7id imAacd van dag Gouden regen II. W. Bit AND NEDERLANDSCHE LANDSOUWBANK De eetlust der kinderen IN-COURANTE F ON II S E IV ZONDAG 15 JUNI 1941 JOHN KENNIS Co. Een hartige zoutdiefstal BEURS VAN NEW YORK MEDISCHE KRONIEK Katholiek Comité van actie „Voor God" Flauwe praatjes baatten den dief niet WAPENS VOOR EEN RUBENS Zeer weinig handel, die soms zelfs geheel stillag. Clearingkoersen iarfen werd Minderwaardig- Omzet 190.000 shares MINDER COURANTE EN INCOURANTE FONDSEN AMSTERDAM - KEIZERSGRACHT 507-511 Het is goed, wanneer kinderen behoorlijken eetlust hebben, en dus is het nuttig, den eet lust te bevorderen, als deze te wenschen overlaat. Het eerste, wat de arts doet bij klachten over den eetlust der kinderen, is na te gaan, of deze werkelijk te gering is. Inderdaad kunnen de ouders wel eens onjuiste opgaven deen; want indien een kind er weldoorvoed en levendig uit ziet, kan het dan een slechten eetlust hebben? Neen immers, dan heeft het wel goeden eet lust en de hoeveelheid voedsel, die het tot zich neemt, is blijkbaar voldoende. In zulke gevallen blijken de ouders dus overdreven eischen te stellen. Wanneer echter inderdaad de eetlust gering ls en wel zoo, dat het kind mager en slap wordt, dan vreest de moeder, dat het kina een ziekte onder de leden heeft. Dat komt dikwijls voor, b.v. bij het naderen van mazelen, roode hond; bij beginnenden kinkhoest gebeurt het minder. Het kan ook zijn, dat er een chronische ziekte achter schuilt als een nierlijden of tuberculose. Dit is dan nauwkeurig na te gaan. Er blijft dan echter een groot aantal gevallen over, waarin de slechte eetlust het gevolg is van onjuiste beïnvloeding of verkeerde opvoeding. Het gebeurt immers niet zelden, dat er een te sterke aandrang tot eten bij het kind wordt uit geoefend, zoodat het kind alle maaltijden gaat ondervinden als onaangenamen dwang. Indien een kind aan den maaltijd goed gegeten heeft, is het moederhart gerust, maar er is een beetje moed en geduld i«>or noodig om te zeggen; Nu heeft het kind geen trek, vanavond of morgen zal hetwel beter gaan. Ten twee de zijn de ouders er zich van bewust, dat er toch een zekere discipline moet zijn en dat de kinderen moeten leeren, vlug en zonder tegenstribbelen te eten. Moderne psy chologen zouden zeggen, dat ouders, die te sterk vreezen, dat hun kinderen niet genoeg eten, een ziekelijk schuldgevoel hebben: zij gevoelen in zich een zekeren afkeer van hun plichten en nu vreezen zij, aan dien afkeer en die teerheid te veel toe te geven en het gevolg is, dat zij zich bovenmenschelijke moeite geven, om hun kin deren te doen eten. Het kan een soort bijge loof worden. Juist als de bijgeloovige denkt; als ik.onder den ladder doorloop, dan gebeurt er een ongeluk; zoo schijnen sommige moeders te denken: als het kind zijn twee sneetjes niet opeet, zal mij de straf treffen. Maar moeder, eet gij dan zelf altijd even veel en hebt gij altijd denzelfden eetlust? Waarom moet uw kind dan altijd evenveel eetlust hebben? Dan kan men de treurige toestanden beleven, dat een kind een uur en langer met zijn bordje pap geplaagd wordt. Iedereen moest inzien, dat zooiets in elk geval verkeerd is en een allerake- ligsten indruk op het kind moet maken. Hadden de menschen geen ziel, dan zouden ze nooit meer of minder eten dan goed voor hen is; maar als het eten tot een plagerij wordt ge maakt, dan gaat de ware of schijnbare eetlust weg. Doch in elk geval, oefent men geen invloed uit op kleine kinderen, dan kan men er gerust op zijn, dat zij, door hun instincten gedreven, genoegzaam voedsel tot zich zullen nemen. Dat is een waarheid als een koe; en als het geen waarheid was, zou het menschelijk geslacht reeds lang zijn uitgestorven, want slechts door de natuur en niet door kunst- en vliegwerk blijft het in leven. De remedie tegen dit gebrek aan eetlust is in den regel dan ook eenvoudig. Mén moet gedu rende enkele weken zich zelf geweld aandoen en het kind geen geweld aandoen: geen enke len dwang uitoefenen en als de tijd van eten is afgeloopen, het bord wegnemen. Ik weet wel, dat er verschillende moeders zijn, die dit niet kunnen volhouden, maar het is de eenige ma nier. Zeer merkwaardig is, dat de trek in eten bij behandeling in een ziekenhuis zeer vlug her steld werd. Men zegt dan wel „vreemde oogen dwingen," doch dat is slechts gedeeltelijk waar. Inderdaad komt het voor, dat het kind er plei- zier in krijgt, vooral in het derde levensjaar, zijn kwade willetje door te zetten en dat het dit tegenover vreemden niet durft te doen, maar evenzeer is het waar, dat de opvoeders het kind niet moeten plagen en zich door het kind ook niet moeten laten plagen. Dit alles geldt voor kinderen tot drie, misschien tot vier jaar. Op lateren leeftijd is de toestand in zooverre ver schillend, dat men dan wel de discipline met wat meer kracht kan doorzetten; en zeker is dat het geval, waar iets grootere kinderen uit speelschheid of uit lust tot zeuren maar niet willen beginnen, hun portie op te eten. Dan is er eigenlijk geen gebrek aan eetlust, maar de kinderen zijn dan vaak zóó weldoorvoed, dat zij, wanneer zij niet veel beweging gehad hebben of veel binnenshuis zijn gebleven, voor dien maaltijd geen honger hebben. Bij de behandeling van zieken heeft men zich eveneens te laten leiden door het instinct. Bijna steeds doet men het best, den patiënt niets op te dringen, noch eten, noch drinken. De natuur regelt het zelf: patiënten, die bloedverlies ge leden hebben, koorts hebben, zweeten of diarrhee hebben, verliezen veel vocht; hebben daarom veel vocht noodig en drinken dan ook naar har telust. Bij de behandeling van chronische ziek ten, als nierlijden of tuberculose, moet de arts eten en drinken vaak regelen tegen den zin der patiënten; maar in de groote massa van koort sige ziekten en vele andere kan men zich verre weg het best naar de wenschen van den zieke regelen. Dr. TH. H. SCHLICHTTNG MOGEN ALLE OUDERS DIT DOEN Laten de vaders en moeders hun kinderen, ook de kleinste, dagelijks volgens vroom gebruik naar het altaar der verheven Moeder Gods geleiden en hen, tegelijk met de bloemen van hun tuinen en velden en tegelijk met hun eigen gebed en dat van hun kindertjes, aan de H. Maagd aanbieden. Paus Pius XII ONZE IE KLAS MAAT-AFDEELING NEEMT COUPONS IN BEWERKING AMSTERDAM-C. SINGEL 465 bij het KONINGSPLEIN Uit een pakhuis aan den Zuid Oost Binnen singel te Den Haag was door opensluiting een aantal balen en doozen zout ontvreemd, to taal 5000 kg., ter waarde van ongeveer 750 De politie stond aanvankelijk voor een raad sel. Het pakhuis was goed afgesloten en ver toonde geen spoor van braak. Twee leden van; het personeel verklaarden, dat het zout op Vrijdag 6 Juni nog in het pakhuis aanwezig was. Eén man kan den diefstal niet hebben gepleegd. Er moest een vervoermiddel aan te pas zijn gekomen. In de omgeving deed de politie dus navraag. Zoo vernam ze, dat op Donderdag 5 Juni ongeveer zes uur een met een paard bespannen sleeperswagen voor het pakhuis was verschenen, waarna vier mannen den wagen hebben volgeladen. Een der om wonenden had gezien, dat daarna het pakhuis met een sleutel gesloten werd. De voerman was verdwenen fn de richting van Voorburg. Hier toog toen de recherche van den centrale op sporingsdienst heen. Ten politiebureele aldaar vernam ze dat een inwoner van Voorburg, die in de krant het berichtje over den zoutdiefstal had gelezen, was komen vertellen, dat hij een baaltje had gekocht van iemand uit Voorburg. In samenwerking met een Voorburgschen re chercheur werd het onderzoek voortgezet. Het bleek dat ongeveer 25 menschen te Voorburg een baaltje of een doos zout hadden gekocht, en tevens dat in het schuurtje van een volks tuintje een aantal balen zout was opgeslagen. Alles werd in beslag genomen, doch er was toen meer zout bijeen, dan als vermist was opgegeven. Reeds eerder was er dus zout ge stolen. De pachter van het volkstuintje was een 28- jarige man G., als knecht in dienst bij den eigenaar van het pakhuis. Nadat de patroon aangifte van den diefstal had gedaan, was de knecht de welwillendheid in persoon: hij had zijn baas aangeboden, in de avonduren bij net pakhuis te controleeren. En hij stelde zich aan, hoogst verbaasd te zijn, toen hy werd aange houden. Hij werd er echter weldra toe gebracht, een volledige bekentenis af te leggen. De knecht, die reeds drie jaren bij zijn pa troon in dienst was, had aan een anderen knecht voorgesteld, samen het zout weg te ne men, doch verzocht, zijn mond te houden, als er eens gestolen werd. De dief heeft toen een sleeperswagen gehuurd en vier mapnen voor het transport aangenomen, en liet het zout rus tig opladen. Het moest worden gebracht naar tusschenpersonen te Voorburg. Met den verkoop van het zout is nog al ge heimzinnig te werk gegaan. Er waren weder- verkoopers, die de herkomst zelf niet wisten. Eén is er zelfs by den knecht gekomen met een aanbieding, of hij geen baaltje kon gebruiken Hij gaf ten antwoord, dat men maar eens moest terugkomen. Voorts vertelde hy aan zijn klan ten, dat het zout afkomstig was van iemand, die den accijns had ontdoken, waardoor het zoo goedkoop van de hand kon worden gedaan. Bo vendien maakte hy den menschen wys, dat het zout weldra gedistribueerd zou worden en van een kleurstof voorzien, om gebruik bij het in maken te beletten. De knecht is in politiebewa- ring. De vervoerders en wederverkoopers zijn te goeder trouw gebleken. Vrywel al het ont vreemde zout is achterhaald. De Deutsche Zeitung ontleent een bericht aan de Daily Telegraph, volgens hetwelk een beroemd schilderij van Rubens is verkocht, aan het Museum te Boston. Het schilderij wag eer- tyds in het bezit van koningin Christina van Zweden en laatstelijk eigendom van den hertog van Harewood. den echtgenoot van prinses Mary. Uit het Engelsch bezit is het thans overgegaan in Amerikaansch bezit en de ver koopsom wordt besteed, naar de Daily Tele graph eraan toevoegt voor de aanschaffing van oorlogsmateriaal. NEW YORK, 14 Juni Op de New York- sche effectenbeurs bleef de handel vandaag zeer kalm, daar men zich terughoudend toon de. Het koersbeeld was bij opening verdeeld, doch de noteeringen toonden slechts zeer ge ringe afwijkingen. Aanvankelijk werden slechts weinig aankoopen verricht van met zorg uit gekozen fondsen. In de meeste afdeelingen lag de handel zelfs bijna volkomen stil. Later werd de stemming over het algemeen flauwer, het geen vooral het gaval was bij de meeste in- dustrieele fondsen. Alleen enkele luchtvaart en scheepvaartaandeelen bleken in staat wat beter weerstand te bieden. Daarentegen waren staalwaarden en automobielaandeelen bepaald flauw, laatstgenoemde fondsen werden boven dien weinig verhandeld, nadat bekend was ge worden, dat de productie tot de helft zal wor den ingekrompen. Petroleumwaarden waren verdeeld, terwijl ook voor spoorwegwaarden en public utilities wei nig belangstelling bestond. Over het algemeen was echter het koersverlies niet groot, 'daar er niet zoozeer sprake was van verkoopdruk dan wel van realisaties mei het oog op het week einde. De kooplust was evenmin overmatig groot, een gevolg van de ontwikkeling van dqn toe stand buiten het Westelijk halfrond. American 's-GRAVENHAGE, 14 Juni. Koersen voor stortingen op 16 Juni, tegen verplichtingen luidende in: Belga's 30.1432. Zwitsersche francs 43.56. Fransche francs 3.768. Lires 9.87. Deensche kronen 36.37. Noorsche kronen 42.82 Zweedsche kronen 44.85 Tsjechische kronen (oude schulden) 6 42. Dinar (oude schulden) 3.43. Dinar (nieuwe schulden» 4.23. Turksche ponden 1.45% Lewa 2.30 Pengö (oude schulden) 36.519. Pengö (nieuwe schulden) 45.89. Zloty (oude schulden) 35 00. Zloty (nieuwe schulden) 37.68. Lei 1.28 INLICHTINGEN over voorwaarden en tarieven betreffende de molestverzekering van NIEUW MOLEST-RISICO verstrekken alle kantoren van Centraal Beheer Hoofdkantoor: AMSTERDAM, SINGEL 126—130 Telefoon 47190 Bijkantoren: Arnhem, Utrechtschestraat 16, Tel. 23252; Breda, Zandberglaan 63, Tel. 4901; Goes, Lange Kerkstraat 16, Tel. 2313; 's-Gravenhage, Zeestraat 71b, Tel. 116356; Groningen, Burchtstraat 4 I, Tel. 829; Leeuwarden, Raadhuisplein 34, Tel. 4375 Maastricht, Henr. v. Veldekeplein 29, Tel. 4424; Rotterdam, Witte de With- straat 92, Tel. 45530; Utrecht, Mariahoek 6, Tel. 1092716204; Zwolle, Praubstraat 25 (hoek Koestraat), Tel. 3321. Als Bert Frengers het woord „minderwaardig heidscomplex" las, of hoorde, of er aan dacht, bracht hem dit onaangename herinneringen voor den geest. Vroeger leed hij aan deze kwaal en had hierdoor zijn jeugd vergald gezien. Als jongen stond hy steeds achteraf, want het ge voel niet te kunnen zijn en te kunnen handelen zooals de andere knapen, belette hem mee te doen aan spelletjes. Als student hield hij zich om die redenen eveneens op den achtergrond. Was er een fuif en dwong hij zich, niet toe te geven aan zijn minderwaardigheidscomplex, en orulde hy eens net de andere aanstonds een domper op zijn uitgelatenheid en ongewone doen gezet. „Hoor Frengers eens brullenWat over komt den kerel! Ben je losgebroken, zeg, Frengers?" Ja, dan was het voor hem, alsof hij werkelijk losgebroken was; of hij zich ontrukt had aan de gedachte: ik kan niet meedoen. Ik ben zoo heel anders dan zij. Maar zelf vond hy zich dan in een vreemde situatie, -waardoor hem het bleed naar de slapen steeg, alsof hij zich schaamde over zijn houding. En hoewel hy trachtte aan dezen druk te ontkomen, er wils krachtig tegen in ging, het baatte niet. Soms als hy zich op school „de primus" hoorde noe men, of als de leeraar met waardeering over hem sprak, dan kwam er even een kentering in zijn minderwaardigheidscomplex, en zijn blik, waarmee hij nooit anderen recht durfde aankijken, omdat hy in het harnas van zijn kwaal gevangen zat, werd dan eenigszins vryer. Men noemde hem sloomen duikelaar; iemand' die geen zuiver geweten heeft; maar Bert had een eerlijk karakter; er kon niets op aange merkt worden, dat in strijd was met edele menschelijke gevoelens. Bert leed onder dien dwang en begon zoo veel mogelijk gezelschap te mijden. Hij werd met den dag eenzelviger. Zijn studie won er echter bij. Op een mooien winterdag trok hy met schaat sen naar het ys. Eenzaam reed -hij de baan op en af. Er waren ook kennissen, maar Bert hield zich weer afzydig, niettegenstaande hy er naar hunkerde ook eens met anderen in een ry mee te kunnen doen. Plotseling ontdekte hij een meisje. Ze schaat ste met twee jongemannen. Bert was op het eerste gezicht verliefd. Hij volgde haar en hoopte met haar kennis te kunnen maken. Hij hoorde haar naam noemen: Meta. Kon ik mij maar bij hen aansluiten, dacht hij. Was ik maar een beetje vrijer; wat brutaler. Op het ijs mag men zich wel eenige vrijheid veroor loven, bemoedigde hy zich. Maar Bert kon zyn schuchterheid niet over winnen. Meta merkte hem op en dikwijls ging haar blik naar hem, als door Bert aangetrok ken. Ook schaatste zij nu en dan alleen en vlak langs hem, maar Bert kon zijn gevoel van min derwaardigheid niet overwinnen. Ik ben een sufferd, een stommerik! schold hy zich uit. Als zy morgen weer op het ys is, spreek ik haar aan. Dien dag was Meta weer op de baan en nog wel alleen. Maar Bert bleef nogmaals gevangen in zijn schroom en het bewustzijn, dat hij toch niet zou slagen, als hij haar eenmaal de groote vraag zou stellen. Met de jaren was het minderwaardigheids complex verdwenen. Het begon toen hij glansrijk zijn examen behaald had en met recht „de pri mus" genoemd kon worden. Dit had hem het besef gegeven, dat hij eenig overwicht had ge kregen en hierdoor had zich langzamerhand de bolster van zyn kwaal losgemaakt. Nu was hij leeraar aan een H.B.S. en nog vrijgezel. Meta had hy nooit kunnen vergeten. Zyn zuster beredderde zijn huishouden. Op een dag ontving hij een briefje;. Het was van mevrouw Arthof, de moeder van een zyner leerlingen. Mevrouw Arthof verzocht hem om een on derhoud. Dit werd haar toegestaan. Op het vastgestelde uur liet de dienstbode haar by hem binnen. Even stonden beiden sprakeloos elkaar aan te kyken en schenen in hun geheugen te zoeken, waar zy elkaar ooit ontmoet konden hebben. Het was voor beiden een spannend oogen- blik. Op het ys te B. wist Meta plotseling. Lang nog had ze aan den stillen aanbidder, zooals zij hem noemde, gedacht- en de hoop gekoesterd, dat hij haar zou aanspreken. De dooi was inge treden en daar zij bij een tante logeerde, was ze weer naar huis vertrokken en had hem. tot haar groote spijt, nooit meer gezien. Bert beantwoordde in stilte zyn gedachte: Op het ys te B. Zy is het. Beiden waren, aangaande deze herinnering even onthutst, doch gaven er geen blyk van. Ir. een oogwenk gleed hun een mooie film maar met een droevig einde voorbij. Meta dacht aan het doel van haar bezoek en vroeg, of hy het niet beter oordeelde, dat zij haar zoon, die steeds voor wiskunde onvoldoende had, privaatlessen hiervoor liet nemen. Ze ver volgde: „Wijlen myn man en ikzelf hebben hem er mee geholpen; maar er komt geen vooruit gang". „Ja, wiskunde schijnt zijn zwak punt te zijn,' beaamde Bert. „Behoudens dit vak is hij altijd een van de eersten. Ik ben 't geheel met u eens, mevrouw. Als u wilt, zal ik hiervoor naar een geschikt persoon uitzien." „Heel graag, mijnheer Frengers," zei Meta. „U voorkcent mijn wensch. Ik ben u zeer dank baar." „O! geen dank, mevrouw. Het is niet de moei te waard. Maar nu wat anders. U komt mij zoo bekend voor. Waar kan ik u ooit ontmoet hebben?" Het was visschen van hem, om te zien, of zij zich hem nog herinnerde. „En u mij", glimlachte ze. „Het is vele jaren geleden dat ik u zag; maar toch weet ik, waar het was. Op het ijs te B." „Ja, juist," beaamde Bert. „Daar was het." „Ik noemde u: myn stillen aanbidder," lachte Meta. „Dit was een zeer passende benaming." „Dan had ik toch goed gezien," zei ze met een diepen blos. Bert Frengers streek nadenkend langs zyn kin. Hij keek naar den vloer en vroeg zich af. of hij zyn minderwaardigheidscomplex 'nog niet geheel ontworteld had. Hy voelde er zich weer van onder den druk. Waarom vertelde hij haar nu niet, dat zy de eenige vrouw was, naar wie in stille uren zyn gedachten gingenzy was weduwe. Wat belette hem haar over zijn liefde te spreken? Dochzou ze hem wel waardig keuren, haar man te worden? Ze was knap en kon nog wel een anderen krijgen Het minderwaardigheidscomplex had hem weer in den greep. Ik moet tnij er van losruk ken, besloot hij. Ik moet. Nog even een weife ling, maar dan begon hij haar van zijn liefde te vertellen en van zijn gedachten, die nog zoo dikwyls bij haar vertoefden. Toen bekende Meta hem: „Ik hield ook van jou, maar, ja, het was geen schrikkeljaar, an ders had „ik" jou misschien ten huwelijk ge vraagd," lachte ze. Bert Frengers zuchtte verlicht. Hij had een tweede overwinning op zichzelf behaald er. die hem het geluk bracht, dat hy gemeend had nooit te bereiken. (Nadruk verboden). Tel and Tel daalden by na een punt in koers; bij de overige fondsen bleef het verlies tot fracties beperkt. De beurs sloot verdeeld. Vandaag werden 496 fondsen verhandeld. Daarvan zyn er 195 in koers gestegen, 157 ge daald. De noteeringen der 144 overige bleven onveranderd. i Slotk Slotk Slotk Slotk NEW-YORK 14/6 13/6 12/6 11/6 Air Reduction 41% 41% 41% 41% Allied Chem 152% 153% 155 153 American Can 82% 82% 81% 81 American Radiator 6% 6% 6% 6% Amer Rolling 14 14 14% 14% Am. 3melting 40% 40% 41% 41% Am. Sugar Refining 16% 16% 17% 16% Amer Tel Tel 156% 157%f 160% 159% Am. Tobacco B 67 67 65% 66 Am. Waterworks 4% 4% 4% 4% Anac. Copper 27 27 27% 27% Atehls Topeka 28% 28% 29 27% Baldwin Locomotive 14% 14% 14% 14% Baltim. Ohio 33% 3% 3% Bethlehem St72% 73% 74% 74 Canada Pacif 3% 3% 4 3% Com Investm 29% 29% 29% 29% J. I. Case 60% 60% 60 61 Ches Ohio36% 36% 37% 37 Chicago Rock Isl. Chrysler Corp56% 57% 58% 58% Cons Edison 18% 18% 18% 18% Delaw Huds 10% 10% 10% 10% Detroit Edison C. 20% 20% 20% 20% Dupont d'Nem 150% 151% 152% 151 Eastman Kod 131% 132% 132 130 Gener Electric 31% 31% 31% 31 Gen Foods Crp 36% 36% 36% 36% Gen Motors 58% 39% 39% 39 Gooayear Tyr 17 17 17% 16% Hudson Motor 2% 3 3 2% int. Harvester 50% 50% 50% 52 Intern Nickel 257/3 25% 25% 26% International Paper 14% 14 14% 15% Int Tel a Tel 2% 2% 2% 2% Kenn Copper 36% 36% 37% 36 ,s Mack Trucks Incorp. 28% 28% 28% 28% Montgomery 35% 35% 35%t 36% National Biscuit-Co 16% 16% 16 A N V. Central 12% 12% 12% 12% Norfolk Western 194 194 195% 195 Nord. Amer. n.a 12% 12% 12% 12/a Northern Pacific... 6% 6% 6/s 6% Packard 2% 2% 2% 2% Pennsylvania 23% 23% 23% 23% Proctor Chamble 54 53,2 53 A 52 A P Serv of N.J21% 21% 21% 21% Pullman Incorporat. 26% 26,2 27,4 21 a Pure Oil Company 9% 9% A Radio Corp3% 3% 3% 3% Reading Company 14% 14 14 14% Republic Steel 18% 18% 19% 19% Reyn Tobac B. 30% 30% 30% 30% Sears Roebuck 71% 72% 72 71 Shell Union Oil 14 13% 14 13% Socony-Vac 8% 9 9 9 Southern Pacific 11% 11% 12% 11% Southern Railway 12% 12% 12% 12% Standard Brands 5% 5% 5% 5% St Oil N.-Je« 39% 39% 38% 38% Texas Gulf Sulphur 35% 35% 35% 35 Tw Fox Film5% 5% 5% 5% Union Carbon 71% 71% 71% 71% Union Pacific 39% 80% 80% 80% Unit. Aircraft 80% 39% 39 39% United Corpor. United FrUit 65% 65% 64% 62% Un. States Ind. Ale 24% 24% 24% 25 Un. St. Rubber 21% 22 22%' 22 Un St Steel 55% 56% 56% 56% Un St. Steel pr 119% 119 119 H9 Western Union 24% 24% 23% 22% Westing house 95% 95% 37 96% Woolwortb 28% 28% 28% 28 laten, f ex-dlv„ S ex-recht.. ex-coup. 1 Died WISSELKOERSEN NEW YORK 14/6 13/6 14/6 13/6 A'dam c - Weenen 4.75% 4.75% Londen 4 03% -4.03% Stockh 23.86 23.86 Pariis 2.31 2.31 Montreal 88.12% 87.81 BerlUn 40.05 40.05 Mntr.Lnd 4.57% 4.59% Brussel B Aires P 29.78 29.78 Rome 5.26% 5.26% B.Aires t 23.70 23.70 Madrid 9.25 9.25 York C. 23.45-8 23.45-8 Zwitser! 23.21 23.21 Shanghai 5.47 5.47 Zw. vrl1 23.24 23.24 Sedert de vorige opgave werden door de firma D. W. BRAND, Keizersgracht 215 te Amsterdam, de volgende fondsen verhandeld: OBLIGATIëN Amsterdamsche Grondbriefbank (kl. cp.) 4 o/„ 83 Eigen Hulp, Zekerheidsfonds der Onder linge Levensverzekering Mij. 4 86 Eudokia, Vereeniging te Rotterdam 1910 4 95 Gruno's Grondbezit 2% 23 Nationale Credietbank (kl. cp.) 4% 91 Nationaal Grondbezit 1937 (kl. cp.) 3% 87%% Nederlandsche Grondbriefbank (kl. cp.) 4 94 Nederlandsche Zendingsschool te Rotter dam 1916 4% 90%% RudoU Stichting te 's-Gravenhage 4 94 Vaa'erlandsche Bank voor Belaste Waar den (kl. cp.) 4 o,„ (5 87% 88 Vau'erlandsche Bank voor Belaste Waar den (kl. cp.) 4 (6 87 88 Vereeniging tot Christ. Verzorging van Zenuw- en Geesteszieken 4 96%% Vereeniging tot Christ. Verzorging van Krankzinnigen in Nederland 4 w„ "97 Vereeniging voor Christ. Hooger Middel baar Onderwijs te Zeist, 4 95%% Vereeniging tot Gereformeerde Zieken verpleging in Nederland, te Amster dam 4 -% 95%% OBLIG. R.K. INSTELLINGEN (BINNENLAND) Augustijnen, Paters te Nijmegen 4% 93 Christus Koning, Par. H. te Hillegers- berg 5 62 MAKELAARS IN EFFECTEN AMSTERDAM - KEIZERSGRACHT 216 TEL. 42600 (4 lijnen) Speciale afdeeling voor het verhandelen van KERKELIJKE LEENINGEN Cornelius, Par. v. d. H. te Limmen 4 88 Gregorius Stichting, Sint te Utrécht 2% 65, 55 Laurentius, Par. v d. H. te Hoogkarspel - 4 90 p O. L. Vrouw, Congr. van te Tegeien 4 76 O. L. Vrouw, Koningin des Vred'es, Par. te Amsterdam 3% 81 Theresia van Lisieux, Kleine, Par. v. d. H. te Rotterdam 4 52 OBLIG. R.K. INSTELLINGEN (BUITENLAND) Katholisches Gesamtkirchengemeinde te Ludwigshafen 7 8 Mathias Spital te Rheine 1926 7 53 Mathias Spital te Rheine 1929 (f 500) 7 55 Metropolitaan Kapittel Dom van Keu- - len 7 81 O. L. Vrouw. Congr. te Mühlhausen 7 "5 7® Vincentius a Paulo, Zusters v. d. H. te Freiburg 7 83% i® Vincentius a, Paulo. Zusters v. d. H. te Keulen Nippes (f 100.7% 85 PANDBRIEVEN Algemeene Maatschappij tot Beleenen en aankoopen van met vruchtgebruik en Periodieke uitkeeringen belaste waardten (kl. cp.) 9% 9 8%* Boeren Hypotheekbank 3% 91%* Dordrechtsche Hypotheekbank (kl. cp.) - 3% 92 Eerste Nederlandsche Scheepsverband -■ Maatschappij (kl. cp.)) 4 94 7® Haarlemsche Hypotheekbank (kl. cp.) a 4 99 Nieuw Nederlandsch-Amerikaansche Hy- potheekbank (kl. cp.) 5 22%*" Standaard Hypotheekbank (kl. cp.) 4 85 Standaard Hypotheekbank (kl. cp.) 4% 88 Stedelijke Hypotheekbank (kl. cp.) 4 93 or. 92% Vaderlandsche Hypotheekbank (kl. cp.) m 4 (4% 91% 90 w- 91 Vereenigde Transatlantische Hypotheek- - banken (kl. cp.) 3 54 05, 54% 7® Zuider Hypotheekbank (kl. cp.) 3% 90% AANDEELEN Amsterdamsche Poetsdoekenfabriek 10° Arnoud, Kunstzandsteenfabriek 60 f Baanbreker. Aapa'apeleneel* Stroop a Dextrinefabliek De 120 Bedrijfsbank, Mij. tot Exploitatie van - Onroerende Goederen De ,15 Bogota. Handel- Industrie Maatschappij 124% Breskens Maldeghem Stoomtram Maat- - schappij (f 500.—) 1%5 Buffet Maatschappij E. Pluribus Unum 30 Delftsche Electrische Installatie Maat- a schappij .50 Eerste R.K. Levensverzekering Maat- schappij 130 Haagsche Buurtspoorwegen (Cert.) 65 Haarlfemsche Scheepsbouw Maatschappij 137% n Hollandsche Sociëteit van Levensverzeke- - ringen 205 Kampar Sumatra Goud Exploratie Maat- schappij Karang Soewoeng Adiwerna Djatie Barang, Maatschappij tot Exploitatie der Suikerondernemingen 145 Nederlandsche Fabriek v. Verhandstoffen v.h. Utermöhlen Co10 Z Maatschappij voor Chem. Waren (Cert.) 40 v® Meiierij, Tramweg Maatschappij De - (f 250) 3 Nederlandsche Maatschappij tot Elxploi- tatie van' Onroerende Goederen 22% 7® Nieuwe Internationale Hypotheellbank f 100.—) 6 Overijselsche Hypotheekbank (Volgiset.) 72% Rottera'amsche Ijzer- en Metaalgieterij v.h. A. Rademakers 129 Tieieman Dras, Comm. Vennootschap 62 Vereenigd Bezit van Indische Fondsen 160 f Volharding, Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende Goederen De, te Rotter- dam 18 West-Borneo Cultuur Maatschappij (Pref., 22 22%% Zaadhandel Boomkweekerij Wed. P. de Jongh 95 NIET VOLGESTORTE AANDEELEN Assurantie Maatschapij De Nederlanden d van 1845 75 gestort 297% Eerste Nederlandsche Scheepsverband Maatschappij 10 gestort (f 500.B.) - f 90.toe 40 Nederlandsche Bankinstelling voor Waar- den enz. 20 gestort 35 30 35 Je Onderlinge Levensverzekering MaatschapP® 's-Gravenhage f 60.f 200.toe 1(l0 Vaderlandsche Bank voor Belas# Waarden f gest. f 225.toe ,1 Westlandsche Hypotheekbank 10 gestort f 1000.—) nihil OPRICHTERSBEWÏJZEN de Amsterdamsche Lettergieterij v.h. N. Tettero» f 1500.—, f 1600.— Gooische Stoomtram Maatschappij f 10°' f 105.—, f 101.—, f 100 f 105.—, f 100.— Hollandsche Bank Unie f 22.„0 Nederlandsche Hoogovens en Staalfabrieken f 1 Nederlandsche Elevator Maatschappij f 160. Semarang Cheribon Stoomtram Mij. f 90 .050 Vaderlandsche Bank vóór Belaste Waarden f 1 WINSTBEWIJZEN Nederlandsch-Irfdische Portland Cement Ma» schappij f 22.50 Oost-Borneo Maatschappij A 325. DIVERSEN Barisan Mijnbouw Maatschappij (Rest.bew.) "g Vereenigde Tapijtfabrieken (Amort.bew.) f 2 Stadhouderslaan, Maatschappij tot Expl. van u" roerende Goederen (Rest.bew.) f 47.50 Vereenigde Transatlantische Hyjiotheek- banken '(Rest.bew.) (kl. cp.) 2% 3 a„n- Zélander, Electrotechnische Technische d'elsvenn. (Rest.bew. A) f 18.wan- Zélander, Electrotechnische Technische delsvenn. (Rest.bew. B) f 9. LOTEn Paleis voor Volksvlijt 1867 Restantloten) f KANTOREN TE: Alkmaar, Breda, Delft, Eindhoven, 's-Gravenhage, Goes, Haarlem, Hoorn, Hulst, Nijmegen, Oisterwijk, Purmerend, Roermond, Roosendaal, Venray, e.a.p. Speciale afdeeling voor het verhandelen van alle niet ter beurze genoteerde fondsen. Onze lijsten van Vraag en Aanbod worden op aanvrage gratis toegezonden door OWEN RUTTER 32 (Nadruk verboden) „Maar Noreen," gromde iki „je hebt de zaak toch niet nog erger gemaakt, dan ze reeds was? Wat heb je tegen hem gezegd?" „Ik heb niets tegen hem gezegd," antwoordde zy, met een heftig gebaar. „Ik heb alleen 'n klap op dat roode gezicht van hem gegeven en ben toen weggeloopen om naar jou toe te komen." Na dit alles, vond ik het maar 't beste, zoo spoedig mogelijk de heele expeditie uit de Trus- madivlakte weg te trekken. Het kon nergens voor dienen als wij daar nog langer bleven. Een tweede ontmoeting tusschen Rufus en Jeludin zou de maat kunnen doen overloopen; maar als Rufus maar eenmaal van de baan was, zou de storm misschien wel weer luwen. Spreken diende ook al nergens voor. Ik kon moeilijk naar Jeludin toegaan en verontschul digingen aanbieden voor mijn eigen officier. Rufus weigerde om zelf'te gaan. De eenige op lossing was, dat ik wegtrok Ik was nog wel niet klaar om te vertrekken, maar ook Max vond, dat dit toch maar het beste was. Tot op dien morgen dat we vertrokken, was alles nogal goed gegaan. Het fort was ontmanteld, de Dusuns waren terug naar hun "dorpen. Tabiko had be loofd Yule's hoofd te zullen bezorgen. Ik besloot dan ook naar de kust terug te gaan met de expeditie en dan terug te keeren naar Elopura om dan, na eerst mijn rapport voor den Gouverneur opgemaakt te hebben, dezen te verzoeken, mij nogeens naar Trusmadi te laten terugkeeren met een paar agenten, alvorens de nieuwe nederzetting te' openen. Ik hoopte, dat Jeludin mijn vertrouwen, dat ik in hem stelde, naar waarde zou schatten, .en dat hij Rufus' onmogelijk gedrag zou vergeten, als wij maar eenmaal vertrokken waren. Eooals later bleek, is dit het slechtste be sluit geweest, dat ik ooit in mijn leven heb- ge nomen. Maar twee dagen later braken wij ons bivak op en keerden terug naar Kilapis en naar de kust. ZESTIENDE HOOFDSTUK Ik kende Jeludin en den Maleischen adel goed genoeg om te begrijpen dat Rufus beleedigingèn te gelegener tijd nog wel een staartje na zich zouden sleepen Ongelukkig genoeg echter, had ik er geen vermoeden van, hoe verregaand de invloed van die bejegening op Jeludin's geest geweest was, anders zou ik de Trusmadivlakte zeker niet verlaten hebben. Niettemin zal ik niet beweren, dat ik er mij nu een verwijt van maak, dat ik toch ben ge gaan. Het staat nog te bezien of de zaken daar door anders zouden geloopen zijn, wanneer ik gebleven was. maar op dat tijdstip zelf, had ik niets, waarop ik te rade kon gaan, om geen flater te maken. Men kon slechts vermoeden hoe de menschelijke geest werkzaam is, en dat is geen gemakkelijk werkje, als die mensch in kwestie zijn gevoelens op een dergelijke manier verbergt als Jeludin. Dien morgen in het kamp, toen ik hem net nog even zag; voor wij zouden vertrekken, scheen hy de zelfbeheersching in persoon hij was kalm en waardig als altijd. Nogmaals conclu deerde ik, dat hy zeker alles spoedig zou ver geten zijn, als Rufus maar eenmaal onder zyn oogen uit was. Maar dat „lu" van Rufus was als een pijl in een langzaamwerkend vergif gedoopt. Het is merkwaardig, dat mannen en vrouwen, als ze woedend zijn, juist die dingen zeggen, die het meeste kwetsen. Dat had Rufus ook gedaan. Ik had daar een proefje van ondervonden, toen hij beweerde, dat ik bang was voor Tabiko. En nu had hy met die eene pijl Jeludin's harnas 'weten te doorboren. Noreen had haar best gedaan, om het vergif zooveel mogelyk tegen te gaan en ik geloof, dat zy erin geslaagd was voor een paar uren Maar niemand van ons had aan de Dayang ge dacht. Wy hadden ons allen zoo verdiept in Jeludin's gevoelens, dat wy haar, hoe verbazend dit nu ook schijnt, geheel buiten beschouwing hadden gelaten. Naderhand vermoedde ik wel. dat zij er de hand in had gehad, maar zeker kon ik dat niet te weten, komen, totdat de oude Sabtu mi) vertelde, dat het inderdaad zoo was. Natuurlijk had de Dayang alles gehoord, wat er gebeurd was zoodra Jeludin met Noreen het fort verlaten had, misschien nog wel eerder. Pas was hij teruggekeerd of zij begon den draak met hem te steken over de manier, waarop hy door zijn nieuwe vrienden, want zoo noemde hij ons, behandeld werd. Zwaar gekwetst in zijn teerste gevoelens, moet dit een marteling voor hem zijn geweest. •Er is een Maleisch spreekwoord dat zegt, dat God aan iederen man een dag in zijn leven schenkt, waarop hij als een heilige is en aan iedere vrouw een dag, waarop zij van den duivel bezeten is. Toen moet het ongetwijfeld de dag der Dayang geweest zijn. Ik kan me voorstellen hoe zy zijn geduld op de proef stelde, l\em tot ongeloofelijken haat opgezweept, hem onvergely- kelijk belachtelijk makend. De arme duivel moet er haast gek van geworden zijn. Natuurlijk zat bij haar achter dit alles een bedoeling. Zij verlangde geen vrede, zij verlangde oorlog. Zij kon zich niet eenzamer gevoeld hebben, dan wanneer zij zich midden in de jungle had bevonden, met haar draagstoel. En als dat het geval was geweest, zou zij geen klacht geuit heb ben, zooals vele andere vrouwen zeker zouden gedaan hebben. Zij zou uitgekeken en gewacht hebben, totdat er iemand voorbijkwam: juist zooals ze nu wachtte, op haar kans, op den tijd, 'dat zy haar plannen ten uitvoer zou kunnen brengen. Rufus was het geweest, die haar die kans ge geven had. En dat is wel de bitterste ervaring Voor mij geweest: dat het mijn eigen officier moest zijn, die mij een nederlaag bezorgde. Toen het gerucht van zijn lompe dwaasheid tot haar doordrong, moet zy onmiddellijk de ge weldige mogelijkheden gezien hebben, die haar daardoor werden opengesteld. Het was de ge legenheid waarop zij gewacht had. Zonder te aarzelen greep zij ze aan, en ik moet zeggen, dat ik haar erom moet bewonderen, hoe duivelsch haar werk dan ook was. Bij haar heiligde het doel de middelen. Het was de eenige manier, waardoor Jeludin opnieuw aangespoord zou kunnen worden. Dat moet zij zeer zeker ook gevoeld hebben. Het is zelfs zoo zeker nog niet. dat het allemaal toeval was geweest. Wan ik zie haar er best voor aan, nu ik meer van haar weet, dat zij ervoor ge zorgde, heeft dat Rufus van Noreen's verblijf in het fort op de hoogte zou gebracht worden, daar zy met Rufus' onstuimigheid vermoedelijk be kend was. Zeker ben ik daar niet van maar het is een mogelijkheid. En zelfs Sabtu heeft mij daar nooit iets positiefs over kunnen zeggen. Dagen gingen voorbij. Men kan zich inden ken hoe de Dayang Rufus' woorden deed naklinken in Jeludin's gekwelderi geest. Hoe zij hem tergde met haar zinspelingen, als steken in een holle kies. Of aan dien titel: „lu" soms ook een salaris verbonden was, vroeg zij hem. Ver wachtte hij eerstdaags misschien weer wat nieuwe vriendén? Sinds wanneer liet de tijger zich door een aap in zijn oor bijten? Dit was haar methode. Toen veranderde zij van tactiek. „Mijn echtgenoot moet bepaald onkwetsbaar zyn, als zoo een beleediging zelfs geen invloed op hem heeft," riep zy geërgerd uit. en je gewonnen aan die blanken? Vernedering^ anders niets, waarvoor de zeekoeien je m°njCt-S uitlachen? Een verstandig man zou °°K br anders verwacht hebben. Alleen een dwaas wacht helder water uit een vuile bron. en Met dergelijke dingen ging de eene dag Jeltr anderen voorbij. Sabtu vertelde my, dat din's stilzwygen nog het verschrikkelijks ai van alles. Hij antwoordde met geen woora die plagerijen, hij verzocht haar niet eenj.pjjjk mond te houden. Hij piekerde, somber, P ^rig zooals alleen een Maleier piekeren kan. p ifl moet dat gevoel van schaamte en van eeji het water do°r hem gestegen zyn, als dykbres. d vre}-'' „Toewan kent zeker ons spreekwoo jie1 zei Sabtu. men ucn xuua. 5(f- wanneer het hart van een man in teiu^10- Zoo was het geval met mijn meester^ k0jneI^' Er moest vprneae»";-nei it ibtu. „Als een dorp in brand sa den rook opstygen, maar nleman^ stflat' reWn toch eens een oogenblik en waarop die woede over zijn verne kllnPpI, schande met een positieve daad r9°e{ uitgewischt worden. Alimah had hij tenslotte toegegeven hebben. Dat ophie' van, wanneer hij zich met die blanken^^. Men kon niets anders van hen verw a dat was nog maar een voorteeken va_ j0t r" allemaal nog komen moest. Hij had zi.1 het hunne gedeeld en nu stond hem n' vCrne.d te wachten, dan de hagelsteenen de LpcbjL) ring, hy, die eens gouden regen lia-d "ygrvG®

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 2