Verordening tot het inleveren van
metalen
Een ingewikkelde harddravers-puzzle
Myra, het elfje en kabouter Zwartvoet
A
iteftflaétZout, BOUVY"II'hetfwi '/rtutfop&Jk
Waarom treur je
★groote clown?*
Nieuwe verordeningen
afgekondigd
Berlijn protesteert te
Washington
Beurs van Amsterdam
Wie won de race
W aterstanden
WOENSDAG 18 JUNI 1941
1
Tegen uitwijzing van Duitsche
ambtenaren
MARKTEN
Na vaste opening hier en daar
eenige koersafbrokkeling.
Verder verloop
a
"I
Si
s
g
9
o.oo
O.co
0.-
0.00
0.00
J.01
DOOR A. H. KOBER
In het Verordeningenblad is opgenomen een
Verordening van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied betreffende de in
levering van metalen. Hierin wordt het volgen
de bepaald:
Artikel 1. (1) Iedere beschikking over
zich in het bezette Nederlandsche gebied
bevindende voorwerpen, welke geheel of
voor een overwegend deel uit koper, nikkel,
tin, lood of legeeringen daarvan bestaan, is
verboden. Het bovenstaande is eveneens van
toepassing op metaalvoorraden, tot het ge
bruik waarvan door het Rijksbureau voor
nonferrometalen goedkeuring niet is ver
leend.
(2) Rechtshandelingen, welke in strijd met
het in het eerste lid vervatte verbod worden
verricht, zijn nietig. Met rechtshandelingen
worden beschikkingen, welke by wijze van exe
cutie of beslaglegging geschieden, gelijk gesteld.
Artikel 2: (1) De in het eerste lid van artikel
1 bedoelde voorwerpen en metaalvoorraden moe
ten worden ingeleverd.
(2) Tot inlevering is verplicht hij die over
het in te leveren voorwerp of de in te leveren
metaalvoorraden beschikken kan, ongeacht of
dezelve eigenaar, bezitter dan wel houder (bijv.
huurder, bewaarnemer, expediteur en derge
lijke) is en of deze een publiekrechtelijk lichaam,
dan wel een natuurlijke of rechtspersoon is.
Artikel 3: In het bijzonder moet worden
Ingeleverd:
1) door overheidsinstanties en bedrijven:
a) onbereid, onbewerkt en onafgewerkt
materiaal en afvalstoffen;
b) alle roerende metalen voorwerpen,
welke gemist kunnen worden;
c) alle eindproducten, welke zich bij han
delsbedrijven (zooals warenhuizen, winkels)
bevinden;
2) Overigens
a) oud materiaal en afvalstoffen afkom
stig uit de hiushouden;
b) alle roerende metalen voerwerpen,
welke gemist kunnen worden, zooals asch-
bakken, bloempotten, -rekken, -vazen en
-bakken, bonbonschalen, bronzen voorwerpen
van eiken aard, borstelgarnituren, borst
beelden, emmers, eet- en dringgerei, stoffers
en blik, gongs, haardstellen en schoorsteen-
mantelgamituren, kannen, ketels en bakken,
gebakschalen, bekers, luchters, metalen
vazen, afbeeldingen in metaal, fruitschalen,
rookgamituren, doozen, schalen, zeven,-
schrijfgerei en schrijftafelgamituren, hou
ders en standaards voor luficers, presenteer
bladen, tafelstukken, vazen, vogelkooien en
standaards en andere gebruiksvoorwerpen.
Artikel 4: (1) De verplichting tot inlevering
geldt niet ten aanzien van:
1) openbare monumenten en gedenkteekenen
op graven;
2) kerkklokken;
3. voor den kekerlijken dienst bestemde ge-
bruiks- en andere voorwerpen in kerken en ka
pellen;
4) orgels en hun onderdeelen;
5) museumstukken;
6) hetgeen behoort tot eenige volksdracht;
7. ordeteekenen en eereteekenen;
8) gangbare munten;
9) voor overheidsinstanties en bedrijven;
a) alle voorwerpen, welke het in stand hou
den en de veiligheid van de technische bedrijfs
uitoefening dienen en welker onmiddellijke ver
vanging onvoorwaardelijk noodg zou zijn, voor
zoover deze vervanging niet kan geschieden door
voorwerpen, die niet ingeleverd behoeven te
worden;
b) onbereid, onbewerkt en onafgewerkt mate
riaal en afvalstoffen van eiken aard, welke
voor de geregelde voorziening van het bedrijf
noodig zijn en tot het gebruik waarvan door
het Rijksbureau voor non-ferrometalen goed
keuring is verleend;
c) onbereid, onbewerkt en onafgewerkt mate
riaal en afvalstoffen van eiken aard, waarop
voorschriften van het Rijksbureau voor non-
ferro-meatlen betreffende de verplichting tot
het houden van voorraadboeken en tot aan
melding, alsmede betreffende de verwerking en
de verplichting tot aflevering, van toepassing
zijn en welke zich ten behoeve van de metaal-
verwerking bij bedrijven op het gebied van den
metaalhandel, van den handel in oude meta
len of van de metaal winning bevinden;
10) overigens alle voorwerpen, welke bij voort
during ebruikt worden en welker onmiddellijke
vervanging onvoorwaardelijk noodig zou zijn,
zoover deze Vervanging niet kan geschieden
voor zoover deze vervanging niet kan geschieden
door voorwerpen, welke niet ingeleverd be
hoeven te worden.
(2) De in lid 1 omschreven voorwerpen val
len niet onder het in artikel 1 vervatte verbod.
Artikel 5: (1) De verplichting tot inlevering
geldt wijders niet voor die voorwerpen, welke
1) een hooge wetenschappelijke, geschiedkun
dige of kunstwaarde hebben;
2) als antiquiteit en als handwerk als waar
devol volksgoed te beschouwen zijn.
(2) De in lid 1 aangeduide voorwerpen die
nen door de in artikel 2, lid 2, genoemde per
sonen binnen den in artikel 8 aangegeven ter
mijn bij het plaatselijk bevoegde inleverings
bureau, bedoeld in art. 7, lid 2 en 3, allereerst
te worden aangemeld.
(3) Het Inleveringsbureau onderzoekt de bij
de aanmelding (lid) verstrekte gegevens. De in
artikel 2, lid 2, genoemde personen, dienen
daartoe gelegenheid tot bezichtiging van een
aangemeld voorwerp ter plaatse te geven en
hetzelve aan de met het onderzoek belaste per
sonen op hun verlangen te overhandigen dan
wel te doen overhandigen, bij gebreke waarvan
het voorwerp is, te behandelen als hadde het
onderzoek het hieronder in lid 6 te omschrijven
resultaat gehad.
(4) Mocht bij het onderzoek blijken, dat het
voorwerp op grond van het bepaalde bij lid 1
niet meer onder de verplichting tot inlevering
valt, dan dient en en ander bij de schriftelijke
aanmelding (lid 2) te worden vermeld en dient
hetzelve den aanmelder te worden teruggege
ven en door laatstgenoemde te worden be
waard. Is het voorwerp aan een met het onder
zoek belasten persoon overhandigd, dan dient
hetzelve onverwijld aan den aanmelder terug
gegeven te worden.
(5) Blijkt bij het onderzoek, dat het voor
werp wel is waar onder de verplichting tot in
levering valt, doch dat om redenen van billijk
heid meer dan de metaalwaardee vergoed moet
worden, dan is het voorwerp indien zulks
nog niet het geval is geweest onverwijld bij
het plaatselijk bevoegde inleveringsbureau in
te leveren. Tegelijkertijd kan het in artikel 6,
lid 2, bedoelde verzoek worden gedaan; het al
daar voorgeschreven rapport kan door een
schriftelijke uiteenzetting van dengeen, die het
onderzoek heeft verricht, vervangen worden.
(6). Blijkt bij het onderzoek, dat het voor
werp onder de verplichting tot inlevering valt,
zonder dat nochtans een geval, als bedoeld in
lid 5, bestaat, dan besluit het inleveringsbureat.
of de met het onderzoek belaste persoon tot in
houding. In een dusdanig geval is artikel 6
niet van toepassing.
Artikel 6. (1) De tot inlevering verplich
te persoon (artikel 2, lid 2) ontvangt, in
dien hij zulks verlangt, van het Rijk der
Nederlanden de metaalwaarde van het in
geleverde voorwerp vergoed.
(2) Voor ingeleverde voorwerpen kan in bij
zondere gevallen op verzoek een hoogere ver
goeding worden uitgekeerd. Dit verzoek dient
vergezeld te gaan van een rapport van een be-
eedigd deskundige omtrent de waarde van het
voorwerp.
Artikel 7:
1. De inlevering geschiedt voor iedere gemeen
te afzonderlijk.
2. Rijksduitschers, die niet ingevolge par. 5 van
de eerste verordening tot uitvoering van de
Rijksburgerwet van 14 November 1935 Jood zijn
of als Jood worden aangemerkt, moeten de in
levering verrichten bij den met de uitvoering
der metaalinlevering belasten „Ortsgruppen-
leiter" van het Arbeitsbeeich Niederlande" der
Nationaal-Sociallstische Duitsche Arbeiders
partij,
3. Alle overige tot inlevering verplichte perso
nen moeten de inlevering verrichten bij inleve-
ringsbureaux, welke vanwege de gemeenten
uiterlijk op 10 Juli 1941 moeten zijn ingesteld.
4. Uiterlijk op 1 Juli 1941 wordt voor de in lid
3 bedoelde inleveringsbureaux de wijze van in
levering, van onderzoek (art. 5) en van vergoe
ding (art. 6) door de secretarissen-generaal van
de betreffende departementen geregeld.
5. De burgemeesters zijn er voor verantwoor
delijk. dat de inlevering bij de in lid 3 bedoelde
inleveringsbureaux ten volle plaats vindt.
artikel 8: De inlevering moet uiterlijk op
10 Augustus 1941 beëindigd zijn.
artikel 9: (1) Hij, die
1) de verplichting tot inlevering opzet
telijk of door zijn schuld niet nakomt, of
2) opzettelijk of door zijn schuld in strijd
met het bepaalde in artikel 1 over in te
leveren voorwerpen of metaalvoorraden
beschikt, of
3) ingeleverde voorwerpen of metaal
voorraden opzettelijk wederrechtelijk zich
toeëigent, wordt gestraft met gevangenis
straf van ten hoogste vijf jaar en met
geldboete tot een onbeperkt bedrag of met
een dezer straffen.
2) Met dezelfde straffen wordt gestraft
hij, die
1) tot een feit, als bedoeld in het eerste
lid, aanzet of zich daarvoor aanbiedt, of
(2) op zoodanig aanzetten ingaat of zoodanige
aanbieding aanneemt.
(3) In buitengewoon ernstige gevallen dient
gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar te
worden opgelegd.
(4) feiten, als bedoeld in het eerste en twee
de lid, wórden beschouwd als misdrijven.
(5) Wordt het strafbare feit begaan in het
bedrijf van een rechtspersoon, dan wordt de
strafvervolging ingesteld en de straf uitgespro
ken tegen hem, die tot het plegen van het feit
opdracht gaf of die de feitelijke leiding had bij
het verboden handelen of nalaten.
Artikel 10: Naast de straf kan ook de ver
beurdverklaring van de woorwerpen of metaal
voorraden, waarop het strafbare feit betrekking
heeft, uitgesproken worden.
Artikel 11: In overeenstemming met het be
paalde bij het besluit no. 71/1941 met betrek
king tot de berechting van strafzaken, rakende
het economisch leven, oordeelt de economische
rechter bij uitsluiting over misdrijven, als be
doeld in artikel 9.
Artikel 12: Deze verordening treedt heden in
werking.
(Ongecorrigeerd.)
Vandaag is verschenen nr. 25 van het Ver
ordeningenblad, waarin de volgende verorde
ningen worden afgekondigd.
Nr. 107 voert een afleveringsplicht voor voor
werpen van koper, nikkel, tin, lood en legeerin
gen daarvan in;
nr. 108 maakt het verhandelen en de ver
vaardiging van voorwerpen voor de NSDAP en
haar onderafdeelingen afhankelijk van een ver
gunning van den -Rijkscommissaris, in over
eenstemming met de regeling van het Duitsche
recht;
nr. 109 verscherpt de bepalingen over het aan
geven van vergaderingen: Voortaan zyn, be
halve de bijeenkomsten van godsdienstigen en
artistieken aard en bijeenkomsten van besloten
gezelschappen, nog slechts bijeenkomsten van
minder dan twintig personen vrij van aanmel
ding;
nr. 110 bevat strafbepalingen ter voorkoming
van bosch- en heidebranden;
nr. ill onderwerpt ook de betalingsmiddelen
in dinars aan het invoerverbod;
nr. 112 onderwerpt alle gasgeneratoren aan
de distributiebepalingen;
nr. 113 wijzigt de voorschriften betreffende
de verleening van concessies en vergunningen
voor autobusverbindingen.
Ongecorrigeerd.
Er heeft zich, in verhand met de
paardenrennen, een puzzle voorge
daan welke de marechaussee thans
tracht tot een oplossing te brengen,
hoewel ze daarbij stuit QP de groote
moeilijkheid, dat de voornaamste ge
tuige, jammer genoeg, niet gehoord
kan worden. De kwestie, welke zóó
ingewikkeld is, dat ze voor juristen
een smakelijke kluif kan opleveren,
komt in het kort hierop neer:
Een tweetal veehouders te Neder-
Jiorst den Berg heeft sinds jaren
eenige renpaarden op stal staan, die,
sinds de paardenrennen weer belang
rijk aan actualiteit wonnen en groote
belangstelling ondervonden vanwege
het befaamde „gokje", ook weer op de
renbanen verschenen zijn. Daarbij
bevond zich o.a. „Cecilia W", een
bruine merrie. Of ze donker, dan wel
lichtbruin is, zullen we, ten einde de
verwarring niet nóg grooter te maken,
liever verzwijgen.
Toen op een zekeren Zondag bij de
courses op „Duindigt" te Utrecht
Cecilia W een succes had behaald, dat
door velen niet was verwacht, werd
door insiders onmiddellijk verklaard,
dat hier een verwisseling moest heb
ben plaats gehad, want de harddra
ver, die als Cecilia W algemeen bekend
is, zou aldus de deskundigen deze
prestatie niet verricht kunnen hebben.
Daar echter de eigenaars verzekerden,
dat het Cecilia W was geweest, die ge-
loopen had, werd een nader onderzoek
Ingesteld. Toen werden verschillende
bijzonderheden vernomen, welke er
op zouden wijzen, dat in. plaats van
de bruine merrie Cecilia W een bui-
tenlandsche draver de courses géloo-
pen zou hebben welk renpaard kort
tevoren door de Nederhorst den Berg-
sche veehouders, die Cecilia W in
eigendom hebben, zou zijn aange
kocht. Daar ook deze merrie bruin van
kleur en het sprekend evenbeeld van
Cecilia W moet zijn, zou de verwisse
ling zeer gemakkelijk hebben kunnen
plaats vinden. AUéén zou de eene
merrie iets donkerder van tint zijn
dan de andere.
Inmiddels zijn door de marechaus
see reeds verschillende personen ge
hoord, waaromtrent wij echter, ten
einde het onderzoek geen hinderpalen
in den weg te leggen, voor het oogen-
blik nog geen bijzonderheden kunnen
publiceeren. Hetgeen de zaak nog in
gewikkelder maakt, is het feit, dat
sommige dravers (juister gezegd:
draafsters) inmiddelsreeds van
eigenaar verwisseld moeten zijn.
Doch de grootste handicap voor de
marechaussee is wel, dat de hoofdge
tuige in deze renbaan-puzzle, n.l. Ce
cilia W, door de marechaussee niet
gehoord kan worden. Terwijl de
eigenaars uitvoerig ondervraagd wer
den en de marechaussee's de bruine
draafster aandachtig beschouwden,
liet zij slechts een coquet gehinnik
hooren.
Maar en gehinnik zegt zoo weinig....
ten minste voor onze menschenooren.
BERLIJN, 17 Juni (D.N.B.). De Ameri-
kaansche regeering heeft gisteren naar
gemeld den Duitschen zaakgelastigde te
Washington uitgenoodigd de Duitsche con
sulaire ambtenaren binnen haar territorium
benevens de employe's van de Duitsche bi
bliotheek te New York, het persagentschap
„Transocean" en de Duitsche spoorwegen te
nopen tot vertrek uit de Vereenigde Staten.
Als motief voor dezen wensch wërd aan
gevoerd, dat de betrokken Duitsche instan
ties op ontoelaatbare wijze zijn opgetreden.
De Duitsche regeering heeft deze verwij
ten als ongemotiveerd en willekeurig van de
hand gewezen en ten krachtigste gepro
testeerd tegen de handelwijze van de
Amerikaansche regeering, die in strijd is
met de bestaande verdragen.
fïïSSgj*
Arme Myra, nog voordat ze by den koning is, wordt ze al
door Kortsik en een van de andere zwartvoeters gevonden.
Help, koning, help mij, roept ze Wat hoor ik toch, denkt de
koning. Wie roept mij daar; het is toch dat aardige elfje niet?
Wacht, ik ga eens kijken. Maar word at hij helpen kan is Myra
naar 't schip gejaagd. De Drietand wordt op 't dek gelegd en
ze vertrekken door de grotopening.
Nu gaan We weer eens kijken hoe Zwartvoet en Puntmuts
het maken in him eik. Wat een domooren zijn die wachters,
ze kijken heelemaal niet in de boomen, roept Puntmuts en
klapt daarbij in zijn handen van pleizier. Dat wist ik wel,
want kabouters klimmen maar zelden in boomen. En de wach
ters van den Koning doorzoeken het heele bosch, maar vinden
ze niet.
BROEK OP LANGENDIJK, 18 Juni. 60 bos
Uien 10.70, 250 stuks Bloemkool 13.00, 1300 kg.
Rabarber 6.00.
CULEMBORG, 17 Juni. Veiling Culemborg en
Omstreken. Aardbeien van den kouden grond I
1.16, lx 96 cent, bakaardbeien 1-30, alles per kg.
Rabarber 13.5 cent per bos.
ROTTERDAM, 17 Juni. Veemarkt. Heden wer
den (er veemarkt aangevoerd 1830 dieren, waar
onder 75 paarden, 6 veulens, 4 schapen, 474
nuchtere kalveren, 80 graskalveren, 2 varkens,
90 bokken en geiten, 2 zuiglammeren en 1103
runderen. Prijzen per stuk: meikoeien 565.00
450340, kalfkoeien 575.00450345. varekoeien
365.00—280—230, vaarzen 350.00—280200, pin
ken 285.00210—165.
WOERDEN, 18 Juni. Kaasmarkt. Aanvoer 311
partijer, kaas: le kwal. met R.M. 4141.50, 2e
kwal. met R.M. 39.5040.50. Handel vlug.
HILVERSUM, 18 Juni. Boter 2.30 per kg. Eie
ren 89 cent per stuk. Oude kaas 8085, bele
gen kaas 7580, jonge kaas 7075, oude kip
pen 2.504, jonge kippen 34.50, tamme konij
nen 3.008 per stuk.
Amsterdam, 18 Juni 1941.
Het, aanzien van de beurs wisselt zich steeds,
maar was toch in de laatste dagen iets vrien
delijker dan voorheen. Men verkeerde minder
onder den invloed van de spanning, welke dcor
de economische onderhandelingen tusschen Ba
tavia en Tokio werd veroorzaakt, omdat waar
schijnlijk de besprekingen zullen hervat worden
en men een bevredigende oplossing hiervan
durft verwachten. Andere verontrustende
factoren bleven ook achterwege en aanstonds
bleek de markt geneigd te zijn tot een tamelijk
bevredigend technisch herstel.
Het publiek houdt zich echter nog steeds af
zijdig, omdat het den toestand niet geschikt
acht ooi zich op glad ijs te begeven. De alge-
meene toestand staat nog te zeer aan allerlei
verrassingen bloot en daarom is men aangewe
zen met een afwisselende markt rekening te
houden.
De beurs was ook vandaag bij opening gun
stig gedisponeerd. Er ontwikkelde zich welis
waar geen uitgebreide handel, maar op vele
punten was meer belangstelling waar te ne
men dan men in den laatsten tijd gewend
was. Aanbod was overal uitgesloten en lichte
vraag overwegend, waarom de markt in een
vaste houding opende. Amerikaansche fondsen
maakten hierop geen uitzondering.
Koloniale fondsen traden gelijk gisteren op
den voorgrond en hierbij sloten zich Scheep-
Vaartaandeelen aan, terwijl ook elders hoogere
prijzen bedongen werden.
Van Suikeraandeelen boekte H. V. A. een
avans van 5% en haalde de 400 pCit. Vorsten
landen Cultuur kon wegens vraag ruim 2 ver
beteren tot 111. Japansche Cultuur en Nisu
hadden eveneens een vasteren ondertoon.
Op de Rubberafdeeling werd A'dam Rubber
v
Wie dit boe«
voor zich ziet
moet x t r
voorzichtig
zijn, want hij
nadert 'n voor*
rangsweg (óók
het verkeer
van links laten
vóórgaan!)
5% hooger verhandeld tot 246. De handel was
echter spoedig weer afnemende, terwijl andere
rubbers voorloopig weer buiten t beschouwing
wej'den gelaten.
Tabakssandeelen getuigden eveneens van een
vaste stemming. Voor Oude Deli werd een 6%
hoogere prijs betaald, n.l. 263. Deli-Batavia
handhaafde zich op 192 en Senembah werd 3%
hooger geadviseerd op 208.
Op de Scheepvaartafdeeling was Scheepvaart-
Unie weer gevraagd en werd 2 y, hooger ver
handeld Hot 163. Booten en Japanlijn werden
2 a 3 hooger geadviseerd, resp. op 155 en 139.
Hol.-Am.-Lijn liep 1% op tot 112%.
Van binnenlandsche industrieelen kon Uni
lever wegens tamelijke vraag een 2% hoogeren
prijs bedingen, n.l. 115115%. Philipslampen
verbeterden 1% to 206. Aku was echter eerder
zwakker en gold 134%134%
Op de Peroleumafdeeltng was Koninklijke
olie aanvankelijk tamelijk gevraagd en aange
zien geen materiaal aan de markt kwam lie?
het fonds 4 a 5 pCt. boven gisteren uit tot
229230. Op de beleggingsmarkten was de stem
ming voor Nederlandsche Staatsfondsen vaster
voor de 3 3% PCt. 1938, die a hooger
werd verhandeld tot 90 1/1690 3/16. De nieu
we leenbrief op 98 7/8 98 15/16 onveranderd.
Bij verder verloop kromp de handel overal
in, hetgeen eenige koersenafbrokkelingen ten
gevolge had. De markt sloot minder vast.
H.V.A. liep a 1% terug, Vorstelanden V*
a 1, Koninklijke olie gaf a 1 prijs, Scheep
vaart Unie verloor 1 a 1%. Holl. Amerika Lijn
circa 1 pCt. Philipslampen echter monteerde 1
pCt. en ook voor Aku was de stemming wel iets
beter. Nederl. Staatsfondsen verliepen en sloten
vast.
Prolongatie 2% pCt.
Ongecorrigeerd.)
Vorige Slotk.
Staatsleeningen slotk. Heden
4% Nederl. 1940 II 97-ft- 97 f
4% Nederl. 1941 98 1 984£
3% Nederl 1896'05 83 83
3% Nederl. 1937 85 85 4
3_3 Nederl. 1938 89 f 90 i
2% N.W. Schuld 70 i 7i
3% Indië 1937 91 f 91 I
Banken
Koloniale Bank |?9 4 l7\
Ned Xnd. Handelsb\l'
Cert. Handel-Mij. 4 T
Industrieën
Unilever 113 4 115
Calvé Delft 70 J 70
Alg Kunstzijde 134 135 4
Van Berkei's Pat62 62 4
Philips 205 207
Ned. Ford 300 300
Fokker 179 178
Petroleum
Kon. Olie 225 228 4
Rubber
A'dam Rubber 241 245
Bandar !9l 196
Deli Batavia Rubber 192 j95
Serbadjadi H6 )17
Silau 103 4 1Q4
V. I. C, O..^'68J 165
Scheepvaart
Java-China-Japan l7>7 139
Holland—Amerika Lijn 'IJl Hl 4
Kon. Ned Stoomb
Scheepvaart-Unie 161
Rott. Lloyd [it1
St. Mij. Nederland iJJ 1J4
Suiker
H. V. A394 4 398 4
Jav. Cultuur 223 4 225
N. I. S. U2)5 f 216
Vorstenlanden 108 f 110
Tabak
Deli Batavia 1914 192 J
Oude Deli 257 263
Oostkust 150 140
Senembah .r....205 208 4
nominaal t ex dividend
WOENSDAG 18 JUNI
p
2
S
S p-
cS si
e
4)
a
o> T
bfl
•G
<D
co
Sedert
Gisteren
O
Keulen 6 u
Lobith
Nijmegen
St. Andr. W
Arnhem
Vreeswijk 1 w
Westervoort
Deventer
Kampen
Maastr. H.s.
1) Borgh
Belfeld
Venlo
Grave
2) Sluis
Lith
38.49
11,31
0—
5,56
10.52
3.00
11.11
5.16
0.00
0,53
43,10
11,23
13.70
0.C1
6,60
0.82
40.93
13,71
11.18
5,70
0 88
11 47
4 63
0,26
41*53
11,42
4.73
1 05
0.00
U.02
0.03
0.10
0.06
Jl
0.C4
0,11
0.02
0,—
0.00
0,00
0.—
0.-
0.00
0.17
0.08
0.00
0.00
0.—
0.06
0,17
0.-
0.—
0.02
0,00
li
(Nadruk verboden)
Wichtlmeyer hief de handen op om een slag
af te weren. Maar opeens stond Florence tus
schen de beide mannen:
„Halt Go! Je wilt toch niet een ouden man
6laan?''
De jongen liet zijn vuist zinken.
Nu haalde Wichtlmeyer een paar bankbiljet
ten uit zijn zak, hield ze Go voor en drong
aan:
„Hier, neem dat! En maak, dat je wegkomt!
Laat ik je nooit meer terugzienMaar Go
bleef staan en staarde naar Florence.
zy raakte met haar fyne, zachte vingers zijn
arm aan, legde toen haar handje op de zijne
hij voelde haar warmte en zei met een lieve,
rustige stem:
„Kom Go, ga nu weg! Alsjeblieft Go!''
LToen draaide hij zich vlug om en ging heen.
Naderhand zag hjj pas, dat ffichtlmeyer fegtg
achthonderd Oostenrijksche guldens in de hand
had gestopt. Nog nooit had hij zooveel geld ge
had! Maar hij ging er zuinig mee om en kocht
enkel dingen vooral kleeren die hij wer
kelijk noodig had, terwijl hij dadelijk op een
nieuw baantje uitging. Natuurlijk dacht hp al
lereerst aan circus Central, dat sedert enkele
weken in het gebouw van Renz gasteerde; hij
kon zich nu eindelijk weer onder circusartisten
vertoonen zonder het hoofd te moeten buigen
als een schuldige! Hij vond in het gebouw geen
enkelen kennis. Toch ging hy van garderobe tot
garderobe, door de bureaux, de stallen, om naar
werk te vragen.
Bij de laatste roofdierenkooi trof hij eindelijk
een man aan, die hem tenminste rustig liet
uitpraten.
„Is dat alles wat je te zeggen hebt?'' vroeg
hy aan Go toen deze eindelijk zweeg,
„Jawel."
„Kim je een stootje verdragen?"
Go knikte.
„Nu, kom dan maar eens mee," zei de man
zonder zijn pijp uit den mond te nemen. En hij
stond op om hem voor te gaan.
„Kijk eens hier, voor deze beren zou ik nog
wel een oppasser kunnen gebruiken,'' verklaar
de hij, terwijl zy weer terugliepen.
„Goed baas, ais u my wilt hebben, ik wil
wel!"
„Goed dan! Je bent dus vanaf vandaag op
passer en verdient dertig roebels per week. Ja,
ik reken met roebels omdat ik een Rus ben, en
yan hieruit geer naar Rugland ga. Mijn doch-
ter zal dat in Oostenrijkseh geld omrekenen
zoolang als we hier zijn. Vraag dadelijk in het
bureau maar eens even waar juffrouw Marfa
Rasumow is!"
„Rasumow? Bent u Rasumow de beroemde
Rasumow?" riep Go.
„Hè, wist je dat nog niet?" glimlachte de
dompteur. „Nu, ik ben dus Rasumow en ik
hoop, dat ik een flinken oppasser aan je heb—
Om half negen vanavond moet je present zyn
daar achter by mijn berenwagens!" En hij
gaf Go met zijn pijp een wenk, dat hy nu wel
kon verdwijnen....
Mejuffrouw Marfa Rasumow was geens
zins de volwassen jongedame, die Go verwacht
had te ontmoeten, maar een kind van hoog
stens veertien jaar. Doch zy gedroeg zich als
een getrainde kantoordame.
„Dus Joe Golden, Go genoemd," las zij voor,
„geboren te Liverpool, 23 October 1876, O, dan
bent u precies twintig jaar? Ik had gedacht,
dat u ouder was." Go kon niet nalaten te glim
lachen over het zelfbewuste optreden van het
kleine ding, dat niet bepaald knap, maar toch
zeer aantrekkelijk was met haar lichtblond haar.
Zij rekende de roebels in Oostenrijkseh geld
om, betaalde hem zijn eerste weekloon uit, liet
hem de kwitantie onderteekenen en wenscht?
hem daarna vrieridelijk goeden avond.
Toen Go prompt om half negen by de beren
wagens verscheen was Rasumow al druk bezig.
„Op een afstand biyven staan en goed kyken!
Jgetg anders dan goed kijken!." riep. hjj den
nieuwen oppasser toe. „Dat is je kameraad
Big!" Hu wees met een vluchtige handbeweging
naar Joe's dikken collega.
In de manege kondigde thans de eerste regis
seur aan:
„Rasumow De koning der dompteurs, met
de grootste beren, die ooit getemd zijn!"
„Alles uit den weg! De beren komen!" riepen
de regisseurs, terwijl het orkest in de zaal een
zachte polka liet hooren.
Daar kwam Rasumow al aan, met den eersten
beer aan den ketting ên vlak achter hem leidde
Big het tweede dier ook aan een ketting. Achter
het gordijn nam Rasumow dezen ketting van
hem over en verscheen glimlachend met beide
beren in de manege. De man in het midden,
aan eiken kant een beer op de achterpooten,
zoo bogen de drie voor het publiek.
Zoodra de laatste beer in den kooiwagen was
teruggebracht en de laatste schuif weer stevig
bevestigd, verdween Rasumow achter een hou
ten beschot naast de wagens.
Zoodra de kooien gesloten waren, wees Big,
een Kaukasiër van zes en- twintig jaar, die zijn
geheele leven al oppasser geweest was, Go op
onvriendelijken toon de plaats aan waar hy sla
pen moest. Go had vanaf dit oogenblik het ge
voel, dat hij met dien Big niet goed zou kunnen
opschieten.
Den volgenden morgen was Rasumow al bij
de hand, toen de planken van den berenwagen
weggenomen en de kooien gereinigd werden,
waarna de dieren hun voer kregen. Big deed
zijn werk zeer gewetensvol en precies. Rasumow
stond erby en verklaarde Go eiken handgreep.
Go had aanvankelijk gevonden, dat de eene
beer misschien wat grooter of wat kleiner, maar
voor de rest toch als een droppel water op den
anderen geleek, doch nu zag en hoorde hij, dat
er tusschen de dieren evenveel verschil was als
tusschen de menschen. Frits bijvoorbeeld, die
tien jaar oud was, de jongste en kleinste van
het vijftal, was oogenschijnlijk een heel gemoe
delijk en goedaardig beest, terwijl Oswin, de
grootste en sterkste, een onrustigen blik had en
nerveus heen en weer liep, wat er zeker op
duidde, dat hij, zooals de vakterm luidt, een
misdadiger was, waar men bijzonder mee moest
oppassen.
Nu werkte Go al bijna een half jaar bij Ra
sumow, die zeer tevreden over hem was. Maar
met Big, den weinig spraakzamen Kaukasiër,
had hij geen vriendschap kunnen sluiten. Op
Go's vragen had de man hem verteld, dat Ra
sumow nooit een maandengagement aannam
beneden de tienduizend roebel, dat hij in Zuid-
Rusland een landgoed bezat, waar zijn vrouw
en zijn drie kinderen woonden, dat Marfa, de
oudste, den troep eens van hem over zou nemen
en daarom al twee jaren meereisde, en dat hij,
Big, ook wel met de dieren kon optreden, hij
had het al een keer of twee, drie gedaan, maar
dat was al een paar jaar geleden.
Rasumow was over Lodz naar Warschau ge
reisd en werkte nu met zijn troep in het circus
Ciniséili te Kiew. Zijn reis door Rusland was
een ware triomftocht.
„Hoe yind jy Marfa eigenlijk?" vroeg Big
i
hem op zekeren dag.
Go wist niet wat hij van deze vraag moes
denken en antwoordde kort:
„Ik vind haar heelemaal niets. Ik heb n0°
nooit over haar gedacht."
De Kaukasiër keek hem onderzoekend a-aO;
„Zoo?" bromde hij. „Nu luister eens goed: voo
mij is Marfa het mooiste meisje, dat er ron
loopt!" Zijn toon was dreigend.
Go begreep dadelijk dat Big op oude rech
aanspraak maakte en van zijn rivaliteit
Marfa niet gediend zou zijn. Go kreeg ha
medelijden met zijn dikken, onbeholpen kam
raad. Zeker had Big het nog nooit gewaagd
Marfa zyn toegenegenheid te bekennen
sleepte hij zijn liefde als een last met
11166oyg-
Toen Rasumow, nadat hij een jaar door
land gereisd had, van Charkow naar Sar.
wilde gaan en den eigenaar van het cu ant-:
daar zijn nummer aanbood, ontving hij een
woord, dat hij niet voor mogelijk had g
den, nameiyk een weigering. ju
Hij kwam er spoedig achter, hoe de za
elkaar zat. In circus Saratow was gedine ^^0
afgeloopen maand een andere groote B gi-
dompteur opgetreden, die langen tyd d ^et
berië had gereisd en nu langzaam na
Westen trok. Sjechts
De man, die Durow heette, was nl® oro
dompteur maar ook humorist en ber
zyn grappen.
(Wordt vervol