Over Haarlem en beroemde Haarlemmers
,HALF OM"
„FRANKEN"
Beursoverzicht
Uit andere bladen
v. Empelen
W. HOLTHUiZEN
Kozias kabinetsformateur
in Griekenland
Eere-tentoonstelling van
Albert Ar ens en H. J. Wesseling
De evacuatie van Istanboel
ZONDAG 20 APRIL 1941
STADSNIEUWS
EEN EERVOL VERLEDEN
IV
BIJ broodrantsoeneering
van
18 CENT p. 800 GRAM
HAARL. VER. TOT BESTRIJ
DING DER T.B.C.
Jaarverslag over 1940
HAARLEM
WILHELMI NASTRAAT 37
TELEF. 17644
AUTOVERKEER OP GAS
Voorloopig hoogstens 25 ballons
in gebruik
VER. TOT BESTRIJDING
DER T.B.C.
Jaarvergadering van afd. Haarlem
'n Bloemstuk of een Plant
Georganiseerd door „Kunst zij ons
Doel" in kunsthandel Lef fel aar
VOETBAL
R.K. LYCEUM I KAMPIOEN
In het R.K. Schoolvoetbaltournooi
Zwakke marktmaar geen
groot aanbod. Later gedeel
telijk herstel
Verder verloop
Het nieuwe onderwijs
besluit
Recht en Wet
Militaire bevelhebber van
Athene benoemd
BLOEI VAN DE BETUWE
R.K. Landbouwwinterschool
te Roosendaal
Haarlem heeft een, voor Nederland, oude his
torie. Het behoort tot de alleroudste nederzet
tingen van het vroegere graafschap Holland
en is dus tegenwoordig geweest bij de geboorte
en den groei, bij al het lief en het leed van
ons vaderland. Zonder wallen, muren en stads
recht bestond Haarlem misschien reeds inde
negende eeuw en was toen een geliefkoosde ver
blijfplaats van de graven van Holland. Maar
van 1100 tot 1200 wist Haarlem zich zoo krach
tig te ontplooien, dat het bij den kruistocht
van graaf Willem dcor een aparte afdeeling
ridders werd vertegenwoordigd, die met name
en met eere wordt genoemd door de kroniek
schrijvers, die van de inneming van Damiate
gewag maken. Als hoofdplaats van Kennecner-
land, dat gelegen was in den uitersten hoek van
het Frankische Rijk en tot taak had de meer
Zuidelijk en Oostelijk gelegen landstreken tegen
aanvallen van Noormannen en Friezen te be
schermen, stónd het langen tijd in het brand
punt van oorlog en onlusten. Ook toen er van
Noormannen geen sprake meer was en de Frie
zen in het Frankische verband waren opgeno
men, bleef dat nog langen tijd zoo. In het jaar
1304 ondernam Witte van Haemstede, van Zee
land uit, een expeditie, om het toen reeds be
langrijke Haarlem, dat zich dapper verdedigde
tegen de Vlamingen, die het graafschap waren
binnengedrongen, te ontzetten. Hij landde daar
toe met zijn krijgers even ten Zuiden van Zand-
voort en nadat hij zijn banier op den Blinkert
had ontrold, stroomden de Haarlemmers en an
dere bewoners dezer streken naar hem toe en
was hij in de gelegenheid den vijand bij het
Manpad onder Heemstede te verslaan. Het
Kaas- en Broodvolk belegerde Haarlem, om
dat het een steunpunt der grafelijke macht was;
bij de Hoeksche en Kabeljauwsche twisten bleef
het niet gespaard. In de bevrijding van de lage
landen van het Spaansche juk heeft Haarlem
een roemrijk aandeel genomen. De voortvarend
heid van zijn vroedschap, die een der eersten
was om zich aan de zijde der opstandelingen
te verklaren, moest het bekoopen met het beleg
van 1572—1573 en den gewelddadigen dood van
honderden zijner burgers. In de daaropvolgende
eeuwen behoorden zijn vertegenwoordigers in de
Staten van Holland tot de invloedrijkste en
meest geziene regeerders van de jonge republiek.
De voorspoed, welken ons land in de gouden
eeuw heeft gekend, is voor een goed deel aan
hen te danken en in Haarlem zelf bloeiden
handel, nijverheid en bouw- en schilderkunst.
Daarna kwar er, zooals in het geheele land,
weliswaar een inzinkinng, die haar dieptepunt
vond in den Franschen tijd, gevolgd door een
periode van gezapige rust, die -et best gety
peerd wordt door haar den tijd van de Camera
Obscura te noemen, noch na 1860 heeft het
moderne Haarlem, zich weer ontwikkeld tot een
vitale, actieve, bloeiende stad, die haar plaats
in ons land volop waard is.
Onwillekeurig is men nieuwsgierig te weten,
welke groote mannen een stad, met een in het
verband der vaderlandsche gjeschiedenis zoo
eervol verleden, heeft voortgebracht. Allan, die
het vierde deel van zijn geschiedenis van
Haarlem in 1888 afsloot, geeft een opsomming
van in Haarlem geboren en getogen beroemd
heden, die volgens hem op een kandelaar die
nen te worden gezet. Zij is wel een bladzijde
of twintig lang, doch mannen en vrouwen, die
het tot internationale of nationale vermaard
heid gebracht hebben, vindt men er eigenlijk
niet veel onder.
De mees- bekende Haarlemmer is wel Lourens
Janszoon Coster, van wien Allan echter, een
beetje ondeugend, niets anders zegt dan dat
„hem door velen en vooral door Duitschiand de
eer wordt betwist van de uitvinding der boek
drukkunst met beweegbare letters". Wel ont
leent hij dan een tiental bladzijden aan an
deren om het goed recht van Coster op de uit
vindingseer te verdedigen, maar hoe Allan zelf
over Coster denkt, komen wij niet te weten.
De tweede Haarlemmer van wereldreputatie is
Frans Hals. Allan zegt van hem, dat hij waar
schijnlijk wel in Antwerpen geboren werd, doch
reeds vroeg naar Haarlem kwam en daar zijn
geheele leven bleef wonen. Al annexeeren wij
dus Frans Hals, overigens met instemming van
de geheele wereld, achttien karaats Haarlem
mer kan ook hij niet worden genoemd. Van
wereldformaat echter is ook de faam van de
schilders Adriaan Brouwer en van Ostade,
leerlingen van Frans Hals, die inderdaad in
Haarlem geboren zijn. Wereldberoemdheid ge
niet ook de in Haarlem geboren schilder en
architect Jacob van Campen, de bouwmeester
van het Paleis op den Dam te Amsterdam,
Haarlemsch schildersgoden van lagere orde zijn
Oeertgen van St. Jan, Salomon de Bray, Saen-
redam, Vroom, Wouwerman, Berckheyde,
Ruysdael, Verspronck, Frans de Grebber e.a.
Maarten van Heemskerck wordt niet genoemd,
omdat hij geen geboren Haarlemmer is. Lan
delijke vermaardheid hebben allereerst de hel
den van het Spaansche Beleg, maar de voor
naamste onder hen, Wyboldt Ripperda, de wak
kere gouverneur van Haarlem, was van ge
boorte een Fries en van zijn evenknie in be
faamdheid, Kenau Simonsdochter Hasselaar, is
het niet zeker, dat alles wat van haar wordt
verteld, historisch verantwoord is. Andere be
kenden uit den Spaanschen tijd zijn de burge
meesters van Haarlem Nicolaes van der Laan,
Joh. van der Vliedt, Gerrit Heinsius Stuver en
Pieter Janszoon Kies, voorts de legeroversten
Joh. van Duvenvoorde, Lancelot van Brederode,
Nicolaes Ruychavei.
Door de katholieken mag hierfcil niet de
naam vergeten worden van Quinten Dirkszoon,
met den bijnaam Talesius, een ze w geleerd man
en vriend van Erasmus, beurtelings schepen,
pensionaris en burgemeester, die zijn standvas
tigheid in het katholiek geloof tijdens het Be
leg in 1573 heeft moeten boeten met zijn leven.
Hij werd op de wallen der stad opgehangen, ter
wijl zijn vrouw en zijn dochter door het gepeu
pel in het water van de Bakenessergracht wer
den verdronken. Jan Mathijssen, die zich na de
onthoofding van Jan Tripmaker aan het hoofd
stelde der wederdoopers en bij het beleg van
Munster sneuvelde, was, volgens Allan, ook een
geboren Haarlemmer. Onder beroemde zeevaar
ders vermeldt Allan den ontdekkingsreiziger Jan
Huygen van Linschoten, die van zijn tocht naar
Nova-Zembla een walvischkaak meebracht; het
gemeentebestuur hing haar in de hal van het
stadhuis.
Jacob Antoniszoon bracht het in de zestiende
eeuw tot vice-admiraal en sneuvelde in 1560
nabij Calais in een gevecht tegen de Duinkerker
kapers. Het tijdstip van zijn heldendaden ver
oorlooft dezen Haarlemmer als een der leermees
ters en toonbeelden van de groote zeehelden
onzer gouden eeuw te beschouwen. De in 1609
overleden Jacob de Bitter, een scheepsbevelheb
ber, bracht het tot eersten gouverneur van Ban-
da.Het bestaan van Jan Barendse, bijgenaamd
de Lapper, door Allan vermeld als een scheeps
bevelhebber, die in 1666 sneuvelde, wordt door
velen betwijfeld.
Als geleerden, schrijvers of dichters vermeldt
Allan Schrevel of Schrevelius, rector van de
Latijnsche school in Haarlem, die een groot ge
leerde en schrijver van Nederlandsche en Latijn
sche gedichten was.
Hij leefde van 1572 ot 1649; Pieter Voor
helm, een plantkundige uit de achttiende eeuw
die het eerst dubbele hyacinthen kweekte;
Schneevoogt, die beker.oheid als dokter ver
wierf; Johannes Isaac Pontanus, een ander
groot geneesheer; Pieter Langendijk en Nico-
'aas Beets, de eerste een letterkundige uit de
achttiende eeuw en de tweede een schrijver
uit de negentiende eeuw; Joan Dusart, een
groot toonkunstenaar en organist uit de 17e
eeuw en C. Th. Elout, een rechtsgeleerde en
staatsman, die o.a. als Regeeringscommissaris
optrad om de Oost-Indische bezittingen, welke
in 1815 door de Engelsehen waren teruggege
ven, in ontvangst te nemen. Uit den tijd van
vóór de Reformatie noemt Allan verschillen
de Haarlemmers, die uitblonken in godgeleerd
heid en het brachten tot hoogleeraar en zelfs
tot rector magnificus van de Universiteit van
Leuven.
Dit Is dan zoowat alle beroemdheid, welke
Allan heeft kunnen vinden en nu zijn er mis
schien onder onze lezers, die wat teleurge
steld zijn over het aantal hunner voorvaderen,
dat tot wereldvermaardheid kwam. Zij mogen
echter bedenken, dat geen stad ter wereld er
in slaagt b.v. elke eeuw een genie voort te
brengen. In dit licht bekeken kan Haarlem
met zijn Lourens Janszoon Coster, Frans Hals,
Kenau Hasselaer nog best een vergelijking met.
andere gemeenten van ons land doorstaan.
Men vergete bij zijn beoordeeling ook niet, dat
Haarlem geen universiteitsstad was, en dus
weinig geleerden tot zich trok; geen haven
stad, wat altijd stimuleerend op den onderne
mingsgeest van jongelui werkt en, getuigen de
Ruijter en Piet Hein, zeevaarders en wereld
reizigers kweekt; geen hofstad, met haar
staatslieden. Bovendien had Haarlem in den
tijd van zijn hoogsten bloei nooit meer dan
een veertigduizend inwoners, zoodat het een
kleine stad moest genoémd worden.
(VOORAL DUN SNIJDEN)
Uit het jaarverslag van de Haarlemsche Ver-
eeniging tot bestrijding der Tuberculose ont-
leenen wij het volgende; In de plannen, welke
tot op heden bestonden voor den bouw van een
nieuw consultatie-bureau, kwam nog geen voor
uitgang en helaas zal ook in 1941 de lighal-uit-
voering geen doorgang kunnen vinden wegens
vele technische moeilijkheden.
De vereeniging bezit volgens de laatste op
gave 2633 donateurs, leden en begunstigers (vo
rig jaar 2879), terwijl het Lighalfonds er 596
heeft (673).
Het consultatiebureau gaat in toenemende
mate de gevolgen der distributie van voedings
middelen merken, zoowel aan de gewichten als
aan den gezondheidstoestand der patiënten. Ook
de textieldistributie brengt haar moeilijkheden
mede bij de voorziening van kleeding, bij op
name in een sanatorium en bij de aanvulling
van het uitleenmagazijn. Vele gezinnen gaan
bovendien door de woningschaarschte bij elkaar
inwonen, een feit, waaraan de T.B C.-bestrij
ding zeker aandacht moet gaan besteden, want
het is duidelijk, dat het intrekken van gezin
nen met jonge kinderen in woningen van lijders
met open tuberculose uit het oogpunt van be
smetting zéér ongewenscht is. Helaas beginnen
zich gevallen hiervan voor te doen.
Gelukkig is, afgezien van enkele zieken, wier
weerstandsvermogen door de emoties der oor
logsdagen dermate was gebroken dat zij bezwe
ken, is toch uit de gevolgen van den oorlog di
rect geen toename van de sterfte aan T.B.C. te
verwachten. Het stemt dan ook tot tevredenheid
dat het sterftecijfer wederom daalde en thans
een laagterecord van 3,17 voor alle vormen van
t.b.c. heeft bereikt. Toch heeft men voor de toe
komst om de bovenvermelde redenen, wat dit
betreft, sombere verwachtingen, daar zoowel in
het Rijk als in de Provincie Noord-Holland en
Amsterdam reeds een stijging van het sterfte
cijfer is ingetreden. Zooals waarschijnlijk be
kend, werkte het consultatiebureau uitsluitend
voor inwoners der gemeente Haarlem.
De te Haarlem overleden, elders woonachtige
tuberculoselijders buiten beschouwing latende én
na bijvoeging van het aantal elders aan tuber
culose overleden inwoners dezer stad, blijken in
ACCOUNTANT - LID N.I.V.B.
1940 overleden te zijn aan longtuberculose 29
(37) personen, aan hersentuberculose 3 (3) per
sonen en aan andere vormen van tuberculose
13 (9) personen, totaal dus 45 (49) personen,
van wie 38 (39) op het consultatiebureau bekend
waren.
Het sterftecijfer voor tuberculose daalde der
halve van 3,52 in 1939 tot 3,17 in 1940.
In totaal werden door het consultatiebureau
onderzocht 3392 personen en werden 4603 con
sulten verstrekt.
Van alle in 1940 onderzochte patiënten aan
longtuberculose behoorden 10 tot stadium I
68% tot stadium II en 13 tot stadium III.
Van de onderzochte personen waren 1042 Pro
testant, 1130 Roomsch-Katholiek, 23 Israëliet,
terwijl 812 personen tot geen kerkgenootschap
behoorden.
Dat men heel spaarzaam gebruik kan maken
van benzine is algemeen bekend. Vele taxi-be
drijven en andere autovervoerinstellingen zuilen
er dan ook ongetwijfeld aan zijn gaan denken,
hun wagens dan maar om te bouwen voor gas-
gebruik. Volgens verkregen inlichtingen van be
voegde zijde is dit echter lang niet eenvoudig.
Inderdaad rijden er op het oogenblik bijna
tien taxi's op gas, maar het valt zeer te be
twijfelen of nog meer vergunningen door het
Gemeenetlijk Gasbedrijf zuilen worden uitge
reikt, want ook daar moet de grootste spaar-'
zaamheid betracht worden.
Daar komt nog bij, dat het taxi-bedrijf niet
tot de voorname vitale bedrijven gerekend
wordt, want allereerst moet gezorgd worden
voor het levensmiddelenvervoer e.d. zoodat in
ieder geval vrachtwagjyis nog altijd voor gaan.
Waarschijnlijk zal het maximum gasvergun-
ningen. dat uitgereikt wordt, dan ook om en
nabij de 25 zijn, terwijl bij dit getal ook het
vrachtvervoer inbegrepen is Vanzelfsprekend
valle de vergunningen voor gasgeneratoren hier
buiten.
Wat de gemeenten rond Haarlem betreft,
deze maken zeer zeker geen uitzondering, daar
zij ook allemaal voor gas van deze stad afhan
kelijk zijn. Haarlem zal er dus m het vervolg
op moeten rekenen, dat taxi's alleen gebruikt
zullen kunnen worden bij hooge uitzondering.
In de gehouden jaarlijksche algemeene leden
vergadering van de vereeniging tot bestrijding
van t.b.c. te Haarlem werden de periodiek af
tredende leden v. h. bestuur, mevr. A. Del Baere
Jiskoot, mej. C. Heerkens Thyssen en de heer
Dr. J. Roorda, herkozen tot lid van het bestuur.
In de vacature Dr. P. Ozinga werd gekozen
Dr. P. A. Heeres.
De financieele toestand der Vereeniging is
niet rooskleurig, de begrooting 1941 sluit met
een aanzienlijk tekort, veroorzaakt door het
niet opnemen van eenige jaarlijksche vaste
baten, weker opbrengst thans nog volkomen on
zeker is.
Verschillende plannen tot versterking der
financiën werden besproken; vergrooting van
inkomsten der Vereeniging moet er komen, wil
het gedurende zoovele jaren met energie op
gerichte en vergroote gebouw der tuberculose
bestrijding niet te gronde gaan.
Reeds zijn er teekenen van een verhoogd
zieken-getal; de vereeniging heeft geld noodig
voor haar Consultatie-bureau-dienst, den grond-
peiler van haar bestaan, maar ook voor de
verpleging van patiënten in Brederode-duin.
Onder de burgerij van Haarlem zal een actie
worden gehouden; moge de Haarlemmers, ge
dachtig aan hun reputatie om steeds -bereid
te zijn voor de tubreculose-bestrijding en diep in
de beurs te tasten, dit ook nu weer doen!
vormt een altijd welkom
en dankbaar GESCHENK
en zeker als het geleverd
wordt door Carl v. Empelen,
de bloemenspecialist.
Artistieke opmaak
Billijke prijzen
BLOEMENMAGAZIJN
BINNENWEG 18
HEEMSTEDE TELEF. 28080
In' den kunsthandel Leffelaar aan den
Wagenweg te Haarlem werd gisterenmiddag
onder belangstelling van vele kunstminnen-
den de eere-tentoonstelling van werken der
schilders Albert Arens en H. J. Wesseling,
die in Februari hun zestigsten verjaardag
herdachten, officieel geopend.
Onder de aanwezigen bevonden zich o.m. de
commissaris voor de provincie Noord-Hoiland
mr. A. J. Backer, de heer G. D. Gratama, di
recteur van het Frans Halsmuseum, de conser
vator van „Teyler's Stichting", de heer H,
Buisman-, de oud-inspecteur van het L.O., de
heer G. H. Weustink, de schilders M. v. d. Wel
den, A. J. Grootens, J. B. Kamp, H. Heuff, W.
K, Rees, mevrouw H. DingemansNumans en
mevrouw Woutersevan Doesburgh en vele an
deren.
De voorziter van het Genootschap „Kunst zij
ons doel", de heer H. F. Boot, dankte allereerst
den commissaris van de provincie, omdat deze
zoo welwillend was geweest aan de uitnoodi-
ging van het genootschap gehoor te geven.
Voorts richtte spreker zich tot de beide schil
ders Albert Arens en H. J. Wesseling, „Ik
wensch niet alleen tot u te spreken," aldus de
heer Boot, „als schilders, maar ditmaal meer
als jubilarissen en als leden van het genoot
schap Kunst zij ons Doel". Te midden van uw
kunstvrienden hebt gij vorige maand reeds uw
zestigsten verjaardag in het Waaggebouw te
Haarlem gevierd, maar wij wilden u toch eeren
door het organiseeren van een tentoonstelling
in Haarlem, waarin wij meer.en geslaagd te zijn
dank zij de welwillende medewerking van den
heer Leffelaar. Nu kan ook Haarlem, al is niet
uw geheele collectie ten toon gesteld, van uw
werken genieten. Ik wensch u met deze tentoon
stelling dan ook het meeste succes en verklaar
hiermede de expositie geopend."
Hierna maakten de aanwezigen /een rondgang
over de tentoonstelling, die zeker een aandach
tige bezichtiging waard is. in de benedenzaal
zijn de werken van Albert Arens aanwezig,
waarvan vooral zijn portretten en fijne, lichte
bloemstukken de aandacht trekken. Ruim veer
tig olieverfschilderijen, krijtfeekeningen en
aquarellen -bevinden zich onder deze collectie.
Wat den aard der schilderijen betreft, hiermede
komen de werken van H. J. Wesseling, die in
de bovenzaal zijn tentoongesteld, vrijwel geheel
overeen met die van Albert Arens. Het zijn o.m.
portretten, stillevens en vele typisch Holland-
scire landschappen. Onze kunstcriticus zal deze
interessante expositie, welke van 19 April tot en
met 3 Mei dagelijks van 10—5 uur, Zondags van
2—4 uur geopend is, nader bespreken.
Zaterdagmiddag had op het Tybb-terrein aan
den Rijksstraatweg een ontmoeting plaats tus-
schen Lyceum I en Beverwijk I die een beslis
sing moest brengen in deze afdeeling. Aange
zien Beverwijk I een 6—2 overwinning had
behaad op Gedempte Oudegracht en zoodoen
de een gelijk aantal punten had behaald. Toen
om half een de scheidsrechter het sein tot be
ginnen gaf, was het Beverwijk die na eenige
snelle, goed opgezette aanvallen de eerste goal
scoorde. Slechts wenige minuten daarna bracht
het R-K. Lyceum de spaningn er in door den
stand 1—1 te maken. Na een overrompelenden
aanval werd het 2—1. Het Lyceum zwoegde om
gelijk te maken en na een keurig opgezetten
aanval gelukte dit ook. Ook Beverwijk
poogde nog eens op haar beurt om een doel
punt te bemachtigen, doch het lukte haar niet
door de hechte verdediging heen te breken.
r.K. Lyceum bracht het er anders af en wist
voor de rust een 4—2 voorstand te bemach
tigen. Na den rust werd Beverwijk een penalty
toegekend die echter door den doelman keurig
tot een corner werd verwerkt. Na een eenigs-
zins op en neergaanden strijd werd na enkele
minuten den stand op 52 gebracht. Nog twee
maal kreeg het R.K. Lyceum een penalty te
nemen die uitstekend werden benut en wist
nog een maal met succes te scoren. Bij het af
fluiten verliet het R.K. Lyceum zegevierend het
veld met een 82 overwinning, een fraaie re
vanche dus op de 31 nederlaag te Beverwijk.
Om 5 uur volgde de bekeruitreiking, die ge
zien het slechte weer als een bescheiden plech
tigheid voorbij ging. De aanvoerder van het
team, Th. Zethof, dankte het bestuur van het
R.K. School Voetbal Tournooi voor den fraaien
beker, die wederom in het bezit is gekomen
van het R.K. Lyceum-elftal.
Amsterdam, 19 April 1941.
Verschillende factoren werkten gisteren op de
New Yorksche beurs samen voor een uitgespro
ken flauwe stemming. De toenemende politieke
spanning was uiteraard op den ondernemings
geest niet van den minsten invloed en boven
dien stemden de financieringsplannen der re
geering, ten dienste van de bewapening en alle
kosten, welke hiermede verband houden, welke
de monetaire toestand des lands in een niet
rooskleurig vooruitzicht steilen, tot ernstig na
denken. Minister Morgenthau wees op het feit,
dat de uitgave voor het op 1 Juli as. aanvan
gende begrootingsjaar op 19 milliard dollar
zijn te ramen. Een verdere stijging van de Ame-
rikaansch staatsschuld dan 65 milliard dollar
zal zooveel mogelijk vermeden moeten worden en
daarom zal voor de volgende begrooting aanvul
lende belasting tot een bedrag van 3,5 milliard
dollar geheven moeten worden.
Van de uitgaven van 19 milliard zal
twee derde deel door belastingen en een derde
door middel van nieuwe leeningen moeten
worden opgeleverd. Buiten de heffing van
nieuwe belastingen zal de schatkist genood
zaakt zijn, maandelijks 500 millioen te leenen
om de uitgaven der bewapening en die voor de
hulpverleening aan Engeland te dekken.
Voorts maakte het op Wallstreet een onaan-
genamen indruk, dat eveneens in verband met
de bewapening de automobielproductie beperkt
zal moeten worden Het uitstel van de bijleg
ging van de staking in de kolenmijnen was ook
al geen bemoedigende factor, terwijl tevens de
verwachting van verhooging der loonen, zonder
dat er veel kans bestaat, dat de prijzen hier
mede in overeenstemming worden gebracht, op
haar beurt een jeden was voor een ongeani
meerde en gedrukte stemming.
In verband hiermede en met nog vele andere
hangende vraagstukken was kooplust in Wall
street geheel uitgesloten en aanbod voortdurend
overwegend. Op te merken viel, dat het ter
markt komende materiaal niet zeer groot was,
waar echter tegenover stond, dat, hoewel de
technische positie gunstiger werd, die toch geen
aanleiding gaf tot eenigerlei herstel-
In navolging van Wallstreet was onze beurs
vandaag niet gunstig gedeponeerd en kenmerkte
zij zich op haar beurt door zoo mogelijk nog
grootere terughoudendheid dan gewoonlijk. De
stemming was als van zelf sprekend niet geani
meerd, maar toch behoudens enkele uitzonde
ring niet zeer flauw als gevolg van het feit, dat
men zich van aanbod zooveel mogelijk onthield.
De niet geanimeerde stemming kwam voor een
groot deel voor rekening van gebrek aan vraag.
De Amerikaansche afdeeling had echter geheel
het voorbeeld te volgen en was gedrukt. Steels
leden een verlies van 2 1/8 doll, en Bethl.
Steel moest 2% a 3V2 prijsgeven. Republic Steel
verloor 1 doll. De handel in deze soorten droeg
een zeer kalm karakter. Van koperfondsen
moest Anaconda 1 doll, prijsgeven en Kenne-
cott circ Vi. Ook hierin was de handel van
bescheiden omvang. Voorts werden Carfoun-
dry. General Motors. Vliegtuigen op lager peil
geadviseerd, terwijl Spoorwegshares weinig of
geen verandering te zien gaven.
Op de Petroleumafdeeling kwam voor Koninkl.
Olie eenig aanbod, waardoor een reactie intrad
van 2 a 3 pet. Na de eerste transacties was de
belangstelling zeer gering. Shell Union, Tide
water en Continental Oil werden weer fractio-
neel lager verhandeld.
In den Suikerhoek was de stemming voor HVA
flauw. Het fonds boekte bij opening een verlies
van 10 pet., waarvoor slechts gering aanbod vol
doende bleek te zijn. Hier kwam weer eens ge-
brok aan steun tot uiting. Vorstenlanden Cultuur
toonde echter volgens advieskoers nog geen ver-
andering. De Rubbermarkt bleef weer grooten-
deels verlaten. A'dam Rubber boekte een nadee-
lig verschil van 1 a 2 pet. Voorloopig was hierin
echter geen handel te bekennen.
Tabakken waren meerendeels zwakker met
name Senembah, welk fonds 5 pet. prijsgaf. Oude
Deli en Deli-Batavia konden zich moeilijk hand
haven. Scheepvaartaandeelen kwamen eveneens
op iets lager peil. Scheepvaart Unie werd 3 pet.
lager verhandeld. Voor Japanlijn werd 3/2 lager
gelaten en 6 V2 lager geboden. Booten cn Holl.
Am. Lijn werden 1 a 2 pet. lager geadviseerd.
In den hoek der binnenlandsche industrieelen
moest Unilever wegens licht aanbod 1 y2 prijs
geven en verloor Aku y, a 1%. Philipslampen
echter lagen iets vaster in de markt en konden
I a 2 verbeteren. Aandeelen Nederl. Ford schij
nen hun laagste punt gevonden te hebben en
werden 5% hooger geadviseerd.
Op de beleggingsmarkt droeg de handel in
Nederl. Staatsfondsen eveneens een zeer kalm
karakter. De ondertoon was minder prijshou
dend dan gisteren. De nieuwe leening van de
33%% 1938 noteerden een fractie lager.
Het verder verloop was een weinig afwisse
lend. Na hier en daar een verdere weinig betee-
kenende afbrokkeling trad weer herstel in. Zoo
o. a. kon Koninklijke Olie na 12 te zijn 'terug-
geloopen, weer 23 monteeren. H.V.A. verloor
nog 4 pCt. om 3% a 6 pCt. te herstellen. A'dam
Rubber brokkelde 12 af. Vorstenlanden cul
tuur werd 23 lager dan gisteren verhandeld.
Scheepvaart Unie verloor 1—2 om iets béter
te sluiten. Japanlijn zette 5% lager in maar
herstelde weer 13. Unilever en Aku brokkelden
circa af maar vonden weer een licht herstel.
Philipslampen konden zich niet handhaven
en moesten 33 y, prijsgeven; slot beter.
Steels, Bethl. Steel, Republic Steel en Ana
conda trokken iets aan, maar brokkelden weer
wat af.
De nieuwe Nederl. leening en de 33% pCt.
liepen nog een fractie terug.
Prolongatie 2pCt,
Het .Katholieke Schoolblad", orgaan van het
Katholieke Ouderwijzers Verbond in Nederland,
wijdt „een technische en geenszins een princi-
pieele" beschouwing aan het nieuwste onder-
wijsbesluiit, dat de benoemingen in het onder
wijs onderwerpt aan de goedkeuring van den
secretaris-generaal van het departement van
Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming
of van een door dezen aangewezen instantie.
Wy lezen o.m.:
„Welke de instantie ook zijn zal, de grote
vraag is: wordt die instantie voor haar
goed- of afkeuring aan bepaalde normen
gebonden en 2e ja aan welke? Zuilen er
vaste regels worden gesteld, zodat men tot
zuiver objeotieve beoordeelingen komt en
voor goed- of afkeuring overal dezelfde mo
tieven gelden, of wordt die instantie vrij
gelaten, zodat haar ja of neen afhankelijk
zal zijn van een subjectief, zuiver persoon
lijk inzicht? In 't laatste geval zouden per
sonen kunnen worden afgewezen op grond
van allerlei willekeurige overwegingen.
Het laatste menen wij niet te mogen ver
onderstellen. Het zou niet doeltreffend zijn
en aanleiding geven tot ';ele moeilijkheden
en strubbelingen. Men mag verwachten,
menen wij, dat de aan te wijzen instantie
gebonden zal worden aan bepaalde riaht-
ïynen, omdat er zonder enige bindende di
rectieven van één gelijkgericht doelbewust
streven over de hele linie geen sprake zou
kunnen zijn en zonder dergelijk algemeen
geldend richtsnoer de besturen aan wille
keur zouden bloot staan.
By art. 2 lijkt ons .merkwaardig, dat al
leen dan een nieuwe voordracht kan inge
diend worden als de eerst ingediende
geheel is afgewezen, en r,iet als deze
slechts gedeeltelijk gedesavoueerd wordt.
Dit kan leiden tot de volgende situatie:
Van de drie voorgedragenen worden er
twee van de voordracht verwijderd, waar
na het bestuur geen keuze meer heeft, om
dat er nog slechts één benoembare over
blijft. Weliswaar behoort ook deze tot de
door het bestuur voorgedragene en dus
geschikt geachte sollicitanten, maar feit is
toch, dat het bestuur in zo'n geval uitein-
deiyk geen keuze meer beeft. Een iets soe
peler regeling, waarbij het school- en ge
meentebestuur veroorloofd werd in elk
g e r a 1 de voordracht weer aan te vullen
tot drie personen, ware o. i. te prefereeren
geweest.
Daar elk ontslag de goedkeuring nodig
heeft van den Secr.-generaal of de aange
wezen instantie, zal wat -'t bijzonder on
derwijs betreft de goedkeuring van de com
missie van Beroep wel niet meer vereist zijn.
M. a.w. die commissies ïyken ons uitge
schakeld en overbodig geworden."'
Voorts wijdt het „Katholieke Schoolblad aan
dacht aan een van bevoegde zijde gegeven toe
lichting op het besluit, waarin o.m. gewezen
werd op de bedoeling, „een geiykmatige perso
neelspolitiek op alle Nederlandsche scholen te
waarborgen" en den secretaxis-generaal garan
ties te verschaffen, welke hy noodig heeft om
zijn verantwoordelijkheid tegenover de bezet
tingsoverheid te kunnen dragen. „De talrijke,
voor een deel tegen deze overheid gerichte, voor
vallen by Nederlandsche scholen", aldus die
toelichting, „hadden door heldere onderwijs
politiek zonder dwang voorkomen kunnen en
moeten worden". Het „Katholieke Schoolblad"
teekent aan:
„Wat precies te verstaan valt onder een
geiykmatige personeelspolitiek" is ons niet
recht duidelyk. Welke geiykmatigheid acht
men hier in 't geding?
Wat de tegen de Duitse bezettingsmacht
gerichte voorvallen betreft, willen wij voor
opstellen al dergelijke voorvallen, ernstig
of onbeduidend, absoluut te veroordelen.
Voor zoover het echter de Katholieke la
gere school betreft en voor zover ons be
kend, denken de onderwijzers daar niet
anders over en doen zij1 een enkele on
gelukkige uitzondering zal ook hier wellicht
de regel bevestigen al hun best om elke
politieke uiting te voorkomen en waar de
onbezonnen jeugd zich die desondanks ver
oorlooft, wordt zij gestraft. Wat niet alleen
plichtmatig maar ook paedagogisch is. Van
meet af heeft onze organisatie haar leden
aangemaand tot een volkomen loyale
houding.
Heeft het voorgevallene, trots de waak
zaamheid der onderwijzers, nu een zo ern
stig karakter gedragen of dreigt het een zo
ernstig karakter aan te nemen, dat de
thans genomen maatregel onvermydelijk
was?
Of wordt gemeend, dat de onderwijzers
over 't algemeen niet krachtig genoeg op
treden tegen het bedoelde euvel en acht
men daarom toezicht op de benoemingen
noodzakelijk? Vragen, waarop de „toelich
ting van bevoegde zijde" geen klaar ant
woord geeft, evenmin als zij duidelijk doet
uitkomen, wat men in dit verband met eén
„heldere onderwijspolitiek" bedoelt."
In een hoofdartikel in „Nederlandsch Dag
blad" maakt Ch. Russel onderscheid tusschen
recht en wet:
,,De Wet behoort te zijn een middel en
dan nog slechts een der middelen tot het
doel, zij het ook een zeer belangrijk mid
del. Andere middelen zijn des rechters
wijsheid, levenservaring en integriteit.
Hoever déze opvatting omtrent Recht en
Wet verwijderd staat in vele gevallen van
de wijze van rechtsbedeehng, waartoe de
wet zelf dwingt, moge uit 'h paar grepen
uit wet en rechtspraak blijken:
„Alle wettelijk aangegane overeenkomsten
strekken degenen, die dezelve hebben aan
gegaan, tot wet, aldus art. 1374 al. I.B.W.
Punt aan de lijn, uit. Al moet de kop er
af wat duidelijk geschreven staat, staat
geschreven en zal worden nagekomen, ook
al geschiedt op grond van geheel veranderde
omstandigheden (geen overmacht zijnde in
den zin der wet) dengtene die schreef, het
grootste onrecht. De rechter mag immers
niét „op grond van de goede trouw aan
hetgeen tusschen partijen is overeengeko
men, zijne kracht ontnemen". Contractu-
eele verplichtingen kan hij niet wijzigen
noch opheffen, hoe onbillyk op een bepaald
oogenblik de onder wellicht geheel andere
omstandigheden gemaakte afspraak ook la
ter moge werken. De voorstanders van deze
door den Hoogen Raad gehuldigde opvat
ting beroepen zich er op, dat, indien men
den rechter de bevoegdheid toekent een be
ding of een wetsvoorschrift buiten toe
passing te laten, wanneer hij deze toepas
sing in het zich voordoend geval al te
onbillijk acht, alsdan de doodsteek aan de
rechtszekerheid zoude worden toegebracht.
Een man een man, een woord een woord,
zoo leeren zy; alsof een man niet op de
eerste plaats een loyaal man, en 'n woord
(Reeds geplaatst in een deel der
vorige oplaag)
BERLIJN, 19 April (D.N3.) Naar
Reuter meldt, is Constantyn Kozias belast
met de vorming van de nieuwe Grieksche
regeering. Kozias, die ministerieel gouver
neur van Athene is, zal de functie van
vice-premier bekleeden. Koning George zal
persoonlyk de kabinetszittingen presid eeren.
Tot militair bevelhebber van Athene is, naar
de Britsche berichtendienst meldt, generaal
Kabrakos benoemd.
In verband met het plotselinge en raadsel
achtige overlijden van den Griekschen minis
ter-president, Alexander Korytzis, worden, vol
gens S.P.T., 'uit Istanboel nog de volgende bij
zonderheden vernomen;
Dit is de tweede maal binnen den tijd van
drie maanden, dat Griekenland zijn minister
president verliest. Korytzis volgde Metaxas op,
die op 29 Januari 1941 plotseling overleed. Even
als zijn voorganger was ook Korytzis, naast mi
nister-president, minister van Buitenlandsche
Zaken, van Oorlog, van Marine en van Lucht
vaart.
De overleden minister-president heeft vooral
naam gemaakt door de oprichting van sociale
instellingen in Griekenland. Hoewel Korytzis
reeds verscheidene jaren tot de regeering be
hoorde, was hij toch nooit op politiek terrein
op den voorgrond getreden. Zijn benoeming tot
opvolger van den militairen politicus, Metaxas,
werd destijds hierdoor verklaard, dat de koning
van plan was, zijn invloed op de Grieksche po
litiek te vergrooten.
De overleden minister-president was 56 jaar
oud.
ANKARA, 19 April tSPT.). Op aanspo
ring van den Britschen gezant in Turkije ver
trekken de Engelsche onderdanen naar Egyp
te. Istanboej wordt intusschen steeds meer
geëvacueerd. Reeds zouden vele vrouwen der
Engelsche kolonie in Turkije naar Egypte, Pa
lestina en Indië vertrokken zijn.
De verwachtingen die de paar vroege lente
dagen in Maart wekten, aldus meldt de AK.W.
B., ijn met Paschen niet in vervulling gegaan.
Zelfs de kroos bleef hermetisch gesloten. Een
schemer van groen aan de vroege kersen, een
groenachtig wit aan de perenboomen, maar van
bloei geen sprake! In de tuinen bewaarde de
prunus japonica de illusie, met zijn ietwat rood
getinte bloesem.
Welke zijn de verwachtingen voor het ko
mende week-einde? De wind is nog niet luw,
ondanks den stralenden zonneschijn. De nacht
vorsten houden al evenzeer een snel ontluiken
tegen. Krozen zullen echter Zondag wel bloeien,
verder echter nog niets.
In den loop van de volgende week komen by
blijvend goed weer xersen, pruimen en vroege
peren in bloei. Wie dus volle bloesem wil zien,
wachte nog een week. De appels zullen eerst in
Mei bloeien.
niet vóór alles een rechtvaardig
woord behoort te zijn! Rechtvaardig, niet
naar de letter, doch naar den geest der wet."
Een ander voorbeeld, door Russel gegeven,
is het volgende:
„Op grond van bedrog kan eene tusschen
partijen tot stand gekomen rechtsverhou
ding verbroken worden.
Vereischte daartoe is, dat er „kunst
grepen" zijn aangewend, waardoor de we
derparty om den tuin werd geleid en be
wogen werd tot de overeenkomst toe te
treden.
Hier is de rechtspraak vaak stroef in
haar opvatting. Bedrog wordt niet gemak
kelijk aangenomen. Niet elke overdreven,
zelfs onware, mededeeling door de eene
partij aan de andere geldt als bedrog, ook al
is daarmede de toestemming der wederpar
tij verkregen. Naar onze opvatting echter
kan eene overdreven ophemelarij, zelfs al
is zij geen leugen, een bedrog vormen,
b.v. wanneer de wederpartij slechts een
„eenvoudig boertje van buiten" is. Hier
behoort een subjectieve maatstaf te worden
aangelegd, waarbij voor oogen wordt ge
houden, dat de zwakke meer bescherming
behoeft dan de sterke. De kleine man wordt
vaak gemakkelijker bedrogen dan de groo
te. Zekere „onwaarheidjes" tusschen twee
vlugge „kooplieden uit het Oosten" zullen
noch den een noch den ander op een dwaal
spoor brengen, waar de gewone sterveling,
niet op de hoogte van de in de branche
„usantieele leugentjes", onherroepelijk in
de val loopt.
Russel concludeert voor dit geval:
„De mogelijkheid moet er zijn, dat den
rechter, indien hij oordeelt dat de gedebi
teerde onwaarheden geen „bedrog" vormen
in den zin der wet, de vrijheid blyft een
salomonsoordeel te vellen, door den feitelijk
wél, doch juridisch niet bedrogene zijn ver
plichtingen te verzachten, of de door hem
geleden schade te beperken naar billykheid".
Bij de plechtige sluitingsbijeenkomst van den
twee-jarigen cursus van de R.K. Landbouw
winterschool te Roosendool onder voorzitter
schap van den heer Jac. Vos Antz., heeft het
lid van Ged. Staten van Noordbraban-t, de heer
Beliën, aan alle 29 eindexaminandi het eind
diploma uitgereikt. Geslaagd zijn de navolgen
de candidaten: G. J. A. M. de Regt, Nispen
(met lof)J. A. Sweere, Zevenbergen (met lof)
A. Bakx, Zevenbergen (met lof); J. C. Korte-
weg, Zevenbergen (met lof); J. W. M. y. <J.
Noort, Zevenbergen (met lof); P. J. Rombotrts,
Roosendaal (met lof); A. H. A. v. Beek, Ze-
venbergsche Hoek; F. Bom, Fijnaart; A. C. M.
Cornelissen, Zevenbergen; C. R. Diven, Ouden
bosch; C. M. Doggen, Kruisland; L. W. J. J.
Hopmans, Noordhoek; L. G Jansen, Ossen-
dreebt; R. A. Jongeneelen, Zegge; C. Koerts,
De Heen; C. L. Koetsenruyter, Dinteloord; A.
M. Lanen, Dinteloord; J. II. Lanen, N. Vos
meer; J. P. Lauwerijssen, Hoeven; P. J. v Loon,
Wouw; J. A. M. Luykx, Hoeven; W. A. Luykx,
Elohten; G. Maris, Heyningen; A. J. Oomen,
Oud-Gasbel; F. M. Ossenblok, Zegge; P. Over-
beke, De Heen; A. J. Rennen, Beek; J. J. M.
Testers, Dinteloord; W, F. Vervoort, Oud-
Gastel.
De sluitingsplechtigheid hebben o.m. ook by-
gewoond eenige leden van de Prov. Staten van
Noordbrabant, tal van burgemeesters van Roo
sendaal en omgeving, vertegenwoordigers van
organisaties en van de landbouwscholen te
Hulst en te Boxtel.