TABOE in Amerika en in Nederland Uit andere bladen Md vetfiaal den dag w" Wat mag en wat met mag Het Camera-mysterie 4 DONDERDAG 24 APRIL 1941 Wijsheid van den gasman VROEG-GHRISTELIJKE KUNST Verwantschap tusschen Oost en West Een film over Vincent van Gogh? Katholieke Ec. Hoogeschool Koersen Nederlandsch Clearing- instituut Geen onderdrukking, maar samenwerking Een appel De verliefde chef BEURS VAN NEW-YORK Weinig handel, maar vaste stem ming tegen het slot Omzet 470.000 shares DOOR PERCY KING so (Van onze Amerikaansche correspondente) Taboe! U weet wel, lezer, wat het woord „taboe" beteekent, net waar?! Het beteekent: mag niet! Misschien vergis ik mij, maar ik meen, dat toet woord stamt uit de Afrikaansche jungle- „Taboo" beteekent voor den inboorling een «mag niet", waarvan schend'ng gelijk staat met den dood. Niet alleen de zwarte wereld, maar de gan- sche wereld wemelt van taboes: universeele werelddeellijke. landelijke, plaatselijke, familie- en individueele taboes, (het is voor mij b.v onmogelijk, mijn linkerschoen rechts van mijn rechterschoen in de kast te zetten) en a' staat overtreding dezes niet altijd gelijk met den dood, wij zouden liever sterven dan de wet veronachtzamen. Het resultaat is dus het zelfde. Om misverstand te voorkomen, moet hier on middellijk aan toegevoegd worden, dat ik he' hier niet heb over overtredingen, waar het wetboek voor waarschuwt. Dit is geen verhaaltje voor portieagenten! Er is n.l. een principieel verschil tusschen een wettelijke overtreding en een taboe. Bijvoor beeld: het is taboe voor den hengelaar, met een hoogen hoed op te gaan visschen: het is een wettelijke overtreding van den hengelaar, in verboden v schwater te gaan visschen. Als men aan iemand wordt voorgesteld, is het taboe, hem te vragen: „Waarom scheert u zich?" Het is een wettelijke overtreding te zeggen: „Aangenaam" en hem daarbij de portemonnaie uit den zak te rollen. U begrijpt het verschil, nietwaar? Het taboe is de prikkeldraad van het leven, en voor negatieve menschen meteen de lei draad. Daarom moesten feitelijk alle negatieve menschen hun koffertje pakken en in een ander land gaan wonen. Want datgene wat men binnen de grenzen bestempelt met: „dat doet men niet", doet men m'sschien juist wél over de grenzen. De Hollander in Amerika doet het verstan digst, zoo snel mogelijk de meeste van zijn nationale taboes af te leeren en nieuwe aan te leeren. Wat moet de Hollander afleeren? Wel, het is in ons land taboe, „kraak" van „zindelijk" te scheiden, en dat is maar goed ook, want zonder kraak :'s zindelijk zichzelf niet meer! Hier in Amerika neemt men het zoo nauw niet en Hollandsche schrijfster dezes, sinds drie jaar woonachtig in Amerika, is nog iederen dag vlijt'g bezig dit taboe af te leeren. (Met groeiend succes). Maar ik moet eerlijk zijn. De Amerikaan(sche) heeft een ander begrip van zindelijkheid. Hij heeft er ook een ander woord voor. Hij noemt het hygiëne. Het is tegen de hygiëne, net iederen dag in bad te gaan en het is tegen de hygiëne, onverpakt brood te koopen. Maar het is niet tegen de hygiëne, bacillen-vrije sigarettenasch en sigaretten peukjes in waschtafel. grootsteen en op karpet te deponeeren, of de ijskast zindelijk te houden enneen! dat kan ik n et vertellen. Ik ben het niet met Shakespeare eens: de naam is wél de waarborg: kraakzindelijk, zegt gij en ik denk aan een blinkende, glimmende geschuurde, gepoetste, geschrobde gezeemde Hollandsche keuken. „Hygiëne", zegt mijn vriend hier en ik denk aan cellophaan-papier en rubber-handschoenen Een ander punt: als vader bakker in Holland een zoon-advokaat heeft dan is net taboe voor den zoon, tot zijn vader te refereeren als: papa den bakker. In Amerika doet men dat ech ter juist wel, want het bewijst, dat er fut zat in den vader en talent in den zoon. Het is in Holland zwaar taboe, door een vergrootglas te kijken, maar in Amerika kan men het niet missen. Daar heeten huisschilder en behanger nu eenmaal „interior decorators"; gordijnen heeten daar draperieën; de theevisite heet de partij, melksaus heet roomsaus en tets bedenken heet creëeren. Erg hinderlijk voor onzen goeden nuchteren Hollandschen aard. Nu weet ik uit ondervinding, dat „afleeren" een zware karwei is. daarom zal ik u er voor- loopig verder niet lastig mee vallen. Anders zou de moed tot koffers pakken u maar in de schoenen zinken Hier volgt een opgave var Amerikaansche ta boes, die u misschien moet.... aanleeren. Het is tabop voor een Amerikaansche vrouw, geen sex-appeal te hebben en het is taboe voor het sterke geslacht, zich heer en mees ter te wanen. Het is echter ook taboe, de vork in de linker hand te hóuden en vreemdelingen te wan trouwen. Nu is het eenvoudiger, zich naar de vork te plooien, dan naar den vreemdeling, maar iedere maal, dat ik aan tafel mijn vork in de rechter hand houd. pleeg ik landverraad en iedere maal, dat ik mijn vork in de linkerhand houd (en het mes in de rechter) betuig ik mijn nationa liteit (en dat doe ik graag!), want een derge lijke daad is een zóó grove schending der Ame rikaansche tafelmanieren, dat alleen diegene, die Engelsch-met-een-accent spreekt, zich dat kan veroorloven. Bovendien houd ik er niet van het mes naast mijn bord te zien ginnegappen Wfe de erwtjes mijn vork-alleen te glad af zijn Het valt voor een Hollander ook niet mee, zijn goed vertrouwen in Jan en alleman te stellen. Om mij te oefener. ga ik af en toe in bus of tram zitten met mijn Hollandsche „ritstasch", die men hier niet heeft. Tien tegen een dat de juffrouw naast mij er een gesprek over be gint: „Heeft u die tasch hier gekocht?" „No." „In Europa?" „Ja." „Dat dacht ik wel! Een paar jaar geleden heb ik met de onderwij zeres- senvereeniging (ik ben onderwijzeres, ziet u) een uitstapje naar Europa gemaakt en daar heb ik die tasschen ook gezien! Hè, nou ben ik den naam van de stad vergeten, maar 't was een snoezige plaats met huizen, die puntige daken hadden, en een plein met in 't midden een standbeeld van een man op een paard en onze gids heette Harder of Haarder of Hörder. Mis schien weet u wel welke stad ik bedoel?" Nee", zeg ik aarzelend, maar welwillend. „U bent toch Europeesche?" „Ja", zeg ik weer welwillend. „Zag ik meteen", zegt de juffrouw triomphan- telijk met een blik op mijn mantel anno 1937. „Uit welk land komt u?" „Uit Holland." „Och gut!" zegt de juffrouw en ze pakt mijn hand en drukt haar hartelijk. „Kom mij eens opzoe ken, lieverd, mijn telefoonnummer isTa boe! zegt Holland in mij. Ik sta haastig op, knik de juffrouw schichtig gedag en stap bij de volgende halte uit. Schuldbewust loop ik naar huis. Alweer weggeloopen! Net als den vorigen keer. Toch maak ik op dit gebied eenige vorderin gen Laatst kwam de gasman. Het was een kwieke jonge vent, die met rappe oog en de meters controleerde. Hij had lang werk, omdat alle meters van het gebouw in de kast van mijn kelder zitten. Ik nam stof af in den kelder en keek met Ti schuinsch oogje naar den gasman. De gasman las de meters en keek schuinsweg terug. In Amerika komt zooiets wel voor. Zegt de gasman: „hoe lang woon je al in dit land. juffie?" „Hoe lang woon jy er al, gas man?" De gasman is een Zweed en woont hier dertien jaar. „Is 't prettig gasman te zijn?" vraag ik. „Juffie, da's 't mooiste vak dat er be staat. 't Gas brengt een mensch overal: in rijke huizen, in arme huizen, in slordige huizen; t brengt je bij kunstenaars en dichters, bij rech ters en dieven. Ik zou mijn vak met niemand willen ruilen." „Tja, daar is veel voor te zeggen. Ik zou ook wel gasman willen worden. Gasvrouw dan." De gasman richt zijn zaklantaarn op de meters en mompelt: „drieeen tiende kubiekeKubieke!!! Neen, ik word geen gasvrouw! Kubieke is de zwarte nacht geweest van mijn schooljaren. „Kubieke", zei de school juffrouw en zij tikte met haar potlood attentie tegen het holle blok, dat kubieke aanschouwelijk moest maken oppervlakte is lengte maal breedte, kubieke is lengte maal breedte, maal en haar stem kreeg 'n dreigenden klank, „maal diepte." „Welke diepte! Waar heeft ze het over!" dacht intelligente schrijfster dezes wanhopig. Maar geen tijd voor overdenkingen. Reeds was door de kathederstem de arbeider de lange, breede en diepe sloot gaan graven en had de boer zijn graanzolder: zeven bij tien en twee eenzestienden meter hoog schoongemaakt voor het koren (hoeveel zakken als de inhoud van 1(3 zak twee negenden kubieken meter vulde?) o Rage o déses- ponr, o arithméthiquedurf ik vrij naar Comeille uit te roepen- Onderwijzers van Nederland, u vraag ikweet gij hoeveel geschokte zenuwgestel len de graanzolders en sloten, de vertraagde snel treinen en oneerlijk verdeelde knikkers veroorza ken? Hoeveel doodsangsten, minderwaardig heidscomplexen, afgekauwde potlooden en in- een-hoëk-gesmeten kladpapieren? Kubieke! het is om van te rillen. En het heeft mij lcislijk van mijn onderwerp doen afdwalen. Ik wilde u al leen maar vertellen, dat toen de gasman de deur uitging hij mijn heele levensgeschiedenis wist en ik de zijne. En ik verzeker u dat ik nooit zoover met 'n Hollandschen gasman gegaan ben. Nu ik er over nadenk: ik heb nooit een gasman in Holland gezien. Ik heb zelfs nooit 'n gasmeter in Holland gezien. Dus op dit punt heb ik hier toch wel vorderingen gemaakt. Het meest karakteristieke Amerikaansche ta boe heb ik voor 't laatst bewaard: het is ta boe abstract te denken. De gedachte, die zich niet in de daad omzet is taboe! Ach, wat zeg ik: die bestaat niet eens! En dit taboe verklaart de technische wonderkennis en de schaarsche philosophen; 't leger rijke commercieele arties ten en de arme voor-de-kunst artiesten. Het verklaart ook de frappante manier waarop de Amerikaan met zijn woorden kan omgaan. Met één slag tikt hij den spijker op den kop in 't hout! Bijvoegelijke naamwoorden zijn hier ta boe! Vóór mij ligt een Hollandsche brief waarin de schrijver vertelt, dat dit de eeuw is van „be wust harmonisch ontwikkelde diep-daadkrach- tige moderne jonge persoonlijkheden!" Hiep-hiep-hoera ontbreekt er nog maar aan. Een Amerikaan zou eenvoudig gezegd hebben: do-ers. Ik heb waarschijnlijk mijn Hollandsche taal wat vergeten, want ik ben niet by machte dit woord te vertalen voor u. „To do" is „doen", „a doer" is dus: een doener! „Do-ers" zijn doeners of daders! Wilt u mij het juiste Hollandsche woord voor dat begrip schrijven? Hetzelfde taboe, geestelijke goederen evenwaardig (om van meerderwaardig niet te spreken) te stellen aan concrete goederen, uit zich ook hierin, dat de Amerikaansche moeder haar echtgenoot helpt geld verdienen, omdat zy meent, dat men alleen met geld zijn kin deren kan opvoeden. Ik heb wel eens gepro beerd daartegen te argumenteeren en om mijn idee zoo concreet en zakelijk mogelijk voor te stellen, zei fk; „maar dan ben je nooit thuis als de kinderen koffiedrinken". „Dat hoeft niet" was het antwoord: „Jimmie leert op schooi bij de hygiëne-les, dat hij met schoone handen voedsel moet aanraken en bij de dieet- les leert hij dat hij bruin brood moet eten voor vitamine D en zonder D wordt hij geen super man." Wat kan men daar op antwoorden? Dat de school met al haar onderwerpen toch dit eene niet kan vervangen: moeders persoon? Dan zegt de Amerikaansche: „is dat zoo belang rijk?" Ja, als men waarde heent aan een atmosfeer van beschaving, stabiliteit en rust als men hecht aam die geestelijke waarde, die „moeder" personifieert, dan is haar gesta dige tegenwoordigheid wel gewenscht. En lezer, ik vertrouw er op, dat u mij niet hetzelfde argument tegenwerpt, dat zooveej Amerikanen mij voorleggen: „het is Voor een geëmancipeerde vrouw te onbevredigend, alleen maar huismoeder te zijn." Natuurlijk! Als men alleen maar „geëman cipeerd" is, zonder daarbij beschaafd of ont wikkeld te zijni dan kan men beter van „mis- mancipatie" spreken. En daar is maar één op lossing voor; taboe! Tijdens een bijeenkomst van het Instituut voor Christelijke Archaeologie te E'erlyn heeft prof. Hermann Kühn een lezing gehouden over de Christelijke kunst in den tijd der volksver huizing. Hierby legde hij er den nadruk op dat de tijd der volksverhuizing een zeer reli gieuze tijd geweest is, ook wat betreft de Ger- maansche stammen. Dit was gebleken uit tal rijke specimina van beeldende kunst uit dien tijd en vooral uit een zeer interessante vondst van prof. Friedrich Gehrken. Gehrken heeft in de Bulgaarsche stad War- na een fragment Van een relief uit het begin der vijfde eeuw ontdekt. Op dit buitengewoon mooie werk zijn de apostelen Petrus en Paulus afgebeeld als kransdragers van Christus. Vol gens een zeer waarschijnlijke reconstructie moet ook het Christusmonogram erop afge beeld zijn geweest. Men heeft hetzelfde motief voor de eerste maal op een sarcofaag in Constantinopel aan getroffen en daarna ook nog op 'n altaartafel in Zuid-Frankrijk en Noord-Italië. Prof. Kühn concludeerde hieruit, dat het Oosten en het Westen in de vroeg-Christelijke kunst niet zoo streng van elkaar gescheiden mogen worden, als tot nu toe de gewoonte was. Dr. Erich Urban te Berlijn heeft bij de Rijks- filmkamer den titel „Vincent van Gogh" laten beschermen. Dit beteekent, dat er waarschijnlijk een Vincent van Gogh-film op komst is en dat de rolprent, die het leven van den kunstenaar behandelt, niet door andere firma's zal worden mogen gedraaid. De arm «n eet fletser Is geen too- verstaf: vóór het veranderen van richting moet hij zich ervan over tuigen of de ma noeuvre VEILIG volvoerd zal kun nen worden- Verschenen is het dertiende, jaarboek dei Katholieke Economische Hoogeschool te Tilburg waarin de lotgevallen van deze instelling over het cursusjaar 19391940 zijn opgeteekend. Wat den omvang van het onderwijs betreft wordt gemeld, dat eenige aanvullende colleges voor Dogmatiek werden gegeven en wel door Prof. Dr. J. Simons S.J. met als onderwerp „Opgravingen in het land van den Bijbel" en cioor Prof. Mag. Dr. F. A. Weve O.P. over „Het wezen van Godsdienst en Christencom". Ingeschreven waren 214 studenten, van wie 206 mannelijke en 8 vrouwelijke, tegen resp. 247, 206 en 8 in het jaar daarvoor. De jongste student was 16, de oudste 39 jaar. Er slaagden 21 studenten voor het doctoraal-, 32 voor het candidaats- en 50 voor het propaedeutisch exa men. Het boekenbezit van de bibl'otheek vermeer derde met 1478 deelen, waardoor het totaal is gestegen tot 31.758 deelen. Vervolgens is in extenso opgenomen de rede. uitgesproken door den Rector-Magnificus bij gelegenheid van den twaalfden dies der hooge school. Een groot aarttal bijlagen complemen teerde het verslagboek. 's-GRAVENHAGE, 23 April. Koersen voor stortingen op 24 April 1941 tegen verplichtingen luidende in: Belga's 30.1432 Zwitsersche francs 43.56 Fransche francs 3.768 Lires 9.87 Deensche kronen 36.37 Noorsche kronen 42.82 Zweedsche kronen 44.85 Tsjechische kronen (oude schulden) 6.42 Dinar (oude schulden) 3.43 Dinar (nieuwe schulden) 4.23 Turksche ponden 1.45% Lewa 2.30 Pengoe (oude schulden) 36.519 Pengoe (nieuwe schulden) 45.89 Zloty (oude schulden) 35. Zloty (nieuwe schulden) 37.68 Lei 1.28. Een hoofdartikel in de „Deutsche Zeitung in den Niederlanden" van dr. H. Walther, ge titeld „Umstellung der hoilandischen Wirt- schaft," eindigt als volgt: „Van Duitsche zijde wordt er niet aan gedacht, de Nederlandsche Industrie te laten wegkwijnen. De Rijkscommissaris heeft in zijn jongste groote rede de laatste vrees hieromtrent, die hier en daar nog bestond, uit den weg gciuimd, toen nij er den nadruk op legde, dat „de economische plannen voor het nieuwe Europa niet alleen niet een verlaging van het industrieeie ni veau van Nederland oeoogen, maar dat men in een nieuwe Europeesche orde kan rekenen op een sterken opbloei." Daarmede zijn er voor Nederland heel wat zorgen weg genomen, welke het zonder de Duitsche samenwerking nooit de baas zou zijn ge worden. Indien er tot nu toe nog twijfel over bestond, welke rol de Nederlandsche scheepvaart is toebedacht, zoo kan men ook wat dit betreft gunstige voorspellingen doen, die zich kunnen baseeren op verklaringen van gezagvolle Duitsche instanties. Zoo werd nog dezer dagen, toen de plannen voor Rotterdam bekend werden gemaakt, na drukkelijk te kennen gegeven, dat met net oog op de toekomstige ontwikkeling van binnenvaart en zeevaart Rotterdam met belangrijke toename van zijn aantal inwo ners kon rekenen. Daarmeae werd tege lijkertijd duidelijk vastgesteld, dat den Ne derlanders in de Europeesche economische ruimte geen ondergeschikte oiaats zaj wor den toegewezen, maar dat zij die plaats zullen krijgen, waarop zij hun ervaringen en bekwaamheden het bette kunnen benut ten. Zoo wijzen alle maatregelen erop, dat niet aan een onderdrukking van het Ne derlandsche Volk wordt gedacht, maar aan een kameraadschappelijke samenwerking Natuurlijk hangt er ook veel af van de loyale houding der Nederlanders tegenover ons." Betreffende dé onderwerping van de Denoe- ming en het ontslag van leerkrachten op ae bij zondere scholen aan de goedkeuring van het departement van Opvoeding. Wetenschap en Cultuurbescherming, schrijft „De Standaard" o.m.: „Het bijzonder onderwas wordt een zijner prerogatieven ontnomen en ook al blijft het benoemingsrecht aan de Besturen der scho len, zoo geschiedt hier een inkerving op een verkregen recht, waarvan een blijvend lit- teeken het gevolg zal zijn. Tot het wezen van de vrije school behoort de geestelijke samensiemming tusschen ouders, wier kinderen onderwijs ontvangen en de onderwijzers, die het onderwijs ge ven. De waarborg daarvoor ligt in de aan stelling van 't onderwijzend personeel door of namens de ouders Het stellen van eischen door de Overheid inzake bevoegdheid en zedelijkheid is gaar ne als een eigen Overheidsrecht erkend, doch thans is het mogelijk dat los van deze eischen in de keuze der leerkrachten ver schil van inz3cht ontstaat tusschen overheid en ouders, waarbij wel de Centrale macht niet benoemt, maar toch belangrijken invloed op de benoeming uitoefent. Het goedkeu- ringsrecht van een eventueel ontslag bij disharmonie in levensbeschouwing tusschen school en onderwijzer accentueert het diep ingrijpend karakter van deze verordening in nog sterker mate." Na in verband met de verwijzing naar voor vallen, die gericht waren tegen de Duitsche be zettingsmacht, dergelijke voorvallen onveroioemd loofd te hebben of by 'bestaarde wetten en verordeningen geen maatregelen vielen te nemen, die aan dergelijke voorvallen een einde zouden maken, vervolgt „De Standaard": ,X>e vorm, dien men thans koos, tast, ge wild of ongewild, principieel de vrijheid van het bijzonder onderwijs aan, raakt een zeer ■teere snaar bij een belangrijk deel van ons volk. De vrees rijst, dat een eerste schrede ge zet wordt op een weg. die het geweten van den Christen moet brengen in botsing met de wet van den Staat. Verstrekkende consequenties zouden daar het gevolg van zijn, groot en diep het leed, dat over ons volk zou komen. Daarom zouden we oox nu nog een appèl willen laten hooren bij den Nederlandschen secretaris-generaal, om, gezien zijn verant woordelijkheid en de op het spel staande goederen van hooge waarde, ai zyn krach ten in te zetten om een wijziging van deze verordening te bevorderen." is 't verwonderlyk. Maar toch, ik kan er niets aan doen, ik ben nu heusch smoor ver liefd. Dat het slachtoffer van mijn liefde nujn verloofde niet is, vind ik zelf ontzettend ver velend, maar ik kan er echt niets aan doen. In gedachten zie ik je je hoofd bedachtzaam schud den en hoor ik je zeggen: „Wat moet daarvan terecht komen". Wij ontmoeten elkaar dagelijks, werken te zamen aan een groote en grootsche opdracht, welke, als ze correct wordt uitgevoerd, hem nog beroemder zal maken, dan hij, ondanks zijn jeugdigen leeftijd, 26 jaar, al is. Ik ben er trotsch op, dat ik hem daarbij behulpzaam kan zijn. Hy is ontzettend hoffeiyk en ik heb er geen idee van of ik by hem in den smaak val of dat hij in mij alleen een waardeerbare assistente ziet. Dikwijls ziet hij me zoo doordrin- gend aan dat 't bloed me naai het hoofd stygt Soms voel ik me volkomen gesla- r gen en zie alles r somber in, een anderen keer kan ik wel zin gen en gaat alles me vlot van de hand. Ik weet niet, wat het worden zal: als ik weet, dat hij niets om me geeft, dan zal ik probeeren een andere baan te krijgen. Maar als hij eens werkelijk tegen me zegt, dat hy van me houdt en als hij me kust, wat dan? Ik mag mijn ver loofde graag hjden, ik zou het vreeselijk vinden als ik onze verloving zou moeten verbreken, er. toch geloof ik, dat ik het zou kunnen doen. Gisteren zei mijn chef nog tegen me: „Ik weet niet, wat ik zonder u zou moeten begin nen!" Ik antwoordde ik weet nu nog niet, waar ik den moed vandaan haaide „en toch zal ik hier niet zoo lang meer biyven, ik wil binnenkort overplaatsing naar een andere af- deeling vragen". „Onzin", zei hy, „ik laat u eenvoudig niet gaan!" Vanmiddag stond hy vlak achter me, ik draaide me plotseling om en zag hem aan. Het was maar een moment, een oogenblik, waarin ik vermoedde, dat hy me omhelzen zou. Maar hy verliet, zonder ook maar een woord te spreken, de kamer. Lilly, ik kan het jou wel zeggen dat ik soms wel kan schreien als Ti klein kind, dan voel ik me weer zoo gelukkig, dat ik de heele wereld wel zou kunnen omarmen. Dit duurt nu al vijf weken....". het succes van myn laatste publicatie. Maar ondanks dat, voel ik me den laatsten tijd allesbehalve op myn gemak. Ik ben bang, dat ik myn eenmaal gegeven woord, de liefde te laten voor wat zü is, niet zal kunnen houden. Ik heb een assistente, waarvan ik je alleen kan zeggen, dat ze eenvoudig en lief en gelukkig niet geschminkt is. Ze heeft prachtige blauwe oogen, die haast door me heen zien. Als ze me zóó aankijkt, verdwijn ik maar gauw, want an ders zouden er dplle dingen gebeuren. Ook we- tenschappelü'k bezien Is zij iemand, die ik niet graag zou willen missen. Ik kan alles met "n gerust hart. aan haar overlaten, terwijl zij vaak ideeën oppert, welke toonen, dat zij vol belang stelling voor mijn werk is Alles zou niet zoo ontzettend moeiiyk zyn, als ik niet wist, dat zy een dame, in den juisten zin van het woord was. Als ik haar zou vragen: „Heeft u al plannen voor vanavond? Ik zou het prettig vinden, ais u met mij dineerde!" dan geloof ik vast ten antwoord te zuilen krijgen: „Ik ben gewend thuis te eten!'" en dan sta ik! We hebben samen al genoeg beleefd dat je weet, dat ik niet voor 'n kleintje vervaard ben. Maar ten opzichte van deze vrouw voel ik me als 'n schooljongen met kaf verenlief de. Soms denk ik. dat zij veel van me houdt, maar den anderen dag is haar houding zóó gereserveerd, dat ik wel het tegenovergestelde moet aanne men. Den geheelen dag zijn we samen in één kamer. En ik heb den moed niet haar ook maar te benaderen. Het is ook myn bedoeling niet, haar een kusje af te bedelen, neen, ik wil haar altyd om mij heen hebben, haar huwen. Mis schien weet jy...." want ik kon het niet langer uithouden. Ik heb verlof gevraagd en gekregen. Nu ik heer- ïyk buiten ben, zal ik hem vandaag nog sehrii- ven. Misschien kryg ik antwoord...." volkomen overwerkt, zoodat zü verlof heeft genomen. Je kunt je niet voorstellen hoe leeg alles toen was. Myn werk wilde eenvoudig niet vlotten. Toen kreeg ik een brief van haar. Nog denzelfden middag was ik bij haar.... De volgende week gaan we ons verloven. Als je eens wist, kerel, hoe gelukkig ik me voel! Maar kom maar 'ns gauw (Nadruk verboden) inierhulp Nederland, Voor hei volk, door hei volk. Geen gunsi maar eereplichi. Volbreng de eereplichi van hei volk, door hei volk. NEW-YORK, 23 April 1941. Op de New- Yorksche effectenbeurs was de koersontwikke ling vandaag verdeeld. De handel had een ta- meiyk kalm verloop en de noteeringen waren aanvankelijk vrijwel onveranderd. Daarna ont stonden evenwel kleine koersdalingen. Aange zien men de catastrophe in Griekenland had verwacht, was het kleine aanbod in hoofdzaak een gevolg van binnenlandsche factoren. Van het staalprogramma ging geen teleurstellende invloed uit, aangezien dit zich nog in een voorbereidend stadium bevindt. Er kon zich vervolgens dan ook een herstel baan breken, waarby de noteeringen weliswaar slechts fractioneel stegen, doch staalwaarden een winst van omstreeks een punt behaalden. Voor spoorwegfondsen werd belangstelling ge toond in velband met de winstcijfers over de eerste maanden. Enkele industrieeien en andere specialiteiten sloten zich bij de opwaartsche koersbeweging aan, maar voor de meeste lei dende fondsen bleek geen interesse te bestaan. U.S. Rubber, Anaconda, Montgomery Ward, At chison Topeka, Am. Tel. en Tel., International Nickel en Southern Railway behaalden lets grootere fractioneele koerswinsten. Slechts Bethlehem Steel behaalde een winst van meer dan een punt. Overigens waren de voorkomende koersveranderingen van weinig be- teekenis. Tydens het verder verloop kwam de stygende koersbeweging tot staan en maakte plaats voor een nieuwe koersdaling, waardoor het koersbeeld verdeeld werd. Slechts spoorweg waarden bleken weerstand te kunnen bieden. Dat geen grootere koersverliezen werden gele den, schreef men toe aan de buitengewoon gun stige technische positie der markt. De handel bleef evenwel lusteloos, daar men by zyn terug houdendheid bleef volharden. Tijdens het laatste beursuur waren automo bielwaarden, luchtvaartaandeelen en rubber waarden vrijwel prijshoudend. Petroleumwaar- den ondergingen een gunstigen invloed van kleine prijsverhoogingen van ruwe petroleum in Pennsylvanië, die men als voorloopsters be schouwde van soortgeiyke prijsveranderingen in andere productiegebieden. Staalwaarden sloten omstreeks twee punten hooger. Ook de overige afdeelingen ondervonden den gunstigen terug slag van het koersverloop dezer aandeelen, zoo dat de slotkoersen tevens de hoogste van den dag waren. De beurs sloot vast, al waren, be halve dan bij staalwaarden,' de koerswinsten over het algemeen minder dan een punt. Vandaag werden 718 fondsen verhandeld. Daarvan zyn er 300 in koers gestegen, 205 gedaald. De noteeringen der 213 overige bleven onveranderd. Slotk. Slotk. Siotk. Slotk. NEW-YOKK 23/4 22/4 21/4 19/4 Air Reduction 3614 35% 35% Allied Chem147 148 150 148 American Can 82%ex 83% 83% 82% American Radiator 6% 6 6 Amer Rolling 12% 12% 12% 12% Am. Smelling 36 35% 35 34% Am. Sugar Refining 15% 15 15% Amer Tel Tel 155 155 156% 156% Am. Tobacco B 68 67y2 68 68 Am. Waterworks 4% 4% 4% 4% Anac. Copper 23 22% 22% 22% Atehis Topeka 26% 25% 25% 24% Baldwin Locomotive 13 12% 12% Baltlm. Ohio 3% 3% 3% Bethlehem St69% 68% 68% 09% Canada Pacif 3% 3% 3% 3% Com Investm 31% 30 30% 31 J. I. Case 45 44% 43% 43% Ches Ohio37% 37% 37% Chicago Rock Isl. ft A A Chrysler Corp57% 56% 56% 57% Cons Edison 19 19 19% 19% Delaw Huds Detroit Edison C. 21% 21 21 Dupont d'Nem 139% 139 140% 140 Eastman- Kod 124% 125% 127% 128 Gener Electric 29% 29% 29% 29% Gen Foods Crp 36% 36 35% '.6% Gen Motors 37% 37% 37% 38% Goooyear Tyr 17 16% 16% 17% Hudson Motor 3% 3% 3 3 Int. Harvester 44% 44% 44 Intern Nickel 27% 26% 26 25% International Paper 13% 13% 12% Int Tel a Tel 2 2 2 Kenn Copper 32% 31% 31% Mack Trucks Incorp. 24% 24% Montgomery 33% 32% 32 National Biscuit Co 16% 16% N. Central 12% 11% Norfolk Western 204 204 203 Nord. Amer. n.a. 13% 13% 11% 11% Northern Pacific 6% 5% 5% Packard 2% 2% Pennsylvania 23% 23% 23% Proctor Chamble 53% 53% P Serv of N.J24% 24% 24% Pullman Incorporat. 24 23% 23% Pure Oil Company 8% 8 Radio Corp. 3% 3% 4 Reading Company 14 13% 13% 13% Republic Steel 17% 17 Reyn Tobac. B. 30% 30% 30% Sears Roebuck 68% 67% 68% 68% Shell Union Oil 12% 12 12% 12% Socony-Vac 8% 8% 8'% 8% Southern Pacific 10% 10 9% Southern Railway 12% 12% 12% Standard Brands 5% 5% 5% St. Oil N.-Jer? 34% 34% 35% 38 Texas Gulf Sulphur 32 31% 31% Tw. Fox Film5% 5% 5% 5% Union Carbon 63 62% 63 63% Union Pacific 76% 75% 76% 76Ü Unit. Aircraft35% 34% 35 34% United Corpor. U U li United Fruit Comn. 61% 62 62% Un. States Ind. Ale 21 20% 19% 20 Un. St. Rubber 20% 20 20% 20% Un. St. Steel 52% 50% 50% 50% Un. St. Steel pr. 118% 118% 118% 119 Western Union 20% 19% 19% 19% Westing house 89 88% 88 88% Woolworth 28% 28 28% 29% laten, t ex-div.. ex-recht. ex-coup., oiea. WISSELKOERSEN NEW YORK, 23/4 22/4 23/4 22/4 A'dam c 4.03 4.03 V2 Weenen 4.75% 4.75% Londen 4.02% 4.02 Stockh 23 83 23.84 Parijs 2.30 2.32 Montreal 4.55% 4.54% Berlijn 40.07 40.07 Mntr.Lnd 4-54 88.50 Brussel B. Aires P 23 16 23 15 Rome 5.05 5.05 B.Aires M 23.50 2355 Madrid 9.25 9.25 York c. 23.45T 23.45t Zwitser! 23.21 23.19% Shanghai 5132 5.26 Zw. vrU 23.21 23.19% Nadruk verboden Voor de broers bleef echter 't duisterste pro bleem, hoe Anthony zyn persoonlijk bezit, roe rend en onroerend, kon hebben vermaakt aan een Mary Brent, behalve 't huis op Queen Victoria Place, dat aan Eleanor Mason over ging, en een villa in Purth, waarvan Settle eigenaar werd. Aan Mary Brent kwam eveneens 't bedrag van inbreng der Moncrieff Bank. Bij deze beschikkingen bleek de groote bevoegd heid. Settle toegekend, opnieuw Mary Brent's vermogen zou door hem worden beheerd, onder bepaling, dat hy haar een rente had uit te keeren van drie procent. By zyn dood of zoo veel eerder, als hij wenschelijk achtte werd Mary in 't bezit van 't kapitaal gesteld. 't Probleem, dat de zoo bevoorrechte, onbe kende Mary Brent opleverde. Interesseerde de Moncrieffs aanvankeiyk heel wat minder dan de machtpositie, welke Settle had gekregen Deze man, steeds door hen beschouwd als de ongevaariyke bijlooper van hun oom, hield nu hun lot in handen. Al had Anthony's plotselinge dood Lawrence bewaard voor ontslag op staan- den voet en Melchior niet gesteld voor 't on- mogeiyke probleem, binnen een week de aan deelen, waarover hy zoo eigenmachtig had be schikt, in te lossen toch wisten de broers in de verste verte niet, waar zy werkelyk aan toe waren. Op die cardinale vraag kon slechts één 't antwoord geven. Aangezien Settle niet tot hen kwam, waren zy wel verplicht, tot Settle te gaan. De eerste conferentie bepaalde zich hoofd- zakelyk tot terreinverkenning. Settle deelde mee, welke beschikkingen Anthony had getroffen, en verklaarde ronduit, dat hy ze zou uitvoeren, naar de letter zelfs, 't Beteekende voor Melchior, dat hij ruim vijf maanden respijt had, doch met deze wetenschap schoot hy bedroefd weinig op, aangezien 't op 't zelfde neerkwam, of hem vijf dagen, vijf weken of vijf maanden werden ge laten aan zijn verplichtingen kon hij toch niet voldoen. Lawrence vernam, dat Anthony 't besluit, de bank te liquideeren, had genomen wegens 't ont breken van een opvolger; Settle was echter niet in staat, hem nu reeds in te lichten, hoe de liquidatie zou plaats vinden. Zoolang daarom trent niets was beslist, kon Lawrence op de oude voorwaarden blijven. De Moncrieffs waren opportunisten en hielden zich aan de leer, dat tyd gewonnen toch altoos Iets gewonnen ls. In ieder geval was hun behoorlijk gelegenheid ge laten om te beramen, hoe 't met Settle op een accoordje te gooien. Doch van meet af aan stond 't voor hen vast, dat, als 't niet goedschiks ging, 't maar kwaadschiks moest. Anthony's in structies zouden niet worden nageleefd 't mocht kosten wat 't wilde. Eleanor Mason had een anderen kyk op de kwestie. Haar volle belangstelling gold Mary Brent en zy werd daarby niet door nobele ge voelens geleid, 't Meisje achtte zich schandelyk achteruit gezet, nu een Mary Brent met ongeveer alles ging stryken. Na Archibald's dood had zy er stellig op gerekend, dat 't geld terugvloeide naar den kant, vanwaar 't kwam, dien der Jar- vices, van wie zij de eenig overlevende was. Nu 't heel anders liep, concentreerde zy alle aandacht op de vrouw, die kreeg wat naar overtuiging thans haar deel was. Eleanor Mason begon onverwyld haar nasporingen naar de Mary Brent, van wie zij nooit had gehoord, of schoon zy zeventien jaar bij Anthony kind in huis was geweest, 't Geluk reikte Eleanor de hand; reeds na een paar weken boekte zij 't eerste succes. Nog eenige weken later was zij er, geholpen van een zyde, waarvan zij hulp wel in de allerlaatste plaats had verwacht. Indien Lawrence en Melchior hadden geweten, wat Eleanor wist, zouden zy niet minder belang in Mary Brent hebben gesteld dan zij 't In Settle deden. Doch 't meisje had haar redenen, de broers niet wyzer te maken dan zy waren, zy was besloten, haar eigen spel te spelen. Naar Mary Brent ging ook de belangstelling van de twee andeien uit detective Stanford Bates en Derreck Henderson. Zy zaten in 't kantoor van den advocaat, die den vorigen avond van Purth was teruggekeerd. Hij had naar zijn meening er niets mee bereikt en mopperde, dat 't verstandiger van hem zou zijn geweest, rustig in Londen te blyven. Bates hoorde 't gefoeter glimlachend aan, want op zijn voorstel had Henderson de reis ondernomen ,,'k Geef toe, dat er nog geen reden is, hoera .e roepen," zei hij, „maar we komen er wel. Even opmeten, hoe ver we zijn. Om te beginnen: k had gelijk, dat een geheim in Moncrieffs leven heeft bestaan. Voorloopig noemen we 't: .Mary Brent. Settle is volledig op de hoogte; van daar zijn vertrouwelijke omgang met Anthony, t Was méér dan vertrouwelykheid, zooals uit de laatste wilsbeschikking blykt. Waarom vertikt hij, voor de waarheid uit te komen? Hij weet drommels goed, wie hem op 't Jarvice-Eiland neersloeg, maar hield 't geheim ter wille van Moncrieff. Toch zwijgt hij nog, nu deze dood is. Omdat hij 't in 't belang acht van Mary Brent, Anthony's protégée." „Zeg, om welke reden hij haar protegeerde. Dan schieten we in de richting." „Houd je gemak, 'k Heb niet stil gezeten, terwijl jij naar Purth was. Als 'k Settle op de pijnbank kon leggen, zou 'k in géén tyd de be kentenis uit hem hebben, dat degene, die hem een mep verkocht, dezelfde is, die naar 't jacht roeide en 't mèt Jerome tot zinken bracht. An thony was ingewijd; daarom weigerde hij, dat 't werd gelicht." „Jê veronderstelt het," verbeterde Henderson ..Neen. 'k Zal je uit den droom helpen t Jacht behoorde aan Walter Coltham, uit Peterhead. De snuiter verhuurt schuiten, door particulieren afgedankt. Maandag 16 Augustus belde Anthony hem, dat een van zijn familie leden een boot gehuurd, en er een ongeluk mee had gehad; hoeveel schadeloosstelling hy moest hebben. Coltham, niet van gisteren, zei vier honderd pond; dan kon hy tegen een stootje, als t afdingen werd. Anthony dong niet af en Coltham ontving een chèque voor dat bedrag. Daarmee was 't jacht Anthony's eigendom; hij kon 't laten waar 't lag. 't Bewyst, dat de oude heer wist, wie Jerome's moordenaar was. En óók, dat hij hem de hand boven 't hoofd wenschte te houden." Henderson floot door de tanden. „Duivels! Dat is nieuw voor me!" „Dacht 'k wel," knikte Bates. „We keeren op jouw chapiter terug. Na 14 Augustus spelen zich in snel tempo verrassende gebeurtenissen af. Den 18en verandert Anthony zijn testament radicaal. Een dag later ontdekt hij de fraude van zijn neef en veegt hem ongenadig den man tel uit. Lawrence presenteert den ouden heer. hem met zekeren Daniel aan de kaak te stellen, als hij bij 't besluit blijft, hem van kantoor te schoppen. Dienzelfden avond wordt Anthony door Soper neergeschoten. Daartoe bewerkt door Lawrence en Melchior?" Bates schokschouderde. „Soper kwam voor de broers op een byzonder geschikt oogenblik aan zyn eind. 't Wonderiyke evenwel is, dat Lawrence thans beslist ontkent, zyn oom ooit met een Daniel te hebben gedreigd Eleanor houdt 't tegendeel vol, maar zegt abso luut niet te weten, wie met Daniel bedoeld kan zyn, ofschoon ze van haar zesde jaar af in Anthony's huis Ls grootgebracht. Van tweeën één: Daniel is een persoon van weinig belang, of Eleanor liegt even hard er op los als Law rence en Settle. Op den laatste komt 't hoofd zakelijk aan. Wanneer Daniel een rol van b«- teekenis in Anthony's leven heeft gespeeld en dat staat voor mij als een paal boven water moet Settle 't weten. Maar hij houdt zich van den domme. Wat bewijst dit allemaal?" „Ja, wat bewyst het?" herhaalde Henderson met een grijns. „Voor my nog niets, letterlyk niets." „Dit: dat we naast 't probleem-Brent 't pro- bleem-Daniel hebben. Of beter: dat die twee er één zijn. Als 'k niet tot over de ooren in 't werk zat, ging 'k naar Purth. Settle is een ongcloofe- lijk eigenwijze snijboom. Hij ziet niet in, of wil niet inzien, dat Anthony hem met de bevoegd heden een ieelijk koopje heeft geleverd." „Je kent Dave Collins niet, Stanford. Een mannetjesputter. Hy bewaakt Settle als zyn oogappel." „Voor mijn part is hij een mannetjesputter in 't kwadraat. Settle heeft met lui te doen, die in hun geslepenheid véél gevaarlijker zyn dan een half dozijn krachtpatsers. Herinner je, hoe Archibald, hoe Jerome aan hun eind kwamen. Wat Anthony betreft zeker, Soper ruimde hem uit den weg, maar niemand praat me uit 't hoofd, dat de moord door Lawrence en Mel chior werd geënsceneerd. Zy hadden oneindig meer belang bij zijn dood dan Soper. En nu hebben zy met dit alles toch nog hun doel niet bereikt Anthony plaatste hun Settle in den weg. 'k Kan me in den toestand van de heeren ver plaatsen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 2