Laatste Nieuws
dz fi&tn&a
erus
zielen
STADÜ0EUWS
ZATERDAG 5 APRIL 1941
WAAR
THANS 98.000 TON
VERNIETIGD
De bespreking te Manilla van
Sir Robert Brooke Popham
D1PL0" BESPREEKT DE
HONGERBLOKKADE
Normale schooltijden
Duitsch weermachtsbericht
(Gedeeltelijk gecorrigeerd)
REMBRANDT-THEATER
Verdere opmarsch in
Noord-Afrika
Non-Stop Variété
Gebruik van den vlootbasis te
Singaport door Ameri-
kaansche vloot
Curt Götz en Paul Henckels in een muzikale scène ii\ de film „Het congres
amuseert zich"
(Foto Tobis)
CINEMA PALACE
De laatste ronde
Wijzigingen in het kabinet
te Tsjoengking
Ambassadeur te Londen wordt
minister van Buitenl. Zaken
Een miskend Zuid-Afri-
kaansch dichter
LUXOR
Zijn beste vriend
SPAARNE-THEATER
Ernstig geval van steunfraude
Vivere
Het Nederlandsche
muziekleven
Schip verloren door schuld
van gezagvoerder
Raad voor de Scheepvaart legt
zware straf op
Nog een kapitein bestraft
CONGRES AMUSEERT
ZICH
Vanaf 22 April
Een zotte film in Frans Hals
OMZETBELASTING VAN
VEE
STEDELIJK ORKEST VAN
DUSSELDORF
HET ROODE KRUIS
24 April in Haarlem
BERLIJN, 4 April (D.N.B.). Het opperbe
vel van de weermacht maakt bekend:
Duikbooten hebben in het noordelijk deel
van den Atlantischen Oceaan 88.616 br.ton
vijandelijke koopvaardijscheepsruimte tot
zinken gebracht. Daarvan werden alleen
van een voor Engeland bestemd krachtig
beschermd konvooi tien schepen met 58.000
br. ton beschoten en tot zinken gebracht.
Bovendien werd een schip van ongeveer
12.000 br. ton zwaar beschadigd.
Zooals reeds in een extra bericht is gemeld,
is de achtervolging der in Noord-Airika bij
Marsa el Brega door Duitsche en Italiaanscbe
formaties bestookte Engelschen op den 2en April
voortgezet. Agedabia is ingenomen en Zuetina
bereikt. De vijand bevindt zich op haastigen af
tocht naar het Noorden.
Het aantal gevangenen alsmede de buit
aan gepantserde en ongepantserde voertuigen
zijn aanzienlijk. De eigen verliezen zijn buiten
gewoon gering. Op 3 April hebben de Duitsch-
Italiaansche troepen bij het verdere oprukken
G-hemines bereikt. Tijdens zijn terugtrekkende
beweging heeft de vijand, volgens zijn eigen be
richt, ook Benghazi ontruimd.
Aanvallen van het luchtwapen op scheeps-
doelen in het zeegebied om Engeland en in het
gebied van de Middellandsche Zee hadden
ook gisteren goed succes. Voor de Schotsche
Oostkust brachten gevechtsvliegtuigen twee
koopvaardijschepen met tezamen 10.000 br. ton
tot zinken en beschadigden twee andere groote
schepen op ernstige wijze. Ten Westen van
Kreta werd een door kruisers en torpedojagers
krachtig beschermd convooi aangevallen Een
groot transportschip geraakte na twee bom-
voltreffers in brand, en moet als waarschijnlijk
verloren beschouwd worden.
Binnen het bestek der gewapende verkenning
werden vliegvelden van het Britsche eiland
doeltreffend met bommen bestookt. Sterke for
maties gevechtsvliegtuigen bombardeerden in
den nacht van 3 op 4 April opnieuw de haven
werken van Bristol. Een reeks groote branden
kon worden waargenomen. Andere doeltreffen
de aanvallen waren gericht op belangrijke mi
litaire installaties aan de Zuid- en Oostkust
van het eiland. Stelselmatig werd voortgegaan
met het leggen van mijnen voor Engelsche ha
vens.
De vijand vloog ook gisteren noch overdag
noch des nachts naar het gebied van het Duit
sche rijk.
Bij de jongste successen op de Britsche koop-
vaardijscheepvaart in het Nooordelïjke deel van
den Atlantischen Oceaan hebben zich de on
derzeebooten onder leiding van den luitenant
ter zee ie klasse Rosenbaum en den luitenant
ter zee tweede klasse Endrass bijzonder on
derscheiden.
gezien heeft, waarop de groote man samen met
het aardige meisje voorkomt. Hoe moet dat nu
verder? Cavershoot smeedt stoute plannen en
zal zijn vrouw doen gelooven, dat het meisje
zijn dochter is, waar hij nooit over gesproken
heeft. Maar Joséphine begrijpt er alles van,
zegt echter niets, vertroetelt de „dochter'' en
verwekt de zotste situaties. Het meisje zelf be
gint wroeging te krijgen tegenover zooveel lief
heid van de zijde harer „stiefmoeder" en ver
dwijnt weer naar Parijs, samen met den troep
van de revue, die Cavershoot is komen bezoe
ken en juist verschijnt op het oogenblik, dat de
Napoleonkenner een soirée musicale in zijn tuin
geeft. Hoe deze soirée er uit ziet en wat er
allemaal gebeurt, en hoe man en vrouw tot
eensgezindheid geraken en de weggeloopen juf
frouw terughalen om haar als geadopteerde
dochter weer in huis te halen, dit alles moet
men maar eens gaan zien, want het is niet
doenlijk de dwaasheden, waarmede dit alles ge
paard gaat, in den breede na te vertellen.
Soms lijkt de film heelemaal niet op een film,
om plotseling en juist in zijn vermakelijkste
oogenblikken uitstekende filmtaal te spreken.
Kortom, wie zich in staat voelt een ten top
gevoerden kolder te savoureeren, weet waar hij
terecht kan. Het zal hem niet spijten.
De film is voor achttien jaar.
Het is een fantastische show, die de directie
van het Rembrandl-theater deze week het pu
bliek biedt. Het filmdoek is op nonactief ge
steld. in den orkestbak heeft een dapper orkest
onder leiding van John Brockhous Macharty
een plaats gekregen en op het tooneel worden
dertien wereid-attraclies in volle vaart afge
werkt. Wat wenscht u? Een wild-west-sensatie
met lasso- of messenwerpers en knallende zwee-
pen? Ze zijn er. Een kunstfluiter, die Hongaar-
sche rhapsodieën ten gehoore brengt? Hij is er.
Acrobaten op het rijwiel of op de rolschaats?
Ze zijn er. Een trapezewerkster, die gevaarüjkp
capriolen in het luchtruim maakt? Gij kurf
haar bewonderen. Wilt u lachen? Er zijn ver
schillende jongleurnummers met clowns, die op
werkelijk geestige wijze het publiek vermaken
Het Rembrandt-theater is echter niet in een
circus omgebouwd en daarom krijgt u ook een
conferencier te hooren, wiens naam Daan
Hcoykaas is en die vooral succes zal oogsten
met zijn ernstig liedje: „Als het klokje van
zeven slaat". Ook het vermaarde radio-ensem
ble „De Song-Singers" geeft enkele melodieuze
liedjes ten beste. Het kwartet sloot met het
vaderlandsche lied „Waar de blanke top der
duinen", waarop een daverend applaus volgde.
Wat hebben we Nederland toch lief.
Een elastisch wonder is nauwelijks van het
tooneel verdwenen of twee tapdancers verzor
gen weer een heel ander nummer, al moeten
ook zij elastische beenen hebben. Het is mis
schien mogeltik, dat we een der vele attracties
vergeten hebben, maar ze zijn alle bijzonder
goed verzorgd en iedere artist speelt met eer»
eigen décor en onder de fiksche tonen van
het onvermoeide orkest.
Er moet ons ten slotte iets van het hart: Hoe
is het mogelijk, dat dit alles in een bioscoop
zaal getoond kan worden? Het antwoord komt
er niet op aan, want het bewijs is geleverd
Den samensteller van dit Non-Stop Variété
moet een pluim op zijn hoed gezet worden voor
de wijze, waarop hü Nederlandsche artister.
heeft samengebracht in een verband, waarvan
nog veel te verwachten is.
TOKIO, 4 April (D.N.B.) De Britsche op
perbevelhebber in Oost-Azië, Sir Robert Brooke
Popham, is, na de besprekingen met het op
perbevel van de op de Philippijnen gestation-
neerde Amerikaansche eenheden, hedenochtend
naar Hongkong gevlogen. Tien Britsche offi
cieren zijn in Manilla gebleven om de besprekin
gen voort te zetten. Het blad Tokio Nitsji
Nitsji meldt voorts, dat Brooke Popham Over
enkele dagen nog eens naar Manilla zal komen,
vanwaar hij dan met zijn staf naar Singapore
zal terugkeeren. De besprekingen, welke gis
teren gevoerd zijn tusschen Brooke Popham
en Amerikaansche generaals te Manilla, zouden
betrekking gehad hebben op het gebruik van
het vlootstation Singapore door de Amerikaan
sche marine in het geval de toestand in het
Verre Oosten zich toespitst.
Uit Sjanghai meldt SP.T.: Ofschoon van of-
ficieele zijde het bezoek van den Britschen
luchtmaarschalk, Sir Robert Brooke Popham,
aan de havenstad Carite, op het Philippijnsche
eiland Luzon, als een „beleefdheidsbezoek" wordt
aangeduid, beschouwt men hier de ontmoeting
tusschen Sir Robert Brooke Popham en den
opperbevelhebber van de Pacific-vloot der Ver-
eenigde Staten, vice-admiraal Thomas C. Hart,
als het besluit van een serie militaire bespre
kingen, die te Singapore, Nieuw-Zeeland, Aus
tralië en Hongkong gevoerd zijn.
gen en tragisch geteisterd leven in 1936 gestor
ven is.
Hoewel Marais naast zijn verschillende ver
tellingen en novellen, enkele dierstudies en twee
drama's slechts weinige gedichten heeft ge
schreven, noemt H. Bonger hem een groot dich
ter. „Het lijkt nauwelijks verantwoord om den
schrijver van slechts vijf en twintig oorspronke
lijke verzen een groot dichter te noemen, in den
zin waarin Slauerhoff, Rimbaud, Donne of Bau
delaire groote dichters zijn, en toch durf ik hem
onder deze grooten te rangschikken. Zijn werk
omvat een vijfentwintigtal gedichten, het had
den er honderd kunnen zijn, maar de essentie
van zijn dichterschap komt uit deze weinige
verzen volkomen helder voor ons te staan. Er
zijn uitingen bekend van dichters, die hun leven
lang zoeken naar het eene vers, dat zij willen
schrijven en waarin zij alles zullen zeggen wat
zij te zeggen hebben, de overige voorstudies en
pogingen zooals alle schetsen en schilderijen
van Degas, volgens zijn zeggen, studies zijn tot
het eene schilderij dat hij had willen schilderen
maar dat hij nooit geschilderd heeft. De verzen
van Marais bezitten die volmaaktheid van zeg
gen, die volkomen uitgebalanceerde harmonie
tusschen „het geheele leven" en „het moment
der inspiratie," de volledige harmonie tusschen
denken en voelen, en bezitten vooral dat zeld
zame element van waarheid en waarachtigheid
dat maar hoogst zelden wordt aangetroffen.
Wanneer Zuid Afrika, wat de poëzie betreft,
den kinderschoenen ontwassen zal zijn, dan zul
len de weinige gedichten van Marais beschouwd
worden als een onvergankelijk taalmonument en
de verwondering zal niet verflauwen over het
feit, dat het mogelijk was, dat een land met
een zoo korte letterkundige traditie een zoon
heeft voortgebracht, die „uit die staanspoor uit"
een top bereikt heeft die in een land mèt let
terkundige traditie na moeizamen generatie-
langen klim meestal nog niet bereikt is.
Deze film bewijst weer eens opnieuw, dat
er een groot verschil is tusschen roem en succes,
zooals de wereld die aanschouwt, en de werke
lijkheid van gemis en onthouding van schier
elk genoegen, gevoegd bij een voortdurende
zware training, die de bokssport nu eenmaal
eischt.
De hoofdpersoon is de bokser Eddy Steel, die
bijna op het toppunt van roem staat, maar de
weelde dan niet langer kan dragen en verzeild
raakt in nachtlokalen, waar hij door een vrouw
diep in de schulden komt. Hij vernietigt ten
slotte zijn heele carrière als hij zich inlaat met
zwendelaars, die hem pogen te dooden. Hij ont
snapt op het kantje af en vertrekt van Amerika
naar Duitschland, waar hij na eenigen tijd zijr
ouden manager terugvindt.
Ze ontdekken dan samen een nieuw boks-
talent, genaamd Felix Frank, die snel vorderin
gen maakt doch na vele overwinningen den
zelfden kant als zijn leermeester dreigt op te
gaan. Het lot wil dat Felix verliefd wordt op de
zelfde vrouw als eertijds zijn trainer en dit
brengt een breuk in de vriendschap die op het
eind van de film echter weer geheeld wordt als
Eddy Steel, oorspronkelijk tegen zijn wil, doch
door toedoen van de vrouw, Frank bijstaat bij
zijn laatste ronde, waardoor deze kampioen
wordt.
Liefhebbers van deze sport, mits zij volwassen
zijn. kunnen aan de film ongetwijfeld hun hart
ophalen.
TSJOENGKING, 3 April. (S.P.T.)Donderdag
avond zijn eenige veranderingen in de regeering
van Tsjang Kai Sjek bekend gemaakt. Officieel
wordt medegedeeld, dat de m'nister van Buiten-
landsche Zaken. Wang Tsjoeng Huie. afgetre
den is. Zijn plaats is door Kwo Tai Sji ingeno
men, die thans ambassadeur te Londen is. De
huidige vice-m'nister voor Industrie, Liu Wei
Tze, is tot minister voor Overzeesche Aangele
genheden benoemd. Na de vergadering van den
nationalen raad zullen nog eenige wijzigingen in
de regeering bekend gemaakt worden.
Er bestaat onder het Nederlandsche publiek
wederom een groeiende belangstelling voor het
werk van Louis Couperus. Daarvan getuigt de
heruitgave van zijn „Boeken der kleine zielen",
waarover pater Dr. J. van Heugten S.J. in het
Maartnummer van „Boekenschouw" een belang
wekkende beschouwing heeft geschreven.
„Deze „Boeken der kleine zielen", aldus pater
van Heugten, zijn langzamerhand in het midden
der belangstelling in C-ouperus' uitgebreid oeuvre
komen te staan. En met recht! Als het verbeel
den van den mensch in zijn hoogte en diepte de
eigenlijke kunst van den roman vormt, dan is er
moeilijk een tweede Nederlandsch boek boven,
misschien zelfs naast deze bewonderenswaardig
verbeelde familiegalerij te stellen. Ondanks al
zijn beperktheden, zijn zwakke momenten, zijn
neergangsstemming, zijn vaak bedompte atmos
feer is het een boek zoo levend en natuurnabij,
dat men het de bijna veertig jaren, die sinds zijn
ontstaan voorbij gingen, nauwelijks aanvoelt. Dat
een HaagSche familieroman van veertig jaar te
rug tallooze Haagsche en tallooze familieromans
doet vergeten, pleit voor zijn waarde en besten
digheid. Toen Couperus hem te Nice schreef,
had hij Holland, naar hij dacht, voorgoed verla
ten. Het werk was een afrekening met Holland,
met Den Haag, met al wat hem in het vader
land tegenstond, het mistige zonlooze klimaat,
de karige Hollandsche levenskunst, het uitzicht-
looze in de Hollandsche samenleving. Dit alles is
voelbaar in het boek, hoewel alle bitterheid of
rancune eraan ontbreekt. Couperus heeft kleine
zielen willen verbeelden en het wemelt dan ook
van kleine benepen figuren in den roman, maar
het is alles zoo menschelijk, met zoo innige deel
neming en zoo voorname onpartijdigheid geschre
ven. dat de indruk, over bij uitstek kleine zie
len te lezen, spoedig vervaagt. Men leest eenvou
dig over menschen, over gelukshongerige men-
schen die onder den druk van een familienood
lot schijnen te leven en de een na den ander
daaraan ondergaan.
In het uitbeelden dezer kringen, waarin over-
geciviliseerde menschen hun doel- en zinloos ge
worden leven slijten, menschen met gevoelige
organen, die niet in de toekomst zien doch
lijden aan een drukkend verleden en voor wie
het leven in geen enkel opzicht een taak be-
teekent doch slechts een in altijd eenderen stijl
herhaalde sleur, is Couperus een grootmeester.
„Eline Vere", zijn eerste roman, reeds zoo rijk
aan genuanceerde menschelijkheid, een boek zoo
levendig en bewogen, zoo psychologisch verant
woord en zuiver van styleering, is het voorspel
tot deze „Boeken der kleine zielen", waarvan
„Van oude menschen, de Dingen die voorbij
gaan" het naspel is. In al deze boeken is de In
dische loomheid, een verzetloos zich drijven la
ten op den stroom der gebeurlijkheden, schering
en inslag, ook al speelt Indië geen uitdrukkelijke
rol in „Eline Vere". Het noodlot is de laatste
wijsheid van Couperus, de onverklaarde, albe-
heerschende blinde macht, waaraan zich zijn
zeer passieve creaturen zonder weerstand over
geven. Couperus is een zeer heidensch auteur,
humaan en gevoelig; hij mist de hardheid en
wreedheid van het antieke heidendom en ver
valt daardoor vanzelf tot een passief ondergaan
van leven en lot als eenig houdbare levenswet.
Dit geldt slechts voor hem als auteur, niet voor
zijn persoon. Wie in anderhalf jaar tijds een
werk als de Boeken der kleine zielen schrijft en
in ruim dertig jaar meer dan zeventig boekdee-
len vult, is geen energieloos levensgenieter. Zijn
levensvisie echter, zooals die zich in zijn boeken
openbaart, is volkomen fatalistisch, onchristelijk;
het is een levensbeschouwing van energielooze
geresigneerdheid, een levensdéfaitisme, dat hem
vaak verweten is. Doch de menschen, die deze
levensvisie beleven en belichamen, heeft hij met
wondergevoelige en uiterst teere hand beschre
ven. Vooral de broze vrouwenfiguren met haar
grillige verfijningen en onberekenbare sensitivi
teit heeft hij met nerveuze fijngevoeligheid en
geduldige observatie geboetseerd.
De laatste twintig jaar van zijn leven is Cou
perus de oudheid gaan bestudeeren, gaan door
leven en beschrijven. Dat de burgerlijkheid en
beperktheid der Haagsche kleine zielen hem
gingen tegenstaan en hij naar wijdere uitzich
ten snakte ie begrijpelijk in een kunstenaarsna
tuur. Flaubert greep naar Salambo na de ver
stikkende atmosfeer van Madame Bovary. Cou
perus heeft vele en lijvige boeken over antieke
figuren en toestanden geschreven; hij heeft het
beste van zijn leven en van zijn talent daaraan
besteed. En toch lijkt mij dit eên vergissing.
De schrijver was bevangen van bewondering
voor antieke en Oostersche pracht; zijn ver
beelding zwelgde in het savoureeren dier uitbun
dige levensdrift en levensweelde en met zijn
ongewoon schrijftalent wilde hij die abnormale
of grootsche figuren, die verre wereld doen her
leven. Dit is hem ook ten deele gelukt, doch hij
is in deze werken meer een sierlijk omschrijver
der geschiedenis dan een romancier. „Eline Vere"
en de clan van „Lowe" waaruit hij de figuren
voor de boeken der kleine zielen heeft gehaald,
kende en doorzag Couperus tot in de verborgen-
ste vezel van hun wezen; de heroëngestalten uit
verre tijden bleven hem vreemde grootheden
ondanks studie en onderzoek. De antieke romans
zijn fraaie omschrijvingen, nadichtingen, „vies
romancées" doch geen romans, geen boeken van
oorspronkelijke verbeelding".
Deze film brengt Harry Piel in een nieuwe
topprestatie, waarin men hem ziet in een oe-
wonderenswaardige samenwerking met den
politiehond „Greif', welke hem op zijn speur
tochten trouw vergezelt. Op één dezer wan
delingen wordt de detectieve Harry Peters
(Harry Piel) aangesproken door een jongedame,
Gerda Lind (Edna Greyff), die hem verzoekt,
haar tegen een opdring erigen achtervolger te
beschermen. Harry en Gerda ontmoeten el
kaar nog eenige malen en vatten sympathie
voor elkander op.
De detective bemerkt tot zijn verbazing, dat
„Greif" op een gegeven moment faalt. De hond
valt een onschuldige aan en is dan plotseling
verdwenen. Niettemin komt Harry den dader
van een roofoverval op het spoor. Het is de
lang gezochte Kruppack, die samen met zijn
broer een juweelendiefstal gepleegd heeft. Ver
der ontdekt Harry, dat deze gebroeders de
vroegere eigenaars van den hond zijn, die des
tijds naar den naam „Rolf" luisterde. Hier
mede wordt het falen van den hond verklaard
en verdere nasporingen wijzen uit, dat ook
Gerda bij den diefstal betrokken was.
Thans wordt de politieman in Harry ook ten
opzichte van Gerda wakker. Hij arresteert haar,
doch bij het verhoor blijkt, dat zij tegen haar
zin in de zaak betrokken was en zelfs aan de
ontmaskering van de Kruppack^ meewerke.
„Greif", die door Emil Kruppack was opge
sloten, gelukt het te ontsnappen en Harry te
rug te vinden. Deze echter kan den hond met
meer gebruiken. Het trouwe dier volgt zijn
meester evenwel op den tocht naar Emil, wiens
schuilplaats men inmiddels ontdekt heeft. Hier
ontstaat een hevig vuurgevecht, waarvan Greif,
die zijn meester te hulp snelt, de dupe wordt
Onnoodig te zeggen, dat de ontknooping,
waarop wij hier overigens niet nader ingaan,
Harry en Gerda tot elkaar brengt.
Meer dan uit deze korte inhoudsopgave kan
blijken, is de film „Zijn beste rTiend" rijk aan
spanning, welke den liefhebbers soms zelfs den
adem zal benemen. Wie houdt van een geladen
atmosfeer, moet niet verzuimen deze week Luxor
te bezoeken.
(Berichten reeds geplaatst in
een deei van onze vorige oplaag)
BERLIJN, 4 April. (D.N.B.)De poging van
de Engelsche propaganda, om Duitschland voor
de schaarschte aan levensmiddelen in Frankrijk
verantwoordelijk te stellen, noemt de Deutsche
diplomatisch-politische Korrespondenz het beste
bewijs voor het slechte geweten, dat men in En
geland moet hebben. De Korrespondenz wijst
erop hoe dagelijks in de Engelsche pers, de ra
dio of in politieke redevoeringen betoogd wordt,
dat vermeden moet worden, dat die levensmid
delen in eenigerlei vorm den Duitschers ten goe
de komen.
Op deze redeneering, zoo schrijft de Diplo, ba
seert Engeland zijn geheele propaganda ter
rechtvaardiging van zijn hongerblokkade tegen
het niet-oorlogvoerende Frankrijk. Zoo wordt
bijv., allen Franschen tegenspraken ten spijt,
beweerd, dat de schepen, welke onlangs, achter
volgd door Engelsche oorlogsbodems, onder be
scherming van een Fransche torpedooot, de Afri-
kaansche haven Nemours bereikt hadden, bela
den geweest zijn met goederen welke voor
Duitschland bestemd waren. Het is niets dan
laster, verklaart de Korrespondenz, wanneer En
geland beweert, dat Duitschland levensmiddelen
in Frankrijk, vooral in het onbezette gebied,
opvordert. Wat het bezette Frankrijk betreft,
h:eraan zijn onbeperkt levensmiddelen, welke
ontbraken ter beschikking gesteld, zooals de
Fransche staatssecretaris Achard onlangs pas
bevestigd heeft, wat den aanvoer van levens
middelen naar het onbezette Frankrijk betreft
dient erop gewezeD te worden, hoe van Duitsche
zijde reeds geruimen tijd geleden is verklaard,
dat de hoeveelheden tarwe en maïs die van over
zee worden ingevoerd uitsluitend voor de be
hoefte der Fransche bevolking van het onbe
zette gebied ter beschikking dienen te blijven.
Het is dus niets anders dan een der gebruikelijke
Britsche afleidingsmanoeuvres, zoo merkt de
Diplo tenslotte op, wanneer Engeland heden met
valsche gegevens probeert zijn hongerblokkade
tegen een land, dat zijn bondgenoot was, dat het
in den oorlog gedreven heeft, 'en dat het door
gebrekkige steunverleening liet ineenstorten, te
verontschuldigen en te rechtvaardigen.
Te Steenwijk is een ernstig geval van steun
fraude aan het licht gekomen. Een werklooze,
die, naar men meende, in behoeftige omstandig
heden verkeerde, trok geruimen tijd steun. Dezer
dagen kreeg men echter argwaan en bij een
huiszoeking bleek, dat de man een bedrag van
f 1800.— en een huis bezat. Er is een vervolging
tegen hem ingesteld.
Spaarne-theater brengt deze week de film
„Vivere" met den beroemden zanger Tito
Schipa. De tenor Tito di Lauro, die in het caba
ret Tabarin optreedt, is een man van 40 jaar:
rijk, beroemd en door velen verafgood. Hij gaat
volkomen op in zijn kunst, verwekt overal sym
pathie en aan liefdesavonturen is in zijn leven
geen gebrek. Maar in het zorgelooze en frivole
leven van Di Lauro is toch ook iets ernstigs:
zijn dochter Paola, een 18-jarige schoonheid,
die sedert den dood van haar moeder in een
pensionaat wordt opgevoed en die door Tito
al is het ver van haar wordt aanbeden,
staat in het middelpunt van zijn leven.
In de geschiedenis doen zich vele moeilijk
heden voor, maar ten slotte worden ze allo
tot een goed einde gebracht. De twee voor
naamste liederen die Tito Schipa zingt, zijn
„Vivere" en „Torna Puccina".
In het laatste nummer van „Criterium" geeft
Wouter Paap een overzicht van den stand van
zaken in het Nederlandsche muziekleven. Ten
aanzien van de scheppende werkzaamheid der
moderne Nederlandsche componisten is de
schrijver van deze beschouwing optimistisch ge
stemd. Hij meent, dat ons land op het oogenblik
ongeveer twintig componisten bezit, die inder
daad in hun klankentaai iets te zeggen hebben
en die bovendien over het talent en het vak
manschap beschikken om hun gedachten op
doeltreffende wijze tot uitdrukking te brengen.
De schrijver wijst er in den loop van zijn artikel
op, dat de moderne muziek een crisis van tona-
liteitsproblemen en vormproblemen heeft dbor-
gemaakt, waarin een analytische werkwijze de
componisten van het Wezen der muziek dreigde
te vervreemden." Het pleit echter voor het ge
zond gestel van onze nieuwe Nederlandsche mu
ziek, dat zij zich niet heeft laten meesleepen
door stroomingen, welke haar in een impasse
hadden kunnen voeren. Ik denk hier bijvoor
beeld aan het systeem der atonaliteit, waarvan
ik intusschen de 'oprechte bedoeling al was
de richting fataal niet wil in twijfel trekken.
In onze moderne Nederlandsche compositie
kunst blijkt bovendien altijd iets wakker te zijn
gebleven van de traditie der Nederlandsche
Scholen en van den geest van Sweelinck, die de
fuga voorbereidde. Hieraan is het waarschijnlijk
toe te schrijven, dat men in ons land het gevoel
behouden heeft voor de stuwkrachtige werking
van het contrapunt. Niet het contrapunt in de
beteekenis van noot-tegen-noot doch het stroo-
mende contrapunt, dat melodie bindt aan me
lodie en ons de muziek doet ervaren als een
waarlijk energisch geladen veld-van-krachten.
Deze twee verschijnselen beschouw ik als gun
stige teekenen voor de ontwikkeling van onze
Nederlandsche scheppende toonkunst: de be
zonken aandacht voor en de vasthoudendheid
aan het thematisch gegeven en de erkenning
van de vitale krachten, dus niet van de
schoolsch constructieve bruikbaarheid van het
contrapunt. Dit inzicht kan van regenereerende
beteekenis blijken voor de geheele Europeesche
toonkunst."
De Raad voor de Scheepvaart te Amster
dam heeft uitspraak gedaan inzake de
stranding van het motortankschip „Melissa"
op de Portugeesche kust, ter hoogte van
Kaap Raso, op 9 November 1939 en de klacht
van den inspecteur-generaal voor de scheep
vaart tegen den kapitein van voormeld vaar
tuig.
De Raad is van oordeel, dat deze ramp
te wijten is aan de schuld van den betrok
kene, den kapitein van de „Melissa". De
Raad heeft zich nog afgevraagd, of de
stuurman niet had behooren in te grijpen.
Onder de gegeven omstandigheden kan de
Raad echter geen vrijheid vinden den stuur
man deswege eenig verwijt te maken.
Dat ook de klacht gegrond is, neemt de Raad,
op grond van de getuigenverklaringen, mede als
bewezen aan. Daar hier verband bestaat tus
schen het door den kapitein gemaakte misbruik
van sterken drank en de door zijn schuld ver
oorzaakte ramp, meent de Raad voor beide zaken
een straf te moeten opleggen.
Deze straf moet zwaar zijn, daar hier ge
heel onnoodig een schip is verloren gegaan
en de reederij van dezen kapitein alles in
het werk heeft gesteld om hem'van zijn
drankmisbruik af te brengen. Daarom straft
de Raad den betrokkene-aangeklaagde door
hem de bevoegdheid te ontnemen om als
kapitein te varen op een schip, als bedoeld
bij art. 2 der schepenwet, voor den tijd van
een jaar en zes maanden.
De Raad voor de Scheepvaart heeft verder
uitspraak gedaan in zake het aan den grond
stooten van het motorschip „Kieldiep" in de
Oostzee onder de kust van het eiland Oeland op
25 October 1940.
De Raad is van oordeel, dat het stooten van de
„Kieldiep", dat had kunnen leiden tot zeer ern
stige gevolgen, welke gelukkig zijn uitgebleven,
veroorzaakt is door het inzetten van het schip
door den stroom. Dit had tijdig kunnen worden
voorkomen, indien slechts de meest elementaire
beginselen van zeemanskunst hier toepassing
hadden gevonden. Dit is niet gebeurd. Dat hier
gevaren is op een wijze, waarbij van navigatie
eigenlijk niet kan worden gesproken, komt ge
heel ten laste van den kapitein, die bij het na
deren van Oeland de navigatie overliet aan een
ongediplomeerden stuurman, die bovendien,
zooals de kapitein verklaarde, geruimen tijd niet
had gevaren.
Het is beschamend voor de Nederlandsche
vaart op de Oostzee, dat een schip op de
kust stoot, terwijl dit zeer gemakkeiijk had
kunnen worden voorkomen Nu niet geble
ken is, dat de kapitein de noodige bekwaam
heid mist, kan hier slechts van verregaande
zorgeloosheid en nalatigheid worden gespro
ken. Terecht merkt de inspecteur-generaal
voor de scheepvaart op, dat door zulk een
wijze van varen de schepen, waarop Neder
land zuinig moet zijn, aan geheel onnoodige
gevaren worden blootgesteld. De Raad
strafte daarom den betrokkene door hem
de bevoegdheid te ontnemen om als kapitein
te varen op een schip, als bedoeld bij art. 2
der schepenwet, voor den tijd van zes weken. I
De regeeringscommissaris heeft besloten,
dat met ingang van 22 April as. de onder
wijsinrichtingen in Haarlem weer normale
schooltijden zullen hebben, tenzij met het
oog op huisvestigingsmoeilijkhedén een af
zonderlijke regeling is getroffen. De maat
regel, waardoor destijds in verband met de
brandstoffenbesparing de Zaterdagochtend
schooltijd naar den Woensdagmiddag (even
tueel andere dagen) verplaatst werd, is dus
met ingang van 22 April ingetrokken.
Kurt Goetz is zoowel als regisseur als in zijn
kwaliteit van filmspeler een zonderling heer
schap. Hij heeft daar een film in elkaar ge
draaid, die van volstrekten nonsens aan elkaar
hangt. „Napoleon ist an allem Schuld" heet dit
zonderlinge geval in het Duitsch, maar men
vertaalde dezen titel door ..Het congres amu
seert zich", een aafmemelijke titel, die echter
geenszins de kern van de film raakt.
Goetz speele hier de rol van een Napoleon
vereerder, Lord Cavershoot, die om zoo te zeg
gen met Napoleon opstaat en naar bed gaat
Hij verzamelt herinneringen aan den grooten
Corsicaan, laat een N op zijn bed schilderen,
droomt van Waterloo en Jena, steekt de hand
ln het vest. kamt 6611 lok over het voorhoofd,
kleedt zijn bedienden als gardisten van la
grande armée. wordt met pul verdampende pis
tolen gewekt en heeft een vrouw, die José
phine heet. Deze vrouw is verstandig genoeg
cm haar man niet te veel in de wielen te rijden
en doet zoo'n beetje met zijn dwaasheden mee.
Ook zij heeft een hartstocht, n.l. hA visschen,
een vrij wat minderwaardiger bezigheid dan het
droomen over Napoleon. Lord Cavershoot heeft
een vriend. Lord Cunningham, die met hem op
napoleontische wijze omgaat, een groote ver
eering voor Lady Cavershoot aan den dag legt
en dit doen mag, omdat beide heeren eertijds
op haar verliefd waren en zij den een heeft ge
kozen zonder den ander te haten.
Het oogenblik is gekomen, dat Cavershoot
naar Parijs zal gaan om als eerste Napoleon-
ceskundise een congres van Napoleonvereer
ders bij te wonen Zijn collega's hebben voor
een verrassing gezorgd in den vorm van een
Napoleonrevue, die eindigt met een groote N.
d<v— meisjeshoofden gevormd. Dan gebeurt het
-• --telbare; de N wordt gevolgd door een
punt. die bijna den dood van cavershoot ten
gevolge heeft, zoo windt hij zich op over dezen
fcistorischen flater. Hij verlaat de revue en zijn
vrienden en wil in zijn wagen stappen, als hij
daar een meisje ontmoet, zoo juist ontslagen
omdat zij de schuld was van dén afschuwelijken
flater Samen gaan zij door Parijs boemelen
maar het duurt niet lang, of ook de andere
congressisten zijn van de partij en zij niet
alleen. Ook Cunningham komt opdagen om te
vertellen, dat Joséphine een foto in de kranten
Van bevoegde zijde wordt het volgende mede
gedeeld
In verband met de omstandigheid, dat de hef
fing van omzetbelasting van vee geheel over
eenkomstig de bepalingen van het besluit op de
omzetbelasting 1940 tot vele moeilijkheden aan
leiding zou geven, en mede in verband met het
feit, dat al het voor de slacht bestemde vee
moet worden geleverd door tusschenkomst van
de Nederlandsche Veehouderijcentrale, is ten
aanzien van de heffing van omzetbelasting van
vee tot nader order de navolgende regeling ge
troffen:
De levering door veehouders van runderen,
varkens, paarden, schapen en geiten hierna
kortheidshalve aangeduid als vee is onder
worpen aan een heffing naar het tarief van
2% percent. Op het vorenstaande bestaat
slechts uitzondering in gevallen, waarin de vee
houder kan aantoonen, dat hij als veehandelaar
is opgetreden. Een veehouder is "an te merken
als veehandelaar ten aanzien van ingekocht
vee, dat hij binnen zeer korten r4id doorlevert.
Ter zake van den eigenlijken handel in vee
wordt omzetbelasting slechts geheven bij leve
ring door de Nederlandsche Veehouderijcen-
traie en wel naar het tarief van een half per
cent. De levering van Vee door veehandelaren
behalve de Nederlandsche Veehouderijcentrale
is mitsdien niet aanomzetbelasting onder
worpen. Hieruit volgt tevens, dat een veehouder,
die vee levert, ten aanzien waarvan hij volgens
het vorenstaande als veehandelaar kan worden
aangemerkt, voor deze levering omzetbelasting
niet is verschuldigd.
Ter zake van het door veehouders voor eigen
gebruik beschikken over vee vindt belasting
heffing niet plaats.
In verband met de omstandigheid, dat de
Nederlandsche Veehouderijcentraie over het
grootste gedeelte van het eerste kwartaal heeft
gerekend met betaling door haar aan het rijk
van omzetbelasting naar het ..arief van 2y3
percent, is, om redenen van practisehen aard,
goedgekeurd, dat de belastingheffing bij vee
houders terzake van de levering van vee eerst
I begint met ingang van 1 April ji,
Opleiding en r?*™
oefening van
transports olonnes
Opleiding van I
14.000 helpsters I
Inrichting hos
pitalen in mobi-
lisatie- of oor- j
logstyd
Verzorging zieke r
en gewonde mili- -
tairen in oor-
logstyd i
Modern zieken-
vervoer
Hulp bi) rampen K
Uitzending
ambulanc e s I /A*r
600 hulppos- L f
ten langs de L* L
wegen
Patrouilleeren
by gevaarlijke
punten
Bloedtrans- Cf
fusiediensten x
Hulp by Lour-
destransporten
enz. VJJy/j,:
Protectoraat Msg
parkherstel-
lingsoorden, JLT_
Roode Kruis-
hondenvcrean. A.
enz.
Earste hulp CtCPj.
b(i marschen, >WÏ».
wedstrijden,
vergaderingen V
Uitwisseling
kr ygsge vange - pW
nen,hulp aan
vluchtelingen l
Levensmiddelen, [ipr
kleeren,me dl- _J |^3
cijnen naar |--{k<£
nooddruftigen LJ&t#
i/h buitenland
Organisatie f~S
hulpacties by
rampen en nood
Donderdag 24 April zal het stedelijk orkest
van Düsseldorf een orkestuitvoering geven in
het Gem. Concertgebouw te Haarlem, onder
leiding van Generalmusikdirektor Prof. Hugo
Balzer.
Burgerlijke Stand. Geboren: Maria Cor
nelia Anna, dochter van A. J. Clemens en C. M.
Langeveld; Alida Johanna, dochter van Th. van
der Aart en A. M. Aartman; Cornells, zoon van
D. Th. Netten en P. Chr. van Veen; Theodora
Geertruida. dochter van F. Th. van Dijk en A.
de Vos: Elisabeth, dochter van C. N. Mens en
C. van Rooijen; Petrus Wihelmus Maria, zoon
van C. J. van der Zon en M. C. van den Berg.
Ondertrouwd: Petrus Cornelis Koster, 26
jaar, te Noordwijkerhout met Anna Maria Kap-
tein, 24 jaar, te Lisse; Martinus Nicolaas van
Dijk, 31 jaar, met Maria Martina Boot, 27 jaar,
beiden te Lisse; Hendrikus Verhaar. 26 jaar, te
Lisse met Catharina Faas. 24 jaar, te Haarlem
mermeer: Frederikus Hubers, 24 jaar, te Schoo-
nebeek met Aaltje Bol, 29 jaar, te Lisse.
Overleden: Coenraad Koordes, 72 jaar, echtg.
van A. van 't Wout.
Radio-medi6che
adviezen
OHS O 0 E Li
in leder huis
Een Lid van 't Roode Kruis
Postgiro 3 2 12 0
In „De Stem" houdt H. Bonger een uitvoerig
pleidooi voor den tot nu toe volgens hem mis
kenden Zuid Afrikaanschen dichter en schrij
ver Eugène Nielen Marais, die na een veelbewo-
(ilin.contrib. f 1.- p.J.)
HOOFDBESTUUR RCCDS KRUIS - DES HAAG