Engelschen ontmoeten in Syrië
overal tegenstand
Krachtig optreden in ernstig geval van
verboden slachtingen
Meer aardappelen
„OMDAT HIJ MIJ WILDE..."
Britsche havens weer gebombardeerd
L
Verscherpte staat van
beleg in Beiroet
De Wilhelmstrasse over
den strijd
Verduistering
r
Roosevelt naar Canada
Von Ribbentrop in
Venetië
Bommen op Gibraltar
ONTWAAKT
VEREENIGDE katholieke pers
V
De Fransche vloot uit Toulon
vertrokken
Vijf daders en helers voor onhepaaldtn tijd naar een
concentratiekamp in Duitschland gezonden
Rantsoen wordt Van 23 Juni
af 2 K. G. per week
Zondag Van het gastmaal
Luchtaanvallen op Tobroek
en Haifa
BUR. VOOR RfDACTIE EN ADMINISTRATIE:
SMEDESTRAAT 5
TELEOON 21543 EN 21544 - GIRO 22884
Abonnementsprijs (bij vooruitbetaling) voor
Haarlem 26 cent per week; per kwartaal
13-42. Bij onze Agenten 2SV2 ct. per week,
per kwartaal Z.76y2.
DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE
ZONDAG 15 JUNI 1941 - OCHTENDBLAD
VIJF EN ZESTIGSTE JAARGANG No. 23056
De prijs der advertentiën bedraagt 35 cents
per regel. Ingezonden Mededeelingen
60 ets. per regel. Bij contract sterk geredu
ceerde prijzen. Kleine annonces (Vraag-
en Aanbod-advertentiën) 13 regels
48 cents, iedere regel meer 16 cents.
Niet van invloed op het eind-
resultaat van den oorlog
J'
DE INSTRUCTIES AAN
JOSJIZA WA
Aen,
D
e meening van dr. Göbbels
De volmachten voor den president
Halveering der automobiel
productie
MONTENEGRO WORDT
ONAFHANKELIJK
Het onderhoud tusschen den
Duce en Koning Boris
Ital. weermachtsbericht
DU ITSC H WEERMACHTSBERICHT
Groot Britsch schip vernietigd
Duitsche diplomaten bij
uitvaart van Henry
DUITSCHLAND EN TURKIJE
Nooit .doortocht van troepen
geëischt
De capitulatie van België
Na Pinksteren
Boodschap van Matsoeoka
aan den gezant van Italië
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN
HAARLEMSCHE COURANT
VlCHY, 14 Juni. (D- N. B.) Ofi meldt uit
Beiroet: De Britsche en Turksche radiozen-
öers, alsmede de Amer:kaansche zender Bos
ton blijven nog steeds in grooten omvang val-
®che berichten verspreiden over de ontwikke
ling
van den toestand in Syrië. Radio Boston
fieldde Vrijdag, dat de oorlog in Syrië door
zegevierende bezetting' van het land door
Engelschen zijn einde nadert.
De waarheid is echter, dat de vijande
lijke strijdkrachten overal worden opge
houden en dat onze troepen op talrijke
Punten tegenaanvallen ondernamen. Radio
honden zou de wereld graag willen doen
Kelooven, dat de Engelsche strijdkrachten
en de troepen van De Gaulle slechts daar
om zoo langzaam oprukken, omdat het En
gelsche opperbevel geen Fransch oloed zou
Willen vergieten. Van den heldhaftigen te
genstand der Pransche troepen wordt niet
gesproken. De Londensche zender beweer
de gisteren: „Wij staken den strijd en on
derhandelen, zoo vaak wij kunnen. Wij wil
len de steden en dorpen niet nutteloos
vernielen".
Onze soldaten, die aan de kust van Libanon
taaien strijd voor het behoud van hun
stellingen leveren en vastbesloten zijn, zich
tot hun laatsten druppel bloed te verdedigen,
2Ün onder het trommelvuur van de Britsche
VI°ot waarschijnlijk niet dezelfde meening toe-
gedaan als Londen. Hetzelfde kan gezegd wor
den van de boeren in den Libanon en in
%rië, wier huizen door de Engelschen ver
hield zijn. De Londensche zender houdt de be
wering staande, dat Fransche officieren en
Soldaten in grooten getale hun posten veria
ën om zich bij de troepen van De Gaulle te
joegen. Dit is onjuist. Het bericht, dat uit
Itak oprukkende colonnes Delr-ez-Cor heb-
bezet, behoort tot het rijk oer fabelen.
«adio-Akara beweerde gisterenavond, dat on
derhandelingen zouden zijn begonnen over de
overgave van Damascus en Boston verklaart
Seifs, dat de hoofdstad van Syrië door de En
gelschen is bezet. In feite worden de Engel-
^hen sedert vier dagen door onze verdedi-
glhgsstellingen bij Kissoue opgehouden.
Het A. N. P. verneemt van Fransche zijde
Am. nog het volgende;
Wij merken iederen dag meer, dat de En-
gelsche en Gaullistische beweringen steeds'meer
*het de waarheid in strijd zijn. De aanvallen.
Waaraan wij zijn blootgesteld en die met alle
macht te land en ter zee moeten worden af
geweerd, aanvallen, die met machtige oorlogs-
fhddeien gevoerd worden, hebben bewezen, dat
nze troepen den Syrischen bodem verdedigen
wel met hun traditicneelen moed, waarbij
gevoelige verliezen lijden. Men begrijpt niet,
st een natie, die zich er steeds op beroemt
"tair play" te spelen, tenminste niet zoo
°yaal is te zwijgen.
I Het prachtige voorbeeld, dat onze soldaten
T? den Levant geven, is het juiste antwoord op
de gemeene veronderstellingen der Engelsche
.d Gaullistische radiozenders. Door dit voor
dele wordt alle twijfel weggenomen. Het bewijst,
1at het Fransche leger één lichaam is en dat
begrepen heeft, zonder aarzelen zijn plicht
moeten vervullen, daar waar hij vervuld moet
borden.
S. P. T. meldt uit Vichy, dat als een
diaatregel van voorzichtigheid tegen even-
*ueele infiltraties de militaire gouverneur
Van Beiroet den verscherpten staat van be-
*e8 heeft afgekondigd Met het oog op de
habijheld van het strjjdtooneel Is de po
rtie als onderdeel van het geregelde leger
Verklaard.
.Samenscholingen zijn verboden. Na negen
des avonds mag niemand meer op straat
tenzij voorzien van een bijzondere ver-
ding. Het telegraaf- en telefoonverkeer voor
eeii eren is gestaakt, De overheid heeft
(3 oproep aan de bevolking gericht, waarin
te k ^°rdt aangespoord haar aagelijksche taak
Ve "lijven verrichten. In geheel Syrië zijn de
tr «ven der gendarmerie en der politie Inge-
Vtrj d' De .gendarmerie mag de kazernes niet
aten en bevindt zich in permanent alarm.
Herlijn meldt S.P.T.: Het is van weinig
tüg ®een belang of de Franschen hun verzet
hou,o de Engelschen in Syrië lang zullen vol-
heef en- Het belangrijke feit is, dat dit verzet
hey bestaan en nog bestaat." Deze opinie is
ia dnmiddag door den officieelen woordvoerder
Zoo Z Wilhelmstrasse geuit. Reeds vaak genoeg,
opVafl.eende hij, heeft men de Duitsche politieke
'ab(j g 0ver deze kwestie gehoord. Duitsch-
&aa ristaat moreel en politiek onvoorwaardelijk
4Ude zijde van Frankrijk. Over de militaire
VaP dit conflict is men, zooals de vorige
hiep ho in de Wilhelmstrasse terughoudend en
j^'berkt.èr zich toe te constateeren, dat het
**aire Hik is zich een oordeel over de rr.ili-
^Hfs rn°Selijkheden der Franschen te vormen
dit „als dezen spoedig uitgeput zouden zijn, is
afkomstig van den Rijksminister voor Propa
ganda, dr. Göbbels, bijzondere aandacht.
„Als wij minister Churchill twee maanden
geleden zouden hebben gezegd, dat Kreta begin
Juni in onze handen zou zijn, dan had hij
vermoedelijk gelachen en had zich waarschijn
lijk niet eens verwaardigd hierop een antwoord
te geven. Als wij hem nu zouden zeggen, hop
de situatie over twee maanden zal zijn, zal hij
vermoedelijk weer lachen en weer zal hij staan
te kijken."
De minister schrijft verder, dat Duitschland
niet met woorden, doch slechts met feiten over.
tuigt. „Wij zullen deze feiten scheppen," zoo
besluit het artikel.
Ofschoon de Duitsche officieele instan
ties nooit mededeelingen over toekomstige
plannen doen, lijkt het niet onwaarschijn
lijk, vooral na de aanvallen der laatste
dagen op Alexandrië en Haifa, dat de ge
beurtenissen, waarover de minister schrijft,
zich in het Oostelijk deel van de Middelland-
sche Zee,zullen afspelen. Speculaties over
het waar, wanneer en hoe zijn overbodig
Of het nog gebeurt voordat de Engelschen
het verzet in Syrië gebroken hebben, is een
geheim, dat de toekomst zal ontsluieren
Eén ding staat vast en dit wordt ook door
den tegenstander te geven als men van Duit
sche zijde op een dergelijke positieve manier
groote gebeurtenissen vooropstelt, vinden deze
plaats en zijn de voorbereidingen reeds ver ge
vorderd.
Zonsondergang 15 Juni 22.04
Zonsopgang 16 Juni 5.16
Maanopkomst 1.14 ondergang 12.17
Zonsondergang 16 Juni 22.05
Zonsopgang 17 Juni 5.16
Maanopkomst 1.37 ondergang 13-24
VICHY, 14 Juni. (D.N.B.). Naar uit wel
ingelichte kringen verluidt, is de Fransche
vloot thans uit Toulon vertrokken.
TOKIO, 14 Juni (Domei). Het Japansche
inlichtingenbureau heeft medegedeeld, dat Za
terdagmiddag de instructies van de Japansche
regeering aan den chef van de Japansche dele
gatie te Batavia, Josjizawa, met betrekking tot
bet antwoord van Nederlandsch-Indië zijn ver
zonden.
De Nederlandsche gezant te Tokio, generaal
Pabst, heeft, naar het D.N.B. meldt, Zaterdag
met den leider van de afdeeling Zuidzee van
het ministerie van Buitenlandsche Zaken, Saito,
een onderhoud gehad, dat een uur heeft ge
duurd.
voor
den oorlog van geen belang, zoo zegt
Herlijn heeft men de vaste overtuiging,
eetl Engelsche overwinning in Syrië geen
'Mid °P del1 uiteindelÜken afloop van clen
WW ?al hebben. Duitschland zal den oorlog
11 en daarom is het' van weinig bëiang of
handen van den tegenstander valt."
i
4® verband verdient het hoofdartikel in
»vc'
öleiscb
er Beobachter" van hedenmorgen,
i
Het rijkscommissariaat maakt bekend:
Daar de gevallen van verboden slachtingen een dergelijken omvang
hebben aangenomen, dat de belangen eener stelselmatige verzorging met
levensmiddelen voor de Nederlandsche bevolking en vooral een voldoende
verzorging met vleesch hierdoor in gevaar gebracht kunnen worden, heeft de
„Generalkommissar für das Sicherheitswesen" zich genoodzaakt gezien,
tegen de aanstichters van dergelijke sabotagehandelingen krachtig op te
treden.
Dientengevolge heeft de Duitsche „Sicherheitspolizei" in een bijzon
der ernstig geval van verboden slachtingen op groote schaal te Utrecht de
volgende personen, die als daders en helers hieraan deel hadden, voor
onbepaalden tijd naar een concentratiekamp in Duitschland gestuurd.
Het betreft:
1 W. G. van Wees.
2 B. K. Tj. Visscher.
3 M. A. van Wees.
4 J. K. van der Heiden.
.5 J. W. Soesbergen.
Alle betrokken personen wonen te Utrecht.
Het asociale optreden van elementen, die de volksgemeenschap scha
de berokkenen en die ondanks herhaalde waarschuwingen zuiver uit
winstbejag een onbehoörlijken handel drijven met de levensmiddelen, welke
ter beschikking staan van dé geheele gemeenschap, moet hiermede in het
openbaar aan de kaak worden gesteld. De genomen maatregelen moeten
tevens als waarschuwing dienen voor al degenen, die nog steeds welbewust
probeeren, de voorschriften te omzeilen, welke de overheid in het belang
der waarborging van de levensmiddelenvoorziening van de gemeenschap
heeft uitgevaardigd.
De secretaris-generaal van het departe
ment van Landbouw en Visscherij maakt
bekend, dat met ingang van Maandag 23
Juni a.s. het aardappelrantsoen zal worden
verhoogd met een half K.G., derhalve van
1 1/2 tot 2 K.G. per week.
In verband met dezen maatregel zullen de
detaillisten in de gelegenheid worden gesteld op
de aan hen uit te reikc-n toewijzingen 2 K.G. in
plaats van, zooals voorheen, 1 1/2 K.G. per op
de toewijzing vermeld rantsoen te betrekken.
In verband hiermede is bepaald, dat de plaat
selijke verkoopkantoren van de V.B.N.A. op
toewijzingen, welke geldig zijn verklaard tot
23 Juni a-s. of een lateren datum, 2 K.G. per
op de toewijzing vermeld rantsoen aan de detail
listen zullen afleveren. Voor toewijzingen, welke
geldig zijn verklaard tot 22 Juni a.s. of een vroe-
geren datum blijft de af te leveren hoeveelheid
gesteld op 1 1/2 K.G. per rantsoen.
BERLIJN, 14 Juni. (D. N. B.) De Lon
densche nieuwsdienst meldt, dat Macken
zie King, de Canadeesche minister-presi
dent, te Ottawa heeft bekend gemaakt, dat
president Roosevelt hem in een brief zijn
bezoek aan Canada heeft afgekondigd.
Uit Washington meldt S. P. T.: De mili
taire commissie van het Huis van Afgevaar
digden heeft heden het reeds door den Senaat
aanvaarde wetsontwerp in behandeling geno
men waarin president Roosevelt volmachten
worden verleend om bedrijven door den staat
te doen overnemen. Ofschoon er verscheidene
amendementen zijn voorgesteld bestaat er geen
twijfel over, dat het ontwerp zonder prin-
cipieele wijziging door ae commissie zal wor
den goedgekeurd om vervolgens aan het Huis
van Afgevaardigden te worden voorgelegd.
Het departement van Oorlog der Vereenigde
Staten eischt, naar van bevoegde zijde mede
gedeeld wordt, een halveering der automobiel
productie. Hierdoor zullen arbeidskrachten, ma
teriaal en toeziend personeel vrijkomen voor
de bewapeningsindustrie. In deskundige krin
gen verwacht men, dat deze maatregel de drei
gende schaarschte aan grondstoffen, zooals
aluminium, koper, zink en messing voor 'n be
langrijk deel zal opheffen.
ROME, 14 Juni (D.N.B.) De Italiaan-
sche Hooge Commissaris voor Montenegro,
graaf Mazzolini, heeft op zijn aangekondigde
inspectiereis door Montenegro in een rede te
Antisari de verzekering gegeven, "dat Monte
negro zijn onafhankelijkheid en zijn vlag zal
herkrijgen.
De jubelende toon van dankbaarheid en van
volkomen vertrouwen op God, welke opklinkt
uit de H. Mis van vandaag, vindt zijn motivee
ring in dezen korten zin van den Introïtus:
„Q u o n i a m v o 1 u i t m e", „Omdat
Hij mij wild e".
God heeft mij gewild. De mensch, die zich
onder de welving van het grootsche heelal en
temidden van duizenden soortgenooten klein
moet voelen, één uit velen, vindt in deze woor
den grond voor een nobel zelfbewustzijn en een
rechtmatigen trots, die in wezen toch nederig
heid is en waarheid tegenover God.
Hij heeft mij gewild. Er staat niet: God heeft
den mensch gewild, of: Hij heeft ons gewild,
maar: Hij heeft m ij gewild, mij persoonlijk,
met mijn vele goede eigenschappen en mijn vele
gebreken. Hij heeft mij gewild hier, op deze
plaats, in dit land, in dezen tijd. Wij zijn niet
langer onbeteekenende wezens in het groote
wereldgeheel, maar dragers van een opdracht
Gods. Wij nemen in de plannen Gods een plaats
in.
De zekerheid van deze roeping door God ligt
ten grondslag aan ieder- krachtdadig geloofs-
ieven en aan alle Christelijke werkzaamheid.
Wij weten ons met God verbonden. God immers
is niet een wezen, dat ergens, ver weg, boven de
wereld troont en zich verder niet meer om Zijn
schepping bekommert, maar de bezielende adem
van alle leven. Niet alleen zijn wij door de
Schepping van God alhankelijk, maar Hij leidt
ook nu nog ieder van onze handelingen. Met
elke vezel van ons bestaan zijn wij met God
verbonden en van Hem afhankelijk. Wij zouden
onze hand niet kunnen opheffen, wanneer Hij
niet met ons meewerkt. „Gij kent mijn zitten en
mijn opstaan," zegt de Psalmist en Sint Paulus
verklaart het nog duidelijker: „In W i e n w ij
ieven, ons bewegen en zij n."
Deze algeheele afhankelijkheid van God zou
den mensch met een gevoel van minderwaardig
heid en kleinheid vervullen, ware het niet, dat
Gods willen een liefdevol willen is. Gods willen
beteekent uitstorting van Zijn liefde. Toen Hij
mij voortbracht uit het niet, was dit, omdat de
volheid Zijner liefde zich aan mij wilde mede-
deelen, omdat Hij mij deel wilde geven aan de
vreugde, die Hij van eeuwigheid bij Zich bezit.
En daarom past ons, naast eerbiedige vrees
voor Gods grootheid en verheven onaantastbaar
heid, ook wederliefde voor de overstelpende mate
van Zijn goedheid. En zoo bidden wij dan ook
in de Oratie: „Heer laat ons steeds
Uw heiligen Naam tegelijk
vreezen en beminne n." Liefde voor
Gods Naam, omdat Hij ons een taak te vervul
len heeft gegeven, waarbij ons Zijn hulp en bij
stand niet zullen ontbreken. „De Heer
werd mijn beschermer. Hij
voerde mij uit in de ruimte.
Hij heeft mij gered, omdat Hij
m ij wild e" (Introïtus).
Hij wilde mij op de plaats, waarop ik sta in het
beroep of het ambt, dat ik bekleed. Of wij nu
ais priester de genadegaven Gods uitdeelen of
als leeken door hoofd- en handenarbeid voorzien
in de dagelijksche geestelijke en lichamelijke
behoeften en nooden der gemeenschap, wanneer
ons werk slechts wordt uitgeoefend in gehoor
zaamheid aan Gods wetten en in liefde tot onze
broeders, dan geldt van ieder beroep: „De plaats,
waarop gij staat, is heilig."
Op deze plaats en in dezen tijd heeft God ons
gewild, opdat wij dragers zouden zijn van Zijn
liefde en van ons even zoovele stralen zouden
uitgaan over de wereld, om *icht te brengen in
zorg en donkerte. Daartoe behoeven wij geen
wereldsche waardigheid, noch menschelijk aan-
i zien. Want voor God geldt niet de verhevenheid
van het beroep, maar de liefde, waarmede wij
onzen plicht tegenover God en gemeenschap ver
vullen. Zijn roep richt zich ook tot de geringen
en kleinen en onaanzienlijken in de straten en
stegen der stad en over de landwegen klinkt
Zijn stem, die allen noodt naar het gastmaal
van Zijn liefde, naar het deelgenootschap aan
Zijn bovennatuurlijk leven.
Slechts op één wijze kunnen wij den levens
draad, die ons met God verbindt, verbreken door
in verdwazing ons niet-wil 1 e n te plaat
sen tegenover Gods willen.
Maar door ons willen in overeenstemming te
brengen met Gods willen, verzekeren wij ons
van Gods kracht, die ons de sterkte geeft om
van de plaats, welke ons is toegewezen. Zijn
liefde te verspreiden in onze omgeving.
„Hij, die niet liefheeft, blijft in den dood."
„Doch wij weten, dat wij uit den dood overge
gaan zijn tot het leven, omdat wij de broeders
liefhebben." (Epistel)
Wanneer wij met God „mede-willen", dan
kunnen wij ook bij de geringste en meest-alle-
daagsche handelingen rekenen op den bijstand
en de hulp van den God des hemels, waardoor
zelfs onze schijnbaar minst-belangrijke daden
bezield worden met goddelijke liefde. En ons
antwoord op Zijn liefde zal zijn een voortdurend
nieuw vertrouwen, waarin wij blijvend herhalen:
„Ik heb U lief, o God, mijn kracht. De Heer is
mijn rots, mijn toevlucht en bevrijder. Mijn God,
mijn rots, waarop ik kan schuilen. Mijn schild,
de hoorn van mijn heil en mijn schutse." (Ps. 17)
K.
ROME, 14 Juni. (D- N. B.) Inzake het on
derhoud tusschen den Duce en Koning Boris
j van Bulgarije in het Palazzo Venezia ver-
klaart men in Italiaansche kringen, dat er
na de jongste uitvoerige rede van den Duce
geen geheimen op den Balkan meer bestaan
Zonder op bijzonderheden te willen ingaan,
kan gezegd worden, dat de besprekingen de
nieuwe ordening op den Balkan golden, waar
bij Bulgarije natuurlijk sierk betrokken is. Dfti
is reeds voldoende om de beteekenis van de
bespreking duidelijk te laten uitkomen.
VENETIë, 14 Juni. (Stefani). De Duit
sche rijksminister van Buitenlandsche Za
ken, Von Ribbentrop, is Zaterdagochtend^
te Venetië aangekomen, alsmede de gezant
prins Bismarck als vertegenwoordiger van
den Duitschen ambassadeur Von Macken-
sen en de gezant van Kroatië te Rome,
Peritsj. Zij werden aan het station door
hooge autoriteiten der stad ontvangen.
Uit Agram meldt het D.N.B.: De leider van den
Kroatischen - staat, dr. Pavelitsj, is met maar
schalk Kvaternik en den minister van Buiten
landsche Zaken, Lorkowitsj, te zamen met de
heeren van hun gezelschap, in den loop van den
middag naar Venetië vertrokken. Verwacht
wordt, dat zij Maandagavond weer zullen terug-
keeren.
ROME, 14 Juni. (Stefani). In zijn commu
niqué no. 374 maakt het Italiaansche opper
bevel het volgende bekend;
In den nacht van 13 Juni is de vesting Gi
braltar gebombardeerd.
In Ncord-Afrika bleven Italiaansche bom
menwerpers de doelen van Tobroek bestoken
Duitsche vliegtuigen bombardeerden een vijan
delijke luchtbasis.
In Oos.t-Afrlka heeft de vijand tijdens ge
vechten om Debra Tabor, waarvan melding
gemaakt is in het weermachtsbericht van gis
teren, aanzienlijke verliezen geleden en wa
pens en munitie achtergelaten.
BERLIJN, 14 Junj Het opperbevel der
Duitsche weermacht deelt mede:
De luchtmacht heeft in den afgeloopen
nacht havens aan de monding van de
Theems en aan de Britsche Zuid- en Oost
kust, alsmede vele vliegvelden, voorname
lijk in het Oosten van Engeland gebom
bardeerd. In luchtgevechten boven de
Noordzee en het Kanaal werden drie Brit
sche toestellen neergeschoten.
In het gebied van de Middellandsche
Zee hebben formaties van de Duitsche
luchtmacht de havens van Tobroek en Haifa
wederom met goede resultaten aangevallen.
Duitsche en Italiaansche batterijen hebben
met succes Britsche geschutstellingen in het
vestinggebied van Tobroek bestreden.
De vijand heeft in den afgeloopen nacht op
eenige plaatsen in West-Duitschland brisant-
en brandbommen uitgeworpen. De burgerlijke
bevolking leed verliezen aan dooden en gewon
den. Militaire of oorlogseconomische schade is
niet aangericht. Luchtdoelartillerie heeft twee
der aanvallende Britsche vliegtuigen neerge
schoten.
De bemanning van een verkenningsvliegtuig,
eerste luitenant Budden, luitenant Möller, Un-
teroffizier Schlichting en Unteroffizier Kühne,
heeft zich door voorbeeldige uitvoering van
haar opdrachten onderscheiden.
De Verliezen van de Britsche vloot aan lichtfe
strijdkrachten en hulpschepen hebben 'n aan
zienlijken omvang aangenomen, aldus wordt
van officieele zijde te Berlijn medegedeeld. Zoo
heeft de Britsche admiraliteit in het verloop
van den oorlog tot 31 Mei den ondergang van
161 patrouillevaartuigen en mijnenvegers be
vestigd. In Juni zijn tot dusver nog vier an
dere patrouilleschepen als vernietigd gemeld,
zoodat de van Engelsche zijde toegegeven ver
liezen van deze patrouillestrijdkrachten tot een
totaal van 165 eenheden zijn gestegen.
Van militaire zijde wordt bekend gemaakt
dat een groot Britsch zeeschip, welks naam
nog niet vaststaat, in het Zuidelijk deel van
den Atlantischen Oceaan door een duikboot
tot zinken is gebracht.
ISTANBOEL, 14 Juni (S.P.T.) Vrijdag is te
Ankara een lijkdienst gecelebreerd en een offi
cieele rouwdienst gehouden voor den overleden
Franschen ambassadeur te Ankara, Jules Henry.
Zijn stoffelijk overschot is naar Istanboel
overgebracht, vanwaar het naar Frankrijk zal
worden vervoerd.
Het heeft de aandacht getrokken, dat leden
van de Duitsche ambassade de plechtigheid heb
ben bijgewoond.
BERLIJN, 14 Juni. (S. P. T.) Aan vele ge
ruchten heeft de verklaring, die de Berlijnsche
correspondent van het officieele Turksche
persbureau uit Duitsche officieele bron heeft
ontvangen, een einde gemaakt. Duitschland.
aldus is deze correspondent gemachtigd te
verklaren, heeft er nooit aan gedacht, van de
Turksche regeering den doortocht van troe
pen en materiaal te eischen. Deze duidelijke
woorden, de passage over Turkije in de laat
ste rijksdagrede van Hitier en de vriendelijke
woorden bij de jongste rede van Mussolini zul
len, zoo meent men te Berlijn, het hunne
bijdragen tot de verbetering in de betrek
kingen van de asmogendheden met een land.
waar de bevolking nog steeds, onder Engel
schen invloed, op de overwinning van Enge-
latyd hoopt.
De houding van Turkije tegenover Syrië is
aanleiding geweest tot enkele geruchten, die
echter in Engeland zelf weinig geloof vinden
Van buitenlandsche zijde te Berlijn is op een
artikel in de Times gewezen, waarin gezegd
werd, dat het feit, dat Turkije troepen aan
de Syrische grens heeft samengetrc kken, niet
beteekent dat, zooa's vele geruchten willen,
de Turksche regeering het gebied rond Aleppo
wil bezetten. Het is verder de vraag, of En
geland, dat Turkije op het oogenblik als een
slagboom tusschen zijn bezit in het Naburige
Oosten en de legers van de asmogendheden
beschouwt, van een Turksche inmenging In
Syrië, die op Duitschland geen goeden indruk
zou maken, zou goedkeuren.
STOCKHOLM, 14 Juni. (D. N. B.) De
Stockholmsche bladen publiceeren vandaag
berichten over een proces, dat in een Engelsch
gerechtshof gevoerd wordt als gevolg van een
aanklacht van admiraal Sir Roger Keyes, den
vroegeren Engelschen verbindingsofficier bij
Koning Leopold van België, tegen het dagblad
Dally Mirror wegens beleedigende uitlatingen
over hem zelf en Koning Leopold.
Voor het gerecht heeft Keyes via zijn advo
caat de volgende uiteenzetting gegeven over de
gebeurtenissen voor het* neerleggen van de wa
pens door het Belgische leger.
Op 20 Mei 1940 kregen de Britsche en Fran
sche noordelijke legers het bevel naar het
Zuidwesten tot de Fransche hoofdmacht op
te rukken. Hierbij was het duidelijk, dat, in
geval het Belgische leger zijn actie hiermede
niet in overeenstemming bracht, het contact
met het Britsche leger verloren moest gaan.
Sir Roger Keyes heeft inzake dit bevel aan
Koning Leopold rapport uitgebracht, die hem
daarop verzocht aan Lord Gort en de Brit
sche regeering mede te deelen, dat het Bel
gische leger alleen was ingericht voor een ver
dediging en luchtwapen noch tanks bezat. Op
bevel van den Franschen opperbevelhebber
moest daarop op 27 Mei het Belgische leger
zwakkere stellingen betrekken teneinde den
terugtocht van de Engelschen te dekken. Na
vier dagen van ononderbroken strijd kreeg hef
Belgische leger ook nog te kampen met ge
brek aan levensmiddelen. Alle wegen waren
met Belgische vluchtelingen overvuld. De
Duitsche aanval heeft een wig gedreven tus
schen het Belgische en Britsche leger. Dit
heeft Koning Leopold aanleiding gegeven aan
de Fransche en Engelsche instanties zijn voor
nemen om te capituleeren, mede te deelen
Deze mededeeüng is wel in Parijs en Londen
aangekomen, doch heeft nooit het Britsche
hoofdkwartier bereikt, daar alle verbindingen
daarmede verbroken waren.
De eeredienst van Christus' Kerk
'steunt.op Christus' leven, dood en
verrijzenis als op zijn grondslag. In
't Kerkelijk Jaar worden in het kort
Christus' leven en zending saamgevat.
Daarom wordt dit Kerkelijk Jaar ver
deeld in drie hoofddeelen: Kerstmis,
het begin van,Christus' sterfelijk le
ven; Paschen, het einde daarvan en
het begin van Zijn glorie aan de rech
terhand Zijns Vaders; eindelijk
Pinksteren, het begin van het leven
Zijner Kerk.
Deze verdeeling van het Kerkelijk
Jaar brengt vanzelf mede, dat het
eene deel een meer blij, het andere
een meer droef karakter zal hebben.
Door dit overal schuilend symbolisme
wordt de Liturgie tot een verheven, ja
subliem drama.
Wij leven nu in den tijd na Pink
steren en gedenken de genadegaven
van den Heiligen Geest. Christus
heeft de stichting Zijner Kerk vol
tooid door den Trooster te zenden.
Deze Zijne Kerk verdiept zich thans
weder meer en meer in Zijn rond
gaan over de aarde, in de lessen door
Jezus zelf ons gegeven. Het Pinkster-
feest wordt doorgevierd alle Zondagen
tot den Advent toe, inzooverre zij
naar Pinksteren worden genoemd en
geteld. „Dit tijdperk", schreef Oscar
Huf S.J., „zinspeelt op het leven der
H. Kerk, die op Pinksteren geboren,
nu nauw verbonden met haren God-
lelijken Bruidegom, Zijn werk van
heiligmaking en onderricht voortzet
door aan Zijne kinderen Zijn leer en
voorbeeld ter navolging voor te hou
den."
ROME, 14 Juni (D.N.B.). De Japansche
minister van Buitenlandsche Zaken, Matsoeoka,
heeft, naar Stefani meldt, aan den Italiaanschen
ambassadeur te Tokio een boodschap gestuurd,
waarin hij o.a. zegt:
„Ik heb de rede van den Duce voor de fascis
tische en corporatieve kamer gelezen. Ik ben er
vast van overtuigd, dat door de nauwe samen
werking met Duitschland iedere gemeenschap
pelijke missie tot een goed einde kan worden
gebracht, welke missie het oorspronkelijke doel
van het Italiaanseh—Duitsche bondgenootschap
was en die door het driemogendhedenpact nog
duidelijker is gepreciseerd. Ik deel volkomen de
opvatting van den Duce over de Italiaanseh
Japansche betrekkingen en er kan voor mij
geen grootere eer bestaan dan te constateeren,
dat mijn opvatting door mijn jongste bezoek
een nog grooter begrip heeft ontmoet. Het be
hoeft niet in het bijzonder gezegd te worden,
dat ook het geheele Japansche volk ongetwij
feld mijn gevoelens deelt.
Hoofdredacteur:
H C. J. A. BARON VAN LAMSWEERDE, Bussum.
Gewestelijk verantwoordelijk redacteur:
W. G. A. M. VAN WILLIGE, BloemendaaL