Wentelende wieken weerloos M Camera-mysterie jZand. O H <Kdim&aal den dag VRIJDAG 18 APRIL 1941 Molens uit het Twentsche landschap verdwenen Pantelleria VOLK EN BODEM BEURS VAN NEW YORK DOOR PERCY KING De korenmolen te dorp-Lonneker, welke uit het jaar 1851 dateert, is de eenige in bedrijf zijnde molen, welken Enschede nog rijk is (Archief V.K.P.) Schommelend, doch in het algemeen flauwe markt Koersen Nederl. Clearinginstituut oud± Uw volk in stand; sieunl hei grooie gezin. Winterhulp van allen voor allen. foto zou in de I juffrouw Blankers kranten verschij- I f Incidenten in de gevangenis van Nisj Cavaillé-Coll-orgel te Maastricht Sectie Nederland van de Bodem- kundige Vereeniging Het Zepparoni-kwartet in Duitschland Een ruige boer, de handen in de wijde broekzakken, een lange Gouwenaar in zijn mond en op den achtergrond een molen, Ziedaar de gebruikelijke voorstelling, die men zich in Amerika van Holland maakt. Er ziin er in ens land die zich daarover ergeren, anderen, die er zich vroolijk over maken, maar wat niemand aan de Ameri- kaansche schildering van Holland zal be twisten is het feit. dat de Hollandsche mo len een soecifiek nationaal bezit is. Zonder molens kan men zich Holland niet indenken, al zijn er de laatste jaren heel wat gevallen als slachtoffers van den modernen tijd. Twente is, wegens zijn andere geaardheid, nooit zoo rijk aan molens geweest als de weste lijke provincies en daarom voelen we het des te dieper, wanneer we zien. dat weer een van de weinige molens, die ons resten ten doode is opgeschreven. Dit is thans het geval met den molen, die zij het sinds lang ongebruikt den noordrand van den üsseleresch sierde en eertijds met zijn machtige wiekfen het Twent sche landschap verlevendigde als geen ander menschelijk bouwsel. Veel meer is er van dezen molen niet bekend, dan dat hij vele jaren het koren maalde, dat zomer na zomer rijpte op den golvenden esch. Nu heeft hij zijn plicht ge daan en 't zal niet lang meer duren, of zijn bestaan zal nog slechts in de herinnering voortleven, evenals zijn voorgangers, die lang zaam maar zeker uit het Twentsche landschap zijn verdwenen. In de gemeente Enschede rest ons nu nog één molen, de Lonneker korenmolen, die nog. dage lijks fier zjjn werk doet en met zijn lange ar men naar den hemel grijpt, als wilde hij zijn blijdschap Uiten over het lange leven, dat hem beschoren is. De Molenstraat, de Zuidmolenstraat, de Ypkemeulenstraat, de Rietmolenstraat en de Oliemolensingel houden bij het nageslacht de herinnering levendig aan de molens, die En schede eens heeft bezeten en waarvan de histo rie ons enkele bijzonderheden heeft nagelaten. De Ypkemeulen komt reeds voor op een uit 1188 dateerend register van erven in het ker spel Enschede. Deze molen, een watermolen, stond op het erve Ybbekink en zooals zoo vaak geschiedde is ook hier de naam van het deel op het geheel overgegaan en kreeg het erve zelf den naam Ybbekinkmeulen. waaruit in den loop der tijden de naam Ypkemeulen ontstond De Noordmolen is vermoedelijk de oudste windkorenmolen van Enschede geweest en heeft in de geschiedenis onzer stad een min of meer belangrijke rol gespeeld. Uit welk jaar hij da teert is niet precies meer na te gaan, al moet volgens Dr. Benthem zijn oprichting hebben gelegen na 1299 en vóór 1418. Deze oprichting geschiedde buiten de stadsgrachten en met toe stemming van den Bisschop, die verklaarde „in t gansche Stigt geenen eigenaar van den wind dan zig zeiven te kennen"! De Noordmolen heeft aan de Molensteeg, la ter -straat, gestaan en wel ter hoogte van het tegenwoordige Kantongerecht of. zooals Dr. Benthem vermeldt „op een afstand van 50 M. van den weg naar Goor en Bekkum". In 1523 werd hij door ongeregelde krijgsben den, die Twente in dien tijd onveilig maakten, in brand gestoken. Bij een bezoek, dat Stad houder Schenk den 3den December 1531 aan onze stad bracht Stadhouder George Schenk, vrijheer van Toutenburg bij Vollenhove was door Karei V aangesteld als Heer van Overijsel wisten Schepenen en Gemeenslieden gedaan te krijgen, dat hun verzoek „een nieuwen molen te laten maken, waarop als van ouds de om wonenden zouden verpligt zijn hun koren te laten malen" werd ingewilligd. Op den plattegrond van Enschede, geteekend door Jacobus van Deventer in de 2de helft der zestiende eeuw, komt de Noordmolen dan ook weer voor en uit dien plattegrond blijkt tevens, dat de weg van Deventer over Holten, Goor en Bekkum door de Molensteeg liep, langs de Eschpoort en een eind verder zich splitste in een N.-O, tak, welke over Losser, Ravenshorst en Gildehaus naar Bentheim, en een O.-tak, die over Glanerbrug en Gronau naar Burgsteinfurt en Munster leidde. Verdere bijzonderheden vermeldt de geschie denis over den Noordmolen niet, doch het is niet onwaarschijnlijk, dat hij bij den brand van 20 Mei 1753, die een groot deel der stad in de asch legde, een roemloos einde vond. Behalve den Noordmolen bezat Enschede ook nog een tweeden stadsmolen, nJ. den Zuidmo len, ter plaatse waar zich thans de manufactu renzaak van den heer Hassink bevindt. Van daar, dat deze zaak nog steeds den naam van den molen draagt en het verbindingsstraatje tusschen de Haaksberger- en Beltstraat de Zuidmolenstraat heet. De grond eromheen werd de Molenbelt genoemd, waarvan de Beltstraat is afgeleid. De Oliemolensingel kreeg zijn naam van den olie- en pelmolen, tot den bouw waarvan de firma Blijdenstein Co. in 1776 aan Ridder schap en Steden vergunning vroeg. Deze molen heeft gestaan op den Hoogen Esch bij de plaats van samenkomst van den Kneedweg en den Heilweg (nu de Gronauschestraat). Na een halve eeuw door genoemde firma te zijn ge- exloiteerd, werd hij in 1827 door de toenmalige fabrikanten Barend Blijdenstein, Hendrik ter Kuile en Frans Willem Kirch verkocht aan Ni- colaas ten Cate. azijnbrouwer, die hem tot het malen van verfhout inrichtte. In 1887 werd deze molen, van welks hoogen trans men een der fraaiste vergezichten van Twente had, ge sloopt. En weer ging een stukje historie heen. De maire Lonneker telde drie windkorenmo- iens: den Wlssinksmolen in Dsselo, den Dams- of Demmermolen in Lonneker en den Bcrenbroeks- molen in de Eschmarke. Deze laatste brandde in 1831 af en werd niet herbouwd. In 1842 kwam er de Rietmolen aan den Brinkweg voor in de plaats. De mulder „schepte" toen nog het te malen graan, zoodat hij voor het malen geen „geld" ontving. In 1937 werd deze oude molen, die overigens al geheel onttakeld was, gesloopt. Alleen het onderste gedeelte van den romp, dat uit steen was opgetrokken, staat thans nog overeind. Eenmaal de trots van de omwonenden, thans niet veel meer dan een ruïne, waar niemand meer naar omkijkt. Sic transit gloria! De Riet molenstraat is naar dezen molen genoemd. De Wissinksmolen stond bij het erve van dien naam in het dorp Usselo en heeft meer dan 100 jaar het koren van den machtigen üsseler esch gemalen. Dank zij de bemoeiingen van den heer J. B. van Heek werd deze stenderdkast in het natuurreservaat „Het Buurserzand" her bouwd en aldus voor het nageslacht bewaard. Hoezeer deze daad van piëteit ook te loven is, de Wissinksmolen is ae Wissinksmolen van aleer niet meer, het leven is er uit. hij is afgedaald tot den rang van museumstuk. Nog één molen rest ons in de gemeente En schede, het is de Lonneker korenmolen, die nog steeds in bedrijf is. Vóór 1850 heeft deze molen aan de overzijde van den weg gestaan; in ge noemd jaar is hij afgebrand en op zijn tegen woordige plaats herbouwd. Laat ons hopen, dat deze laatste telg van een trotsch geslacht zijn eeuwfeest nog lang mag overleven en nog vele jaren het Twentsche landschap mag sieren! 25 (Nadruk verboden) Onverwachts brak de maan wederom door, helder en zegevierend over de wolkenmassa's. Doch dit was 't niet, dat Soper van schrik schier verlamde. Een klagend gehuil, nu kort en schril, dan gerekt, verscheurde de stilte, 't Was Woyko, de hond, waarop Anthony zoo gesteld was geweest, 't Dier lag vast, omdat 't onbe trouwbare buien had en dan slechts door enkelen was te regeeren. Soper keek -schichtitg in de richting van 't hok, waar Woyko als bezetenen aan den ketting rukte. In zijn verbeelding kreeg 't hondengehuil een sinistere beteekenis alsof *t dier op zijn wijze wilde te kennen geven, wat t had gezien en wie de moordenaar was van zjjn baas. Met een ongeduldig gebaar haalde Soper de schouders op. Krankzinnigheid! Een hond, een redeloos dier! Toch herademde hij pas, nadat hij de terrasdeuren behoedzaam achter zich had ge sloten. De stilte hing stoorloos. Een oogenblik stond hij met geffonst voorhoofd, overleggend, waar hij met de revolver, de portefeuille en 't horloge zou blijven. Toen plooide een sluw lachje zijn mondhoeken hij legde de voor- Zelfs iemand, die overigens goed thuis is in de aardrijkskunde van Europa, had nog nooit van Pantelleria gehoord. Italia nen kenden over 't algemeen het kleine eiland slechts vaag, als verblijfplaats voor een misdadigerskolonie, als verbannings oord, evenals de Lipaxische eilanden vlak boven Sicilië. Alleen hij, die er pleizier in had met een bizonder langzame vracht stoomboot van Tunis naar Trapani, op Sicilië, te varen, legde bij dit eiland Pan telleria aan. Het ligt op 'n goede zestig km. van de Noord- Afrikaansche kust en de verdere afstand naar Sicilië is twee maal zoo groot. Een krater eiland is het, met fumarollen en heete bron nen, ongeveer 45 v. mijlen groot, op zijn hoog ste punt wel 900 m. boven den zeespiegel gele gen. Vruchtbaar, zooals allé waterarme vul kaaneilanden, van een vruchtbaarheid, die ooft en groenten doet gedijen, treft men er voor- ai verrukkelijke druiven aan; maar géén gras, dus ook geen vee, geen melk en geen boter Van de bevolking van 9000 wonen er zoowat 7000 in het ééne, gelijknamige stadje, dat Pantelleria rijk is, in het N.W., met zijn kleine haven, alléén toegankelijk voor kleine vaartui gen van de kustvaart. Rondom dat stadje heb ben de Italianen geduchte versterkingen aan gelegd. Als het geen oorlog was, zou er zich waar schijnlijk geen mensch voor Pantelleria In teresseeren, tenzij archaeologen, wegens de vele neolithische overblijfselen; zooals die trou wens ook op het eiland Malta, dat veel grooter is, door geleerde vorschers gezocht worden. Zoo is er op de Westkust van het eiland, 3 km. Z.-Oost van de haven, een heel neo- lithisch dorp blootgelegd binnen een soort wallen van basalt en blokken potasch. Bin nen dat dorp werden overblijfselen van hutten gevonden, met aarden vaatwerk en werktuigen van vulcaniet. In het Z.-O. zijn er nog graftomben, bekend als de sesi, ge lijkend op die nuraghi op Sardinië; het zijn ronde of elliptische graftorens, met doodenkamers erin en "n wenteltrap, dat alles opgebouwd van ruwe lavablokken, vijf en zeventig torens in getal. De mees te dezer curieuze torens hebben een mid dellijn van 7 en 8 m„ maar er zijn er ook wel van 23 m. en nog breeder. In verband met het feit, dat Pantelleria in antieke tijden Phoenicisch is geweest, evenals Malta waar eveneens vreemde graftorens ge vonden worden terwijl het daarna, na eeuwen onbewoond te zijn geweest, door de Carthagers als 'n soort ontspanningsoord moet zijn gebruikt die van den dubbelen heuvel, San Marco en Santa Teresa IV, K.M. buiten het stadje Pan telleria) hun acropolis maakten, heeft dit eiland dus voot de cultuurgeschiedenis der Middel landsche Zee, met name voor de onderzoekingen naar grafsteden en dooden-ritueel, zekere waarde. Evenals Malta, is ook Pantelleria beurtelings Romelnsch, Christelijk, Arabisch geweest, om dan onder de heerschappij van de op Sicilië ge komen Noormannen te vallen. In het midden der 16e eeuw is het eilandje Turksch, daarna weer Siciliaansch alles hoogst onbelangwekkend, 'tenzij als onderdeel van de eilanden-geschie- werpen, na ze zorgvuldig te hebben afgewreven, in 't geheime vakje van Anthony's schrijfbureau. Op de sokken beklom hij de trap en trad zijn slaapkamer binnen. De diepe rust in huis bleef onverbroken. Zijn eerste zorg was 't rapport- Shriman te verbranden; de asch strooide hij uit 't raam. Vervolgens ontkleedde hij zich snel en stapte met een zucht van verlichting in bed. 't Was achter den rug. Ook al viel verdenking op hem niemand zou hem de misdaad kunnen bewijzen. Om half zeven, toen Harris den kippen 't ochtendvoer ging brengen, vond hij 't lijk van zijn meester. XV Onmiddellijk wekte hij Henderson en ver telde, totaal van streek, in onsamenhangende bewoordingen zijn ontdekking. De advocaat schoot haastig wat kleedingstukken aan en ging zich overtuigen, of de butler niet voor werkelijk heid had aangenomen, wat de levendige herinne ring aan een benauwden droom was. Doch hij keek wel degelijk op een doode neer en een vochtig waas kwam voor zijn oogen. „Arme stakkerI" fluisterde hij ontroerd. „Dat je zóó aan je eind moest komen! Hadden ze zoo'n haast, dat ze je die paar jaar niet meer gunden?" Met een wrang gevoel bedacht Henderson, dat er nu niet langer aanleiding bestond om An thony's stelregel toe te passen; de familiewasch binnenshuis te redderen. Eindelijk zou de politie denis in de Oude Wereldzee. Maar toen kwam in 1936 de .Daily Telegraph" opgewonden ver melden: „Pantelleria is een Italiaansche vloot- basis geworden!" Of het onrustbarend gerucht reeds toen op waarheid berustte of dat het een bepaalde ma noeuvre was, uitgaande van zekere Engelsche kringen, om het Engelsche volk, na de sancties tegen Italië, met de haastige herbewapening te verzoenen?Zooveel is zeker, dat het .Pan telleria Italiana" sindsdien héél wat van zich heeft doen spreken, 'tls waar, zijn haven is ondiep en de ingang smal, maar met dat al prachtig geschikt voor dirikbooten. En aan dulk- booten in de Middellandsche Zee hebben de En- gelschen sedert den wereldoorlog een geweldigen hekel gehad. Toen moest de scheepvaart bijna twee jaar lang om de Kaap gelegd worden, tot men op het idee kwam van het convooi-stelsel, hetwelk reeds een karakteristiek van dezen oor log is geworden. En het is bekend, dat vooral de Italiaansche duikbooten bijzonder onaange naam voor de Britsche marine in het Oostelijk deel der Middellandsche Zee zijn geworden. Die onzichtbare marine-haaien kunnen overal een schuilplaats vinden op Sardinië, Sicilië, in Tripolis, op Leros. Maar nergens worden ze zóó gevreesd, als in het vaarwater tusschen Pan telleria en Malta. In die goed gedekte zeestraat tusschen Tunis en Sicilië, die merkwaardiger wijs naar dit zwaar versterkte eiland werd ge noemd, kunnen ook, door middel van duikboot- netten en onderzeesche mijnen, alle vaargeulen tusschen Oost en West, behalve de door het Italiaansche geschut beheerschte, volkomen on bevaarbaar gemaakt worden. Het probleem, hoe vla Gibraltar de Brit sche vloot van de basis Alexandrlë te ver nieuwen en te ravitailleeren, is dan ook voor al de vraag: hoe kan Pantelleria onschade lijk gemaakt worden? Maar daarbij spreken ook de Italianen een woordje mee.... Het Maart-nummer van „Volk en Bodem" maandblad van het Ned. Agr. Front, hetwelk wordt uitgegeven onder leid'ng van dr. F. E. Posthuma, bevat een aantal artikelen over Ne- derlandsche agrarische vraagstukken. Ir. H. J. van Houten schrijft een beschouwing, waarin hij schetst hoezeer de vrijhandelspolitiek het nationale bedrijfsleven in moeilijkheden bracht. Voorts bespreekt hij de nieuwe ontwikkeling en de veranderingen, die deze brengen zal. Mr. P. D. de Jong pleit voor een herziening van de landarbeiderswet, die in zich zeer goed is, maar die opnieuw ter hand genomen moet worden om de uitz'chtloosheid van het landarbeiders- bestaan op te heffen. F. de Gooyer schrijft een opstel over de herkomst van de ploeg. Burge meester P. J. Jansen van Hoeven, wiens ideeën voor ons niet vreemd zijn, uit ook hierin weet zijn wenschen over de reorganisatie van het waterschapswezen. J. de Nobel senrijft over de ontginningspolitiek der laatste jaren, in welk artikel hy betreurt, dat de gronden vaak in het bezit van groote ondernemingen zijn gekomen Hij begaat in dit opstel de groote fout, dat hij generaliseert en het doet voorkomen alsof dit in geheel Nederland zoo is, terwijl het zeker niet geldt voor de Zuidelijke provinciën van ons land. Hiervan maakt hij in zijn beschouwing in het geheel geen melding, terwijl Brabant en Limburg t.a.v. ontginningen als voorbeeld kun nen dienen. Mr. H. Reydon wil de stedelingen doordringen van hun boerenafkomst. E. NEW YORK, 17 April. Op de New Yorksche effectenbeurs liepen de noteeringen na een eenigszins onregelmatige opening nog al terug, aangezien de laatste berichten omtrent de ont wikkeling van den toestand in Griekenland en den luchtaanval op Londen nieuw aanbod ver oorzaakten. Dientengevolge bleef ook de vraag beperkt. Staal waarden waren flauw en daalden gedeeltelijk meer dan een punt, hetgeen men verklaarde uit het feit, dat de commissaris voor de prijzen de staalprijzen thans officieel op den stand van het eerste kwartaal heeft vastgesteld. Ofschoon vervolgens gedeeltelijk een herstel intrad, bleef ook de handel tijdens het verdere verloop] met uitzondering van spoorwegwaar den, waarin bij vaste stemming vrij 'groote om zetten voorkwamen, over het algemeen luste loos. In de overige afdeelingen kwamen veel vuldig kleine koersschommelingen voor, die echter over het algemeen tot een verdere koers daling leidden, aangezien de ondertoon, ver moedelijk wegens den militairen toestand in Europa, gedrukt bleef. Een verdere onzeker heid was nog gelegen in berichten ten aanzien va* het belastingprogramma der regeering, zoo dat men ten slotte over het algemeen groote terughoudendheid aan den dag ging leggen. Het herstel in de afdeeling staalwaarden, dat later intrad en waardoor de aanvankelijk geleden vérliezen althans gedeeltelijk weder konden worden ingehaald, werd in hoofdzaak veroorzaakt door het feit, dat men de nieuwe prijsregeling in deze industrie niet als vol komen onveranderlijk beschouwde. Veeleer verwachtte men, dat uitzonderingen daarop zouden worden toegestaan en dat ook later de toestand nog eens zou worden overzien, zoodat althans gedeeltelijke prijsverhoogin- gen mogelijk zouden worden gemaakt. Tijdens het laatste beursuur ontstonden op nieuw koersdalingen bij de staalwaarden, waar door in deze afdeeling de koersverliezen we derom omstreeks een dollar gingen bedragen. Dit was onder meer het geval bij United Sta tes Steel, Bethlehem Steel en Crucible Steel, in de overige afdeelingen kwamen slechts wei nig veranderingen meer voor zoodat de beurs onregelmatig sloot. Vandaag werden 639 fondsen verhandeld Daarvan zijn er 233 in koers gestegen, 205 ge daald. De noteeringen dér 201 overige bleven onveranderd. Slotk. Slotk. Slotk. Slotk. NEW-YORK 17/4 16/4 15/4 U/4 Allied Chem14814 150 150 14914 American Can 83)4 85% 86% 86% Am. Smelting 36 35% 36% 36% AmerTel Tel 158% 158% 157% 157% Am. Tobacco B 68% 68% 68% 68'/» Anac. Copper 23% 23% 22% 23 Atchis Topeka 25% 25% 24V, 25 Baltim. Ohio 3% 3% 3'A 3% Bethlehem St71 71% 71% 72% Canada Pacif3% 3% 3% 3% Chrysler Corp58% 59% 59 60% Cons Edison 19% 19% 20 20 Delaw Huds Eastman Rod 130 130 130 131 Oener Electric 30 30% 30% 30% Oen. Motors 36 39% 40 40% Hudson Motor 3 3 3% 3% Intern. Nickel 25% 26% 25% 26% Int. Tel a Tel. ..2 2 2 2 N. y. central12 12% 11% 12 Pennsylvania 24 23% 23% 23% Radio Corp4 4 4 4 St. Oil N.-Jers 34% 35 35 35% Onion Pacific 76% 76% 76 V, 77 On. St. Rubber 21% 21% 21 t 21% On. St. Steel 52 52% 51%. 52% Westing house 89% 90% 90% 00% Woolworth 29% 29% 29% 29% laten, t ex-dlv„ ex-reoht., ex-coup., I bled Aanvulling New Yorksche beurs. Air Reduction36%Packard 2% American Radiator 6 Proctor Chamble 53% Amcr Rolling 13% p Scrv of N.J 24% Am. Sugar Refining 15% Pullman Incorporat. 24% Am. Waterworks 4% Pure Oil Company 8 Baldwin Locomotive 13% Reading Company 14 Com Investm 31%,Republic Steel 17% J. I. Case 44% Reyn Tobac. B. 31 Ches Ohio 38% Sears Roebuck 69% Chicago Rock Lsl. ft Shell Onion Oil Detroit Edison C. 21%Socony-Vac 8% Dupont d'Nem 141% Southern Pacific 9% Gen Foods Crp 30% southern Railway 12% Goodyear Tyr 17% Standard Brands 5% Int. Harvester 44=4 Texas Gulf Sulphur 33% International Paper 13%Tw Fox Film5% Kenn. Copper 32%Union Carbon 63% Mack Trucks Incorp. 24% Unit. Aircraft 3B% Montgomery 33% United Corpor. National Biscuit Co. 16%Unitcd Fruit Comp. 62% Norfolk Western .206 U.S. Ind. Alcoh. 21% Nth American 13% Un. St. Steel pr. ..119% Northern Pacific... 6%Western Union 20% WISSELKOERSEN NEW YORK, 17/4 16/4 17/4 16/4 A'dam c. 4.03% 4.03% Weenen 4.75% 4.75% Londen 4.00% 4.01% Stockh 23.84 23.83 Parijs 2.28 2.28 Montreal 88.50 88.37% Berlijn 40.07 40.07 Mntr.Lnd. 4.53% 4.54% Brussel B. Aires P 23 15 23 16 Rome 5.05 5.05 B.Aires M 23.60 23.55 Madrid 9.25 0.25 York c. 23 451 23.45t zwitscri 23.20 23.21% Shanghai 5.36 5.42 Zw. vrt1 ..23.21 23.25 kunnen ingrijpen. Als de oude heer niet zoo koppig was geweest, zou hem dit niet zijn over komen. Opnieuw boog Henderson zich over den doode, Ook nu was de regie met bekwamen hand gevoerd. Anthony's binnenzak, waarin de porte feuille had gezeten, was binnenstebuiten ge keerd; 't horloge met ketting verdwenen. De be doeling lag er dik op: 't moest voor roofmoord doorgaan. Doch de advocaat liet er zich niet door om den tuin leiden; de moordenaar was binnen de vier muren te vinden. Anthony vormde den laatsten hinderpaal in de plannen van eenige gewetenloze schurken nu was ook deze uit den weg geruimd. En 't zat hun mee. De kleeren van den doode waren doorweekt. In den nanacht had 't gegoten, nu motregende 't. Allemaal factoren, die er niet toe bijdroegen, 't polltie-onderzoek te vergemakkelijken, en bui ten dat was haar taak toch al zwaar genoeg zij, die moordden, verstonden de kunst, achter le schermen te blijven. Henderson liep naar de villa terug, belde 't hoofdbureau van politie en deed mededeeling van 't drama. Toen voltooide hij zijn toilet. Harris wachtte hem in de huiskamer. „Kun je met de barkas overweg?" De butler knikte zwijgend. „Steek dan over, maar wees voorzichtig met den mist. Kijk goed uit. inspecteur Sargent staat met een man of wat aan de jachthaven." Henderson ging naar boven om de anderen te wekken. Terwijl hij Eleanor's kamer passeer de, werd de deur geopend. Tot zijn vei/bazins was 't meisje reeds geheel gekleed. Koersen voor stortingen op 18 April 1941 tegen verplichtingen luidende in: Belga's 30,1432. Zwitsersche francs 43,56. Fransche francs 3,768. Lires 9,87. Deensche kronen 36,37. Noorsche kronen 42,82. Zweedsche kronen 44,85. Tsjechische kronen (oude schulden) 6,42. Dinar (oude schulden) 3,43. Dinar (nieuwe schulden) 4,23. Turksche ponden 1,45%. Lewa 2,30. Pengoe (oude schulden) 36,519. Pengoc (nieuwe schulden) 45,80. Zloty (oude schulden) 35. Zloty (nieuwe schulden) 37.68. „Er is iets gebeurd," stamelde zij, hem bij een arm grijpend. „Zeg 't me. U behoeft me niet te ontzien, 't Is 't is oom Anthony, nietwaar?" „Kom mee naar de bibliotheek," antwoordde hij op gedempten toon. „Ja 't betreft uw oom. Harris vond hem op een vijftig meter van 't huis dood." „Vermoord." 't Kwam als een zucht over Eleanor's lippen. „Hoe weet u dat?" vroeg hij scherp. ,,'k Had een voorgevoel, dat hem iets zou overkomen." Zij sloeg de handen voor 't gelaat. ,,'t Ergste is, dat ik 't niet heb weten te ver hinderen. „Onzin!" Henderson zei 't bruusker dan in zijn voornemen had gelegen. Hij bracht 't meisje naar een fauteuil, deed haar zitten. „Hoe zoudt u 't hebben kunnen verhinderen? Vertel me alles. Al bent u niet meer in staat, hem te hel pen 't leidt misschien tot ontdekking van den moordenaar. Doe 't vlug. vóór de anderen hier zijn." ,,'k iZat gisterenmiddag op 't terras te borduren, opzij van de bibliotheek, buiten den wind. Eens klaps hoorde 'k opgewonden stemmen oom Anthony beschuldigde Lawrence, dat hij geld aan dg zaak had Onttrokken, om Soper te helpen, een zuivelfabriek in Lewisham over te nemen De twist liep hooger en hooger; oom zei, dat hij hem geen dag langer op kantoor duldde. Ook Melchior heeft oneerlijke dingen uitgehaald net aandeelen van de krant. Hij, Lawrence en Soper moesten den volgenden ochtend 't eiland verlaten; 't was hun verboden, er ooit weer een Juffrouw Blankers werd wakker. Ze keek naar net klokje. Plots richtte ze zich overeind. Had ze wel goed gezien? Half acht? Ja, het was al zoo laat. Haar oogen puilden bijna uit van schrik en alsof ze geheel van streek was, bleef ze eeni ge seconden naar het wekkertje staren, dat haar zoo schandelijk in den steek had gelaten. „Ik kam te laat," doorschokte het haar. Juffrouw Blankers meende het bewustzijn te zullen verliezen. Te laat op kantoor! Dit was een vreeselijke ontdekking. Nog nooit, zoo lang zij bij de firma Verwees in betrekking was, had men haar een aanmerking kunnen maken over te laat komen. In al die jaren, nu bijna veertig, had ze angstvallig daarvoor gewaakt. En al lengs was het haar trots geworden. Ze werd me- nigmaal als voorbeeld gesteld, wanneer andere bedienden aan dien plicht te kort schoten. En nu was het haar toch overkomen. Het speet haar verschrikkelijk. Ze repte zich, ontbeet niet en haastte zich naar de tram. Misschien zou ze nog op tijd zijn!?Misschien? Terwijl ze zich naar de halte spoedde, dacht ze aan het feest, dat door de firma ter harer eer binnenkort werd gegeven. Veertig jaren had ze de firma trouw en eerlijk gediend. Als meisje van vijftien was ze op kantoor gekomen en op geklommen tot procuratiehoudster. Journalisten hadden haar al geïnterviewd. Na- tuurlijk op een j-, wenk van haar trots Vatl patroon. Haar I - nen en als een groote bijzonderheid vermeld worden, dat zij in al die jaren nog nooit te laat was gekomen. Er zou speciaal op gewezen worden, dat dit al een bewijs was van haar groote plichtsbetrach ting. „U mag het niet vergeten," had ze tot de journalisten gezegd. „Ik steek het niet onder stoelen en banken, dat ik daar erg trotsch op ben." Men had het haar stellig beloofd. „Als ik nu te laat kom," dacht juffrouw Blan kers, „dan kan dit er natuurlijk niet bijge voegd worden. En dan is het beter dat ze maar heelemaal niet over my schrijven." Nog een paar huizen en dan, om den hoek van de straat, kon ze zien of de tram nog aan het eindpunt stond. Heiaas, juist werd deze in beweging gesteld. „Ach, ach," zuchtte juffrouw Blankers. Ze zwaaide met haar armen, maar de tram reed onbarmhartig door. „Vreeseiijk!" stiet ze uit. „Nu haal ik het niet!" Als hulpeloos keek ze rond. Plotseling stopte er een auto by haar en de chauffeur vroeg of zy soms mee wilde rijden. „Ik zie dat u de tram gemist hebt," zei hy. „Ik moet toch naar de stad." Juffrouw Blankers had van dankbaarheid den man wel kunnen omhelzen. „U redt me," zei ze blij. „Ik zou beslist te laat op kantoor ge komen zijn enziet udit is nog nooit in de veertig jaren, dat ik daar in betrekking ben, gebeurd. Zou u mij even naar de firma Verwees in de Langestraat kunnen brengen? Ik moet er om acht uur zyn." „Stap maar gauw in," zei Frans Gérkens. „Ik denk dat ik het wel halen zal." Juffrouw Blankers kwam op tyd. Ze wilde den vriendelyken chauffeur een fooi geven, maar hij reed haastig weg. Frans Gerkens had een medelijdend hart. Toen hij haar daar als een beeld van wanhoop zag staan, kon hij het niet van zich- verkrijgen haar zonder meer voor bij te rijden. Maar dat dit hem zijn betrekking kostte, heeft juffrouw Blankers nooit geweten. Frans was chauffeur by een bonthandelaar, die hem streng verboden had, vanwege de waarde die meestal in den auto lag, iemand mee te laten rijden. En dit had nu toevallig een kennis van den bonthandelaar gezien en dezen ervan op de hoogte gesteld. F,vans kreeg zyn ontslag. Toen ging hy naar zyn geboortedorp terug en dit was de reden, waarom juffrouw Blankers den chauffeur> die haar zoo uit den brand geholpen had en zelfs geen fooi wilde aannemen, niet kon ontdekken. In alle garages had ze navraag naar hem gedaan. Ze kon weinig van zijn sig nalement opgeven, want in haar angst te laat te zullen komen, had ze niet op het uiteriyk van den autobestuurder gelet en evenmin aan dacht aan zijn wagen geschonken. Dit zoeken naar hem hield ze trouw vol. Kort na haar jubileum, dat haar alle voldoening geschonken had die ze ervan verwachtte, had de firma haar gepensionneerd. Ze had een flin- ken spaarpot en kon ruim leven. Haar tyd be steedde ze nu aan het doorkruisen van de stad. Ze zou en moest den chauffeur terugvinden, want ze wilde hem rijkelijk beloonen. Dank zy hem, was het voor haar een prachtig feest ge weest, een dag om nooit te vergeten. Maar ook de morgen, toen ze ontwaakte en de wekker niet afgeloopen was, zou haar eeuwig bijblijven. Als de chauffeur haar eens niet aangesproken had! Ook dit zou ze nooit vergeten. Juffrouw Blankers genoot nog een tydje van haar pensioen. Het speet haar geweldig den chauffeur niet ontdekt te hebben. Maar hy kon zoo maar niet van de aarde verdwenen zyn, meende ze, en vermaakte hem haar fortuin. Het was voor den notaris, die met de erfenis belast was, een zeer moeilijk geval. Als eenige aanwijzing had hy den datum van den bewus- ten dag, het uur en de plaats waar juffrouw Blankers stond en den naam van de firma, waarheen hy haar gebracht had. In verschillende kranten plaatste hy een op roep met deze aanduidingen. Op een avond zat Frans Gerkens een van die bladen te lezen en zag de advertentie. „Maar dat was ik," zei hy tot zich zelf. „Ik heb die dame daar gebracht. Wat zou dit beteekenen?" Hij ging naar binnen en vertelde zyn ouders de geschiedenis. „Ga dadelijk naar de stad," zei zijn vader. „Alles goed en wel," vond Frans, maar welke bewijzen heb ik? Zal men mij zoo maar geloo- ven?" „Ga toch maar eens met dien notaris praten," raadde Jan Gerkens zijn zoon. „Ja, dit moest ik toch maar doen," besloot Frans. Hü ging zich vlug kleeden en begaf zich naar de stad. Weldra vernam hij de reden van de advertentie. „Ik was het," zei Frans. Hy vertelde de juiste toedracht. Maar, zoo- als vermoed werd, werden er bewyzen gevergd. „Ik heb er mijn plaats nog door verloren," vervolgde de jongeman. „Kennissen van meneer Beekman, den bonthandelaar in de Oostlaan, schynen gezien te hebben dat ik de dame liet instappen. Het was mij verboden iemand te la ten meerijden, maar ik had zoo met het mensch te doen, omdat ze haar tram miste en dit haar verschrikkeiyk scheen te spijten." „Dit is al een voornaam punt," beweerde de notaris. „Kunt ge u verder niets herinneren? Waart ge ergens heen geweest of moest ge er gens naar toe?" „Ik heb dien morgen vóór acht uur by mevr. Evelijns in het Villapark een bontmantel ge bracht. Dien had ze 's avonds moeten hebben. Maar hy was niet klaar gekomen. Ze had hem vóór acht uur noodig, omdat zo op reis moest." „Weer een punt, veronderstel ik, want dit zal wel in de boeken van Beekman voorkomen. U zult nader van me hooren, Gerkens." Frans reed naar.huis, het hoofd vol Illusies. Die dame vermaakte aan dien autobestuurder haar geld. Maar hij was het geweest, hij en niemand anders. Dit móést uitkomen. Zal ik dan eindeiyk met Marieke kunnen trouwen, hoopte hy en misschien een vrachtauto kunnen koo- pen, om goederen te vervoeren en zoo mijn kost te verdienen? Hy vertelde nu ook alles aan Marieke. „Maak' je nog maar niet biy," zei ze. „Mis schien loopt het toch nog mis." „Maar ik was het," herhaalde hy. „En de no taris zegt dat er geen familie is, die de erfenis kan betwisten. Hü vindt dat ik er góed voorsta." Met ongeduld wachtten allen op het verloop. En toon eindeiyk de post een brief bracht van den notaris en Frans op diens verzoek er heen was gegaan bezwoer hy zichzelf gauw getrouwd te zullen zijn en dat er niet één, maar twee vrachtauto's gekocht zouden worden. (Nadruk verboden) SOFIA, 17 April (D.N.B.). Bulgaarsche stu denten werden, naar het blad Sora cneldt, in de gevangenis van Nisj mishandeld en met der dood bedreigd. Op den dag van den Duitschei' intocht heeft de Servische stadscommandant gelast, dat alle in de gevangenis opgesloten Bulgaren moesten worden doodgeschoten. De beide cipiers hadden echter geweigerd dit on wettige bevel na te komen. De cipiers en de gevangenen hadden afgesproken, dat de stu denten zouden doen alsof ze waren doodgescho ten en dat de cipiers, na den intocht der Duit- sohe troepen, niet gearresteerd zouden worden De Duitschers hebben toen de cipiers niet eens naar een gevangenkamp vervoerd. In dezelfde gevangenis, zoo besluit het blad, heeft aanvan- kelyk ook de vroegere minister-president van Joego-Slavië, Tswetkowitsj. gevangen gezeten. De St. Theresiakerk te Maastricht is een nieuw orgel rijk geworden dat uit de ateliers van den orgelbouwmeester Aristide Cavaillé- Coll is voortgekomen. Reeds twee jaar geleden zijn de leden dezer arbeidersparochie aan het sparen gegaan om ter gelegenheid van het zilveren priesterfeest van Pastoor Ramaekers datgene hem aan te bieden waarnaar hy steeds als een ideaal heeft uitgezien: een instrument de Theresiakerk waardig. Du dispositie van het orgel bestond slechts uit een 15-tal stemmen, welke echter we gens hun breedc mensuren en bijzondere In- voet te zetten. Ten slotte bekende Lawrence geld uit de kas te hebben genomen; maar niet om Soper's onderneming te financieren. Hij deed 't, om Daniel den mond te snoeren. Oom schold hem voor leugenaar en zei, dat Daniel zich door hem niet liet stoppen. Waarop Law rence schreeuwde: „Denkt u dat? U bent er naast!" Voor hy de bibliotheek uitging, dreigde hij, dat hij de vuile wasch niet binnenshuis deed, maar iedereen er bij zou roepen, als oom by zijn besluit bleef." Terwijl Eleanor sprak, had zij onafgebroken od haar handen gekeken, die geyouwen in den schoot lagen. Nu zag zij Hen derson aan: „Wie Is Daniel?" ,,'k Wilde 't u vragen. U bent van uw zesde jaar af by uw oom in huis geweest. Hoorde u nooit over een Daniel spreken?" „Nooit." „Ving u uit 't gesprek niets op, dat ons wijzer kan maken met betrekking tot den mysterieuzen Daniel?" Eleanor schudde 't hoofd. Er viel een pauze. Plotseling riep zy uit: „Oom had 't over 't rap port van een informatiebureau misschien is 't dat! 't Sloeg op Soper. Zou daarin iets over Daniel voorkomen?" Henderson schokschouderde. „Daartoe dien den we 't rapport te kennen. Waar is 't?" „Vermoedelijk had oom 't bij zich." „Dan is 't weg. De binnenzak van uw ooms 'acquet hing tenminste omgekeerd naar buiten. Dat rapport maakt de zaak gecompliceerder Mijn eerste vermoeden was, dat Lawrence of Melchior de misdaad pleegde, of 't gezamenlijk tonatie reeds een breeden volumineuzen klank ten gehoore brachten. Het zijn nu enkele vulstemmen als een 4- stemmige mixtuur op het hoofdmanuaal (oor spronkelijk 3 sterk), een Quint in het pedaal, een Contrabas 16 voet als fronts tem, die, over eenkomstig de mensuren van C.C., aan de dis positie werden toegevoegd. Daar de klavieren uitgebouwd waren tot c viergestreept plus alle registers, heeft men thans een stralenden discant verkregen, welae door wenig orgels in den lande zal worden geëvenaard. De sectie Nederland van de Internationale Bodemkundige Vereeniging houdt Vrijdag 18 en Zaterdag 19 April te Utrecht een bespreking over het heide-podsolprofiel. Verschillende sprekers geven een overzicht van de theorieën, die over het ontstaan van dit podsolprofiel be staan. Door enkele andere sprekers worden deze theorieën aan eigen onderzoek getoetst. Het Nederlandsche Zepparoni-kwartet te Den Haag geeft op 21 April op uitnoodiglng van de Deutsch-Niederlandische Gesellschaft een con cert in de Sing Akademic te Berlijn. Den vol genden dag zal het kwartet te Leipzig een uit voering geven. deden. Ze werden allebei even zwaar getroffen door 't voornemen van uw oom. Voor Soper staat lang niet zooveel op 't spel, al zou 't ge daan zyn met de klaploopery. Maar daarvoor riskeert iemand geen moord, 't Rapport ver andert den toestand; wanneer 't is verdwenen, komt Soper evengoed als dader in aanmerking. We zullen afwachten, hoe de politie er over denkt." „Misschien weet ik er iets op," zei Eleanor snel. „Dit schryfbureau is precies eender als dat in ooms werkkamer thuis. Hij liet er destijds twee naar eigen teekening maken. Dat on Queen Victoria Palace bezit een geheim vakje. Als kind plaagde oom me, dat hij daarin alle slechte aan- teekeningen over my bewaarde. Hi.i liet me meermalen de bergplaats zien. Dit hier zal ook wel zoo'n vakje hebben." 't Kostte haar geen moeite, de bergplaats tc vinden. Zij zagen elkaar verbijsterd aan. toen de inhoud voor den dag kwam een revolver, een gouden horloge met ketting, een portefeuille. Henderson floot door do tanden. „Hoe komen die dingen er?" fluisterde 't meisje. „De schurk, die uw oom doodschoot, legae ze er In. U behoeft er dus niet aan te twijfelen, dat 't een van de huisgenooten is- HU nam *t "apport mee en vernietigde 't." Soper?" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 2