Sovjet-weermacht stond klaar voor
aanval op Midden-Europa
TidvenAaal den da§
Gouden regen
Besluit op de Dividend
belasting
ZATERDAG 28 JUNI 1941
Duitsche troepen hebben reeds groote beslissingen behaald;
publicatie daarvan aanstaande
Britsche scheepsverliezen
BEURS VAN NEW YORK
DU IT SC H WEERM A CHTSBERICHT
De militaire toestand
in het Oosten
Sovjet-luchtaanvallen verijdeld
Belasting 15 pet. van de
bruto-opbrengst
Vijf stempels
Koolzaadverbouw tegen
vet-tekort
door I OWEN RUTTER
Clearingkoersen
Arbeidsvoorwaarden hotelbedrijf
HOOFDKWARTIER VAN DEN FUHRER, 27
Juni (D.N.B.) Het opperbevel van de weer
macht maakt bekend:
De eerste vijf dagen der operaties hebben
bewezen, dat de Sovjet-weermacht voor den
aanval op Midden-Europa gereed was. Ook in
die naar het Westen vooruitspringende
grens bochten om Lemberg en om Bialystok,
die reeds bij voorbaat blootstonden aan een
Duitsche omsingeling en daarom ongeschikt
waren voor het doel eener zuivere verdedi
ging, ontmoetten onze afdeelingen een con
centratie van offensieve Russische aanvals-
troepen.
Daardoor kwam het reeds bij de eerste slagen
aan de grens tot een treffen met hst Sovjet-
'eger en het luchtwapen. Onze aan alle fronten
-pfrevierende troepen hebben groote beslissingen
behaald. De bekendmaking hiervan is aanstaan
de
De oorlogsmarine er, het luchtwapen zetten
oen strijd tegen de Britsche koopvaardij met
succes voort. Een duikboot, onder commando
van kapitein-luitenant Metzier, bracht ten Wes-
üen van te zamen 31.500 b.r.t.'tot zinken,
ten van Afrika vijf vijandelijke koopvaardijsche-
Gevechtsvliegtuigen vernietigden in den afge-
'oopen nacht voor de Britsche Oostkust drie
vrachtschepen van te zamen 18.000 b.r.t.
Andere luchtaanvallen waren gericht op ha
veninstallaties aan de Theems-monding en op
een vliegveld in Zuid-Engeland. Het leggen van
mijnen in Britsche havens werd voortgezet.
Een batterij vèrdragend geschut van de oor
logsmarine beschoot vijandelijke schepen in het
Kanaal.
In Noord-Afrika vielen Duitsche gevechts
vliegtuigen op 25 Juni met succes Britsche troe
penconcentraties in bet gebied van Sidi-el-Bar-
rani en stellingen van luchtafweergeschut bü
Tobroek aan.
Aanvalspogingen van Britsche gevechts- en
jachtvliegtuigen aan de Karaalkust werden ook
gisteren met aanzienlijke verliezen voor den
vijand afgeslagen.
In luchtgevechten en door afweergeschut wer
den negen, door marine-artillerie twee Britsche
vliegtuigen neergeschoten.
Een duikbootjager der oorlogsmarine werd in
Het Kanaal door twee Britsche gevechtsvlieg
tuigen aangevallen en schoot beide omlaag.
De vijand wierp in den afgeloopen nacht op
verschillende plaatsen van West- en Noord-
West-Duitschland een gering aantal brisant- en
brandbommen. De burgerbevolking leed geringe
verliezen. Op verschillende plaatsen werden
woonhuizen vernield of beschadigd.
Nachtjagers en afweergeschut schoten twee
der aanvallende vliegtuigen neer.
Kapitein Ihlefeld, commandant van een groep
nachtvliegers, behaalde op 26 Juni zijn 39ste en
40ste overwinning in de lucht.
Ten aanzien van den militairen toestand in
het Oosten zijn. naar van welingelichte mili
taire zijde wordt medegedeeld, drie punten bij
zonder opmerkelijk:
1. De op 22 Juni begonnen slagen aan de
grens zijn systematisch tot ontwikkeling geko
men. Voor de verdere ontwikkeling van den
toestand beslissende successen zijn te verwach
ten.
2. Het feit, dat om de beide steden Lem
berg en Bialystock twee groote veldslagen zijn
ontbrand, geeft aanleiding tot zeer bepaalde
conclusies. Wanneer de Sovjets namelijk, zooals
zij beweren, geen aanvalsbedoelingen hadden
gehad, maar alleen troepen ter verdediging aan
hun Westelijke grenzen hadden geconcentreerd,
zou het Juister zijn geweest aan de grens een
aaneensluitend verdedigingsfront te vormen.
Een blik op de kaart nu leert, dat de beide
genoemde steden, Lemberg in Galicië en Bia-
lysock aan den Boven-Narew, bijna in het
middelpunt van een naar het Westen zeer voor
uitspringenden grenssector liggen. De concen
tratie van opeengehoopte strijdkrachten juist in
deze sectoren bewijst duidelijk de aanvalsvoor-
nemens van de Sovjets jegens Duitschland.
3. De strijd van het Duitsche luchtwapen te
gen het Sovjet-luchtwapen gaat dagelijks met
dezelfde vernietigende uitwerking voort. Wan
neer daartegenover de Sovjets hun luchtaan
vallen voornamelijk richten op Roemeensch ge
biedt, geschiedt zulks klaarblijkelijk, omdat zij
gelooven daar een zwak punt en geringen weer
stand te vinden. In strijd hiermee moet wor
den geconstateerd dat ook deze luchtaanvallen
geen successen hebben behaald en dat boven
dien de afweer van de verbondenen aldaar zoo
doeltreffend is, dat reeds in verscheidene ge
vallen alle aanvallende vliegtuigen volkomen
konden worden vernietigd.
De Duitsche meerderheid in de lucht aan het
geheele Oostelijke front weerhield de Sovjet
luchtmacht ook gisteren van pogingen om
Duitsch gebied binnen te vliegen. Enkele Sov
jet-vliegtuigen vlogen, meestal alleen, uitslui
tend naar Oost-Pruisen en het Oosten van het
gouvernement-generaal, op buitengewoon groote
hoogte. Onmiddellijk opstijgende Duitsche jagers
dwongen de aanvallers overal spoedig rechts
omkeert te maken. Nergens werden bommen ge
worpen.
Een groot aantal Sovjet-pantserwagens was op
25 Juni, naar aan het D.N.B. wordt medegedeeld,
in bosschen naast een grooten opmarschweg in
gereedheid gebracht voor een aanval op de
flank van den Duitschen opmarsch. Foimaties
van een der bekendste jachteskaders van het
Duitsche luchtwapen ontdekten echter de nade
rende Sovjetpantserwagens, toen deze, ongeveer
70 stuks in totaal, nog slechts enkele honderden
meters van den hoofdweg uit gunstige dekking
wilden optrekken tegen de Duitschers. Voor de
pantserwagens onder beschermende boomgroepen
of in graanvelden dekking konden vinden, wier
pen de Duitsche jagers zich op hen en bestreden
hen met bommen en met de boordwapens. In
enkele minuten ontstond een verschrikkelijke
wirwar van laaiende en rookende pantserwagens
Toen de onaangetast gebleven Sovjetpantserwa
gens zich in een klein dorp terugtrokken, ronkte
een tweede formatie Duitsche jagers naderbij
en wierp haar bommen op deze concentratie
van pantserwagens. De bommen sloegen midden
tusschen de wagens in. Dorp en pantserwagens
verdwenen in rook en stof. Een na het gevecht
ingesteld onderzoek leverde het bewijs, dat het
beroemde jachteskader in totaal 46 Sovjet
pantserwagens had vernietigd.
In het Vrijdag verschenen Verordeningen
blad is opgenomen een besluit van den
secretaris-generaal van 't departement van
Financiën betreffende de dividendbelasting
(Besluit op de dividendbelasting 1941J,
Dit besluit luidt als volgt:
Voorwerp der belasting.
Artikel I.
(1) Onder den naam van „dividendbelasting"
wordt, bij wijze van voorheffing op de inkom
stenbelasting en de winstbelasting, een be
lasting geheven van de opbrengst van aan-
deelen, winstbewijzen en winstdeelende obliga-
tiën van riaamlooze vennootschappen en com
manditaire vennootschappen, welke binnen het
rijk gevestigd zijn en niet van de winstbelasting
zijn vrijgesteld krachtens artikel 2, 1', van het
Besluit op de Winstbelasting 1940 (no. 83/1940).
(2) Of een vennootschap binnen het rijk
gevestigd is, wordt naar de omstandigheden
beoordeeld.
Artikel 2.
I Als opbrengst worden onder meer be
schouwd
1'. Alle winstuitdeelingen, met inbegrip van
die, welke op ebligatiën geschieden.
2'. Alle liquidatie-uitkeeringen, voor zoover
zfj het gestorte kapitaal te boven gaan.
3'. Bij uitreiking van aandeelbewijzen zon
der storting van de volle nominale waarde: de
nominale waarde, voor zoover niet blijkt, dat
storting heeft plaats gevonden of zal plaats
vinden. Bijschrijving op aandeelbewijzen wordt
met uitreiking van zoodanige bewijzen gelijk
gesteld.
4'. Geheele of gedeeltelijke teruggave van
hetgeen op aandeelen is gestort, indien en voor
zoover er zuivere winst is, tenzij te voren het
maatschappelijk kapitaal van de vennootschap
door wijziging in de akte van oprichting dien
overeenkomstig is verminderd.
5'. Vaste interessen van obligatiën, waarop
tevens uitdeelingen kunnen geschieden, welke
hetzij van de winst, hetzij van het bedrag van
de winstuitdeelingen van de vennootschap af
hankelijk zijn.
II Uitdeelingen in geld of in anderen vorm
worden ook als opbrengst beschouwd, indien
zü niet door reeds behaalde winst zijn gedekt
Bedrag van de be'asting en wijze van heffing:
Artikel 3.
(1) De belasting bedraagt 15 ten hon
derd van de bruto-opbrengst.
(2) De belasting is verschuldigd ten dage,
waarop de opbrengst betaalbaar of op an
dere wijze vorderbaar is.
(3) De belasting is voor rekening van
degenen, die rechtstreeks of door middel
van certificaten tot de opbrengst ge
rechtigd zijn, verschuldigd door de ven
nootschap.
Artikel 4.
(1) De belasting wordt op de opbrengst in
gehouden. Neemt de schuldenaar van de op
brengst de belasting voor eigen rekening, dan
wordt voor de berekening van de belasting de
opbrengst met 100/85 vermenigvuldigd.
(2) Bestaat de opbrengst niet in geld, doch
in een bewijsstuk, dan verkrijgen de in ar
tikel 7 bedoelde personen en lichamen ten be
drage van de belasting een vordering op hem,
aan wien dat bewijsstuk wordt afgegeven. Voor
deze vordering hebben zij op dat bewijsstuk
een recht van terughouding.
Artikel 5.
(1) De bestuurders van het lichaam, dat de
opbrengst verschuldigd is, zijn gehouden binnen
vijf dagen nadat de belasting op den voet van
artikel 3, lid 2, verschuldigd is geworden, daar
van aangifte te doen en tevens de belasting af
te dragen.
(2) Aangifte en afdracht geschieden bij den
ontvanger der directe belastingen, binnen wiens
dienstkring het lichaam gevestigd is in den
zin van artikel 2 van het Besluit op de Winst
belasting 1940.
(3) De secretaris-generaal van het depar
tement van Financiën kan voor de aangifte
een formulier vaststellen en voorschriften ge
ven met betrekking tot de afdracht.
Artikel 6.
Degene, die de opbrengst verschuldigd is, houdt
een register, waarin hij de gegevens, noodig
voor de berekening van de belasting, boekt vol
gens door den secretaris-generaal van het de
partement van Financiën te stellen regelen.
Artikel 7.
(1) Degene, die de opbrengst verschuldigd is,
alsmede degene, bij wien de opbrengst is be
taalbaar gesteld, het administratiekantoor, dat
de opbrengst doorbetaalt aan certificaathouders,
en ieder tot wiens beroep het koopen of innen
van dividendbewijzen gewoonlijk behoort, is ver
plicht den rechthebbende een nota uit te rei
ken. welke de volgende gegevens bevat:
1'. Den naam en het adres van den rechtheb
bende.
2'. Den dag daarop de opbrengst betaalbaar
of op andere wijze vorderbaar was.
3'. De opbrengst (eventueel verhoogd volgens
artikel 4, lid D.
4'. Het bedrag van de belasting.
5'. De dagteekening.
(2). De nota dient te worden uitgereikt, zoo
dra de opbrengst uitbetaald, te goed geschreven
of verrekend is. Bestaat de opbrengst niet ui
geld, dan staat de afgifte van de opbrengst met
betaling gelijk.
(3) De secretaris-generaal van het departe
ment van Financiën is bevoegd nadere voor
schriften te geven met betrekking tot de divi
dendnota en het houden van aanteekeningen
Indien deze voorschriften niet in acht genomen
zijn, wordt aangenomen, dat aan de bepalingen
van dit artikel niet is voldaan.
(4) De secretaris-generaal van het departe
ment van Financiën is bevoegd vrijstelling te
verleenen van de in het eerste lid omschreven
verplichting.
Artikel 8.
(1) Indien de belasting is betaald voor reke
ning van een binnenlandschen rechtspersoon,
die niet aan de winstbelasting onderworpen is,
wordt hem op zijn verzoek teruggaaf van de be
lasting verleend. Het verzoek moet bij den in
specteur worden ingediend binnen een maand
na de dagteekening van de nota, bedoeld in ar
tikel 7. Op het verzoek wordt uitspraak gedaan
door den inspecteur.
(2) Waar in dit besluit wordt gesproken van
„de inspecteur", is daarmede bedoeld de inspec
teur der directe belastingen of die der registra
tie, onder wiens inspectie de schuldenaar der op
brengst in den zin van artikel 2 van het Besluit
op de Winstbelasting 1940 is gevestigd.
Artikel 9.
(1) Indien de dividendbelasting niet of
niet tot het juiste bedrag is Ingehouden of af
gedragen of indien een te hooge teruggaaf is
verleend, kan de te weinig ingehouden of af
gedragen belasting of de te veel teruggegeven
belasting door middel van een aanslag wor
den nagevorderd. Navordering is uitges oten,
indien meer dan vijf jaren sedert het einde
van het kalenderjaar, waarin de belasting had
moeten worden ingehouden of afgedragen, zijn
verstreken.
(2) Artikel 18, leden 2 tot en met 5, van
het Besluit op de Winstbelasting 1940 vinden
bii de navordering overeenkomstige toepassing.
Artikel 10.
(1) De volgens artikel 9 opgelegde aansla
gen worden, voor wat betreft de invordering,
a's aanslagen In een directe belastmg aange
merkt.
(2) De aanslagen moeten worden voldaan
binnen één maand na de dagteekening van
het aanslagbiljet.
(31 Artikel 23 van het Besluit op de Winst
belasting 1940 vindt overeenkomstige toepas
sing.
Artikel 11.
Hij die bezwaar heeft tegen het bedrag, dat
hem als dividendbelasting in rekening Is ge
bracht, kan binnen een maand na de dagtee
kening van de nota, bedoeld bij artikel 7, een
bezwaarschrift, houdende verzoek om terug
gaaf, indienen bij den inspecteur. Tegenover
deng'ene. die de opbrengst verschuldigd is, be
staat te dier zake geeneilei aanspraak.
Artikel 12.
Hij die bezwaar heeft tegen een uitspraak
van den inspecteur ingevolge de artikelen 8
en 11, kan binnen een maand, nadat het af
schrift van die uitspraak ter post is bezorgd
of tegen ontvangbewijs is uitgereikt, in beroep
komen bij den Raad van Beroep voor de di
recte belastingen, binnen wiens rechtsgebied
de uitspraak is gedaan.
Artikel 13.
Ten aanzien van de indiening en behande
ling van de bezwaar- en beroepschriften zijn
verder van toepassing alle voorschriften, gel
dende voor de indiening en behandeling van
bezwaar- en beroepschriften inzake inkom
stenbelasting.
Artikel 14
De artikelen 24, 25, 26, 28 en 29 van het Be
sluit op de Winstbelasting 1940 zijn ook voor
de dividendbelasting van toepassing.
De juweelendiefstallen der laatste maanden
hadden de Parijsche recherche handen vol werk
bezorgd. De knapste speurders waren met het
opsporingswerk belast en spanden hun uiterste
krachten in om de geruchtmakende zaken tot
klaarheid te brengen. De minst bekende onder
deze knappe lieden was inspecteur Leducy, pas
in het „vak" en bij voorkeur aangewezen voor
het opknappen van de vervelendste opdrachten.
Dagenlang stond hij nu al als „aankomende
bediende" in de juwelierszaak der firma Con-
try, om vanaf zijn onopvallend plaatsje in den
meest verwijderden hoek van den winkel de
klanten nauwlettend gade te slaan.
Contry was nog een der weinig groote bij
zondere zaken, welke nog niet met een bezoek
der oplichters „vereerd" was. En toen Leducy bij
een der vele conferenties daarop gewezen had,
waren enkele collega's er als de kippen bij ge
weest, om hem daar voorloopig „op te sluiten."
Nog vóór het einde van den vierden dag bel
de inspecteur Le
ducy het hoofd
bureau om een
wagen: hij had
iemand gearres
teerd, die getracht
had een kost
baren ring in zijn
mouw te doen verdwijnen. De bediende had
niets bemerkt, maar Leducy was zeker van zijn
zaak, dus
In de groote kamer van den hoofdcommissaris
werd het eerste verhoor afgenomen en de man
gefouilleerd. Veel bijzonders leverde dat niet op.
De man ontkende pertinent dat hij getracht
had een ring in zijn mouw weg te moffelen,
waarbij hij zich beriep op de getuigenis van den
bediende, die zeide niets gezien te hebben. In
specteur Leducy hield daarentegen pertinent
vol dat hij gezien had dat het kostbare kleinood
uit 's mans manchet op de toonbank viel, toen
hij met 'n vluggen stap op hem toekwam. Waar
toe diende het stevige elastiek, dat de verdachte
om den pols had? Misschien om den mouw goed
af te sluiten, opdat het gestolene er niet on
tijdig uitviel?
De fouilleering bracht een portefeuille te voor
schijn, welke behalve een pas, wat nietszeggen
de brieven en geld bevatte, een goud gerande
bril en wat rookgerei.
De commissaris zag meewarig naar zijn in
specteur.
„Wat dunkt u, mijnheer Leducy?"
„Ik zou u willen voorstellen dezen heer in
verzekerde bewaring te stellen, opdat ik den pas
kan onderzoeken."
„HmhmNu vooruitMijnheer
Dufraux, u is gearresteerd!"
De man protesteerde heftig, dreigde met pu
blicatie van zoo'n ongehoord schandaal, zoo gauw
hij weer op vrije voeten was. Toen werd hij
weggevoerd.
Den geheelen nacht was inspecteur Leducy
druk bezig. De lachende blikken van zijn col
lega's, die van zijn „vangst" gehoord hadden,
negeerde hij volkomen. Hij had iets ontdekt,
dat waarschijnlijk tot opheldering van het ge
heele mysterie zou kunnen leiden. Eerst toen
het al begon te dagen, verliet inspecteur Le
ducy het hoofdbureau. Hij had nog maar een
paar uurtjes om 'n uiltje te knappen, om 10
uur moest hij weer bij den commissaris zijn.
Precies op tijd stond Leducy tegenover zijn
chef, die hem nauwelijks een groet waardig
keurde. De rapporten en verklaringen van enkele
aanwezige speurders boezemden hem meer be
lang in.
Eensklaps scheen hij zich de aanwezigheid van
Leducy te herinneren, althans hij zag den jon
gen inspecteur even aan en vroeg:
„En, mijnheer Leducy?"
„Den man dien ik gearresteerd heb, is naar alle
waarschijnlijkheid de gezochte juweelendief. Als
ik zeg „naar alle waarschijnlijkheid", dan bedoel
ik daar hoofdzakelijk mee, dat ik nog niet de
gelegenheid heb gehad den man te confron-
teeren met de verschillende bedrogen bedienden
Voor mij persoonlijk staat zijn schuld vast!"
Uiterst beheerscht had Leducy deze woorden
uitgesproken; de uitwerking was verdeeld. Eeni-
gen der aanwezgien, onder wie de commissaris,
waren verbaasd, anderen meesmuilden.
„Waarop baseert u uw conclusie, mijnheer
I<educy?"
„Ik zou deze gaarne nog even voor me willen
houden, mijnheer. U zoudt me ten zeerste ver
plichten, als u hier den gearresteerde met de
diverse winkelbedienden zou confronteeren."
,,Nu, als u daar per se op staat
Vijf telefoons ratelden in vijf telefooncellen
en even later spoedden zich evenveel bedien
den naar het hoofdbureau. Nog vóór de klok
half elf wees, hadden zij in den gearresteerde
den man herkend, die even vóór den diefstal
ontdekt werd. hun zaak bezocht had. De man
ontkende pertinent, maar toen inspecteur Le
ducy den pas en de daarin voorkomende stem
pels ter sprake bracht, werd hij minder zeker
„In uw pas komen vijf stempels voor, telkens
gedateerd twee dagen .nadat hier een slag ge
slagen was. En telkens voerde uw reis naar
V, eener,. Vindt u dat niet wat toevallig?"
In groote letters brachten de middagedities
der boulevard-bladen het sensationeel nieuws,
dat de groote juweelendiefstallen tot klaarheid
waren gebracht en dat de dader had bekend.
(Nadruk verboden)
Artikel 15.
De secretaris-generaal van het departement
van Financiën is bevoegd voorschriften, noodig
ter uitvoering en tot aanvulling van dit besluit,
uit te vaardigen.
Artikel 16.
(1). Hij die een aangifte, als bedoeld is bij
artikel 5. opzettelijk onjuist of onvolledig doet,
hij die opzettelijk een dividendnota, als bedoeld
is bij artikel 7, met een onjuisten inhoud uit
reikt, en hij die bij een verzoek om teruggaaf
ingevolge artikel 8 opzettelijk onjuiste, feiten
stelt, wordt, indien daaruit nadeel voor het rijk
kan ontstaan, gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste zes maanden.
(2). Artikel 30, leden 2 en 3, van het besluit
op de winstbelasting 1940 vinden op alle in het
eerste lid omschreven strafbare feiten overeen
komstige toepassing.
Artikel 17.
Hij die aan den inspecteur, aan den Raad van
Beroep, aan een door den inspecteur aangewe
zen ambtenaar of aan een door den voorzitter
van den Raad van Beroep aangewezen persoon
opzettelijk een valsch of vervalscht boek of an
der geschrift overlegt of ter inzage aanbiedt,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste twee jaren.
Artikel 18.
(1). Hij die opzettelijk de hem bij artikel 14
van dit besluit, in verband met artikel 28 van
het Besluit op de Winstbelasting 1940, opge
legde geheimhouding schendt, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste zes maan
den of geldboete van ten hoogste zeshonderd
gulden.
(2). Hij, aan wiens schuld schending van
de geheimhouding te wijten is, wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste drie maanden
of geldboete van ten hoogste driehonderd gul
den.
(3.). Geen vervolging wordt ingesteld dan op
klachte van hem te wiens aanzien de geheim
houding is geschonden.
Artikel 19.
Met geldboete van ten hoogste duizend gul
den wordt gestraft:
le. hij die niet volledig voldoet aan een ver
plichting, opgelegd bij of krachtens een van de
artikelen 5, 6, 7 en 15;
2e. hij die niet volledig voldoet aan een van
de verplichtingen, opgelegd by artikel 14 van
dit besluit, in verband met artikel 25 of artikel
29 van het Besluit op de Winstbelasting 1940.
Artikel 20.
(1). De bij dit besluit strafbaar gestelde fei
ten worden beschouwd als misdrijven, behalve
de feiten, strafbaar volgens artikel 19, die als
overtredingen worden beschouwd.
(2). De artikelen 35, 36 en 37 van het besluit
op de winstbelasting 1940 vinden overeenkom
stige toepassing.
Artikel 21.
(1). Dit besluit treedt in werking met ingang
van den achtsten dag na dien zijner afkondi
ging.
(2). Het wordt aangehaald als „Besluit op
de Dividendbelasting 1941".
(Dit besluit heeft t.a.v. de dividenden een
zelfde beteekenis als het besluit op de loonbe
lasting 1940 ten aanzien van de loonen.
Het besluit op de dividendbelasting bevat dus
geen regeling inzake beperking van dividenden,
waarover den laatsten tijd in verschillende dag
bladen beschouwingen zijn verschenen.)
De persdienst van het NAF richt den volgen
den oproep tot de boeren van Nederland:
„Deze week vestigt de actie „Nederland voedt
zichzelf" in het kader van den productieslag '41
onze aandacht op het vetvraagstuk.
Ons land. evenals Europa in het algemeen,
heeft groote behoefte aan vetten. De vetproduc-
tie dient dus tot het uiterste te worden opge
voerd, teneinde het steeds nijpender worden van
het vettekort te voorkomen. Koeien en varkens
leveren vet. We zouden de teelt hiervan dus uit
kunnen breiden, maar.... economischer is het
natuurlijk alleen wanneer het om vet en niet
om vet-en-vleesch gaat den verbouw van
oliehoudende zaden te vergrooten. Met dezen
verbouw is immers een veel grootere vetop-
brengst per H.A. te verkrijgen, dan met rund
vee of varkens.
Vooral het koolzaad is uiterst geschikt, om
dat het de grootste vetopbrengst per ha. geeft,
achtmaal zooveel zelfs als melkvee. De kapita
listische wereld, de wereld, die meer aan het
geld dan aan lands- en volksbelang dacht, druk
te 't koolzaad jarenlang in een hoekje; de be-
teelde oppervlakte na 1900 bedroeg slechts 2 a
3000 H.A. In den tijd. dat ook Nederlandoche
bodemexploitatie nog niet zoozeer op het bui
tenland was ingesteld, was dit getal veel hoo-
ger; gemiddeld werd jaarlijks ruim 23.000 ha.
met koolzaad beteeld.
Zoo moet het ook nu weer worden. Onze
vaderlandsche boeren moeten weten, dat het
er nu om gaat een sterk volk te toonen, dat
zichzelf wil en kan helpen, eensgezind is en 't
volksbelang boven de belangen van het eigen ik
stelt.
De oproep besluit: boeren van Nederland: uw
volk vraagt om méér vet. Geeft hieraan gehoor
door den koolzaadverbouw met kracht ter hand
te nemen en juist zooals uw grootvader deed,
om Nederland weer een opbrengst van om en
nabii de 23.000 ha. per jaar bebouwd koolzaad-
land te leveren.
De bevoegde instanties trachten voor koolzaad
een goeden prijs vastgesteld te krijgen en voor
koolzaadverbouwers bovendien een behoorlijke
gift extra kunstmest beschikbaar te stellen.
Hoe koolzaad het voordeeligst en meest pro
ductief geteeld wordt, staat uitvoerig in het
bericht van de commissie-Posthuma van deze
week, dat in de vakbladen is opgenomen.
Schenkt er aandacht aan. De tiid om den grond
door scheuring, bemesting of anderszins voor
dezo teelt goed te maken is er nü.
Nederlandsche boeren, begrijpt in deze uw
taak en roeping, zorgt óók voor de vetvoorzie-
ning van eigen volk. Biedt aan het dreigende
vettekort het hoofd; u kunt het. Het is uw
plicht uw eigen volk zooveel als eenigszins kan
te voeden uit eigen bodem.
43 (Nadruk verboden)
EEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK
Jeludin had Max in vrijheid gesteld, zonder
ook maar met een woord met de Dayang te
overleggen. Wy begrepen allen, dat dit moei
lijkheden zou opleveren. Wat er nu precies alle
maal gebeurde, vlak nadat Max het fort had
verlaten, wisten we niet. Maar ik kon mij de
houding van de Dayang wel ongeveer voorstellen
en toen ik later het verhaal compleet hoorde
van Sabtu, ondervond ik, dat ik er niet ver
naast was geweest.
Want de Dayang werd gewoon razend, toen
zy hoorde, dat Max weg was. Op het eerste
oogenblik kon zy het nauwelijks gelooven, zoo
vertelde Sabtu my. Sabtu zelf was echter ook
een beetje er door ontsteld. Hy en de Dayang
konden zich niet anders voorstellen, dan dat
Jeludin een groote dwaasheid had begaan, door
hun gyzelaar te laten gaan. Ik kan me gemak
kelijk voorstellen, dat zy geen blad voor den
mond nam. Zü verweet Jeludin zün zwakheid, zü
zwoer, dat hy de giften, die Allah hun ge
schonken had, had laten wegsmelten als suiker
in den muil van een olifant.
Maar Jeludin verdroeg den storm. Nu hy een
maal zijn besluit had genomen, wenschte hij
zich niet door zijn vrouw op zün kop te laten
zitten. Hij zeide haar waardig, dat hij geen
gijzelaars noodig had, om een aanval van den
Prentah af te koopen. Hy kon zyn vijanden
terugdrijven tot aan de zee, zonder met het
leven van een gevangene zaakjes behoeven te
doen. Alhoewel de Dayang dit natuurlijk niet
wist, gebruikte hij stuk voor stuk, al de argu
menten, die Noreen aangevoerd had, misschien
deed hij dit wel om zoowel de Dayang als zich
zelf te overtuigen.
Onnoodig te zeggen, dat een en ander op de
Dayang niet veel indruk maakte. Voor een vrouw
was zij bijzonder practisch aangelegd. Zij zag
de voordeelen zeer goed in, die de gevangen
schap van Max hun had kunnen opleveren en
zij kon met den besten wil ter wereld maar
niet inzien, waarom Jeludin hem had vrij
gelaten. Zij begreep niet, welke motieven hij
daartoe kon gehad hebben. Maar één motief
meende zü toch wel te kennen. En zü werd
hevig Jaloersch op Noreen.
Volgens Sabtu was het feit, dat Jeludin Max
had laten gaan, zonder de Dayang er met een
enkel woord in te kennen, wat haar het meest
hinderde. In den regel had hij voor een dergelijk*
ernstige beslissing, altyd met haar de zaak
overwogen.
Dit keer echter was hü op eigen houtje te
werk gegaan, haastig, overhaast büna. Zü voelde
zich genegeerd en als men de zaken op de keper
beschouwt, kan het niemand verwonderen dat
zy hem wel een beetje verdacht van sympathie
te koesteren voor Noreen.
Doch er kwam nog meer by. Zij was hoogst
benauwd, dat hy soms zou probeeren weer bij
ons in de gunst te komen. En dat was het laat
ste, dat zy zou kunnen gedoogen.
„Moet ik dan met een man leven, die blaat
met de geiten en bruit met de buffels?" riep zy
uit. „Een die een heeten kool opraapt, maar haar
laat vallen, zoogauV zy begint te branden?
Weet je dan niet, dat de plataan maar één
keer vrucht draagt? Wanneer zullen wy nog eens
een kans krijgen om onze macht over deze
blanke menschen te toonen? De haan is uit zijn
mand weggevlogen en wij blyven met de knoei
zitten. Maar hij kan ook weer gevangen worden.
Stuur hem iemand achterna, zeg ik je. Zend
Sabtu er naar toe en hij zal hem je onmiddellijk
vangen."
Ze vertelde nog heel veel meer in dat genre,
zei Sabtu. De Dayang kon het maar niet zetten,
dat Max weg was. Telkens kwam zij er weer
op terug, dat Jeludin Sabtu erop uit zou sturen
om Max weer te vangen. Zy wilde Max hebben,
alleen. Zy was zelfs zoo verstandig, erbij te
zeggen, dat hij het blanke meisje zou kunnen
laten gaan De laatste, die zy wel in het fort
zou dulden was Noreen. tenzy zy haar misschien
op de een of andere manier had kunnen kwel
len.
„Zelfs als hij teruggebracht werd," zeide Jelu-
din," „wat zouden wy daaraan hebben? Hü zou
even nutteloos zyn als een boot in een rystveld.
De Prentah zal aanvallen of wij hem gevangen
hebben of niet."
„Geef hem dan aan de Dusuns!" riep de Day
ang uit. „Laat hem door hen in de martel-kooi
stoppen! Een gevangene, dien zij boodschappen
konden meegeven voor hun dooden zou een feest
voor hen zijn."
Volgens Sabtu, zou de Dayang Max aan de
Dusuns hebben overgeleverd, als er niets anders
meer op te vinden was. Ik had nooit kunnen
vermoeden, dat het zoo ver zou kunnen komen.
En de Gouverneur al evenmin, anders zou hij
zeker het bevel tot den aanval niet gegeven
hebben. Maar de Dayang begreep, dat men de
Dusuns in ieder geval goedgemutst moest hou
den. Dit was alleen waar zij op aanstuurde. Zoo
ver ik kon nagaan was zy Max niet bijzonder
vijandig gezind. Maar het gold by haar een
zaak van diplomatie. Jeludin had heel wat ge-
eischt van de Dusun-hoofden toen hy den
vredeseed had afgelegd en hun bevolen had
insgelyks te doen. De overval had hen weer een
beetje opgeknapt, maar de Dayang vreesde, dat
zy wederom zouden beginnen te morren. Wan
neer zij den gevangene, maar weer konden te-
rugkrygen en de Dusuns het martelfeest in het
vooruitzicht kon gesteld worden, dan zou er
voorloopig niets te vreezen zijn.
Maar Jeludin weigerde. Hij was niet te ver
murwen. Zooals de Dayang al reeds eerder had
moeten ondervinden waren er oogenblikken.
waarop hy onveranderlijk aan een besluit kon
vasthouden, en dat was ook nu het geval.
„Mijn woord is gegeven," zeide hü, „een be
lofte mag niet herroepen worden. Kan het bloed
(erugkeeren naar den arm, waaruit het gevloeid
is?"
De Dayang ging daar natuurlijk direct op in
en men kan het haar moeilijk kwalijk nemen.
Niets ergert een vrouw meer, dan een man die
inconsequent is.
„Maar laatst waren beloften, aan trouweloozen
gedaan, toch niet bindend," merkte zij scham
per op. „Wat is het, dat deze belofte zoo on
herroepelijk maakt?"
Het moet een bittere gewaarwording voor de
Dayang geweest zijn, toen zij ondervond, op
Jeludin geen invloed meer te hebben. Nu hij
eindelijk zeker van zichzelf was, vertrouwde zij
hem niet meer Zij had hem vertrouwd, maar
hij had haar teleurgesteld. Voor haar was Je
ludin onberekenbaar geworden En zy vreesde
hem, zooals zy hem nog nooit gevreesd had in
de dagen, dat zy de baas was. Zij durfde nie
mand uitsturen, om Max weer gevangen te
nemen (ik twyfel er niet aan, of Sabtu zou
maar wat graag gegaan zyn) doch zy besloot
wel, dat, als zy het verhoeden kon, er tusschen
Jeludin en ons geen nieuwe onderhandelingen
meer zouden plaats grüpen.
Nooit had Jeludin sterker naar oorlog kunnen
hunkeren Hij wist dat vroeg of laat een aan
val zou plaats hebben. Hij besloot onze komst
af te wachten en men ging door met de ver
sterking van het fort.
Hy schijnt een onbeperkt vertrouwen in de
onverwoestbaarheid van die sterkte gehad te
NEW YORK, 27 Juni. De New Yorksche Ef
fectenbeurs opende vandaag met loomen han
del en zeer geringe koersafwijkingen. In verband
met de berichten van buiten het Westelijk half
rond, was de ondertoon v-n den aanvang af
fliuwer. Tijdens den geheelen duur van den
beurshandel bleef men aan kooperszijde zeer
terughoudend en er ontstond later een algemee-
ne koersdaling. Vooral staalwaarden, automo
bielfondsen en rubberwaarden hadden daarvan
te lijden, alsmede handelsfondsen. In deze af
deelingen werden koersverliezen van omstreeks
een punt geleden, doch ook in de overige groe
pen waren de koersdalingen in de meerderheid.
Slechts hier en daar, b.v. bij petroleumwaarden
en spoorwegfondsen, bleek weerstand te kunnen
worden geboden. Voor public utilities toonde men
geen belangstelling. Later veroorzaakten de be
richten van het Europeesche front een nieuwe
reactie en kromp de handel tot een minimum
in. U.S. Rubber en American Tel. and Tel. vie
len daarbij op door een koersverlies van een
punt, terwijl bij leidende staalwaarden de ver
liezen, hoewel fractioneel, van vry grooten om
vang waren. Ook tijdens het laatste beursuur
bleef de handel loom. De koersen daalden nog
iets en de beurs sloot gedrukt.
Slotk Slotk Slotk Slotk
NEW-YORK 27/6 26/6 25/6 24/6
Air Reduction 42 42 41% 41%
Allied Chem 152(4 153 152% 152
American Can 81(4 82 84 83%
American Radiator 6% 6% 6(4 6(4
Amer Rolling 14 14% 14 14
Am. Smelting 41 41% 42 41)4
Am. Sugar Refining 16 16(4 16% 16%
Amer Tel Tel 155 156 156 156%.
Am. Tobacco B 69% 69% 68% 69%
Am Waterworks 4% 4% 4%
Anac. Copper 27(4 27 27% 27%
Atchls Topeka 28% 29% 29(4 29
Baldwin Locomotive 15 15% 15%
Baltim. 6s Ohio 3% 3(4 3% 3?®
Bethlehem St73 74 78(4 73%
Canada Pacil3% 3% 3% 3%
Com Investm 29% 29(4 29% 29%
J. 1. Case 60 60 61%
Ches m Ohio36% 37 36% 36%
Chicago Rock Iel.
Chrysler Corp57% 57% 57% 57%
Cons Edison 18% 18% 18% 18%
Delaw Huds10% 11(4 11% 10%
Detroit Edison C. 20% 21%f 22 21%
Dupont d'Nem 155% 155 154 153(4
Eastman Kod 134 134% 133% 133%
Genei Electric 32% 32;ST 32% 32%
Gen Foods Crp 36% 36% 36% 36%
Gen Motors 38(4 38% 38% 38%
Goooyear Tyr 17% 17% 17(4 17%
Hudson Motor 3% 3(4 3 3
Int. Harvester 4950(4 50)4 49%
Intern. Nickel 25% 25% 25% 25)4
international Paper 14% 14% 14% 14%
Int. Tel. a Tel. 2(4 2% 2% 2(4
Kenn Copper 36% 37(4 38%
Mack Trucks Incorp. 28% 30 29% 29(4
Montgomery 34% 34% 34% 35
National mscuit Co 16(4 1°% 16(4 16(4
N, X. Central 12% 12% 12% 12(4
Norfolk 61 Western 197 197 196 196
Nord Amer. n.a. 12 12% 12% 12%
Northern Pacific... 6(4 6% 6% 6%
Packard 2% 2% 2% 2%
Pennsylvania 23'% 23% 23% 23%
Proctor Chamble 58 58% 57% 56)4
P Serv 01 N.J21% 21% 21%
Pullman Incorporat. 26'/2 27% 26% 26(4
Pure Oil Company g% 9% 9% 9%
Radio Corp3% 3y8 4 3%
Reading Company 14..% 14% 14%
Republic Steel 19% 19% 19% 19%
Reyn Tobac B. 32 32 3^
Sears Roebuck 71% 72% i2 'i%
Shell Onion Oil 14% 14% 14(4
Socony-Vac 9% 9
Southern Pacific 11% 11% 11% 11(4
Southern Railway 13 12% 13 12)4
•Standard Brands 5% 6)4 5% 5(a
St. Oil N.-Jers 40% 40(4 40% 39%
Texas Gulf Sulphur 35% 35% 35% 35)4
Tw Fox Film5% 5% 5(4
Union Carbon 71(4 71)4 70%
Union Pacific 80 80% 80% 80%
Unit. Aircraft 39% 40 39% 391%
United Corpor. (4 i/2
United Frui» 65(4 65(4 65 65%
On. States Ind. Ale 24% 24 24% 24%
On St -Rubber 23% 23% 23 23%
On. St Steel 56(4 57(4 56% 56%
Un St. Steel pr ..119 119
Western Union 24% 25% 24%
Westing house 94% 94% 94% 93%
Woolworth 29% 29% 29% 29%
laten, t ex-dlv„ S ex-recht- ex-coup. 1 Diea.
WISSELKOERSEN
NEW YORK,
27/6 26/6 27/6 26/6
A'damc Weenen 4.75% 4.75%
Londen 4.03% 4.03% Stockh 23.86 23.86
Parlis 2.34 2.34 Montreal 88.31 88.00
Berllin 40.05 40.05 Mntr.Lno 4.56% 4.58%
Brussel B, Aires P 29.78 29.78
Rome 5.26% 5.26% B.Aires M 23.75 23.75
Madrid 9.25 9.25 York c. 23.45-8 5.54
Zwitstri 23.21 23.21 Shanghai 5.51 23.45-8
Zw. vrll 23.24 23.24
's-GRAVENHAGE, 27 Juni, Koersen voor
stortingen op 28 Juni 1941 tegen verplichtingen
luidende in:
Belga's 30.1432.
Zwltserscne francs 43.56.
Franscne francs 3.768.
Lires 9.87.
Deensche kronen 36.37.
Noorsche kronen 42.82
Zweedsche kronen 44.85
Tsjechische kronen (oude schulden) 6.42.
Dinar (oude schulden) 3.43.
Dinar (nieuwe schulden) 4.23.
Lurksche ponden 1.45%.
Lewa 2.30
Pengö (oude schulden) 36.519
Pengö (nieuwe schulden) 45.89.
Zloty (oude schulden) 35.00.
Zloty (nieuwe schulden) 37.68.
Lel 1.28
Het college van rijksbemiddelaars heeft oe-
sloten, den termijn, binnen welken bezwaren
kunnen worden ingediend tegen het by het
college ingediende ontwerp van een regeling der
arbeidsvoorwaarden voor het hotel-, restaurant-,
café-restaurant- en cafetariabedryf te verlengen
tot 5 Juli 1941.
hebben. Met den dag werden de muren hooger,
de bamboe-palissaden minder doordringbaar en
al dichter werden de doodeiyke sudah's op den
grond gezaaid. Het moest een sterkte worden,
zooals Borneo er nog geen had gekend. Hü
voelde, dat hij ons best aan kon van achter die
dikke muren. Wanneer wij onze krachten er
tegen zouden hebben uitgeput, zou hij tevoor
schijn komen en ons terugdrijven. Dan zou hij
al de Gouvernements-stations stuk voor stuk
aanvallen totdat het heele land voor zyn
zwaard was gevallen.
Maar toen Max eenmaal veilig en wel terug
was, had de Gouverneur toch ook al weer min
der plan voor een aanval. Hij besloot Jeludin
nog een laatste kans te geven De invrijheid
stelling van Max had nogal indruk op hem
gemaakt. Hij begon te begrijpen, dat wanneer
Jeludin maar eenmaal van onzen goeden wil
overtuigd zou zijn, alle kans op een nederzetting
onder zijn bestuur, nog zoo onmogeiyk niet was-
Hy zette er dan ook alles op om een openlijke
breuk te vermijden.
Ik kan het an mün kant niet geheel met hem
eens zijn. Hy kende Jeludin niet, zooals ik- hem
kende. Dat Jeludin Max vrijgegeven had, was
één ding Dat hij echter zich zelf ook zou over"
geven, was nog heel iets anders. Eens had
hij vrede met ons gesloten, en toen had ik hem
kunnen zeggen, dat hy vry uit kon gaan. Maar
dat kon hij nu moeiiyk meer verwachten en
was ook niet van plan, hem nog eens die voo
hem alleszins gunstige voorstellen te doen.
(Wordt vervolgd)