Frauduleuze slachtingen een gevaar
voor de volksgezondheid
PUROL
Stoffelijk overschot van
den ex-Keizer bijgezet
Hore Belisha over de
oorlogvoering
DINSDAG 10 JUNI 1941
Waarschuwing aan het
publiek
Groote aanvoer van aal te
Lemmer
Trambotsing bij Nijmegen
SCHOONHEID VAN HET
LANDSCHAP
Harige buurürouwen-ruzie
Fransch communiqué over
den strijd in Syrië
BERLIJN EN IRAK
Gerookte paling in trek
Onbegrijpelijk ongevalwaarbij
10 passagiers werden gewond
Legitimatieplicht blijft
Suikerwerk» en Chocolade
fabrikanten
Prof. Dr. HANS PFITZNER
IN ONS LAND
De ontbonden padvinders
organisaties
Afwikkeling der geldzaken
[pUROLj CieXjQTid wvt de Huid,
Korpsführer Hühnlein in
ons land
Dr. P. A. F. Vlekke f
Lichamelijke oefening
UIT DE STAATSCOURANT
Burgemeester
Belastingen
De taak der overheid bij de
verzorging
Landschapsschoon en
agrarisch bedrijf
„Gas en electra zijn één,
juffrouw.
Kritiek op Britsche strategie en
propaganda
Inbraken in pastorieën
Vecht- en Veenstreek is onveilig
Staatsexamens muziek lager en
middelbaar onderwijs
Brand door bliksem-inslag
Vrijheidsstrijd der Arabieren
niet ten einde
Irak verbreekt betrekkingen
met Italië
Öe Veterinaire Hoofdinspecteur van de Volks
gezondheid, prof. dr. H. O. L. E. Berger schrijft
ons:
Op het onsociale karakter van de clandestiene
«achtingen van vee rundvee, schapen en
varkens is reeds van verschillende zijden de
Aandacht gevestigd. Behalve het onsociale ka
rakter heeft dit euvel nog 'n bedenkelyken kant,
111 verband staande met de consumptie van
°hgekeurd vleesch.
Er wordt wel eens gevraagd, of aan het mit
ogen van „gesmokkeld" vleesch gevaren voor
oen consument zijn verbonden. Dit is inderdaad
het geval. Deze gevaren zijn zelfs zeer groot,
piet zonder reden zijn er in alle beschaafde
ancien wettelijke maatregelen genomen ter be
scherming van den mensch tegen gevaren.
J'aaraan hij bij het eten van vleesch blootstaat.
Oaarvoor dient een vleeschkeuringswet. Zulk
wet heeft een sterk preventieve (voorbe
hoedende) werking. Dit blijkt, wat Nederland
betreft, uit de jaarverslagen, door mij van de
inwerkingtreding der algemeene, verplichte keu-
hig af uitgebracht. Laat mij willekeurig een
oorbeeld nemen; het jaar 1937. In dit jaar
™erden gekeurd:
hinderen 350237 waarvan afgek. 19487
paskalveren 78910 waarvan afgek. 12622
ctte kalveren 114424 waarvan afgek. 2674
hOchtere kalveren 556502 waarvan afgek. 33642
arkens 1094692 waarvan afgek. 32727
schapen 202545 waarvan afgek. 14008
p ten 11747 waarvan afgek. 3785
eenhoevige dieren 26523 waarvan afgek. 7059
By déze getallen moeten wij feitelijk nog voe-
jph "nis „niet volkomen deugdelijk" de hoeveel
heden, welke slechts voor consumptie werden
toegelaten, nadat zij aan een bepaalde bewer-
waren onderworpen, d.z. de zoogenaamd
horwaardelijk goedgekeurde, geslachte dieren.
Men herinnere zich het dezer dagen gepu-
üceerde onderhoud van het A.N.P. met den
h'tecteur van het Abattoir te Amsterdam, den
j®er R. h. Veenstra, die reeds, met enkele voor
beelden, heeft gewezen op de gevaren, welke
Neigen, als men ongecontroleerd vleesdh koopt
Be omstandigheid, dat er in Nederland m
eh loop der jaren slechts sporadisch vleesch-
ergiftiglng is voorgekomen, is uitsluitend te
anken aan de uitnemende werking van onze
teeschkeuringsdienstend. w. z. aan de uitvoe-
,'hg van de Vleeschkeuringswet (Staatsblad
®19> No. 524).
Be enkele malen, dat een werkelijke vleesch-
Cfgiftiging zich voordeed, betrof het zoo goed
steeds gévallen, d'ie het gevolg waren van
"?hgekeurde huisslachtingen" of van clandestie-
7®, slachtingen, welke laatste overigens vóór de
"Isismaatregelen in mindere mate voorkwamen
Bierbij verdient de aandacht, dat niet tot
vieeschvergiftigingen worden gerekend de
pVallen, waarin oorspronkelijk goedgekeurd en
j>ezond vleesch door slechte bewaring in de
huishouding of door andere bijkomstige infec-
:le ondeugdelijk is geworden. Zoodanige gevai-
eh worden gerekend tot de groote groep der
V°edselvergif tiging.
Br zijn nog steeds menschen, die meenen, dat
pj zei ven wel „aan het vleesch kunnen zien" of
het
deugdelijk voor consumptie is en dat zij
met al zijn egoïsme is het toch mogelijk, dat
hij zijn eigen belangen slecht dient en zichzelf
in lichamelijk gevaar brengt. Want door onge
keurd vleesch te eten loopt hij groote kans, dat
heel kleine wezentjes, den mensch vijandig ge
zind, in zijn lichaam worden binnengesmokkeld
en daar een, misschien doodelijke, verwoesting
veroorzaken.
De vorige week is de palingaanvoer uit het
IJselmeer enorm geweest, zoo wordt uit Lemmer
aan de Telegraaf bericht. En daar deze visch
voor de nog tamelijk hooge maximum-prijzen
wordt verhandeld, maken de visschers gouden
dagen. Wel is waar is Juni reeds gekomen en
mag er dus ook weer op snoekbaars worden ge-
vischt, evenals op baars, karper, bot en andere
vischsoorten, maar tot nu toe is er voor de aal
verreweg de grootste belangstelling.
Duizenden kilogrammen worden dagelijks aan
gevoerd. Sommige schepen brengen soms in één
keer bijna duizend pond aan den afslag. Er
heerscht aan de haven momenteel dan ook een
prettige bedrijvigheid, welke, wanneer het weer
meewerkt, nog wel een tijdlang kan voortduren.
Ook de rookerijen hebben een goeden tijd. Te
Laaxum is een rookerij, welke langen tijd leeg
stond, weer in bedrijf genomen en thans vinden
daar verscheidene handen weer werk. In groote
hoeveelheden wordt de paling gerookt en een
flink deel wordt met de booten naar Amsterdam
verzonden, om aan de overzijde van het IJsel
meer te worden verkocht. Helaas is de gerookte
visch zeer prijzig en dat is er waarschijnlijk de
oorzaak van, dat men hier aan de haven nogal
eens probeert wat ondermaatsche visch te be
machtigen. De politie treedt hiertegen echter
streng op en zoo is dezer dagen nog proces-ver
baal opgemaakt tegen iemand, die een koffer
vol ondermaatsche visch vervoerde.
ÖUs <je wetenschappelijke keuring wel kunnen
bassen. Dezulken worden er met nadruk op
gewezen, dat zij het mis hebben!
Bnder vleeschkeuring wordt verstaan een
?eskundig onderzoek: de beoordeeling van
geslachte dier, met alle organen en Inge
landen erbij, met betrekking tot de deugdelijk
heid ervan als voedingsmiddel voor den mensch.
r*1 aan deze keuring van het geslachte dier
opdat nog grootere zekerheid worde ver-
*?e8en, het onderzoek van het dier in leven-
~®n toestand vooraf. Bovendien moet men niet
1 w11 ba cteriologische onderzoekingen op het
aboratorium verrichten om in twijfelachtige
^vallen de kwestie der deugdelijkheid tot
h oplossing te brengen.
Bu js anéén de deskundige, de dierenarts
®>et zijn veelzijdige en gespecialiseerde kennis,
hj staat een volledige keuring te verrichten en
^spraak te* doen. Bij de gewone keuring kan
J worden bijgestaan door personen, die
an Rijkswege daartoe in staat gesteld een
^mentaire kennis van de vleeschkeuring heb-
7®h opgedaan en wier beperkte bevoegdheden
ettelijk zijn geregeld.
By dit alles moeten wij goed begrijpen, dat
i«esch, schadelijk voor de gezondheid, heel
lltv1 kan schijnen. Het is bij' voorbeeld moge-
"N dat het een mooie, roode kleur vertoont
als men het voelt vast blijkt, terwijl de leek
°ok overigens geen afwijkingen van het nor-
p aan kan bespeuren, maar dat het gebruik
«tvan desondanks levensgevaarlijk voor den
?ebsch is. Vooral bepaalde lagere organismen,
SM?teri®n' zijn aan de vieeschvergiftigingen
^huidig. Deze bacteriën vindt men in vleesch
a organen bij zieke dieren van onderscheiden
^°rt- Voor den mensch, die zulk besmet
eesch nuttigt, zijn deze vergiftigingen in vele
fallen doodelljk. Dikwijls beperkt de ziekte
oh niet tot één geval, maar treft zij vele ge-
hnen tegelijk, die alle van het vleesch van
0>h dier hebben gegeten. Bovendien zijn er
hef bePna,lde, evenmin als de bacteriën voor
bloote oog zichtbare, parasieten, die in het
j oosch kunnen voorkomen en die den mensch
jj' Wat onaangenaamheden en ongemakken
J?tlen bezorgen, ja, soms zijn dood ten ge-
iv hebben-
Bet arenb°ven bestaat het gevaar, dat het on-
^urae, clandestien in den handel gebrachte
ecsch, indien het soms op zichzelf al eens
„ordelijk is> door de onhygiënische behande-
<je,e etwan in de clandestiene bedrijfjes ondeugr
*ekv kan worden. Dit kan geen verwondering
•telt* als men ®cl1 de omstandigheden voor-
Hiel Waaronder de clandestiene slachtingen
a81 plaats vinden- z« geschieden vaak in
Wekere en vuile omgeving. Na de
Zondagavond zijn op den rijksweg Nymegen-
Maastricht by den scheidingsweg te Nijmegen
twee trams in botsing gekomen, waarbij aan
zienlijke materieele schade werd aangericht en
tien personen verwondingen opliepen, aldus be
richt het Handelsblad.
Uit de richting Nijmegen naderde een per-
sonentram van den Maasbuurtspoorweg met be
stemming Gennep, terwyl uit de tegenoverge
stelde richting een tram, komende uit Gennep,
naderde. Het uitzicht is ter plaatse zeer goed
en het is onbegrypelijk, dat de machinisten het
gevaar niet tijdig hebben gezien. Trouwens, nog
veel onbegrijpelijker is het, dat de beide trams
elkaar hier op enkel spoor tegemoet reden. Het
gevolg was, dat de trams, ondanks krachtig
remmen op het laatste oogenblik, met een
flinke vaart en een daverenden slag tegen elkaar
reden.
Beide locomotieven -werden zwaar gehavend
en de personenrijtuigen moesten het eveneens
deerlijk ontgelden. De ruiten braken, een der
wagens sprong uit de rails en een aantal an
dere werd ontzet Als door een wonder bleven
de beide machinisten ongedeerd, doch de reizi
gers werden door den schok tegen elkaar ge-
stooten, zoodat velen kneuzingen en door glas
scherven bloedende kwetsuren hadden opge-
loopen.
Aanvankeiyk liet het ongeluk zich zeer ern
stig aanzien, temeer daar vele reizigers geheel
overstuur waren door de botsing. Twee genees-
heeren waren spoedig ter plaatse en verleenden
de eerste hulp; daarbij bleek, dat het met den
toestand van de gewonden meeviel. De mees
ten konden, na verbonden te zijn en na wat
op verhaal te zijn gekomen, op eigen gelegen
heid hun reis vervolgen. Slechts één man, die
een ribfractuurhad gekregen, moest in het
Sint Canisiusziekenhuis worden ojJgenomen. Na
eenige uren had men de beschadigde tram
stellen weer in de rails geplaatst en konden
zij naar Gennep worden getrokken. De politie
stelt een onderzoek in en tracht de verant
woordelijkheid voor den zonderlingen gang van
zaken vast te stellen.
slachting
WatT" het vleesch dikwyis met verontreinigd
klti gespoeld. Ter voorkoming van ontdek-
®eh6 beWaart en vervoert men het vleesch op
Bet die spot met elk begrip van hygiëne
bewaard onder mestvaalten, in gier-
•tM.00» °P smerige zolders en in en onder bed-
bj) n; Het wordt vervoerd in kinderwagens,
'dzoov'6 1*arren onder onzindelijke bedekking,
da^^bien zal men het eigenaardig vinden,
a- blJ al die frauduleuze slachtingen, zoo
s hóórt over vieeschvergiftigingen of
hy, Blaar dit is nog al begrypeiyk. Want
ïlUttJ0 zlek ls geworden ten gevolge van het
hiet
van zulk vleesch, zal wel zoo wüs zijn,
de zjguj1 de groote klok te hangen, dat hy zich
^lf 0 door dat gesmokkeld vleesch te koopen
Zlek i? öen hals heeft gehaald. Zou er iemand
B®1 ig rden door consumptie van vleesch, dat
f?eurd> doch welks afwykingen over het
beurcj.Zi.;n gezien, dan zou daarentegen het ge-
hie6tl bjhnen den kortst mogeiyken tyd alge-
h worden gemaakt!
j ~®h landgenooten, koopt géén vleesch
hjch dauduleus geslachte dieren. Doet gy het
hsclw Zi^ er mede schuldig aan, dat de
toe van g°«den wille minder vleesch krij-
^^UnfeWezen' Wie vleesch, van frauduleuze
8eh afkomstig, koopt, is zelfzuchtig. En
In aansluiting op het bericht in de dagbla
den, dat men het „Persoonsbewüs" pas met in
gang van 1 Januari 1942 by zich behoeft te
hebben, is by het publiek het misverstand ont
staan, dat men nu ook het tot dusverre gel
dende identiteitsbewys niet by zich behoeft te
dragen.
Van bevoegde zyde vestigt men er echter de
aandacht op, dat nog steeds van kracht is de
verordening van 6 September 1940, no. 132, van
den secretaris-generaal vari het departement
van Binnenlandsche Zaken, waarby iederen Ne
derlander de verplichting is opgelegd, tot
aan het tydstip van invoering in het bezette
Nederlandsche gebied van éénvormige identi
teitskaarten, het hem van overheidswege uit
gereikte identiteitsbewijs, voorzien van foto, ten
allen tyde by zich te hebben, terwyi het in
stryd handelen met dit voorschrift strafbaar
biyft.
Te Amsterdam is de algemeene jaarvergade
ring gehouden van de Ned. Ver. van Suiker
werk- en Chocoladefabrikanten.
Tot bestuursleden werden gekozen de heeren
G. Bakker (directeur T. O. C., Nykerk), voor
zitter, B. E. Dieperink (Voornveld Co., Am
sterdam), secretaris. C. J. L. de Jong (Paré,
Den Haag), L. Jamin (Rotterdam), L. A. Ha-
gers (Beukers Rijneke, Rotterdam), J. B.
Dibbits (Lonka, Breda), G. A. de Vries (Venz,
Vaassen).
Tot leden van de commissie voor de Cacao-
en Chocoladefabrikanten werden gekozen de
heeren L. F. M. Bensdorp, P. J. Kopteyn
(Union, Haarlem), P. J. Rademaker (Den
Haag), G. A. de Vries (Venz, Vaassen).
Tot leden van de commissie voor de suiker
werkfabrikanten werden gekozen de heeren
C. J. L. de Jong (Paré, den Haag), T. J.
Overwater (Red Band, Roosendaal), mr. J.
Pel (Leiden), Th. Smulders (Bonera, Gouda).
Na de verkiezingen werd een bespreking ge
houden over de komende organisatie van het
bedrijfsleven; de vergadering besloot tot de
commissie-Woltersom het verzoek te richten,
om de organisatorische eenheid van de zoet
waren-industrie te willen bevestigen door de
instelling yan een bedrijfsgroep Zoetwaren,
onderverdeeld in de vakgroepen, die de ver
schillende producten der zoetwarenindustrie om
vatten.
Tot slot hield de heer B. H. Wellmann een
causerie over de prij zenbeschikking.
Prof. dr. Hans Pfitzner zal 26 Juni a.s. in het
Kurhaus te Scheveningen een symphonieconcert
dirigeeren.
De voormalige penningmeesters der by decreet
van den Höheren S.S. Polizeiführer by den ryks-
commissaris voor het bezette Nederlandsche ge
bied ontbonden padvindersgroepen worden bp
deze opgeroepen, om de onder hun beheer zpnde
geldbedragen van hun padvindersgroepen, voor
zoover "deze nog niet door de politie-organen in
beslag genomen werden, tot uiterlpk den 25sten
Juni a.s. op het conto der groep 5 van de Han-
delsmaatschappy H. Albert de Bary en Co. N.V.
te Amsterdam te storten.
Dfe personen of lichamen, die nog een vorde
ring op de ontbonden padvindersgroepen heb
ben, worden opgeroepen deze vorderingen ter
onderzoek in te dienen bij den beheerder der be
zittingen van de ontbonden padvindersorganisa
ties, Waalsdorperweg 102, Den Haag, tot uiter-
iyk 1 Juli 1941.
Vorderingen, welke na genoemden datum wor
den ingediend, kunnen niet meer in behandeling
worden genomen.
ELzuivert, verzacht,geneest
DOOS 3O-60.TUBE 4-5 CT.
In den loop van deze week zal Reichsleiter
Adolf Hühnlein, de korpsführer van het natio-
naal-socialistische Kraftfahrkorps een bezoek
aan Nederland brengen. Zpn bezoek betreft zyn
in Nederland ingezette N.S.K.K.-mannen.
Korpsführer Hühnlein is in ons land geen on.
bekende. Niet alleen als leider van het Kraft
fahrkorps. doch ook als leider van de Duitsche
Kraftfahrsport heeft Reichsleiter Hühnlein zich
groote verdiensten verworven. Aan zyn ruste-
looze werkzaamheid en onvermoeide streven is
het te danken, dat het denkbeeld der motori
seering in Duitschland voor altyd vast verankerd
kon worden.
Te Stampersgat is Zaterdag na een langdu
rige ziekte overleden dr. P. A. F. Vlekke, oud-
dïrecteur van de Coöperatieve Beetwortel-
suikerfabriek en Raffinaderp „Dinteloord" en
van de vennootschap tot exploitatie van suiker
fabrieken te Dinteloord.
De overledene, die 17 Juni 1876 te Oud-Gas
tel jwerd geboren, studeerde te Amsterdam en
Freiburg, waar hij in 1909 promoveerde. Hp was
ridder in de Orde van Oranje Nassau.
De plechtige uitvaartdienst wordt Woensdag
morgen te Stampersgat gehouden.
AMSTERDAM. Voor akte-examens lichame
lijke oefening L.O. zijn geslaagd de heeren H.
van Veen, Enschede en K. Sanders, Enschede.
L. Schiethart is, gerekend van 3 Juni 1941
af. opnieuw tot burgemeester van de gemeenten
Vreeland en Nigtervecht benoemd.
Tot ontvanger der directe belastingen en ac-
cynzen te Goor is benoemd K. van Wpk, com
mies der directe belastingen, invoerrechten en
accynzen ter inspectie der invoerrechten en
accynzen te Utrecht.
In een besloten bijeenkomst van de contact
commissie voor Natuur- en Landschapsbe
scherming hebben de heeren H. Cleyndert, M.
Wiegersma en J. M. baron de Weichs de Wenne
gesproken over de overheidszorg voor het land
schap. Aan een verslag in de N. Rott. Crt. ont-
leenen wij, dat de heer Cleyndert de taak der
overheid bij haar zorg voor het landschap drie
ledig noemde, t.w. de opvoedings- en voorlich
tingstaak, de bemiddelingstaak (het tot elkan
der brengen van de verschillende partijen die
ingrijpen) en de eigenlijke welstandstaak. De
enkele aesthetisch geslaagde ontginningen van
den nieuwen tpd, zooals het landgoed De Utrecht
ten Zuiden van Tilburg, achtte spr. een be-
wps voor de stelling, dat bpzondere landschap-
kundige zorg, gepaard met zoo mogelpk het spa
ren van een deel van het natuurlijke landschap,
een nieuw schoon geheel kan doen ontstaan.
Een deel van de taak zal hierbp door de
overheidsinstanties in het kader van de alge
meene nationale regeling moeten worden ver
richt.
In hét bijzonder stond de heer Cleyndert stil
bij het gedeelte der landschapsverzorging, dat
betrekking heeft op de in ons land te onder
nemen of reeds aan den gang zijnde cultuur
technische werken. In afwachting van de in
werking treding en de practische toepassing van
het Nationale Plan dient z.l. de bepaling van de
Natuurbeschermingsbeschikking van 5 en 6
April 1940 ook toepasselijk verklaard te worden
op al of niet voor eigen rekening in vry bedrijf
door particulieren, openbare lichamen e.a. te
ondernemen cultuurtechnische werken. In de
tweede plaats moet naar zijn meening, bij al
deze werken landschapsdeskundig advies en toe
zicht van een door het departement van On
derwijs, wetenschap en cultuurbescherming te
keuren deskundig persoon of instantie verplicht
worden gesteld, terwijl ook na beëindiging der
werken dergeiyk toezicht (dus biy'vend) noodig
zal zyn. Al deze bepalingen moeten zoo spoedig
mogeiyk in een afzonderlüke verordening wor
den vastgelegd, en tenslotte zal eveneens bin
nen den kortst mogelijken termyfl een wet op
de bescherming van natuur en landschap moe
ten worden uitgevaardigd.
Voor de Iandschapsdeskundige medewerking
komen in aanmerking naast het Staatsbosch-
beheer de particuliere landschapsarchitecten en
de provinciale landschapscommissies. Daar
naast acht de heer Cleyndert echter noodig de
aanstelling van enkele vaste Rijksinspecteurs
voor het landschap, evenals de Staat die heeft
voor de Volkshuisvesting en de Volksgezond
heid. Ten einde te voorzien in het tekort aan
landschapsarchitecten bepleitte hij den ouden
eisch van reorganisatie en uitbreiding van de
opleiding tot tuin- of landschapsarchitect aan
de Hoogeschool te Wageningen. Ook te Delf en
elders moet aan deze zaak de noodige aandacht
worden besteed. Uitvoering van het Nationale
Plan stelt ftan de hiervoor benoodigde vakkun-
digen hooge eischen.
De 'tweede spreker, de heer Wiegersma, be
handelde meer in het byzonder het behoud van
het landschapsschoon in verband met de ont
wikkeling van het agrarisch bedrijf en ver
wachtte, dat de nieuwe Rüksdienst voor het
Nationale Plan zal uitgroeien tot de organisatie,
waarnaar zoo reikhalzend wordt uitgezien. Spr.
uitte den wensch, dat hierby de centralisatie
niet te ver zal worden doorgevoerd. Onze Ne
derlandsche landschappen zpn zeer verschillend
van karakter en structuur, aldus spreker. Het
verdient daarom aanbeveling dat elk dezer
gewesten in de commissie van bystand een ver
tegenwoordiger krügt- Verder zouden Natuur
monumenten en de Provinciale Landschappen
moeten worden ingeschakeld.
Wy mogen ons niet blind staren op behoud
van het bestaande; voortdurende modernisee
ring van het agrarisch bedrüf was noodzakeiyk
en zij blijft noodzakelijk in de toekomst.
Spr. acht het toe te juichen dat in de ver
ordening betreffende de instelling van een
Rijksdienst voor het Nationale Plan ook de in
stelling van een studiecentrum is voorzien.
Hoe staat onze boerenbevolking tegenoved
deze vraagstukken van landschapsbescherming''
vroeg spr.. Doordat het landbouwonderwy's zich
vrywel had ingesteld op de cultuurtechniek,
denkt de tegenwoordige generatie van boeren
in overgroóte meerderheid alleen aan het ver
krijgen van goede bedrijfsuitkomsten; alle an
dere meer ideëele menscheiyke overwegingen
zün hun daarbij vreemd. Hierin ligt, naar
Er was ruzie in de straat geweest, een hevige
ruzie, welke in een wild gevecht geëindigd was.
Twee vrouwen hadden over de straat liggen te
rollen en een van haar had zich schryllngs
op de ander gezet en zegevierend gezwaaid met
de bossen haar, welke zij uit het hoofd yan
haar vyandin had geplukt.
Het was geen aantrekkelyk tafreel geweest,
dat de buurvrouwen op dien gedenkwaardigen
Septemberochtend hadden moeten aanschou
wen enr het was dan ook te begrijpen, dat een
dezer vrouwen een abrupt einde had gemaakt
aan de vechtpartij door de winnares en de
overwonnene uiteen te jagen in tegenoverge
stelde richting, zooals men dat in proces-
verbaaltaal pleegt uit te drukken. Daarmede
was het in elk geval dien ochtend afgeloopen.
Maar het eigenlijke slot speelde zich nu pas
af. Want de verslagen juffrouw bleek niet ver
slagen genoeg te zyn geweest om den weg naar
het politiebureau niet te kunnen vinden,
En zoo zat dan de vrouw, die met de haren
had gezwaaid en andere wreede dingen had ge
daan, nu op de strafbank in het zaaltje van
den Amsterdamschen politierechter, dr. N.
Muller.
De Juffrouw, die het onderspit had moeten
delven tijdens de troebelen in de straat, gaf
thans een beschrijving van de gebeurtenissen
en het werd een boeiende reportage, waarnaar
men met belangstelling luisterde, zonder 'zich
een oogenblik af te vragen of de fantasie een
grootere rol speelde dan de waarheid.
De juffrouw schilderde dan de prille morgen
stemming in de straat en zij vertelde hoe zij
bezig was de ruiten, waarin de late zomerzon
speelde, te lappen. Zij was in haar lap-bezig
heden gestoord door een buurvrouw, die een
belangrijke mededeeling had te doen en daarom
reeds voor negen uur de trappen was afge
daald. „Juffrouw" had die buurvrouw gezegd,
„Juffrouw hebt u het al gehoord: gas en electra
zijn één geworden". Ongetwijfeld was dat in een
tyd, waarin dikwijls sprake was van concen
tratie op velerlei gebied, een hoogst belang
wekkend feit. De juffrouw liet spons en zeem
lap derhalve een oogenblik rusten en zei: „Zqo
juffrouw, zoo, dat ls niet mis. Gas en electra
één, wie had dat ooit kunnen denken?" En
daarna praatten zy verder over gas en over
electra, die zoovele jaren hun eigen weg waren
gegaan en nu plots geen gas en electra meer
waren doch eenvoudigweg gemeentelyke ener
gie.
En midden in dat pakkende gesprek dat nog
door een derde juffrouw was aangehoord, ver
scheen de wilde buurvrouw, zy had totaal geen
interesse gehad voor gas en electra. zy had
alleen aan zichzelf gedacht en daarom was zy
abusievelijk in de meening gaan verkeeren, dat
er over haar gesproken was
„Je moet my met rust laten", zei zy dreigend
en voor de andere vrouw een antwoord kon
verzinnen had zy haar een klap op het hoofd
gegeven met een tasch. De aangevallene was
teruggedeinsd, zoolang tot zy achterover op
straat rolde. Op dat moment besprong de buur
vrouw haar, zette zich schryings op haar, greep
haar by de keel en plukte haar daarna de
haren uit het hoofd, alsof zy een geslachte kip
voor zich had.
Het was vreeselyk geweest. Bossen haar had
zij in de handen gehad en mocht men de ver
teller tot in de details gelooven, dan zou zij
met de haren, welke zij na de gevechten op
straat bljeengeveegd had, een matras voor een
tweepersoons bed hebben kunnen vullen.
Gelukkig was de juffrouw van gas en electra
handelend opgetreden, zoodat er een einde was
gekomen aan de vernieling van het hoofd van
het slachtoffer. Maar nog was de zegevierende
party de juffrouw nageloopen onder den uit
roep: „Kom er uit, kom er uit, ik ben een
moeder van vyf kinderen." De Juffrouw kwam
er niet uit, voor zy wist naar welk politie
bureau zy moest en toen was de wilde buur
vrouw al verdwenen.
De vechtlustige dame ontkende thans alle
schuld. Er was een veete van anderhalf jaar,
zooals zy mededeelde en sinds het ontstaan
van die veete, was zij zonder eenige reden voor
„steunverraadster" uitgescholden. Ook werd zij
door de juffrouw haar man en haar vriendin
nen veelal „viezerik" genoemd. Dien morgen
was zy weer uitgescholden en toen zy vroeg,
wie nu eigenlyk een viezerik was, had zy een
harde klap gekregen op haar rechter gezicht,
zooals zij dat noemde. De juffrouw, die dus
biykbaar als wyien Janus, twee gezichten had,
was toen handelend opgetreden, met de beken
de gevolgen.
De officier van Justitie, mr. A- S. de Muinck
Keizer, vond dat de juffrouw straf verdiende
en eischte f 15.— of 15 dagen.
De politierechter maakte er f 10.of 10 da
gen van. De juffrouw kon daar echter niet
mee accoord gaan en beloofde met dreigende
stem het hooger op te zullen zoeken.
sprekers meening de grondoorzaak van de
wrijving tusschen de natuur- en de land-
schapsbeschermers eenerzijds en landbouw an
derzijds. Spr. hoopt langs den weg van het on-
derwys en met behulp van het departement op
den duur de medewerking ook van den boe
renstand te verkrijgen.
De heer De Weichs de Wenne besprak de
taak van de gemeente by de landschapsverzor
ging. Drieërlei taak kan, naar hy betoogde,
de gemeente bij de uitvoering van 't Nationale
Plan vervullen; als zelf besturend orgaan en
als zoodanig deel uitmakend van de streek
plan-instelling; als dienend orgaan, belast met
de landschapsbeschrijving ter voorbereiding
van het streekplan-werk, en als autonoom li
chaam. De gemeente kan zelf het goede voor
beeld geven door de natuur te beschermen en
het landschap te verzorgen, terwijl het ook op
den weg van het gemeentebestuur ligt op alle
mogelyke wyzen opvoedend te werken, vooral
by de jeugd.
(Vervolg van pag. IJ
Tydens den droeven tocht van het slot naar
de oude kapel dichtby het poortgebouw speelt
het muziekcorps treurmuziek. Wanneer de stoet
voor de kapel is aangekomen rydt de auto met
het stoffelijk overschot van den ex-keizeT voor
het front van het eerebataillon. Wederom weer
klinkt tromgeroffel en presenteeren de soldaten
het geweer. Wanneer de baar van den auto in
de kapel is gebracht speelt het muziekcorps het
koraal „Ein feste Burg ist unser Gott"
Ter weerszijden van de baar, die in het mid
den van de kapel op een tapijt staat opgesteld,
betrekken vier zoons van den gestorven ex-
monarch in de uniform van het oude leger en
vief kleinkinderen in de uniform van de nieuwe
weermacht met getrokken sabel de doodenwacht.
Op alle vier punten van de baar branden kan
delaren. Langs de wanden van de kapel met
zijn meer dan duizend jaar oude gebrandschil
derde ramen, welke gewijd 'zyn aan de boek
drukkunst, liggen tientallen kransen. Aan den
voet van de baar worden de voornaamste
bloemstukken gelegd vooraan de krans van den
Führer.
In den kleinen ronden ingang van de kapel
verricht de hofpredikant vervolgens de uitvaart-
ceremoniën, welke hy besluit met het bidden
van het „Onze Vader".
Dan speelt het muziekcorps voor het laatst het
koraal „Ich bete an die Macht der Liebe."
Nauwelyks zyn de laatste klanken verstorven
of de zomersche lucht wordt uiteengereten door
een eeresalvo, afgegeven door een compagnie in
fanterie, welke in de nabijheid van de kapel staat
opgesteld. De plechtigheid is hiermede afgeloo
pen. Prinses Heimine en de vroegere kroonprins
onderhouden zich nog eenlgen tijd met den
Rijkscommissaris en de andere hooge autoritei
ten. Het eerebataillon marcheert af op de tonen
van een Yorckschen marsch.
De leden van de keizerlijke familie begeven
zich terug naar het slot. De genoodigden verla
ten Doorn.
STOCKHOLM, 10 Juni (D.N.B.). De vroegere
Britsche minister van Oorlog, Hore Belisha,
heeft volgens de Times in een redevoering in
Edinburgh onder meer verklaard, dat het ver
lies van Kreta een zware slag is voor het En-
gelsche prestige en ook voor de militaire posi
tie van Engeland in het oosten van de Middel-
landsche Zee. Groot-Brittannië lydt de eene
nederlaag na de andere en steeds moeten de
nederlagen geweten worden aan dezelfde rede
nen: miskenning van den waren toestand, ge
brekkige voorbereiding en onvolledige uitvoe
ring van een vastgesteld plan. Iedere tegenslag
is in officieele Engelsche kringen gecommenta
rieerd met dezelfde reeks onbegrijpelijke verkla
ringen en met hetzelfde onjuiste vertrouwen op
de toekomst. Een volkomen nuchtere beschry-
ving van hetgeen de op Kreta strijdende Austra
lische en Nieuw-Zeelandsche troepen bij den
aanval der Duitschers hebben meegemaakt zou
niet alleen, aldus Hore Belisha, iederen En-
gelschman ten diepste schokken, maar eveneens
in de allerhoogste mate verontwaardiging in
boezemen.
Van officieele zyde is voor den aanval "der
Duttschers op Kreta gezegd, dat dit eiland een
verdedigingspositie vormde, die onder alle om
standigheden, het koste wat het wilde, door de
Engelschen gehandhaafd moest worden. Zeven
maanden zyn de Engelschen op dit eiland ge
weest en desondanks was een aanval van twaalf
dagen voldoende om Kreta in handen van de
Duitschers te brengen en de Engelschen van dit
voor hen zoo buitengewoon belangryke eiland te
verdryven. Thans, nu Kreta voor Engeland ver
loren is, moet men in Engeland zelfs een
„sophistische propaganda" niet dulden, welke de
Engelschen zou willen wijs maken, dat de slag
op Kreta op eenigerlei wyze voor Engeland loo-
r.end is geweest. Er wordt onder meer ook be
weerd, zoo constateerde Hore Belisha, dat de
Engelsche tegenstand op het eiland de Engel
schen in staat heeft gesteld een gevaarlyken
toestand elders, vooral in Irak, meester te wor
den. Een dergelyke bewering is naar de mee
ning van spreker voorbarig. Men mag die bewe
ring eerst uitspreken, wanneer geheel Irak wer
kelijk onder Britsche heerschappij staat.
Vervolgens sprak Hore Belisha over de Brit
sche oorlogsproductie en verklaarde, dat de
bewapeningsproductie „op alarmeerende wijze"
achteruit ging. Dit blykt heel duidelijk uit het
rapport van een speciale Lagerhuiscommissie
omtrent de Engelsche vliegtuigproductie even
als uit verklaringen, die afgelegd zijn op de
Londensche partijconferentie van Labour. Wat
gezegd is over de productie der bewapenings
industrie in het land geldt in geiyke mate ook
van de werkzaamheden in de Britsche havens
en docks. Wanneer deze zwakke plekken in het
binnenlandsche Engelsche front opgeteld wor
den bij de zwakke plekken, die de Britsche stra
tegie tot dusver heeft getoond, is het volkomen
duidelijk, dat de zgn. Engelsche .oorlogsinspan
ning een nieuwe aansporing noodig heeft.
Men moet er zich in Engeland van bewust
zijn, aldus verklaarde Hore Belisha ten slotte,
dat men den oorlog in 1941 niet kan winnen
met methodes, die in 1914 geschikt zouden zin
geweest.
De laatste dagen hebben inbrekers een voor
liefde tot een bezoek aan pastorieën. In de
Vecht- en Vcenstreek werd er in een viertal
pastoreën ingebroken. Allereerst werd de pasto
rie te Vinkeveen bezocht, daarna de pastorie
van Wilnis en vervolgens die van Abcoude. In
den nacht van Zondag op Maandag werd de
pastorie der Ned. Herv. Gemeente te Loenerf
aan de Vecht met een bezoek vereerd. Een be
drag van f 150 en een gouden horloge werden
bult gemaakt. Bovendien werd een drietal spaar
potten en een vyftiental zendingszakjes, waar
van men den inhoud niet kan nagaan, geledigd,
terwijl nog eenige goederen werden ontvreemd
De diefstallen vertóonen veel overeenkomst en
men neemt aan, dat in alle bovengenoemde ge
vallen dezelfde personen aan het werk zijn ge
weest. De marechaussee stelt een krachtig on
derzoek in.
Bij de Staatsexamens voor muziek' lager en
middelbaar onderwys, die in de maand Juli in
het Rijksconservatorium voor Muziek, te 's-Gra-
venhage, zullen worden gehouden, zyn benoemd:
a. tot leden-voorzitters:
dr. C. L. Walther Boer en B. van den Sigten-
horstMeyer, te 's-Gravenhage, prof. dr. A.
Smyers, te Huis ter Heide, W. Andriessen, te
Amsterdam, W. Pijper, te Rotterdam, en H.
Andriessen, te Utrecht;
b. tot lid en waarnemend voorzitter:
A. van der Horst, te Hilversum;
c. tot leden:
Mejuffrouw A. Elkenbracht, te Groningen;
A. Dusch, J. H. Besselaar en P. van den Kerk
hof!, te Rotterdam; P. J. Kesseler, F. de Nobel,
mevrouw B. Seroen, E. van Beinum, mejuffrouw
N. Wagenaar, mejuffrouw W. Branderhorst, J.
Odé, H. Rynbergen, mevrouw J. Hart Nibbrlg
de Graaf, A. J. C. Koole, J. R. A. Felderhof, B.
P. Bak, dr. K. Ph Bernet Kempers, P. Ketting,
mevrouw J. den HertogBerghout, allen te Am
sterdam; J. Wagenaar, B. G. Renden, mejuf
frouw M. C. P. Dhont en W. Petri, te Utrecht;
A. Crolla, te Maastricht; mevrouw B. E. von
Essen, J. Callenbach, F. Vink, H. J. D. Schouw
man, L. Orthel, mejuffrouw H. Heymans, J. L.
J. M. Sicking, A. Engels, C. de Groot, H. van
Dalen, H. H. van der Vegt, J. Röntgen, H. Ge-
raedt, mejuffrouw J. Wagenaar en mejuffrouw
J. Heuckeroth, te 's-Gravenhage; A. de Vogel,
J. Mul en M. Lürsen, te Haarlem; K. Heerkens,
te Breda; H. C. van Oort, te Soest; P. P. Hör-
mann, te 's-Hertogenbosch; mejuffrouw A. van
Weerelt en mejuffrouw H. H. Blom, te Voor
burg; G. Stam, te Leeuwarden; G. van Renesse
en E. W. Mulder te Bussum; D. Draaisma te
Arnhem; O. Kee, te Zaandam; ir. H. H. Ba-
dings, te Santpoort; J. Vel, te Nymegen; W. C.
M. van Kalmthout, te Tilburg; C. L. van Baa-
ren, te Enschede; mevrouw J. C. A. Dresden—
Dhont, te Wassenaar; R. Boer, te Oegstgeest;
A. Schuurman, te Lochem en P. M. J. Hartvelt,
te Hilversum;
d. tot secretaris:
Everhard van Beynum, te 's-Gravenhage.
Het Fransche ministerie van Oorlog heeft
Maandag t.e 20.25 uur het volgende communi
qué over de militaire operaties in Syrië gepubli
ceerd.
„De Britsche en Gaullistische troepen, die gis
teren over de Syrische grens zyn gerukt, heb
ben hun aanval in den middag van den 3en
en in den ochtend van den 9en Juni versterkt
In de streek tusschen den Dzjebel Druz en de
uitloopers van het Hermongebergte zyn de aan
vallen ondernomen door aanzienlijke stryd-
krachten van alle wapens, waaronder een groot
aantal pantserwagens. Onze dekkingsafdeelin-
gen hebben, met steun van artillerie en lucht
macht, eiken meter grond verdedigd en den
tegenstander ernstige verliezen toegebracht.
Een aanzienlijk getal pantserwagens is vernield.
Langs de kust van den Zuidelijken Libanon
zyn afdeelingen cavalerie en gepantserde
strydkracliten over de rivier de Litoni terug
geslagen. Een verbitterde stryd duurt voort
langs de hoofdlinie LitoniMerdsjAjoem—
KoeneitraSjeik Meskin. Enkele Britsche vlieg
tuigen hebben de vliegvelden van Aleppo, Rajak
en Damascus en de bases van Merdsj Ajoem
gebombardeerd. Onze jagers hebben drie Hurri
canes neergeschoten. Onze eskaders bommen
werpers zyn in volle actie gekomen tegen vijan
delijke strijdkrachten die in gevecht zijn met
onze plaatselijke afdeelingen.
Tijdens een gevecht tusschen onze vlootstryd-
krachten en een sterkere vyandelijke vlootmacht
by de Libaneesche kust is een Britsche torpedo-
bootjager ernstig beschadigd. Getrouw aan hun
militairen plicht bieden onze strydkrachten over
al een hardnekkig verzet tegen de numeriek
sterkere en krachtig gewapende vyandelyke
strydkrachten."
Zondagavond om zeven uur is by een kort,
doch hevig onweer tengevolge van bliksem
inslag brand ontstaan in de aangrenzende
schuur van de boerdery van den heer J. Trip,
staande aan het Noorderdiep te Nieuw-Buinen.
De brandweer uit Borger en Nieuw-Buinen was
spoedig ter plaatse en wist door krachtig in
grijpen het woonhuis te behouden. De schuur
brandde totaal uit. De schade wordt door ver'
zekering gedekt,
BERLIJN, 9 Juni (A.N.P.) Te Beriy'n is
men niet van meening, dat de situatie in Irak
niet meer actueel is. Men weet hier, dat de
Iraksche nationalisten den stryd voor de bevry-
ding van de Arabische wereld als een signaal
tegen Engeland hebben afgekondigd en bereid
zijn dezen strijd met alle middelen en naar
gelang van de omstandigheden voort te zetten
en te activeeren.
In de Wilhelmstrasse was men vandaag van
meening, dat een dergelyke actie in geenen deele
inactueel kan worden. Als volkeren volgens de
wetten in hun binnenste te voorschijn treden en
als de tyden voor deze wetten vervuld zyn, zal
ook Engeland den voortgang van deze ontwik
keling niet meer vermogen te stuiten.
In politieke kringen van de Duitsche hoofd
stad kon men de volgende opvatting beluiste
ren: Al moestèn ook de vryheldsstryders van
Irak met het oog op de technische superioriteit
der Engelschen den stryd tydeiyk staken, dan
zegt dit nog niets omtrent den uiteindelijken
afloop van dit conflict. In de Wilhelmstrasse
vatte men de Duitsche opvatting aldus samen,
dat al wat zich tot dusver heeft afgespeeld
slechts een klein begin is.
Uit Bagdad wordt gemeld, dat de Iraksche re
geering de diplomatieke betrekkingen met Italië
heeft verbroken. Alle Italianen moeten binnen
24 uur het Iraksche gebied verlaten.
Een officieele bevestiging van het bericht, dat
de Iraksche regeering alle Italiaansche onder
danen ultgenoodigd heeft binnen 24 uur het
land te verlaten, ls in Rome nog niet ontvangen.
Men acht een dergeiyken maatregel echter niet
.onwa&rschymyk.