Joego-Slavië stuurt steeds meer op een oorlog aan Belgrado toenemend anti-Duitsch gezind DE ZEGETOCHT TEN DO ODE Engelsch contact met Belgrado Troepenconcentraties op den Balkan Staatsgreep te Bagdad Matsoeoka weer uit Berlijn vertrokken Britsch convooi opnieuw aangevallen Uruguay legt beslag op schepen Verduistering r VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS Oproep tot steun aan Winterhulp Engelsche aanvalspoging op Duitsch gebied Berlijn en Joego-Slavië Van Palmzondag tot Goeden Vrijdag DE DAG ONTWAA Britsche opmarsch naar Massawa vertraagt! BUR. VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: SMEDESTRAAT 5 TELEFOON 21543 EN 21544 GIRO 22884 Abonnementsprijs (bij vooruitbetaling) voor Haarlem 26 cent per week; per kwartaal 3.41. Bij onze Agenten 28^ ct. per week, per kwartaal 3.75i/£ ZONDAG 6 APRIL 1941 - OCHTENDBLAD VIJF EN ZESTIGSTE JAARGANG No. 22941 DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE De prijs der advertentiën bedraagt 35 cents oer regel. Ingezonden Mededeelingen 60 ets. per regel Bij contract sterk geredu ceerde prijzen. Kleine annonces (Vraag- en Aanbod-advertentiën) 13 regels 48 cents, iederen regel meer 16 cents. De rol van den Servischen generalen staf De houding van Amerika ltaliaansche commentaren Stojadinowitsj in Britsche gevangenschap Britsche landingstroepen te Basra Accoord tusschen Irak en Iran? De reis van den minister en de toestand in den Stillen Oceaan Praktisch geen contact meer tusschen Berlijn en Belgrado De anti-Duitsche terreur AMERIKA EN DE OORLOG Duitsch weermachtsbericht Daarvan achttien schepen tn tot aal tot zinken gebracht Bemanning der Conté Bianca- mano naar New York Antwoord van Washington op Duitsch protest J' De verdediging der Philippijnen Salter over Engelands scheepvuartpositie Gisteren en morgen WEYGAND NAAR TUNIS DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT BELGRADO, 5 April (A.NJ.) Naar vernomen wordt, krijgen in Joego-Slavië bepaalde Servische militaire kringen, die het Joego-Slavische volk in den oorlog willen drijven, steeds meer de overhand. De vrij metselaars, de Joden en de Engclsche agenten stellen alles in het werk om deze kringen door beloften van Engelsch—Ame- rikaansche hulp tot het uiterste te drijven. Het Bulgaarsche blad Sora meldt, volgens D. N. B., dat het Joego-Slavische leger, het Griek- sche leger en sterke Engelsche troepencontin genten zijn samengetrokken aan het drielanden punt Joego-SlaviëGriekenlandAlbanië. Ser vische, Grieksche en Engelsche troepen operee- ren in gemeenschappelijk overleg. Alles duidt er op, dat Joego-Slavië op den oorlog aanstuurt. De Londensche correspondent van de Neue Zürcher Zeitung schrijft o.a., dat het langdurige verblijf van den Britschen minister van Buiten- landsche Zaken, Eden, en van generaal Dill in Griekenland begrijpelijkerwijze door de meeste Engelschen als een bevestiging wordt opgevat, dat er een Engelsch contact met de regeering te Belgrado gaande moet zijn. Uit Athene meldt SJ.T., dat de eerste ge volgen van de Vrijdag afgekondigde algemeene mobilisatie in geheel Joego-Slavië reeds duide lijk zijn te bespeuren. Met uitzondering van de Zuidelijke grens is Joego-Slavië geheel van de buitenwereld afgesloten. De telefoonverbindingen zijn verbroken en Belgrado was in den afgeloo- pen nacht voor het eerst verduisterd. De neu trale diplomaten verlaten de hoofdstad of ma ken voorbereidingen hiertoe. Naar het Zwitsersche blad Tribune de Lausan ne meldt, staan de Joego-Slavische spoorwegen sinds middernacht volkomen onder militaire controle. De maatregelen der mobilisatie worden voortgezet. Binnen enkele dagen zullen alle Joego-Slavische burgers beneden de 50 jaar on der de wapenen zijn. Alle particuliere auto's zijn opgevorderd. In een bericht betreffende den toestand in Joego-Slavië meldt de vertegenwoordiger van het Amerikaansche agentschap Associated Press zoojuist uit Belgrado, dat in Joego-Slavië iedere man, die een geweer kan dragen, terstond ge monsterd wordt voor het leger, zonder er acht op te slaan, of hij militair opgeleid is of niet. Een toonaangevende persoonlijkheid in Skollje, de sleutelpositie naar het Vardar-dal, heeft ver klaard: „Wij hebben thans reeds den oorlogs toestand. Gelooft u maar niet, dat wij wachten zullen, tot de Duitschers aanvallen. Wij moeten beginnen, omdat in dezen oorlog de aanvaller in het voordeel is." Het Joegó-Slavische gezantschap in Boe karest heeft zoo meldt S.P.T. de ge- heele Joego-Slavische kolonie het bevel ge geven onmiddellijk naar Joego-Slavië terug te keeren. Het bericht over Joego-Slavische troepen concentraties in den z.g. Baranya-driehoek, ten Zuiden van Fünfkirchen en ook op andere punten van de Hongaarsch—-Joego-Slavische grens, hebben fn Boedapest het grootste opzien gebaard. Men wijst erop, dat de betrokken troepen gemotoriseerde eenheden zijn. Uit Bel grado wordt gemeld, dat het telegraaf- en te lefoonverkeer met Bulgarije en Roemenië is gestaakt. Uit Sofia meldt het D.NJB.: Dg Bulgaarsche schrijver Kraptsjeff, die een goed kenner van Joego-Slavië is, behandelt in een hoofdartikel van het blad Sora de rol van den Servischen generalen staf bij de vorming van de huidige regeering. De militaire staatsgreep van 27 Maart werd, volgens de uiteenzettingen van Kraptsjeff. sinds geruimen tijd voorbereid. De gedarhte van een anti-Duitsch kabinet bestond reeds sinds het begin van den oorlog. De generale staf had toen reeds*een plan en had toen reeds de per sonen bepaald, die zijn politiek moesten uitvoe ren. Dit waren dezelfde mannen, die reeds in den wereldoorlog met den Servischen generalen staf hadden samengewerkt. De Servische gene rale staf was afltijd reeds het centrum van die internationale organisaties op den Balkan, welke de „honderd divisies" tegen Duitschland wilden opstellen. De Hongaarsche avondbladen worden naar het D.N.B. uit Boedapest meldt volkomen beheerscht door den toestand in Joego-Slavië. Met vette letter worden de berichten over de algemeene mobilisatie in Joego-Slavië afgedrukt De Pesti Ujsag noemt de spanning in Joego- Slavië dreigend. De Magyarsag schrijft, dat het geen in Joego-Slavië gebeurt de grootste uit daging is van de asmogendheden- De New Yorksche radio meldt, dat. In het Amerikaansche gezantschap te Belgrado de grootste drukte heerscht. Het gezantschap was den geheelen nacht geopend. Heden verklaarde de Amerikaansche gezant, dat hij in permanent contact met de regeering staat- Sinds gisteren heeft hij vijftien gesprekken met den minister president gevoerd. Het A-NP- meldt uit Washington: Mark Sul livan schrijft in de Chicago Journal of Commer ce o.a.: „Er kan weinig twijfel over bestaan, dat het verzet van Joego-Slavië tegen Duitsch land door onze houding is aangemoedigd. Hier houdt ons standpunt op, louter standpunt te zijn, het wordt verplichting. Wii zijn deelge- nooten in een tweevoudig verdrag. Wanneer Joego-Slavië Duitschland bestrijdt, zijn wij ver plicht het te voorzien van al het materiaal, dat de leen- en pachtwet voorschrijft. De Amerikaansche minister van Buitenland- sche Zaken, Cordell Huil, heeft volgens S.P.T. medegedeeld, dat de geblokkeerde saldi van Joego-Slavië ten behoeve van de regeering Sl- mowitsj zullen worden vrijgegeven. De toestand in Joego-Slavië wordt door de te Rome verschijnende ochtendbladen nog geens zins opgehelderd genoemd. De Messaggero wijst er in haar hoofdartikel op, dat Joego-Slavië met de plotselinge koersverandering afstand heeft gedaan van alle voordeelen, die het zijn vrijwillig ondernomen toetreding tot het driemogendhe- denpact binnen het kader van het nieuwe Europa verzekerde. Verklaren kan men de koersverandering alleen, wanneer men aan neemt, dat Joego-Slavië heeft toegegeven aan den invloed van buitenlandsche krachten, die net voor haar eigen doeleinden willen uitbuiten. Anders zou het land nooit of te nimmer hebben afgezien van een beproefden koers, die het rust en veiligheid heeft gewaarborgd, en tegenover de vrienden van gisteren een provoceerende en daarom gevaarlijke houding hebben aangenomen. Het door Italië en Duitschland aan den dag ge legde geduld had de verantwoordelijke kringen te Belgrado en ook andere hoofdsteden tot ernstig nadenken moeten dwingen. Het is poli tiek onverstandig, het geduld van anderen op dc proef te stellen, en beslist een fout, om tolerantie te verwarren met zwakheid. Het D.N.B. meldt uit Genève: In de Lager huiszitting van 2 April heeft de onderstaatsse cretaris Butler aan den afgevaardigde Mander geantwoord, dat de Joego-Slavische regeering op 15 Maart aan de Engelsche regcering heeft mee gedeeld, dat zij Stojadinowitsj uit Joego-Slavië zou verbannen. Zij zeide te hopen, dat de Brit sche regeering hem ergens in een Britsch gebied zou opnemen en daar vasthouden. -De Britsche regeering verklaarde zich bereid hieraan te-vol doen. Stojadinowitsj bevindt zich dus in Engel sche handen en wordt op Britsch gebied gevan gen gehouden. BEIROET, 5 April (D:N.B.). Rasjid Ali el Kaiiani heeft met behulp van een deel van de Iraksche troepen de regeerings- en bestuursgebouwen der hoofdstad Bagdad bezet zoo meldt radio-Ankara. Naar van betrouwbare zijde verluidt, zijn gisteren te Basra zeven Engelsche oorlogs schepen aangekomen, die landingstroepen aan boord hebben. Of deze troepen reeds ontscheept zijn, is nog niet bekend. De lan dingsmanoeuvre zou gericht zijn tegen den als anti-Britsch beschouwden nieuwen machthebber Rasjid Ali el Kaiiani en zijn staatsgreep. Met betrekking tot den staatsgreep in Irak .meldt de correspondent van de New York Times uit Londen, dat er nog geen bijzonderheden be kend zijn. Blijkbaar heeft Rasjid Ali el Kaiiani, over wiens anti-Engelsche houding geen twijfel bestaat, den staatsgreep uitgevoerd, terwijl het parlement op reces en de regent, Emir Abdoella, op reis was. Rasjid Ali heeft met de hulp van oudere officieren den ministerpresident, gene raal Tahael Hasjimi en andere vooraanstaande personen uit hun functie ontheven en schijnt den toestand in Bagdad te beheerschen. De Engelschen zijn blijkbaar, naar de correspon dent verder meldt, niet gealarmeerd, daar zy meenden den toestand zelf meester te zijn. In welingelichte kringen te Bagdad wordt verklaard, dat er tusschen Irak en Iran onder handelingen inzake een wederkeerig accoord worden gevoerd. De onderhandelingen zullen binnenkort tot een gunstig einde worden ge voerd. Wij staan niet ver meer af van de derde lijstcollecte, die de stich ting Winterhulp Nederland als voorlaatste actie voor dezen winter zal houden, en wel van Dinsdag 15 tot en met Zaterdag 19 April a.s. Wederom zal een ieder een offer worden gevraagd, want de nood is nog steeds zeer groot. Nog steeds stroomen de aanvragen binnen, en in alle deelen van het land icordt nog armoede geleden. Daarvan moet ieder van ons zich bewust zijn, en dan zal ook niemand zich onttrekken om mede te werken aan de groote taak: het ongedaan maken van deze wantoestanden. Iedere landgenoot kan en moet hierin het zijne bijdragen, in wel ken vorm ook. Doet ten minste iets, en blijft niet afzijdig door slechts toe te zien en uw daadwer kelijken steun te onthouden. Zoo gij niet over vrijen tijd beschikt om u in de rijen der collectanten te scharen, offert dan spontaan, wanneer deze laatsten zich an dermaal aan uio deur vervoegen. Doch ook vele helpende handen zijn nog noodig en daarom roepen wij allen op, die enkele uren be hulpzaam kunnen zijn bij het- in zamelen. Meldt vl zoo spoedig mo gelijk als collectanten bij het plaatselijk bureau van de Winter hulp in uw woonplaats. Ook op de werkgevers wordt an dermaal gerekend, dat zij hun per soneel in de gelegenheid stellen om voor de Winterhulp te collecteeren. Laat een ieder het zijne bijdragen voor de komende actie. Toont uw medewerking, in wel ken vorm ook. Helpt, mede den nood in eigen volk te verzachten. BERLIJN, 5 April. (D.N.B.) Matsoeoka en de rijksminister van Buitenlandsche Za ken, van Ribbentrop, hebben Zaterdagmid dag opnieuw een onderhoud gehad. Daarna verliet de Japansche minister van Buiten landsche Zaken de rijkshoofdstad van het Anhalter station. Von Ribbentrop nam hier op de hartelijkste wijze afscheid van den hoogen Japanschen gast. Uit Sjanghai meldt het A.N.P.: De Austra lische minister van buitenlandsche Zaken, sir Frederick Stewart, heeft zich in het parlement gekeerd tegen de consequente politiek van Ja pan, zooals deze in het driemogendhedenpact en in de Eurofceesche reis van Matsoeoka tot uiting komt, zoo wordt uit Canberre gemeld. Daar Matsoeoka verklaard heeft, dat Japan onder alle omstandigheden aan de zijde van de asmogendheden staat en deze verklaring de weloverwogen meening vormt van de Japan sche regeering, betoogde Stewart, dat de toe stand in den Stillen Oceaan zorgwekkend is. BERLIJN, 5 April. (D. N. B.) Zwakke En gelsche luchtstrijdkrachten zijn in den nacn' van 4 op 5 April West Duitschland binnenge vlogen. Reeds spoedig na het passeeien van d- grens werden zij door het sterke Duitsche a weervuur weggedrongen. De diepte, waaro zij Rijnlandsch en Westfaalsch gebied binnen drongen was niet meer dan 80 tot 100 K.M. tegenstander kwam niet tot het welgeric neerwerpen van bommen. Eenige brand- en brisantbommen, die luk- raak op het vrije veld werden uitgeworpen, richtten geen schade aan. BERLIJN. 5 April (A.N.P.)Van welingelichte zijde wordt vernomen: De toestand in Joego-Slavië en de Duit sche houding tegenover de gebeurtenissen aldaar blijft ongewijzigd. Deze opvatting huldigde men heden in de Wilhelmstrasse. In politieke kringen der rijkshoofdstad vertoonde zich ook heden geen verandering in de beoordeeling van den toestand. Men wees er integendeel op, dat de situatie zich aldaar voortdurend ver der ontwikkelt in den geest eener toene mende anti-Duitsche gezindheid, zonder dat de regecring te Belgrado duidelijke en on dubbelzinnige maatregelen genomen heeft. Van dag tot dag toenemende vijandelijke ac ties tegen Duitschland en Italië zijn het eenige resultaat, dat men uit het tot dusver gevoerde beleid der nieuwe regeering te Belgrado kan opmaken, welke nu reeds sinds acht dagen verkondigt, dat zij een regeeringsverklaring zal uitgeven. Daar komt nu nog pas bij de mobi lisatie van het Joego-Slavische leger. Dat zijn de feiten, die Duitschland ziet In de Wilhelmstrasse werd heden in ant woord op een desbetreffende vraag nog ge zegd, dat Duitschland met de Joego-Slavi sche regeering praktisch geen contact meer heeft. De tweede vraag, of de Joego-Slavi sche gezant, Andritsj, in de Wilhelmstrasse geweest is, werd ontkennend beantwoord. Het D.N.B. meldt uit Graz: Een bekend be stuurslid van den Zwabisch-Duitschen Cultuur- bond heeft slechts aan zijn achtervolgers kun nen ontkomen door de rivier de Mur over te zwemmen en zoo op Duitsch gebied te komen, nij gaf de volgende schilderingen: De stem ming wordt deels gekenmerkt door een fana- tieken haat tegen alles wat Duitsch is, deels valt een angstige depressie waar te nemen Uitingen als: „Aan eiken boom moet een Duit- scher hangen", of „Alles wat Duitsch is wordt omgebracht", zijn aan de orde van den dag. Uit Bettau in Slowenië wordt gemeld, dat de Engelsche club aldaar de centrale is, vanwaar maatregelen tegen de Volksduitschcrs genomen worden. Ook elders zijn de Engelsche clubhui zen en leeszalen in Joego-Slavië de centrales, vanwaar de Engelsche agenten den haat tegen alles- wat Duitsch is verder aanstoken. „Ik echter ben een worm, geen man. Der nienschen smaad, des volks verachting. Al die Ml) zien, bespotten Mij." (Ps. 21) Grooter tegenstelling dan tusschen den blij den toon van de gebeden en gezangen der Palmwijding en den kreet van uiterste verla tenheid in den 21sten psalm bij de Misgebeden had de H. Kerk in de liturgie van dezen Zondag moeilijk kunnen vinden. Het is de schrijnende tegenstelling tusschen den zegetocht van Chris tus op Palmzondag, waarbij het enthousiaste volk met palmtakken en Hosanna-geroep den Gezegende begroette ..Die komt in den naam des Heeren" en den tocht van den Veroordeelde op den Goeden Vrijdag, waarbij bet „Weg met Hem, kruisig Hem!" eener teleurgestelde en verbitterde menigte de luchten scheurde. Het schijnt onbegrijpelijk, hoe binnen weinige dagen het uitbundig enthousiasme van het volk kon omslaan in verbittering en blin den haat En toch: voor wie het gruwelijke en tegelijk wondervolle drama van de veroordeeling en den dood van den Menschenzoon van meer na bh beschouwen, is er weinig verschil tusschen de toejuichingen van den Zondag en de vervloe kingen en verwenschingen van den Vrijdag. De toejuichingen der Joden golden niet zoozeer den Christus, dan wel henzelf. Zij kwamen niet toe gesneld met palmen en olijftakken om den Ko ning te huldigen van hun hart, den absoluten Souverein, die hun Zijn wetten kon stellen en den geheelen mensch opeischt, maar een schep ping van hun eigen droomen en verlangens, een koning, die hun bekrompen nationale ambities zou moeten verwezenlijken. Zij brachten Hem hulde niet voor wat hij in werkelijkheid was maar voor wat hun verbeelding hun had voor gespiegeld. „Gezegend het Rijk van onzen vaaer David, dat nu gaat komen." (Mare. 11, 10) Jezus had de mensehheid in het Onze Vader leeren bidden: „Uw Rijk kom e!" Hei. verlangen der Joden luidde niet „Uw Rijk" maar „Ons rijk kome!" Zij wilden Jezus erkennen als Koning, maar krachtens een koningschap, waar voor Jezus huiverde, waarvoor Hij zich na de broodvermenigvuldiging in eenzaamheid terug trok op den berg. De toejuichingen voor den Verlosser en zijn zegetocht op Palmzondag wa ren van een bittere ironie, die Christus ten volle begreep en die Hem, zooals St. Lucas on middellijk na Christus' zegetocht beschrijft te. 19, 4142), deed weenen over de stad, die niet wil erkennen, wat haar tot vrede strekt. Het was geen nederigheid, onthechting en zelfverloochening, maar nationaal egoïsme, dat op dien Zondag Jezus' weg met mantels en groene twijgen belegde. En ditzelfde, nu teleur gestelde egoïsme deed de menigte op den Vrij dag schreeuwen om den dood van Hem, Dien zij op den Zondag hadden toegejuicht. „Wii hebben geen Koning, dan den Caesar." (Jo 19 15). Zoo was er in wezen weinig verschil tusschen Zijn glorierijken intocht in de stad en Zijn uit tocht, toen men Hem naar buiten voerde, om Hem te kruisigen tusschen twee moordenaars. In heel de geschiedenis der mensehheid zien wij het conflict tusschen Christus en de wereld herhaald. Een strijd op leven en dood tusschee Christus en Zijn Mystiek Lichaam, de Kerk. en het egoïsme der wereldlingen, tusschen den Verdediger van Gods souvereine rechten en de machten der duisternis. Door heel het mensche- lijk gebeuren heen zoeken deze twee stroo mingen een weg tot zij samentreffen op Cal- varië in den dood en schijnbare nederlaag van den Eenig Rechtvaardige, toen de opstand tegen Gods gezag culmineerde in een botsing zoo hevig, dat zelfs de natuurkrachten er door geschokt werden. „En van het zesde uur af tot het negende viel er duisternis over het heele landEn zie, het voorhangsel van den tempel scheurde in tweeën van boven tot onder; de aarde beefde en de rotsen spleten vaneen: de graven gingen open en vele lichamen van gestorven heiligen verrezen." <Matt. 27. 45, 52) Indrukwekkende natuurverschijnselen, die den mensch de ver schrikking openbaarden van de botsins tusschen de macht Gods en de macht dei zonde een botsing, waarin Christus h Mensehheid vernie tigd werd. „Om ónze zonden wordt Hij doorboord. Om ónze misdaden wordt Hij gebroken: Op Hem rust de straf, óns ten heil. Door Zijn striemen komt óns genezing (Is. 53.5» Christus, als Hoofd van het menschelijk ge slacht, wordt het slachtoffer tot uitboeting qpzer zonden. De Rechtvaardige nam onze zonden op zich, opdat door Zijn dood wij het leven zouden vinden. Hij werd voor ons rot zonde gemaakt. „Hem, die geen zonde heeft gekend, neef'. Hij (de Vader) voor ons tot zonde gemaakt, op dat wij door Hem zouden worden- gerechtigheid Gods" (2 Cor. 5. 21). Christus, de geïncarneerde Liefde Gods. door stond de vuurproef, waarvoor wij waren ge plaatst. in Zijn onbegrijpelijke liefde to; den mensch. onderwierp de Vader Zijn Eenig- geboren Zoon aan dit harde lot en leverde Hem over aan de machten van het kwaad. Bij dit drama, waarin Goddelijke Liefde en Wijsheid strijden tegen den hoogmoed en het egoïsme der wereld, zinken de ontzettende gru wel van den oorlog, ziekte, dood en honge; snood, kortom alle rampen, die ons treffen, in het niet Niet op Palmzondag, maar op den Goeden Vrijdag is het, dat Christus' zegetocht begon. Daar is het dat onze Verlosser „vol mede lijden met de menschel ij ke ellende voor het leven der geheele wereld met den vorst des doods zou stry- den en stervende zou overwinnen." (Palmwijding). In de duisternis van Calvarië wordt de stryd uitgestreden tusschen Zijn en Niet-zijn, tus schen de huiveringwekkende realiteit, die God is. en de verschrikkelijke onwerkelijkheid die zonde heet. Zoo verheft zich het Kruis met het uitgebloede Lichaam van Jezus boven de aarde als een teeken van verwerping voor het egoïsme der wereld, als een teeken van overwinning en opstanding voor allen, die in nederige onder werping zich buigen voor de eeuwige" en onaan tastbare wetten Gods. „Glorie, lof eri eer zij u, Christus, Koning, Verlosser." k. BERLIJN, 5 April. Het opperbevel der Duitsche weermacht deelt mede. Aan de Libysche kust volgen Duitsche en ltaliaansche gemotoriseerde formaties en pantsertroepen in scherpe achtervolging den naar het Noorden uitwijkenden vijand. In de vroege ochtenduren van den vierden April is, zooals reeds in een extra-bericht bekend 'is gemaakt, Benghazi, de hoofdstad van Cyrcnaica, ingenomen. Gevechtsduikbommenwerpers van het Duit sche vliegercorps hebben op 3 April doeltreffend ingegrepen in de gevechten op den grond om Benghazi Zij bestreden ten Oosten van Solluch pantsercolonnes met bommen van zwaar kali ber Daarbij werden door begeleidende jacht vliegtuigen drie vijandelijke Hurricane-machines neergeschoten. Duikbooten hebben het convooi, waarvan volgens het weermachtsbericht van 4 April reeds tien schepen met 58.000 b.r.t. tot zinken waren gebracht, opnieuw aangevallen en nog 48.500 b.r.t. in den grond geboord. Daarmede zijn van dit convooi, dat zwaar beladen voor Engeland was bestemd, achttien schepen met 106.500 b.r.t. vernietigd, terwijl het totaalsuc ces stijgt tot 137.116 b.r.t. Een in overzeesche wateren opereerend oor logsschip heeft den Britschen hulpkruiser „Vol taire" met 13.249 b.r.t. en het Britsche trans portschip „Britannia" met 8.799 b.r.t. tot zinken gebracht. Vliegtuigen der gewapende verkenning be rokkenden gisteren in het zeegebied rondom Engeland door bomtreffers zware schade aan drie vijandelijke koopvaardijschepen. Een van deze schepen werd in zinkenden toestand waar genomen. Arldere aanvallen waren gericht op vliegvelden en haveninstallaties aan de Zuid en Zuidoostkust. Bij een actie van Duitsche jachtvliegtuigen tegen het Britsche eiland werden zonder eigen verliezen twee vijandelijke jachtvliegtuigen van het Spitfiretype neergeschoten. De vijand ver loor een andere Spitfire bij luchtgevechten bo ven Het Kanaal. In den nacht van 4 op 5 April waren de aan vallen van sterke formaties gevechtsvliegtuigen opnieuw gericht op de voor de oorlogvoering van belang zijnde doelen van de havenstad Avon- mouth aan het Bristolkanaal. Er ontstonden uitgestrekte branden. Ook de haven van Great Yarmouth werd met succes gebombardeerd- De vijand viel met enkele vliegtuigen West- Duitschland aan. Alle bommen kwamen in het open veld terecht, zoodat er geen schade ver oorzaakt werd. Pogingen van den tegenstander om in den afgeloopen nacht een haven in bet bezette gebied aan te vallen, strandden op den Duitschen afweer. Luchtdoelartillerie schoot hierbij drie Britsche gevechtsvliegtuigen neer. Daarmede heeft de vijand in de periode van 1 tot 4 April te zamen 42 vliegtuigen verloren, waarvan 14 door lucht doelgeschut, jagers en de marine neergeschoten werden, terwijl er 27 op den beganen grond werden vernield. MONTEVIDEO, 5 April (D.N.B.). De in de haven van Montevideo liggende ltaliaan sche schepen Fausto en Adamello, alsmede de Deensche vrachtbooten Christian Sass en Laura zijn hedenochtend op last van de regeering van Uruguay bezet. De bemannin gen blijven voorloopig aan boord. Het doel van deze maatregelen is tot dusver niet officieel bekend gemaakt. De New York Times meldt uit Cristbal (Panama), dat de leden der bemanning van het ïn beslag genomen ltaliaansche s.s. Conté Bian- camano met een troepentransportschip naar New York vervoerd zijn. Aan boord van het transportschip bevonden zich ook de officieren en de kapitein van het schip. De ltaliaansche consul-generaal, Bruni. bevindt zich, volgens het blad, nog altijd in arrest. S. P. T. meldt uit Columbia, dat het plotseling vertrek van den Amerikaanschen ambassadeur, Braden, die gisteren naar Washington is ver trokken om rapport uit to brengen, in politieke kringen te Bogota in verband met den nieuwen toestand wordt gebracht, die in geheel Amerika is ontstaan door inbeslagneming van de schepen der asmogendheden. De regeering van Columbia weigert op de twee ltaliaansche tankers, die in Columbiaansche havens liggen, beslag te leg gen. In Washington heerscht, naar het D.N.B. meldt, ergernis, dat de Engelschen ondanks huD geklaag over gebrek aan scheepsruimte nog an derhalf millioen ton schepen laten varen op niet-vitale trajecten, zoo schrijft de New Week Engeland geeft deze vaarten niet op, omdat Washington weigert te garandeeren, dat Enge land zijn zaken na het einde van den oorlog zal terugkrijgen. De Engelsche wenschen betref fende Amerikaansche schepen en convooien zijn echter moeilijk te rechtvaardigen, wanneer En geland van te voren niet de op neutrale tra jecten varende tonnage op het Noorden van den Atlantischen Oceaan laat varen. Hqt A.N.P. verneemt van welingelichte zijde te Berlijn: In de Wilhelmstrasse werd heden vernomen, dat de Berlijn antwoord is ontvangen uit Washington op het Duitsche protest tegen de beslaglegging op Duitsche schepen in Ameri kaansche havens. Dit antwoord behandelt, zoo werd van Duitsche zijde toegevoegd, 'n deel var het protest. In een ander antwoord zal eer ander deel van de Duitsche protestnota be handeld worden. Zonsondergang 6 April 20.22 Zonsopgang 7 April 7.02 Maanopkomst 13.43 ondergang 4.11 Volgens S.P.T. wordt in politieke kringen te Washington verklaard, dat dezer dagen aan Roosevelt een programma voor de verdediging van de Philippijnen zal worden voorgelegd. Dé tails hieromtrent zijn nog niet bekend. Naa: verluidt zouden de kosten, verbonden met de uitvoering van de plannen in het programma voorgesteld, 50 millioen dollar bedragen. De leider van de Britsche scheepvaartcom missie, sir Arthur Salter, heeft, volgens een be richt van de „New York Times", aan de pers verklaard, dat de slag op den Atlanuscnei: Oceaan op de Amerikaansche werven gewonnen kan worden. Wanneer Amerika zijn prestatie van 1919 herhaalt, toen het vier millioen b.r.t. bouwde, dan zal Engeland den Duitschen duik bootoorlog het hoofd kunnen bieden. Salter ver klaarde verder, dat sedert het begin van den oorlog meer dan 5 millioen ton Engelsche. ge allieerde en neutrale scheepsruimte tot zinken is gebracht. Dat is meer dan in de eerste IP maanden van den wereldoorlog. Ofschoon hij geen nauwkeurige getallen noemde, nam Salter aan, dat Engeland en de V.S. in 1941 niet meer dan 2 millioen ton scheepsruimte zullen bouwen. Wanneer Ame rika niet met schepen helpt, bestaat de moge lijkheid, dat Engeland wordt verslagen. Duitsch land beschikt over meer hulpbronnen dan de Britsche eilanden. Deze voorsprong kan echtei met behulp der VB. niet alleen ingehaald, maar zelfs voorbijgestreefd worden. Duitschlands, lucht- en zeeoorlog dwingt de Britsche schepen groote omwegen te maken. In tegenstelling tot den wereldoorlog moeten de Engelsche schepen thans ook groote afstanden afleggen om voj.- Engeland materiaal en levensmiddelen te halen Omtrent de door Roosevelt aangeduide be doeling, dat Amerikaansche scnepen waarschijn lijk de Roode Zee zouden mogen bèvaren. sprak Salter met voldoening Desondanks heeft En geland nog meer schepen in den dienst op den Atlantischen Oceaan noodig. Het is thans reeds moeilijk voor Engeland, voldoende schepen te krijgen om het in de V.S. vervaardigde mate riaal naar Engeland te brengen. Het gisteren is onherroepelijk voor bij en we dienen ons geheel en al in te stellen op morgen. Toch „keert het verleden weer" in onze goede en kwa de werken, in hetgeen we deden of nalieten. We kunnen ons niet losma ken van een gisteren waaraan we schuldig waren en we dienen onze toekomst zóó te vormen, dat deze, wanneer ze eenmaal verleden zal zijn geworden, ons tot verdienste worde aangerekend. Maar we mogen nooit ons inbeelden, dat het voorbije anders tot oils terugkeert, dan om ons re kenschap ie vragen, om ons te loven of te laken. Toen er jaren achtereen geredeneerd, werd over een „crisis", hebben we telkens gewaarschuwd, dat we met zouden wanen op een morgen te kunnen ontwaken zonder crisis. Het gisteren keert nooit weer in de zelfde gedaante terug. En daar om moeten we ons leven in alle tijden en ondei alle omstandigheden instellen op het komende. De toekomst hebben we te vormen. We zijn er even goed verantwoordelijk voor als voor ons heden. Iedereen, van hoog tot LaaS, moet in eigen leven en in eigen bescheiden kring aan een betere toe komst bouwen in het licht der eeuwig heid. Onze toekomst is de eeuwigheid en in dit tijdelijke moeten we door een goed gebruik van het tijdelijke te maken een gelukkige eeuwigheid ons bereiden. Het gisteren keert niet meer de morgen wacht op onsde mor gen van het Paschen der Verrijzenis. VICHY 5 April. (D N. B.) Generaal Wey- gand heeft zfch van Algiers naar Tunis bege ven, waar hij diepgaande besprekingen voeren met de protectoraatsautoriteitr CAÏRO, 5 April. (S.P.T.)In een official communiqué wordt medegedeeld, dat de Brit sche opmarsch naar Massawa door de vernie lingen der Italianen aanzienlijk is vertraagd Uit Berlijn meldt het D.N.B.: De snelle terug tocht der Engelschen in Cyrenaica is volgens het bericht van het Britsche hoofdkwartier in Caïio te wij ter aan het feit, dst men een con centratie ten uitvoer legt van de opgerukte troe pen. Deze concentratie wordt voortgezet. Of deze ..concentratie" ook overslaat op de Britsche troepenbewegingen in Griekenland* daarover laten de officieele Britsche instanties niets ver luiden, zoo wordt van bevoegde zfjde in Berlijn opgemerkt. 9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 1