Over Haarlem en beroemde Haarlemmers ,HALF OM" „FRANKEN" Beursoverzicht Uit andere bladen v. Empelen W. HOLTHUiZEN Kozias kabinetsformateur in Griekenland Eere-tentoonstelling van Albert Ar ens en H. J. Wesseling De evacuatie van Istanboel ZONDAG 20 APRIL 1941 STADSNIEUWS EEN EERVOL VERLEDEN IV BIJ broodrantsoeneering van 18 CENT p. 800 GRAM HAARL. VER. TOT BESTRIJ DING DER T.B.C. Jaarverslag over 1940 HAARLEM WILHELMI NASTRAAT 37 TELEF. 17644 AUTOVERKEER OP GAS Voorloopig hoogstens 25 ballons in gebruik VER. TOT BESTRIJDING DER T.B.C. Jaarvergadering van afd. Haarlem 'n Bloemstuk of een Plant Georganiseerd door „Kunst zij ons Doel" in kunsthandel Lef fel aar VOETBAL R.K. LYCEUM I KAMPIOEN In het R.K. Schoolvoetbaltournooi Zwakke marktmaar geen groot aanbod. Later gedeel telijk herstel Verder verloop Het nieuwe onderwijs besluit Recht en Wet Militaire bevelhebber van Athene benoemd BLOEI VAN DE BETUWE R.K. Landbouwwinterschool te Roosendaal Haarlem heeft een, voor Nederland, oude his torie. Het behoort tot de alleroudste nederzet tingen van het vroegere graafschap Holland en is dus tegenwoordig geweest bij de geboorte en den groei, bij al het lief en het leed van ons vaderland. Zonder wallen, muren en stads recht bestond Haarlem misschien reeds inde negende eeuw en was toen een geliefkoosde ver blijfplaats van de graven van Holland. Maar van 1100 tot 1200 wist Haarlem zich zoo krach tig te ontplooien, dat het bij den kruistocht van graaf Willem dcor een aparte afdeeling ridders werd vertegenwoordigd, die met name en met eere wordt genoemd door de kroniek schrijvers, die van de inneming van Damiate gewag maken. Als hoofdplaats van Kennecner- land, dat gelegen was in den uitersten hoek van het Frankische Rijk en tot taak had de meer Zuidelijk en Oostelijk gelegen landstreken tegen aanvallen van Noormannen en Friezen te be schermen, stónd het langen tijd in het brand punt van oorlog en onlusten. Ook toen er van Noormannen geen sprake meer was en de Frie zen in het Frankische verband waren opgeno men, bleef dat nog langen tijd zoo. In het jaar 1304 ondernam Witte van Haemstede, van Zee land uit, een expeditie, om het toen reeds be langrijke Haarlem, dat zich dapper verdedigde tegen de Vlamingen, die het graafschap waren binnengedrongen, te ontzetten. Hij landde daar toe met zijn krijgers even ten Zuiden van Zand- voort en nadat hij zijn banier op den Blinkert had ontrold, stroomden de Haarlemmers en an dere bewoners dezer streken naar hem toe en was hij in de gelegenheid den vijand bij het Manpad onder Heemstede te verslaan. Het Kaas- en Broodvolk belegerde Haarlem, om dat het een steunpunt der grafelijke macht was; bij de Hoeksche en Kabeljauwsche twisten bleef het niet gespaard. In de bevrijding van de lage landen van het Spaansche juk heeft Haarlem een roemrijk aandeel genomen. De voortvarend heid van zijn vroedschap, die een der eersten was om zich aan de zijde der opstandelingen te verklaren, moest het bekoopen met het beleg van 1572—1573 en den gewelddadigen dood van honderden zijner burgers. In de daaropvolgende eeuwen behoorden zijn vertegenwoordigers in de Staten van Holland tot de invloedrijkste en meest geziene regeerders van de jonge republiek. De voorspoed, welken ons land in de gouden eeuw heeft gekend, is voor een goed deel aan hen te danken en in Haarlem zelf bloeiden handel, nijverheid en bouw- en schilderkunst. Daarna kwar er, zooals in het geheele land, weliswaar een inzinkinng, die haar dieptepunt vond in den Franschen tijd, gevolgd door een periode van gezapige rust, die -et best gety peerd wordt door haar den tijd van de Camera Obscura te noemen, noch na 1860 heeft het moderne Haarlem, zich weer ontwikkeld tot een vitale, actieve, bloeiende stad, die haar plaats in ons land volop waard is. Onwillekeurig is men nieuwsgierig te weten, welke groote mannen een stad, met een in het verband der vaderlandsche gjeschiedenis zoo eervol verleden, heeft voortgebracht. Allan, die het vierde deel van zijn geschiedenis van Haarlem in 1888 afsloot, geeft een opsomming van in Haarlem geboren en getogen beroemd heden, die volgens hem op een kandelaar die nen te worden gezet. Zij is wel een bladzijde of twintig lang, doch mannen en vrouwen, die het tot internationale of nationale vermaard heid gebracht hebben, vindt men er eigenlijk niet veel onder. De mees- bekende Haarlemmer is wel Lourens Janszoon Coster, van wien Allan echter, een beetje ondeugend, niets anders zegt dan dat „hem door velen en vooral door Duitschiand de eer wordt betwist van de uitvinding der boek drukkunst met beweegbare letters". Wel ont leent hij dan een tiental bladzijden aan an deren om het goed recht van Coster op de uit vindingseer te verdedigen, maar hoe Allan zelf over Coster denkt, komen wij niet te weten. De tweede Haarlemmer van wereldreputatie is Frans Hals. Allan zegt van hem, dat hij waar schijnlijk wel in Antwerpen geboren werd, doch reeds vroeg naar Haarlem kwam en daar zijn geheele leven bleef wonen. Al annexeeren wij dus Frans Hals, overigens met instemming van de geheele wereld, achttien karaats Haarlem mer kan ook hij niet worden genoemd. Van wereldformaat echter is ook de faam van de schilders Adriaan Brouwer en van Ostade, leerlingen van Frans Hals, die inderdaad in Haarlem geboren zijn. Wereldberoemdheid ge niet ook de in Haarlem geboren schilder en architect Jacob van Campen, de bouwmeester van het Paleis op den Dam te Amsterdam, Haarlemsch schildersgoden van lagere orde zijn Oeertgen van St. Jan, Salomon de Bray, Saen- redam, Vroom, Wouwerman, Berckheyde, Ruysdael, Verspronck, Frans de Grebber e.a. Maarten van Heemskerck wordt niet genoemd, omdat hij geen geboren Haarlemmer is. Lan delijke vermaardheid hebben allereerst de hel den van het Spaansche Beleg, maar de voor naamste onder hen, Wyboldt Ripperda, de wak kere gouverneur van Haarlem, was van ge boorte een Fries en van zijn evenknie in be faamdheid, Kenau Simonsdochter Hasselaar, is het niet zeker, dat alles wat van haar wordt verteld, historisch verantwoord is. Andere be kenden uit den Spaanschen tijd zijn de burge meesters van Haarlem Nicolaes van der Laan, Joh. van der Vliedt, Gerrit Heinsius Stuver en Pieter Janszoon Kies, voorts de legeroversten Joh. van Duvenvoorde, Lancelot van Brederode, Nicolaes Ruychavei. Door de katholieken mag hierfcil niet de naam vergeten worden van Quinten Dirkszoon, met den bijnaam Talesius, een ze w geleerd man en vriend van Erasmus, beurtelings schepen, pensionaris en burgemeester, die zijn standvas tigheid in het katholiek geloof tijdens het Be leg in 1573 heeft moeten boeten met zijn leven. Hij werd op de wallen der stad opgehangen, ter wijl zijn vrouw en zijn dochter door het gepeu pel in het water van de Bakenessergracht wer den verdronken. Jan Mathijssen, die zich na de onthoofding van Jan Tripmaker aan het hoofd stelde der wederdoopers en bij het beleg van Munster sneuvelde, was, volgens Allan, ook een geboren Haarlemmer. Onder beroemde zeevaar ders vermeldt Allan den ontdekkingsreiziger Jan Huygen van Linschoten, die van zijn tocht naar Nova-Zembla een walvischkaak meebracht; het gemeentebestuur hing haar in de hal van het stadhuis. Jacob Antoniszoon bracht het in de zestiende eeuw tot vice-admiraal en sneuvelde in 1560 nabij Calais in een gevecht tegen de Duinkerker kapers. Het tijdstip van zijn heldendaden ver oorlooft dezen Haarlemmer als een der leermees ters en toonbeelden van de groote zeehelden onzer gouden eeuw te beschouwen. De in 1609 overleden Jacob de Bitter, een scheepsbevelheb ber, bracht het tot eersten gouverneur van Ban- da.Het bestaan van Jan Barendse, bijgenaamd de Lapper, door Allan vermeld als een scheeps bevelhebber, die in 1666 sneuvelde, wordt door velen betwijfeld. Als geleerden, schrijvers of dichters vermeldt Allan Schrevel of Schrevelius, rector van de Latijnsche school in Haarlem, die een groot ge leerde en schrijver van Nederlandsche en Latijn sche gedichten was. Hij leefde van 1572 ot 1649; Pieter Voor helm, een plantkundige uit de achttiende eeuw die het eerst dubbele hyacinthen kweekte; Schneevoogt, die beker.oheid als dokter ver wierf; Johannes Isaac Pontanus, een ander groot geneesheer; Pieter Langendijk en Nico- 'aas Beets, de eerste een letterkundige uit de achttiende eeuw en de tweede een schrijver uit de negentiende eeuw; Joan Dusart, een groot toonkunstenaar en organist uit de 17e eeuw en C. Th. Elout, een rechtsgeleerde en staatsman, die o.a. als Regeeringscommissaris optrad om de Oost-Indische bezittingen, welke in 1815 door de Engelsehen waren teruggege ven, in ontvangst te nemen. Uit den tijd van vóór de Reformatie noemt Allan verschillen de Haarlemmers, die uitblonken in godgeleerd heid en het brachten tot hoogleeraar en zelfs tot rector magnificus van de Universiteit van Leuven. Dit Is dan zoowat alle beroemdheid, welke Allan heeft kunnen vinden en nu zijn er mis schien onder onze lezers, die wat teleurge steld zijn over het aantal hunner voorvaderen, dat tot wereldvermaardheid kwam. Zij mogen echter bedenken, dat geen stad ter wereld er in slaagt b.v. elke eeuw een genie voort te brengen. In dit licht bekeken kan Haarlem met zijn Lourens Janszoon Coster, Frans Hals, Kenau Hasselaer nog best een vergelijking met. andere gemeenten van ons land doorstaan. Men vergete bij zijn beoordeeling ook niet, dat Haarlem geen universiteitsstad was, en dus weinig geleerden tot zich trok; geen haven stad, wat altijd stimuleerend op den onderne mingsgeest van jongelui werkt en, getuigen de Ruijter en Piet Hein, zeevaarders en wereld reizigers kweekt; geen hofstad, met haar staatslieden. Bovendien had Haarlem in den tijd van zijn hoogsten bloei nooit meer dan een veertigduizend inwoners, zoodat het een kleine stad moest genoémd worden. (VOORAL DUN SNIJDEN) Uit het jaarverslag van de Haarlemsche Ver- eeniging tot bestrijding der Tuberculose ont- leenen wij het volgende; In de plannen, welke tot op heden bestonden voor den bouw van een nieuw consultatie-bureau, kwam nog geen voor uitgang en helaas zal ook in 1941 de lighal-uit- voering geen doorgang kunnen vinden wegens vele technische moeilijkheden. De vereeniging bezit volgens de laatste op gave 2633 donateurs, leden en begunstigers (vo rig jaar 2879), terwijl het Lighalfonds er 596 heeft (673). Het consultatiebureau gaat in toenemende mate de gevolgen der distributie van voedings middelen merken, zoowel aan de gewichten als aan den gezondheidstoestand der patiënten. Ook de textieldistributie brengt haar moeilijkheden mede bij de voorziening van kleeding, bij op name in een sanatorium en bij de aanvulling van het uitleenmagazijn. Vele gezinnen gaan bovendien door de woningschaarschte bij elkaar inwonen, een feit, waaraan de T.B C.-bestrij ding zeker aandacht moet gaan besteden, want het is duidelijk, dat het intrekken van gezin nen met jonge kinderen in woningen van lijders met open tuberculose uit het oogpunt van be smetting zéér ongewenscht is. Helaas beginnen zich gevallen hiervan voor te doen. Gelukkig is, afgezien van enkele zieken, wier weerstandsvermogen door de emoties der oor logsdagen dermate was gebroken dat zij bezwe ken, is toch uit de gevolgen van den oorlog di rect geen toename van de sterfte aan T.B.C. te verwachten. Het stemt dan ook tot tevredenheid dat het sterftecijfer wederom daalde en thans een laagterecord van 3,17 voor alle vormen van t.b.c. heeft bereikt. Toch heeft men voor de toe komst om de bovenvermelde redenen, wat dit betreft, sombere verwachtingen, daar zoowel in het Rijk als in de Provincie Noord-Holland en Amsterdam reeds een stijging van het sterfte cijfer is ingetreden. Zooals waarschijnlijk be kend, werkte het consultatiebureau uitsluitend voor inwoners der gemeente Haarlem. De te Haarlem overleden, elders woonachtige tuberculoselijders buiten beschouwing latende én na bijvoeging van het aantal elders aan tuber culose overleden inwoners dezer stad, blijken in ACCOUNTANT - LID N.I.V.B. 1940 overleden te zijn aan longtuberculose 29 (37) personen, aan hersentuberculose 3 (3) per sonen en aan andere vormen van tuberculose 13 (9) personen, totaal dus 45 (49) personen, van wie 38 (39) op het consultatiebureau bekend waren. Het sterftecijfer voor tuberculose daalde der halve van 3,52 in 1939 tot 3,17 in 1940. In totaal werden door het consultatiebureau onderzocht 3392 personen en werden 4603 con sulten verstrekt. Van alle in 1940 onderzochte patiënten aan longtuberculose behoorden 10 tot stadium I 68% tot stadium II en 13 tot stadium III. Van de onderzochte personen waren 1042 Pro testant, 1130 Roomsch-Katholiek, 23 Israëliet, terwijl 812 personen tot geen kerkgenootschap behoorden. Dat men heel spaarzaam gebruik kan maken van benzine is algemeen bekend. Vele taxi-be drijven en andere autovervoerinstellingen zuilen er dan ook ongetwijfeld aan zijn gaan denken, hun wagens dan maar om te bouwen voor gas- gebruik. Volgens verkregen inlichtingen van be voegde zijde is dit echter lang niet eenvoudig. Inderdaad rijden er op het oogenblik bijna tien taxi's op gas, maar het valt zeer te be twijfelen of nog meer vergunningen door het Gemeenetlijk Gasbedrijf zuilen worden uitge reikt, want ook daar moet de grootste spaar-' zaamheid betracht worden. Daar komt nog bij, dat het taxi-bedrijf niet tot de voorname vitale bedrijven gerekend wordt, want allereerst moet gezorgd worden voor het levensmiddelenvervoer e.d. zoodat in ieder geval vrachtwagjyis nog altijd voor gaan. Waarschijnlijk zal het maximum gasvergun- ningen. dat uitgereikt wordt, dan ook om en nabij de 25 zijn, terwijl bij dit getal ook het vrachtvervoer inbegrepen is Vanzelfsprekend valle de vergunningen voor gasgeneratoren hier buiten. Wat de gemeenten rond Haarlem betreft, deze maken zeer zeker geen uitzondering, daar zij ook allemaal voor gas van deze stad afhan kelijk zijn. Haarlem zal er dus m het vervolg op moeten rekenen, dat taxi's alleen gebruikt zullen kunnen worden bij hooge uitzondering. In de gehouden jaarlijksche algemeene leden vergadering van de vereeniging tot bestrijding van t.b.c. te Haarlem werden de periodiek af tredende leden v. h. bestuur, mevr. A. Del Baere Jiskoot, mej. C. Heerkens Thyssen en de heer Dr. J. Roorda, herkozen tot lid van het bestuur. In de vacature Dr. P. Ozinga werd gekozen Dr. P. A. Heeres. De financieele toestand der Vereeniging is niet rooskleurig, de begrooting 1941 sluit met een aanzienlijk tekort, veroorzaakt door het niet opnemen van eenige jaarlijksche vaste baten, weker opbrengst thans nog volkomen on zeker is. Verschillende plannen tot versterking der financiën werden besproken; vergrooting van inkomsten der Vereeniging moet er komen, wil het gedurende zoovele jaren met energie op gerichte en vergroote gebouw der tuberculose bestrijding niet te gronde gaan. Reeds zijn er teekenen van een verhoogd zieken-getal; de vereeniging heeft geld noodig voor haar Consultatie-bureau-dienst, den grond- peiler van haar bestaan, maar ook voor de verpleging van patiënten in Brederode-duin. Onder de burgerij van Haarlem zal een actie worden gehouden; moge de Haarlemmers, ge dachtig aan hun reputatie om steeds -bereid te zijn voor de tubreculose-bestrijding en diep in de beurs te tasten, dit ook nu weer doen! vormt een altijd welkom en dankbaar GESCHENK en zeker als het geleverd wordt door Carl v. Empelen, de bloemenspecialist. Artistieke opmaak Billijke prijzen BLOEMENMAGAZIJN BINNENWEG 18 HEEMSTEDE TELEF. 28080 In' den kunsthandel Leffelaar aan den Wagenweg te Haarlem werd gisterenmiddag onder belangstelling van vele kunstminnen- den de eere-tentoonstelling van werken der schilders Albert Arens en H. J. Wesseling, die in Februari hun zestigsten verjaardag herdachten, officieel geopend. Onder de aanwezigen bevonden zich o.m. de commissaris voor de provincie Noord-Hoiland mr. A. J. Backer, de heer G. D. Gratama, di recteur van het Frans Halsmuseum, de conser vator van „Teyler's Stichting", de heer H, Buisman-, de oud-inspecteur van het L.O., de heer G. H. Weustink, de schilders M. v. d. Wel den, A. J. Grootens, J. B. Kamp, H. Heuff, W. K, Rees, mevrouw H. DingemansNumans en mevrouw Woutersevan Doesburgh en vele an deren. De voorziter van het Genootschap „Kunst zij ons doel", de heer H. F. Boot, dankte allereerst den commissaris van de provincie, omdat deze zoo welwillend was geweest aan de uitnoodi- ging van het genootschap gehoor te geven. Voorts richtte spreker zich tot de beide schil ders Albert Arens en H. J. Wesseling, „Ik wensch niet alleen tot u te spreken," aldus de heer Boot, „als schilders, maar ditmaal meer als jubilarissen en als leden van het genoot schap Kunst zij ons Doel". Te midden van uw kunstvrienden hebt gij vorige maand reeds uw zestigsten verjaardag in het Waaggebouw te Haarlem gevierd, maar wij wilden u toch eeren door het organiseeren van een tentoonstelling in Haarlem, waarin wij meer.en geslaagd te zijn dank zij de welwillende medewerking van den heer Leffelaar. Nu kan ook Haarlem, al is niet uw geheele collectie ten toon gesteld, van uw werken genieten. Ik wensch u met deze tentoon stelling dan ook het meeste succes en verklaar hiermede de expositie geopend." Hierna maakten de aanwezigen /een rondgang over de tentoonstelling, die zeker een aandach tige bezichtiging waard is. in de benedenzaal zijn de werken van Albert Arens aanwezig, waarvan vooral zijn portretten en fijne, lichte bloemstukken de aandacht trekken. Ruim veer tig olieverfschilderijen, krijtfeekeningen en aquarellen -bevinden zich onder deze collectie. Wat den aard der schilderijen betreft, hiermede komen de werken van H. J. Wesseling, die in de bovenzaal zijn tentoongesteld, vrijwel geheel overeen met die van Albert Arens. Het zijn o.m. portretten, stillevens en vele typisch Holland- scire landschappen. Onze kunstcriticus zal deze interessante expositie, welke van 19 April tot en met 3 Mei dagelijks van 10—5 uur, Zondags van 2—4 uur geopend is, nader bespreken. Zaterdagmiddag had op het Tybb-terrein aan den Rijksstraatweg een ontmoeting plaats tus- schen Lyceum I en Beverwijk I die een beslis sing moest brengen in deze afdeeling. Aange zien Beverwijk I een 6—2 overwinning had behaad op Gedempte Oudegracht en zoodoen de een gelijk aantal punten had behaald. Toen om half een de scheidsrechter het sein tot be ginnen gaf, was het Beverwijk die na eenige snelle, goed opgezette aanvallen de eerste goal scoorde. Slechts wenige minuten daarna bracht het R-K. Lyceum de spaningn er in door den stand 1—1 te maken. Na een overrompelenden aanval werd het 2—1. Het Lyceum zwoegde om gelijk te maken en na een keurig opgezetten aanval gelukte dit ook. Ook Beverwijk poogde nog eens op haar beurt om een doel punt te bemachtigen, doch het lukte haar niet door de hechte verdediging heen te breken. r.K. Lyceum bracht het er anders af en wist voor de rust een 4—2 voorstand te bemach tigen. Na den rust werd Beverwijk een penalty toegekend die echter door den doelman keurig tot een corner werd verwerkt. Na een eenigs- zins op en neergaanden strijd werd na enkele minuten den stand op 52 gebracht. Nog twee maal kreeg het R.K. Lyceum een penalty te nemen die uitstekend werden benut en wist nog een maal met succes te scoren. Bij het af fluiten verliet het R.K. Lyceum zegevierend het veld met een 82 overwinning, een fraaie re vanche dus op de 31 nederlaag te Beverwijk. Om 5 uur volgde de bekeruitreiking, die ge zien het slechte weer als een bescheiden plech tigheid voorbij ging. De aanvoerder van het team, Th. Zethof, dankte het bestuur van het R.K. School Voetbal Tournooi voor den fraaien beker, die wederom in het bezit is gekomen van het R.K. Lyceum-elftal. Amsterdam, 19 April 1941. Verschillende factoren werkten gisteren op de New Yorksche beurs samen voor een uitgespro ken flauwe stemming. De toenemende politieke spanning was uiteraard op den ondernemings geest niet van den minsten invloed en boven dien stemden de financieringsplannen der re geering, ten dienste van de bewapening en alle kosten, welke hiermede verband houden, welke de monetaire toestand des lands in een niet rooskleurig vooruitzicht steilen, tot ernstig na denken. Minister Morgenthau wees op het feit, dat de uitgave voor het op 1 Juli as. aanvan gende begrootingsjaar op 19 milliard dollar zijn te ramen. Een verdere stijging van de Ame- rikaansch staatsschuld dan 65 milliard dollar zal zooveel mogelijk vermeden moeten worden en daarom zal voor de volgende begrooting aanvul lende belasting tot een bedrag van 3,5 milliard dollar geheven moeten worden. Van de uitgaven van 19 milliard zal twee derde deel door belastingen en een derde door middel van nieuwe leeningen moeten worden opgeleverd. Buiten de heffing van nieuwe belastingen zal de schatkist genood zaakt zijn, maandelijks 500 millioen te leenen om de uitgaven der bewapening en die voor de hulpverleening aan Engeland te dekken. Voorts maakte het op Wallstreet een onaan- genamen indruk, dat eveneens in verband met de bewapening de automobielproductie beperkt zal moeten worden Het uitstel van de bijleg ging van de staking in de kolenmijnen was ook al geen bemoedigende factor, terwijl tevens de verwachting van verhooging der loonen, zonder dat er veel kans bestaat, dat de prijzen hier mede in overeenstemming worden gebracht, op haar beurt een jeden was voor een ongeani meerde en gedrukte stemming. In verband hiermede en met nog vele andere hangende vraagstukken was kooplust in Wall street geheel uitgesloten en aanbod voortdurend overwegend. Op te merken viel, dat het ter markt komende materiaal niet zeer groot was, waar echter tegenover stond, dat, hoewel de technische positie gunstiger werd, die toch geen aanleiding gaf tot eenigerlei herstel- In navolging van Wallstreet was onze beurs vandaag niet gunstig gedeponeerd en kenmerkte zij zich op haar beurt door zoo mogelijk nog grootere terughoudendheid dan gewoonlijk. De stemming was als van zelf sprekend niet geani meerd, maar toch behoudens enkele uitzonde ring niet zeer flauw als gevolg van het feit, dat men zich van aanbod zooveel mogelijk onthield. De niet geanimeerde stemming kwam voor een groot deel voor rekening van gebrek aan vraag. De Amerikaansche afdeeling had echter geheel het voorbeeld te volgen en was gedrukt. Steels leden een verlies van 2 1/8 doll, en Bethl. Steel moest 2% a 3V2 prijsgeven. Republic Steel verloor 1 doll. De handel in deze soorten droeg een zeer kalm karakter. Van koperfondsen moest Anaconda 1 doll, prijsgeven en Kenne- cott circ Vi. Ook hierin was de handel van bescheiden omvang. Voorts werden Carfoun- dry. General Motors. Vliegtuigen op lager peil geadviseerd, terwijl Spoorwegshares weinig of geen verandering te zien gaven. Op de Petroleumafdeeling kwam voor Koninkl. Olie eenig aanbod, waardoor een reactie intrad van 2 a 3 pet. Na de eerste transacties was de belangstelling zeer gering. Shell Union, Tide water en Continental Oil werden weer fractio- neel lager verhandeld. In den Suikerhoek was de stemming voor HVA flauw. Het fonds boekte bij opening een verlies van 10 pet., waarvoor slechts gering aanbod vol doende bleek te zijn. Hier kwam weer eens ge- brok aan steun tot uiting. Vorstenlanden Cultuur toonde echter volgens advieskoers nog geen ver- andering. De Rubbermarkt bleef weer grooten- deels verlaten. A'dam Rubber boekte een nadee- lig verschil van 1 a 2 pet. Voorloopig was hierin echter geen handel te bekennen. Tabakken waren meerendeels zwakker met name Senembah, welk fonds 5 pet. prijsgaf. Oude Deli en Deli-Batavia konden zich moeilijk hand haven. Scheepvaartaandeelen kwamen eveneens op iets lager peil. Scheepvaart Unie werd 3 pet. lager verhandeld. Voor Japanlijn werd 3/2 lager gelaten en 6 V2 lager geboden. Booten cn Holl. Am. Lijn werden 1 a 2 pet. lager geadviseerd. In den hoek der binnenlandsche industrieelen moest Unilever wegens licht aanbod 1 y2 prijs geven en verloor Aku y, a 1%. Philipslampen echter lagen iets vaster in de markt en konden I a 2 verbeteren. Aandeelen Nederl. Ford schij nen hun laagste punt gevonden te hebben en werden 5% hooger geadviseerd. Op de beleggingsmarkt droeg de handel in Nederl. Staatsfondsen eveneens een zeer kalm karakter. De ondertoon was minder prijshou dend dan gisteren. De nieuwe leening van de 33%% 1938 noteerden een fractie lager. Het verder verloop was een weinig afwisse lend. Na hier en daar een verdere weinig betee- kenende afbrokkeling trad weer herstel in. Zoo o. a. kon Koninklijke Olie na 12 te zijn 'terug- geloopen, weer 23 monteeren. H.V.A. verloor nog 4 pCt. om 3% a 6 pCt. te herstellen. A'dam Rubber brokkelde 12 af. Vorstenlanden cul tuur werd 23 lager dan gisteren verhandeld. Scheepvaart Unie verloor 1—2 om iets béter te sluiten. Japanlijn zette 5% lager in maar herstelde weer 13. Unilever en Aku brokkelden circa af maar vonden weer een licht herstel. Philipslampen konden zich niet handhaven en moesten 33 y, prijsgeven; slot beter. Steels, Bethl. Steel, Republic Steel en Ana conda trokken iets aan, maar brokkelden weer wat af. De nieuwe Nederl. leening en de 33% pCt. liepen nog een fractie terug. Prolongatie 2pCt, Het .Katholieke Schoolblad", orgaan van het Katholieke Ouderwijzers Verbond in Nederland, wijdt „een technische en geenszins een princi- pieele" beschouwing aan het nieuwste onder- wijsbesluiit, dat de benoemingen in het onder wijs onderwerpt aan de goedkeuring van den secretaris-generaal van het departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming of van een door dezen aangewezen instantie. Wy lezen o.m.: „Welke de instantie ook zijn zal, de grote vraag is: wordt die instantie voor haar goed- of afkeuring aan bepaalde normen gebonden en 2e ja aan welke? Zuilen er vaste regels worden gesteld, zodat men tot zuiver objeotieve beoordeelingen komt en voor goed- of afkeuring overal dezelfde mo tieven gelden, of wordt die instantie vrij gelaten, zodat haar ja of neen afhankelijk zal zijn van een subjectief, zuiver persoon lijk inzicht? In 't laatste geval zouden per sonen kunnen worden afgewezen op grond van allerlei willekeurige overwegingen. Het laatste menen wij niet te mogen ver onderstellen. Het zou niet doeltreffend zijn en aanleiding geven tot ';ele moeilijkheden en strubbelingen. Men mag verwachten, menen wij, dat de aan te wijzen instantie gebonden zal worden aan bepaalde riaht- ïynen, omdat er zonder enige bindende di rectieven van één gelijkgericht doelbewust streven over de hele linie geen sprake zou kunnen zijn en zonder dergelijk algemeen geldend richtsnoer de besturen aan wille keur zouden bloot staan. By art. 2 lijkt ons .merkwaardig, dat al leen dan een nieuwe voordracht kan inge diend worden als de eerst ingediende geheel is afgewezen, en r,iet als deze slechts gedeeltelijk gedesavoueerd wordt. Dit kan leiden tot de volgende situatie: Van de drie voorgedragenen worden er twee van de voordracht verwijderd, waar na het bestuur geen keuze meer heeft, om dat er nog slechts één benoembare over blijft. Weliswaar behoort ook deze tot de door het bestuur voorgedragene en dus geschikt geachte sollicitanten, maar feit is toch, dat het bestuur in zo'n geval uitein- deiyk geen keuze meer beeft. Een iets soe peler regeling, waarbij het school- en ge meentebestuur veroorloofd werd in elk g e r a 1 de voordracht weer aan te vullen tot drie personen, ware o. i. te prefereeren geweest. Daar elk ontslag de goedkeuring nodig heeft van den Secr.-generaal of de aange wezen instantie, zal wat -'t bijzonder on derwijs betreft de goedkeuring van de com missie van Beroep wel niet meer vereist zijn. M. a.w. die commissies ïyken ons uitge schakeld en overbodig geworden."' Voorts wijdt het „Katholieke Schoolblad aan dacht aan een van bevoegde zijde gegeven toe lichting op het besluit, waarin o.m. gewezen werd op de bedoeling, „een geiykmatige perso neelspolitiek op alle Nederlandsche scholen te waarborgen" en den secretaxis-generaal garan ties te verschaffen, welke hy noodig heeft om zijn verantwoordelijkheid tegenover de bezet tingsoverheid te kunnen dragen. „De talrijke, voor een deel tegen deze overheid gerichte, voor vallen by Nederlandsche scholen", aldus die toelichting, „hadden door heldere onderwijs politiek zonder dwang voorkomen kunnen en moeten worden". Het „Katholieke Schoolblad" teekent aan: „Wat precies te verstaan valt onder een geiykmatige personeelspolitiek" is ons niet recht duidelyk. Welke geiykmatigheid acht men hier in 't geding? Wat de tegen de Duitse bezettingsmacht gerichte voorvallen betreft, willen wij voor opstellen al dergelijke voorvallen, ernstig of onbeduidend, absoluut te veroordelen. Voor zoover het echter de Katholieke la gere school betreft en voor zover ons be kend, denken de onderwijzers daar niet anders over en doen zij1 een enkele on gelukkige uitzondering zal ook hier wellicht de regel bevestigen al hun best om elke politieke uiting te voorkomen en waar de onbezonnen jeugd zich die desondanks ver oorlooft, wordt zij gestraft. Wat niet alleen plichtmatig maar ook paedagogisch is. Van meet af heeft onze organisatie haar leden aangemaand tot een volkomen loyale houding. Heeft het voorgevallene, trots de waak zaamheid der onderwijzers, nu een zo ern stig karakter gedragen of dreigt het een zo ernstig karakter aan te nemen, dat de thans genomen maatregel onvermydelijk was? Of wordt gemeend, dat de onderwijzers over 't algemeen niet krachtig genoeg op treden tegen het bedoelde euvel en acht men daarom toezicht op de benoemingen noodzakelijk? Vragen, waarop de „toelich ting van bevoegde zijde" geen klaar ant woord geeft, evenmin als zij duidelijk doet uitkomen, wat men in dit verband met eén „heldere onderwijspolitiek" bedoelt." In een hoofdartikel in „Nederlandsch Dag blad" maakt Ch. Russel onderscheid tusschen recht en wet: ,,De Wet behoort te zijn een middel en dan nog slechts een der middelen tot het doel, zij het ook een zeer belangrijk mid del. Andere middelen zijn des rechters wijsheid, levenservaring en integriteit. Hoever déze opvatting omtrent Recht en Wet verwijderd staat in vele gevallen van de wijze van rechtsbedeehng, waartoe de wet zelf dwingt, moge uit 'h paar grepen uit wet en rechtspraak blijken: „Alle wettelijk aangegane overeenkomsten strekken degenen, die dezelve hebben aan gegaan, tot wet, aldus art. 1374 al. I.B.W. Punt aan de lijn, uit. Al moet de kop er af wat duidelijk geschreven staat, staat geschreven en zal worden nagekomen, ook al geschiedt op grond van geheel veranderde omstandigheden (geen overmacht zijnde in den zin der wet) dengtene die schreef, het grootste onrecht. De rechter mag immers niét „op grond van de goede trouw aan hetgeen tusschen partijen is overeengeko men, zijne kracht ontnemen". Contractu- eele verplichtingen kan hij niet wijzigen noch opheffen, hoe onbillyk op een bepaald oogenblik de onder wellicht geheel andere omstandigheden gemaakte afspraak ook la ter moge werken. De voorstanders van deze door den Hoogen Raad gehuldigde opvat ting beroepen zich er op, dat, indien men den rechter de bevoegdheid toekent een be ding of een wetsvoorschrift buiten toe passing te laten, wanneer hij deze toepas sing in het zich voordoend geval al te onbillijk acht, alsdan de doodsteek aan de rechtszekerheid zoude worden toegebracht. Een man een man, een woord een woord, zoo leeren zy; alsof een man niet op de eerste plaats een loyaal man, en 'n woord (Reeds geplaatst in een deel der vorige oplaag) BERLIJN, 19 April (D.N3.) Naar Reuter meldt, is Constantyn Kozias belast met de vorming van de nieuwe Grieksche regeering. Kozias, die ministerieel gouver neur van Athene is, zal de functie van vice-premier bekleeden. Koning George zal persoonlyk de kabinetszittingen presid eeren. Tot militair bevelhebber van Athene is, naar de Britsche berichtendienst meldt, generaal Kabrakos benoemd. In verband met het plotselinge en raadsel achtige overlijden van den Griekschen minis ter-president, Alexander Korytzis, worden, vol gens S.P.T., 'uit Istanboel nog de volgende bij zonderheden vernomen; Dit is de tweede maal binnen den tijd van drie maanden, dat Griekenland zijn minister president verliest. Korytzis volgde Metaxas op, die op 29 Januari 1941 plotseling overleed. Even als zijn voorganger was ook Korytzis, naast mi nister-president, minister van Buitenlandsche Zaken, van Oorlog, van Marine en van Lucht vaart. De overleden minister-president heeft vooral naam gemaakt door de oprichting van sociale instellingen in Griekenland. Hoewel Korytzis reeds verscheidene jaren tot de regeering be hoorde, was hij toch nooit op politiek terrein op den voorgrond getreden. Zijn benoeming tot opvolger van den militairen politicus, Metaxas, werd destijds hierdoor verklaard, dat de koning van plan was, zijn invloed op de Grieksche po litiek te vergrooten. De overleden minister-president was 56 jaar oud. ANKARA, 19 April tSPT.). Op aanspo ring van den Britschen gezant in Turkije ver trekken de Engelsche onderdanen naar Egyp te. Istanboej wordt intusschen steeds meer geëvacueerd. Reeds zouden vele vrouwen der Engelsche kolonie in Turkije naar Egypte, Pa lestina en Indië vertrokken zijn. De verwachtingen die de paar vroege lente dagen in Maart wekten, aldus meldt de AK.W. B., ijn met Paschen niet in vervulling gegaan. Zelfs de kroos bleef hermetisch gesloten. Een schemer van groen aan de vroege kersen, een groenachtig wit aan de perenboomen, maar van bloei geen sprake! In de tuinen bewaarde de prunus japonica de illusie, met zijn ietwat rood getinte bloesem. Welke zijn de verwachtingen voor het ko mende week-einde? De wind is nog niet luw, ondanks den stralenden zonneschijn. De nacht vorsten houden al evenzeer een snel ontluiken tegen. Krozen zullen echter Zondag wel bloeien, verder echter nog niets. In den loop van de volgende week komen by blijvend goed weer xersen, pruimen en vroege peren in bloei. Wie dus volle bloesem wil zien, wachte nog een week. De appels zullen eerst in Mei bloeien. niet vóór alles een rechtvaardig woord behoort te zijn! Rechtvaardig, niet naar de letter, doch naar den geest der wet." Een ander voorbeeld, door Russel gegeven, is het volgende: „Op grond van bedrog kan eene tusschen partijen tot stand gekomen rechtsverhou ding verbroken worden. Vereischte daartoe is, dat er „kunst grepen" zijn aangewend, waardoor de we derparty om den tuin werd geleid en be wogen werd tot de overeenkomst toe te treden. Hier is de rechtspraak vaak stroef in haar opvatting. Bedrog wordt niet gemak kelijk aangenomen. Niet elke overdreven, zelfs onware, mededeeling door de eene partij aan de andere geldt als bedrog, ook al is daarmede de toestemming der wederpar tij verkregen. Naar onze opvatting echter kan eene overdreven ophemelarij, zelfs al is zij geen leugen, een bedrog vormen, b.v. wanneer de wederpartij slechts een „eenvoudig boertje van buiten" is. Hier behoort een subjectieve maatstaf te worden aangelegd, waarbij voor oogen wordt ge houden, dat de zwakke meer bescherming behoeft dan de sterke. De kleine man wordt vaak gemakkelijker bedrogen dan de groo te. Zekere „onwaarheidjes" tusschen twee vlugge „kooplieden uit het Oosten" zullen noch den een noch den ander op een dwaal spoor brengen, waar de gewone sterveling, niet op de hoogte van de in de branche „usantieele leugentjes", onherroepelijk in de val loopt. Russel concludeert voor dit geval: „De mogelijkheid moet er zijn, dat den rechter, indien hij oordeelt dat de gedebi teerde onwaarheden geen „bedrog" vormen in den zin der wet, de vrijheid blyft een salomonsoordeel te vellen, door den feitelijk wél, doch juridisch niet bedrogene zijn ver plichtingen te verzachten, of de door hem geleden schade te beperken naar billykheid". Bij de plechtige sluitingsbijeenkomst van den twee-jarigen cursus van de R.K. Landbouw winterschool te Roosendool onder voorzitter schap van den heer Jac. Vos Antz., heeft het lid van Ged. Staten van Noordbraban-t, de heer Beliën, aan alle 29 eindexaminandi het eind diploma uitgereikt. Geslaagd zijn de navolgen de candidaten: G. J. A. M. de Regt, Nispen (met lof)J. A. Sweere, Zevenbergen (met lof) A. Bakx, Zevenbergen (met lof); J. C. Korte- weg, Zevenbergen (met lof); J. W. M. y. <J. Noort, Zevenbergen (met lof); P. J. Rombotrts, Roosendaal (met lof); A. H. A. v. Beek, Ze- venbergsche Hoek; F. Bom, Fijnaart; A. C. M. Cornelissen, Zevenbergen; C. R. Diven, Ouden bosch; C. M. Doggen, Kruisland; L. W. J. J. Hopmans, Noordhoek; L. G Jansen, Ossen- dreebt; R. A. Jongeneelen, Zegge; C. Koerts, De Heen; C. L. Koetsenruyter, Dinteloord; A. M. Lanen, Dinteloord; J. II. Lanen, N. Vos meer; J. P. Lauwerijssen, Hoeven; P. J. v Loon, Wouw; J. A. M. Luykx, Hoeven; W. A. Luykx, Elohten; G. Maris, Heyningen; A. J. Oomen, Oud-Gasbel; F. M. Ossenblok, Zegge; P. Over- beke, De Heen; A. J. Rennen, Beek; J. J. M. Testers, Dinteloord; W, F. Vervoort, Oud- Gastel. De sluitingsplechtigheid hebben o.m. ook by- gewoond eenige leden van de Prov. Staten van Noordbrabant, tal van burgemeesters van Roo sendaal en omgeving, vertegenwoordigers van organisaties en van de landbouwscholen te Hulst en te Boxtel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 4