard had, dat de kwestie der koloniën geen aanleiding tot oorlog kon zijn Op de helling. Langs de hagen van Spakenburg liggen de eenvoudige werven, waar de schepen der visschers op gezette tijden een grondige revisie 'ondergaan (Foto Pax-Holland) De eerste tekst was dus vervalscht geweest en in Frankrijk was door de geheele pers reeds beroering gewekt. Wij herinneren ons zelf in die spannende da gen een ander feit te hebben medegemaakt. We hadden 's avonds vernomen, dat op de Neder- landsche redacties een bericht over mobilisatie in Duitschland door een officieele tegenspraak was gevolgd. Op ons aandringen werd door een Parijsch hoofdredacteur om middernacht Havas opgebeld om nadere bevestiging van het Duit- sche mobilisatiebevel te vragen. Zelfs om één uur in den nacht hield Havas de juistheid van zijn mededeeling vol, maar toen de provinciale edities en de eerste ochtendedities reeds ge draaid hadden, kw(am het met de mededeeling, dat het z'n vertegenwoordiger bij het D.N.B. te Berlijn nog eens had opgebeld, en dat deze nu verklaard had dat het gerucht in den loop van den avond officieel was tegengesproken. Het was niet onbekend, aat Havas een ge vaar voor het land was, maar er was geen macht die de. trust, die jaarlijks tientallen „Dreeman," zei de burgemeester tot een van z'n dorpsgenooten, „wil je, dat ik je een voor- deeligen tip geef?" „Natuurlijk, heel graag, burgemeester." „Je hebt een schilderij van Wagtendonk, ge loof ik, een zeegezicht...." Dit zeggend, haalde de burgervader een brief uit z'n zak en gaf hem aan Dreeman. „Hij vraagt, of hier iemand schilderijen van dien schilder heeft," zei Dreeman. „Ja, 't is een bekende verzamelaar en schat rijk. Als hij een schilderij wil hebben, koopt hij 't, maar hij ziet er zoo goedkoop mogelijk aan te komen. Ik heb hem naar jou verwezen, Dreeman." Daarop gaf de burgemeester nog een paar in lichtingen. Mijnheer Dooring was een slimme- ling. Hij nam z'n menschen mee uit eten, praatte metzach- te en innemende I totdat hij z'n zin Dreeman gaf den brief terug en vertelde van Wagtendonk, een raren kerel, die vroeger commensaal bij hem geweest was. „Maar z'n werk k tegenwoordig erg in de mode," verklaarde de burgemeester. „Er wordt om z'n schilderijen en teekeningen gevochten, hoor. Menschen, die er nog al wat van hadden, zijn er rijk door geworden. Enfin, wees maar blij, dat jij er ook een hebt. Doe er je voordeel mee." „We vinden het niet eens mooi, en ik dacht, dat 't niets waard was," zei Dreeman weer. „Dan weet je nu beter. Dat schilderij is mis schien een kapitaal waard." Dreeman bedankte en groette den burgemees ter en liep langzaam verder. „Zeg, Hanna," zei hij tegen z'n vrouw, „weet je nog wel van dien schilder, die ons twee maanden pension schuldig is gebleven?" „Of ik het weet," antwoordde Hanna, „al Is het ook al meer dan twintig jaar geleden." „Juist." En haar man vertelde, wat de burge meester hem gezegd had. Hanna luisterde verwonderd. „Pas maar op, Jan," waarschuwde ze, „dat je 't schilderij niet voor een kleinigheid afgeeft." „Ik vraag er duizend gulden voor," zei haar man. „Als hij dan afdingt, kan hij 't voor vier honderd krijgen." Twee dagen later hield een mooie auto voor de eenvoudige boerenwoning stil. „Bent u Jan Dreeman?" vroeg de goed ge- kleede eigenaar, die tevens chauffeerde. „Mijn naam is Frederik Dooring." „Dat dacht ik al," zei Dreeman. Dooring glimlachte innemend en maakte een paar vleiende opmerkingen over Dreeman's wo ning. Hanna keek wantrouwend, toen ze de voorkamer binnen traden. Daar hing het zee gezicht van Wagtendonk aan den muur. Dooring zette z'n bril op en bekeek het schil derstuk lang en kritisch. Daarna keek hij Jan kalm aan en glimlachte weer. „Komt u vanmiddag om half zeven in 't hotel," noodigde hij uit, „dan dineeren we daar samen en kunnen onderwijl praten." Prompt half zeven verscheen Jan Dreeman in de eetzaal van 't hotel. „Goeden middag," groette de man uit de stad. „U bent mooi op tijd." „Goeden avond," zei Dreeman en ging zitten. „U beschouwt u maar als mijn gast," lachte Dooring. „Neemt u 't er maar goed van. Over onzen handel in kwestie spreken we later wel. Vandaag laten we de vermaken vóór de zaken gaan." „U bent hier in de buurt zeker niet zoo be kend?" zei Dreeman- „U gaat zeker 't meest met stadsvolk om." Z'n gastheer noodde vriendelijk: „Begint u maar met een flink stuk gember, mijnheer Dreeman. Dat krijg je niet overal „Over die schilderij moeten we elkaar goed begrijpen, mijnheer Dooring. 't Is een speciaal souvenir van Wagtendonk voor Hanna en mij. We konden uitstekend met elkaar overweg. We zijn er nog al aan gehecht, moet u weten." Dreeman zat met z'n vork in de glibberige gemberklonten te roeren. „U schrikt toch niet te gauw, mijnheer Dooring?" ging hij voort. „Ik wil er een behoor lijken prijs voor hebben." Frederik Dooring lachte hartelijk. „Mijnheer Dreeman," sprak hij, „ik ben bereid tweehon derd gulden voor uw Wagtendonk neer te tel len. „Hoe vindt u dat, zoo'n handvol geld?" Jan Dreeman zat met een dik stuk gember in z'n mond. Hij zei niets. „Nu, wat zegt u van mijn bod, tweehonderd gulden?" Geen antwoord. „Vierhonderd!" Jan zweeg, z'n gezicht stond boos. „Vijfhonderd! Hoeveel wou je dan hebben, man? Duizend!" Jan's gezicht bleef knorrig, ontoeschietelijk. „Tweeduizend!" De beide mannen keken elkaar aan. Mijnheer Dooring kreeg een kleur als een biet; de andere werd paarsig. „Je wilt 't zeker niet kwijt, hè? Nou, drie duizend! En da's m'n laatste woord. Ja of neen?" Eindelijk knikte Dreeman en de schildërijen- verzamelaair haalde z'n portefeuille te voor schijn. „Ik kon geen woord zeggen, ik kon 't niet," zei Jan later tegen Hanna, op een toon, alsof hij een misdaad had begaan, ,,'t Kwam door die taaie gember. Mijnheer Dooring wilde met alle geweld, dat ik eer stuk nam. Ik deed 't en toen kon ik m'n valsche tanden niet meer van elkaar krijgen. Anders had ik al bij vierhonderd: ja, gezegd." (Nadruk verboden) millioenen winst kon maken, durfde aanpak ken. Eerst de katastrophe en de daarop gevolg de nationale revolutie hebben het mogelijk gemaakt, dat met geheimzinnige grootmachten als Havas kon worden afgerekend. Een van de eerste daden van maarschalk Pétain was, de berichtgeving van Havas te controleeren en den trust te laten verdwijnen. Het nieuwsagentschap werd eenvoudig genaast, uit het complex van Havasdiensten gelicht en onder staatscontrole geplaatst, zoodat het nu een officieele dienst is geworden onder volkomen toezicht van de re geering. En daarmee is tevens de zuivering van de diensten aangebroken. Havas was niet de eenige kluister voor de pers. Kr. ISTANBOEL, 4 April. (Stefani). De Turksche regeering heeft bij het parlement een wetsont werp ingediend, waarin zij machtiging vraagt om zoo noodig den opleidingstijd voor onder officieren te verlagen van zes tot 4 maanden. MONTEVIDEO, 4 April (D.N.B.). Volgens een officieele statistiek over de haven, uitgegeven door de plaatselijke autoriteiten, deden in nor male tijden per maand ongeveer dertig Brlt- sche schepen met een inhoud van 150.000 b r.t. de haven van Montevideo aan. In de maanden December 1940 en Januari 1941 zijn volgens deze statistiek slechts zeven Britsche koopvaar dijschepen de haven binnengeloopen. In Fe bruari waren het er slechts vijf met een totalen inhoud van 19.000 b.r.t. BEIROET, 4 April. (D. N. B.) De Engelsche autoriteiten' hebben in Palestina stukken grond, die eigendom zijn van de religieuze stichting der Mohammedanen, de Wafk, aan Joodsche immigranten toegewezen. Onder de Arabische bevolking van Palestina heerscht hierover de grootste verbittering. Vijftien oele- ma's hebben tegen de schending van de reli gieuze gebruiken door officieele Britsche in stanties geprotesteerd. NEW YORK, 4 April. (D. N. B.) Het New Yorksche gerecht heeft bevel gegeven tot ar restatie van Father Divine. Zooals men zich herinneren zal Is Father Divine een neger, die het hoofd is van een secte, die vele aan hangers telt onder de negers. De New Yorksche effectenbeurs opende van daag bij levendigen handel prijshoudend. De meeste openingskoersen wezen fractioneele ver beteringen aan. Spoedig echter werd de handel kalmer, terwijl het koersbeeld verdeeld werd. Kleine koerswinsten waren weliswaar voorloo- pig nog in de meerderheid. Staalwaarden en spoorwegfondsen bleken bij zonder goed weerstand te bieden, doch later was de toenemende terughoudendheid, die er door de koopers werd getoond, alsmede de vrij groote realisaties oorzaak van een verder af brokkelen der noteeringen. De koersverbeterin- gen krompen tot een minimalen omvang in en werden zelfs ten deele in kleine koersverliezen omgezet. Bij de dalende koersbeweg'ng konden behalve de beide genoemde fondsengroepen ook petroleum- en rubberwaarden het best hun koerswinsten behouden, daar de handel in deze fondsen nog tamelijk levendig bleef. In alle overige afdeelingen namen de koers dalingen als gevolg van de verminderde vraag steeds grootere afmetingen aan. Daarbij liet zich, behalve den wensch om met het oog op het ko mende weekeinde geen nieuwe verplichtingen aan te gaan, ook de toenemende bezorgdheid aangaande de stakingsbeweging gelden. Men houdt het namelijk niet voor uitgesloten, dat de komende dagen eerder een verergering dan een verbetering in dit opzicht zullen brengen. Tij dens het laatste beursuur gaf de handel geen opleving meer te zien en in de koersen ontston den slechts schommelingen van fractioneele beteekenis. De beurs sloot nauwelijks prijshou dend. Vandaag werden 789 fondsen verhandeld. Daarvan zijn er 307 in koers gestegen, 246 ge daald. De noteeringen der 236 overige bleven onveranderd. Slotk. Slotk. Slotk. Slotk. NEW-YORK 4/4 3/4 2/4 1/4 Allied Chem156% 156 154% 154% American Can 89 8914 8614 8714 Am. Smelting 4014 40% 3994 40 Amer Tel Tel 160% 16114 161% 161% Am. Tobacco B 69% 6994 69% 69 Anac. Copper 25 25% 24% 2414 Atchis Topeka 27% 2794 2594 25% Baltim. Ohio 4 4% 3% 3% Bethlehem St78 78% 7794 77 Canada Pacif4 4 4% 414 Chrysler Corp64% 6494 63 63 Cons Edison 20% 20% 2094 20% Delaw Huds 10% 11 10 10 Eastman Kod 135% 136% 134% 135 Gener Electrjc 32% 33 32% 32 Gen. Motors 42% 43 4294 42% Hudson Motor 3% 3% 3% 3% Intern. Nickel 28% 28% 2794 2794 Int. Tel. a Tel. 2% 2% 2% 2% N. Y. Central1394 1294 13% 12% Pennsylvania 25 24% 24% 24% Radio Corp4 4 4 4 St. Oil N.-Jers 36% 36% 35% 35 Union Pacific 79% 79% 78% 78% Un. St. Rubber 24% 24% 23% 2294 Un. St. Steel 5794 58% 57% 56% Westing house 96% 94% 94 94% Woolworth 29% 30% 29% 29% laten, t ex-div„ ex-recht., ex-coup., t bied. WISSELKOERSEN NEW YORK, 4/4 3/4 4/4 3/4 A'dam c. .4.03% 4".03% Weenen - 4.75% 4.75% Londen 4.74% 4.74% stockh. ..23.84 23.84 Pariis 2.33 2.33 Montreal 87.00 87.00 Berlijn ..40.07 40.07 Mntr.Lnd. 4.7394 4.7394 Brussel B. Aires P. 23.15 23.15 Rome 5.05 5.05 D.Aires M. 23.15 23.15 Madrid 9.25 9.25 York c. 23.45t 23.45f Zwitserl. 23.22 23.22 Shanghai 5.44 5.42 Zw. vrll ..23.24 23.26 t - 23.45-46. Commissarissen en Directie van de N.V. Rubber Cultuur Maatschappij „Amster dam" hebben besloten, op grond van de hun over het boekjaar 1940 ten dienste staande gegevens een voorloopige dividend- uitkeering te doen van 7 pet. over het boekjaar 1940. Of deze uitkeering later nog door eenig slotdividend zal kunnen worden gevolgd, kan thans nog niet met zekerheid worden gezegd. Over het boekjaar 1939 keerde Amsterdam Rubber een dividend van 10 pet. ineens uit. Koersen voor stortingen op 5 Aprü 1941 tegen verplichtingen luidende in: Belga's 30.1432. Zwitsersche francs 43.56. Fransche francs 3.768. Lires 9.87. Deensche kronen 36.37. Noorsche kronen 42.82. Zweedsche kronen 44.85. Tsjechische kronen (oude schulden) 6.42. Dinar (oude schulden) 3.43. Dinar (nieuwe schulden) 4.23. Turksche ponden 1-45 >4. Lewa 2.30. Pengö (oude schulden) 36.519. Pengö (nieuwe schulden) 45.89. Zloty (oude schulden) 35.— Zloty (nieuwe schulden) 37.68. 15 (Nadruk verboden) Henderson's beurt om te deelen was gekomen. Hfj hield de kaarten in de hand en vroeg op vlakken toon: „Weten jullie, dat Jerome gis terenavond is vermoord?" De drie zagen hem aan, alsof ze plotseling aan zijn verstand twijfelden, Er viel een zwijgen. Henderson's gezicht stond strak, ernstig, terwijl hij hen om beurt aankeek. Met de seconde werd de situatie pijnlijker. Want zóóveel waren zij wel gaan begrijpen, dat 't Henderson niet om 't meedeelen van een schokkend nieuwtje was te doen geweest. Zijn gansche houding wees er op, dat hij zijn medespelers verdacht, er méér van te weten. Totdat Melchior sprak en daarmee de be klemming week. „Wat voor dwaasheid vertel je? Jerome is verdronken bijna een maand ge leden." „Toch niet. Gisterenavond kwam hij met een jacht naar 't eiland. Hij had stevig gepimpeld en werd vermoord terwijl hij zijn roes uitsliep t Zou me heelemaal niet verwonderen, als een van jullie de toedracht kon meedeelen." Lawrence sloeg met de vlakke hand op tafel. „Een insinuatie! Hoe waag je 't, zooiets te zeggen?" „Je ziet ze vliegen, kerel!" viel Soper uit. Melchior gebaarde hun te zwijgen. „Ik ben de oudste, ik zal 't woord doen. Als Henderson de portée van zijn bewering beseft, en van een advocaat mag. 'k dat veronderstellen, zal hij niet in gebreke blijven, 't bewijs te leveren. We be ginnen bij 't begin. Volgens jou werd Jefome vermoord, nietwaar?" Henderson knikte. „We gaan straks naar de plaats, waar zijn ïyk ligt." „Uitstekend. Op één voorwaarde in gezel schap van politie. Jij zegt, dat 't moord is. Hoe gebeurde 't? Werd Jerome doodgeschoten? Doodgestoken? Gewurgd?" „Hij verdronk." „Dat wil zeggen hij werd verdronken, niet?" „Precies. „Dan zullen sporen van geweld op 't lijk wor den aangetroffen." „Neen. Zoo dom was de moordenaar niet. Jerome had hem tot een onderhoud geforceerd. Maar de misdadiger bofte op zeldzame manier: Jerome lag beschonken In zyn kooi en van die omstandigheid maakte de schurk gebruik. Hij bracht 't jacht tot zinken, waaischynlijk door de buitenboordkraan open te zetten. Hoe 't precies gebeurde, zal blijken als de boot is gelicht." „Wanneer dat je bewijzen zijn. kan 'k je er niet mee feliciteeren. Voor een advocaat kon 't als niet pooverder. Indien je geen getuige weet voor te brengen, zal niemand een penny voor je beweringen geven. Wat niet wegneemt, dat je één van ons toch maar in bedekte termen van moord durft beschuldigen." „Dat doe 'k, ja\ Eén van jullie drieën is de dader, 't kan niet anders." Melchior's aderen aan de slapen zwollen „Ben je bereid, in 't openbaar te verklaren, dat ik myn broer Jerome heb vermoord?" „Of ik?" snauwde Lawrence, ,,'k Sta er op, dat oogenblikkelijk de politie van 't gebeurde in kennis wordt gesteld!" „Een moment," kalmeerde Henderson. „Nie mand is door mij op den man af beschuldigd, bedenk dat wel. Ik zou eveneens er vlak vóór zijn, zonder uitstel 't geval aan de politie voor te leggen, maar mijn handen zijn in zekeren zin gebonden. Anthony Moncrieff wil, als dat kan. de kwestie onder ons zien uitgemaakt. Laten we beginnen met te doen, wat hij wenscht. 't Staat vast, dat jullie drieën gisterenavond laat 't huis zyn uitgegaan." „Jij soms niet?" blafte Melchior. „En Peckham? Miss Mason?" voegde Soper er furieus aan toe. ,,'k Zonder niemand uit," antwoordde Hen derson rustig. „Ieder van ons zal op zyn woord van eer verklaren, waar hy gisterenavond na half tien was, en wat hij heeft gedaan. De moord op Jerome is een uitvloeisel van dien op Archie. We bepalen onze aandacht daarom eerst bij 19 Tuli Melchior kwam om vijf uur met zijn oom uit Glasgow. Den avond bracht hy gedeeltelijk door met visschen, gedeeltelijk met kaartspelen op 't Jacht van een kennis, naar hy beweert." „Niet naar Ik beweer!" beet Melchior van zich af. „Je bent zeldzaam beleedigend, Henderson!" „Toen 't ongeluk met Archie gebeurde," zei Lawrence, zich tot kaljnte dwingend, „was 'k naar Newcastle voor een zakelijke conferentie. Om acht uur had 'k bij me thuis een bespreking met twee te goeder naam en faam bekend staande Glasgowsche ingezetenen." „Ik vertrok om 5.44 uit Glasgow naar Londen," deelde Soper op agressieven toon mede. ,,'k Heb een alibi, dat klinkt als een klok. Maar ik be waar 't voor de politie, 't Gaat jou geen snars aan. 'k Begrijp eigenlijk niet, waar jy je mee bemoeit, kerel!" Melchior legde Soper 't zwijgen op en wendde zich tot Henderson. „Volgens jou kwam Jerome met een jacht. Verklaar eens, waar hij 't geld vandaan had. Hy zat altijd op zwart zaad. Waar heeft hij al dien tijd van geleefd? Ik beschuldig nooit in de ruimte, Henderson. Neem er dus nota van, dat 'k maar vraag kan Archie niet door Jerome zijn vermoord? Als hij stevig had gedronken, was hy tot ongeveer alles m staat. Er is nog een andere verklaring voor 't geval. Jij zegt, dat hy ook gisterenavond 'n flink stuk in zyn kraag had. Wanneer je er niet op los gefantaseerd hebt is 't dan zoo gek, dat Jerome in dronkenschap zelf 't ongeluk met 't iacht veroorzaakte?" „Laten we er een eind aan maken, Melchior!" Lawrence keek van zijn broer naar Henderson. „Neem de telefoon bel de politie!" „Je weet, waarom ik 't niet doe. Je oom is er tegen. Hy wil geen officieel ingrypen, vóór alles is gedaan, om Archie's moordenaar uit eigen beweging tot bekentenis te brengen. Dit moet 'k jullie zeggen Anthony twyfelt er evenmin aan, of de dader is één van de onzen. Daarom zyn jullie bereid, je aan een proef te onder werpen?" Melchior trok de, wenkbrauwen op. „Een proef, zeg je? Wat voor een proef?" ,,'k Garandeer niet, dat ze succes heeft. De bedoeling is, jullie eenige vragen te stellen en 't antwoord door de camera te laten vastleggen." „Door de camera?" herhaalde Soper gerekt. Hij tikte met een vinger tegen 't voorhoofd. Lawrence lachte zachtjes, ,,'k Snap, waar Henderson heen wil. Hij denkt, dat de dader zich door een blik in de oogen zal verraden. Oom Anthony bezit een buitengewoon gevoe lige camera. Alle menschen!" Hij gichelde. „Stel je voor, Melchior, dat zoo'n stukje cellu loid uitmaakte, dat jij de zondaar bent ge weest!" „Hou je aardigheden voor je, of loos ze aan 't adres van een ander!" repliceerde Melchior woest. „Jerome was. even goed myn broer als de jouwe, niet?" Henderson bezwoer den opstekenden storm. „Ik kwam op 't Idee door iets, dat 'k onlangs las. De schryver beweerde, dat een uiterst ge voelige camera de geringste trekking van de gelaatspieren vast legt van oogen, ooren, mond en neus. Volgens dat artikel kan een ver stokt misdadiger onder alle ondervragingen zyn cynisme bewaren, maar verliest hy zyn zekerheid, en daarmee de zelfcontróle, als hy voor een camera wordt geplaatst." „Je voorstel heeft allemachtig veel van een ultimatum." zei Melchior norsch. „Als we er niet op ingaan, dan „Ik doe het niet", barstte Soper uit. „Voor zoo'n misselijke vertooning ben 'k niet te vin den „Maak je niet dik! Waarom Henderson's for midabel idee te verwerpen?" Lawrence vouw de de handen in den nek. „Ik mag wel een af- wisseiingetje op een taaien Zondagmorgen." „Allright." Henderson ging naar de huis kamer en droeg Anthony's toestel naar buiten. De oude heer volgde; na een kort onderzoek wees hy de plek, waar hij 't wilde opgesteld heb ben. Een gespannen stilte hing onder 't treffen van de laatste voorbereidingen. „In orde, Derreck," zei Anthony ten slotte. „Breng den motor op gang." „Hoe moet 't staand, zittend?" vroeg Mel chior met wrange scherts. „U kunt 't krygen zooals u 't hebben wilt. Ik als oudste zal me 't eerst aan de moderne foltering onderwerpen tenzy een ander hoogere rechten kan doen gelden." „Zittend," besliste Henderson, na Anthony met de oogen te hebben geraadpleegd. „Wel zoo gemakkelijk." Melchior nam plaats op den stoel, dien Henderson gereed had gezet. „Camera!" schreeuwde Soper. Hij lachte blaffend „Wel ja! Waarom zouden we niet doen, of we in Hollywood zijn?" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 2