Verordening tot het inleveren van metalen Een ingewikkelde harddravers-puzzle Myra, het elfje en kabouter Zwartvoet A iteftflaétZout, BOUVY"II'hetfwi '/rtutfop&Jk Waarom treur je ★groote clown?* Nieuwe verordeningen afgekondigd Berlijn protesteert te Washington Beurs van Amsterdam Wie won de race W aterstanden WOENSDAG 18 JUNI 1941 1 Tegen uitwijzing van Duitsche ambtenaren MARKTEN Na vaste opening hier en daar eenige koersafbrokkeling. Verder verloop a "I Si s g 9 o.oo O.co 0.- 0.00 0.00 J.01 DOOR A. H. KOBER In het Verordeningenblad is opgenomen een Verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende de in levering van metalen. Hierin wordt het volgen de bepaald: Artikel 1. (1) Iedere beschikking over zich in het bezette Nederlandsche gebied bevindende voorwerpen, welke geheel of voor een overwegend deel uit koper, nikkel, tin, lood of legeeringen daarvan bestaan, is verboden. Het bovenstaande is eveneens van toepassing op metaalvoorraden, tot het ge bruik waarvan door het Rijksbureau voor nonferrometalen goedkeuring niet is ver leend. (2) Rechtshandelingen, welke in strijd met het in het eerste lid vervatte verbod worden verricht, zijn nietig. Met rechtshandelingen worden beschikkingen, welke by wijze van exe cutie of beslaglegging geschieden, gelijk gesteld. Artikel 2: (1) De in het eerste lid van artikel 1 bedoelde voorwerpen en metaalvoorraden moe ten worden ingeleverd. (2) Tot inlevering is verplicht hij die over het in te leveren voorwerp of de in te leveren metaalvoorraden beschikken kan, ongeacht of dezelve eigenaar, bezitter dan wel houder (bijv. huurder, bewaarnemer, expediteur en derge lijke) is en of deze een publiekrechtelijk lichaam, dan wel een natuurlijke of rechtspersoon is. Artikel 3: In het bijzonder moet worden Ingeleverd: 1) door overheidsinstanties en bedrijven: a) onbereid, onbewerkt en onafgewerkt materiaal en afvalstoffen; b) alle roerende metalen voorwerpen, welke gemist kunnen worden; c) alle eindproducten, welke zich bij han delsbedrijven (zooals warenhuizen, winkels) bevinden; 2) Overigens a) oud materiaal en afvalstoffen afkom stig uit de hiushouden; b) alle roerende metalen voerwerpen, welke gemist kunnen worden, zooals asch- bakken, bloempotten, -rekken, -vazen en -bakken, bonbonschalen, bronzen voorwerpen van eiken aard, borstelgarnituren, borst beelden, emmers, eet- en dringgerei, stoffers en blik, gongs, haardstellen en schoorsteen- mantelgamituren, kannen, ketels en bakken, gebakschalen, bekers, luchters, metalen vazen, afbeeldingen in metaal, fruitschalen, rookgamituren, doozen, schalen, zeven,- schrijfgerei en schrijftafelgamituren, hou ders en standaards voor luficers, presenteer bladen, tafelstukken, vazen, vogelkooien en standaards en andere gebruiksvoorwerpen. Artikel 4: (1) De verplichting tot inlevering geldt niet ten aanzien van: 1) openbare monumenten en gedenkteekenen op graven; 2) kerkklokken; 3. voor den kekerlijken dienst bestemde ge- bruiks- en andere voorwerpen in kerken en ka pellen; 4) orgels en hun onderdeelen; 5) museumstukken; 6) hetgeen behoort tot eenige volksdracht; 7. ordeteekenen en eereteekenen; 8) gangbare munten; 9) voor overheidsinstanties en bedrijven; a) alle voorwerpen, welke het in stand hou den en de veiligheid van de technische bedrijfs uitoefening dienen en welker onmiddellijke ver vanging onvoorwaardelijk noodg zou zijn, voor zoover deze vervanging niet kan geschieden door voorwerpen, die niet ingeleverd behoeven te worden; b) onbereid, onbewerkt en onafgewerkt mate riaal en afvalstoffen van eiken aard, welke voor de geregelde voorziening van het bedrijf noodig zijn en tot het gebruik waarvan door het Rijksbureau voor non-ferrometalen goed keuring is verleend; c) onbereid, onbewerkt en onafgewerkt mate riaal en afvalstoffen van eiken aard, waarop voorschriften van het Rijksbureau voor non- ferro-meatlen betreffende de verplichting tot het houden van voorraadboeken en tot aan melding, alsmede betreffende de verwerking en de verplichting tot aflevering, van toepassing zijn en welke zich ten behoeve van de metaal- verwerking bij bedrijven op het gebied van den metaalhandel, van den handel in oude meta len of van de metaal winning bevinden; 10) overigens alle voorwerpen, welke bij voort during ebruikt worden en welker onmiddellijke vervanging onvoorwaardelijk noodig zou zijn, zoover deze Vervanging niet kan geschieden voor zoover deze vervanging niet kan geschieden door voorwerpen, welke niet ingeleverd be hoeven te worden. (2) De in lid 1 omschreven voorwerpen val len niet onder het in artikel 1 vervatte verbod. Artikel 5: (1) De verplichting tot inlevering geldt wijders niet voor die voorwerpen, welke 1) een hooge wetenschappelijke, geschiedkun dige of kunstwaarde hebben; 2) als antiquiteit en als handwerk als waar devol volksgoed te beschouwen zijn. (2) De in lid 1 aangeduide voorwerpen die nen door de in artikel 2, lid 2, genoemde per sonen binnen den in artikel 8 aangegeven ter mijn bij het plaatselijk bevoegde inleverings bureau, bedoeld in art. 7, lid 2 en 3, allereerst te worden aangemeld. (3) Het Inleveringsbureau onderzoekt de bij de aanmelding (lid) verstrekte gegevens. De in artikel 2, lid 2, genoemde personen, dienen daartoe gelegenheid tot bezichtiging van een aangemeld voorwerp ter plaatse te geven en hetzelve aan de met het onderzoek belaste per sonen op hun verlangen te overhandigen dan wel te doen overhandigen, bij gebreke waarvan het voorwerp is, te behandelen als hadde het onderzoek het hieronder in lid 6 te omschrijven resultaat gehad. (4) Mocht bij het onderzoek blijken, dat het voorwerp op grond van het bepaalde bij lid 1 niet meer onder de verplichting tot inlevering valt, dan dient en en ander bij de schriftelijke aanmelding (lid 2) te worden vermeld en dient hetzelve den aanmelder te worden teruggege ven en door laatstgenoemde te worden be waard. Is het voorwerp aan een met het onder zoek belasten persoon overhandigd, dan dient hetzelve onverwijld aan den aanmelder terug gegeven te worden. (5) Blijkt bij het onderzoek, dat het voor werp wel is waar onder de verplichting tot in levering valt, doch dat om redenen van billijk heid meer dan de metaalwaardee vergoed moet worden, dan is het voorwerp indien zulks nog niet het geval is geweest onverwijld bij het plaatselijk bevoegde inleveringsbureau in te leveren. Tegelijkertijd kan het in artikel 6, lid 2, bedoelde verzoek worden gedaan; het al daar voorgeschreven rapport kan door een schriftelijke uiteenzetting van dengeen, die het onderzoek heeft verricht, vervangen worden. (6). Blijkt bij het onderzoek, dat het voor werp onder de verplichting tot inlevering valt, zonder dat nochtans een geval, als bedoeld in lid 5, bestaat, dan besluit het inleveringsbureat. of de met het onderzoek belaste persoon tot in houding. In een dusdanig geval is artikel 6 niet van toepassing. Artikel 6. (1) De tot inlevering verplich te persoon (artikel 2, lid 2) ontvangt, in dien hij zulks verlangt, van het Rijk der Nederlanden de metaalwaarde van het in geleverde voorwerp vergoed. (2) Voor ingeleverde voorwerpen kan in bij zondere gevallen op verzoek een hoogere ver goeding worden uitgekeerd. Dit verzoek dient vergezeld te gaan van een rapport van een be- eedigd deskundige omtrent de waarde van het voorwerp. Artikel 7: 1. De inlevering geschiedt voor iedere gemeen te afzonderlijk. 2. Rijksduitschers, die niet ingevolge par. 5 van de eerste verordening tot uitvoering van de Rijksburgerwet van 14 November 1935 Jood zijn of als Jood worden aangemerkt, moeten de in levering verrichten bij den met de uitvoering der metaalinlevering belasten „Ortsgruppen- leiter" van het Arbeitsbeeich Niederlande" der Nationaal-Sociallstische Duitsche Arbeiders partij, 3. Alle overige tot inlevering verplichte perso nen moeten de inlevering verrichten bij inleve- ringsbureaux, welke vanwege de gemeenten uiterlijk op 10 Juli 1941 moeten zijn ingesteld. 4. Uiterlijk op 1 Juli 1941 wordt voor de in lid 3 bedoelde inleveringsbureaux de wijze van in levering, van onderzoek (art. 5) en van vergoe ding (art. 6) door de secretarissen-generaal van de betreffende departementen geregeld. 5. De burgemeesters zijn er voor verantwoor delijk. dat de inlevering bij de in lid 3 bedoelde inleveringsbureaux ten volle plaats vindt. artikel 8: De inlevering moet uiterlijk op 10 Augustus 1941 beëindigd zijn. artikel 9: (1) Hij, die 1) de verplichting tot inlevering opzet telijk of door zijn schuld niet nakomt, of 2) opzettelijk of door zijn schuld in strijd met het bepaalde in artikel 1 over in te leveren voorwerpen of metaalvoorraden beschikt, of 3) ingeleverde voorwerpen of metaal voorraden opzettelijk wederrechtelijk zich toeëigent, wordt gestraft met gevangenis straf van ten hoogste vijf jaar en met geldboete tot een onbeperkt bedrag of met een dezer straffen. 2) Met dezelfde straffen wordt gestraft hij, die 1) tot een feit, als bedoeld in het eerste lid, aanzet of zich daarvoor aanbiedt, of (2) op zoodanig aanzetten ingaat of zoodanige aanbieding aanneemt. (3) In buitengewoon ernstige gevallen dient gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar te worden opgelegd. (4) feiten, als bedoeld in het eerste en twee de lid, wórden beschouwd als misdrijven. (5) Wordt het strafbare feit begaan in het bedrijf van een rechtspersoon, dan wordt de strafvervolging ingesteld en de straf uitgespro ken tegen hem, die tot het plegen van het feit opdracht gaf of die de feitelijke leiding had bij het verboden handelen of nalaten. Artikel 10: Naast de straf kan ook de ver beurdverklaring van de woorwerpen of metaal voorraden, waarop het strafbare feit betrekking heeft, uitgesproken worden. Artikel 11: In overeenstemming met het be paalde bij het besluit no. 71/1941 met betrek king tot de berechting van strafzaken, rakende het economisch leven, oordeelt de economische rechter bij uitsluiting over misdrijven, als be doeld in artikel 9. Artikel 12: Deze verordening treedt heden in werking. (Ongecorrigeerd.) Vandaag is verschenen nr. 25 van het Ver ordeningenblad, waarin de volgende verorde ningen worden afgekondigd. Nr. 107 voert een afleveringsplicht voor voor werpen van koper, nikkel, tin, lood en legeerin gen daarvan in; nr. 108 maakt het verhandelen en de ver vaardiging van voorwerpen voor de NSDAP en haar onderafdeelingen afhankelijk van een ver gunning van den -Rijkscommissaris, in over eenstemming met de regeling van het Duitsche recht; nr. 109 verscherpt de bepalingen over het aan geven van vergaderingen: Voortaan zyn, be halve de bijeenkomsten van godsdienstigen en artistieken aard en bijeenkomsten van besloten gezelschappen, nog slechts bijeenkomsten van minder dan twintig personen vrij van aanmel ding; nr. 110 bevat strafbepalingen ter voorkoming van bosch- en heidebranden; nr. ill onderwerpt ook de betalingsmiddelen in dinars aan het invoerverbod; nr. 112 onderwerpt alle gasgeneratoren aan de distributiebepalingen; nr. 113 wijzigt de voorschriften betreffende de verleening van concessies en vergunningen voor autobusverbindingen. Ongecorrigeerd. Er heeft zich, in verhand met de paardenrennen, een puzzle voorge daan welke de marechaussee thans tracht tot een oplossing te brengen, hoewel ze daarbij stuit QP de groote moeilijkheid, dat de voornaamste ge tuige, jammer genoeg, niet gehoord kan worden. De kwestie, welke zóó ingewikkeld is, dat ze voor juristen een smakelijke kluif kan opleveren, komt in het kort hierop neer: Een tweetal veehouders te Neder- Jiorst den Berg heeft sinds jaren eenige renpaarden op stal staan, die, sinds de paardenrennen weer belang rijk aan actualiteit wonnen en groote belangstelling ondervonden vanwege het befaamde „gokje", ook weer op de renbanen verschenen zijn. Daarbij bevond zich o.a. „Cecilia W", een bruine merrie. Of ze donker, dan wel lichtbruin is, zullen we, ten einde de verwarring niet nóg grooter te maken, liever verzwijgen. Toen op een zekeren Zondag bij de courses op „Duindigt" te Utrecht Cecilia W een succes had behaald, dat door velen niet was verwacht, werd door insiders onmiddellijk verklaard, dat hier een verwisseling moest heb ben plaats gehad, want de harddra ver, die als Cecilia W algemeen bekend is, zou aldus de deskundigen deze prestatie niet verricht kunnen hebben. Daar echter de eigenaars verzekerden, dat het Cecilia W was geweest, die ge- loopen had, werd een nader onderzoek Ingesteld. Toen werden verschillende bijzonderheden vernomen, welke er op zouden wijzen, dat in. plaats van de bruine merrie Cecilia W een bui- tenlandsche draver de courses géloo- pen zou hebben welk renpaard kort tevoren door de Nederhorst den Berg- sche veehouders, die Cecilia W in eigendom hebben, zou zijn aange kocht. Daar ook deze merrie bruin van kleur en het sprekend evenbeeld van Cecilia W moet zijn, zou de verwisse ling zeer gemakkelijk hebben kunnen plaats vinden. AUéén zou de eene merrie iets donkerder van tint zijn dan de andere. Inmiddels zijn door de marechaus see reeds verschillende personen ge hoord, waaromtrent wij echter, ten einde het onderzoek geen hinderpalen in den weg te leggen, voor het oogen- blik nog geen bijzonderheden kunnen publiceeren. Hetgeen de zaak nog in gewikkelder maakt, is het feit, dat sommige dravers (juister gezegd: draafsters) inmiddelsreeds van eigenaar verwisseld moeten zijn. Doch de grootste handicap voor de marechaussee is wel, dat de hoofdge tuige in deze renbaan-puzzle, n.l. Ce cilia W, door de marechaussee niet gehoord kan worden. Terwijl de eigenaars uitvoerig ondervraagd wer den en de marechaussee's de bruine draafster aandachtig beschouwden, liet zij slechts een coquet gehinnik hooren. Maar en gehinnik zegt zoo weinig.... ten minste voor onze menschenooren. BERLIJN, 17 Juni (D.N.B.). De Ameri- kaansche regeering heeft gisteren naar gemeld den Duitschen zaakgelastigde te Washington uitgenoodigd de Duitsche con sulaire ambtenaren binnen haar territorium benevens de employe's van de Duitsche bi bliotheek te New York, het persagentschap „Transocean" en de Duitsche spoorwegen te nopen tot vertrek uit de Vereenigde Staten. Als motief voor dezen wensch wërd aan gevoerd, dat de betrokken Duitsche instan ties op ontoelaatbare wijze zijn opgetreden. De Duitsche regeering heeft deze verwij ten als ongemotiveerd en willekeurig van de hand gewezen en ten krachtigste gepro testeerd tegen de handelwijze van de Amerikaansche regeering, die in strijd is met de bestaande verdragen. fïïSSgj* Arme Myra, nog voordat ze by den koning is, wordt ze al door Kortsik en een van de andere zwartvoeters gevonden. Help, koning, help mij, roept ze Wat hoor ik toch, denkt de koning. Wie roept mij daar; het is toch dat aardige elfje niet? Wacht, ik ga eens kijken. Maar word at hij helpen kan is Myra naar 't schip gejaagd. De Drietand wordt op 't dek gelegd en ze vertrekken door de grotopening. Nu gaan We weer eens kijken hoe Zwartvoet en Puntmuts het maken in him eik. Wat een domooren zijn die wachters, ze kijken heelemaal niet in de boomen, roept Puntmuts en klapt daarbij in zijn handen van pleizier. Dat wist ik wel, want kabouters klimmen maar zelden in boomen. En de wach ters van den Koning doorzoeken het heele bosch, maar vinden ze niet. BROEK OP LANGENDIJK, 18 Juni. 60 bos Uien 10.70, 250 stuks Bloemkool 13.00, 1300 kg. Rabarber 6.00. CULEMBORG, 17 Juni. Veiling Culemborg en Omstreken. Aardbeien van den kouden grond I 1.16, lx 96 cent, bakaardbeien 1-30, alles per kg. Rabarber 13.5 cent per bos. ROTTERDAM, 17 Juni. Veemarkt. Heden wer den (er veemarkt aangevoerd 1830 dieren, waar onder 75 paarden, 6 veulens, 4 schapen, 474 nuchtere kalveren, 80 graskalveren, 2 varkens, 90 bokken en geiten, 2 zuiglammeren en 1103 runderen. Prijzen per stuk: meikoeien 565.00 450340, kalfkoeien 575.00450345. varekoeien 365.00—280—230, vaarzen 350.00—280200, pin ken 285.00210—165. WOERDEN, 18 Juni. Kaasmarkt. Aanvoer 311 partijer, kaas: le kwal. met R.M. 4141.50, 2e kwal. met R.M. 39.5040.50. Handel vlug. HILVERSUM, 18 Juni. Boter 2.30 per kg. Eie ren 89 cent per stuk. Oude kaas 8085, bele gen kaas 7580, jonge kaas 7075, oude kip pen 2.504, jonge kippen 34.50, tamme konij nen 3.008 per stuk. Amsterdam, 18 Juni 1941. Het, aanzien van de beurs wisselt zich steeds, maar was toch in de laatste dagen iets vrien delijker dan voorheen. Men verkeerde minder onder den invloed van de spanning, welke dcor de economische onderhandelingen tusschen Ba tavia en Tokio werd veroorzaakt, omdat waar schijnlijk de besprekingen zullen hervat worden en men een bevredigende oplossing hiervan durft verwachten. Andere verontrustende factoren bleven ook achterwege en aanstonds bleek de markt geneigd te zijn tot een tamelijk bevredigend technisch herstel. Het publiek houdt zich echter nog steeds af zijdig, omdat het den toestand niet geschikt acht ooi zich op glad ijs te begeven. De alge- meene toestand staat nog te zeer aan allerlei verrassingen bloot en daarom is men aangewe zen met een afwisselende markt rekening te houden. De beurs was ook vandaag bij opening gun stig gedisponeerd. Er ontwikkelde zich welis waar geen uitgebreide handel, maar op vele punten was meer belangstelling waar te ne men dan men in den laatsten tijd gewend was. Aanbod was overal uitgesloten en lichte vraag overwegend, waarom de markt in een vaste houding opende. Amerikaansche fondsen maakten hierop geen uitzondering. Koloniale fondsen traden gelijk gisteren op den voorgrond en hierbij sloten zich Scheep- Vaartaandeelen aan, terwijl ook elders hoogere prijzen bedongen werden. Van Suikeraandeelen boekte H. V. A. een avans van 5% en haalde de 400 pCit. Vorsten landen Cultuur kon wegens vraag ruim 2 ver beteren tot 111. Japansche Cultuur en Nisu hadden eveneens een vasteren ondertoon. Op de Rubberafdeeling werd A'dam Rubber v Wie dit boe« voor zich ziet moet x t r voorzichtig zijn, want hij nadert 'n voor* rangsweg (óók het verkeer van links laten vóórgaan!) 5% hooger verhandeld tot 246. De handel was echter spoedig weer afnemende, terwijl andere rubbers voorloopig weer buiten t beschouwing wej'den gelaten. Tabakssandeelen getuigden eveneens van een vaste stemming. Voor Oude Deli werd een 6% hoogere prijs betaald, n.l. 263. Deli-Batavia handhaafde zich op 192 en Senembah werd 3% hooger geadviseerd op 208. Op de Scheepvaartafdeeling was Scheepvaart- Unie weer gevraagd en werd 2 y, hooger ver handeld Hot 163. Booten en Japanlijn werden 2 a 3 hooger geadviseerd, resp. op 155 en 139. Hol.-Am.-Lijn liep 1% op tot 112%. Van binnenlandsche industrieelen kon Uni lever wegens tamelijke vraag een 2% hoogeren prijs bedingen, n.l. 115115%. Philipslampen verbeterden 1% to 206. Aku was echter eerder zwakker en gold 134%134% Op de Peroleumafdeeltng was Koninklijke olie aanvankelijk tamelijk gevraagd en aange zien geen materiaal aan de markt kwam lie? het fonds 4 a 5 pCt. boven gisteren uit tot 229230. Op de beleggingsmarkten was de stem ming voor Nederlandsche Staatsfondsen vaster voor de 3 3% PCt. 1938, die a hooger werd verhandeld tot 90 1/1690 3/16. De nieu we leenbrief op 98 7/8 98 15/16 onveranderd. Bij verder verloop kromp de handel overal in, hetgeen eenige koersenafbrokkelingen ten gevolge had. De markt sloot minder vast. H.V.A. liep a 1% terug, Vorstelanden V* a 1, Koninklijke olie gaf a 1 prijs, Scheep vaart Unie verloor 1 a 1%. Holl. Amerika Lijn circa 1 pCt. Philipslampen echter monteerde 1 pCt. en ook voor Aku was de stemming wel iets beter. Nederl. Staatsfondsen verliepen en sloten vast. Prolongatie 2% pCt. Ongecorrigeerd.) Vorige Slotk. Staatsleeningen slotk. Heden 4% Nederl. 1940 II 97-ft- 97 f 4% Nederl. 1941 98 1 984£ 3% Nederl 1896'05 83 83 3% Nederl. 1937 85 85 4 3_3 Nederl. 1938 89 f 90 i 2% N.W. Schuld 70 i 7i 3% Indië 1937 91 f 91 I Banken Koloniale Bank |?9 4 l7\ Ned Xnd. Handelsb\l' Cert. Handel-Mij. 4 T Industrieën Unilever 113 4 115 Calvé Delft 70 J 70 Alg Kunstzijde 134 135 4 Van Berkei's Pat62 62 4 Philips 205 207 Ned. Ford 300 300 Fokker 179 178 Petroleum Kon. Olie 225 228 4 Rubber A'dam Rubber 241 245 Bandar !9l 196 Deli Batavia Rubber 192 j95 Serbadjadi H6 )17 Silau 103 4 1Q4 V. I. C, O..^'68J 165 Scheepvaart Java-China-Japan l7>7 139 Holland—Amerika Lijn 'IJl Hl 4 Kon. Ned Stoomb Scheepvaart-Unie 161 Rott. Lloyd [it1 St. Mij. Nederland iJJ 1J4 Suiker H. V. A394 4 398 4 Jav. Cultuur 223 4 225 N. I. S. U2)5 f 216 Vorstenlanden 108 f 110 Tabak Deli Batavia 1914 192 J Oude Deli 257 263 Oostkust 150 140 Senembah .r....205 208 4 nominaal t ex dividend WOENSDAG 18 JUNI p 2 S S p- cS si e 4) a o> T bfl •G <D co Sedert Gisteren O Keulen 6 u Lobith Nijmegen St. Andr. W Arnhem Vreeswijk 1 w Westervoort Deventer Kampen Maastr. H.s. 1) Borgh Belfeld Venlo Grave 2) Sluis Lith 38.49 11,31 0— 5,56 10.52 3.00 11.11 5.16 0.00 0,53 43,10 11,23 13.70 0.C1 6,60 0.82 40.93 13,71 11.18 5,70 0 88 11 47 4 63 0,26 41*53 11,42 4.73 1 05 0.00 U.02 0.03 0.10 0.06 Jl 0.C4 0,11 0.02 0,— 0.00 0,00 0.— 0.- 0.00 0.17 0.08 0.00 0.00 0.— 0.06 0,17 0.- 0.— 0.02 0,00 li (Nadruk verboden) Wichtlmeyer hief de handen op om een slag af te weren. Maar opeens stond Florence tus schen de beide mannen: „Halt Go! Je wilt toch niet een ouden man 6laan?'' De jongen liet zijn vuist zinken. Nu haalde Wichtlmeyer een paar bankbiljet ten uit zijn zak, hield ze Go voor en drong aan: „Hier, neem dat! En maak, dat je wegkomt! Laat ik je nooit meer terugzienMaar Go bleef staan en staarde naar Florence. zy raakte met haar fyne, zachte vingers zijn arm aan, legde toen haar handje op de zijne hij voelde haar warmte en zei met een lieve, rustige stem: „Kom Go, ga nu weg! Alsjeblieft Go!'' LToen draaide hij zich vlug om en ging heen. Naderhand zag hjj pas, dat ffichtlmeyer fegtg achthonderd Oostenrijksche guldens in de hand had gestopt. Nog nooit had hij zooveel geld ge had! Maar hij ging er zuinig mee om en kocht enkel dingen vooral kleeren die hij wer kelijk noodig had, terwijl hij dadelijk op een nieuw baantje uitging. Natuurlijk dacht hp al lereerst aan circus Central, dat sedert enkele weken in het gebouw van Renz gasteerde; hij kon zich nu eindelijk weer onder circusartisten vertoonen zonder het hoofd te moeten buigen als een schuldige! Hij vond in het gebouw geen enkelen kennis. Toch ging hy van garderobe tot garderobe, door de bureaux, de stallen, om naar werk te vragen. Bij de laatste roofdierenkooi trof hij eindelijk een man aan, die hem tenminste rustig liet uitpraten. „Is dat alles wat je te zeggen hebt?'' vroeg hy aan Go toen deze eindelijk zweeg, „Jawel." „Kim je een stootje verdragen?" Go knikte. „Nu, kom dan maar eens mee," zei de man zonder zijn pijp uit den mond te nemen. En hij stond op om hem voor te gaan. „Kijk eens hier, voor deze beren zou ik nog wel een oppasser kunnen gebruiken,'' verklaar de hij, terwijl zy weer terugliepen. „Goed baas, ais u my wilt hebben, ik wil wel!" „Goed dan! Je bent dus vanaf vandaag op passer en verdient dertig roebels per week. Ja, ik reken met roebels omdat ik een Rus ben, en yan hieruit geer naar Rugland ga. Mijn doch- ter zal dat in Oostenrijkseh geld omrekenen zoolang als we hier zijn. Vraag dadelijk in het bureau maar eens even waar juffrouw Marfa Rasumow is!" „Rasumow? Bent u Rasumow de beroemde Rasumow?" riep Go. „Hè, wist je dat nog niet?" glimlachte de dompteur. „Nu, ik ben dus Rasumow en ik hoop, dat ik een flinken oppasser aan je heb— Om half negen vanavond moet je present zyn daar achter by mijn berenwagens!" En hij gaf Go met zijn pijp een wenk, dat hy nu wel kon verdwijnen.... Mejuffrouw Marfa Rasumow was geens zins de volwassen jongedame, die Go verwacht had te ontmoeten, maar een kind van hoog stens veertien jaar. Doch zy gedroeg zich als een getrainde kantoordame. „Dus Joe Golden, Go genoemd," las zij voor, „geboren te Liverpool, 23 October 1876, O, dan bent u precies twintig jaar? Ik had gedacht, dat u ouder was." Go kon niet nalaten te glim lachen over het zelfbewuste optreden van het kleine ding, dat niet bepaald knap, maar toch zeer aantrekkelijk was met haar lichtblond haar. Zij rekende de roebels in Oostenrijkseh geld om, betaalde hem zijn eerste weekloon uit, liet hem de kwitantie onderteekenen en wenscht? hem daarna vrieridelijk goeden avond. Toen Go prompt om half negen by de beren wagens verscheen was Rasumow al druk bezig. „Op een afstand biyven staan en goed kyken! Jgetg anders dan goed kijken!." riep. hjj den nieuwen oppasser toe. „Dat is je kameraad Big!" Hu wees met een vluchtige handbeweging naar Joe's dikken collega. In de manege kondigde thans de eerste regis seur aan: „Rasumow De koning der dompteurs, met de grootste beren, die ooit getemd zijn!" „Alles uit den weg! De beren komen!" riepen de regisseurs, terwijl het orkest in de zaal een zachte polka liet hooren. Daar kwam Rasumow al aan, met den eersten beer aan den ketting ên vlak achter hem leidde Big het tweede dier ook aan een ketting. Achter het gordijn nam Rasumow dezen ketting van hem over en verscheen glimlachend met beide beren in de manege. De man in het midden, aan eiken kant een beer op de achterpooten, zoo bogen de drie voor het publiek. Zoodra de laatste beer in den kooiwagen was teruggebracht en de laatste schuif weer stevig bevestigd, verdween Rasumow achter een hou ten beschot naast de wagens. Zoodra de kooien gesloten waren, wees Big, een Kaukasiër van zes en- twintig jaar, die zijn geheele leven al oppasser geweest was, Go op onvriendelijken toon de plaats aan waar hy sla pen moest. Go had vanaf dit oogenblik het ge voel, dat hij met dien Big niet goed zou kunnen opschieten. Den volgenden morgen was Rasumow al bij de hand, toen de planken van den berenwagen weggenomen en de kooien gereinigd werden, waarna de dieren hun voer kregen. Big deed zijn werk zeer gewetensvol en precies. Rasumow stond erby en verklaarde Go eiken handgreep. Go had aanvankelijk gevonden, dat de eene beer misschien wat grooter of wat kleiner, maar voor de rest toch als een droppel water op den anderen geleek, doch nu zag en hoorde hij, dat er tusschen de dieren evenveel verschil was als tusschen de menschen. Frits bijvoorbeeld, die tien jaar oud was, de jongste en kleinste van het vijftal, was oogenschijnlijk een heel gemoe delijk en goedaardig beest, terwijl Oswin, de grootste en sterkste, een onrustigen blik had en nerveus heen en weer liep, wat er zeker op duidde, dat hij, zooals de vakterm luidt, een misdadiger was, waar men bijzonder mee moest oppassen. Nu werkte Go al bijna een half jaar bij Ra sumow, die zeer tevreden over hem was. Maar met Big, den weinig spraakzamen Kaukasiër, had hij geen vriendschap kunnen sluiten. Op Go's vragen had de man hem verteld, dat Ra sumow nooit een maandengagement aannam beneden de tienduizend roebel, dat hij in Zuid- Rusland een landgoed bezat, waar zijn vrouw en zijn drie kinderen woonden, dat Marfa, de oudste, den troep eens van hem over zou nemen en daarom al twee jaren meereisde, en dat hij, Big, ook wel met de dieren kon optreden, hij had het al een keer of twee, drie gedaan, maar dat was al een paar jaar geleden. Rasumow was over Lodz naar Warschau ge reisd en werkte nu met zijn troep in het circus Ciniséili te Kiew. Zijn reis door Rusland was een ware triomftocht. „Hoe yind jy Marfa eigenlijk?" vroeg Big i hem op zekeren dag. Go wist niet wat hij van deze vraag moes denken en antwoordde kort: „Ik vind haar heelemaal niets. Ik heb n0° nooit over haar gedacht." De Kaukasiër keek hem onderzoekend a-aO; „Zoo?" bromde hij. „Nu luister eens goed: voo mij is Marfa het mooiste meisje, dat er ron loopt!" Zijn toon was dreigend. Go begreep dadelijk dat Big op oude rech aanspraak maakte en van zijn rivaliteit Marfa niet gediend zou zijn. Go kreeg ha medelijden met zijn dikken, onbeholpen kam raad. Zeker had Big het nog nooit gewaagd Marfa zyn toegenegenheid te bekennen sleepte hij zijn liefde als een last met 11166oyg- Toen Rasumow, nadat hij een jaar door land gereisd had, van Charkow naar Sar. wilde gaan en den eigenaar van het cu ant-: daar zijn nummer aanbood, ontving hij een woord, dat hij niet voor mogelijk had g den, nameiyk een weigering. ju Hij kwam er spoedig achter, hoe de za elkaar zat. In circus Saratow was gedine ^^0 afgeloopen maand een andere groote B gi- dompteur opgetreden, die langen tyd d ^et berië had gereisd en nu langzaam na Westen trok. Sjechts De man, die Durow heette, was nl® oro dompteur maar ook humorist en ber zyn grappen. (Wordt vervol

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 4