Raadgevingen voor vacantiegangers Md m&aai mn dm da§ Tentoonstelling van Protestantsche kunst Gouden regen Vacantie in eigen land „In het Tij" te Rotterdam DINSDAG 24 JUNI 1941 Bosch en heide recreatie- gebieden bij uitnemendheid Doodsangst Een kasteel van Floris V BEURS VAN NEW-YORK "ft Waarom Waarheen Hoe v mm* Rustig genieten Bezoek aan opgravingen te Balgoy taste Stemming Omzet 760.000 shares 12$ Clearingkoersen door OWEN RUTTER De Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer schrijft: De'grenzen gesloten. Vacantie in eigen land. Dat, wat eenige jaren geleden als een goede raad, als een wenschelijkheid werd gepropageerd, is thans door de omstandig heden met één slag werkelijkheid gewor den. En toch, aanstaande vacantieganger, kijk niet te ernstig en wacht een oogenblik met uiting te geven aan uw teleurstelling, want uw vacantie behoeft er werkelijk niet minder aangenaam om te zijn. Integendeel, zij kan er door winnen aan aantrekkelijk heid. Gij waart wellicht gewend de schoonheid ver van uw woonplaats te zoeken, gij bewonderde den dom te Keulen, maar kende niet den sobe red, doch imposanten dom van Utrecht en gij dacht er niet aan de prachtige Sint Jan van Den Bosch eens te bezoeken. Gij roemde de sfeer van Vlaamsche steden, maar vergat de vele steden en stadjes van ons eigen land, die de sfeer van het verleden gevangen hielden tus- schen hun grachtwa'nden en waar de bouw kunst in tal van voorbeelden getuigt van den schoonheidszin, die onzen voorouders eigen was. Gij bezocht en waart verrukt over (vult u zelf maar in) en vergat de schoonheid van het Nederlandsche polderland, van zijn boschen en heide, van zijn duinen en stranden, van zijn meren en plassen. Van dit alles kunt ge nu dit jaar genieten naar hartelust. Neder land met zi.in rijke verscheidenheid van natuur schoon en zijn schatten aan monumenten van geschiedenis en kunst wacht u en wij zijn er zeker van, dat het niet te vergeefs zal wachten. Daarvoor is het een veel te mooi, een te rijk en een aan schoonheid te veel gevarieerd land, daarvoor is het te veel een vacantieland bij uit- ntmendheid. En bovendien zijn er nog andere argumenten, die er voor pleiten om van deze veelzijdige schoonheid te genieten, nl. de overweging, dat gij vacantie noodig hebt. Meer dan ooit hebben wij in dezen tijd, die zijn speciale zorgen en moeilijkheden kent, lichamelijke en geestelijke ontspanning noodig' en die kan men nu een maal het beste opdoen in een andere omgeving dan die, waarin men dagelijks leeft. En verge ten wij voorts niet hoe welkom eenige vacantie thans voor de huisvrouw moet zijn. Dag aan dag kent zij de zorgen en de perikelen, die ds distributie haar bezorgt. Deze vergt heel wat van haar overleg, zij is er heel den dag mee be zig, om te zorgen, dat haar huisgenooten zoo weinig mogelijk van de distributie merken. Weik een aangename rust moet het voor haar zijn, als zij eens voor korten of langen tijd alle bonnen kan afgeven in hotel of pension en voor zich kan laten zorgen. Zoo zijn er vele argu menten om met vacantie te gaan en gelegen heid ervöor is er "in Nederland te over. Waar gaan dan uw belangstelling en liefde naar uit? Naar bosch cn heide? Ons land be zit ze in rijke verscheidenheid. Wie de groot- sche en ruige pracht mint, doet goed zijn schreden naar de Veluwe te richten, waar knoestige breken, grillig gevormde vliegdennen en statige juniperus zich afteekenen tegen de einders. In den laten zomer vormt de diepe gloed der heide er 'n onafzienbaar paarsen de ken en de zandverstuivingen blinken er fel in het zonlicht. In den Achterhoek spreidt het mozaïealand zijn rijk wisselende pracht, die' zich voortzet in Twente, waar de heuvelreeks van Markelo tot Ommen met fraaie bosschen is begroeid, waar het koren altiju golft op de esschen en de zware Saksische hoeven rusten in een krans van groen. Ook Drente biedt den liefhebber van bosschen en heide veel te genie ten. Evenals in het Twentsche land spreekt ook hier heel veel in het landschap van de rijke geschiedenis, die sinds het zeer verre verleden haar merkteeken in den bodem en het land schap schrtef. En vergeet dan ook Friesland niet, dat henalve op vette zeeklei en aanlokke lijke meren kan bogen op een boschbezit, dat ook de belangstelling van vreemdelingen alles zins waard is. Daar iokkén in de omgeving van Appelscha dc zandverstuivingen cn zandduinen en by Oiterterp en Beesterzwaag zijn het de heidelandschappen, die den toerist verpoo'zing bieden. Van het uiterste Noorden naar het Zuiden. Daar is het Limburg, het sprookje der werke lijkheid, dat u wacht met zyn koele dennen- bosschen en fijngetakte zilverberken, waar de stilte slechts wordt verbroken door het ruischen van de boomen of het kabbelen van een beekje. In Brabant glanst het nmpellooze water van aroomerige vennen tusschen de stammen van het naaldhout. Daar ligt het Drunensche duin, waar de stilte tastbaar is, daar slingeren zich bekoorlijke zandwegen dooi een afwisselend landschap. In Utrecht zijn het de Utrechtsche heuvelrug, met een keten van fraaie landgoe deren, en de daaraangrenzende bosschen en heiden, die gereed staan de toeristen te ont vangen. En deze schoone streek vindt haar voortzetting in het Gooi, waar nog de scheper zijn schapen hoedt en waar menig schilder in het boscli of op de heide motieven vond voor doeken, die bijdragen tot den roem van onze schilderkunst. Maakt u daarom gereed om van al dit schoons te genieten, maar laten wij vooraf enkele wen ken mogen geven, die voor u van belang zijn. Het is in de eerste plaats noodig tijdig logies te reserveeren in hotel of pension, opdat de hotel- of pensionhouder vroeg genoeg de noodige voorbereidingen kan treffen voor de maaltijden enz. En vergeet ook uw distributiebonnen niet, nog beter, zend ze vooraf in, want ook op het platteland kan zonder bonnen niet geleverd worden. En vooral: ga niet zwerven,-want dan loopt men het risico overal als onverwachte en daarom thans ais onwelkome gast aan te ko men en men verzwaart ernstig de voedingspro blemen van hotels en restaurants. Vestig u bij voorbaat voor minstens een week in één plaats, om van daaruit dagtochten te maken. Als ge deze zaken voor oogen houdt, kunt ge een prettige vacantie verwachten en mocht ge inlichtingen wenschen over eenig deel van -het land, het V.V.V.-wezen, met meer dan 300 ver- eénigingen over het land verspreid zal u gaarne helpen bij het maken van uw plannen. Dezer dagen heeft het A.N.P. een onderhoud gehad met den heer H. J. Leupen, leider van het Bureau reizen, vreemdelingenverkeer en toe risme van het departement van Volksvoorlich ting en Kunsten, en hem daarbij o.a. de vraag voorgelegd, hoe hij dacht over de aspecten van het vreemdelingenverkeer in Nederland, zooals zich dat dezen zomer, nu geen bezoekers uit het buitenland te verwachten zijn, laat aanzien. De heer Leupen stelde op den voorgrond, dat ongetwijfeld zeer veel mc-nschen de behoefte zullen hebben, er op uit te trekken. Wel zijn natuurlijk aan vacantiereizen in het land thans bezwaren verbonden, in verband met de levens middelenvoorziening bijv. en ook met het oog- op de reisgelegenheden, die minder frequent zijn dan wij dit in ons land gewend waren. Maar toch is het nog zeer goed mogelijk, van vrije dagen naar hartelust te genieten. En wat een gelukkig verschijnsel zal blijken te zijn,' aldus de heer Leupen, is, dat de Nederlander nu wel gedwongen wordt zijn eigen land, dat zoo veel schoons biedt, op oen rustige manier goed te leeren kennen. Het typische volkseigen, de markante Nederlandsche stadjes en dorpen, de schoonheid van vele bijna vergeten oorden zul len thans, hoop ik, Nederlands gemeengoed wor den: De inwoners van de groote steden zullen meer dan voorheen kennis maken met de treffende schoonheid van onze oude stadjes aan het IJselmeer, met de pittoreske dorpjes op de Veluwe, met het schilderachtige heu velland van Zuid-Limburg, met de schoon heid van het Brabantsche land en met zoo veel, dat herinnert aan ons grootsch histo risch verleden en dat helaas voor zoovelen tot nu toe een gesloten boek met zeven ze gels is gebleven, omdat zij toch altijd een Matterhorn, de Italiaansche meren of het Schwarzwald veel en veel mooier vonden dan ons eigen land en omdat men altijd liever vertelde, dat men ver weg was geweest, dan dat men later moest verhalen over de be zonken schoonheid van een verborgen dorp je in ons eigen vaderland. Ik wii daar natuurlijk niet mee zeggen, dat het niet zeer goed en zeer nuttig is, het bui tenland te bezoeken, wanneer dat> mogelijk is, maar ik breng deze zijde van het toerisme slechts naar voren om te laten zien, hoeveel schoons ons eigen vaderland biedt, aldus de heer Leupen. Daaraan is nog een voordeel verbonden: de Nederlander leert agrarisch Nederland ken- nen; hij zal begrip krijgen voor het leven en het werken van den boer en omgekeerd zal de boer de Nederlandsche steden bezoeken en den stadsbewoner in zijn jachtigen strijd om het bestaan beter leeren begrijpen. De jeugd gaat reeds thans naar het platteland, maar aldus de heer Leupen laten ook de ouderen ons Nederlandsche „boerenland" eens beter leeren kennen. Het is van zoo onzegbaar veel belang, dat. ons volk in al zijn geledingen elkaar leert begrijpen, waardeeren en verstaan. Wat het reizen zelf betreft, zou ik den raad willen geven: Geen getrek op on gelimiteerde wijze. Dat zou maar narig heid geven met bonnen, enz. en boven dien zijn schoenen en fietsbanden tegen woordig kostbare artikelen, die ontzien moeten worden. Laat men eens leeren rustig te genieten, zoodat de vaoantfe een echte rustperiode is, waarin men werkelijk nieuwe Indrukken opdoet, die van waarde zijn wanneer het leven en het werk weer roepen en laat het niet zoo zijn, dat men terugkomt met een serie ongefixeerde beelden, die in korten tijd verbleeken, om dan te verdwijnen in het niet. Wat het kampeeren betreft, verzekerde de heer Leupen, dat in de toekomst het kam peeren overheidszorg zal worden. De kam- .peerders zijn voor het vreemdelingenverkeer, d.w.z. voor den financieelen kant van het vreemdelingenverkeer, geen „groote klanten", maar zij bezitten in de meeste gevallen een eerlijke liefde voor ons land. Zij houden van natuurschoon en weten met weinig geld veel te genieten. Ook het verfraaien van het landschap in het algemeen, d.w.z. het bebouwde en be woonde gedeelte, zal tot overheidszorg wor den gemaakt. Daarin zal ook het bureau voor het nationale plan een belangrijke rol spelen. Zooals ik zei, aldus besloot de heer Leupen, willen wij, als de tijd weer normaal is, het bezoek aan het buitenland zeer zeker niet tegengaan, maar moge dan de Nederlander in het buitenland ook getuigen van zijn liefde voor eigen land, waarvan hij de schoonheid in in het binnenland doorgebrachte vacantie heeft leeren kennen. Dit immers was niet steeds het geval. Jean Leanchy is wisselwachter bij post 43, gehuwd en vadér van een jongen, die ondanks zijn twee jaren zijn naam Pierre uitstekend kan zeggen en flink kan tippelen. Voorts is hij, Jean, een eenvoudige bescheiden mensch, die veel van zijn vrouw en minstens evenveel van zijn jongen houdt en steeds punctueel zijn werk doet. Dieven en moordenaars zouden in hem, zoo hij in de magistratuur zou zijn gegaan, geen aartsvijand hebben kunnen zien, omdat hij in allés en allen steeds een goeden kant wist te ontdekken. Maar „spoorweg-piraten" haat hij erger dan hij onder woorden kan bren gen. Jaren geleden is hij getuige geweest van een spoorwegramp, door kwaadwilligen veroor zaakt. En nu nog kan de afschuwelijke herin nering aan die verwrongen staal- en houtmassa met daarondei het gekerm de* gewonden en het aan- en afdragen van brancards met dooden heir, razend maken De straf, welkf d"e kerels is opgelegd, twintig jaar tuchthuis, vindt hij nog veel te licht. Jean Leanchy zit voor zijn dienstwoning en rookt zijn sigaartje. Het hoofdspoor is vrij, even als de rijbaan. Zijn vrouw is naar het dorp boodschappen doen,, zou nog wel enkele uren wegblijven, overal „wachten". Jean kent dat en ondertusschen is hij mede met het toezicht op Pierre belast. Daar klinken tien slagen. Jean schrikt. Meteen zet hij Pierre op den grond en loopt naar het seinhuisje. Om 10.01 komt de personentrein, die op het zijspoor moet wachten, totdat de sneltrein van 10.05 voorbij is.' Hijgend van het harde loopen, komt hij aan en bedaart eerst, als hij den wissel vast heeft. Onderzoekend gaat zijn oog over de rails. Alles is veilig. Maar plotseling wordt Jean lijkbleek en dreigt door z'n knieën te zakken. Daar.... daar ziet hij Pierre tegen den spoordijk opklau teren.... En gaat natuurlijk „spoortje spelen" op de rails! Zijn volgende gedachte is: Red je kind! Hij kijkt op de klok: 10 uur 30 is het. Als hij naar Pierre loopt, zoo hard hij kan, dan heeft hij dertig seconden noodig. Zal het nog gaan? Weer raadpleegt hij het uurwerk. Tien uur vijf en dertig seconden. Neen, het gaat niet meer. De eenigste mo- 'gelijkheid is de personentrein op het hoofdspoor te laten rijden, dan zal hij zijn kind, dat op de rails van het zijspoor speelt, van een wissen dood kunnen redden. Jean trekt den wissel om. Weer kijkt hij op de klok. Tien uur en veertig seconden. Over twintig seconden zal de trein er zijn. Dan komt plotseling de herinnering aan dat ongeluk van toen weer boven. In elkaar geschoven wagens. jammerkretengewondendooden De klok wijst tien uur vijl' en veertig secon den. Jean buigt zich uit het raam. Hij roept, schreeuwt, zwaait met z'n armen. Pierre ziet hem niet, is verdiept in zijn spel. En de vader weet wat hij speelt. „Spoortje!" Met een leeg lucifersdoosje, dat hij over de rail schuift en dan telkens -,,schsch" roept. Nog tien seconden, danDan!!Jean voelt zijn hart bonzen, zijn slapen kloppen, ge spannen staan de aderen op z'n voorhoofd. .Zijn lippen zijn droogz'n handen beven.... Redding!Redding? Een schietgebedjede klok wijst tien uur en vijftig seconden. Over tien seconden komt de trein, zal over het hoofd spoor voortdaveren| men zal de vergissing be merken, afremmen, vier minuten later dreunt de sneltrein voorbij, 120 K.M.-vaart.Dooden... het zoemt, hamert in z'n ooren en het schemert hem voor de oogen. Pierre!! Tien uur en negen en-vijftig seconden. Dan rukt Jean den handel terug, sluit de oogen, murmelt een gebed, dat het zieltje van zijn lie veling tot aan de hemelpoort vergezellen zal. Jean veegt het klamme angstzweet weg, dat op z'n gezicht parelt en kijkt naar de klok. Tien uur, een minuut en veertig seconden?! Is de trein al voorbij. Maar daar speelt zijn kind nog! Juist staat Pierre op, draait zich om, zet voor zichtig eerst het eene, dan het andere voetje over de rails!Jean gilt als een razende.... PierrePierre Het ventje kijkt op 'noch om. Voorzichtigjes- aan gaat hij naar den kant van den dijk, dan gaat hij zitten en laat zich voorzichtig omlaag glijden. Jean herademt, weet eigenlijk zelf nog niet, hoe hij het heeft. Daar ratelt de telefoon. „Hallo, met post 43." „Onmiddellijk voorbij post 42 is de spoorlijn opgebroken. Tijdig ontdekt door een lijnwerker, zoodat een ongeluk voorkomen is kunnen wor den. Schade zal spoedig hersteld kunnen zijn. De treinen zullen nog gemeld worden. Daders zijn gegrepen. Gelieve verdachte personen ech ter onmiddellijk te arresteeren!" Jean hangt den hoorn op, laat zich in een stoel vallen, die kraakt onder zijn gewicht. Dan fluis tert hij: „Het is toch maar goed, dat er ook nog spoorweg-piraten zijn!" (Nadruk verboden). (Van onzen correspondent) „In het Tij'" is ontleend aan een uitspraak van wijlen prof. R. N. Roland Holst, in 1938 gedaan op een vergadering van den Bond van Nederlandsche Architecten te Amster dam. „De vloedgolf van leed, die na den grooten oorlog over de wereld geslagen is, die nog steeds wast en onze levensvastheid bedreigt, zal, dit kan niet anders, de kunst weer doen terugvloeien naar haar diepe, so ciale en religieuze beddingen." „In het Tij" is de naam van een tentoon stelling van Protestantsche, religieuze kunst in de kunstzalen Unger te Rotterdam. De expositie werd georganiseerd met 'medewer king van het Instituut van kerkelijke en re ligieuze kunst te Utrecht. De verzameling kunstwerken is van de hand van bij uitstk Rotterdamsche kunste naars, derhalve niet bijzonder geschikt om ons een indruk te geven van hetgeen er in Protestantsche kringen aan beeldende kun sten gewrocht wordt. Er zou stellig heel wat meer en in menig geval ook iets beters ge toond kunnen worden. Maar het Rotterdam sche initiatief moet toch bijzonder gewaar deerd worden. Het is thans voor de Maasstad een tijd van bezinning en zelfbespiegeling. En eerlang zal' men de vruchten daarvan moeten zien gedijen. Er zuller. nieuwe kerken, ge bouwd worden, nieuwe evangelisatielokalen, een kunstwerk als het stel gebrandschilderde ramen, door Marius Richters indertijd voor de Zuiderkerk vervaardigd en waarvan de teekeningen bewaard zijn gebleven, het zai wellicht wederom ten uitvoer worden ge bracht. Het is niet toevallig, dat met een activiteit op dit gebied een actie voor Protestantsche kerkmuziek parallel loopt. De afdeeling Rot terdam voor Protestantsche kerkmuziek maakt op grootscheepsche wijze propaganda, in het bijzonder practische propaganda, door het opluisteren van kerkdiensten en het ge ven van concerten. Het kerkelijk leven vertoont op elk gebied een bijzondere spanning en een tentoonstel ling als „In het Tij" doet onwillekeurig den wensch opkomen, dat ook van Katholieke zijde alles in het werk zal worden gesteid, om zich hier te doen gelden. Laten we ten aanzien van de huidige expositie direct voor op stellen, dat ze duidelijk toont, hoezeer de Katholieke kunstenaars hun Protestantsctoen broeders in elk opzicht vooruit zijn. De vraag blijft Intusschen gewettigd, of hun innerlijke gesteldheid van een even groote gespannen heid' is. Want dit is, wat het meest in de tentoongestelde werken opvalt, de geestdrift, de werkdrang, waarmede gearbeid wordt. Er valt overigens het een en ander te zien, dat niet direct tot bewondering stemt. Er is een bepaald soort dilettantisme, dat zichte vergeefs dooir gerespecteerde namen dekken laat. De werkdrang, de behoefte zich te uiten, is soms grooter dan de bezieling en het tech nische kunnen. Overigens, wat dit technische kunnen be treft, staat men even verbijsterd voor een Kersttriptiek als die. van Jo Boer, een pen- teekening van reusachtige afmfetingen, waar door een heele wand bedekt wordt. Deze kunstenaresse moet wel over een eindeloos geduld beschikken. Menigmaal kwam ze tot een fraai, teeder detail, vooral in de kinder kopjes en ook wel in de arabeskenversierin gen. Treffend zijn de rust der compositie en de sterke beheersching van deze waarlijk overbluffende veelheid. Er zijn religieuze voorstellingen van den portretschilder Herman Mees, Bijbelsche ta- freel en waarvan een enkele inzake de tech niek levendig doet denken aan de kunst der Pompejaansche muurschi'ders. Er zijn voorts religieuze voorstellingen van min of meer bekende figuren, waarvan men nauwelijks vermoeden kan, dat ze zich met dergelijk werk onledig hielden. Waarschijnlijk is het ontbreken van mogelijkheden tot dus ver oorzaak geweest van een zekere beper king, waardoor evenwel ook het resultaat be~ invloed is geworden. Van Marius Richters zijn er teekeningen en etsen. Van een bijna fanatieken zwoeger als W. van Dort Sr. gedurfde opzetten, die intusschen niet bijzonder bevredigen, daar tegenover toch weldadig aandoen 'tegenover enkele zoetsappige voorstellingen, welke men gaarne zou hebben gemist. Jan Th. Giesen stelde de 26 houtgravures ten toon, welke hij maakte voor de pracht uitgave „Uit de Heylighe Evangelie". Hans Richters, de zoon van Marius en wijlen S. Miedema zijn met eenige ontroerende beeld houwwerken vertegenwoordigd. Een Interessante afdeeling wordt gevormd door fraaie, groote foto's van de Groote oï' Sint Laurenskerk en van de Luthersche kerk. Van de laatste Is nog als bijzonderheid aan wezig een gedenkpenning, geslagen uit het ge redde koper van de indertijd zoo vermaards dakbekleeding. Wanneer men deze afdeeling vol piëteit bekijkt, geeft men zich er rekenschap van, wat de Katholieken zouden kunnen laten zien, alleen al ten aanzien van hetgeen ze verloren in een Sint Rosalia en in een Sint Laurentius, de dekenale kerk. Hopelijk wordt hier binnenkort een hoog noodig initiatief ontplooid. In Balgoy (gemeente Overasselt) zijn onder leiding van het Rijksbureau voor de Monu mentenzorg opgravingen geschied. Bij het weg graven van een heuvel en het dempen van een gracht op het z.g. „Kasteel" van den heer Span werd een zwaar muurwerk voor den dag gebracht, dat van een oud kasteel afkomstig moet zijn. Dobr de activiteit van den heer F. Bloemen te Wijchen, correspondent van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, weid de aandacht van deskundigen op deze vondst gevestigd. Men meent hier te doen te hébben met een kasteel van Floris V, althans uit diens tijd. Het Rijksbureau voor de Monumentenzorg achtte een en ander belangrijk genoeg om tot wetenschappelijk onderzoek over te gaan. De Rijksinspectie van de Werkverruiming in Gel derland zegde hadr medewerking toe en zoo was het Vraagstuk der financieering spoedig opgelost. Monumentenzorg belastte den ambtenaar van haar jongste afdeeling voor Middeleeuw- sche archeologie met de leiding en na minu- tieuzen arbeid werd de fundeering van het oude kasteel blootgelegd. ZOo langzamerhand waren de opgravingen in een dergelijk stadium gekomen, dat belangstel lenden iets getoond kon worden. Een dezer dagen verzamelde zich daarom een groot ge zelschap op het terrein van het kasteel, waar onder de heer ir. A. S. Tuinman, rijksinspecteur van de werkverruiming in Gelderland, den vertegenwoordiger van den Commissaris der Provincie Gelderland, Burgemeesters en an dere functionarissen van verscheidene omliggen de gemeenten en de correspondent van het Rijksmuseum voor Oudheden, de heer F. Bloe men uit Wijchen. Jhr. dr. J. van Nispen tot Sevenaer, directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg, hield een korte inleiding. De leider der opgravingen, de heer J. G. M. Renaud, maakte aan de hand van een teekening den groei van het kasteelcomplex duidelijk. Het kasteel bestaat uit twee gedeelten, het hoofdkasteel en den voorburcht. Het hoofdkasteel is een rechthoekig gebouw met muren van meer dan twee meter dik. Door twee dunne muren werd de ruimte over drie vertrekken verdeeld. Een half in den muur gemetselde pomp ver zorgde de watervoorziening. Aan een der korte zijden kon de afvoerkoker voor allerlei huis vuil teruggevonden worden. Een brug verbond^ hoofdgebouw met voorburcht. De binnenmuren zijn vrijwel verdwenen, maar de fundeering van de brug heeft men teruggevonden. Het kasteel kende in zijn bestaan natuurlijk veranderingen en uitbreidingen. De uitbreiding van een latere periode kenmerkte zich over het algemeen door het gebruik van kleinere steen, terwijl hier te Balgoy voor de fundeering van die latere bouw sels mergelblokken werden gebruikt. Door deze bijkomstigheid, aldus de heer Renaud, werd de bouwgeschiedenis van het kasteel van Balgoy naar verhouding vrij duidelijk. NEW YORK, 23 Juni. De New Yorksche Ef fectenbeurs opende vandaag vaster en met - vendigen handel. Een groot aantal fondsen haalde reeds dadelijk koerswinsten van om streeks twee punten, waarbij staalwaarden, au - mobielfondsen, luchtvaartaandeelen en metaa waarden de leiding hadden. j in Doch ook de overige afdeelingen werden de opwaartsche koersbeweging meegenomen, enkele gevallen, zooals bij Youngstown, Be heoi Steel en Douglas Aircraft, bedroeg koerswinst zelfs twee tot drie punten. Bij andere fondsen, die verhandeld werden, kwa nog een groot aantal koerswinsten van ee punt voor. Daar de vraag later afnam, on stond een reactie, die koersverliezen van on - streeks een punt veroorzaakte. Dit was vooi een gevolg van realisatie. tcPds Toch konden deze aanvankelijk de nog ®t€ vaste houding niet noemenswaard verandert daar er bovendien nog dekkingsaankoopen baissiers geschiedden. Tijdens het laatste beu: s uur bleef de handel vrij kalm. De hoogste k°e sen van den dag konden echter niet geheel e al behouden blijven. Desondanks sloot de mar nog in vaste houding. Vandaag werden 755 fondsen verhande daarvan zijn er 490 in koers gebftgen, 109i ge daald. De noteeringen der 156 overige biev onveranderd. NEW-XORK Air Reduction Allied Chem. American. Can American Radiator Amei Rolling Am. Smelting Am. Sugar Refining Amer Tel Tel Am. Tobacco B Am Waierwofks Anac. Copper Atchis Topeka Baldwin Locomotive Baltim. Ohio Bethlehem St Canada Pacif Com Investm J. I. Case Ches Ohio Chicago Rock l6l. Chrysler Corp Cons Edison Delaw Huds Detroit Edison C. Dupont d'Nem Eastman Kod Gener Electric Gen Foods Crp Gen Motors Goodyear Tyr Hudson Motor int. Harvester intern. Nickel international Paper Int. Tel. a Tel. Kenn. Copper Mack Trucks Incorp. Montgomery National Biscuit Co N. Y. Central Norfolk Western Nord Amer. n.a. Northern Pacific Packard Pennsylvania Proctor Chamble P Serv of N.J Pullman Incorporat. Pure Oil Company Radio Corp. Reading Company Republic Steel Reyn Tobac. B. Sears Roebuck Shell Union Oil Socony-Vae Southern Pacific Southern Railway Standard Brands St. Oil N.-Jeri Texas Gulf Sulphur Tw. Fox Film Union Carbon Union Pacific Unit. Aircraft United Corpor. United Fruit Cnrr- Un. States Ind. Ale Un. St. Rubber Un. St Steel Un. St. Steel pr. Western Union Westing house Woolworth laten, T ex-dlv„ ex-recht. Slotk. 23/6 42 152 85 6% 1414 4214 16% 15614 69 i/s, 4% 27% 29 15% 72)4 3% 29% 61 36% ■58% 18% 10% 22% 154, 133% 32% 36% 38% 17% 2% 50% 26% 14% 2% 37% 28% 36% 16% 12% 195 12% 6% 2% 23% 57 21% 27% 9% 4% 14% 19% 31% 72% 14 9 11% 12% 5% 40 35% 5% 71% 80 39% A 65% 24% 22 57% 119% 24% 94% 29 Slotk. 21/6 41% 150 83% 6% 13% 42 16% 155% 68 4% 26% 28% 14% 73 3% 28% 60% 35% 58 18% 10 22% 151V* 133% 31% 3'6 38% 17% 3 50 26% 14% 2% 36% 28% 35 16% 11% 193% 12% 6% 2% 23 57 21 26% 9 3% 14% 18% 31% 71%, 14 8% 11% 12% 5% 39% 35% 6% 70% 80%. 39% A 95% 24 21% 55% 119 24% 94% 26% ex Slotk 20/6 41% 149% 84 6% 13% .42 16% 155% 68 4% 26% 28'% 14 3% 72% 3% 28% 60 35 58% 18% 22% 151% 133 31% 36% .58% *'17% 3 50% 25% 14% 2% 36% 28 35% 16%' 193% 12% 6% 2% 23% 56% 21% 26% 9% 3% 14% 18% 31% 71% 14 8% 11% 12 5% 38% 35% 5% 70% 80 3% A 65 24 21% 55% 119% 23% 94% 28% -coup. Slotk. 19/6 42% 153 85 6% 14 42% 16% 156 68 4% 27% 28% 15 73% 3% 28% 61% 36% 69 18% 10% 22% 152% 136% 31% 26 14% 2% 37% 28% 85% 16% 12 193 6% 2% 23% 66 f 21% 27 9% 4 14% 19 31% 70% 13% 8% 11% 12% 5% 39% 71% 80% 39% 65% 24% 21% 66 .11? 24% s 87 28% /Died* WISSELKOERSEN NEW YORK. 23/6 21/6 A'dam c. Londen Parhs BerUm Brussel Rome Madrid Zwitecrl Zw. vrU 4.03% 4.03% 2.31 2.31 40.05 40.05 5.26% 5.26% 9.25 9.26 23.21 23.21 23.24 23.24 Weenen Stockh Montreal Mntr.Lnd B. Aires P B.Aires t> Yorkc. Shanghai 23/6 21/8 4.75% 4.75% 23.86 23.88 88.37% 88.31 4.56% 4.6" 29.78 29.78 23.70 23.70 23.45-8 23.46-8 3.56 's-GRAVENHAGE, 23 Juni. Koersen voor stortingen op 24 Juni tegen verplichting611 luidende in: Belga's 30.1432. Zwitsersche francs 43.56. Fransche francs 3.768. Lires 9.87. Deensche kronen 36.37. Noorsche kronen 42.83. Zweedsche kronen 44.85. Tsjechische kronen (oude schulden) 6.42. Dinar (oude schulden) 3.43. Dinar (nieuwe schulden; 4.23. Turksche ponden 1.45% Lewa 2.30 Pengö (oude schulden) 36.519. Fengö (nieuwe schulden) 45.89. Zloty (oude schulden) 35.00. Zloty (nieuwe schulden) 37.68. Lei 1.28. 39 (Nadruk verboden) Zijn eerste gedachte was, de wacht te waar schuwen. Maar voor hij alarm kon maken, was het geweld van den overval reeds begonnen. Wederom erg geschrokken, verborg hij zich in een paar boschjes en zag zoo, hoe Malang platgebrand werd. Hij zag de aanvallers naar hun booten terugkeeren en wegvaren. Én toen kwam die aandrang in hem op, dien ik nooit goed heb kunnen begrijpen. Het was iets ais liet instinct van een hond om zijn meester te volgen het instinct dat hem uit een raam kan doen springen of een muur overklimmen, alleen om zijn meester niet in den steek te laten, zooals Ausop het zelf later zeide „Waar Toe wan ging, daar ging ik ook." Dat mag nu wel heel natuurlijk en niet buitengewoon klin ken, maar alhoewel Maleiers over het algemeen goede bedienden zijn, dienen zij iemand toch altijd slechts, zoolang zij er lust toe hebben Met Ausop wat dit anders. Er was toch heele- maal geen sprake van, dat hij lust kon hebben in wat hij dien nacht voor zijn meester deed. Hij voelde, dat hij Max moést volgen. Daarom trachtte hij een bootje te vinden. Er was er geen. Zelfs geen boomkano hadden de aanval lers achtergelaten. Maar Ausop liet zich daar door niet weerhouden. Hij stapte het phospho- riseerende water in en zwom naar het vasteland. Het was een heel eind en toen hy den oever bereikte, waren de anderen zeker reeds flink op weg, de jungle in. Er lagen nog maar een paar bootjes aan den wal. Ik geloof niet, dat Ausop er aan dacht, dat de overlevenden van het Malang-garnizoen die zouden kunnen ge bruiken, daar zij op het eiland ingesloten waren. Met het garnizoen hield hij zich niet bezig. Zijn eenige gedachte was, dat hij naar zijn meester moest. Het kostte hem niet veel moeite de sporen te vinden. Bij het aanbreken van den dag, had hij den troep ingehaald. Hij zag een paar menscben van zijn eigen ras onder de aanvallers, waardoor hij zich iets veiliger voehje. Maar toch had hij nog geluk, dat die achter hoede, die uit Bajaus bestond, hem niet doodde. Dit zou zeker gebeurd zijn, wanneer hij geen gelegenheid had gehad te zeggen, wie hij was. Dit deed hen van hun voornemen afzien. Men verwittigde Jeludin, die Ausop, dit moet tot zijn eer gezegd zijn, toestond, bij Max te komen. Hoe blij Max ook was, een vriendelijk gezicht bij zich te zien en iemand, die hem zou kunnen oppassen, wist hij toch niet direct of hy Jer ludin zou verzoeken, den jongen te laten gaan of niet. Hij vond het allesbehalve fair tegen over den knaap, om hem mee te laten gaan Max begreep immers heel goed, dat hij er leelqk in zat. En er scheen heelemaal geen reden aanwezig te zyn, waarom Ausop daafin zou moeten deelen. Bovendien had hy by zich zelf reeds allerlei middelen beraamd, hoe hy zou kunnen ontsnappen. Het zou misschien gemakkeiyker zyn alleen te vluchten. En als Ausop zich eveneens in het fort zou bevinden, kon hy hem lastig achterlaten. Maar ook wist hij het mogelijk gezelschap van Ausop te waar deeren, als hy naar Kilapis of naar de kust zou trekken. En dan was het ook nog heele maal niet gezegd, of Jeludin den jongen wel zou laten gaan, uit vrees, dat hij zou kunnen bewerken, dat de heele troep in een val gelokt zou. wordeh. Max besloot dus, maar niets te zeggen. En zoo liep de jonge Ausop achter hem aan, nam de bloedzuigers van de bloote beenen van zijn meester af, verzorgde hem, wanneer er ge kampeerd werd, en maakte voedsel voor hem klaar. Max schynt zich in komische berusting by zyn nieuwen toestand te hebben neergelegd. Natuurlyk schold hy zichzelf voor een ezel uit, dat hy geen schildwacht bij het gebouw gezet had. Hy bezwoer dat, als hy eenmaal uit Jeludin's klauwen geraakt zou zyn, hy geen dag in Borneo meer zou doorbrengen zonder een hond. Hy hield zich een heel tydje bezig met plannen maken over dien hond. Het leidde zijn geest ook van de meer concrete en onple zierige feiten af. Het moest een bull-terrier zyn, dien hij zich van thuis zou laten sturen. Een hond, die iedereen naar de keel zou vliegen, die het hart had, om 's nachts te dicht in de nabyheid van zyn muskietennet te komen. Alhoewel Max begreep, dat hij ineen be narde positie geraakt was, liet hy van die stemming toch niets aan zyn bewakers merken en ook was hij niet brutaal tegen hen, zooals Rufus ongetwyfeld zou geweest zyn. De man nen, die hem moesten bewaken, behandelden hem nogal goed. Zij verbeeldden zich heel wat, doch Jelhdin had hun gezegd, dat Max eer biedig moest behandeld worden. Na die eerste ontmoeting kreeg Max Jeludin niet meer te zien voor het avond was geworden. Laat in den namiddag hadden ze halt gehouden en Ausop had een ruw leger gemaakt van bla deren en takken, waar Max in zou kunnen slapen; een soort hutje. Op den drempel van dit hutje was Jeludin plotseling verschenen met een speer in zyn hand. Zijn oogen schitterden nog steeds van opgewondenheid en onderdrukte opgetogenheid sprak uit heel zyn verschyning. Maar hy was te veel h*er om dit erg te doen biyken en hy sprak openhartig met Max. „Het spyt my zeer, Toewan," zeide hy, „dat gy het geweest zyt, dien myn mannen in slaap gedompeld vonden. Zooals ge op den een of anderen dag wei eens zult vernemen, had ik my het verloop der zaken geheel anders voor gesteld. Wanneer het de Toewan Resident van Malang geweest was, of hy, dien ze Toewan Apl noemen, zou dit my meer vreugde hebben verschaft."s Max zei, dat zyn oogen zich half dichtknepen toen hij van Rufus sprak. „Maar wat kan ik doen?" zoo ging hij verder. „Toewan Allah heeft U ia. myn handen overgeleverd als een onderpand. Ik moet zyn gaven aannemen. Denk niet dat ik U als krygsman niet meer eerbie digen zal, of dat ik myn gevoelens voor de Putrah Puteh, uwe zuster, vergeten ben. Doch de beer mag geen aanmerkingen maken over den honing, dien hy in den boom vindt." „De woorden van den Pangeran. bevatten waarheid," antwoordde Max voorzichtig, „Wan neer de byen er niet zyn om den honing te bewaken, zal hy weggenomen worden." Toen voegde hy eraan toe hij kon niet nalaten zich toch een beetje te doen gelden, zoo ver telde hy my „Toch kunnen de byen terug keeren om den dief te steken." Jeludin nam het nogal gemoedelyk op. „De huid van den beer isi bestand tegen hun angel," antwoordde hy. „Maar het is ook mo gelijk, dat als de byen den beer rustig door het woud laten zwerven, de honig teruggebracht zal worden. Daarom moet hy met voorzichtig heid behandeld worden." Voor Max een geschikt antwoord had gevon den, was Jeludin verdwenen. Jeludin hield woord. De honing werd zeer ontzien. Met andere woorden: Max werd met welwillendheid behandeld. Toen zy ln het fort aankwamen, kreeg hy een hut aangewezen, ter- wyi Ausoo hem mocht bedienen en hy door het fort mocht wandelen, alhoewel de Bajaus des nachts in de veranda voor zyn hut sliepen. Wanneer er niemand anders dan Jeludin en de Bajaus in het fort was geweest, zou Max het er nog wel om uit te houden gevonden heb ben, want hy' wist zich nogal goed aan te passen. Maar de plek krioelde vaft de Dus J Nu, als de Dusuns1 als overwinnaars keeren van een overval, moet dit befuifd w den, en een koppenfeest is, zooals Max kon z een akelige geschiedenis. Hij zag er genoe?ueel een monografie over het koppen snellers-ri te kunnen schrijven. _.us. Jeludin had nu al de inwoners van de i madi-dorpen in het fort verzameld, ma f zoowel als vrouwen. En het gebruik sc g voor, dat de buit, dien de terugkeerende kul buitgemaakt hadden, door de oude vrouvve ontvangst genomen moest worden. z<*>asda„je zei, misgunde hij dien armen zieltjes hun heelepiaal niet, want gedurende'den hee dat de mannen op het oorlogspad ware efl, den zy allerlei voorschriften in achV \Lamgcn Zij mochten niet weven, opdat de De 0ch- der mannen niet onzeker zouden zy*1,d ren der ten geeri bananen eten, opdat de bee _oUdeh mannen niet iets van hun stevigneic inlcen, verliezen; evenmin mochten zy tapa w0rden- opdat de krygers niet traag zouden een lederen nacht moesten zy wat ha dat de steen leggen en een gebed. ultspre^ 'uden z^.n mannen zoo oorlogszuchtig en .baar a'® als de neushoornvogel, en zoo °pli recht het stekelvarken, en opdat hun »'e8® nda vat1 en gemakkelijk zouden zyn als ae hun huis. utrmentrokk6 En toen de Dusuns het fort ugde o** met hun trofeeën, was er werkelyk hlbised® wat de vrouwen, poëtisch, de roo v£,rv0igd bloemen noemden. 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 2