De opkomst van het moderne Egypte MdmAad mn den dag Beursoverzicht Gouden regen Mehemet Ali's Postgiro-no's van de Winterhulp Nederland ZATERDAG 10 MEI 1941 Jaarvergadering „De Tukkers" Malaria in Noord-Finland Lustelooze markt op iets lager koerspeil AANWINST RIJKSMUSEUM TWENTE Een schilderij van Berenstraten Tentoonstelling van autographen te 's-Hertogenbosch Clandestien varkensvleesch verkocht afkwam, trap?n j De winterjas MISSIEHUIS SITTARD Schuldvermindering voorgesteld voor eenige jaren Koersen Nederlandsch Clearing- instituut BEURS VAN NEW YORK Omzet 400.000 shares door OWEN RUTTER Het zou iets te veel zijn te gewagen van een Btrijd, die gevoerd staat te worden ,.om Egypte, zonder Egypte". Behalve dat die strijd zijn grondgebied zoekt, is Egypte Krachtens het verdrag met Engeland van 1936 gehouden, in geval van een niet uitgelokien aanval, zijn havens, vliegvelden en verkeersmiddelen ter beschikking van de Engelsche oorlogvoering te «tellen. Bitter moet het wel zijn voor de na tionaal voelende inwoners van bet moderne Egypte, passief een strijd om hun iand te be leven, waar n de belangen van hun land niet meetellen. Te meer bitter, wijl in de aanvangs- periode zijner geschiedenis dat moderne Egypte In de internationale politiek een actieve rol heeft gespeeld van zulk een beteekenis, dat de groote Europeesche mogendheden meermalen zich genoopt zagen gemeenschappelijk ertegen op te treden, beducht als zij waren, dat het zich zou weten te vestigen als een nieuwte groot macht van den Islam, in de plaats van het uitgeput rakende Ottomaansche Rijk. Het is de periode geweest van Mehemet Aii, den belang rijksten despoot, dien het Oosten s'nds lang had voortgebracht, welke per ode in 1841, nu hon derd jaar geleden, werd afgesloten met de „in- vestituur-firman" der Hooge Porte, die aan Mehemet Ali's familie de erfelijkheid van de heerschappij over Egypte toekende. De natio nalistische Egyptenaren kunnen deze „firmari terecht herdenken als den grondslag der onaf hankelijkheid en zelfstandigheid van hun land, zooals hij ook de grondslag is geweest van de thans nog Egypte regeerende dynastie. In Egypte zal de herdenking van Mehemet Ali's grondslagleggend werk gedurende een veertigtal jaren avontuurlijk en veelbewogen bestuur niet kunnen ontkomen aan de onver mijdelijke idealisatie. Voor den Nederlandschen lezer, wien eenige met het wereldgebeuren on zer dagen samenhangende historie welkom is, moge hieronder een desbetreffend relaas vol gen zonder idealisatie. In hetzelfde jaar als Napoleon, 1769, werd Mehemet Aii te Kawala, aan de Macedonisch- Thracische grens, geboren, uit Albaneesche ouders. Zijn vader was een kleine pachter en Mehemet zelf begon zijn leven als onderofficier en koffiehandelaar in zijn geboorteplaats. In 1789 werd hij met een regiment vrijwilligers uit zijn geboortestreek naar Egypte gezonden om daar in dienst van den Turkschen sultan deel te nemen aan den strijd tegen Napoleon. Hij was van de partij in den befaamden slag van Aboukir, waarbij het Turksche leger door de troepen van Napoleon werd vernietigd. Met de Turken werd hij in zee gedreven, waar een Engelsche admiraalsgiek hem oppikte. In 1801 keerde hij, nu aan het hoofd van zijn regiment, naar Egypte terug en onderscheidde zich in den slag van Rahmanieh. In de jaren, die hu volgden op de ontruiming van Egypte door de Franschen, begon Mehemet geleidelijk aar. op den voorgrond te treden. Hij v/as de leider geworden van een aaneengesloten groep Albaneesche stamgenooten en oevond zich zoo in een gunstige positie om te profiteeren van den strijd tusschen eenerzijds de Mameloeken- beys, d e overeenkomstig een gewoonte van enkele eeuwen gewend waren practisch in vol komen onafhankelijkheid van den Turkschen sultan en diens gouverneur te Kaïro. ieder in zijn eigen provincie, te regeeren. en anderzijds de vertegenwoordigers van de Hooge Porte, d e het gezag van den sultan wilden herstellen. Schijnbaar hield Mehemet het midden tusschen de beide partijen; in stilte werkte hij aan de vernietiging van beide. In 1805 heerschte in Kaïro en het heele land volslagen anarchie De Turksche gouverneur had alie gezag ver loren en in de hoop, dat hu de orde in het land zou weten te herstellen, kozen de sheiks van Kaïro Mehemet Ali tot pasja. De Ulamas. de Groote Geleerden van de Azhar-universiteit, maakten hem hun opwachting, om hem mede te deelen, dat het volk van den Turkschen gou verneur niet meer wilde weten. ,,Wien wilt gij dan hebben?" vroeg hij hun. „U w'illen wij heb ben, antwoordden zij, „opdat gij ons regeert overeenkomstig de Wet, wiant in uw gelaat zien wij, dat gij goed en rechtvaardig zijt." Onver wijld had Mehemet's bekleeding met de macht plaats en nam hij bezit van de citadel. Na een jaar strijd tusschen de twee pasjas eindigde deze met de erkenning van Mehemet door de Porte. Terwijl nu m Konstantinopel tengevolge van een reeks opstanden het prestige van den sul tan danig aan het aftakelen was, wist te Kaïro Mehemet Ali zijn prestige aanzienlijk te ver sterken door het eerste éclatante succes van zijn bestuur: het tweemaal achtereen verslaan van de Engelschen, die onder bescherming van hun vloot Rosette en Alexandrië hadden bezet. Tevoren reeds hadden de Engelschen door het uitoefenen van diplomatieken druk te Kon stantinopel den sultan probeeren te bewegen in Egypte weer het oude reg em te herstellen van de 24 Mameloeken-beys over de 24 Egyptische provincies, met één hunner, al-Alfi, aan het hoofd. Door hun voor te spiegelen, dat hij zelf al hun wenschen zou vervullen, wist Mehemet echter de Mameloeken op zijn hand te krijgen en hen ervoor te winnen samen met hem de gehate vreemdelingen uit het land te werpen Tweemaal in 1807 werden te Kaïro de hoofden van de verslagen Engelschen op stokken gespietst aan weerszijden van den weg door de Ezbekieh; de tweede maal dreef Mehemet de wreedheid zoover, dat hij de krijgsgevangen Britten tus schen die hagen van „tropeeën" dooi naar het gevangenkamp deed marcheeren. In den herfst van hetzelfde jaar verliet de Engelsche vloot de Egyptische wateren. Wilde de pasja zijn eigen positie alsmede de rust en de orde in het'land verzekeren, dan moest hij zich op de een of andere manier ont doen van de Mameloeken. De manier, die hij uitdacht, is, mag men zeggen, klassiek geworden als staal van Oostersch-despotisch optreden. Alle Mameloeken- beys en verdere Mameloeken- hoofdlieden noodigde hij uit op de citadel van Kaïro, om de plecht'gheid bij te wonen van de bekleeding van zijn veertien jaar ouden zoon Toessoen met het opperbevelhebberschap over het leger. Met groote hoffelijkheid, werden zij door den pasja ontvangen; koffie werd geschon ken. Toen zij, voorafgegaan en gevolgd door een eere-escorte van des pasja's soldaten, den nau- wen corridor naar de hoofdtoegangspoort af daalden, werd van boven en van achteren dooi de Albaneezen een moorddadig vuur op hen geopend. Deze massacre, waarbij 480 Mameloe ken om het leven kwamen, was tevens het sig naal voor een algemeene slachtpartij onder de Mameloeken in de provincies. Mehemet Ali's heerschappij had nu in Egypte geen enkele mededinging meer te duchten. Zijn droom van de stichting van een groot Egyptisch Rijk begon hij te verwezenlijken m den strijd dien hij in 1811 op last van de Porte ondernam tegen de Wahabieten, die z'ch meester haddei; gemaakt van Arabië, om er, zooals zij zeiden den Islam weer te herstellen in zijn oorspron kelijke reinheid en gestrengheid. De heilige ste den Mekka en Medina vielen Menemet al spoe dig in handen, maar de oorlog tegen de Wa habieten was toch eerst ten einde in 1818. Tol 1816 was het bevel over de troepen "an Meheme' in handen geweest van zijn zeon Toessoen; toen deze overleed, werd hij opgevolgd door zijn broeder Ibrahim, in wien Mehemet, zooals ook de later ondernomen veldtochten zouden be wijzen, een veldheer van waarlijk groot formaa? bezat. In 1820 gaf Mehemet het bevel tot verovering van den Soedan, een onderneming, welke het dubbele voordeel moest brengen, dat zij „ge paste bezigheid" zou verschaffen aan zijn Alba neezen, en dat zij hem de rijke opbrengst in xc. Ji&i.,. handen zou spelen van het karavaanverkeer met de kusten van de Roode Zee zoomede van de in het gewest Sennar aanwezig veronderstelde goudmijnen. De oase van Siwa werd nog in hetzelfde jaar onderworpen; in 1823 Khartoem gesticht. J. Th. De vereeniging van Oud-Twentenaren „De Tukkers'' hield dezer dagen haar jaarvergade ring in hotel „Hof van Brabant" te 's-Herto- genbosch. Het bestuur werd bij acclamatie her kozen, behalve de secretaris, de heer Friesen, die wegens drukke werkzaamheden zijn functie meest neerleggen. In zijn plaats werd de heer Gilbers gekozen. Na het officieele gedeelte wer den de aanwezigen vergast op een avond van tooneel en muziek. In Joutseno in Noord-Finland zijn sedert Juli van het vorige jaar eenige gevallen van malaria voorgekomen. In de laatste weken neemt het aantal slachtoffers van deze ziekte onrustbarend toe. Men is er nog niet in gesiaagd te verklaren door welke oorzaken malaria in een zoo noordelijke streek voorkomt. AMSTERDAM, 9 Mei 1941 De verwachtingen voor de beurs konden he den weer riet hoog gespannen zijn. De vrees voor nieuwe maatregelen in ons land, waar mede de beurs durft rekening te houden, deed ook vandaag haar invloed gelden en zoolang men in hec onzekere verkeert over eventueele plannen inzake hoogere belastingen tot welk denkbeeld ce hoogere winsïuitkeeringen door onze ondernemingen hebben aanleiding gegeven, is het wel zoo goed als uitgesloten te achten, dat men rich bij den hanoel interesseert. De omzetten worden daarom steeds minder en zelfs op sommige fondsen, waarvoor onlangs eenige kooplust bestond, wordt bijna geen acht meer geslagen. De Amerikaansche markt ver- Keert uiteraard eveneens m groote verlaten heid en de somtijds iets vastere houding van Wallstreet is niet in staa/t, de animo voor Ame rikaansche certificaten aan te wakkeren. Het trekt echter de aandacht, dat de beurs nog steeds voldoende veerkracht aan den dag legt. Zij verkeert weliswaar onder den invloed van den toestand, maar uit het geringe materiaal, dat aan de markt komt, mag men afleiden, dat het publiek niet geneigd is, zijn bezit van de hand te deen en betere tijden durft te verwach ten. Vooreerst zal hiervan wel geen sprake kunnen zijn, aangezien de internationale toe stand zich steeds verscherpt en de kans niet is uitgesloten, dat Amerika aan den oorlog deel neemt. In dit geval bestaat ér een factor te meer voor nog grootere terughoudendheid van het publiek. Men zal er wel op hebben te reke nen, dat, wanneer de oorlog zich uitbreidt, de New Yorksche beurs niet zal reageeren op de verdere ontwikkeling van de oorlogsconjunc tuur in de Vereen. Staten, aangezien voor haar dezeifde factoren gelden als voor haar buiten- landsche zusterinstellingen. Het ligt namelijk voor de hand, dat ook in de Vereen. Staten drastischer maatregelen zullen getroffen worden tot dekking van de enorme uit gaven, welke door een eventueelen oorlogstoe standen de Unie noodzakelijk zijn, waarbij o.m. een grootere besnoeiing van de winsten dan reeds thans in het vooruitzicht ligt. Het aanzien van de beurs was heden vrijwel gelijk aan gisteren. Er heerschte andermaal ge brek aan belangstelling van de zijde van het publiek,' terwijl de beroepshandel eveneens geen activiteit aan den dag legde. Bij zeer beperkten handel was de stemming aanvankelijk niet vast en op verschillende punten ietwat zwakker. Op de Petroleumafdeeling had Koninklijke Olie weer eens materiaal te verwerken, waardoor een reactie ontstond van 3 pCt. tot 230%. Verder aanbod bleef voorloopig hierna achterwege en lichte vraag had tot gevolg, dat een herstel in trad tot'232. Op de Suikerafdeeling was het met den han del als gewoonlijk weer treurig gesteld. Men opende in H.V.A. zonder handel. Er werd voor dit fonds een 2 lagere prijs geboden, n.l. 418. maar hiervoor werd niet afgegeven. Vorsten landen Cultuur werd 1 lager geadviseerd op 116%. Javasche Cultuur en Nisu 3 a 5 lager, beide op 250. Van Indische credietinstellingen legden aandeelen Koloniale Bank ook een zwak kere stemming aan den dag op den prijs van ongeveer 186%. Op de Rubberafdeeling kwam het eveneens bijna niet tot handel. Voor A'dam Rubber kwam een aanbod aan de markt, waardoor het fonds op 266 A een achteruitgang boekte van 3 Andere rubberwaarden bleven in het vergeet boek. Tabaksaandeelen waren tamelijk gedrukt. Men was echter voorloopig op advieskoersen aangewezen, waarbij Deli-Batavia op 191 een daling te zien gaf van 9 Voor Senembah gold ongeveer de vorige prijs, n.l. 209. Oude Deli werd 4 lager verhandeld tot 256 Scheepvaartaandeelen maakten op de alge meene apathie geen uitzondering. De stemming liet ook hier te wenschen over. Scheepvaart Unie boekte op 175% een reactie van l'A- Booten verloren ongeveer 2 pCt. op 155AHoll. Am. Lijn 1 pCt. op 117117'A. JaparJijn gold ongeveer 145. In binnenlandsche industrieelen verliep Se handel eveneens zeer traag. Unilever bewoog zich een weinig beneden gisteren od 117111A- Aku toond; op 129%130% ook geen herstel, terwijl Philipslampen op 214 pCt. 1 pCt. prijs gaven, De beleggingsmarkt sloot rich bij de alge meene stilte volkomen aan. De stemming voor Nederl. Staatsfondsen was echter niet zwak, maar algemeen prijshoudend. De nieuwe leening gold 98—981/16 en de 3—3% pCt. 1938 89%. By verder verloop ontstond op verreweg de meeste punten feitelijk volkomen stilstand van den handel. In sommige fondsen werd nu en dan nog iets ondernomen, waarbij onbeduiden de koersverschillen vielen waar te nemen. De markt sloot lusteloos. Koninklijke Olie liep vreer op het punt van opening terug en werd om en nabij de 230 pCt. verhandeld. H.V.A. bedong 418419 en toonde later geen noemenswaardige verandering meer. A'dam Rubber gold 267. Deli-Batavia Tabak noteerde 4% pCt. lager dan gisteren. Scheepvaartwaarden waren later iets vaster. Scheepvaart Unie gold 175%. Booten 156 en Holl. Amerika Lijn 118%. Unilever liep een fractie op tot 11704. Aku kon a 1 monteeren en Philipslampen brok kelden iets af tot 213. Voor Nederlandsche Staatsfondsen bleef de stemming prijshoudend. Prolongatie 204 pCt. Wijlen de heer Scato Molkenboer, die in Februari j.l. te Oldenzaal is over leden, heeft aan het Rijksmuseum Twente te Enschede gelegateerd een schilderij van Berenstraten, hetwelk lang in zijn bezit is geweest. Dit schil derij stelt voor een wintergezichl van 't 's-Gravenhekje op den Montalbaens- toren en de Oude Schans te Amsterdam met haar vele trapgeveltjes en links in het verschiet den Zuiderkerktoren. De gracht is bevroren en tal van schaat senrijders bewegen zich op het ijs. Een geliefkoosd onderwerp van vele 17e eeuwsche Nederlandsche schilders, waaronder we hier noemen Salomon Ruysdael en de Avercamps van Kampen. De naam Oude Schans herinnert aan de schans, die in de 16e eeuw ter beveili ging van de Lastage hetgeen letterlijk beteekent laad- en losplaats voor scheepslasten werd aangelegd. Deze Lastage was gelegen buiten de toen malige stadswallen, meer in het bijzon der ten Oosten van den Kloveniersburg wal. Speciaal als gevolg van de herhaal de aanvallen der Gélderschen werd daar in 1518 een sterk steunpunt gebouwd. Dit bolwerk bestaat nog en heet Montal- baenstoren, aanvankelijk een ronde ves tingtoren. Omstreeks 1605 heeft Hen- drick de Keyser er het bovenstuk op gezet en werd de toren voorzien van uurwerk en klokken. Het Rijks/museum Twente bezat tot heden geen werk van Berenstraten, een reden te meer, waar om het legaat zeer welkom is en daar om met dankbaarheid aan de familie Molkenboer er hiervan melding wordt gemaakt. Het schilderij, dat voluit is geteekend heeft een plaats gekregen in de zaal van 17e eeuwsche landschap en stadsgezichten, waar het goed tot zijn recht komt (Foto Brusse) In de Openbare Leeszaal aan de Choorstraat te 's-Hertogenbosch zal een tentoonstelling van autographen van Nederlandsche en buiten- landsche schrijvers en kunstenaars worden gehouden, die wordt geopend op Zaterdag 10 Mei om half vier. Charles Nypels, typografisch adviseur en redacteur van de uitgeverij „Het Spectrum" te Utrecht zal een inleidend woord spreken. A. van E., 27 jaar, slager te Veghel, had voor de Bossche Rechtbank terechtgestaan ter zake, dat hij op 13 Maart jl. te Veghel 75 K.G. var kensvleesch frauduleus had verkocht. Tegen hem waren vier maanden gevangenisstraf ge- eischt. De rechtbank heeft hem thans Ver oordeeld tot een gevangenisstraf van een maand met aftrek van voorarrest. WinferhulpNederland,DenHaagno.5553 Als bank der Winterhulp Neder land is aangewezen de Kasveree- niging N.V., Amsterdam no. 877 Stort op 5553 of 877 Ce brengt geluk in veler leven 't Was op een helderen, maar kouden winter dag, dat Henk Dierens uit de gevangenis werd vrijgelaten. Na twee-en-een-half ellendige jaren was hij eindelijk vrij, vry om te gaan waarheen hij wilde. Hij liep met groote stappen door de straten. Eindelijk zou hij Theresia weer spre ken, haar, voor wie hij den diefstal gepleegd had, om een kostbaren bontmantel voor haar te koopen, het meisje, voor wie hij, ais het moest, z'n leven zou hebben opgeofferd. Wat beteekende daarbij vergeleken die twee-en-een- half jaar? Een beetje buiten adem bleef hij voor haar huis staan en wilde juist bin- nentreden, toen j hart klopte in z'n keel en als ge-j i boeid bleef hij staan. Zij liep hem echter voorbij, alsof ze hem niet kende. „Theresia!" riep hij. 't Was slechts één woord, één naam, maar in dien naam lag een wereld van hoop en verwachting. Ze keerde zich om en keek hem onverschillig aan. Dan zei ze: „U vergist u. Ik ken u niet." „Ik ben Henk.... Henk Dierens.... Heb je het vergeten, Theresia?" „Ja, dat heb ik," antwoordde zij. „Ik ben nu de vrouw van Peeters en alles wat vroeger was, moet ook vergeten blijven." Daarop liep ze vlug voort en was weldra om den hoek van de straat verdwenen. Hoe lang Henk daar gestaan had, in smarte lijk nadenken verzonken, kon hij niet zeggen. Een paar straten verder stond een huis, waar in hij vele jaren in pension gewoond had. Mis schien kon hij z'n kamer bij mevrouw Roosburg weer betrekken. Hij belde aan. De dame zelf opende de deur en keek hem met groote, ver wonderde oogen aan. „Daar ben ik weer," sprak hij. „Hebt u nog een kamer voor me, als vroeger?" „Ik ken u niet, mijnheer," zei ze kortaf. „Bovendien, alles is verhuurd-" En meteen ging de deur voor z'n neus dicht en hoorde hij het geknars van het nachtslot. Diep teleurgesteld en vermoeid ging de ont slagen gevangene verder. „Moed verloren al verloren, dus niet den moed laten zinken," herhaalde hij steeds-in zichzelf. „De weg in het leven is nu eenmaal hobbelig. Als ik maar eerst weer werk heb." Drie kwartier later trad hij het groote bank gebouw binnen, waarin hij ruim tien jaren ge schreven en gecijferd had. Als men hem nu daar maar een heel bescheiden baantje'wilde geven. Hij werd echter niet bij den chef van het per soneel toegelaten. „Op het oogenblik is alles bezet," luidde het antwoord van den portier en daarmee kon hij gaan. Hij herinnerde zich dat op dit uur z'n vrien den zich in de sociëteit bevonden, waarvan hij vroeger lid was en hij wilde hun vragen, hem een kans te geven. Men liet hem vry lang in de hal van 't gebouw wachten en eindelijk over handigde de keilner hem een enveloppe, waar in zich een bankbiljet bevond. Was hij dan een bedelaar, dat hij zoo behandeld werd? Met gebogen hoofd, de handen in de zakken, schoof hij langs de straten. Wilde dan niemand meer aan hem herinnerd worden, niemand hem meer herkennen? Eensklaps klopte iemand, die hem van ach teren naderde, op de schouder. Henk draaide zich om en keek in een hem onbekend gelaat. Toch voelde hij zich zóó gelukkig, dat deze vreemde hem aansprak, dat hij dezen wel had willen omhelzen. „Dat is eerst een verrassing, waarde vriend," zei de onbekende. „Hoe gaat het? Naar 't uiter lijk te oordeelen, goed, zou ik zeggen." „Neemt u me niet kwalijk," antwoordde Henk, „maar ik weet inderdaad niet, met wien ik het genoegen heb.... ik kan me niet herinneren.." „Ik ben Paggensuacöb Paggens...." „Pardon, maar ik heb er geen idee van waar...." „Ik ben er aan gewend, dat velen mü ver geten," zei Paggens, nu afgemeten en koel. „Maar de winterjas, die u draagt, ziet er nog als nieuw uit, alsof ze een jaar of drie in de kast heeft gehangen in plaats van gedragen te zijn. En misschien herinnert u zich nog, dat u die jas bij mij gekocht, maar nog niet be taald hebt." (Nadruk verboden) De Mij. voor Trust- en Administratiezaken roept de houders van obligaties der beide 4 pet. (5 pet.) 1ste obligatieleeningen anno 1927 en 1931 der Vereeniging „Missiehuis Sittard" (Con gregatie der Priesters van het H. Hart van Jezus) bijeen tot een gecombineerde vergade ring. Voor de beide leeningen wordt voorgesteld de rente te verlagen tot 4 pet. voor de periode van 1 Juli 1941 tot 1 Januari 1946 en de Trustee te machtigen de aflossingen te bepalen. Het Missiehuis Sittard heeft bij de trustee het verzoek ingediend om voor een verder tijdvak verlenging te verkrijgen van de voor deze beide leeningen geldende regeling. Uit de overgelegde cijfers blijkt, dat de finan- cieele toestand den laatsten tijd nog is achter uitgegaan. De inkomsten der drukkerij liepen terug, doordat niet meer aan Duitschland wordt geleverd. Anderzijds komen er in 't geheel geen studen ten meer uit Duitschland, zoodat de pension geiden daalden van 6.023 in 1938 tot 1.983 in 1940. De trustee meent, dat het voorstel niet on redelijk is. Zy acht het echter te gevaarlijk bin dende voorschriften te geven op langen termijn voor een vermindering van den schuldenlast. Ook van de Duitsche huizen, die nog gelden aan het Missiehuis Sittard verschuldigd zijn, kan onmogelijk meer dan tot nu toe worden ge ïncasseerd. 's-GRAVENHAGE, 9 Mei. Koersen voor stortingen op 10 Mei 1941 tegen verplichtingen luidende in: Belga s 30.1432 Zwltsersche francs 4336 Fransche francs 3.768 Lires 9.87 Deeusche kronen 3637 Noorscne kronen 42.82 Zweedsche kronen 4435 Tsjechische kronen (oude schulden) 6.42 Dinar (oude schulden) 3.43 Dinar (nieuwe schulden) 433 Turksche ponden 1.45% Lewa 2.30 Pengoe (oude schulden) 36.519 Pengoe (nieuwe schulden) 45.89 Zloty (oude schulden) 35.— Zloty (nieuwe schulden) 37.68 Lei 1.28. NEW YORK, 9 Mei 1941. De New Yorksche effectenbeurs opende vandaag onregelmatig, werd later echter wat beter gestemd. Over het algemeen viel een bepaalde onzekerheid niet te miskennen. Nog steeds vormt de houding der Ver. Staten op het terrein der buitenlandsche politiek een onderwerp van bespreking en ter beurze was men van meening, dat de huidige luchtaanvallen op Engeland tot een massaal of fensief in de lucht zouden kunnen leiden. De markt ontleende steun aan de vaste stem ming der goederenmarkten. Bij opening waren de koersschommelingen bij kleine omzetten ge ring. Men verwachtte, dat een aanzienlijk deel van het gekochte materiaal binnenkort weder aan de markt zou komen. Tijdens het verder verloop bleek er neiging te bestaan tot winst nemingen, waarbij men echter een voorzichtige keuze deed. Onder leiding van luchtvaartaan- deelen spoorwegfondsen, petroleumwaarden en staatsfondsen ontstond een licht herstel. Liqui daties, met het oog op het weekeinde voorkwa men evenwel .een verdere koersstijging. De han del bleef daarbij zeer gering. Luchtvaartaandee- len gingen echter neiging tot dalen vertoonen en Douglas Aireraft leed een koersverlies van een punt. Tijdens het laatste beursuur kwa men koersschommelingen van iets grooteren omvang niet meer voor. De beurs sloot prijs houdend. Vandaag werden 654 fondsen verhandeld. De noteeringen van 255 daarvan zijn gestegen, die van 217 andere gedaald. De 18? overige onder gingen geen verandering Slotk. Slotk. Slotk. Slotk. NEW-YORK 9/5 8/5 7/5 6/5 Air Reduction 39% 40 38% 38% Allied Chem148% 148% 149 149% American Can 79 78% 79% 79% American Radiator 6 6% e% 6% Amer Rolling 13% 14 13% Am. Smelting 38% 37% 37% 37% Am. Sugar Refining 16 15 A 15'% 15% Amer Tel Tel 149% 149% 149% 149% Am. Tobacco B 66 66 t 68 67% Am. Waterworks 4% 4% 4% 4% Anac. Copper 24% 24% 24% 24% Atchis Topeka 29% 29% 29% 30% Baldwin Locomotive 13% 13% 13% 14 Baltim. Ohio 3% 3% 3% 3% Bethlehem St69% 69% t 71% 71% Canada Pacif3% 3% 3% 3% Com Investm 29% 3030% 30% J. L Case 46% 47 47 47% Ches Ohio36J4 36% 36% 37% Chicago Rock Isl. Chrysler Corp56% 56% 56% 57% Cons Edison 18% 18% f 19% 19% Delaw Huds11 11 10% 11% Detroit Edison C. 20% 20% 20% 20% Dupont d'Nem 140 140% 140V, 140% Eastman Kod 124% 123% 124 125V, Gener Electric 29 28% 28% 29 Gen Foods Crp 36 36 36 36 Gen. Motors 38% 38% 38% 37% Goodyear Tyr 17% 17 17% 17% Hudson Motor 3 3 3% 3% int. Harvester 44% 44 43% 43% Intern. Nickel 24% 25 24% 25% International Paper 13% 13% 13% 13% Int. Tel. a Tel. 2% 2% 2 2 Kenn. Copper 34 33% 32% 32% Mack Trucks Incorp. 25% 25 25% 35% Montgomery 32 32% 32% 32% National Biscuit Co. 15% 15% 16 16 N. Z. Central. 13% 13% 13% 15% Norfolk Western 194 194 194 198 Nord. Amer. n.a. 11% 12 12 12% Northern Pacific... 7% 7% 7 7% Packard 2% 2% 2% 2% Pennsylvania 24% 24% 24% 24% Proctor Chamble 50% 50% 50 50 P Serv of N.J22 22% 22% 22% Pullman Incorporat. 24% 24% 24% 24% Pure Oil Company 9% 9% 9% 9% Radio Corp33% 3% 3% Reading Company 15 15 15 15 Republic Steel 17% 17% 17% 18% Reyn Tobac. B. 29 29% 29% 29% Sears Roebuck 69% 69%t 69% 6954 Shell Union Oil 14% 13% 13% 13% Socony-Vac 9% 9% 9% 9% Southern Pacific 12% 12% 12% 12% Southern Railway 13% 13% 13% 13% Standard Brands 5% 56% 5% St. Oil N.-Jere 36% 36% 37% 37'/4 Texas Gulf Sulphur 34% 34% 34% 33% Tw. Fox Film5% 5% 5% 5% "Union Carbon 65% 65% 66 65% Union Pacific 80% 80 80% 79 Unit. Aircraft 38% 38 37% 38 United Corpor United Fruit Com- 61 61 60% 60% Un. States Ind. Ale 22 21% 22 22% Un. St. Rubber 22% 21% 22 21% Un. St. Steel 53% 52% 52% 53% Un. St. Steel pr. 118% 119% 119% 119% Western Union 20% 20% 20% 21 Westing house 87% 88% 88% 87% Woolworth 27 27 26% 27% laten, t ex-dlv„ ex-recht, ex-coup„ bled. S Nadruk verboden „Ik ben Pangeran Jeludin ben Pangeran, di Gadong Yoesoef Ali" antwoordde hij en nu klonk er werkelijk trots uit zijn stem. Ik' wist onmiddellijk, wie hij was. De naam van zijn vader zei het me. Ik zag hem met groote belangstelling aan. Dit was dus de zoon van Yoesoef Ali, die het Gouvernement ge trotseerd had, nadat de Sultan van Zoeloe zijn vermeende rechten op Noord-Borneo had af gestaan. Ik wist heel weinig van Jeludin, maar de geschiedenis van zyn vader was me bekend ge noeg. Hy was een Zoeloesch edelman geweest, dien de Sultan het zoogenaamde administratief beheer van sommige zijner Bomeosche bezittin gen had toevertrouwd vóór de komst der Europeanen. Hij was er in goeden doen door gekomen, want na den Sultan de belastingen betaald te hebben, die hij verwachtte, haaide hij nog uit de streek wat er uit te halen was. Over eenkomstig de Maleische gewoonte bestonden de onderdanen voor het gemak van den Staat. Hij had macht gehad over leven en dood en zij, die het waagden te protesteeren tegen de be lastingen, die hij oplegde, vonden spoedig hun einde. Nadat de Sultan het grondgebied aan de Europeanen had afgestaan, was Yoesoef Aii op denzelfden voet blijven dooraan en was een doorn in het oog van het Gouvernement. Men had van allesgeprobeerd om hem tot rede te brengen, maar hij was twistziek en had er zich nooit aan kunnen wennen zich voor het nieuwe regiem te buigen. Tenslotte, toen hij aan spraak bleef maken op een grot met waarde volle eetbare vogelnestjes, werd een kleine politiemacht op hem afgezonden om de rechten van het Gouvernement te handhaven. Hij stelde zich teweer en werd doodgeschoten. Het was een ongeluk, maar Yoesoef Ali had het zich zelf te wijten. Die geheele geschiedenis snelde door mijn geest, terwijl ik naar Yoesoef Ali's zoon keek. Ik had mijn tong wel kunnen afbijten, omdat ik hem zo onceremoniëel gegroet had. Want, wat zijn vader dan ook uitgehaald mocht hebben, Jeludin was een man van adellijke afkomst en daardoor had hij recht op een bejegening, zooals het Maleische gebruik voorschrijft. „Ik vraag u vergiffenis, Tunku," zei ik. „Ik groet u als den zoon van uw vader. Ik kende hem. Hy was een groot krijger." „Zijn lot was ongelukkig," antwoordde Jeludin. „Zijn hart was een beetje heet gebakerd tegen het Gouvernement," kon ik niet weer houden op te merken. „De Prentah .vermoordde hem," ant woordde Jeludin bitter, 't Maleische woord voor Gouvernement gebruikend, „en met zijn dood is alles anders geworden. De blanke heeft de vorstelijke rechten omlaag gehaald en zijn eigen gebruiken in de plaats gesteld." Ditmaal paste ik op niet te fel op zijn ver ontwaardiging in te gaan. „Misschien zullen de nieuwe gebruiken toch nog beter blijken te zijn dan de oude," zei ik, echter zonder de geringste hoop, de zaak voor dezen edelman er aantrekkelijker mee tq maken „Barangkali, Toewan. Het is mogelijk." Het was te beschaafd om over dit punt te kibbelen en scheen er geen bezwaar tegen te hebben, het daarbij te laten. Evenmin kon ik veronderstellen, dat het hem erg zou ontroeren, wanneer ik maar weg kraste. Maar ik wilde wel wat meer van hem weten, en ik was ook nog nieuwsgierig naar iets anders. Zooals ik reeds zei, wist ik heel weinig van Jeludin en het beetje, dat ik van hem wistwas, dat hij getrouwd was met een nicht van den Sultan van Zoeloe. Deze prinses Dayang zooals ze daar genoemd werd was, zooals we in Elupora gehoord hadden, geen gewone in- boorlinge. Niemand kon beweren, haar ooit te hebben zien loopen, daar ze overal, waar ze zijn moest, heengedragen werd in een draag stoel. Men schreef haar de eigenschap van het tweede gezicht toe. Zelfs Yoesoef Ali, zco ver telde men, had naar haar raadgevingen ge luisterd, zonder er echter zelf blijkbaar veel profyt van gehad te hebben, zooals de geschie denis uitgewezen had. Wat er ook van waar was, zij was 'n groote vrouw, en naar ik genoord had, moest zij uitermate mooi zijn. Begrijpelijker wijze stelde ik er dus prijs op haar eens te zien. Na een kort onsamenhangend gesprek, dat zeer omzichtig om alle politieke dingen heen- koerste, kwam ik eindelijk op het punt, waar ik wezen moest. „Is het den Resident geoorloofd kennis te maken met de Dayang Alimah?" vroeg ik. Een paar oogenblikken zag Jeludin mij zwij gend aan en ik wist, dat hy erover dacht, dat mijn manieren, trots mijn klaarblijkelijke kennis der Maleische etiquette een beetje zonderling waren. Van den anderen kant: ik was de Resident, en zijn eigen manieren waren te goed om het mij te weigeren. „Buleh juga, Towan," antwoordde hy. „Wan neer gij het wenscht." Hij verhief zijn stem: „O, Sabtu!" riep hij. Er klonk getrapel van bloote voeten van achter het huls uit en een oogenblik later zag ik den ouden schelm dien Ik later zoo goed zou leeren kennen. „Dit Is Panglima Sabtu," zei Jeludin by wyze van voorstellen. Wy wisselden een groet. Zelfs in de scheme ring kon ik zien, hoe afschuwelijk verminkt zijn rechterhand was. „Maak licht," beval Jeludin, „en zeg dan aan de Dayang dat Toewan Resident kennis met haar wenscht te maken." Panglima Sabtu hoorde deze bevelen met de grootste eerbiedigheid aan. Hij verdween weer achter het huis en keerde terug met in zijn „klauw" een toorts, waarmee hij de twee gele waskaarsen aanstak, die in koperen kande laars stonden en met geel doek omwikkeld waren. Ik herkende dit als teeken van Malei sche vorstelijkheid. „Toewan wil binnentreden?" noodigde Jeludin mij hoffelijk uit, alsof hij me in een paleis bracht in plaats van in een bamboehut. Ik ging het kleine trapje op en trad binnen. Er was niets anders in het vertrek dan de kan delaars, een paar mooie oud-koperen potten, die langs de muren gerangschikt stonden, en een verhooging, waarop een heel groote matras lag, met gele draperieën behangen en overdekt met een groote mat, die afgezet was met goud-draad en zijden boorden en waarvan de hoeken ge borduurd waren. Op de matras lag een soort peluw met zilver versierd. Aan het hoofdeinde van dit bed, dat overdag als rustbank ge bruikt werd, waren vier van die houten doozen opgestapeld, waarin de Maleiers hun kleeren en juweelen bewaren Op den vloer lagen nog een paar gekleurde matjes verspreid. Een paar minuten later kwam de Dayang Alimah binnen, gekleed in een schitterende gele sarong, met een glinsterenden gouddoek over hoofd en schouders. Voor een Maleische vrouw was ze niet jong meer; ongeveer dertig, zoowat twee jaar ouder dan haar echtgenoot. Maar toch was zij mooi, van haar met alhenna geverfde nagels af tot haar groote schitterende oogen, die me van onder het gouddoek vast aankeken, toe. Jeludin zag er uit zooals van hem verwacht kon worden: als een jonge aristocraat maar de Dayang. had bepaald iets vorstelijks over zich. Zij had de houding van iemand die gewend is te bevelen en den indruk dien zij zelfs in dat eerste oogenblik onzer kennismaking, op mij maakte was dat ik mij in de tegenwoordigheid van een machtige persoonlijkheid bevond, een heerschzuchtige vrouw, geheel verschillend van de gewoonlijK onnoozele Maleische dame met neergeslagen oogen. Haar eerste woorden versterkten dezen in druk nog, want zij groette mij met het Ara bische „Salaam aleikum", inplaats van het ge bruikelijk Maleische: „Salamat berjumpa Toewan." Dit waarschuwde mij er voor, dat zij op haar waardigheid van Zoeloe-prinses prijs stelde. Met Jeludin had ik me al eens leelijk vergaloppeerd, bij haar besloot ik die stommiteit niet uit te halen en gaf haar dus het Arabische antwoord. Zij scheen daar niet ongevoelig voor en werd iets minder gereserveerd, toen zy zich op de rustbank zette. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 2