7id imAacd van dag
Gouden regen
II. W. Bit AND
NEDERLANDSCHE LANDSOUWBANK
De eetlust der kinderen
IN-COURANTE F ON II S E IV
ZONDAG 15 JUNI 1941
JOHN KENNIS Co.
Een hartige zoutdiefstal
BEURS VAN NEW YORK
MEDISCHE KRONIEK
Katholiek Comité van actie
„Voor God"
Flauwe praatjes baatten
den dief niet
WAPENS VOOR EEN
RUBENS
Zeer weinig handel, die soms
zelfs geheel stillag.
Clearingkoersen
iarfen werd Minderwaardig-
Omzet 190.000 shares
MINDER COURANTE EN
INCOURANTE FONDSEN
AMSTERDAM - KEIZERSGRACHT 507-511
Het is goed, wanneer kinderen behoorlijken
eetlust hebben, en dus is het nuttig, den eet
lust te bevorderen, als deze te wenschen
overlaat.
Het eerste, wat de arts doet bij klachten over
den eetlust der kinderen, is na te gaan, of deze
werkelijk te gering is. Inderdaad kunnen de
ouders wel eens onjuiste opgaven deen; want
indien een kind er weldoorvoed en levendig uit
ziet, kan het dan een slechten eetlust hebben?
Neen immers, dan heeft het wel goeden eet
lust en de hoeveelheid voedsel, die het tot zich
neemt, is blijkbaar voldoende. In zulke gevallen
blijken de ouders dus overdreven eischen te
stellen.
Wanneer echter inderdaad de eetlust gering
ls en wel zoo, dat het kind mager en slap wordt,
dan vreest de moeder, dat het kina een ziekte
onder de leden heeft. Dat komt dikwijls voor,
b.v. bij het naderen van mazelen, roode hond;
bij beginnenden kinkhoest gebeurt het minder.
Het kan ook zijn, dat er een chronische ziekte
achter schuilt als een nierlijden of tuberculose.
Dit is dan nauwkeurig na te gaan.
Er blijft dan echter een groot aantal gevallen
over, waarin de slechte eetlust het gevolg is van
onjuiste beïnvloeding of verkeerde opvoeding.
Het gebeurt immers niet zelden, dat er een te
sterke aandrang tot eten bij het kind wordt uit
geoefend, zoodat het kind alle maaltijden gaat
ondervinden als onaangenamen dwang. Indien
een kind aan den maaltijd goed gegeten heeft,
is het moederhart gerust, maar er is een beetje
moed en geduld i«>or noodig om te zeggen;
Nu heeft het kind geen trek, vanavond of
morgen zal hetwel beter gaan. Ten twee
de zijn de ouders er zich van bewust, dat
er toch een zekere discipline moet zijn en
dat de kinderen moeten leeren, vlug en
zonder tegenstribbelen te eten. Moderne psy
chologen zouden zeggen, dat ouders, die te sterk
vreezen, dat hun kinderen niet genoeg eten, een
ziekelijk schuldgevoel hebben: zij gevoelen in
zich een zekeren afkeer van hun plichten en nu
vreezen zij, aan dien afkeer en die teerheid te
veel toe te geven en het gevolg is, dat zij zich
bovenmenschelijke moeite geven, om hun kin
deren te doen eten. Het kan een soort bijge
loof worden. Juist als de bijgeloovige denkt;
als ik.onder den ladder doorloop, dan gebeurt
er een ongeluk; zoo schijnen sommige moeders
te denken: als het kind zijn twee sneetjes niet
opeet, zal mij de straf treffen. Maar moeder, eet
gij dan zelf altijd even veel en hebt gij altijd
denzelfden eetlust? Waarom moet uw kind dan
altijd evenveel eetlust hebben?
Dan kan men de treurige toestanden beleven,
dat een kind een uur en langer met zijn bordje
pap geplaagd wordt. Iedereen moest inzien, dat
zooiets in elk geval verkeerd is en een allerake-
ligsten indruk op het kind moet maken. Hadden
de menschen geen ziel, dan zouden ze nooit
meer of minder eten dan goed voor hen is;
maar als het eten tot een plagerij wordt ge
maakt, dan gaat de ware of schijnbare eetlust
weg. Doch in elk geval, oefent men geen invloed
uit op kleine kinderen, dan kan men er gerust
op zijn, dat zij, door hun instincten gedreven,
genoegzaam voedsel tot zich zullen nemen. Dat
is een waarheid als een koe; en als het geen
waarheid was, zou het menschelijk geslacht
reeds lang zijn uitgestorven, want slechts door
de natuur en niet door kunst- en vliegwerk blijft
het in leven.
De remedie tegen dit gebrek aan eetlust is in
den regel dan ook eenvoudig. Mén moet gedu
rende enkele weken zich zelf geweld aandoen
en het kind geen geweld aandoen: geen enke
len dwang uitoefenen en als de tijd van eten is
afgeloopen, het bord wegnemen. Ik weet wel,
dat er verschillende moeders zijn, die dit niet
kunnen volhouden, maar het is de eenige ma
nier. Zeer merkwaardig is, dat de trek in eten
bij behandeling in een ziekenhuis zeer vlug her
steld werd. Men zegt dan wel „vreemde oogen
dwingen," doch dat is slechts gedeeltelijk waar.
Inderdaad komt het voor, dat het kind er plei-
zier in krijgt, vooral in het derde levensjaar,
zijn kwade willetje door te zetten en dat het dit
tegenover vreemden niet durft te doen, maar
evenzeer is het waar, dat de opvoeders het kind
niet moeten plagen en zich door het kind ook
niet moeten laten plagen. Dit alles geldt voor
kinderen tot drie, misschien tot vier jaar. Op
lateren leeftijd is de toestand in zooverre ver
schillend, dat men dan wel de discipline met
wat meer kracht kan doorzetten; en zeker is
dat het geval, waar iets grootere kinderen uit
speelschheid of uit lust tot zeuren maar niet
willen beginnen, hun portie op te eten. Dan is
er eigenlijk geen gebrek aan eetlust, maar de
kinderen zijn dan vaak zóó weldoorvoed, dat zij,
wanneer zij niet veel beweging gehad hebben
of veel binnenshuis zijn gebleven, voor dien
maaltijd geen honger hebben.
Bij de behandeling van zieken heeft men zich
eveneens te laten leiden door het instinct. Bijna
steeds doet men het best, den patiënt niets op
te dringen, noch eten, noch drinken. De natuur
regelt het zelf: patiënten, die bloedverlies ge
leden hebben, koorts hebben, zweeten of diarrhee
hebben, verliezen veel vocht; hebben daarom
veel vocht noodig en drinken dan ook naar har
telust. Bij de behandeling van chronische ziek
ten, als nierlijden of tuberculose, moet de arts
eten en drinken vaak regelen tegen den zin der
patiënten; maar in de groote massa van koort
sige ziekten en vele andere kan men zich verre
weg het best naar de wenschen van den zieke
regelen.
Dr. TH. H. SCHLICHTTNG
MOGEN ALLE OUDERS
DIT DOEN
Laten de vaders en moeders
hun kinderen, ook de kleinste,
dagelijks volgens vroom gebruik
naar het altaar der verheven
Moeder Gods geleiden en hen,
tegelijk met de bloemen van hun
tuinen en velden en tegelijk met
hun eigen gebed en dat van hun
kindertjes, aan de H. Maagd
aanbieden.
Paus Pius XII
ONZE IE KLAS MAAT-AFDEELING
NEEMT COUPONS IN BEWERKING
AMSTERDAM-C.
SINGEL 465 bij het KONINGSPLEIN
Uit een pakhuis aan den Zuid Oost Binnen
singel te Den Haag was door opensluiting een
aantal balen en doozen zout ontvreemd, to
taal 5000 kg., ter waarde van ongeveer 750
De politie stond aanvankelijk voor een raad
sel. Het pakhuis was goed afgesloten en ver
toonde geen spoor van braak. Twee leden van;
het personeel verklaarden, dat het zout op
Vrijdag 6 Juni nog in het pakhuis aanwezig
was. Eén man kan den diefstal niet hebben
gepleegd. Er moest een vervoermiddel aan te
pas zijn gekomen. In de omgeving deed de
politie dus navraag. Zoo vernam ze, dat op
Donderdag 5 Juni ongeveer zes uur een met
een paard bespannen sleeperswagen voor het
pakhuis was verschenen, waarna vier mannen
den wagen hebben volgeladen. Een der om
wonenden had gezien, dat daarna het pakhuis
met een sleutel gesloten werd. De voerman was
verdwenen fn de richting van Voorburg. Hier
toog toen de recherche van den centrale op
sporingsdienst heen. Ten politiebureele aldaar
vernam ze dat een inwoner van Voorburg, die
in de krant het berichtje over den zoutdiefstal
had gelezen, was komen vertellen, dat hij een
baaltje had gekocht van iemand uit Voorburg.
In samenwerking met een Voorburgschen re
chercheur werd het onderzoek voortgezet. Het
bleek dat ongeveer 25 menschen te Voorburg
een baaltje of een doos zout hadden gekocht,
en tevens dat in het schuurtje van een volks
tuintje een aantal balen zout was opgeslagen.
Alles werd in beslag genomen, doch er was
toen meer zout bijeen, dan als vermist was
opgegeven. Reeds eerder was er dus zout ge
stolen.
De pachter van het volkstuintje was een 28-
jarige man G., als knecht in dienst bij den
eigenaar van het pakhuis. Nadat de patroon
aangifte van den diefstal had gedaan, was de
knecht de welwillendheid in persoon: hij had
zijn baas aangeboden, in de avonduren bij net
pakhuis te controleeren. En hij stelde zich aan,
hoogst verbaasd te zijn, toen hy werd aange
houden. Hij werd er echter weldra toe gebracht,
een volledige bekentenis af te leggen.
De knecht, die reeds drie jaren bij zijn pa
troon in dienst was, had aan een anderen
knecht voorgesteld, samen het zout weg te ne
men, doch verzocht, zijn mond te houden, als
er eens gestolen werd. De dief heeft toen een
sleeperswagen gehuurd en vier mapnen voor
het transport aangenomen, en liet het zout rus
tig opladen. Het moest worden gebracht naar
tusschenpersonen te Voorburg.
Met den verkoop van het zout is nog al ge
heimzinnig te werk gegaan. Er waren weder-
verkoopers, die de herkomst zelf niet wisten.
Eén is er zelfs by den knecht gekomen met een
aanbieding, of hij geen baaltje kon gebruiken
Hij gaf ten antwoord, dat men maar eens moest
terugkomen. Voorts vertelde hy aan zijn klan
ten, dat het zout afkomstig was van iemand,
die den accijns had ontdoken, waardoor het zoo
goedkoop van de hand kon worden gedaan. Bo
vendien maakte hy den menschen wys, dat het
zout weldra gedistribueerd zou worden en van
een kleurstof voorzien, om gebruik bij het in
maken te beletten. De knecht is in politiebewa-
ring. De vervoerders en wederverkoopers zijn
te goeder trouw gebleken. Vrywel al het ont
vreemde zout is achterhaald.
De Deutsche Zeitung ontleent een bericht
aan de Daily Telegraph, volgens hetwelk een
beroemd schilderij van Rubens is verkocht, aan
het Museum te Boston. Het schilderij wag eer-
tyds in het bezit van koningin Christina van
Zweden en laatstelijk eigendom van den hertog
van Harewood. den echtgenoot van prinses
Mary. Uit het Engelsch bezit is het thans
overgegaan in Amerikaansch bezit en de ver
koopsom wordt besteed, naar de Daily Tele
graph eraan toevoegt voor de aanschaffing
van oorlogsmateriaal.
NEW YORK, 14 Juni Op de New York-
sche effectenbeurs bleef de handel vandaag
zeer kalm, daar men zich terughoudend toon
de. Het koersbeeld was bij opening verdeeld,
doch de noteeringen toonden slechts zeer ge
ringe afwijkingen. Aanvankelijk werden slechts
weinig aankoopen verricht van met zorg uit
gekozen fondsen. In de meeste afdeelingen lag
de handel zelfs bijna volkomen stil. Later werd
de stemming over het algemeen flauwer, het
geen vooral het gaval was bij de meeste in-
dustrieele fondsen. Alleen enkele luchtvaart
en scheepvaartaandeelen bleken in staat wat
beter weerstand te bieden. Daarentegen waren
staalwaarden en automobielaandeelen bepaald
flauw, laatstgenoemde fondsen werden boven
dien weinig verhandeld, nadat bekend was ge
worden, dat de productie tot de helft zal wor
den ingekrompen.
Petroleumwaarden waren verdeeld, terwijl ook
voor spoorwegwaarden en public utilities wei
nig belangstelling bestond. Over het algemeen
was echter het koersverlies niet groot, 'daar er
niet zoozeer sprake was van verkoopdruk dan
wel van realisaties mei het oog op het week
einde. De kooplust was evenmin overmatig groot,
een gevolg van de ontwikkeling van dqn toe
stand buiten het Westelijk halfrond. American
's-GRAVENHAGE, 14 Juni. Koersen voor
stortingen op 16 Juni, tegen verplichtingen
luidende in:
Belga's 30.1432.
Zwitsersche francs 43.56.
Fransche francs 3.768.
Lires 9.87.
Deensche kronen 36.37.
Noorsche kronen 42.82
Zweedsche kronen 44.85
Tsjechische kronen (oude schulden) 6 42.
Dinar (oude schulden) 3.43.
Dinar (nieuwe schulden» 4.23.
Turksche ponden 1.45%
Lewa 2.30
Pengö (oude schulden) 36.519.
Pengö (nieuwe schulden) 45.89.
Zloty (oude schulden) 35 00.
Zloty (nieuwe schulden) 37.68.
Lei 1.28
INLICHTINGEN
over voorwaarden en tarieven betreffende de molestverzekering van
NIEUW MOLEST-RISICO
verstrekken alle kantoren van Centraal Beheer
Hoofdkantoor: AMSTERDAM, SINGEL 126—130 Telefoon 47190
Bijkantoren: Arnhem, Utrechtschestraat 16, Tel. 23252; Breda, Zandberglaan 63,
Tel. 4901; Goes, Lange Kerkstraat 16, Tel. 2313; 's-Gravenhage, Zeestraat 71b, Tel.
116356; Groningen, Burchtstraat 4 I, Tel. 829; Leeuwarden, Raadhuisplein 34, Tel.
4375 Maastricht, Henr. v. Veldekeplein 29, Tel. 4424; Rotterdam, Witte de With-
straat 92, Tel. 45530; Utrecht, Mariahoek 6, Tel. 1092716204; Zwolle, Praubstraat 25
(hoek Koestraat), Tel. 3321.
Als Bert Frengers het woord „minderwaardig
heidscomplex" las, of hoorde, of er aan dacht,
bracht hem dit onaangename herinneringen
voor den geest. Vroeger leed hij aan deze kwaal
en had hierdoor zijn jeugd vergald gezien. Als
jongen stond hy steeds achteraf, want het ge
voel niet te kunnen zijn en te kunnen handelen
zooals de andere knapen, belette hem mee te
doen aan spelletjes. Als student hield hij zich
om die redenen eveneens op den achtergrond.
Was er een fuif en dwong hij zich, niet toe te
geven aan zijn minderwaardigheidscomplex, en
orulde hy eens
net de andere
aanstonds een
domper op zijn
uitgelatenheid en
ongewone doen
gezet. „Hoor Frengers eens brullenWat over
komt den kerel! Ben je losgebroken, zeg,
Frengers?"
Ja, dan was het voor hem, alsof hij werkelijk
losgebroken was; of hij zich ontrukt had aan
de gedachte: ik kan niet meedoen. Ik ben zoo
heel anders dan zij. Maar zelf vond hy zich dan
in een vreemde situatie, -waardoor hem het
bleed naar de slapen steeg, alsof hij zich
schaamde over zijn houding. En hoewel hy
trachtte aan dezen druk te ontkomen, er wils
krachtig tegen in ging, het baatte niet. Soms
als hy zich op school „de primus" hoorde noe
men, of als de leeraar met waardeering over
hem sprak, dan kwam er even een kentering
in zijn minderwaardigheidscomplex, en zijn
blik, waarmee hij nooit anderen recht durfde
aankijken, omdat hy in het harnas van zijn
kwaal gevangen zat, werd dan eenigszins vryer.
Men noemde hem sloomen duikelaar; iemand'
die geen zuiver geweten heeft; maar Bert had
een eerlijk karakter; er kon niets op aange
merkt worden, dat in strijd was met edele
menschelijke gevoelens.
Bert leed onder dien dwang en begon zoo
veel mogelijk gezelschap te mijden. Hij werd
met den dag eenzelviger. Zijn studie won er
echter bij.
Op een mooien winterdag trok hy met schaat
sen naar het ys. Eenzaam reed -hij de baan op
en af. Er waren ook kennissen, maar Bert
hield zich weer afzydig, niettegenstaande hy
er naar hunkerde ook eens met anderen in een
ry mee te kunnen doen.
Plotseling ontdekte hij een meisje. Ze schaat
ste met twee jongemannen. Bert was op het
eerste gezicht verliefd. Hij volgde haar en
hoopte met haar kennis te kunnen maken. Hij
hoorde haar naam noemen: Meta. Kon ik mij
maar bij hen aansluiten, dacht hij. Was ik
maar een beetje vrijer; wat brutaler. Op het
ijs mag men zich wel eenige vrijheid veroor
loven, bemoedigde hy zich.
Maar Bert kon zyn schuchterheid niet over
winnen. Meta merkte hem op en dikwijls ging
haar blik naar hem, als door Bert aangetrok
ken. Ook schaatste zij nu en dan alleen en vlak
langs hem, maar Bert kon zijn gevoel van min
derwaardigheid niet overwinnen.
Ik ben een sufferd, een stommerik! schold
hy zich uit. Als zy morgen weer op het ys is,
spreek ik haar aan.
Dien dag was Meta weer op de baan en nog
wel alleen. Maar Bert bleef nogmaals gevangen
in zijn schroom en het bewustzijn, dat hij toch
niet zou slagen, als hij haar eenmaal de groote
vraag zou stellen.
Met de jaren was het minderwaardigheids
complex verdwenen. Het begon toen hij glansrijk
zijn examen behaald had en met recht „de pri
mus" genoemd kon worden. Dit had hem het
besef gegeven, dat hij eenig overwicht had ge
kregen en hierdoor had zich langzamerhand de
bolster van zyn kwaal losgemaakt. Nu was hij
leeraar aan een H.B.S. en nog vrijgezel.
Meta had hy nooit kunnen vergeten. Zyn
zuster beredderde zijn huishouden.
Op een dag ontving hij een briefje;. Het was
van mevrouw Arthof, de moeder van een zyner
leerlingen.
Mevrouw Arthof verzocht hem om een on
derhoud. Dit werd haar toegestaan. Op het
vastgestelde uur liet de dienstbode haar by hem
binnen. Even stonden beiden sprakeloos elkaar
aan te kyken en schenen in hun geheugen te
zoeken, waar zy elkaar ooit ontmoet konden
hebben.
Het was voor beiden een spannend oogen-
blik.
Op het ys te B. wist Meta plotseling. Lang
nog had ze aan den stillen aanbidder, zooals zij
hem noemde, gedacht- en de hoop gekoesterd,
dat hij haar zou aanspreken. De dooi was inge
treden en daar zij bij een tante logeerde, was
ze weer naar huis vertrokken en had hem. tot
haar groote spijt, nooit meer gezien.
Bert beantwoordde in stilte zyn gedachte: Op
het ys te B. Zy is het.
Beiden waren, aangaande deze herinnering
even onthutst, doch gaven er geen blyk van. Ir.
een oogwenk gleed hun een mooie film maar
met een droevig einde voorbij.
Meta dacht aan het doel van haar bezoek en
vroeg, of hy het niet beter oordeelde, dat zij
haar zoon, die steeds voor wiskunde onvoldoende
had, privaatlessen hiervoor liet nemen. Ze ver
volgde: „Wijlen myn man en ikzelf hebben hem
er mee geholpen; maar er komt geen vooruit
gang".
„Ja, wiskunde schijnt zijn zwak punt te zijn,'
beaamde Bert. „Behoudens dit vak is hij altijd
een van de eersten. Ik ben 't geheel met u eens,
mevrouw. Als u wilt, zal ik hiervoor naar een
geschikt persoon uitzien."
„Heel graag, mijnheer Frengers," zei Meta.
„U voorkcent mijn wensch. Ik ben u zeer dank
baar."
„O! geen dank, mevrouw. Het is niet de moei
te waard. Maar nu wat anders. U komt mij
zoo bekend voor. Waar kan ik u ooit ontmoet
hebben?" Het was visschen van hem, om te zien,
of zij zich hem nog herinnerde.
„En u mij", glimlachte ze. „Het is vele jaren
geleden dat ik u zag; maar toch weet ik, waar
het was. Op het ijs te B."
„Ja, juist," beaamde Bert. „Daar was het."
„Ik noemde u: myn stillen aanbidder," lachte
Meta.
„Dit was een zeer passende benaming."
„Dan had ik toch goed gezien," zei ze met een
diepen blos.
Bert Frengers streek nadenkend langs zyn
kin. Hij keek naar den vloer en vroeg zich af.
of hij zyn minderwaardigheidscomplex 'nog niet
geheel ontworteld had. Hy voelde er zich weer
van onder den druk. Waarom vertelde hij haar
nu niet, dat zy de eenige vrouw was, naar wie
in stille uren zyn gedachten gingenzy was
weduwe. Wat belette hem haar over zijn liefde
te spreken? Dochzou ze hem wel waardig
keuren, haar man te worden? Ze was knap en
kon nog wel een anderen krijgen
Het minderwaardigheidscomplex had hem
weer in den greep. Ik moet tnij er van losruk
ken, besloot hij. Ik moet. Nog even een weife
ling, maar dan begon hij haar van zijn liefde te
vertellen en van zijn gedachten, die nog zoo
dikwyls bij haar vertoefden.
Toen bekende Meta hem: „Ik hield ook van
jou, maar, ja, het was geen schrikkeljaar, an
ders had „ik" jou misschien ten huwelijk ge
vraagd," lachte ze.
Bert Frengers zuchtte verlicht. Hij had een
tweede overwinning op zichzelf behaald er. die
hem het geluk bracht, dat hy gemeend had
nooit te bereiken.
(Nadruk verboden).
Tel and Tel daalden by na een punt in koers;
bij de overige fondsen bleef het verlies tot
fracties beperkt. De beurs sloot verdeeld.
Vandaag werden 496 fondsen verhandeld.
Daarvan zyn er 195 in koers gestegen, 157 ge
daald. De noteeringen der 144 overige bleven
onveranderd.
i
Slotk Slotk Slotk Slotk
NEW-YORK 14/6 13/6 12/6 11/6
Air Reduction 41% 41% 41% 41%
Allied Chem 152% 153% 155 153
American Can 82% 82% 81% 81
American Radiator 6% 6% 6% 6%
Amer Rolling 14 14 14% 14%
Am. 3melting 40% 40% 41% 41%
Am. Sugar Refining 16% 16% 17% 16%
Amer Tel Tel 156% 157%f 160% 159%
Am. Tobacco B 67 67 65% 66
Am. Waterworks 4% 4% 4% 4%
Anac. Copper 27 27 27% 27%
Atehls Topeka 28% 28% 29 27%
Baldwin Locomotive 14% 14% 14% 14%
Baltim. Ohio 33% 3% 3%
Bethlehem St72% 73% 74% 74
Canada Pacif 3% 3% 4 3%
Com Investm 29% 29% 29% 29%
J. I. Case 60% 60% 60 61
Ches Ohio36% 36% 37% 37
Chicago Rock Isl.
Chrysler Corp56% 57% 58% 58%
Cons Edison 18% 18% 18% 18%
Delaw Huds 10% 10% 10% 10%
Detroit Edison C. 20% 20% 20% 20%
Dupont d'Nem 150% 151% 152% 151
Eastman Kod 131% 132% 132 130
Gener Electric 31% 31% 31% 31
Gen Foods Crp 36% 36% 36% 36%
Gen Motors 58% 39% 39% 39
Gooayear Tyr 17 17 17% 16%
Hudson Motor 2% 3 3 2%
int. Harvester 50% 50% 50% 52
Intern Nickel 257/3 25% 25% 26%
International Paper 14% 14 14% 15%
Int Tel a Tel 2% 2% 2% 2%
Kenn Copper 36% 36% 37% 36 ,s
Mack Trucks Incorp. 28% 28% 28% 28%
Montgomery 35% 35% 35%t 36%
National Biscuit-Co 16% 16% 16 A
N V. Central 12% 12% 12% 12%
Norfolk Western 194 194 195% 195
Nord. Amer. n.a 12% 12% 12% 12/a
Northern Pacific... 6% 6% 6/s 6%
Packard 2% 2% 2% 2%
Pennsylvania 23% 23% 23% 23%
Proctor Chamble 54 53,2 53 A 52 A
P Serv of N.J21% 21% 21% 21%
Pullman Incorporat. 26% 26,2 27,4 21 a
Pure Oil Company 9% 9% A
Radio Corp3% 3% 3% 3%
Reading Company 14% 14 14 14%
Republic Steel 18% 18% 19% 19%
Reyn Tobac B. 30% 30% 30% 30%
Sears Roebuck 71% 72% 72 71
Shell Union Oil 14 13% 14 13%
Socony-Vac 8% 9 9 9
Southern Pacific 11% 11% 12% 11%
Southern Railway 12% 12% 12% 12%
Standard Brands 5% 5% 5% 5%
St Oil N.-Je« 39% 39% 38% 38%
Texas Gulf Sulphur 35% 35% 35% 35
Tw Fox Film5% 5% 5% 5%
Union Carbon 71% 71% 71% 71%
Union Pacific 39% 80% 80% 80%
Unit. Aircraft 80% 39% 39 39%
United Corpor.
United FrUit 65% 65% 64% 62%
Un. States Ind. Ale 24% 24% 24% 25
Un. St. Rubber 21% 22 22%' 22
Un St Steel 55% 56% 56% 56%
Un St. Steel pr 119% 119 119 H9
Western Union 24% 24% 23% 22%
Westing house 95% 95% 37 96%
Woolwortb 28% 28% 28% 28
laten, f ex-dlv„ S ex-recht.. ex-coup. 1 Died
WISSELKOERSEN
NEW YORK
14/6 13/6 14/6 13/6
A'dam c - Weenen 4.75% 4.75%
Londen 4 03% -4.03% Stockh 23.86 23.86
Pariis 2.31 2.31 Montreal 88.12% 87.81
BerlUn 40.05 40.05 Mntr.Lnd 4.57% 4.59%
Brussel B Aires P 29.78 29.78
Rome 5.26% 5.26% B.Aires t 23.70 23.70
Madrid 9.25 9.25 York C. 23.45-8 23.45-8
Zwitser! 23.21 23.21 Shanghai 5.47 5.47
Zw. vrl1 23.24 23.24
Sedert de vorige opgave werden door de firma
D. W. BRAND, Keizersgracht 215 te Amsterdam, de
volgende fondsen verhandeld:
OBLIGATIëN
Amsterdamsche Grondbriefbank (kl. cp.)
4 o/„ 83
Eigen Hulp, Zekerheidsfonds der Onder
linge Levensverzekering Mij. 4 86
Eudokia, Vereeniging te Rotterdam 1910
4 95
Gruno's Grondbezit 2% 23
Nationale Credietbank (kl. cp.) 4% 91
Nationaal Grondbezit 1937 (kl. cp.) 3% 87%%
Nederlandsche Grondbriefbank (kl. cp.)
4 94
Nederlandsche Zendingsschool te Rotter
dam 1916 4% 90%%
RudoU Stichting te 's-Gravenhage 4 94
Vaa'erlandsche Bank voor Belaste Waar
den (kl. cp.) 4 o,„ (5 87% 88
Vau'erlandsche Bank voor Belaste Waar
den (kl. cp.) 4 (6 87 88
Vereeniging tot Christ. Verzorging van
Zenuw- en Geesteszieken 4 96%%
Vereeniging tot Christ. Verzorging van
Krankzinnigen in Nederland 4 w„ "97
Vereeniging voor Christ. Hooger Middel
baar Onderwijs te Zeist, 4 95%%
Vereeniging tot Gereformeerde Zieken
verpleging in Nederland, te Amster
dam 4 -% 95%%
OBLIG. R.K. INSTELLINGEN (BINNENLAND)
Augustijnen, Paters te Nijmegen 4% 93
Christus Koning, Par. H. te Hillegers-
berg 5 62
MAKELAARS IN EFFECTEN
AMSTERDAM - KEIZERSGRACHT 216
TEL. 42600 (4 lijnen)
Speciale afdeeling voor het verhandelen
van KERKELIJKE LEENINGEN
Cornelius, Par. v. d. H. te Limmen 4 88
Gregorius Stichting, Sint te Utrécht
2% 65, 55
Laurentius, Par. v d. H. te Hoogkarspel -
4 90 p
O. L. Vrouw, Congr. van te Tegeien 4 76
O. L. Vrouw, Koningin des Vred'es, Par.
te Amsterdam 3% 81
Theresia van Lisieux, Kleine, Par. v. d.
H. te Rotterdam 4 52
OBLIG. R.K. INSTELLINGEN (BUITENLAND)
Katholisches Gesamtkirchengemeinde te
Ludwigshafen 7 8
Mathias Spital te Rheine 1926 7 53
Mathias Spital te Rheine 1929 (f 500)
7 55
Metropolitaan Kapittel Dom van Keu- -
len 7 81
O. L. Vrouw. Congr. te Mühlhausen 7 "5 7®
Vincentius a Paulo, Zusters v. d. H.
te Freiburg 7 83% i®
Vincentius a, Paulo. Zusters v. d. H. te
Keulen Nippes (f 100.7% 85
PANDBRIEVEN
Algemeene Maatschappij tot Beleenen en
aankoopen van met vruchtgebruik
en Periodieke uitkeeringen belaste
waardten (kl. cp.) 9% 9 8%*
Boeren Hypotheekbank 3% 91%*
Dordrechtsche Hypotheekbank (kl. cp.) -
3% 92
Eerste Nederlandsche Scheepsverband -■
Maatschappij (kl. cp.)) 4 94 7®
Haarlemsche Hypotheekbank (kl. cp.) a
4 99
Nieuw Nederlandsch-Amerikaansche Hy-
potheekbank (kl. cp.) 5 22%*"
Standaard Hypotheekbank (kl. cp.) 4 85
Standaard Hypotheekbank (kl. cp.) 4% 88
Stedelijke Hypotheekbank (kl. cp.) 4
93 or. 92%
Vaderlandsche Hypotheekbank (kl. cp.) m
4 (4% 91% 90 w- 91
Vereenigde Transatlantische Hypotheek- -
banken (kl. cp.) 3 54 05, 54% 7®
Zuider Hypotheekbank (kl. cp.) 3% 90%
AANDEELEN
Amsterdamsche Poetsdoekenfabriek 10°
Arnoud, Kunstzandsteenfabriek 60 f
Baanbreker. Aapa'apeleneel* Stroop a
Dextrinefabliek De 120
Bedrijfsbank, Mij. tot Exploitatie van -
Onroerende Goederen De ,15
Bogota. Handel- Industrie Maatschappij 124%
Breskens Maldeghem Stoomtram Maat- -
schappij (f 500.—) 1%5
Buffet Maatschappij E. Pluribus Unum 30
Delftsche Electrische Installatie Maat- a
schappij .50
Eerste R.K. Levensverzekering Maat-
schappij 130
Haagsche Buurtspoorwegen (Cert.) 65
Haarlfemsche Scheepsbouw Maatschappij 137% n
Hollandsche Sociëteit van Levensverzeke- -
ringen 205
Kampar Sumatra Goud Exploratie Maat-
schappij
Karang Soewoeng Adiwerna Djatie
Barang, Maatschappij tot Exploitatie
der Suikerondernemingen 145
Nederlandsche Fabriek v. Verhandstoffen
v.h. Utermöhlen Co10 Z
Maatschappij voor Chem. Waren (Cert.) 40 v®
Meiierij, Tramweg Maatschappij De -
(f 250) 3
Nederlandsche Maatschappij tot Elxploi-
tatie van' Onroerende Goederen 22% 7®
Nieuwe Internationale Hypotheellbank
f 100.—) 6
Overijselsche Hypotheekbank (Volgiset.) 72%
Rottera'amsche Ijzer- en Metaalgieterij
v.h. A. Rademakers 129
Tieieman Dras, Comm. Vennootschap 62
Vereenigd Bezit van Indische Fondsen 160 f
Volharding, Maatschappij tot Exploitatie
van Onroerende Goederen De, te Rotter-
dam 18
West-Borneo Cultuur Maatschappij
(Pref., 22 22%%
Zaadhandel Boomkweekerij Wed. P.
de Jongh 95
NIET VOLGESTORTE AANDEELEN
Assurantie Maatschapij De Nederlanden d
van 1845 75 gestort 297%
Eerste Nederlandsche Scheepsverband
Maatschappij 10 gestort (f 500.B.) -
f 90.toe 40
Nederlandsche Bankinstelling voor Waar-
den enz. 20 gestort 35 30 35 Je
Onderlinge Levensverzekering MaatschapP®
's-Gravenhage f 60.f 200.toe 1(l0
Vaderlandsche Bank voor Belas# Waarden f
gest. f 225.toe ,1
Westlandsche Hypotheekbank 10 gestort
f 1000.—) nihil
OPRICHTERSBEWÏJZEN de
Amsterdamsche Lettergieterij v.h. N. Tettero»
f 1500.—, f 1600.—
Gooische Stoomtram Maatschappij f 10°'
f 105.—, f 101.—, f 100 f 105.—, f 100.—
Hollandsche Bank Unie f 22.„0
Nederlandsche Hoogovens en Staalfabrieken f 1
Nederlandsche Elevator Maatschappij f 160.
Semarang Cheribon Stoomtram Mij. f 90 .050
Vaderlandsche Bank vóór Belaste Waarden f 1
WINSTBEWIJZEN
Nederlandsch-Irfdische Portland Cement Ma»
schappij f 22.50
Oost-Borneo Maatschappij A 325.
DIVERSEN
Barisan Mijnbouw Maatschappij (Rest.bew.) "g
Vereenigde Tapijtfabrieken (Amort.bew.) f 2
Stadhouderslaan, Maatschappij tot Expl. van u"
roerende Goederen (Rest.bew.) f 47.50
Vereenigde Transatlantische Hyjiotheek-
banken '(Rest.bew.) (kl. cp.) 2% 3 a„n-
Zélander, Electrotechnische Technische
d'elsvenn. (Rest.bew. A) f 18.wan-
Zélander, Electrotechnische Technische
delsvenn. (Rest.bew. B) f 9.
LOTEn
Paleis voor Volksvlijt 1867 Restantloten) f
KANTOREN TE: Alkmaar, Breda, Delft, Eindhoven, 's-Gravenhage,
Goes, Haarlem, Hoorn, Hulst, Nijmegen, Oisterwijk,
Purmerend, Roermond, Roosendaal, Venray, e.a.p.
Speciale afdeeling voor het verhandelen van alle niet
ter beurze genoteerde fondsen. Onze lijsten van Vraag
en Aanbod worden op aanvrage gratis toegezonden
door OWEN RUTTER
32 (Nadruk verboden)
„Maar Noreen," gromde iki „je hebt de zaak
toch niet nog erger gemaakt, dan ze reeds was?
Wat heb je tegen hem gezegd?"
„Ik heb niets tegen hem gezegd," antwoordde
zy, met een heftig gebaar.
„Ik heb alleen 'n klap op dat roode gezicht
van hem gegeven en ben toen weggeloopen
om naar jou toe te komen."
Na dit alles, vond ik het maar 't beste, zoo
spoedig mogelijk de heele expeditie uit de Trus-
madivlakte weg te trekken. Het kon nergens voor
dienen als wij daar nog langer bleven. Een tweede
ontmoeting tusschen Rufus en Jeludin zou de
maat kunnen doen overloopen; maar als Rufus
maar eenmaal van de baan was, zou de storm
misschien wel weer luwen.
Spreken diende ook al nergens voor. Ik kon
moeilijk naar Jeludin toegaan en verontschul
digingen aanbieden voor mijn eigen officier.
Rufus weigerde om zelf'te gaan. De eenige op
lossing was, dat ik wegtrok Ik was nog wel
niet klaar om te vertrekken, maar ook Max
vond, dat dit toch maar het beste was. Tot op
dien morgen dat we vertrokken, was alles nogal
goed gegaan. Het fort was ontmanteld, de Dusuns
waren terug naar hun "dorpen. Tabiko had be
loofd Yule's hoofd te zullen bezorgen.
Ik besloot dan ook naar de kust terug te gaan
met de expeditie en dan terug te keeren naar
Elopura om dan, na eerst mijn rapport voor den
Gouverneur opgemaakt te hebben, dezen te
verzoeken, mij nogeens naar Trusmadi te laten
terugkeeren met een paar agenten, alvorens de
nieuwe nederzetting te' openen. Ik hoopte, dat
Jeludin mijn vertrouwen, dat ik in hem stelde,
naar waarde zou schatten, .en dat hij Rufus'
onmogelijk gedrag zou vergeten, als wij maar
eenmaal vertrokken waren.
Eooals later bleek, is dit het slechtste be
sluit geweest, dat ik ooit in mijn leven heb- ge
nomen. Maar twee dagen later braken wij ons
bivak op en keerden terug naar Kilapis en naar
de kust.
ZESTIENDE HOOFDSTUK
Ik kende Jeludin en den Maleischen adel goed
genoeg om te begrijpen dat Rufus beleedigingèn
te gelegener tijd nog wel een staartje na zich
zouden sleepen Ongelukkig genoeg echter, had
ik er geen vermoeden van, hoe verregaand de
invloed van die bejegening op Jeludin's geest
geweest was, anders zou ik de Trusmadivlakte
zeker niet verlaten hebben.
Niettemin zal ik niet beweren, dat ik er mij
nu een verwijt van maak, dat ik toch ben ge
gaan. Het staat nog te bezien of de zaken daar
door anders zouden geloopen zijn, wanneer ik
gebleven was. maar op dat tijdstip zelf, had ik
niets, waarop ik te rade kon gaan, om geen
flater te maken. Men kon slechts vermoeden hoe
de menschelijke geest werkzaam is, en dat is
geen gemakkelijk werkje, als die mensch in
kwestie zijn gevoelens op een dergelijke manier
verbergt als Jeludin.
Dien morgen in het kamp, toen ik hem net
nog even zag; voor wij zouden vertrekken, scheen
hy de zelfbeheersching in persoon hij was
kalm en waardig als altijd. Nogmaals conclu
deerde ik, dat hy zeker alles spoedig zou ver
geten zijn, als Rufus maar eenmaal onder zyn
oogen uit was.
Maar dat „lu" van Rufus was als een pijl in
een langzaamwerkend vergif gedoopt. Het is
merkwaardig, dat mannen en vrouwen, als ze
woedend zijn, juist die dingen zeggen, die het
meeste kwetsen. Dat had Rufus ook gedaan. Ik
had daar een proefje van ondervonden, toen hij
beweerde, dat ik bang was voor Tabiko. En nu
had hy met die eene pijl Jeludin's harnas
'weten te doorboren.
Noreen had haar best gedaan, om het vergif
zooveel mogelyk tegen te gaan en ik geloof, dat
zy erin geslaagd was voor een paar uren
Maar niemand van ons had aan de Dayang ge
dacht. Wy hadden ons allen zoo verdiept in
Jeludin's gevoelens, dat wy haar, hoe verbazend
dit nu ook schijnt, geheel buiten beschouwing
hadden gelaten. Naderhand vermoedde ik wel.
dat zij er de hand in had gehad, maar zeker
kon ik dat niet te weten, komen, totdat de oude
Sabtu mi) vertelde, dat het inderdaad zoo was.
Natuurlijk had de Dayang alles gehoord, wat er
gebeurd was zoodra Jeludin met Noreen het
fort verlaten had, misschien nog wel eerder.
Pas was hij teruggekeerd of zij begon den draak
met hem te steken over de manier, waarop hy
door zijn nieuwe vrienden, want zoo noemde
hij ons, behandeld werd. Zwaar gekwetst in zijn
teerste gevoelens, moet dit een marteling voor
hem zijn geweest.
•Er is een Maleisch spreekwoord dat zegt, dat
God aan iederen man een dag in zijn leven
schenkt, waarop hij als een heilige is en aan
iedere vrouw een dag, waarop zij van den duivel
bezeten is. Toen moet het ongetwijfeld de dag
der Dayang geweest zijn. Ik kan me voorstellen
hoe zy zijn geduld op de proef stelde, l\em tot
ongeloofelijken haat opgezweept, hem onvergely-
kelijk belachtelijk makend. De arme duivel moet
er haast gek van geworden zijn.
Natuurlijk zat bij haar achter dit alles een
bedoeling.
Zij verlangde geen vrede, zij verlangde oorlog.
Zij kon zich niet eenzamer gevoeld hebben,
dan wanneer zij zich midden in de jungle had
bevonden, met haar draagstoel. En als dat het
geval was geweest, zou zij geen klacht geuit heb
ben, zooals vele andere vrouwen zeker zouden
gedaan hebben. Zij zou uitgekeken en gewacht
hebben, totdat er iemand voorbijkwam: juist
zooals ze nu wachtte, op haar kans, op den tijd,
'dat zy haar plannen ten uitvoer zou kunnen
brengen.
Rufus was het geweest, die haar die kans ge
geven had. En dat is wel de bitterste ervaring
Voor mij geweest: dat het mijn eigen officier
moest zijn, die mij een nederlaag bezorgde.
Toen het gerucht van zijn lompe dwaasheid
tot haar doordrong, moet zy onmiddellijk de ge
weldige mogelijkheden gezien hebben, die haar
daardoor werden opengesteld. Het was de ge
legenheid waarop zij gewacht had. Zonder te
aarzelen greep zij ze aan, en ik moet zeggen,
dat ik haar erom moet bewonderen, hoe
duivelsch haar werk dan ook was.
Bij haar heiligde het doel de middelen. Het
was de eenige manier, waardoor Jeludin opnieuw
aangespoord zou kunnen worden. Dat moet zij
zeer zeker ook gevoeld hebben. Het is zelfs
zoo zeker nog niet. dat het allemaal toeval was
geweest. Wan ik zie haar er best voor aan,
nu ik meer van haar weet, dat zij ervoor ge
zorgde, heeft dat Rufus van Noreen's verblijf in
het fort op de hoogte zou gebracht worden, daar
zy met Rufus' onstuimigheid vermoedelijk be
kend was. Zeker ben ik daar niet van maar het
is een mogelijkheid. En zelfs Sabtu heeft mij
daar nooit iets positiefs over kunnen zeggen.
Dagen gingen voorbij. Men kan zich inden
ken hoe de Dayang Rufus' woorden deed
naklinken in Jeludin's gekwelderi geest. Hoe zij
hem tergde met haar zinspelingen, als steken in
een holle kies. Of aan dien titel: „lu" soms ook
een salaris verbonden was, vroeg zij hem. Ver
wachtte hij eerstdaags misschien weer wat
nieuwe vriendén? Sinds wanneer liet de tijger
zich door een aap in zijn oor bijten? Dit was
haar methode.
Toen veranderde zij van tactiek.
„Mijn echtgenoot moet bepaald onkwetsbaar
zyn, als zoo een beleediging zelfs geen invloed
op hem heeft," riep zy geërgerd uit. en
je gewonnen aan die blanken? Vernedering^
anders niets, waarvoor de zeekoeien je m°njCt-S
uitlachen? Een verstandig man zou °°K br
anders verwacht hebben. Alleen een dwaas
wacht helder water uit een vuile bron. en
Met dergelijke dingen ging de eene dag Jeltr
anderen voorbij. Sabtu vertelde my, dat
din's stilzwygen nog het verschrikkelijks ai
van alles. Hij antwoordde met geen woora
die plagerijen, hij verzocht haar niet eenj.pjjjk
mond te houden. Hij piekerde, somber, P ^rig
zooals alleen een Maleier piekeren kan. p ifl
moet dat gevoel van schaamte en van eeji
het water do°r
hem gestegen zyn, als
dykbres. d vre}-''
„Toewan kent zeker ons spreekwoo jie1
zei Sabtu.
men ucn xuua. 5(f-
wanneer het hart van een man in teiu^10-
Zoo was het geval met mijn meester^ k0jneI^'
Er moest
vprneae»";-nei
it
ibtu. „Als een dorp in brand sa
den rook opstygen, maar nleman^ stflat'
reWn
toch eens een oogenblik en
waarop die woede over zijn verne kllnPpI,
schande met een positieve daad r9°e{
uitgewischt worden. Alimah had
hij tenslotte toegegeven hebben. Dat ophie'
van, wanneer hij zich met die blanken^^.
Men kon niets anders van hen verw a
dat was nog maar een voorteeken va_ j0t r"
allemaal nog komen moest. Hij had zi.1
het hunne gedeeld en nu stond hem n' vCrne.d
te wachten, dan de hagelsteenen de LpcbjL)
ring, hy, die eens gouden regen lia-d "ygrvG®