Raadgevingen voor vacantiegangers
Md m&aai mn dm da§
Tentoonstelling van Protestantsche kunst
Gouden regen
Vacantie in eigen land
„In het Tij" te Rotterdam
DINSDAG 24 JUNI 1941
Bosch en heide recreatie-
gebieden bij uitnemendheid
Doodsangst
Een kasteel van Floris V
BEURS VAN NEW-YORK
"ft
Waarom
Waarheen
Hoe
v mm*
Rustig genieten
Bezoek aan opgravingen
te Balgoy
taste Stemming
Omzet 760.000 shares
12$
Clearingkoersen
door OWEN RUTTER
De Algemeene Nederlandsche Vereeniging
voor Vreemdelingenverkeer schrijft:
De'grenzen gesloten. Vacantie in eigen
land. Dat, wat eenige jaren geleden als een
goede raad, als een wenschelijkheid werd
gepropageerd, is thans door de omstandig
heden met één slag werkelijkheid gewor
den. En toch, aanstaande vacantieganger,
kijk niet te ernstig en wacht een oogenblik
met uiting te geven aan uw teleurstelling,
want uw vacantie behoeft er werkelijk niet
minder aangenaam om te zijn. Integendeel,
zij kan er door winnen aan aantrekkelijk
heid.
Gij waart wellicht gewend de schoonheid ver
van uw woonplaats te zoeken, gij bewonderde
den dom te Keulen, maar kende niet den sobe
red, doch imposanten dom van Utrecht en gij
dacht er niet aan de prachtige Sint Jan van
Den Bosch eens te bezoeken. Gij roemde de
sfeer van Vlaamsche steden, maar vergat de vele
steden en stadjes van ons eigen land, die de
sfeer van het verleden gevangen hielden tus-
schen hun grachtwa'nden en waar de bouw
kunst in tal van voorbeelden getuigt van den
schoonheidszin, die onzen voorouders eigen
was. Gij bezocht en waart verrukt over
(vult u zelf maar in) en vergat de schoonheid
van het Nederlandsche polderland, van zijn
boschen en heide, van zijn duinen en stranden,
van zijn meren en plassen. Van dit alles kunt
ge nu dit jaar genieten naar hartelust. Neder
land met zi.in rijke verscheidenheid van natuur
schoon en zijn schatten aan monumenten van
geschiedenis en kunst wacht u en wij zijn er
zeker van, dat het niet te vergeefs zal wachten.
Daarvoor is het een veel te mooi, een te rijk
en een aan schoonheid te veel gevarieerd land,
daarvoor is het te veel een vacantieland bij uit-
ntmendheid.
En bovendien zijn er nog andere argumenten,
die er voor pleiten om van deze veelzijdige
schoonheid te genieten, nl. de overweging, dat
gij vacantie noodig hebt. Meer dan ooit hebben
wij in dezen tijd, die zijn speciale zorgen en
moeilijkheden kent, lichamelijke en geestelijke
ontspanning noodig' en die kan men nu een
maal het beste opdoen in een andere omgeving
dan die, waarin men dagelijks leeft. En verge
ten wij voorts niet hoe welkom eenige vacantie
thans voor de huisvrouw moet zijn. Dag aan
dag kent zij de zorgen en de perikelen, die ds
distributie haar bezorgt. Deze vergt heel wat
van haar overleg, zij is er heel den dag mee be
zig, om te zorgen, dat haar huisgenooten zoo
weinig mogelijk van de distributie merken.
Weik een aangename rust moet het voor haar
zijn, als zij eens voor korten of langen tijd alle
bonnen kan afgeven in hotel of pension en voor
zich kan laten zorgen. Zoo zijn er vele argu
menten om met vacantie te gaan en gelegen
heid ervöor is er "in Nederland te over.
Waar gaan dan uw belangstelling en liefde
naar uit? Naar bosch cn heide? Ons land be
zit ze in rijke verscheidenheid. Wie de groot-
sche en ruige pracht mint, doet goed zijn
schreden naar de Veluwe te richten, waar
knoestige breken, grillig gevormde vliegdennen
en statige juniperus zich afteekenen tegen de
einders. In den laten zomer vormt de diepe
gloed der heide er 'n onafzienbaar paarsen de
ken en de zandverstuivingen blinken er fel in
het zonlicht. In den Achterhoek spreidt het
mozaïealand zijn rijk wisselende pracht, die'
zich voortzet in Twente, waar de heuvelreeks
van Markelo tot Ommen met fraaie bosschen
is begroeid, waar het koren altiju golft op de
esschen en de zware Saksische hoeven rusten
in een krans van groen. Ook Drente biedt den
liefhebber van bosschen en heide veel te genie
ten. Evenals in het Twentsche land spreekt ook
hier heel veel in het landschap van de rijke
geschiedenis, die sinds het zeer verre verleden
haar merkteeken in den bodem en het land
schap schrtef. En vergeet dan ook Friesland
niet, dat henalve op vette zeeklei en aanlokke
lijke meren kan bogen op een boschbezit, dat
ook de belangstelling van vreemdelingen alles
zins waard is. Daar iokkén in de omgeving van
Appelscha dc zandverstuivingen cn zandduinen
en by Oiterterp en Beesterzwaag zijn het de
heidelandschappen, die den toerist verpoo'zing
bieden.
Van het uiterste Noorden naar het Zuiden.
Daar is het Limburg, het sprookje der werke
lijkheid, dat u wacht met zyn koele dennen-
bosschen en fijngetakte zilverberken, waar de
stilte slechts wordt verbroken door het ruischen
van de boomen of het kabbelen van een beekje.
In Brabant glanst het nmpellooze water van
aroomerige vennen tusschen de stammen van
het naaldhout. Daar ligt het Drunensche duin,
waar de stilte tastbaar is, daar slingeren zich
bekoorlijke zandwegen dooi een afwisselend
landschap. In Utrecht zijn het de Utrechtsche
heuvelrug, met een keten van fraaie landgoe
deren, en de daaraangrenzende bosschen en
heiden, die gereed staan de toeristen te ont
vangen. En deze schoone streek vindt haar
voortzetting in het Gooi, waar nog de scheper
zijn schapen hoedt en waar menig schilder in
het boscli of op de heide motieven vond voor
doeken, die bijdragen tot den roem van onze
schilderkunst.
Maakt u daarom gereed om van al dit schoons
te genieten, maar laten wij vooraf enkele wen
ken mogen geven, die voor u van belang zijn.
Het is in de eerste plaats noodig tijdig logies te
reserveeren in hotel of pension, opdat de hotel-
of pensionhouder vroeg genoeg de noodige
voorbereidingen kan treffen voor de maaltijden
enz. En vergeet ook uw distributiebonnen niet,
nog beter, zend ze vooraf in, want ook op het
platteland kan zonder bonnen niet geleverd
worden. En vooral: ga niet zwerven,-want dan
loopt men het risico overal als onverwachte en
daarom thans ais onwelkome gast aan te ko
men en men verzwaart ernstig de voedingspro
blemen van hotels en restaurants. Vestig u bij
voorbaat voor minstens een week in één
plaats, om van daaruit dagtochten te maken.
Als ge deze zaken voor oogen houdt, kunt ge
een prettige vacantie verwachten en mocht ge
inlichtingen wenschen over eenig deel van -het
land, het V.V.V.-wezen, met meer dan 300 ver-
eénigingen over het land verspreid zal u gaarne
helpen bij het maken van uw plannen.
Dezer dagen heeft het A.N.P. een onderhoud
gehad met den heer H. J. Leupen, leider van het
Bureau reizen, vreemdelingenverkeer en toe
risme van het departement van Volksvoorlich
ting en Kunsten, en hem daarbij o.a. de vraag
voorgelegd, hoe hij dacht over de aspecten van
het vreemdelingenverkeer in Nederland, zooals
zich dat dezen zomer, nu geen bezoekers uit het
buitenland te verwachten zijn, laat aanzien.
De heer Leupen stelde op den voorgrond, dat
ongetwijfeld zeer veel mc-nschen de behoefte
zullen hebben, er op uit te trekken. Wel zijn
natuurlijk aan vacantiereizen in het land thans
bezwaren verbonden, in verband met de levens
middelenvoorziening bijv. en ook met het oog-
op de reisgelegenheden, die minder frequent zijn
dan wij dit in ons land gewend waren. Maar
toch is het nog zeer goed mogelijk, van vrije
dagen naar hartelust te genieten. En wat een
gelukkig verschijnsel zal blijken te zijn,' aldus
de heer Leupen, is, dat de Nederlander nu wel
gedwongen wordt zijn eigen land, dat zoo veel
schoons biedt, op oen rustige manier goed te
leeren kennen. Het typische volkseigen, de
markante Nederlandsche stadjes en dorpen, de
schoonheid van vele bijna vergeten oorden zul
len thans, hoop ik, Nederlands gemeengoed wor
den:
De inwoners van de groote steden zullen
meer dan voorheen kennis maken met de
treffende schoonheid van onze oude stadjes
aan het IJselmeer, met de pittoreske dorpjes
op de Veluwe, met het schilderachtige heu
velland van Zuid-Limburg, met de schoon
heid van het Brabantsche land en met zoo
veel, dat herinnert aan ons grootsch histo
risch verleden en dat helaas voor zoovelen
tot nu toe een gesloten boek met zeven ze
gels is gebleven, omdat zij toch altijd een
Matterhorn, de Italiaansche meren of het
Schwarzwald veel en veel mooier vonden dan
ons eigen land en omdat men altijd liever
vertelde, dat men ver weg was geweest, dan
dat men later moest verhalen over de be
zonken schoonheid van een verborgen dorp
je in ons eigen vaderland.
Ik wii daar natuurlijk niet mee zeggen, dat
het niet zeer goed en zeer nuttig is, het bui
tenland te bezoeken, wanneer dat> mogelijk is,
maar ik breng deze zijde van het toerisme
slechts naar voren om te laten zien, hoeveel
schoons ons eigen vaderland biedt, aldus de heer
Leupen. Daaraan is nog een voordeel verbonden:
de Nederlander leert agrarisch Nederland ken-
nen; hij zal begrip krijgen voor het leven en
het werken van den boer en omgekeerd zal de
boer de Nederlandsche steden bezoeken en den
stadsbewoner in zijn jachtigen strijd om het
bestaan beter leeren begrijpen. De jeugd gaat
reeds thans naar het platteland, maar aldus
de heer Leupen laten ook de ouderen ons
Nederlandsche „boerenland" eens beter leeren
kennen. Het is van zoo onzegbaar veel belang,
dat. ons volk in al zijn geledingen elkaar leert
begrijpen, waardeeren en verstaan.
Wat het reizen zelf betreft, zou ik den
raad willen geven: Geen getrek op on
gelimiteerde wijze. Dat zou maar narig
heid geven met bonnen, enz. en boven
dien zijn schoenen en fietsbanden tegen
woordig kostbare artikelen, die ontzien
moeten worden. Laat men eens leeren
rustig te genieten, zoodat de vaoantfe
een echte rustperiode is, waarin men
werkelijk nieuwe Indrukken opdoet, die
van waarde zijn wanneer het leven en
het werk weer roepen en laat het niet
zoo zijn, dat men terugkomt met een
serie ongefixeerde beelden, die in korten
tijd verbleeken, om dan te verdwijnen in
het niet.
Wat het kampeeren betreft, verzekerde
de heer Leupen, dat in de toekomst het kam
peeren overheidszorg zal worden. De kam-
.peerders zijn voor het vreemdelingenverkeer,
d.w.z. voor den financieelen kant van het
vreemdelingenverkeer, geen „groote klanten",
maar zij bezitten in de meeste gevallen een
eerlijke liefde voor ons land. Zij houden van
natuurschoon en weten met weinig geld veel
te genieten.
Ook het verfraaien van het landschap in
het algemeen, d.w.z. het bebouwde en be
woonde gedeelte, zal tot overheidszorg wor
den gemaakt. Daarin zal ook het bureau voor
het nationale plan een belangrijke rol spelen.
Zooals ik zei, aldus besloot de heer Leupen,
willen wij, als de tijd weer normaal is, het
bezoek aan het buitenland zeer zeker niet
tegengaan, maar moge dan de Nederlander in
het buitenland ook getuigen van zijn liefde
voor eigen land, waarvan hij de schoonheid
in in het binnenland doorgebrachte vacantie
heeft leeren kennen. Dit immers was niet
steeds het geval.
Jean Leanchy is wisselwachter bij post 43,
gehuwd en vadér van een jongen, die ondanks
zijn twee jaren zijn naam Pierre uitstekend
kan zeggen en flink kan tippelen. Voorts is hij,
Jean, een eenvoudige bescheiden mensch, die
veel van zijn vrouw en minstens evenveel van
zijn jongen houdt en steeds punctueel zijn werk
doet. Dieven en moordenaars zouden in hem,
zoo hij in de magistratuur zou zijn gegaan,
geen aartsvijand hebben kunnen zien, omdat
hij in allés en allen steeds een goeden kant
wist te ontdekken. Maar „spoorweg-piraten"
haat hij erger dan hij onder woorden kan bren
gen. Jaren geleden is hij getuige geweest van
een spoorwegramp, door kwaadwilligen veroor
zaakt. En nu nog kan de afschuwelijke herin
nering aan die verwrongen staal- en houtmassa
met daarondei
het gekerm de*
gewonden en het
aan- en afdragen
van brancards
met dooden heir,
razend maken
De straf, welkf
d"e kerels is opgelegd, twintig jaar tuchthuis,
vindt hij nog veel te licht.
Jean Leanchy zit voor zijn dienstwoning en
rookt zijn sigaartje. Het hoofdspoor is vrij, even
als de rijbaan. Zijn vrouw is naar het dorp
boodschappen doen,, zou nog wel enkele uren
wegblijven, overal „wachten". Jean kent dat en
ondertusschen is hij mede met het toezicht op
Pierre belast.
Daar klinken tien slagen.
Jean schrikt. Meteen zet hij Pierre op den
grond en loopt naar het seinhuisje. Om 10.01
komt de personentrein, die op het zijspoor moet
wachten, totdat de sneltrein van 10.05 voorbij is.'
Hijgend van het harde loopen, komt hij aan
en bedaart eerst, als hij den wissel vast heeft.
Onderzoekend gaat zijn oog over de rails. Alles
is veilig. Maar plotseling wordt Jean lijkbleek
en dreigt door z'n knieën te zakken. Daar....
daar ziet hij Pierre tegen den spoordijk opklau
teren.... En gaat natuurlijk „spoortje spelen"
op de rails!
Zijn volgende gedachte is: Red je kind! Hij
kijkt op de klok: 10 uur 30 is het. Als hij naar
Pierre loopt, zoo hard hij kan, dan heeft hij
dertig seconden noodig. Zal het nog gaan? Weer
raadpleegt hij het uurwerk.
Tien uur vijf en dertig seconden.
Neen, het gaat niet meer. De eenigste mo-
'gelijkheid is de personentrein op het hoofdspoor
te laten rijden, dan zal hij zijn kind, dat op
de rails van het zijspoor speelt, van een wissen
dood kunnen redden.
Jean trekt den wissel om. Weer kijkt hij op
de klok. Tien uur en veertig seconden. Over
twintig seconden zal de trein er zijn. Dan komt
plotseling de herinnering aan dat ongeluk van
toen weer boven. In elkaar geschoven wagens.
jammerkretengewondendooden
De klok wijst tien uur vijl' en veertig secon
den. Jean buigt zich uit het raam. Hij roept,
schreeuwt, zwaait met z'n armen. Pierre ziet
hem niet, is verdiept in zijn spel. En de vader
weet wat hij speelt. „Spoortje!" Met een leeg
lucifersdoosje, dat hij over de rail schuift en
dan telkens -,,schsch" roept.
Nog tien seconden, danDan!!Jean
voelt zijn hart bonzen, zijn slapen kloppen, ge
spannen staan de aderen op z'n voorhoofd. .Zijn
lippen zijn droogz'n handen beven....
Redding!Redding? Een schietgebedjede
klok wijst tien uur en vijftig seconden. Over
tien seconden komt de trein, zal over het hoofd
spoor voortdaveren| men zal de vergissing be
merken, afremmen, vier minuten later dreunt
de sneltrein voorbij, 120 K.M.-vaart.Dooden...
het zoemt, hamert in z'n ooren en het schemert
hem voor de oogen. Pierre!! Tien uur en negen
en-vijftig seconden.
Dan rukt Jean den handel terug, sluit de oogen,
murmelt een gebed, dat het zieltje van zijn lie
veling tot aan de hemelpoort vergezellen zal.
Jean veegt het klamme angstzweet weg, dat op
z'n gezicht parelt en kijkt naar de klok. Tien
uur, een minuut en veertig seconden?! Is de
trein al voorbij. Maar daar speelt zijn kind nog!
Juist staat Pierre op, draait zich om, zet voor
zichtig eerst het eene, dan het andere voetje
over de rails!Jean gilt als een razende....
PierrePierre
Het ventje kijkt op 'noch om. Voorzichtigjes-
aan gaat hij naar den kant van den dijk, dan
gaat hij zitten en laat zich voorzichtig omlaag
glijden.
Jean herademt, weet eigenlijk zelf nog niet,
hoe hij het heeft. Daar ratelt de telefoon.
„Hallo, met post 43."
„Onmiddellijk voorbij post 42 is de spoorlijn
opgebroken. Tijdig ontdekt door een lijnwerker,
zoodat een ongeluk voorkomen is kunnen wor
den. Schade zal spoedig hersteld kunnen zijn.
De treinen zullen nog gemeld worden. Daders
zijn gegrepen. Gelieve verdachte personen ech
ter onmiddellijk te arresteeren!"
Jean hangt den hoorn op, laat zich in een stoel
vallen, die kraakt onder zijn gewicht. Dan fluis
tert hij: „Het is toch maar goed, dat er ook nog
spoorweg-piraten zijn!"
(Nadruk verboden).
(Van onzen correspondent)
„In het Tij'" is ontleend aan een uitspraak
van wijlen prof. R. N. Roland Holst, in 1938
gedaan op een vergadering van den Bond
van Nederlandsche Architecten te Amster
dam. „De vloedgolf van leed, die na den
grooten oorlog over de wereld geslagen is,
die nog steeds wast en onze levensvastheid
bedreigt, zal, dit kan niet anders, de kunst
weer doen terugvloeien naar haar diepe, so
ciale en religieuze beddingen."
„In het Tij" is de naam van een tentoon
stelling van Protestantsche, religieuze kunst
in de kunstzalen Unger te Rotterdam. De
expositie werd georganiseerd met 'medewer
king van het Instituut van kerkelijke en re
ligieuze kunst te Utrecht.
De verzameling kunstwerken is van de
hand van bij uitstk Rotterdamsche kunste
naars, derhalve niet bijzonder geschikt om
ons een indruk te geven van hetgeen er in
Protestantsche kringen aan beeldende kun
sten gewrocht wordt. Er zou stellig heel wat
meer en in menig geval ook iets beters ge
toond kunnen worden. Maar het Rotterdam
sche initiatief moet toch bijzonder gewaar
deerd worden. Het is thans voor de Maasstad
een tijd van bezinning en zelfbespiegeling. En
eerlang zal' men de vruchten daarvan moeten
zien gedijen. Er zuller. nieuwe kerken, ge
bouwd worden, nieuwe evangelisatielokalen,
een kunstwerk als het stel gebrandschilderde
ramen, door Marius Richters indertijd voor
de Zuiderkerk vervaardigd en waarvan de
teekeningen bewaard zijn gebleven, het zai
wellicht wederom ten uitvoer worden ge
bracht.
Het is niet toevallig, dat met een activiteit
op dit gebied een actie voor Protestantsche
kerkmuziek parallel loopt. De afdeeling Rot
terdam voor Protestantsche kerkmuziek
maakt op grootscheepsche wijze propaganda,
in het bijzonder practische propaganda, door
het opluisteren van kerkdiensten en het ge
ven van concerten.
Het kerkelijk leven vertoont op elk gebied
een bijzondere spanning en een tentoonstel
ling als „In het Tij" doet onwillekeurig den
wensch opkomen, dat ook van Katholieke
zijde alles in het werk zal worden gesteid,
om zich hier te doen gelden. Laten we ten
aanzien van de huidige expositie direct voor
op stellen, dat ze duidelijk toont, hoezeer de
Katholieke kunstenaars hun Protestantsctoen
broeders in elk opzicht vooruit zijn. De vraag
blijft Intusschen gewettigd, of hun innerlijke
gesteldheid van een even groote gespannen
heid' is. Want dit is, wat het meest in de
tentoongestelde werken opvalt, de geestdrift,
de werkdrang, waarmede gearbeid wordt.
Er valt overigens het een en ander te zien,
dat niet direct tot bewondering stemt. Er is
een bepaald soort dilettantisme, dat zichte
vergeefs dooir gerespecteerde namen dekken
laat. De werkdrang, de behoefte zich te uiten,
is soms grooter dan de bezieling en het tech
nische kunnen.
Overigens, wat dit technische kunnen be
treft, staat men even verbijsterd voor een
Kersttriptiek als die. van Jo Boer, een pen-
teekening van reusachtige afmfetingen, waar
door een heele wand bedekt wordt. Deze
kunstenaresse moet wel over een eindeloos
geduld beschikken. Menigmaal kwam ze tot
een fraai, teeder detail, vooral in de kinder
kopjes en ook wel in de arabeskenversierin
gen. Treffend zijn de rust der compositie en
de sterke beheersching van deze waarlijk
overbluffende veelheid.
Er zijn religieuze voorstellingen van den
portretschilder Herman Mees, Bijbelsche ta-
freel en waarvan een enkele inzake de tech
niek levendig doet denken aan de kunst der
Pompejaansche muurschi'ders.
Er zijn voorts religieuze voorstellingen van
min of meer bekende figuren, waarvan men
nauwelijks vermoeden kan, dat ze zich met
dergelijk werk onledig hielden. Waarschijnlijk
is het ontbreken van mogelijkheden tot dus
ver oorzaak geweest van een zekere beper
king, waardoor evenwel ook het resultaat be~
invloed is geworden.
Van Marius Richters zijn er teekeningen
en etsen. Van een bijna fanatieken zwoeger
als W. van Dort Sr. gedurfde opzetten, die
intusschen niet bijzonder bevredigen, daar
tegenover toch weldadig aandoen 'tegenover
enkele zoetsappige voorstellingen, welke men
gaarne zou hebben gemist.
Jan Th. Giesen stelde de 26 houtgravures
ten toon, welke hij maakte voor de pracht
uitgave „Uit de Heylighe Evangelie". Hans
Richters, de zoon van Marius en wijlen S.
Miedema zijn met eenige ontroerende beeld
houwwerken vertegenwoordigd.
Een Interessante afdeeling wordt gevormd
door fraaie, groote foto's van de Groote oï'
Sint Laurenskerk en van de Luthersche kerk.
Van de laatste Is nog als bijzonderheid aan
wezig een gedenkpenning, geslagen uit het ge
redde koper van de indertijd zoo vermaards
dakbekleeding.
Wanneer men deze afdeeling vol piëteit
bekijkt, geeft men zich er rekenschap van,
wat de Katholieken zouden kunnen laten
zien, alleen al ten aanzien van hetgeen ze
verloren in een Sint Rosalia en in een Sint
Laurentius, de dekenale kerk. Hopelijk wordt
hier binnenkort een hoog noodig initiatief
ontplooid.
In Balgoy (gemeente Overasselt) zijn onder
leiding van het Rijksbureau voor de Monu
mentenzorg opgravingen geschied. Bij het weg
graven van een heuvel en het dempen van een
gracht op het z.g. „Kasteel" van den heer
Span werd een zwaar muurwerk voor den dag
gebracht, dat van een oud kasteel afkomstig
moet zijn. Dobr de activiteit van den heer F.
Bloemen te Wijchen, correspondent van het
Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, weid
de aandacht van deskundigen op deze vondst
gevestigd. Men meent hier te doen te hébben
met een kasteel van Floris V, althans uit diens
tijd.
Het Rijksbureau voor de Monumentenzorg
achtte een en ander belangrijk genoeg om tot
wetenschappelijk onderzoek over te gaan. De
Rijksinspectie van de Werkverruiming in Gel
derland zegde hadr medewerking toe en zoo
was het Vraagstuk der financieering spoedig
opgelost.
Monumentenzorg belastte den ambtenaar
van haar jongste afdeeling voor Middeleeuw-
sche archeologie met de leiding en na minu-
tieuzen arbeid werd de fundeering van het oude
kasteel blootgelegd.
ZOo langzamerhand waren de opgravingen in
een dergelijk stadium gekomen, dat belangstel
lenden iets getoond kon worden. Een dezer
dagen verzamelde zich daarom een groot ge
zelschap op het terrein van het kasteel, waar
onder de heer ir. A. S. Tuinman, rijksinspecteur
van de werkverruiming in Gelderland, den
vertegenwoordiger van den Commissaris der
Provincie Gelderland, Burgemeesters en an
dere functionarissen van verscheidene omliggen
de gemeenten en de correspondent van het
Rijksmuseum voor Oudheden, de heer F. Bloe
men uit Wijchen. Jhr. dr. J. van Nispen tot
Sevenaer, directeur van het Rijksbureau voor
de Monumentenzorg, hield een korte inleiding.
De leider der opgravingen, de heer J. G. M.
Renaud, maakte aan de hand van een teekening
den groei van het kasteelcomplex duidelijk.
Het kasteel bestaat uit twee gedeelten, het
hoofdkasteel en den voorburcht. Het hoofdkasteel
is een rechthoekig gebouw met muren van meer
dan twee meter dik. Door twee dunne muren
werd de ruimte over drie vertrekken verdeeld.
Een half in den muur gemetselde pomp ver
zorgde de watervoorziening. Aan een der korte
zijden kon de afvoerkoker voor allerlei huis
vuil teruggevonden worden. Een brug verbond^
hoofdgebouw met voorburcht. De binnenmuren
zijn vrijwel verdwenen, maar de fundeering van
de brug heeft men teruggevonden. Het kasteel
kende in zijn bestaan natuurlijk veranderingen
en uitbreidingen. De uitbreiding van een latere
periode kenmerkte zich over het algemeen door
het gebruik van kleinere steen, terwijl hier te
Balgoy voor de fundeering van die latere bouw
sels mergelblokken werden gebruikt. Door deze
bijkomstigheid, aldus de heer Renaud, werd de
bouwgeschiedenis van het kasteel van Balgoy
naar verhouding vrij duidelijk.
NEW YORK, 23 Juni. De New Yorksche Ef
fectenbeurs opende vandaag vaster en met -
vendigen handel. Een groot aantal fondsen
haalde reeds dadelijk koerswinsten van om
streeks twee punten, waarbij staalwaarden, au -
mobielfondsen, luchtvaartaandeelen en metaa
waarden de leiding hadden. j in
Doch ook de overige afdeelingen werden
de opwaartsche koersbeweging meegenomen,
enkele gevallen, zooals bij Youngstown, Be
heoi Steel en Douglas Aircraft, bedroeg
koerswinst zelfs twee tot drie punten. Bij
andere fondsen, die verhandeld werden, kwa
nog een groot aantal koerswinsten van ee
punt voor. Daar de vraag later afnam, on
stond een reactie, die koersverliezen van on -
streeks een punt veroorzaakte. Dit was vooi
een gevolg van realisatie. tcPds
Toch konden deze aanvankelijk de nog ®t€
vaste houding niet noemenswaard verandert
daar er bovendien nog dekkingsaankoopen
baissiers geschiedden. Tijdens het laatste beu: s
uur bleef de handel vrij kalm. De hoogste k°e
sen van den dag konden echter niet geheel e
al behouden blijven. Desondanks sloot de mar
nog in vaste houding.
Vandaag werden 755 fondsen verhande
daarvan zijn er 490 in koers gebftgen, 109i ge
daald. De noteeringen der 156 overige biev
onveranderd.
NEW-XORK
Air Reduction
Allied Chem.
American. Can
American Radiator
Amei Rolling
Am. Smelting
Am. Sugar Refining
Amer Tel Tel
Am. Tobacco B
Am Waierwofks
Anac. Copper
Atchis Topeka
Baldwin Locomotive
Baltim. Ohio
Bethlehem St
Canada Pacif
Com Investm
J. I. Case
Ches Ohio
Chicago Rock l6l.
Chrysler Corp
Cons Edison
Delaw Huds
Detroit Edison C.
Dupont d'Nem
Eastman Kod
Gener Electric
Gen Foods Crp
Gen Motors
Goodyear Tyr
Hudson Motor
int. Harvester
intern. Nickel
international Paper
Int. Tel. a Tel.
Kenn. Copper
Mack Trucks Incorp.
Montgomery
National Biscuit Co
N. Y. Central
Norfolk Western
Nord Amer. n.a.
Northern Pacific
Packard
Pennsylvania
Proctor Chamble
P Serv of N.J
Pullman Incorporat.
Pure Oil Company
Radio Corp.
Reading Company
Republic Steel
Reyn Tobac. B.
Sears Roebuck
Shell Union Oil
Socony-Vae
Southern Pacific
Southern Railway
Standard Brands
St. Oil N.-Jeri
Texas Gulf Sulphur
Tw. Fox Film
Union Carbon
Union Pacific
Unit. Aircraft
United Corpor.
United Fruit Cnrr-
Un. States Ind. Ale
Un. St. Rubber
Un. St Steel
Un. St. Steel pr.
Western Union
Westing house
Woolworth
laten, T ex-dlv„ ex-recht.
Slotk.
23/6
42
152
85
6%
1414
4214
16%
15614
69 i/s,
4%
27%
29
15%
72)4
3%
29%
61
36%
■58%
18%
10%
22%
154,
133%
32%
36%
38%
17%
2%
50%
26%
14%
2%
37%
28%
36%
16%
12%
195
12%
6%
2%
23%
57
21%
27%
9%
4%
14%
19%
31%
72%
14
9
11%
12%
5%
40
35%
5%
71%
80
39%
A
65%
24%
22
57%
119%
24%
94%
29
Slotk.
21/6
41%
150
83%
6%
13%
42
16%
155%
68
4%
26%
28%
14%
73
3%
28%
60%
35%
58
18%
10
22%
151V*
133%
31%
3'6
38%
17%
3
50
26%
14%
2%
36%
28%
35
16%
11%
193%
12%
6%
2%
23
57
21
26%
9
3%
14%
18%
31%
71%,
14
8%
11%
12%
5%
39%
35%
6%
70%
80%.
39%
A
95%
24
21%
55%
119
24%
94%
26%
ex
Slotk
20/6
41%
149%
84
6%
13%
.42
16%
155%
68
4%
26%
28'%
14
3%
72%
3%
28%
60
35
58%
18%
22%
151%
133
31%
36%
.58%
*'17%
3
50%
25%
14%
2%
36%
28
35%
16%'
193%
12%
6%
2%
23%
56%
21%
26%
9%
3%
14%
18%
31%
71%
14
8%
11%
12
5%
38%
35%
5%
70%
80
3%
A
65
24
21%
55%
119%
23%
94%
28%
-coup.
Slotk.
19/6
42%
153
85
6%
14
42%
16%
156
68
4%
27%
28%
15
73%
3%
28%
61%
36%
69
18%
10%
22%
152%
136%
31%
26
14%
2%
37%
28%
85%
16%
12
193
6%
2%
23%
66 f
21%
27
9%
4
14%
19
31%
70%
13%
8%
11%
12%
5%
39%
71%
80%
39%
65%
24%
21%
66
.11?
24%
s 87
28%
/Died*
WISSELKOERSEN
NEW YORK.
23/6 21/6
A'dam c.
Londen
Parhs
BerUm
Brussel
Rome
Madrid
Zwitecrl
Zw. vrU
4.03% 4.03%
2.31 2.31
40.05 40.05
5.26% 5.26%
9.25 9.26
23.21 23.21
23.24 23.24
Weenen
Stockh
Montreal
Mntr.Lnd
B. Aires P
B.Aires t>
Yorkc.
Shanghai
23/6 21/8
4.75% 4.75%
23.86 23.88
88.37% 88.31
4.56% 4.6"
29.78 29.78
23.70 23.70
23.45-8 23.46-8
3.56
's-GRAVENHAGE, 23 Juni. Koersen voor
stortingen op 24 Juni tegen verplichting611
luidende in:
Belga's 30.1432.
Zwitsersche francs 43.56.
Fransche francs 3.768.
Lires 9.87.
Deensche kronen 36.37.
Noorsche kronen 42.83.
Zweedsche kronen 44.85.
Tsjechische kronen (oude schulden) 6.42.
Dinar (oude schulden) 3.43.
Dinar (nieuwe schulden; 4.23.
Turksche ponden 1.45%
Lewa 2.30
Pengö (oude schulden) 36.519.
Fengö (nieuwe schulden) 45.89.
Zloty (oude schulden) 35.00.
Zloty (nieuwe schulden) 37.68.
Lei 1.28.
39
(Nadruk verboden)
Zijn eerste gedachte was, de wacht te waar
schuwen. Maar voor hij alarm kon maken, was
het geweld van den overval reeds begonnen.
Wederom erg geschrokken, verborg hij zich
in een paar boschjes en zag zoo, hoe Malang
platgebrand werd. Hij zag de aanvallers naar
hun booten terugkeeren en wegvaren. Én toen
kwam die aandrang in hem op, dien ik nooit
goed heb kunnen begrijpen. Het was iets ais
liet instinct van een hond om zijn meester te
volgen het instinct dat hem uit een raam
kan doen springen of een muur overklimmen,
alleen om zijn meester niet in den steek te
laten, zooals Ausop het zelf later zeide „Waar
Toe wan ging, daar ging ik ook." Dat mag nu
wel heel natuurlijk en niet buitengewoon klin
ken, maar alhoewel Maleiers over het algemeen
goede bedienden zijn, dienen zij iemand toch
altijd slechts, zoolang zij er lust toe hebben
Met Ausop wat dit anders. Er was toch heele-
maal geen sprake van, dat hij lust kon hebben
in wat hij dien nacht voor zijn meester deed.
Hij voelde, dat hij Max moést volgen. Daarom
trachtte hij een bootje te vinden. Er was er
geen. Zelfs geen boomkano hadden de aanval
lers achtergelaten. Maar Ausop liet zich daar
door niet weerhouden. Hij stapte het phospho-
riseerende water in en zwom naar het vasteland.
Het was een heel eind en toen hy den oever
bereikte, waren de anderen zeker reeds flink
op weg, de jungle in. Er lagen nog maar een
paar bootjes aan den wal. Ik geloof niet, dat
Ausop er aan dacht, dat de overlevenden van
het Malang-garnizoen die zouden kunnen ge
bruiken, daar zij op het eiland ingesloten waren.
Met het garnizoen hield hij zich niet bezig.
Zijn eenige gedachte was, dat hij naar zijn
meester moest. Het kostte hem niet veel moeite
de sporen te vinden. Bij het aanbreken van den
dag, had hij den troep ingehaald. Hij zag een
paar menscben van zijn eigen ras onder de
aanvallers, waardoor hij zich iets veiliger voehje.
Maar toch had hij nog geluk, dat die achter
hoede, die uit Bajaus bestond, hem niet doodde.
Dit zou zeker gebeurd zijn, wanneer hij geen
gelegenheid had gehad te zeggen, wie hij was.
Dit deed hen van hun voornemen afzien. Men
verwittigde Jeludin, die Ausop, dit moet tot
zijn eer gezegd zijn, toestond, bij Max te komen.
Hoe blij Max ook was, een vriendelijk gezicht
bij zich te zien en iemand, die hem zou kunnen
oppassen, wist hij toch niet direct of hy Jer
ludin zou verzoeken, den jongen te laten gaan
of niet. Hij vond het allesbehalve fair tegen
over den knaap, om hem mee te laten gaan
Max begreep immers heel goed, dat hij er
leelqk in zat. En er scheen heelemaal geen
reden aanwezig te zyn, waarom Ausop daafin
zou moeten deelen. Bovendien had hy by zich
zelf reeds allerlei middelen beraamd, hoe hy
zou kunnen ontsnappen. Het zou misschien
gemakkeiyker zyn alleen te vluchten. En als
Ausop zich eveneens in het fort zou bevinden,
kon hy hem lastig achterlaten. Maar ook wist
hij het mogelijk gezelschap van Ausop te waar
deeren, als hy naar Kilapis of naar de kust
zou trekken. En dan was het ook nog heele
maal niet gezegd, of Jeludin den jongen wel
zou laten gaan, uit vrees, dat hij zou kunnen
bewerken, dat de heele troep in een val gelokt
zou. wordeh.
Max besloot dus, maar niets te zeggen. En
zoo liep de jonge Ausop achter hem aan, nam
de bloedzuigers van de bloote beenen van zijn
meester af, verzorgde hem, wanneer er ge
kampeerd werd, en maakte voedsel voor hem
klaar.
Max schynt zich in komische berusting by
zyn nieuwen toestand te hebben neergelegd.
Natuurlyk schold hy zichzelf voor een ezel
uit, dat hy geen schildwacht bij het gebouw
gezet had. Hy bezwoer dat, als hy eenmaal uit
Jeludin's klauwen geraakt zou zyn, hy geen dag
in Borneo meer zou doorbrengen zonder een
hond. Hy hield zich een heel tydje bezig met
plannen maken over dien hond. Het leidde
zijn geest ook van de meer concrete en onple
zierige feiten af. Het moest een bull-terrier
zyn, dien hij zich van thuis zou laten sturen.
Een hond, die iedereen naar de keel zou vliegen,
die het hart had, om 's nachts te dicht in
de nabyheid van zyn muskietennet te komen.
Alhoewel Max begreep, dat hij ineen be
narde positie geraakt was, liet hy van die
stemming toch niets aan zyn bewakers merken
en ook was hij niet brutaal tegen hen, zooals
Rufus ongetwyfeld zou geweest zyn. De man
nen, die hem moesten bewaken, behandelden
hem nogal goed. Zij verbeeldden zich heel wat,
doch Jelhdin had hun gezegd, dat Max eer
biedig moest behandeld worden.
Na die eerste ontmoeting kreeg Max Jeludin
niet meer te zien voor het avond was geworden.
Laat in den namiddag hadden ze halt gehouden
en Ausop had een ruw leger gemaakt van bla
deren en takken, waar Max in zou kunnen
slapen; een soort hutje. Op den drempel van
dit hutje was Jeludin plotseling verschenen met
een speer in zyn hand. Zijn oogen schitterden
nog steeds van opgewondenheid en onderdrukte
opgetogenheid sprak uit heel zyn verschyning.
Maar hy was te veel h*er om dit erg te doen
biyken en hy sprak openhartig met Max.
„Het spyt my zeer, Toewan," zeide hy, „dat
gy het geweest zyt, dien myn mannen in slaap
gedompeld vonden. Zooals ge op den een of
anderen dag wei eens zult vernemen, had ik
my het verloop der zaken geheel anders voor
gesteld. Wanneer het de Toewan Resident van
Malang geweest was, of hy, dien ze Toewan
Apl noemen, zou dit my meer vreugde hebben
verschaft."s
Max zei, dat zyn oogen zich half dichtknepen
toen hij van Rufus sprak. „Maar wat kan ik
doen?" zoo ging hij verder. „Toewan Allah
heeft U ia. myn handen overgeleverd als een
onderpand. Ik moet zyn gaven aannemen. Denk
niet dat ik U als krygsman niet meer eerbie
digen zal, of dat ik myn gevoelens voor de
Putrah Puteh, uwe zuster, vergeten ben. Doch
de beer mag geen aanmerkingen maken over
den honing, dien hy in den boom vindt."
„De woorden van den Pangeran. bevatten
waarheid," antwoordde Max voorzichtig, „Wan
neer de byen er niet zyn om den honing te
bewaken, zal hy weggenomen worden." Toen
voegde hy eraan toe hij kon niet nalaten
zich toch een beetje te doen gelden, zoo ver
telde hy my „Toch kunnen de byen terug
keeren om den dief te steken."
Jeludin nam het nogal gemoedelyk op.
„De huid van den beer isi bestand tegen hun
angel," antwoordde hy. „Maar het is ook mo
gelijk, dat als de byen den beer rustig door
het woud laten zwerven, de honig teruggebracht
zal worden. Daarom moet hy met voorzichtig
heid behandeld worden."
Voor Max een geschikt antwoord had gevon
den, was Jeludin verdwenen.
Jeludin hield woord. De honing werd zeer
ontzien. Met andere woorden: Max werd met
welwillendheid behandeld. Toen zy ln het fort
aankwamen, kreeg hy een hut aangewezen, ter-
wyi Ausoo hem mocht bedienen en hy door het
fort mocht wandelen, alhoewel de Bajaus des
nachts in de veranda voor zyn hut sliepen.
Wanneer er niemand anders dan Jeludin en
de Bajaus in het fort was geweest, zou Max
het er nog wel om uit te houden gevonden heb
ben, want hy' wist zich nogal goed aan te
passen. Maar de plek krioelde vaft de Dus J
Nu, als de Dusuns1 als overwinnaars
keeren van een overval, moet dit befuifd w
den, en een koppenfeest is, zooals Max kon z
een akelige geschiedenis. Hij zag er genoe?ueel
een monografie over het koppen snellers-ri
te kunnen schrijven. _.us.
Jeludin had nu al de inwoners van de i
madi-dorpen in het fort verzameld, ma f
zoowel als vrouwen. En het gebruik sc g
voor, dat de buit, dien de terugkeerende kul
buitgemaakt hadden, door de oude vrouvve
ontvangst genomen moest worden. z<*>asda„je
zei, misgunde hij dien armen zieltjes hun
heelepiaal niet, want gedurende'den hee
dat de mannen op het oorlogspad ware efl,
den zy allerlei voorschriften in achV \Lamgcn
Zij mochten niet weven, opdat de De 0ch-
der mannen niet onzeker zouden zy*1,d ren der
ten geeri bananen eten, opdat de bee _oUdeh
mannen niet iets van hun stevigneic inlcen,
verliezen; evenmin mochten zy tapa w0rden-
opdat de krygers niet traag zouden een
lederen nacht moesten zy wat ha dat de
steen leggen en een gebed. ultspre^ 'uden z^.n
mannen zoo oorlogszuchtig en .baar a'®
als de neushoornvogel, en zoo °pli recht
het stekelvarken, en opdat hun »'e8® nda vat1
en gemakkelijk zouden zyn als ae
hun huis. utrmentrokk6
En toen de Dusuns het fort ugde o**
met hun trofeeën, was er werkelyk hlbised®
wat de vrouwen, poëtisch, de roo v£,rv0igd
bloemen noemden. 1