TABOE
in Amerika en in Nederland
Uit andere bladen
Md vetfiaal den dag
w"
Wat mag en wat
met mag
Het Camera-mysterie
4
DONDERDAG 24 APRIL 1941
Wijsheid van den gasman
VROEG-GHRISTELIJKE
KUNST
Verwantschap tusschen
Oost en West
Een film over Vincent van Gogh?
Katholieke Ec. Hoogeschool
Koersen Nederlandsch Clearing-
instituut
Geen onderdrukking, maar
samenwerking
Een appel
De
verliefde chef
BEURS VAN NEW-YORK
Weinig handel, maar vaste stem
ming tegen het slot
Omzet 470.000 shares
DOOR PERCY KING
so
(Van onze Amerikaansche correspondente)
Taboe! U weet wel, lezer, wat het woord
„taboe" beteekent, net waar?!
Het beteekent: mag niet!
Misschien vergis ik mij, maar ik meen, dat
toet woord stamt uit de Afrikaansche jungle-
„Taboo" beteekent voor den inboorling een
«mag niet", waarvan schend'ng gelijk staat
met den dood.
Niet alleen de zwarte wereld, maar de gan-
sche wereld wemelt van taboes: universeele
werelddeellijke. landelijke, plaatselijke, familie-
en individueele taboes, (het is voor mij b.v
onmogelijk, mijn linkerschoen rechts van
mijn rechterschoen in de kast te zetten) en a'
staat overtreding dezes niet altijd gelijk met
den dood, wij zouden liever sterven dan de
wet veronachtzamen. Het resultaat is dus het
zelfde.
Om misverstand te voorkomen, moet hier on
middellijk aan toegevoegd worden, dat ik he'
hier niet heb over overtredingen, waar het
wetboek voor waarschuwt. Dit is geen verhaaltje
voor portieagenten!
Er is n.l. een principieel verschil tusschen
een wettelijke overtreding en een taboe. Bijvoor
beeld: het is taboe voor den hengelaar, met
een hoogen hoed op te gaan visschen: het is
een wettelijke overtreding van den hengelaar,
in verboden v schwater te gaan visschen.
Als men aan iemand wordt voorgesteld, is
het taboe, hem te vragen: „Waarom scheert
u zich?" Het is een wettelijke overtreding
te zeggen: „Aangenaam" en hem daarbij de
portemonnaie uit den zak te rollen.
U begrijpt het verschil, nietwaar?
Het taboe is de prikkeldraad van het leven,
en voor negatieve menschen meteen de lei
draad. Daarom moesten feitelijk alle negatieve
menschen hun koffertje pakken en in een ander
land gaan wonen. Want datgene wat men
binnen de grenzen bestempelt met: „dat doet
men niet", doet men m'sschien juist wél over
de grenzen.
De Hollander in Amerika doet het verstan
digst, zoo snel mogelijk de meeste van zijn
nationale taboes af te leeren en nieuwe aan
te leeren.
Wat moet de Hollander afleeren?
Wel, het is in ons land taboe, „kraak" van
„zindelijk" te scheiden, en dat is maar goed
ook, want zonder kraak :'s zindelijk zichzelf niet
meer!
Hier in Amerika neemt men het zoo nauw
niet en Hollandsche schrijfster dezes, sinds drie
jaar woonachtig in Amerika, is nog iederen
dag vlijt'g bezig dit taboe af te leeren. (Met
groeiend succes). Maar ik moet eerlijk zijn. De
Amerikaan(sche) heeft een ander begrip van
zindelijkheid. Hij heeft er ook een ander woord
voor. Hij noemt het hygiëne. Het is tegen de
hygiëne, net iederen dag in bad te gaan
en het is tegen de hygiëne, onverpakt brood
te koopen. Maar het is niet tegen de hygiëne,
bacillen-vrije sigarettenasch en sigaretten
peukjes in waschtafel. grootsteen en op karpet
te deponeeren, of de ijskast zindelijk te
houden enneen! dat kan ik n et vertellen.
Ik ben het niet met Shakespeare eens: de
naam is wél de waarborg: kraakzindelijk, zegt
gij en ik denk aan een blinkende, glimmende
geschuurde, gepoetste, geschrobde gezeemde
Hollandsche keuken.
„Hygiëne", zegt mijn vriend hier en ik denk
aan cellophaan-papier en rubber-handschoenen
Een ander punt: als vader bakker in Holland
een zoon-advokaat heeft dan is net taboe voor
den zoon, tot zijn vader te refereeren als: papa
den bakker. In Amerika doet men dat ech
ter juist wel, want het bewijst, dat er fut zat in
den vader en talent in den zoon.
Het is in Holland zwaar taboe, door een
vergrootglas te kijken, maar in Amerika kan
men het niet missen. Daar heeten huisschilder
en behanger nu eenmaal „interior decorators";
gordijnen heeten daar draperieën; de theevisite
heet de partij, melksaus heet roomsaus en tets
bedenken heet creëeren.
Erg hinderlijk voor onzen goeden nuchteren
Hollandschen aard.
Nu weet ik uit ondervinding, dat „afleeren"
een zware karwei is. daarom zal ik u er voor-
loopig verder niet lastig mee vallen. Anders
zou de moed tot koffers pakken u maar in de
schoenen zinken
Hier volgt een opgave var Amerikaansche ta
boes, die u misschien moet.... aanleeren.
Het is tabop voor een Amerikaansche vrouw,
geen sex-appeal te hebben en het is taboe
voor het sterke geslacht, zich heer en mees
ter te wanen.
Het is echter ook taboe, de vork in de linker
hand te hóuden en vreemdelingen te wan
trouwen.
Nu is het eenvoudiger, zich naar de vork te
plooien, dan naar den vreemdeling, maar iedere
maal, dat ik aan tafel mijn vork in de rechter
hand houd. pleeg ik landverraad en iedere maal,
dat ik mijn vork in de linkerhand houd (en
het mes in de rechter) betuig ik mijn nationa
liteit (en dat doe ik graag!), want een derge
lijke daad is een zóó grove schending der Ame
rikaansche tafelmanieren, dat alleen diegene,
die Engelsch-met-een-accent spreekt, zich dat
kan veroorloven. Bovendien houd ik er niet van
het mes naast mijn bord te zien ginnegappen
Wfe de erwtjes mijn vork-alleen te glad af zijn
Het valt voor een Hollander ook niet mee, zijn
goed vertrouwen in Jan en alleman te stellen.
Om mij te oefener. ga ik af en toe in bus of
tram zitten met mijn Hollandsche „ritstasch",
die men hier niet heeft. Tien tegen een dat
de juffrouw naast mij er een gesprek over be
gint: „Heeft u die tasch hier gekocht?" „No."
„In Europa?" „Ja." „Dat dacht ik wel! Een
paar jaar geleden heb ik met de onderwij zeres-
senvereeniging (ik ben onderwijzeres, ziet u) een
uitstapje naar Europa gemaakt en daar heb ik
die tasschen ook gezien! Hè, nou ben ik den
naam van de stad vergeten, maar 't was een
snoezige plaats met huizen, die puntige daken
hadden, en een plein met in 't midden een
standbeeld van een man op een paard en onze
gids heette Harder of Haarder of Hörder. Mis
schien weet u wel welke stad ik bedoel?" Nee",
zeg ik aarzelend, maar welwillend. „U bent toch
Europeesche?" „Ja", zeg ik weer welwillend.
„Zag ik meteen", zegt de juffrouw triomphan-
telijk met een blik op mijn mantel anno 1937.
„Uit welk land komt u?" „Uit Holland." „Och
gut!" zegt de juffrouw en ze pakt mijn hand
en drukt haar hartelijk. „Kom mij eens opzoe
ken, lieverd, mijn telefoonnummer isTa
boe! zegt Holland in mij. Ik sta haastig op,
knik de juffrouw schichtig gedag en stap bij
de volgende halte uit. Schuldbewust loop ik
naar huis. Alweer weggeloopen! Net als den
vorigen keer.
Toch maak ik op dit gebied eenige vorderin
gen Laatst kwam de gasman.
Het was een kwieke jonge vent, die met rappe
oog en de meters controleerde. Hij had lang werk,
omdat alle meters van het gebouw in de kast
van mijn kelder zitten. Ik nam stof af in den
kelder en keek met Ti schuinsch oogje naar den
gasman. De gasman las de meters en keek
schuinsweg terug. In Amerika komt zooiets wel
voor. Zegt de gasman: „hoe lang woon je al in
dit land. juffie?" „Hoe lang woon jy er al, gas
man?" De gasman is een Zweed en woont hier
dertien jaar. „Is 't prettig gasman te zijn?"
vraag ik. „Juffie, da's 't mooiste vak dat er be
staat. 't Gas brengt een mensch overal: in rijke
huizen, in arme huizen, in slordige huizen; t
brengt je bij kunstenaars en dichters, bij rech
ters en dieven. Ik zou mijn vak met niemand
willen ruilen." „Tja, daar is veel voor te zeggen.
Ik zou ook wel gasman willen worden. Gasvrouw
dan." De gasman richt zijn zaklantaarn op
de meters en mompelt: „drieeen tiende
kubiekeKubieke!!! Neen, ik word geen
gasvrouw! Kubieke is de zwarte nacht geweest
van mijn schooljaren. „Kubieke", zei de school
juffrouw en zij tikte met haar potlood attentie
tegen het holle blok, dat kubieke aanschouwelijk
moest maken oppervlakte is lengte maal
breedte, kubieke is lengte maal breedte, maal
en haar stem kreeg 'n dreigenden klank,
„maal diepte."
„Welke diepte! Waar heeft ze het over!" dacht
intelligente schrijfster dezes wanhopig. Maar
geen tijd voor overdenkingen. Reeds was door de
kathederstem de arbeider de lange, breede en
diepe sloot gaan graven en had de boer zijn
graanzolder: zeven bij tien en twee eenzestienden
meter hoog schoongemaakt voor het koren
(hoeveel zakken als de inhoud van 1(3 zak twee
negenden kubieken meter vulde?) o Rage o déses-
ponr, o arithméthiquedurf ik vrij naar Comeille
uit te roepen- Onderwijzers van Nederland, u
vraag ikweet gij hoeveel geschokte zenuwgestel
len de graanzolders en sloten, de vertraagde snel
treinen en oneerlijk verdeelde knikkers veroorza
ken? Hoeveel doodsangsten, minderwaardig
heidscomplexen, afgekauwde potlooden en in-
een-hoëk-gesmeten kladpapieren? Kubieke! het
is om van te rillen. En het heeft mij lcislijk van
mijn onderwerp doen afdwalen. Ik wilde u al
leen maar vertellen, dat toen de gasman de deur
uitging hij mijn heele levensgeschiedenis wist en
ik de zijne. En ik verzeker u dat ik nooit zoover
met 'n Hollandschen gasman gegaan ben. Nu ik
er over nadenk: ik heb nooit een gasman in
Holland gezien. Ik heb zelfs nooit 'n gasmeter in
Holland gezien. Dus op dit punt heb ik hier toch
wel vorderingen gemaakt.
Het meest karakteristieke Amerikaansche ta
boe heb ik voor 't laatst bewaard: het is ta
boe abstract te denken. De gedachte, die zich
niet in de daad omzet is taboe! Ach, wat zeg
ik: die bestaat niet eens! En dit taboe verklaart
de technische wonderkennis en de schaarsche
philosophen; 't leger rijke commercieele arties
ten en de arme voor-de-kunst artiesten. Het
verklaart ook de frappante manier waarop de
Amerikaan met zijn woorden kan omgaan. Met
één slag tikt hij den spijker op den kop in 't
hout! Bijvoegelijke naamwoorden zijn hier ta
boe! Vóór mij ligt een Hollandsche brief waarin
de schrijver vertelt, dat dit de eeuw is van „be
wust harmonisch ontwikkelde diep-daadkrach-
tige moderne jonge persoonlijkheden!"
Hiep-hiep-hoera ontbreekt er nog maar aan.
Een Amerikaan zou eenvoudig gezegd hebben:
do-ers.
Ik heb waarschijnlijk mijn Hollandsche taal
wat vergeten, want ik ben niet by machte dit
woord te vertalen voor u. „To do" is „doen", „a
doer" is dus: een doener! „Do-ers" zijn doeners
of daders!
Wilt u mij het juiste Hollandsche woord voor
dat begrip schrijven?
Hetzelfde taboe, geestelijke goederen
evenwaardig (om van meerderwaardig niet te
spreken) te stellen aan concrete goederen, uit
zich ook hierin, dat de Amerikaansche moeder
haar echtgenoot helpt geld verdienen, omdat
zy meent, dat men alleen met geld zijn kin
deren kan opvoeden. Ik heb wel eens gepro
beerd daartegen te argumenteeren en om mijn
idee zoo concreet en zakelijk mogelijk voor te
stellen, zei fk; „maar dan ben je nooit thuis
als de kinderen koffiedrinken". „Dat hoeft
niet" was het antwoord: „Jimmie leert op
schooi bij de hygiëne-les, dat hij met schoone
handen voedsel moet aanraken en bij de dieet-
les leert hij dat hij bruin brood moet eten
voor vitamine D en zonder D wordt hij geen
super man."
Wat kan men daar op antwoorden? Dat de
school met al haar onderwerpen toch dit eene
niet kan vervangen: moeders persoon? Dan
zegt de Amerikaansche: „is dat zoo belang
rijk?" Ja, als men waarde heent aan een
atmosfeer van beschaving, stabiliteit en rust
als men hecht aam die geestelijke waarde,
die „moeder" personifieert, dan is haar gesta
dige tegenwoordigheid wel gewenscht.
En lezer, ik vertrouw er op, dat u mij niet
hetzelfde argument tegenwerpt, dat zooveej
Amerikanen mij voorleggen: „het is Voor een
geëmancipeerde vrouw te onbevredigend, alleen
maar huismoeder te zijn."
Natuurlijk! Als men alleen maar „geëman
cipeerd" is, zonder daarbij beschaafd of ont
wikkeld te zijni dan kan men beter van „mis-
mancipatie" spreken. En daar is maar één op
lossing voor; taboe!
Tijdens een bijeenkomst van het Instituut
voor Christelijke Archaeologie te E'erlyn heeft
prof. Hermann Kühn een lezing gehouden over
de Christelijke kunst in den tijd der volksver
huizing. Hierby legde hij er den nadruk op
dat de tijd der volksverhuizing een zeer reli
gieuze tijd geweest is, ook wat betreft de Ger-
maansche stammen. Dit was gebleken uit tal
rijke specimina van beeldende kunst uit dien
tijd en vooral uit een zeer interessante vondst
van prof. Friedrich Gehrken.
Gehrken heeft in de Bulgaarsche stad War-
na een fragment Van een relief uit het begin
der vijfde eeuw ontdekt. Op dit buitengewoon
mooie werk zijn de apostelen Petrus en Paulus
afgebeeld als kransdragers van Christus. Vol
gens een zeer waarschijnlijke reconstructie
moet ook het Christusmonogram erop afge
beeld zijn geweest.
Men heeft hetzelfde motief voor de eerste
maal op een sarcofaag in Constantinopel aan
getroffen en daarna ook nog op 'n altaartafel
in Zuid-Frankrijk en Noord-Italië. Prof. Kühn
concludeerde hieruit, dat het Oosten en het
Westen in de vroeg-Christelijke kunst niet zoo
streng van elkaar gescheiden mogen worden,
als tot nu toe de gewoonte was.
Dr. Erich Urban te Berlijn heeft bij de Rijks-
filmkamer den titel „Vincent van Gogh" laten
beschermen. Dit beteekent, dat er waarschijnlijk
een Vincent van Gogh-film op komst is en dat
de rolprent, die het leven van den kunstenaar
behandelt, niet door andere firma's zal worden
mogen gedraaid.
De arm «n eet
fletser Is geen too-
verstaf: vóór het
veranderen van
richting moet hij
zich ervan over
tuigen of de ma
noeuvre VEILIG
volvoerd zal kun
nen worden-
Verschenen is het dertiende, jaarboek dei
Katholieke Economische Hoogeschool te Tilburg
waarin de lotgevallen van deze instelling over
het cursusjaar 19391940 zijn opgeteekend.
Wat den omvang van het onderwijs betreft
wordt gemeld, dat eenige aanvullende colleges
voor Dogmatiek werden gegeven en wel door
Prof. Dr. J. Simons S.J. met als onderwerp
„Opgravingen in het land van den Bijbel" en
cioor Prof. Mag. Dr. F. A. Weve O.P. over „Het
wezen van Godsdienst en Christencom".
Ingeschreven waren 214 studenten, van wie
206 mannelijke en 8 vrouwelijke, tegen resp.
247, 206 en 8 in het jaar daarvoor. De jongste
student was 16, de oudste 39 jaar. Er slaagden
21 studenten voor het doctoraal-, 32 voor het
candidaats- en 50 voor het propaedeutisch exa
men.
Het boekenbezit van de bibl'otheek vermeer
derde met 1478 deelen, waardoor het totaal is
gestegen tot 31.758 deelen.
Vervolgens is in extenso opgenomen de rede.
uitgesproken door den Rector-Magnificus bij
gelegenheid van den twaalfden dies der hooge
school. Een groot aarttal bijlagen complemen
teerde het verslagboek.
's-GRAVENHAGE, 23 April. Koersen voor
stortingen op 24 April 1941 tegen verplichtingen
luidende in:
Belga's 30.1432
Zwitsersche francs 43.56
Fransche francs 3.768
Lires 9.87
Deensche kronen 36.37
Noorsche kronen 42.82
Zweedsche kronen 44.85
Tsjechische kronen (oude schulden) 6.42
Dinar (oude schulden) 3.43
Dinar (nieuwe schulden) 4.23
Turksche ponden 1.45%
Lewa 2.30
Pengoe (oude schulden) 36.519
Pengoe (nieuwe schulden) 45.89
Zloty (oude schulden) 35.
Zloty (nieuwe schulden) 37.68
Lei 1.28.
Een hoofdartikel in de „Deutsche Zeitung
in den Niederlanden" van dr. H. Walther, ge
titeld „Umstellung der hoilandischen Wirt-
schaft," eindigt als volgt:
„Van Duitsche zijde wordt er niet aan
gedacht, de Nederlandsche Industrie te
laten wegkwijnen. De Rijkscommissaris
heeft in zijn jongste groote rede de laatste
vrees hieromtrent, die hier en daar nog
bestond, uit den weg gciuimd, toen nij er
den nadruk op legde, dat „de economische
plannen voor het nieuwe Europa niet alleen
niet een verlaging van het industrieeie ni
veau van Nederland oeoogen, maar dat
men in een nieuwe Europeesche orde kan
rekenen op een sterken opbloei." Daarmede
zijn er voor Nederland heel wat zorgen weg
genomen, welke het zonder de Duitsche
samenwerking nooit de baas zou zijn ge
worden. Indien er tot nu toe nog twijfel
over bestond, welke rol de Nederlandsche
scheepvaart is toebedacht, zoo kan men ook
wat dit betreft gunstige voorspellingen doen,
die zich kunnen baseeren op verklaringen
van gezagvolle Duitsche instanties. Zoo
werd nog dezer dagen, toen de plannen voor
Rotterdam bekend werden gemaakt, na
drukkelijk te kennen gegeven, dat met net
oog op de toekomstige ontwikkeling van
binnenvaart en zeevaart Rotterdam met
belangrijke toename van zijn aantal inwo
ners kon rekenen. Daarmeae werd tege
lijkertijd duidelijk vastgesteld, dat den Ne
derlanders in de Europeesche economische
ruimte geen ondergeschikte oiaats zaj wor
den toegewezen, maar dat zij die plaats
zullen krijgen, waarop zij hun ervaringen
en bekwaamheden het bette kunnen benut
ten. Zoo wijzen alle maatregelen erop, dat
niet aan een onderdrukking van het Ne
derlandsche Volk wordt gedacht, maar aan
een kameraadschappelijke samenwerking
Natuurlijk hangt er ook veel af van de
loyale houding der Nederlanders tegenover
ons."
Betreffende dé onderwerping van de Denoe-
ming en het ontslag van leerkrachten op ae bij
zondere scholen aan de goedkeuring van het
departement van Opvoeding. Wetenschap en
Cultuurbescherming, schrijft „De Standaard"
o.m.:
„Het bijzonder onderwas wordt een zijner
prerogatieven ontnomen en ook al blijft het
benoemingsrecht aan de Besturen der scho
len, zoo geschiedt hier een inkerving op een
verkregen recht, waarvan een blijvend lit-
teeken het gevolg zal zijn.
Tot het wezen van de vrije school behoort
de geestelijke samensiemming tusschen
ouders, wier kinderen onderwijs ontvangen
en de onderwijzers, die het onderwijs ge
ven. De waarborg daarvoor ligt in de aan
stelling van 't onderwijzend personeel door
of namens de ouders
Het stellen van eischen door de Overheid
inzake bevoegdheid en zedelijkheid is gaar
ne als een eigen Overheidsrecht erkend,
doch thans is het mogelijk dat los van deze
eischen in de keuze der leerkrachten ver
schil van inz3cht ontstaat tusschen overheid
en ouders, waarbij wel de Centrale macht
niet benoemt, maar toch belangrijken invloed
op de benoeming uitoefent. Het goedkeu-
ringsrecht van een eventueel ontslag bij
disharmonie in levensbeschouwing tusschen
school en onderwijzer accentueert het diep
ingrijpend karakter van deze verordening in
nog sterker mate."
Na in verband met de verwijzing naar voor
vallen, die gericht waren tegen de Duitsche be
zettingsmacht, dergelijke voorvallen onveroioemd
loofd te hebben of by 'bestaarde wetten
en verordeningen geen maatregelen vielen te
nemen, die aan dergelijke voorvallen een einde
zouden maken, vervolgt „De Standaard":
,X>e vorm, dien men thans koos, tast, ge
wild of ongewild, principieel de vrijheid van
het bijzonder onderwijs aan, raakt een zeer
■teere snaar bij een belangrijk deel van ons
volk.
De vrees rijst, dat een eerste schrede ge
zet wordt op een weg. die het geweten van
den Christen moet brengen in botsing met
de wet van den Staat.
Verstrekkende consequenties zouden daar
het gevolg van zijn, groot en diep het leed,
dat over ons volk zou komen.
Daarom zouden we oox nu nog een appèl
willen laten hooren bij den Nederlandschen
secretaris-generaal, om, gezien zijn verant
woordelijkheid en de op het spel staande
goederen van hooge waarde, ai zyn krach
ten in te zetten om een wijziging van deze
verordening te bevorderen."
is 't verwonderlyk. Maar toch, ik kan
er niets aan doen, ik ben nu heusch smoor ver
liefd. Dat het slachtoffer van mijn liefde nujn
verloofde niet is, vind ik zelf ontzettend ver
velend, maar ik kan er echt niets aan doen. In
gedachten zie ik je je hoofd bedachtzaam schud
den en hoor ik je zeggen: „Wat moet daarvan
terecht komen".
Wij ontmoeten elkaar dagelijks, werken te
zamen aan een groote en grootsche opdracht,
welke, als ze correct wordt uitgevoerd, hem nog
beroemder zal maken, dan hij, ondanks zijn
jeugdigen leeftijd, 26 jaar, al is. Ik ben er trotsch
op, dat ik hem daarbij behulpzaam kan zijn. Hy
is ontzettend hoffeiyk en ik heb er geen idee
van of ik by hem in den smaak val of dat hij
in mij alleen een waardeerbare assistente ziet.
Dikwijls ziet hij
me zoo doordrin-
gend aan dat 't
bloed me naai
het hoofd stygt
Soms voel ik me
volkomen gesla- r
gen en zie alles r
somber in, een anderen keer kan ik wel zin
gen en gaat alles me vlot van de hand.
Ik weet niet, wat het worden zal: als ik weet,
dat hij niets om me geeft, dan zal ik probeeren
een andere baan te krijgen. Maar als hij eens
werkelijk tegen me zegt, dat hy van me houdt
en als hij me kust, wat dan? Ik mag mijn ver
loofde graag hjden, ik zou het vreeselijk vinden
als ik onze verloving zou moeten verbreken, er.
toch geloof ik, dat ik het zou kunnen doen.
Gisteren zei mijn chef nog tegen me: „Ik
weet niet, wat ik zonder u zou moeten begin
nen!" Ik antwoordde ik weet nu nog niet,
waar ik den moed vandaan haaide „en toch
zal ik hier niet zoo lang meer biyven, ik wil
binnenkort overplaatsing naar een andere af-
deeling vragen". „Onzin", zei hy, „ik laat u
eenvoudig niet gaan!"
Vanmiddag stond hy vlak achter me, ik
draaide me plotseling om en zag hem aan. Het
was maar een moment, een oogenblik, waarin ik
vermoedde, dat hy me omhelzen zou. Maar hy
verliet, zonder ook maar een woord te spreken,
de kamer.
Lilly, ik kan het jou wel zeggen dat ik soms
wel kan schreien als Ti klein kind, dan voel ik
me weer zoo gelukkig, dat ik de heele wereld
wel zou kunnen omarmen. Dit duurt nu al vijf
weken....".
het succes van myn laatste publicatie.
Maar ondanks dat, voel ik me den laatsten tijd
allesbehalve op myn gemak. Ik ben bang, dat
ik myn eenmaal gegeven woord, de liefde te
laten voor wat zü is, niet zal kunnen houden.
Ik heb een assistente, waarvan ik je alleen kan
zeggen, dat ze eenvoudig en lief en gelukkig
niet geschminkt is. Ze heeft prachtige blauwe
oogen, die haast door me heen zien. Als ze me
zóó aankijkt, verdwijn ik maar gauw, want an
ders zouden er dplle dingen gebeuren. Ook we-
tenschappelü'k bezien Is zij iemand, die ik niet
graag zou willen missen. Ik kan alles met "n
gerust hart. aan haar overlaten, terwijl zij vaak
ideeën oppert, welke toonen, dat zij vol belang
stelling voor mijn werk is
Alles zou niet zoo ontzettend moeiiyk zyn, als
ik niet wist, dat zy een dame, in den juisten zin
van het woord was. Als ik haar zou vragen:
„Heeft u al plannen voor vanavond? Ik zou het
prettig vinden, ais u met mij dineerde!" dan
geloof ik vast ten antwoord te zuilen krijgen:
„Ik ben gewend thuis te eten!'" en dan sta ik!
We hebben samen al genoeg beleefd dat je
weet, dat ik niet voor 'n kleintje vervaard ben.
Maar ten opzichte van deze vrouw voel ik me
als 'n schooljongen met kaf verenlief de. Soms
denk ik. dat zij veel van me houdt, maar den
anderen dag is haar houding zóó gereserveerd,
dat ik wel het tegenovergestelde moet aanne
men. Den geheelen dag zijn we samen in één
kamer. En ik heb den moed niet haar ook maar
te benaderen. Het is ook myn bedoeling niet,
haar een kusje af te bedelen, neen, ik wil haar
altyd om mij heen hebben, haar huwen. Mis
schien weet jy...."
want ik kon het niet langer uithouden.
Ik heb verlof gevraagd en gekregen. Nu ik heer-
ïyk buiten ben, zal ik hem vandaag nog sehrii-
ven. Misschien kryg ik antwoord...."
volkomen overwerkt, zoodat zü verlof
heeft genomen. Je kunt je niet voorstellen hoe
leeg alles toen was. Myn werk wilde eenvoudig
niet vlotten. Toen kreeg ik een brief van haar.
Nog denzelfden middag was ik bij haar.... De
volgende week gaan we ons verloven. Als je
eens wist, kerel, hoe gelukkig ik me voel! Maar
kom maar 'ns gauw
(Nadruk verboden)
inierhulp Nederland,
Voor hei volk, door hei volk.
Geen gunsi maar eereplichi.
Volbreng de eereplichi van hei
volk, door hei volk.
NEW-YORK, 23 April 1941. Op de New-
Yorksche effectenbeurs was de koersontwikke
ling vandaag verdeeld. De handel had een ta-
meiyk kalm verloop en de noteeringen waren
aanvankelijk vrijwel onveranderd. Daarna ont
stonden evenwel kleine koersdalingen. Aange
zien men de catastrophe in Griekenland had
verwacht, was het kleine aanbod in hoofdzaak
een gevolg van binnenlandsche factoren. Van
het staalprogramma ging geen teleurstellende
invloed uit, aangezien dit zich nog in een
voorbereidend stadium bevindt.
Er kon zich vervolgens dan ook een herstel
baan breken, waarby de noteeringen weliswaar
slechts fractioneel stegen, doch staalwaarden
een winst van omstreeks een punt behaalden.
Voor spoorwegfondsen werd belangstelling ge
toond in velband met de winstcijfers over de
eerste maanden. Enkele industrieeien en andere
specialiteiten sloten zich bij de opwaartsche
koersbeweging aan, maar voor de meeste lei
dende fondsen bleek geen interesse te bestaan.
U.S. Rubber, Anaconda, Montgomery Ward, At
chison Topeka, Am. Tel. en Tel., International
Nickel en Southern Railway behaalden lets
grootere fractioneele koerswinsten.
Slechts Bethlehem Steel behaalde een winst
van meer dan een punt. Overigens waren de
voorkomende koersveranderingen van weinig be-
teekenis. Tydens het verder verloop kwam de
stygende koersbeweging tot staan en maakte
plaats voor een nieuwe koersdaling, waardoor
het koersbeeld verdeeld werd. Slechts spoorweg
waarden bleken weerstand te kunnen bieden.
Dat geen grootere koersverliezen werden gele
den, schreef men toe aan de buitengewoon gun
stige technische positie der markt. De handel
bleef evenwel lusteloos, daar men by zyn terug
houdendheid bleef volharden.
Tijdens het laatste beursuur waren automo
bielwaarden, luchtvaartaandeelen en rubber
waarden vrijwel prijshoudend. Petroleumwaar-
den ondergingen een gunstigen invloed van
kleine prijsverhoogingen van ruwe petroleum
in Pennsylvanië, die men als voorloopsters be
schouwde van soortgeiyke prijsveranderingen in
andere productiegebieden. Staalwaarden sloten
omstreeks twee punten hooger. Ook de overige
afdeelingen ondervonden den gunstigen terug
slag van het koersverloop dezer aandeelen, zoo
dat de slotkoersen tevens de hoogste van den
dag waren. De beurs sloot vast, al waren, be
halve dan bij staalwaarden,' de koerswinsten
over het algemeen minder dan een punt.
Vandaag werden 718 fondsen verhandeld.
Daarvan zyn er 300 in koers gestegen, 205
gedaald. De noteeringen der 213 overige
bleven onveranderd.
Slotk. Slotk. Siotk. Slotk.
NEW-YOKK 23/4 22/4 21/4 19/4
Air Reduction 3614 35% 35%
Allied Chem147 148 150 148
American Can 82%ex 83% 83% 82%
American Radiator 6% 6 6
Amer Rolling 12% 12% 12% 12%
Am. Smelling 36 35% 35 34%
Am. Sugar Refining 15% 15 15%
Amer Tel Tel 155 155 156% 156%
Am. Tobacco B 68 67y2 68 68
Am. Waterworks 4% 4% 4% 4%
Anac. Copper 23 22% 22% 22%
Atehis Topeka 26% 25% 25% 24%
Baldwin Locomotive 13 12% 12%
Baltlm. Ohio 3% 3% 3%
Bethlehem St69% 68% 68% 09%
Canada Pacif 3% 3% 3% 3%
Com Investm 31% 30 30% 31
J. I. Case 45 44% 43% 43%
Ches Ohio37% 37% 37%
Chicago Rock Isl. ft A A
Chrysler Corp57% 56% 56% 57%
Cons Edison 19 19 19% 19%
Delaw Huds
Detroit Edison C. 21% 21 21
Dupont d'Nem 139% 139 140% 140
Eastman- Kod 124% 125% 127% 128
Gener Electric 29% 29% 29% 29%
Gen Foods Crp 36% 36 35% '.6%
Gen Motors 37% 37% 37% 38%
Goooyear Tyr 17 16% 16% 17%
Hudson Motor 3% 3% 3 3
Int. Harvester 44% 44% 44
Intern Nickel 27% 26% 26 25%
International Paper 13% 13% 12%
Int Tel a Tel 2 2 2
Kenn Copper 32% 31% 31%
Mack Trucks Incorp. 24% 24%
Montgomery 33% 32% 32
National Biscuit Co 16% 16%
N. Central 12% 11%
Norfolk Western 204 204 203
Nord. Amer. n.a. 13% 13% 11% 11%
Northern Pacific 6% 5% 5%
Packard 2% 2%
Pennsylvania 23% 23% 23%
Proctor Chamble 53% 53%
P Serv of N.J24% 24% 24%
Pullman Incorporat. 24 23% 23%
Pure Oil Company 8% 8
Radio Corp. 3% 3% 4
Reading Company 14 13% 13% 13%
Republic Steel 17% 17
Reyn Tobac. B. 30% 30% 30%
Sears Roebuck 68% 67% 68% 68%
Shell Union Oil 12% 12 12% 12%
Socony-Vac 8% 8% 8'% 8%
Southern Pacific 10% 10 9%
Southern Railway 12% 12% 12%
Standard Brands 5% 5% 5%
St. Oil N.-Jer? 34% 34% 35% 38
Texas Gulf Sulphur 32 31% 31%
Tw. Fox Film5% 5% 5% 5%
Union Carbon 63 62% 63 63%
Union Pacific 76% 75% 76% 76Ü
Unit. Aircraft35% 34% 35 34%
United Corpor. U U li
United Fruit Comn. 61% 62 62%
Un. States Ind. Ale 21 20% 19% 20
Un. St. Rubber 20% 20 20% 20%
Un. St. Steel 52% 50% 50% 50%
Un. St. Steel pr. 118% 118% 118% 119
Western Union 20% 19% 19% 19%
Westing house 89 88% 88 88%
Woolworth 28% 28 28% 29%
laten, t ex-div.. ex-recht. ex-coup., oiea.
WISSELKOERSEN
NEW YORK,
23/4 22/4 23/4 22/4
A'dam c 4.03 4.03 V2 Weenen 4.75% 4.75%
Londen 4.02% 4.02 Stockh 23 83 23.84
Parijs 2.30 2.32 Montreal 4.55% 4.54%
Berlijn 40.07 40.07 Mntr.Lnd 4-54 88.50
Brussel B. Aires P 23 16 23 15
Rome 5.05 5.05 B.Aires M 23.50 2355
Madrid 9.25 9.25 York c. 23.45T 23.45t
Zwitser! 23.21 23.19% Shanghai 5132 5.26
Zw. vrU 23.21 23.19%
Nadruk verboden
Voor de broers bleef echter 't duisterste pro
bleem, hoe Anthony zyn persoonlijk bezit, roe
rend en onroerend, kon hebben vermaakt aan
een Mary Brent, behalve 't huis op Queen
Victoria Place, dat aan Eleanor Mason over
ging, en een villa in Purth, waarvan Settle
eigenaar werd. Aan Mary Brent kwam eveneens
't bedrag van inbreng der Moncrieff Bank. Bij
deze beschikkingen bleek de groote bevoegd
heid. Settle toegekend, opnieuw Mary Brent's
vermogen zou door hem worden beheerd, onder
bepaling, dat hy haar een rente had uit te
keeren van drie procent. By zyn dood of zoo
veel eerder, als hij wenschelijk achtte werd
Mary in 't bezit van 't kapitaal gesteld.
't Probleem, dat de zoo bevoorrechte, onbe
kende Mary Brent opleverde. Interesseerde de
Moncrieffs aanvankeiyk heel wat minder dan
de machtpositie, welke Settle had gekregen
Deze man, steeds door hen beschouwd als de
ongevaariyke bijlooper van hun oom, hield nu
hun lot in handen. Al had Anthony's plotselinge
dood Lawrence bewaard voor ontslag op staan-
den voet en Melchior niet gesteld voor 't on-
mogeiyke probleem, binnen een week de aan
deelen, waarover hy zoo eigenmachtig had be
schikt, in te lossen toch wisten de broers in
de verste verte niet, waar zy werkelyk aan toe
waren. Op die cardinale vraag kon slechts één
't antwoord geven. Aangezien Settle niet tot hen
kwam, waren zy wel verplicht, tot Settle te gaan.
De eerste conferentie bepaalde zich hoofd-
zakelyk tot terreinverkenning. Settle deelde mee,
welke beschikkingen Anthony had getroffen, en
verklaarde ronduit, dat hy ze zou uitvoeren,
naar de letter zelfs, 't Beteekende voor Melchior,
dat hij ruim vijf maanden respijt had, doch met
deze wetenschap schoot hy bedroefd weinig op,
aangezien 't op 't zelfde neerkwam, of hem vijf
dagen, vijf weken of vijf maanden werden ge
laten aan zijn verplichtingen kon hij toch
niet voldoen.
Lawrence vernam, dat Anthony 't besluit, de
bank te liquideeren, had genomen wegens 't ont
breken van een opvolger; Settle was echter niet
in staat, hem nu reeds in te lichten, hoe de
liquidatie zou plaats vinden. Zoolang daarom
trent niets was beslist, kon Lawrence op de oude
voorwaarden blijven. De Moncrieffs waren
opportunisten en hielden zich aan de leer, dat
tyd gewonnen toch altoos Iets gewonnen ls. In
ieder geval was hun behoorlijk gelegenheid ge
laten om te beramen, hoe 't met Settle op een
accoordje te gooien. Doch van meet af aan stond
't voor hen vast, dat, als 't niet goedschiks ging,
't maar kwaadschiks moest. Anthony's in
structies zouden niet worden nageleefd 't
mocht kosten wat 't wilde.
Eleanor Mason had een anderen kyk op de
kwestie. Haar volle belangstelling gold Mary
Brent en zy werd daarby niet door nobele ge
voelens geleid, 't Meisje achtte zich schandelyk
achteruit gezet, nu een Mary Brent met ongeveer
alles ging stryken. Na Archibald's dood had zy
er stellig op gerekend, dat 't geld terugvloeide
naar den kant, vanwaar 't kwam, dien der Jar-
vices, van wie zij de eenig overlevende was.
Nu 't heel anders liep, concentreerde zy alle
aandacht op de vrouw, die kreeg wat naar
overtuiging thans haar deel was. Eleanor Mason
begon onverwyld haar nasporingen naar de
Mary Brent, van wie zij nooit had gehoord, of
schoon zy zeventien jaar bij Anthony kind in
huis was geweest, 't Geluk reikte Eleanor de
hand; reeds na een paar weken boekte zij 't
eerste succes. Nog eenige weken later was zij er,
geholpen van een zyde, waarvan zij hulp wel
in de allerlaatste plaats had verwacht. Indien
Lawrence en Melchior hadden geweten, wat
Eleanor wist, zouden zy niet minder belang in
Mary Brent hebben gesteld dan zij 't In Settle
deden. Doch 't meisje had haar redenen, de
broers niet wyzer te maken dan zy waren, zy
was besloten, haar eigen spel te spelen.
Naar Mary Brent ging ook de belangstelling
van de twee andeien uit detective Stanford
Bates en Derreck Henderson. Zy zaten in 't
kantoor van den advocaat, die den vorigen
avond van Purth was teruggekeerd. Hij had
naar zijn meening er niets mee bereikt en
mopperde, dat 't verstandiger van hem zou zijn
geweest, rustig in Londen te blyven. Bates
hoorde 't gefoeter glimlachend aan, want op
zijn voorstel had Henderson de reis ondernomen
,,'k Geef toe, dat er nog geen reden is, hoera
.e roepen," zei hij, „maar we komen er wel.
Even opmeten, hoe ver we zijn. Om te beginnen:
k had gelijk, dat een geheim in Moncrieffs
leven heeft bestaan. Voorloopig noemen we 't:
.Mary Brent. Settle is volledig op de hoogte; van
daar zijn vertrouwelijke omgang met Anthony,
t Was méér dan vertrouwelykheid, zooals uit de
laatste wilsbeschikking blykt. Waarom vertikt
hij, voor de waarheid uit te komen? Hij weet
drommels goed, wie hem op 't Jarvice-Eiland
neersloeg, maar hield 't geheim ter wille van
Moncrieff. Toch zwijgt hij nog, nu deze dood
is. Omdat hij 't in 't belang acht van Mary
Brent, Anthony's protégée."
„Zeg, om welke reden hij haar protegeerde.
Dan schieten we in de richting."
„Houd je gemak, 'k Heb niet stil gezeten,
terwijl jij naar Purth was. Als 'k Settle op de
pijnbank kon leggen, zou 'k in géén tyd de be
kentenis uit hem hebben, dat degene, die hem
een mep verkocht, dezelfde is, die naar 't jacht
roeide en 't mèt Jerome tot zinken bracht. An
thony was ingewijd; daarom weigerde hij, dat
't werd gelicht."
„Jê veronderstelt het," verbeterde Henderson
..Neen. 'k Zal je uit den droom helpen
t Jacht behoorde aan Walter Coltham, uit
Peterhead. De snuiter verhuurt schuiten, door
particulieren afgedankt. Maandag 16 Augustus
belde Anthony hem, dat een van zijn familie
leden een boot gehuurd, en er een ongeluk mee
had gehad; hoeveel schadeloosstelling hy moest
hebben. Coltham, niet van gisteren, zei vier
honderd pond; dan kon hy tegen een stootje, als
t afdingen werd. Anthony dong niet af en
Coltham ontving een chèque voor dat bedrag.
Daarmee was 't jacht Anthony's eigendom; hij
kon 't laten waar 't lag. 't Bewyst, dat de oude
heer wist, wie Jerome's moordenaar was. En
óók, dat hij hem de hand boven 't hoofd
wenschte te houden."
Henderson floot door de tanden. „Duivels!
Dat is nieuw voor me!"
„Dacht 'k wel," knikte Bates. „We keeren op
jouw chapiter terug. Na 14 Augustus spelen zich
in snel tempo verrassende gebeurtenissen af.
Den 18en verandert Anthony zijn testament
radicaal. Een dag later ontdekt hij de fraude
van zijn neef en veegt hem ongenadig den man
tel uit. Lawrence presenteert den ouden heer.
hem met zekeren Daniel aan de kaak te stellen,
als hij bij 't besluit blijft, hem van kantoor te
schoppen. Dienzelfden avond wordt Anthony
door Soper neergeschoten. Daartoe bewerkt door
Lawrence en Melchior?" Bates schokschouderde.
„Soper kwam voor de broers op een byzonder
geschikt oogenblik aan zyn eind. 't Wonderiyke
evenwel is, dat Lawrence thans beslist ontkent,
zyn oom ooit met een Daniel te hebben gedreigd
Eleanor houdt 't tegendeel vol, maar zegt abso
luut niet te weten, wie met Daniel bedoeld kan
zyn, ofschoon ze van haar zesde jaar af in
Anthony's huis Ls grootgebracht. Van tweeën
één: Daniel is een persoon van weinig belang,
of Eleanor liegt even hard er op los als Law
rence en Settle. Op den laatste komt 't hoofd
zakelijk aan. Wanneer Daniel een rol van b«-
teekenis in Anthony's leven heeft gespeeld
en dat staat voor mij als een paal boven water
moet Settle 't weten. Maar hij houdt zich van
den domme. Wat bewijst dit allemaal?"
„Ja, wat bewyst het?" herhaalde Henderson
met een grijns. „Voor my nog niets, letterlyk
niets."
„Dit: dat we naast 't probleem-Brent 't pro-
bleem-Daniel hebben. Of beter: dat die twee er
één zijn. Als 'k niet tot over de ooren in 't werk
zat, ging 'k naar Purth. Settle is een ongcloofe-
lijk eigenwijze snijboom. Hij ziet niet in, of wil
niet inzien, dat Anthony hem met de bevoegd
heden een ieelijk koopje heeft geleverd."
„Je kent Dave Collins niet, Stanford. Een
mannetjesputter. Hy bewaakt Settle als zyn
oogappel."
„Voor mijn part is hij een mannetjesputter in
't kwadraat. Settle heeft met lui te doen, die in
hun geslepenheid véél gevaarlijker zyn dan een
half dozijn krachtpatsers. Herinner je, hoe
Archibald, hoe Jerome aan hun eind kwamen.
Wat Anthony betreft zeker, Soper ruimde
hem uit den weg, maar niemand praat me uit 't
hoofd, dat de moord door Lawrence en Mel
chior werd geënsceneerd. Zy hadden oneindig
meer belang bij zijn dood dan Soper. En nu
hebben zy met dit alles toch nog hun doel niet
bereikt Anthony plaatste hun Settle in den weg.
'k Kan me in den toestand van de heeren ver
plaatsen.
(Wordt vervolgd.)