Laatste Nieuws dz fi&tn&a erus zielen STADÜ0EUWS ZATERDAG 5 APRIL 1941 WAAR THANS 98.000 TON VERNIETIGD De bespreking te Manilla van Sir Robert Brooke Popham D1PL0" BESPREEKT DE HONGERBLOKKADE Normale schooltijden Duitsch weermachtsbericht (Gedeeltelijk gecorrigeerd) REMBRANDT-THEATER Verdere opmarsch in Noord-Afrika Non-Stop Variété Gebruik van den vlootbasis te Singaport door Ameri- kaansche vloot Curt Götz en Paul Henckels in een muzikale scène ii\ de film „Het congres amuseert zich" (Foto Tobis) CINEMA PALACE De laatste ronde Wijzigingen in het kabinet te Tsjoengking Ambassadeur te Londen wordt minister van Buitenl. Zaken Een miskend Zuid-Afri- kaansch dichter LUXOR Zijn beste vriend SPAARNE-THEATER Ernstig geval van steunfraude Vivere Het Nederlandsche muziekleven Schip verloren door schuld van gezagvoerder Raad voor de Scheepvaart legt zware straf op Nog een kapitein bestraft CONGRES AMUSEERT ZICH Vanaf 22 April Een zotte film in Frans Hals OMZETBELASTING VAN VEE STEDELIJK ORKEST VAN DUSSELDORF HET ROODE KRUIS 24 April in Haarlem BERLIJN, 4 April (D.N.B.). Het opperbe vel van de weermacht maakt bekend: Duikbooten hebben in het noordelijk deel van den Atlantischen Oceaan 88.616 br.ton vijandelijke koopvaardijscheepsruimte tot zinken gebracht. Daarvan werden alleen van een voor Engeland bestemd krachtig beschermd konvooi tien schepen met 58.000 br. ton beschoten en tot zinken gebracht. Bovendien werd een schip van ongeveer 12.000 br. ton zwaar beschadigd. Zooals reeds in een extra bericht is gemeld, is de achtervolging der in Noord-Airika bij Marsa el Brega door Duitsche en Italiaanscbe formaties bestookte Engelschen op den 2en April voortgezet. Agedabia is ingenomen en Zuetina bereikt. De vijand bevindt zich op haastigen af tocht naar het Noorden. Het aantal gevangenen alsmede de buit aan gepantserde en ongepantserde voertuigen zijn aanzienlijk. De eigen verliezen zijn buiten gewoon gering. Op 3 April hebben de Duitsch- Italiaansche troepen bij het verdere oprukken G-hemines bereikt. Tijdens zijn terugtrekkende beweging heeft de vijand, volgens zijn eigen be richt, ook Benghazi ontruimd. Aanvallen van het luchtwapen op scheeps- doelen in het zeegebied om Engeland en in het gebied van de Middellandsche Zee hadden ook gisteren goed succes. Voor de Schotsche Oostkust brachten gevechtsvliegtuigen twee koopvaardijschepen met tezamen 10.000 br. ton tot zinken en beschadigden twee andere groote schepen op ernstige wijze. Ten Westen van Kreta werd een door kruisers en torpedojagers krachtig beschermd convooi aangevallen Een groot transportschip geraakte na twee bom- voltreffers in brand, en moet als waarschijnlijk verloren beschouwd worden. Binnen het bestek der gewapende verkenning werden vliegvelden van het Britsche eiland doeltreffend met bommen bestookt. Sterke for maties gevechtsvliegtuigen bombardeerden in den nacht van 3 op 4 April opnieuw de haven werken van Bristol. Een reeks groote branden kon worden waargenomen. Andere doeltreffen de aanvallen waren gericht op belangrijke mi litaire installaties aan de Zuid- en Oostkust van het eiland. Stelselmatig werd voortgegaan met het leggen van mijnen voor Engelsche ha vens. De vijand vloog ook gisteren noch overdag noch des nachts naar het gebied van het Duit sche rijk. Bij de jongste successen op de Britsche koop- vaardijscheepvaart in het Nooordelïjke deel van den Atlantischen Oceaan hebben zich de on derzeebooten onder leiding van den luitenant ter zee ie klasse Rosenbaum en den luitenant ter zee tweede klasse Endrass bijzonder on derscheiden. gezien heeft, waarop de groote man samen met het aardige meisje voorkomt. Hoe moet dat nu verder? Cavershoot smeedt stoute plannen en zal zijn vrouw doen gelooven, dat het meisje zijn dochter is, waar hij nooit over gesproken heeft. Maar Joséphine begrijpt er alles van, zegt echter niets, vertroetelt de „dochter'' en verwekt de zotste situaties. Het meisje zelf be gint wroeging te krijgen tegenover zooveel lief heid van de zijde harer „stiefmoeder" en ver dwijnt weer naar Parijs, samen met den troep van de revue, die Cavershoot is komen bezoe ken en juist verschijnt op het oogenblik, dat de Napoleonkenner een soirée musicale in zijn tuin geeft. Hoe deze soirée er uit ziet en wat er allemaal gebeurt, en hoe man en vrouw tot eensgezindheid geraken en de weggeloopen juf frouw terughalen om haar als geadopteerde dochter weer in huis te halen, dit alles moet men maar eens gaan zien, want het is niet doenlijk de dwaasheden, waarmede dit alles ge paard gaat, in den breede na te vertellen. Soms lijkt de film heelemaal niet op een film, om plotseling en juist in zijn vermakelijkste oogenblikken uitstekende filmtaal te spreken. Kortom, wie zich in staat voelt een ten top gevoerden kolder te savoureeren, weet waar hij terecht kan. Het zal hem niet spijten. De film is voor achttien jaar. Het is een fantastische show, die de directie van het Rembrandl-theater deze week het pu bliek biedt. Het filmdoek is op nonactief ge steld. in den orkestbak heeft een dapper orkest onder leiding van John Brockhous Macharty een plaats gekregen en op het tooneel worden dertien wereid-attraclies in volle vaart afge werkt. Wat wenscht u? Een wild-west-sensatie met lasso- of messenwerpers en knallende zwee- pen? Ze zijn er. Een kunstfluiter, die Hongaar- sche rhapsodieën ten gehoore brengt? Hij is er. Acrobaten op het rijwiel of op de rolschaats? Ze zijn er. Een trapezewerkster, die gevaarüjkp capriolen in het luchtruim maakt? Gij kurf haar bewonderen. Wilt u lachen? Er zijn ver schillende jongleurnummers met clowns, die op werkelijk geestige wijze het publiek vermaken Het Rembrandt-theater is echter niet in een circus omgebouwd en daarom krijgt u ook een conferencier te hooren, wiens naam Daan Hcoykaas is en die vooral succes zal oogsten met zijn ernstig liedje: „Als het klokje van zeven slaat". Ook het vermaarde radio-ensem ble „De Song-Singers" geeft enkele melodieuze liedjes ten beste. Het kwartet sloot met het vaderlandsche lied „Waar de blanke top der duinen", waarop een daverend applaus volgde. Wat hebben we Nederland toch lief. Een elastisch wonder is nauwelijks van het tooneel verdwenen of twee tapdancers verzor gen weer een heel ander nummer, al moeten ook zij elastische beenen hebben. Het is mis schien mogeltik, dat we een der vele attracties vergeten hebben, maar ze zijn alle bijzonder goed verzorgd en iedere artist speelt met eer» eigen décor en onder de fiksche tonen van het onvermoeide orkest. Er moet ons ten slotte iets van het hart: Hoe is het mogelijk, dat dit alles in een bioscoop zaal getoond kan worden? Het antwoord komt er niet op aan, want het bewijs is geleverd Den samensteller van dit Non-Stop Variété moet een pluim op zijn hoed gezet worden voor de wijze, waarop hü Nederlandsche artister. heeft samengebracht in een verband, waarvan nog veel te verwachten is. TOKIO, 4 April (D.N.B.) De Britsche op perbevelhebber in Oost-Azië, Sir Robert Brooke Popham, is, na de besprekingen met het op perbevel van de op de Philippijnen gestation- neerde Amerikaansche eenheden, hedenochtend naar Hongkong gevlogen. Tien Britsche offi cieren zijn in Manilla gebleven om de besprekin gen voort te zetten. Het blad Tokio Nitsji Nitsji meldt voorts, dat Brooke Popham Over enkele dagen nog eens naar Manilla zal komen, vanwaar hij dan met zijn staf naar Singapore zal terugkeeren. De besprekingen, welke gis teren gevoerd zijn tusschen Brooke Popham en Amerikaansche generaals te Manilla, zouden betrekking gehad hebben op het gebruik van het vlootstation Singapore door de Amerikaan sche marine in het geval de toestand in het Verre Oosten zich toespitst. Uit Sjanghai meldt SP.T.: Ofschoon van of- ficieele zijde het bezoek van den Britschen luchtmaarschalk, Sir Robert Brooke Popham, aan de havenstad Carite, op het Philippijnsche eiland Luzon, als een „beleefdheidsbezoek" wordt aangeduid, beschouwt men hier de ontmoeting tusschen Sir Robert Brooke Popham en den opperbevelhebber van de Pacific-vloot der Ver- eenigde Staten, vice-admiraal Thomas C. Hart, als het besluit van een serie militaire bespre kingen, die te Singapore, Nieuw-Zeeland, Aus tralië en Hongkong gevoerd zijn. gen en tragisch geteisterd leven in 1936 gestor ven is. Hoewel Marais naast zijn verschillende ver tellingen en novellen, enkele dierstudies en twee drama's slechts weinige gedichten heeft ge schreven, noemt H. Bonger hem een groot dich ter. „Het lijkt nauwelijks verantwoord om den schrijver van slechts vijf en twintig oorspronke lijke verzen een groot dichter te noemen, in den zin waarin Slauerhoff, Rimbaud, Donne of Bau delaire groote dichters zijn, en toch durf ik hem onder deze grooten te rangschikken. Zijn werk omvat een vijfentwintigtal gedichten, het had den er honderd kunnen zijn, maar de essentie van zijn dichterschap komt uit deze weinige verzen volkomen helder voor ons te staan. Er zijn uitingen bekend van dichters, die hun leven lang zoeken naar het eene vers, dat zij willen schrijven en waarin zij alles zullen zeggen wat zij te zeggen hebben, de overige voorstudies en pogingen zooals alle schetsen en schilderijen van Degas, volgens zijn zeggen, studies zijn tot het eene schilderij dat hij had willen schilderen maar dat hij nooit geschilderd heeft. De verzen van Marais bezitten die volmaaktheid van zeg gen, die volkomen uitgebalanceerde harmonie tusschen „het geheele leven" en „het moment der inspiratie," de volledige harmonie tusschen denken en voelen, en bezitten vooral dat zeld zame element van waarheid en waarachtigheid dat maar hoogst zelden wordt aangetroffen. Wanneer Zuid Afrika, wat de poëzie betreft, den kinderschoenen ontwassen zal zijn, dan zul len de weinige gedichten van Marais beschouwd worden als een onvergankelijk taalmonument en de verwondering zal niet verflauwen over het feit, dat het mogelijk was, dat een land met een zoo korte letterkundige traditie een zoon heeft voortgebracht, die „uit die staanspoor uit" een top bereikt heeft die in een land mèt let terkundige traditie na moeizamen generatie- langen klim meestal nog niet bereikt is. Deze film bewijst weer eens opnieuw, dat er een groot verschil is tusschen roem en succes, zooals de wereld die aanschouwt, en de werke lijkheid van gemis en onthouding van schier elk genoegen, gevoegd bij een voortdurende zware training, die de bokssport nu eenmaal eischt. De hoofdpersoon is de bokser Eddy Steel, die bijna op het toppunt van roem staat, maar de weelde dan niet langer kan dragen en verzeild raakt in nachtlokalen, waar hij door een vrouw diep in de schulden komt. Hij vernietigt ten slotte zijn heele carrière als hij zich inlaat met zwendelaars, die hem pogen te dooden. Hij ont snapt op het kantje af en vertrekt van Amerika naar Duitschland, waar hij na eenigen tijd zijr ouden manager terugvindt. Ze ontdekken dan samen een nieuw boks- talent, genaamd Felix Frank, die snel vorderin gen maakt doch na vele overwinningen den zelfden kant als zijn leermeester dreigt op te gaan. Het lot wil dat Felix verliefd wordt op de zelfde vrouw als eertijds zijn trainer en dit brengt een breuk in de vriendschap die op het eind van de film echter weer geheeld wordt als Eddy Steel, oorspronkelijk tegen zijn wil, doch door toedoen van de vrouw, Frank bijstaat bij zijn laatste ronde, waardoor deze kampioen wordt. Liefhebbers van deze sport, mits zij volwassen zijn. kunnen aan de film ongetwijfeld hun hart ophalen. TSJOENGKING, 3 April. (S.P.T.)Donderdag avond zijn eenige veranderingen in de regeering van Tsjang Kai Sjek bekend gemaakt. Officieel wordt medegedeeld, dat de m'nister van Buiten- landsche Zaken. Wang Tsjoeng Huie. afgetre den is. Zijn plaats is door Kwo Tai Sji ingeno men, die thans ambassadeur te Londen is. De huidige vice-m'nister voor Industrie, Liu Wei Tze, is tot minister voor Overzeesche Aangele genheden benoemd. Na de vergadering van den nationalen raad zullen nog eenige wijzigingen in de regeering bekend gemaakt worden. Er bestaat onder het Nederlandsche publiek wederom een groeiende belangstelling voor het werk van Louis Couperus. Daarvan getuigt de heruitgave van zijn „Boeken der kleine zielen", waarover pater Dr. J. van Heugten S.J. in het Maartnummer van „Boekenschouw" een belang wekkende beschouwing heeft geschreven. „Deze „Boeken der kleine zielen", aldus pater van Heugten, zijn langzamerhand in het midden der belangstelling in C-ouperus' uitgebreid oeuvre komen te staan. En met recht! Als het verbeel den van den mensch in zijn hoogte en diepte de eigenlijke kunst van den roman vormt, dan is er moeilijk een tweede Nederlandsch boek boven, misschien zelfs naast deze bewonderenswaardig verbeelde familiegalerij te stellen. Ondanks al zijn beperktheden, zijn zwakke momenten, zijn neergangsstemming, zijn vaak bedompte atmos feer is het een boek zoo levend en natuurnabij, dat men het de bijna veertig jaren, die sinds zijn ontstaan voorbij gingen, nauwelijks aanvoelt. Dat een HaagSche familieroman van veertig jaar te rug tallooze Haagsche en tallooze familieromans doet vergeten, pleit voor zijn waarde en besten digheid. Toen Couperus hem te Nice schreef, had hij Holland, naar hij dacht, voorgoed verla ten. Het werk was een afrekening met Holland, met Den Haag, met al wat hem in het vader land tegenstond, het mistige zonlooze klimaat, de karige Hollandsche levenskunst, het uitzicht- looze in de Hollandsche samenleving. Dit alles is voelbaar in het boek, hoewel alle bitterheid of rancune eraan ontbreekt. Couperus heeft kleine zielen willen verbeelden en het wemelt dan ook van kleine benepen figuren in den roman, maar het is alles zoo menschelijk, met zoo innige deel neming en zoo voorname onpartijdigheid geschre ven. dat de indruk, over bij uitstek kleine zie len te lezen, spoedig vervaagt. Men leest eenvou dig over menschen, over gelukshongerige men- schen die onder den druk van een familienood lot schijnen te leven en de een na den ander daaraan ondergaan. In het uitbeelden dezer kringen, waarin over- geciviliseerde menschen hun doel- en zinloos ge worden leven slijten, menschen met gevoelige organen, die niet in de toekomst zien doch lijden aan een drukkend verleden en voor wie het leven in geen enkel opzicht een taak be- teekent doch slechts een in altijd eenderen stijl herhaalde sleur, is Couperus een grootmeester. „Eline Vere", zijn eerste roman, reeds zoo rijk aan genuanceerde menschelijkheid, een boek zoo levendig en bewogen, zoo psychologisch verant woord en zuiver van styleering, is het voorspel tot deze „Boeken der kleine zielen", waarvan „Van oude menschen, de Dingen die voorbij gaan" het naspel is. In al deze boeken is de In dische loomheid, een verzetloos zich drijven la ten op den stroom der gebeurlijkheden, schering en inslag, ook al speelt Indië geen uitdrukkelijke rol in „Eline Vere". Het noodlot is de laatste wijsheid van Couperus, de onverklaarde, albe- heerschende blinde macht, waaraan zich zijn zeer passieve creaturen zonder weerstand over geven. Couperus is een zeer heidensch auteur, humaan en gevoelig; hij mist de hardheid en wreedheid van het antieke heidendom en ver valt daardoor vanzelf tot een passief ondergaan van leven en lot als eenig houdbare levenswet. Dit geldt slechts voor hem als auteur, niet voor zijn persoon. Wie in anderhalf jaar tijds een werk als de Boeken der kleine zielen schrijft en in ruim dertig jaar meer dan zeventig boekdee- len vult, is geen energieloos levensgenieter. Zijn levensvisie echter, zooals die zich in zijn boeken openbaart, is volkomen fatalistisch, onchristelijk; het is een levensbeschouwing van energielooze geresigneerdheid, een levensdéfaitisme, dat hem vaak verweten is. Doch de menschen, die deze levensvisie beleven en belichamen, heeft hij met wondergevoelige en uiterst teere hand beschre ven. Vooral de broze vrouwenfiguren met haar grillige verfijningen en onberekenbare sensitivi teit heeft hij met nerveuze fijngevoeligheid en geduldige observatie geboetseerd. De laatste twintig jaar van zijn leven is Cou perus de oudheid gaan bestudeeren, gaan door leven en beschrijven. Dat de burgerlijkheid en beperktheid der Haagsche kleine zielen hem gingen tegenstaan en hij naar wijdere uitzich ten snakte ie begrijpelijk in een kunstenaarsna tuur. Flaubert greep naar Salambo na de ver stikkende atmosfeer van Madame Bovary. Cou perus heeft vele en lijvige boeken over antieke figuren en toestanden geschreven; hij heeft het beste van zijn leven en van zijn talent daaraan besteed. En toch lijkt mij dit eên vergissing. De schrijver was bevangen van bewondering voor antieke en Oostersche pracht; zijn ver beelding zwelgde in het savoureeren dier uitbun dige levensdrift en levensweelde en met zijn ongewoon schrijftalent wilde hij die abnormale of grootsche figuren, die verre wereld doen her leven. Dit is hem ook ten deele gelukt, doch hij is in deze werken meer een sierlijk omschrijver der geschiedenis dan een romancier. „Eline Vere" en de clan van „Lowe" waaruit hij de figuren voor de boeken der kleine zielen heeft gehaald, kende en doorzag Couperus tot in de verborgen- ste vezel van hun wezen; de heroëngestalten uit verre tijden bleven hem vreemde grootheden ondanks studie en onderzoek. De antieke romans zijn fraaie omschrijvingen, nadichtingen, „vies romancées" doch geen romans, geen boeken van oorspronkelijke verbeelding". Deze film brengt Harry Piel in een nieuwe topprestatie, waarin men hem ziet in een oe- wonderenswaardige samenwerking met den politiehond „Greif', welke hem op zijn speur tochten trouw vergezelt. Op één dezer wan delingen wordt de detectieve Harry Peters (Harry Piel) aangesproken door een jongedame, Gerda Lind (Edna Greyff), die hem verzoekt, haar tegen een opdring erigen achtervolger te beschermen. Harry en Gerda ontmoeten el kaar nog eenige malen en vatten sympathie voor elkander op. De detective bemerkt tot zijn verbazing, dat „Greif" op een gegeven moment faalt. De hond valt een onschuldige aan en is dan plotseling verdwenen. Niettemin komt Harry den dader van een roofoverval op het spoor. Het is de lang gezochte Kruppack, die samen met zijn broer een juweelendiefstal gepleegd heeft. Ver der ontdekt Harry, dat deze gebroeders de vroegere eigenaars van den hond zijn, die des tijds naar den naam „Rolf" luisterde. Hier mede wordt het falen van den hond verklaard en verdere nasporingen wijzen uit, dat ook Gerda bij den diefstal betrokken was. Thans wordt de politieman in Harry ook ten opzichte van Gerda wakker. Hij arresteert haar, doch bij het verhoor blijkt, dat zij tegen haar zin in de zaak betrokken was en zelfs aan de ontmaskering van de Kruppack^ meewerke. „Greif", die door Emil Kruppack was opge sloten, gelukt het te ontsnappen en Harry te rug te vinden. Deze echter kan den hond met meer gebruiken. Het trouwe dier volgt zijn meester evenwel op den tocht naar Emil, wiens schuilplaats men inmiddels ontdekt heeft. Hier ontstaat een hevig vuurgevecht, waarvan Greif, die zijn meester te hulp snelt, de dupe wordt Onnoodig te zeggen, dat de ontknooping, waarop wij hier overigens niet nader ingaan, Harry en Gerda tot elkaar brengt. Meer dan uit deze korte inhoudsopgave kan blijken, is de film „Zijn beste rTiend" rijk aan spanning, welke den liefhebbers soms zelfs den adem zal benemen. Wie houdt van een geladen atmosfeer, moet niet verzuimen deze week Luxor te bezoeken. (Berichten reeds geplaatst in een deei van onze vorige oplaag) BERLIJN, 4 April. (D.N.B.)De poging van de Engelsche propaganda, om Duitschland voor de schaarschte aan levensmiddelen in Frankrijk verantwoordelijk te stellen, noemt de Deutsche diplomatisch-politische Korrespondenz het beste bewijs voor het slechte geweten, dat men in En geland moet hebben. De Korrespondenz wijst erop hoe dagelijks in de Engelsche pers, de ra dio of in politieke redevoeringen betoogd wordt, dat vermeden moet worden, dat die levensmid delen in eenigerlei vorm den Duitschers ten goe de komen. Op deze redeneering, zoo schrijft de Diplo, ba seert Engeland zijn geheele propaganda ter rechtvaardiging van zijn hongerblokkade tegen het niet-oorlogvoerende Frankrijk. Zoo wordt bijv., allen Franschen tegenspraken ten spijt, beweerd, dat de schepen, welke onlangs, achter volgd door Engelsche oorlogsbodems, onder be scherming van een Fransche torpedooot, de Afri- kaansche haven Nemours bereikt hadden, bela den geweest zijn met goederen welke voor Duitschland bestemd waren. Het is niets dan laster, verklaart de Korrespondenz, wanneer En geland beweert, dat Duitschland levensmiddelen in Frankrijk, vooral in het onbezette gebied, opvordert. Wat het bezette Frankrijk betreft, h:eraan zijn onbeperkt levensmiddelen, welke ontbraken ter beschikking gesteld, zooals de Fransche staatssecretaris Achard onlangs pas bevestigd heeft, wat den aanvoer van levens middelen naar het onbezette Frankrijk betreft dient erop gewezeD te worden, hoe van Duitsche zijde reeds geruimen tijd geleden is verklaard, dat de hoeveelheden tarwe en maïs die van over zee worden ingevoerd uitsluitend voor de be hoefte der Fransche bevolking van het onbe zette gebied ter beschikking dienen te blijven. Het is dus niets anders dan een der gebruikelijke Britsche afleidingsmanoeuvres, zoo merkt de Diplo tenslotte op, wanneer Engeland heden met valsche gegevens probeert zijn hongerblokkade tegen een land, dat zijn bondgenoot was, dat het in den oorlog gedreven heeft, 'en dat het door gebrekkige steunverleening liet ineenstorten, te verontschuldigen en te rechtvaardigen. Te Steenwijk is een ernstig geval van steun fraude aan het licht gekomen. Een werklooze, die, naar men meende, in behoeftige omstandig heden verkeerde, trok geruimen tijd steun. Dezer dagen kreeg men echter argwaan en bij een huiszoeking bleek, dat de man een bedrag van f 1800.— en een huis bezat. Er is een vervolging tegen hem ingesteld. Spaarne-theater brengt deze week de film „Vivere" met den beroemden zanger Tito Schipa. De tenor Tito di Lauro, die in het caba ret Tabarin optreedt, is een man van 40 jaar: rijk, beroemd en door velen verafgood. Hij gaat volkomen op in zijn kunst, verwekt overal sym pathie en aan liefdesavonturen is in zijn leven geen gebrek. Maar in het zorgelooze en frivole leven van Di Lauro is toch ook iets ernstigs: zijn dochter Paola, een 18-jarige schoonheid, die sedert den dood van haar moeder in een pensionaat wordt opgevoed en die door Tito al is het ver van haar wordt aanbeden, staat in het middelpunt van zijn leven. In de geschiedenis doen zich vele moeilijk heden voor, maar ten slotte worden ze allo tot een goed einde gebracht. De twee voor naamste liederen die Tito Schipa zingt, zijn „Vivere" en „Torna Puccina". In het laatste nummer van „Criterium" geeft Wouter Paap een overzicht van den stand van zaken in het Nederlandsche muziekleven. Ten aanzien van de scheppende werkzaamheid der moderne Nederlandsche componisten is de schrijver van deze beschouwing optimistisch ge stemd. Hij meent, dat ons land op het oogenblik ongeveer twintig componisten bezit, die inder daad in hun klankentaai iets te zeggen hebben en die bovendien over het talent en het vak manschap beschikken om hun gedachten op doeltreffende wijze tot uitdrukking te brengen. De schrijver wijst er in den loop van zijn artikel op, dat de moderne muziek een crisis van tona- liteitsproblemen en vormproblemen heeft dbor- gemaakt, waarin een analytische werkwijze de componisten van het Wezen der muziek dreigde te vervreemden." Het pleit echter voor het ge zond gestel van onze nieuwe Nederlandsche mu ziek, dat zij zich niet heeft laten meesleepen door stroomingen, welke haar in een impasse hadden kunnen voeren. Ik denk hier bijvoor beeld aan het systeem der atonaliteit, waarvan ik intusschen de 'oprechte bedoeling al was de richting fataal niet wil in twijfel trekken. In onze moderne Nederlandsche compositie kunst blijkt bovendien altijd iets wakker te zijn gebleven van de traditie der Nederlandsche Scholen en van den geest van Sweelinck, die de fuga voorbereidde. Hieraan is het waarschijnlijk toe te schrijven, dat men in ons land het gevoel behouden heeft voor de stuwkrachtige werking van het contrapunt. Niet het contrapunt in de beteekenis van noot-tegen-noot doch het stroo- mende contrapunt, dat melodie bindt aan me lodie en ons de muziek doet ervaren als een waarlijk energisch geladen veld-van-krachten. Deze twee verschijnselen beschouw ik als gun stige teekenen voor de ontwikkeling van onze Nederlandsche scheppende toonkunst: de be zonken aandacht voor en de vasthoudendheid aan het thematisch gegeven en de erkenning van de vitale krachten, dus niet van de schoolsch constructieve bruikbaarheid van het contrapunt. Dit inzicht kan van regenereerende beteekenis blijken voor de geheele Europeesche toonkunst." De Raad voor de Scheepvaart te Amster dam heeft uitspraak gedaan inzake de stranding van het motortankschip „Melissa" op de Portugeesche kust, ter hoogte van Kaap Raso, op 9 November 1939 en de klacht van den inspecteur-generaal voor de scheep vaart tegen den kapitein van voormeld vaar tuig. De Raad is van oordeel, dat deze ramp te wijten is aan de schuld van den betrok kene, den kapitein van de „Melissa". De Raad heeft zich nog afgevraagd, of de stuurman niet had behooren in te grijpen. Onder de gegeven omstandigheden kan de Raad echter geen vrijheid vinden den stuur man deswege eenig verwijt te maken. Dat ook de klacht gegrond is, neemt de Raad, op grond van de getuigenverklaringen, mede als bewezen aan. Daar hier verband bestaat tus schen het door den kapitein gemaakte misbruik van sterken drank en de door zijn schuld ver oorzaakte ramp, meent de Raad voor beide zaken een straf te moeten opleggen. Deze straf moet zwaar zijn, daar hier ge heel onnoodig een schip is verloren gegaan en de reederij van dezen kapitein alles in het werk heeft gesteld om hem'van zijn drankmisbruik af te brengen. Daarom straft de Raad den betrokkene-aangeklaagde door hem de bevoegdheid te ontnemen om als kapitein te varen op een schip, als bedoeld bij art. 2 der schepenwet, voor den tijd van een jaar en zes maanden. De Raad voor de Scheepvaart heeft verder uitspraak gedaan in zake het aan den grond stooten van het motorschip „Kieldiep" in de Oostzee onder de kust van het eiland Oeland op 25 October 1940. De Raad is van oordeel, dat het stooten van de „Kieldiep", dat had kunnen leiden tot zeer ern stige gevolgen, welke gelukkig zijn uitgebleven, veroorzaakt is door het inzetten van het schip door den stroom. Dit had tijdig kunnen worden voorkomen, indien slechts de meest elementaire beginselen van zeemanskunst hier toepassing hadden gevonden. Dit is niet gebeurd. Dat hier gevaren is op een wijze, waarbij van navigatie eigenlijk niet kan worden gesproken, komt ge heel ten laste van den kapitein, die bij het na deren van Oeland de navigatie overliet aan een ongediplomeerden stuurman, die bovendien, zooals de kapitein verklaarde, geruimen tijd niet had gevaren. Het is beschamend voor de Nederlandsche vaart op de Oostzee, dat een schip op de kust stoot, terwijl dit zeer gemakkeiijk had kunnen worden voorkomen Nu niet geble ken is, dat de kapitein de noodige bekwaam heid mist, kan hier slechts van verregaande zorgeloosheid en nalatigheid worden gespro ken. Terecht merkt de inspecteur-generaal voor de scheepvaart op, dat door zulk een wijze van varen de schepen, waarop Neder land zuinig moet zijn, aan geheel onnoodige gevaren worden blootgesteld. De Raad strafte daarom den betrokkene door hem de bevoegdheid te ontnemen om als kapitein te varen op een schip, als bedoeld bij art. 2 der schepenwet, voor den tijd van zes weken. I De regeeringscommissaris heeft besloten, dat met ingang van 22 April as. de onder wijsinrichtingen in Haarlem weer normale schooltijden zullen hebben, tenzij met het oog op huisvestigingsmoeilijkhedén een af zonderlijke regeling is getroffen. De maat regel, waardoor destijds in verband met de brandstoffenbesparing de Zaterdagochtend schooltijd naar den Woensdagmiddag (even tueel andere dagen) verplaatst werd, is dus met ingang van 22 April ingetrokken. Kurt Goetz is zoowel als regisseur als in zijn kwaliteit van filmspeler een zonderling heer schap. Hij heeft daar een film in elkaar ge draaid, die van volstrekten nonsens aan elkaar hangt. „Napoleon ist an allem Schuld" heet dit zonderlinge geval in het Duitsch, maar men vertaalde dezen titel door ..Het congres amu seert zich", een aafmemelijke titel, die echter geenszins de kern van de film raakt. Goetz speele hier de rol van een Napoleon vereerder, Lord Cavershoot, die om zoo te zeg gen met Napoleon opstaat en naar bed gaat Hij verzamelt herinneringen aan den grooten Corsicaan, laat een N op zijn bed schilderen, droomt van Waterloo en Jena, steekt de hand ln het vest. kamt 6611 lok over het voorhoofd, kleedt zijn bedienden als gardisten van la grande armée. wordt met pul verdampende pis tolen gewekt en heeft een vrouw, die José phine heet. Deze vrouw is verstandig genoeg cm haar man niet te veel in de wielen te rijden en doet zoo'n beetje met zijn dwaasheden mee. Ook zij heeft een hartstocht, n.l. hA visschen, een vrij wat minderwaardiger bezigheid dan het droomen over Napoleon. Lord Cavershoot heeft een vriend. Lord Cunningham, die met hem op napoleontische wijze omgaat, een groote ver eering voor Lady Cavershoot aan den dag legt en dit doen mag, omdat beide heeren eertijds op haar verliefd waren en zij den een heeft ge kozen zonder den ander te haten. Het oogenblik is gekomen, dat Cavershoot naar Parijs zal gaan om als eerste Napoleon- ceskundise een congres van Napoleonvereer ders bij te wonen Zijn collega's hebben voor een verrassing gezorgd in den vorm van een Napoleonrevue, die eindigt met een groote N. d<v— meisjeshoofden gevormd. Dan gebeurt het -• --telbare; de N wordt gevolgd door een punt. die bijna den dood van cavershoot ten gevolge heeft, zoo windt hij zich op over dezen fcistorischen flater. Hij verlaat de revue en zijn vrienden en wil in zijn wagen stappen, als hij daar een meisje ontmoet, zoo juist ontslagen omdat zij de schuld was van dén afschuwelijken flater Samen gaan zij door Parijs boemelen maar het duurt niet lang, of ook de andere congressisten zijn van de partij en zij niet alleen. Ook Cunningham komt opdagen om te vertellen, dat Joséphine een foto in de kranten Van bevoegde zijde wordt het volgende mede gedeeld In verband met de omstandigheid, dat de hef fing van omzetbelasting van vee geheel over eenkomstig de bepalingen van het besluit op de omzetbelasting 1940 tot vele moeilijkheden aan leiding zou geven, en mede in verband met het feit, dat al het voor de slacht bestemde vee moet worden geleverd door tusschenkomst van de Nederlandsche Veehouderijcentrale, is ten aanzien van de heffing van omzetbelasting van vee tot nader order de navolgende regeling ge troffen: De levering door veehouders van runderen, varkens, paarden, schapen en geiten hierna kortheidshalve aangeduid als vee is onder worpen aan een heffing naar het tarief van 2% percent. Op het vorenstaande bestaat slechts uitzondering in gevallen, waarin de vee houder kan aantoonen, dat hij als veehandelaar is opgetreden. Een veehouder is "an te merken als veehandelaar ten aanzien van ingekocht vee, dat hij binnen zeer korten r4id doorlevert. Ter zake van den eigenlijken handel in vee wordt omzetbelasting slechts geheven bij leve ring door de Nederlandsche Veehouderijcen- traie en wel naar het tarief van een half per cent. De levering van Vee door veehandelaren behalve de Nederlandsche Veehouderijcentrale is mitsdien niet aanomzetbelasting onder worpen. Hieruit volgt tevens, dat een veehouder, die vee levert, ten aanzien waarvan hij volgens het vorenstaande als veehandelaar kan worden aangemerkt, voor deze levering omzetbelasting niet is verschuldigd. Ter zake van het door veehouders voor eigen gebruik beschikken over vee vindt belasting heffing niet plaats. In verband met de omstandigheid, dat de Nederlandsche Veehouderijcentraie over het grootste gedeelte van het eerste kwartaal heeft gerekend met betaling door haar aan het rijk van omzetbelasting naar het ..arief van 2y3 percent, is, om redenen van practisehen aard, goedgekeurd, dat de belastingheffing bij vee houders terzake van de levering van vee eerst I begint met ingang van 1 April ji, Opleiding en r?*™ oefening van transports olonnes Opleiding van I 14.000 helpsters I Inrichting hos pitalen in mobi- lisatie- of oor- j logstyd Verzorging zieke r en gewonde mili- - tairen in oor- logstyd i Modern zieken- vervoer Hulp bi) rampen K Uitzending ambulanc e s I /A*r 600 hulppos- L f ten langs de L* L wegen Patrouilleeren by gevaarlijke punten Bloedtrans- Cf fusiediensten x Hulp by Lour- destransporten enz. VJJy/j,: Protectoraat Msg parkherstel- lingsoorden, JLT_ Roode Kruis- hondenvcrean. A. enz. Earste hulp CtCPj. b(i marschen, >WÏ». wedstrijden, vergaderingen V Uitwisseling kr ygsge vange - pW nen,hulp aan vluchtelingen l Levensmiddelen, [ipr kleeren,me dl- _J |^3 cijnen naar |--{k<£ nooddruftigen LJ&t# i/h buitenland Organisatie f~S hulpacties by rampen en nood Donderdag 24 April zal het stedelijk orkest van Düsseldorf een orkestuitvoering geven in het Gem. Concertgebouw te Haarlem, onder leiding van Generalmusikdirektor Prof. Hugo Balzer. Burgerlijke Stand. Geboren: Maria Cor nelia Anna, dochter van A. J. Clemens en C. M. Langeveld; Alida Johanna, dochter van Th. van der Aart en A. M. Aartman; Cornells, zoon van D. Th. Netten en P. Chr. van Veen; Theodora Geertruida. dochter van F. Th. van Dijk en A. de Vos: Elisabeth, dochter van C. N. Mens en C. van Rooijen; Petrus Wihelmus Maria, zoon van C. J. van der Zon en M. C. van den Berg. Ondertrouwd: Petrus Cornelis Koster, 26 jaar, te Noordwijkerhout met Anna Maria Kap- tein, 24 jaar, te Lisse; Martinus Nicolaas van Dijk, 31 jaar, met Maria Martina Boot, 27 jaar, beiden te Lisse; Hendrikus Verhaar. 26 jaar, te Lisse met Catharina Faas. 24 jaar, te Haarlem mermeer: Frederikus Hubers, 24 jaar, te Schoo- nebeek met Aaltje Bol, 29 jaar, te Lisse. Overleden: Coenraad Koordes, 72 jaar, echtg. van A. van 't Wout. Radio-medi6che adviezen OHS O 0 E Li in leder huis Een Lid van 't Roode Kruis Postgiro 3 2 12 0 In „De Stem" houdt H. Bonger een uitvoerig pleidooi voor den tot nu toe volgens hem mis kenden Zuid Afrikaanschen dichter en schrij ver Eugène Nielen Marais, die na een veelbewo- (ilin.contrib. f 1.- p.J.) HOOFDBESTUUR RCCDS KRUIS - DES HAAG

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 4