Frauduleuze slachtingen een gevaar voor de volksgezondheid PUROL Stoffelijk overschot van den ex-Keizer bijgezet Hore Belisha over de oorlogvoering DINSDAG 10 JUNI 1941 Waarschuwing aan het publiek Groote aanvoer van aal te Lemmer Trambotsing bij Nijmegen SCHOONHEID VAN HET LANDSCHAP Harige buurürouwen-ruzie Fransch communiqué over den strijd in Syrië BERLIJN EN IRAK Gerookte paling in trek Onbegrijpelijk ongevalwaarbij 10 passagiers werden gewond Legitimatieplicht blijft Suikerwerk» en Chocolade fabrikanten Prof. Dr. HANS PFITZNER IN ONS LAND De ontbonden padvinders organisaties Afwikkeling der geldzaken [pUROLj CieXjQTid wvt de Huid, Korpsführer Hühnlein in ons land Dr. P. A. F. Vlekke f Lichamelijke oefening UIT DE STAATSCOURANT Burgemeester Belastingen De taak der overheid bij de verzorging Landschapsschoon en agrarisch bedrijf „Gas en electra zijn één, juffrouw. Kritiek op Britsche strategie en propaganda Inbraken in pastorieën Vecht- en Veenstreek is onveilig Staatsexamens muziek lager en middelbaar onderwijs Brand door bliksem-inslag Vrijheidsstrijd der Arabieren niet ten einde Irak verbreekt betrekkingen met Italië Öe Veterinaire Hoofdinspecteur van de Volks gezondheid, prof. dr. H. O. L. E. Berger schrijft ons: Op het onsociale karakter van de clandestiene «achtingen van vee rundvee, schapen en varkens is reeds van verschillende zijden de Aandacht gevestigd. Behalve het onsociale ka rakter heeft dit euvel nog 'n bedenkelyken kant, 111 verband staande met de consumptie van °hgekeurd vleesch. Er wordt wel eens gevraagd, of aan het mit ogen van „gesmokkeld" vleesch gevaren voor oen consument zijn verbonden. Dit is inderdaad het geval. Deze gevaren zijn zelfs zeer groot, piet zonder reden zijn er in alle beschaafde ancien wettelijke maatregelen genomen ter be scherming van den mensch tegen gevaren. J'aaraan hij bij het eten van vleesch blootstaat. Oaarvoor dient een vleeschkeuringswet. Zulk wet heeft een sterk preventieve (voorbe hoedende) werking. Dit blijkt, wat Nederland betreft, uit de jaarverslagen, door mij van de inwerkingtreding der algemeene, verplichte keu- hig af uitgebracht. Laat mij willekeurig een oorbeeld nemen; het jaar 1937. In dit jaar ™erden gekeurd: hinderen 350237 waarvan afgek. 19487 paskalveren 78910 waarvan afgek. 12622 ctte kalveren 114424 waarvan afgek. 2674 hOchtere kalveren 556502 waarvan afgek. 33642 arkens 1094692 waarvan afgek. 32727 schapen 202545 waarvan afgek. 14008 p ten 11747 waarvan afgek. 3785 eenhoevige dieren 26523 waarvan afgek. 7059 By déze getallen moeten wij feitelijk nog voe- jph "nis „niet volkomen deugdelijk" de hoeveel heden, welke slechts voor consumptie werden toegelaten, nadat zij aan een bepaalde bewer- waren onderworpen, d.z. de zoogenaamd horwaardelijk goedgekeurde, geslachte dieren. Men herinnere zich het dezer dagen gepu- üceerde onderhoud van het A.N.P. met den h'tecteur van het Abattoir te Amsterdam, den j®er R. h. Veenstra, die reeds, met enkele voor beelden, heeft gewezen op de gevaren, welke Neigen, als men ongecontroleerd vleesdh koopt Be omstandigheid, dat er in Nederland m eh loop der jaren slechts sporadisch vleesch- ergiftiglng is voorgekomen, is uitsluitend te anken aan de uitnemende werking van onze teeschkeuringsdienstend. w. z. aan de uitvoe- ,'hg van de Vleeschkeuringswet (Staatsblad ®19> No. 524). Be enkele malen, dat een werkelijke vleesch- Cfgiftiging zich voordeed, betrof het zoo goed steeds gévallen, d'ie het gevolg waren van "?hgekeurde huisslachtingen" of van clandestie- 7®, slachtingen, welke laatste overigens vóór de "Isismaatregelen in mindere mate voorkwamen Bierbij verdient de aandacht, dat niet tot vieeschvergiftigingen worden gerekend de pVallen, waarin oorspronkelijk goedgekeurd en j>ezond vleesch door slechte bewaring in de huishouding of door andere bijkomstige infec- :le ondeugdelijk is geworden. Zoodanige gevai- eh worden gerekend tot de groote groep der V°edselvergif tiging. Br zijn nog steeds menschen, die meenen, dat pj zei ven wel „aan het vleesch kunnen zien" of het deugdelijk voor consumptie is en dat zij met al zijn egoïsme is het toch mogelijk, dat hij zijn eigen belangen slecht dient en zichzelf in lichamelijk gevaar brengt. Want door onge keurd vleesch te eten loopt hij groote kans, dat heel kleine wezentjes, den mensch vijandig ge zind, in zijn lichaam worden binnengesmokkeld en daar een, misschien doodelijke, verwoesting veroorzaken. De vorige week is de palingaanvoer uit het IJselmeer enorm geweest, zoo wordt uit Lemmer aan de Telegraaf bericht. En daar deze visch voor de nog tamelijk hooge maximum-prijzen wordt verhandeld, maken de visschers gouden dagen. Wel is waar is Juni reeds gekomen en mag er dus ook weer op snoekbaars worden ge- vischt, evenals op baars, karper, bot en andere vischsoorten, maar tot nu toe is er voor de aal verreweg de grootste belangstelling. Duizenden kilogrammen worden dagelijks aan gevoerd. Sommige schepen brengen soms in één keer bijna duizend pond aan den afslag. Er heerscht aan de haven momenteel dan ook een prettige bedrijvigheid, welke, wanneer het weer meewerkt, nog wel een tijdlang kan voortduren. Ook de rookerijen hebben een goeden tijd. Te Laaxum is een rookerij, welke langen tijd leeg stond, weer in bedrijf genomen en thans vinden daar verscheidene handen weer werk. In groote hoeveelheden wordt de paling gerookt en een flink deel wordt met de booten naar Amsterdam verzonden, om aan de overzijde van het IJsel meer te worden verkocht. Helaas is de gerookte visch zeer prijzig en dat is er waarschijnlijk de oorzaak van, dat men hier aan de haven nogal eens probeert wat ondermaatsche visch te be machtigen. De politie treedt hiertegen echter streng op en zoo is dezer dagen nog proces-ver baal opgemaakt tegen iemand, die een koffer vol ondermaatsche visch vervoerde. ÖUs <je wetenschappelijke keuring wel kunnen bassen. Dezulken worden er met nadruk op gewezen, dat zij het mis hebben! Bnder vleeschkeuring wordt verstaan een ?eskundig onderzoek: de beoordeeling van geslachte dier, met alle organen en Inge landen erbij, met betrekking tot de deugdelijk heid ervan als voedingsmiddel voor den mensch. r*1 aan deze keuring van het geslachte dier opdat nog grootere zekerheid worde ver- *?e8en, het onderzoek van het dier in leven- ~®n toestand vooraf. Bovendien moet men niet 1 w11 ba cteriologische onderzoekingen op het aboratorium verrichten om in twijfelachtige ^vallen de kwestie der deugdelijkheid tot h oplossing te brengen. Bu js anéén de deskundige, de dierenarts ®>et zijn veelzijdige en gespecialiseerde kennis, hj staat een volledige keuring te verrichten en ^spraak te* doen. Bij de gewone keuring kan J worden bijgestaan door personen, die an Rijkswege daartoe in staat gesteld een ^mentaire kennis van de vleeschkeuring heb- 7®h opgedaan en wier beperkte bevoegdheden ettelijk zijn geregeld. By dit alles moeten wij goed begrijpen, dat i«esch, schadelijk voor de gezondheid, heel lltv1 kan schijnen. Het is bij' voorbeeld moge- "N dat het een mooie, roode kleur vertoont als men het voelt vast blijkt, terwijl de leek °ok overigens geen afwijkingen van het nor- p aan kan bespeuren, maar dat het gebruik «tvan desondanks levensgevaarlijk voor den ?ebsch is. Vooral bepaalde lagere organismen, SM?teri®n' zijn aan de vieeschvergiftigingen ^huidig. Deze bacteriën vindt men in vleesch a organen bij zieke dieren van onderscheiden ^°rt- Voor den mensch, die zulk besmet eesch nuttigt, zijn deze vergiftigingen in vele fallen doodelljk. Dikwijls beperkt de ziekte oh niet tot één geval, maar treft zij vele ge- hnen tegelijk, die alle van het vleesch van 0>h dier hebben gegeten. Bovendien zijn er hef bePna,lde, evenmin als de bacteriën voor bloote oog zichtbare, parasieten, die in het j oosch kunnen voorkomen en die den mensch jj' Wat onaangenaamheden en ongemakken J?tlen bezorgen, ja, soms zijn dood ten ge- iv hebben- Bet arenb°ven bestaat het gevaar, dat het on- ^urae, clandestien in den handel gebrachte ecsch, indien het soms op zichzelf al eens „ordelijk is> door de onhygiënische behande- <je,e etwan in de clandestiene bedrijfjes ondeugr *ekv kan worden. Dit kan geen verwondering •telt* als men ®cl1 de omstandigheden voor- Hiel Waaronder de clandestiene slachtingen a81 plaats vinden- z« geschieden vaak in Wekere en vuile omgeving. Na de Zondagavond zijn op den rijksweg Nymegen- Maastricht by den scheidingsweg te Nijmegen twee trams in botsing gekomen, waarbij aan zienlijke materieele schade werd aangericht en tien personen verwondingen opliepen, aldus be richt het Handelsblad. Uit de richting Nijmegen naderde een per- sonentram van den Maasbuurtspoorweg met be stemming Gennep, terwyl uit de tegenoverge stelde richting een tram, komende uit Gennep, naderde. Het uitzicht is ter plaatse zeer goed en het is onbegrypelijk, dat de machinisten het gevaar niet tijdig hebben gezien. Trouwens, nog veel onbegrijpelijker is het, dat de beide trams elkaar hier op enkel spoor tegemoet reden. Het gevolg was, dat de trams, ondanks krachtig remmen op het laatste oogenblik, met een flinke vaart en een daverenden slag tegen elkaar reden. Beide locomotieven -werden zwaar gehavend en de personenrijtuigen moesten het eveneens deerlijk ontgelden. De ruiten braken, een der wagens sprong uit de rails en een aantal an dere werd ontzet Als door een wonder bleven de beide machinisten ongedeerd, doch de reizi gers werden door den schok tegen elkaar ge- stooten, zoodat velen kneuzingen en door glas scherven bloedende kwetsuren hadden opge- loopen. Aanvankeiyk liet het ongeluk zich zeer ern stig aanzien, temeer daar vele reizigers geheel overstuur waren door de botsing. Twee genees- heeren waren spoedig ter plaatse en verleenden de eerste hulp; daarbij bleek, dat het met den toestand van de gewonden meeviel. De mees ten konden, na verbonden te zijn en na wat op verhaal te zijn gekomen, op eigen gelegen heid hun reis vervolgen. Slechts één man, die een ribfractuurhad gekregen, moest in het Sint Canisiusziekenhuis worden ojJgenomen. Na eenige uren had men de beschadigde tram stellen weer in de rails geplaatst en konden zij naar Gennep worden getrokken. De politie stelt een onderzoek in en tracht de verant woordelijkheid voor den zonderlingen gang van zaken vast te stellen. slachting WatT" het vleesch dikwyis met verontreinigd klti gespoeld. Ter voorkoming van ontdek- ®eh6 beWaart en vervoert men het vleesch op Bet die spot met elk begrip van hygiëne bewaard onder mestvaalten, in gier- •tM.00» °P smerige zolders en in en onder bed- bj) n; Het wordt vervoerd in kinderwagens, 'dzoov'6 1*arren onder onzindelijke bedekking, da^^bien zal men het eigenaardig vinden, a- blJ al die frauduleuze slachtingen, zoo s hóórt over vieeschvergiftigingen of hy, Blaar dit is nog al begrypeiyk. Want ïlUttJ0 zlek ls geworden ten gevolge van het hiet van zulk vleesch, zal wel zoo wüs zijn, de zjguj1 de groote klok te hangen, dat hy zich ^lf 0 door dat gesmokkeld vleesch te koopen Zlek i? öen hals heeft gehaald. Zou er iemand B®1 ig rden door consumptie van vleesch, dat f?eurd> doch welks afwykingen over het beurcj.Zi.;n gezien, dan zou daarentegen het ge- hie6tl bjhnen den kortst mogeiyken tyd alge- h worden gemaakt! j ~®h landgenooten, koopt géén vleesch hjch dauduleus geslachte dieren. Doet gy het hsclw Zi^ er mede schuldig aan, dat de toe van g°«den wille minder vleesch krij- ^^UnfeWezen' Wie vleesch, van frauduleuze 8eh afkomstig, koopt, is zelfzuchtig. En In aansluiting op het bericht in de dagbla den, dat men het „Persoonsbewüs" pas met in gang van 1 Januari 1942 by zich behoeft te hebben, is by het publiek het misverstand ont staan, dat men nu ook het tot dusverre gel dende identiteitsbewys niet by zich behoeft te dragen. Van bevoegde zyde vestigt men er echter de aandacht op, dat nog steeds van kracht is de verordening van 6 September 1940, no. 132, van den secretaris-generaal vari het departement van Binnenlandsche Zaken, waarby iederen Ne derlander de verplichting is opgelegd, tot aan het tydstip van invoering in het bezette Nederlandsche gebied van éénvormige identi teitskaarten, het hem van overheidswege uit gereikte identiteitsbewijs, voorzien van foto, ten allen tyde by zich te hebben, terwyi het in stryd handelen met dit voorschrift strafbaar biyft. Te Amsterdam is de algemeene jaarvergade ring gehouden van de Ned. Ver. van Suiker werk- en Chocoladefabrikanten. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren G. Bakker (directeur T. O. C., Nykerk), voor zitter, B. E. Dieperink (Voornveld Co., Am sterdam), secretaris. C. J. L. de Jong (Paré, Den Haag), L. Jamin (Rotterdam), L. A. Ha- gers (Beukers Rijneke, Rotterdam), J. B. Dibbits (Lonka, Breda), G. A. de Vries (Venz, Vaassen). Tot leden van de commissie voor de Cacao- en Chocoladefabrikanten werden gekozen de heeren L. F. M. Bensdorp, P. J. Kopteyn (Union, Haarlem), P. J. Rademaker (Den Haag), G. A. de Vries (Venz, Vaassen). Tot leden van de commissie voor de suiker werkfabrikanten werden gekozen de heeren C. J. L. de Jong (Paré, den Haag), T. J. Overwater (Red Band, Roosendaal), mr. J. Pel (Leiden), Th. Smulders (Bonera, Gouda). Na de verkiezingen werd een bespreking ge houden over de komende organisatie van het bedrijfsleven; de vergadering besloot tot de commissie-Woltersom het verzoek te richten, om de organisatorische eenheid van de zoet waren-industrie te willen bevestigen door de instelling yan een bedrijfsgroep Zoetwaren, onderverdeeld in de vakgroepen, die de ver schillende producten der zoetwarenindustrie om vatten. Tot slot hield de heer B. H. Wellmann een causerie over de prij zenbeschikking. Prof. dr. Hans Pfitzner zal 26 Juni a.s. in het Kurhaus te Scheveningen een symphonieconcert dirigeeren. De voormalige penningmeesters der by decreet van den Höheren S.S. Polizeiführer by den ryks- commissaris voor het bezette Nederlandsche ge bied ontbonden padvindersgroepen worden bp deze opgeroepen, om de onder hun beheer zpnde geldbedragen van hun padvindersgroepen, voor zoover "deze nog niet door de politie-organen in beslag genomen werden, tot uiterlpk den 25sten Juni a.s. op het conto der groep 5 van de Han- delsmaatschappy H. Albert de Bary en Co. N.V. te Amsterdam te storten. Dfe personen of lichamen, die nog een vorde ring op de ontbonden padvindersgroepen heb ben, worden opgeroepen deze vorderingen ter onderzoek in te dienen bij den beheerder der be zittingen van de ontbonden padvindersorganisa ties, Waalsdorperweg 102, Den Haag, tot uiter- iyk 1 Juli 1941. Vorderingen, welke na genoemden datum wor den ingediend, kunnen niet meer in behandeling worden genomen. ELzuivert, verzacht,geneest DOOS 3O-60.TUBE 4-5 CT. In den loop van deze week zal Reichsleiter Adolf Hühnlein, de korpsführer van het natio- naal-socialistische Kraftfahrkorps een bezoek aan Nederland brengen. Zpn bezoek betreft zyn in Nederland ingezette N.S.K.K.-mannen. Korpsführer Hühnlein is in ons land geen on. bekende. Niet alleen als leider van het Kraft fahrkorps. doch ook als leider van de Duitsche Kraftfahrsport heeft Reichsleiter Hühnlein zich groote verdiensten verworven. Aan zyn ruste- looze werkzaamheid en onvermoeide streven is het te danken, dat het denkbeeld der motori seering in Duitschland voor altyd vast verankerd kon worden. Te Stampersgat is Zaterdag na een langdu rige ziekte overleden dr. P. A. F. Vlekke, oud- dïrecteur van de Coöperatieve Beetwortel- suikerfabriek en Raffinaderp „Dinteloord" en van de vennootschap tot exploitatie van suiker fabrieken te Dinteloord. De overledene, die 17 Juni 1876 te Oud-Gas tel jwerd geboren, studeerde te Amsterdam en Freiburg, waar hij in 1909 promoveerde. Hp was ridder in de Orde van Oranje Nassau. De plechtige uitvaartdienst wordt Woensdag morgen te Stampersgat gehouden. AMSTERDAM. Voor akte-examens lichame lijke oefening L.O. zijn geslaagd de heeren H. van Veen, Enschede en K. Sanders, Enschede. L. Schiethart is, gerekend van 3 Juni 1941 af. opnieuw tot burgemeester van de gemeenten Vreeland en Nigtervecht benoemd. Tot ontvanger der directe belastingen en ac- cynzen te Goor is benoemd K. van Wpk, com mies der directe belastingen, invoerrechten en accynzen ter inspectie der invoerrechten en accynzen te Utrecht. In een besloten bijeenkomst van de contact commissie voor Natuur- en Landschapsbe scherming hebben de heeren H. Cleyndert, M. Wiegersma en J. M. baron de Weichs de Wenne gesproken over de overheidszorg voor het land schap. Aan een verslag in de N. Rott. Crt. ont- leenen wij, dat de heer Cleyndert de taak der overheid bij haar zorg voor het landschap drie ledig noemde, t.w. de opvoedings- en voorlich tingstaak, de bemiddelingstaak (het tot elkan der brengen van de verschillende partijen die ingrijpen) en de eigenlijke welstandstaak. De enkele aesthetisch geslaagde ontginningen van den nieuwen tpd, zooals het landgoed De Utrecht ten Zuiden van Tilburg, achtte spr. een be- wps voor de stelling, dat bpzondere landschap- kundige zorg, gepaard met zoo mogelpk het spa ren van een deel van het natuurlijke landschap, een nieuw schoon geheel kan doen ontstaan. Een deel van de taak zal hierbp door de overheidsinstanties in het kader van de alge meene nationale regeling moeten worden ver richt. In hét bijzonder stond de heer Cleyndert stil bij het gedeelte der landschapsverzorging, dat betrekking heeft op de in ons land te onder nemen of reeds aan den gang zijnde cultuur technische werken. In afwachting van de in werking treding en de practische toepassing van het Nationale Plan dient z.l. de bepaling van de Natuurbeschermingsbeschikking van 5 en 6 April 1940 ook toepasselijk verklaard te worden op al of niet voor eigen rekening in vry bedrijf door particulieren, openbare lichamen e.a. te ondernemen cultuurtechnische werken. In de tweede plaats moet naar zijn meening, bij al deze werken landschapsdeskundig advies en toe zicht van een door het departement van On derwijs, wetenschap en cultuurbescherming te keuren deskundig persoon of instantie verplicht worden gesteld, terwijl ook na beëindiging der werken dergeiyk toezicht (dus biy'vend) noodig zal zyn. Al deze bepalingen moeten zoo spoedig mogeiyk in een afzonderlüke verordening wor den vastgelegd, en tenslotte zal eveneens bin nen den kortst mogelijken termyfl een wet op de bescherming van natuur en landschap moe ten worden uitgevaardigd. Voor de Iandschapsdeskundige medewerking komen in aanmerking naast het Staatsbosch- beheer de particuliere landschapsarchitecten en de provinciale landschapscommissies. Daar naast acht de heer Cleyndert echter noodig de aanstelling van enkele vaste Rijksinspecteurs voor het landschap, evenals de Staat die heeft voor de Volkshuisvesting en de Volksgezond heid. Ten einde te voorzien in het tekort aan landschapsarchitecten bepleitte hij den ouden eisch van reorganisatie en uitbreiding van de opleiding tot tuin- of landschapsarchitect aan de Hoogeschool te Wageningen. Ook te Delf en elders moet aan deze zaak de noodige aandacht worden besteed. Uitvoering van het Nationale Plan stelt ftan de hiervoor benoodigde vakkun- digen hooge eischen. De 'tweede spreker, de heer Wiegersma, be handelde meer in het byzonder het behoud van het landschapsschoon in verband met de ont wikkeling van het agrarisch bedrijf en ver wachtte, dat de nieuwe Rüksdienst voor het Nationale Plan zal uitgroeien tot de organisatie, waarnaar zoo reikhalzend wordt uitgezien. Spr. uitte den wensch, dat hierby de centralisatie niet te ver zal worden doorgevoerd. Onze Ne derlandsche landschappen zpn zeer verschillend van karakter en structuur, aldus spreker. Het verdient daarom aanbeveling dat elk dezer gewesten in de commissie van bystand een ver tegenwoordiger krügt- Verder zouden Natuur monumenten en de Provinciale Landschappen moeten worden ingeschakeld. Wy mogen ons niet blind staren op behoud van het bestaande; voortdurende modernisee ring van het agrarisch bedrüf was noodzakeiyk en zij blijft noodzakelijk in de toekomst. Spr. acht het toe te juichen dat in de ver ordening betreffende de instelling van een Rijksdienst voor het Nationale Plan ook de in stelling van een studiecentrum is voorzien. Hoe staat onze boerenbevolking tegenoved deze vraagstukken van landschapsbescherming'' vroeg spr.. Doordat het landbouwonderwy's zich vrywel had ingesteld op de cultuurtechniek, denkt de tegenwoordige generatie van boeren in overgroóte meerderheid alleen aan het ver krijgen van goede bedrijfsuitkomsten; alle an dere meer ideëele menscheiyke overwegingen zün hun daarbij vreemd. Hierin ligt, naar Er was ruzie in de straat geweest, een hevige ruzie, welke in een wild gevecht geëindigd was. Twee vrouwen hadden over de straat liggen te rollen en een van haar had zich schryllngs op de ander gezet en zegevierend gezwaaid met de bossen haar, welke zij uit het hoofd yan haar vyandin had geplukt. Het was geen aantrekkelyk tafreel geweest, dat de buurvrouwen op dien gedenkwaardigen Septemberochtend hadden moeten aanschou wen enr het was dan ook te begrijpen, dat een dezer vrouwen een abrupt einde had gemaakt aan de vechtpartij door de winnares en de overwonnene uiteen te jagen in tegenoverge stelde richting, zooals men dat in proces- verbaaltaal pleegt uit te drukken. Daarmede was het in elk geval dien ochtend afgeloopen. Maar het eigenlijke slot speelde zich nu pas af. Want de verslagen juffrouw bleek niet ver slagen genoeg te zyn geweest om den weg naar het politiebureau niet te kunnen vinden, En zoo zat dan de vrouw, die met de haren had gezwaaid en andere wreede dingen had ge daan, nu op de strafbank in het zaaltje van den Amsterdamschen politierechter, dr. N. Muller. De Juffrouw, die het onderspit had moeten delven tijdens de troebelen in de straat, gaf thans een beschrijving van de gebeurtenissen en het werd een boeiende reportage, waarnaar men met belangstelling luisterde, zonder 'zich een oogenblik af te vragen of de fantasie een grootere rol speelde dan de waarheid. De juffrouw schilderde dan de prille morgen stemming in de straat en zij vertelde hoe zij bezig was de ruiten, waarin de late zomerzon speelde, te lappen. Zij was in haar lap-bezig heden gestoord door een buurvrouw, die een belangrijke mededeeling had te doen en daarom reeds voor negen uur de trappen was afge daald. „Juffrouw" had die buurvrouw gezegd, „Juffrouw hebt u het al gehoord: gas en electra zijn één geworden". Ongetwijfeld was dat in een tyd, waarin dikwijls sprake was van concen tratie op velerlei gebied, een hoogst belang wekkend feit. De juffrouw liet spons en zeem lap derhalve een oogenblik rusten en zei: „Zqo juffrouw, zoo, dat ls niet mis. Gas en electra één, wie had dat ooit kunnen denken?" En daarna praatten zy verder over gas en over electra, die zoovele jaren hun eigen weg waren gegaan en nu plots geen gas en electra meer waren doch eenvoudigweg gemeentelyke ener gie. En midden in dat pakkende gesprek dat nog door een derde juffrouw was aangehoord, ver scheen de wilde buurvrouw, zy had totaal geen interesse gehad voor gas en electra. zy had alleen aan zichzelf gedacht en daarom was zy abusievelijk in de meening gaan verkeeren, dat er over haar gesproken was „Je moet my met rust laten", zei zy dreigend en voor de andere vrouw een antwoord kon verzinnen had zy haar een klap op het hoofd gegeven met een tasch. De aangevallene was teruggedeinsd, zoolang tot zy achterover op straat rolde. Op dat moment besprong de buur vrouw haar, zette zich schryings op haar, greep haar by de keel en plukte haar daarna de haren uit het hoofd, alsof zy een geslachte kip voor zich had. Het was vreeselyk geweest. Bossen haar had zij in de handen gehad en mocht men de ver teller tot in de details gelooven, dan zou zij met de haren, welke zij na de gevechten op straat bljeengeveegd had, een matras voor een tweepersoons bed hebben kunnen vullen. Gelukkig was de juffrouw van gas en electra handelend opgetreden, zoodat er een einde was gekomen aan de vernieling van het hoofd van het slachtoffer. Maar nog was de zegevierende party de juffrouw nageloopen onder den uit roep: „Kom er uit, kom er uit, ik ben een moeder van vyf kinderen." De Juffrouw kwam er niet uit, voor zy wist naar welk politie bureau zy moest en toen was de wilde buur vrouw al verdwenen. De vechtlustige dame ontkende thans alle schuld. Er was een veete van anderhalf jaar, zooals zy mededeelde en sinds het ontstaan van die veete, was zij zonder eenige reden voor „steunverraadster" uitgescholden. Ook werd zij door de juffrouw haar man en haar vriendin nen veelal „viezerik" genoemd. Dien morgen was zy weer uitgescholden en toen zy vroeg, wie nu eigenlyk een viezerik was, had zy een harde klap gekregen op haar rechter gezicht, zooals zij dat noemde. De juffrouw, die dus biykbaar als wyien Janus, twee gezichten had, was toen handelend opgetreden, met de beken de gevolgen. De officier van Justitie, mr. A- S. de Muinck Keizer, vond dat de juffrouw straf verdiende en eischte f 15.— of 15 dagen. De politierechter maakte er f 10.of 10 da gen van. De juffrouw kon daar echter niet mee accoord gaan en beloofde met dreigende stem het hooger op te zullen zoeken. sprekers meening de grondoorzaak van de wrijving tusschen de natuur- en de land- schapsbeschermers eenerzijds en landbouw an derzijds. Spr. hoopt langs den weg van het on- derwys en met behulp van het departement op den duur de medewerking ook van den boe renstand te verkrijgen. De heer De Weichs de Wenne besprak de taak van de gemeente by de landschapsverzor ging. Drieërlei taak kan, naar hy betoogde, de gemeente bij de uitvoering van 't Nationale Plan vervullen; als zelf besturend orgaan en als zoodanig deel uitmakend van de streek plan-instelling; als dienend orgaan, belast met de landschapsbeschrijving ter voorbereiding van het streekplan-werk, en als autonoom li chaam. De gemeente kan zelf het goede voor beeld geven door de natuur te beschermen en het landschap te verzorgen, terwijl het ook op den weg van het gemeentebestuur ligt op alle mogelyke wyzen opvoedend te werken, vooral by de jeugd. (Vervolg van pag. IJ Tydens den droeven tocht van het slot naar de oude kapel dichtby het poortgebouw speelt het muziekcorps treurmuziek. Wanneer de stoet voor de kapel is aangekomen rydt de auto met het stoffelijk overschot van den ex-keizeT voor het front van het eerebataillon. Wederom weer klinkt tromgeroffel en presenteeren de soldaten het geweer. Wanneer de baar van den auto in de kapel is gebracht speelt het muziekcorps het koraal „Ein feste Burg ist unser Gott" Ter weerszijden van de baar, die in het mid den van de kapel op een tapijt staat opgesteld, betrekken vier zoons van den gestorven ex- monarch in de uniform van het oude leger en vief kleinkinderen in de uniform van de nieuwe weermacht met getrokken sabel de doodenwacht. Op alle vier punten van de baar branden kan delaren. Langs de wanden van de kapel met zijn meer dan duizend jaar oude gebrandschil derde ramen, welke gewijd 'zyn aan de boek drukkunst, liggen tientallen kransen. Aan den voet van de baar worden de voornaamste bloemstukken gelegd vooraan de krans van den Führer. In den kleinen ronden ingang van de kapel verricht de hofpredikant vervolgens de uitvaart- ceremoniën, welke hy besluit met het bidden van het „Onze Vader". Dan speelt het muziekcorps voor het laatst het koraal „Ich bete an die Macht der Liebe." Nauwelyks zyn de laatste klanken verstorven of de zomersche lucht wordt uiteengereten door een eeresalvo, afgegeven door een compagnie in fanterie, welke in de nabijheid van de kapel staat opgesteld. De plechtigheid is hiermede afgeloo pen. Prinses Heimine en de vroegere kroonprins onderhouden zich nog eenlgen tijd met den Rijkscommissaris en de andere hooge autoritei ten. Het eerebataillon marcheert af op de tonen van een Yorckschen marsch. De leden van de keizerlijke familie begeven zich terug naar het slot. De genoodigden verla ten Doorn. STOCKHOLM, 10 Juni (D.N.B.). De vroegere Britsche minister van Oorlog, Hore Belisha, heeft volgens de Times in een redevoering in Edinburgh onder meer verklaard, dat het ver lies van Kreta een zware slag is voor het En- gelsche prestige en ook voor de militaire posi tie van Engeland in het oosten van de Middel- landsche Zee. Groot-Brittannië lydt de eene nederlaag na de andere en steeds moeten de nederlagen geweten worden aan dezelfde rede nen: miskenning van den waren toestand, ge brekkige voorbereiding en onvolledige uitvoe ring van een vastgesteld plan. Iedere tegenslag is in officieele Engelsche kringen gecommenta rieerd met dezelfde reeks onbegrijpelijke verkla ringen en met hetzelfde onjuiste vertrouwen op de toekomst. Een volkomen nuchtere beschry- ving van hetgeen de op Kreta strijdende Austra lische en Nieuw-Zeelandsche troepen bij den aanval der Duitschers hebben meegemaakt zou niet alleen, aldus Hore Belisha, iederen En- gelschman ten diepste schokken, maar eveneens in de allerhoogste mate verontwaardiging in boezemen. Van officieele zyde is voor den aanval "der Duttschers op Kreta gezegd, dat dit eiland een verdedigingspositie vormde, die onder alle om standigheden, het koste wat het wilde, door de Engelschen gehandhaafd moest worden. Zeven maanden zyn de Engelschen op dit eiland ge weest en desondanks was een aanval van twaalf dagen voldoende om Kreta in handen van de Duitschers te brengen en de Engelschen van dit voor hen zoo buitengewoon belangryke eiland te verdryven. Thans, nu Kreta voor Engeland ver loren is, moet men in Engeland zelfs een „sophistische propaganda" niet dulden, welke de Engelschen zou willen wijs maken, dat de slag op Kreta op eenigerlei wyze voor Engeland loo- r.end is geweest. Er wordt onder meer ook be weerd, zoo constateerde Hore Belisha, dat de Engelsche tegenstand op het eiland de Engel schen in staat heeft gesteld een gevaarlyken toestand elders, vooral in Irak, meester te wor den. Een dergelyke bewering is naar de mee ning van spreker voorbarig. Men mag die bewe ring eerst uitspreken, wanneer geheel Irak wer kelijk onder Britsche heerschappij staat. Vervolgens sprak Hore Belisha over de Brit sche oorlogsproductie en verklaarde, dat de bewapeningsproductie „op alarmeerende wijze" achteruit ging. Dit blykt heel duidelijk uit het rapport van een speciale Lagerhuiscommissie omtrent de Engelsche vliegtuigproductie even als uit verklaringen, die afgelegd zijn op de Londensche partijconferentie van Labour. Wat gezegd is over de productie der bewapenings industrie in het land geldt in geiyke mate ook van de werkzaamheden in de Britsche havens en docks. Wanneer deze zwakke plekken in het binnenlandsche Engelsche front opgeteld wor den bij de zwakke plekken, die de Britsche stra tegie tot dusver heeft getoond, is het volkomen duidelijk, dat de zgn. Engelsche .oorlogsinspan ning een nieuwe aansporing noodig heeft. Men moet er zich in Engeland van bewust zijn, aldus verklaarde Hore Belisha ten slotte, dat men den oorlog in 1941 niet kan winnen met methodes, die in 1914 geschikt zouden zin geweest. De laatste dagen hebben inbrekers een voor liefde tot een bezoek aan pastorieën. In de Vecht- en Vcenstreek werd er in een viertal pastoreën ingebroken. Allereerst werd de pasto rie te Vinkeveen bezocht, daarna de pastorie van Wilnis en vervolgens die van Abcoude. In den nacht van Zondag op Maandag werd de pastorie der Ned. Herv. Gemeente te Loenerf aan de Vecht met een bezoek vereerd. Een be drag van f 150 en een gouden horloge werden bult gemaakt. Bovendien werd een drietal spaar potten en een vyftiental zendingszakjes, waar van men den inhoud niet kan nagaan, geledigd, terwijl nog eenige goederen werden ontvreemd De diefstallen vertóonen veel overeenkomst en men neemt aan, dat in alle bovengenoemde ge vallen dezelfde personen aan het werk zijn ge weest. De marechaussee stelt een krachtig on derzoek in. Bij de Staatsexamens voor muziek' lager en middelbaar onderwys, die in de maand Juli in het Rijksconservatorium voor Muziek, te 's-Gra- venhage, zullen worden gehouden, zyn benoemd: a. tot leden-voorzitters: dr. C. L. Walther Boer en B. van den Sigten- horstMeyer, te 's-Gravenhage, prof. dr. A. Smyers, te Huis ter Heide, W. Andriessen, te Amsterdam, W. Pijper, te Rotterdam, en H. Andriessen, te Utrecht; b. tot lid en waarnemend voorzitter: A. van der Horst, te Hilversum; c. tot leden: Mejuffrouw A. Elkenbracht, te Groningen; A. Dusch, J. H. Besselaar en P. van den Kerk hof!, te Rotterdam; P. J. Kesseler, F. de Nobel, mevrouw B. Seroen, E. van Beinum, mejuffrouw N. Wagenaar, mejuffrouw W. Branderhorst, J. Odé, H. Rynbergen, mevrouw J. Hart Nibbrlg de Graaf, A. J. C. Koole, J. R. A. Felderhof, B. P. Bak, dr. K. Ph Bernet Kempers, P. Ketting, mevrouw J. den HertogBerghout, allen te Am sterdam; J. Wagenaar, B. G. Renden, mejuf frouw M. C. P. Dhont en W. Petri, te Utrecht; A. Crolla, te Maastricht; mevrouw B. E. von Essen, J. Callenbach, F. Vink, H. J. D. Schouw man, L. Orthel, mejuffrouw H. Heymans, J. L. J. M. Sicking, A. Engels, C. de Groot, H. van Dalen, H. H. van der Vegt, J. Röntgen, H. Ge- raedt, mejuffrouw J. Wagenaar en mejuffrouw J. Heuckeroth, te 's-Gravenhage; A. de Vogel, J. Mul en M. Lürsen, te Haarlem; K. Heerkens, te Breda; H. C. van Oort, te Soest; P. P. Hör- mann, te 's-Hertogenbosch; mejuffrouw A. van Weerelt en mejuffrouw H. H. Blom, te Voor burg; G. Stam, te Leeuwarden; G. van Renesse en E. W. Mulder te Bussum; D. Draaisma te Arnhem; O. Kee, te Zaandam; ir. H. H. Ba- dings, te Santpoort; J. Vel, te Nymegen; W. C. M. van Kalmthout, te Tilburg; C. L. van Baa- ren, te Enschede; mevrouw J. C. A. Dresden— Dhont, te Wassenaar; R. Boer, te Oegstgeest; A. Schuurman, te Lochem en P. M. J. Hartvelt, te Hilversum; d. tot secretaris: Everhard van Beynum, te 's-Gravenhage. Het Fransche ministerie van Oorlog heeft Maandag t.e 20.25 uur het volgende communi qué over de militaire operaties in Syrië gepubli ceerd. „De Britsche en Gaullistische troepen, die gis teren over de Syrische grens zyn gerukt, heb ben hun aanval in den middag van den 3en en in den ochtend van den 9en Juni versterkt In de streek tusschen den Dzjebel Druz en de uitloopers van het Hermongebergte zyn de aan vallen ondernomen door aanzienlijke stryd- krachten van alle wapens, waaronder een groot aantal pantserwagens. Onze dekkingsafdeelin- gen hebben, met steun van artillerie en lucht macht, eiken meter grond verdedigd en den tegenstander ernstige verliezen toegebracht. Een aanzienlijk getal pantserwagens is vernield. Langs de kust van den Zuidelijken Libanon zyn afdeelingen cavalerie en gepantserde strydkracliten over de rivier de Litoni terug geslagen. Een verbitterde stryd duurt voort langs de hoofdlinie LitoniMerdsjAjoem— KoeneitraSjeik Meskin. Enkele Britsche vlieg tuigen hebben de vliegvelden van Aleppo, Rajak en Damascus en de bases van Merdsj Ajoem gebombardeerd. Onze jagers hebben drie Hurri canes neergeschoten. Onze eskaders bommen werpers zyn in volle actie gekomen tegen vijan delijke strijdkrachten die in gevecht zijn met onze plaatselijke afdeelingen. Tijdens een gevecht tusschen onze vlootstryd- krachten en een sterkere vyandelijke vlootmacht by de Libaneesche kust is een Britsche torpedo- bootjager ernstig beschadigd. Getrouw aan hun militairen plicht bieden onze strydkrachten over al een hardnekkig verzet tegen de numeriek sterkere en krachtig gewapende vyandelyke strydkrachten." Zondagavond om zeven uur is by een kort, doch hevig onweer tengevolge van bliksem inslag brand ontstaan in de aangrenzende schuur van de boerdery van den heer J. Trip, staande aan het Noorderdiep te Nieuw-Buinen. De brandweer uit Borger en Nieuw-Buinen was spoedig ter plaatse en wist door krachtig in grijpen het woonhuis te behouden. De schuur brandde totaal uit. De schade wordt door ver' zekering gedekt, BERLIJN, 9 Juni (A.N.P.) Te Beriy'n is men niet van meening, dat de situatie in Irak niet meer actueel is. Men weet hier, dat de Iraksche nationalisten den stryd voor de bevry- ding van de Arabische wereld als een signaal tegen Engeland hebben afgekondigd en bereid zijn dezen strijd met alle middelen en naar gelang van de omstandigheden voort te zetten en te activeeren. In de Wilhelmstrasse was men vandaag van meening, dat een dergelyke actie in geenen deele inactueel kan worden. Als volkeren volgens de wetten in hun binnenste te voorschijn treden en als de tyden voor deze wetten vervuld zyn, zal ook Engeland den voortgang van deze ontwik keling niet meer vermogen te stuiten. In politieke kringen van de Duitsche hoofd stad kon men de volgende opvatting beluiste ren: Al moestèn ook de vryheldsstryders van Irak met het oog op de technische superioriteit der Engelschen den stryd tydeiyk staken, dan zegt dit nog niets omtrent den uiteindelijken afloop van dit conflict. In de Wilhelmstrasse vatte men de Duitsche opvatting aldus samen, dat al wat zich tot dusver heeft afgespeeld slechts een klein begin is. Uit Bagdad wordt gemeld, dat de Iraksche re geering de diplomatieke betrekkingen met Italië heeft verbroken. Alle Italianen moeten binnen 24 uur het Iraksche gebied verlaten. Een officieele bevestiging van het bericht, dat de Iraksche regeering alle Italiaansche onder danen ultgenoodigd heeft binnen 24 uur het land te verlaten, ls in Rome nog niet ontvangen. Men acht een dergeiyken maatregel echter niet .onwa&rschymyk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 3