Sovjet-weermacht stond klaar voor aanval op Midden-Europa TidvenAaal den da§ Gouden regen Besluit op de Dividend belasting ZATERDAG 28 JUNI 1941 Duitsche troepen hebben reeds groote beslissingen behaald; publicatie daarvan aanstaande Britsche scheepsverliezen BEURS VAN NEW YORK DU IT SC H WEERM A CHTSBERICHT De militaire toestand in het Oosten Sovjet-luchtaanvallen verijdeld Belasting 15 pet. van de bruto-opbrengst Vijf stempels Koolzaadverbouw tegen vet-tekort door I OWEN RUTTER Clearingkoersen Arbeidsvoorwaarden hotelbedrijf HOOFDKWARTIER VAN DEN FUHRER, 27 Juni (D.N.B.) Het opperbevel van de weer macht maakt bekend: De eerste vijf dagen der operaties hebben bewezen, dat de Sovjet-weermacht voor den aanval op Midden-Europa gereed was. Ook in die naar het Westen vooruitspringende grens bochten om Lemberg en om Bialystok, die reeds bij voorbaat blootstonden aan een Duitsche omsingeling en daarom ongeschikt waren voor het doel eener zuivere verdedi ging, ontmoetten onze afdeelingen een con centratie van offensieve Russische aanvals- troepen. Daardoor kwam het reeds bij de eerste slagen aan de grens tot een treffen met hst Sovjet- 'eger en het luchtwapen. Onze aan alle fronten -pfrevierende troepen hebben groote beslissingen behaald. De bekendmaking hiervan is aanstaan de De oorlogsmarine er, het luchtwapen zetten oen strijd tegen de Britsche koopvaardij met succes voort. Een duikboot, onder commando van kapitein-luitenant Metzier, bracht ten Wes- üen van te zamen 31.500 b.r.t.'tot zinken, ten van Afrika vijf vijandelijke koopvaardijsche- Gevechtsvliegtuigen vernietigden in den afge- 'oopen nacht voor de Britsche Oostkust drie vrachtschepen van te zamen 18.000 b.r.t. Andere luchtaanvallen waren gericht op ha veninstallaties aan de Theems-monding en op een vliegveld in Zuid-Engeland. Het leggen van mijnen in Britsche havens werd voortgezet. Een batterij vèrdragend geschut van de oor logsmarine beschoot vijandelijke schepen in het Kanaal. In Noord-Afrika vielen Duitsche gevechts vliegtuigen op 25 Juni met succes Britsche troe penconcentraties in bet gebied van Sidi-el-Bar- rani en stellingen van luchtafweergeschut bü Tobroek aan. Aanvalspogingen van Britsche gevechts- en jachtvliegtuigen aan de Karaalkust werden ook gisteren met aanzienlijke verliezen voor den vijand afgeslagen. In luchtgevechten en door afweergeschut wer den negen, door marine-artillerie twee Britsche vliegtuigen neergeschoten. Een duikbootjager der oorlogsmarine werd in Het Kanaal door twee Britsche gevechtsvlieg tuigen aangevallen en schoot beide omlaag. De vijand wierp in den afgeloopen nacht op verschillende plaatsen van West- en Noord- West-Duitschland een gering aantal brisant- en brandbommen. De burgerbevolking leed geringe verliezen. Op verschillende plaatsen werden woonhuizen vernield of beschadigd. Nachtjagers en afweergeschut schoten twee der aanvallende vliegtuigen neer. Kapitein Ihlefeld, commandant van een groep nachtvliegers, behaalde op 26 Juni zijn 39ste en 40ste overwinning in de lucht. Ten aanzien van den militairen toestand in het Oosten zijn. naar van welingelichte mili taire zijde wordt medegedeeld, drie punten bij zonder opmerkelijk: 1. De op 22 Juni begonnen slagen aan de grens zijn systematisch tot ontwikkeling geko men. Voor de verdere ontwikkeling van den toestand beslissende successen zijn te verwach ten. 2. Het feit, dat om de beide steden Lem berg en Bialystock twee groote veldslagen zijn ontbrand, geeft aanleiding tot zeer bepaalde conclusies. Wanneer de Sovjets namelijk, zooals zij beweren, geen aanvalsbedoelingen hadden gehad, maar alleen troepen ter verdediging aan hun Westelijke grenzen hadden geconcentreerd, zou het Juister zijn geweest aan de grens een aaneensluitend verdedigingsfront te vormen. Een blik op de kaart nu leert, dat de beide genoemde steden, Lemberg in Galicië en Bia- lysock aan den Boven-Narew, bijna in het middelpunt van een naar het Westen zeer voor uitspringenden grenssector liggen. De concen tratie van opeengehoopte strijdkrachten juist in deze sectoren bewijst duidelijk de aanvalsvoor- nemens van de Sovjets jegens Duitschland. 3. De strijd van het Duitsche luchtwapen te gen het Sovjet-luchtwapen gaat dagelijks met dezelfde vernietigende uitwerking voort. Wan neer daartegenover de Sovjets hun luchtaan vallen voornamelijk richten op Roemeensch ge biedt, geschiedt zulks klaarblijkelijk, omdat zij gelooven daar een zwak punt en geringen weer stand te vinden. In strijd hiermee moet wor den geconstateerd dat ook deze luchtaanvallen geen successen hebben behaald en dat boven dien de afweer van de verbondenen aldaar zoo doeltreffend is, dat reeds in verscheidene ge vallen alle aanvallende vliegtuigen volkomen konden worden vernietigd. De Duitsche meerderheid in de lucht aan het geheele Oostelijke front weerhield de Sovjet luchtmacht ook gisteren van pogingen om Duitsch gebied binnen te vliegen. Enkele Sov jet-vliegtuigen vlogen, meestal alleen, uitslui tend naar Oost-Pruisen en het Oosten van het gouvernement-generaal, op buitengewoon groote hoogte. Onmiddellijk opstijgende Duitsche jagers dwongen de aanvallers overal spoedig rechts omkeert te maken. Nergens werden bommen ge worpen. Een groot aantal Sovjet-pantserwagens was op 25 Juni, naar aan het D.N.B. wordt medegedeeld, in bosschen naast een grooten opmarschweg in gereedheid gebracht voor een aanval op de flank van den Duitschen opmarsch. Foimaties van een der bekendste jachteskaders van het Duitsche luchtwapen ontdekten echter de nade rende Sovjetpantserwagens, toen deze, ongeveer 70 stuks in totaal, nog slechts enkele honderden meters van den hoofdweg uit gunstige dekking wilden optrekken tegen de Duitschers. Voor de pantserwagens onder beschermende boomgroepen of in graanvelden dekking konden vinden, wier pen de Duitsche jagers zich op hen en bestreden hen met bommen en met de boordwapens. In enkele minuten ontstond een verschrikkelijke wirwar van laaiende en rookende pantserwagens Toen de onaangetast gebleven Sovjetpantserwa gens zich in een klein dorp terugtrokken, ronkte een tweede formatie Duitsche jagers naderbij en wierp haar bommen op deze concentratie van pantserwagens. De bommen sloegen midden tusschen de wagens in. Dorp en pantserwagens verdwenen in rook en stof. Een na het gevecht ingesteld onderzoek leverde het bewijs, dat het beroemde jachteskader in totaal 46 Sovjet pantserwagens had vernietigd. In het Vrijdag verschenen Verordeningen blad is opgenomen een besluit van den secretaris-generaal van 't departement van Financiën betreffende de dividendbelasting (Besluit op de dividendbelasting 1941J, Dit besluit luidt als volgt: Voorwerp der belasting. Artikel I. (1) Onder den naam van „dividendbelasting" wordt, bij wijze van voorheffing op de inkom stenbelasting en de winstbelasting, een be lasting geheven van de opbrengst van aan- deelen, winstbewijzen en winstdeelende obliga- tiën van riaamlooze vennootschappen en com manditaire vennootschappen, welke binnen het rijk gevestigd zijn en niet van de winstbelasting zijn vrijgesteld krachtens artikel 2, 1', van het Besluit op de Winstbelasting 1940 (no. 83/1940). (2) Of een vennootschap binnen het rijk gevestigd is, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Artikel 2. I Als opbrengst worden onder meer be schouwd 1'. Alle winstuitdeelingen, met inbegrip van die, welke op ebligatiën geschieden. 2'. Alle liquidatie-uitkeeringen, voor zoover zfj het gestorte kapitaal te boven gaan. 3'. Bij uitreiking van aandeelbewijzen zon der storting van de volle nominale waarde: de nominale waarde, voor zoover niet blijkt, dat storting heeft plaats gevonden of zal plaats vinden. Bijschrijving op aandeelbewijzen wordt met uitreiking van zoodanige bewijzen gelijk gesteld. 4'. Geheele of gedeeltelijke teruggave van hetgeen op aandeelen is gestort, indien en voor zoover er zuivere winst is, tenzij te voren het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap door wijziging in de akte van oprichting dien overeenkomstig is verminderd. 5'. Vaste interessen van obligatiën, waarop tevens uitdeelingen kunnen geschieden, welke hetzij van de winst, hetzij van het bedrag van de winstuitdeelingen van de vennootschap af hankelijk zijn. II Uitdeelingen in geld of in anderen vorm worden ook als opbrengst beschouwd, indien zü niet door reeds behaalde winst zijn gedekt Bedrag van de be'asting en wijze van heffing: Artikel 3. (1) De belasting bedraagt 15 ten hon derd van de bruto-opbrengst. (2) De belasting is verschuldigd ten dage, waarop de opbrengst betaalbaar of op an dere wijze vorderbaar is. (3) De belasting is voor rekening van degenen, die rechtstreeks of door middel van certificaten tot de opbrengst ge rechtigd zijn, verschuldigd door de ven nootschap. Artikel 4. (1) De belasting wordt op de opbrengst in gehouden. Neemt de schuldenaar van de op brengst de belasting voor eigen rekening, dan wordt voor de berekening van de belasting de opbrengst met 100/85 vermenigvuldigd. (2) Bestaat de opbrengst niet in geld, doch in een bewijsstuk, dan verkrijgen de in ar tikel 7 bedoelde personen en lichamen ten be drage van de belasting een vordering op hem, aan wien dat bewijsstuk wordt afgegeven. Voor deze vordering hebben zij op dat bewijsstuk een recht van terughouding. Artikel 5. (1) De bestuurders van het lichaam, dat de opbrengst verschuldigd is, zijn gehouden binnen vijf dagen nadat de belasting op den voet van artikel 3, lid 2, verschuldigd is geworden, daar van aangifte te doen en tevens de belasting af te dragen. (2) Aangifte en afdracht geschieden bij den ontvanger der directe belastingen, binnen wiens dienstkring het lichaam gevestigd is in den zin van artikel 2 van het Besluit op de Winst belasting 1940. (3) De secretaris-generaal van het depar tement van Financiën kan voor de aangifte een formulier vaststellen en voorschriften ge ven met betrekking tot de afdracht. Artikel 6. Degene, die de opbrengst verschuldigd is, houdt een register, waarin hij de gegevens, noodig voor de berekening van de belasting, boekt vol gens door den secretaris-generaal van het de partement van Financiën te stellen regelen. Artikel 7. (1) Degene, die de opbrengst verschuldigd is, alsmede degene, bij wien de opbrengst is be taalbaar gesteld, het administratiekantoor, dat de opbrengst doorbetaalt aan certificaathouders, en ieder tot wiens beroep het koopen of innen van dividendbewijzen gewoonlijk behoort, is ver plicht den rechthebbende een nota uit te rei ken. welke de volgende gegevens bevat: 1'. Den naam en het adres van den rechtheb bende. 2'. Den dag daarop de opbrengst betaalbaar of op andere wijze vorderbaar was. 3'. De opbrengst (eventueel verhoogd volgens artikel 4, lid D. 4'. Het bedrag van de belasting. 5'. De dagteekening. (2). De nota dient te worden uitgereikt, zoo dra de opbrengst uitbetaald, te goed geschreven of verrekend is. Bestaat de opbrengst niet ui geld, dan staat de afgifte van de opbrengst met betaling gelijk. (3) De secretaris-generaal van het departe ment van Financiën is bevoegd nadere voor schriften te geven met betrekking tot de divi dendnota en het houden van aanteekeningen Indien deze voorschriften niet in acht genomen zijn, wordt aangenomen, dat aan de bepalingen van dit artikel niet is voldaan. (4) De secretaris-generaal van het departe ment van Financiën is bevoegd vrijstelling te verleenen van de in het eerste lid omschreven verplichting. Artikel 8. (1) Indien de belasting is betaald voor reke ning van een binnenlandschen rechtspersoon, die niet aan de winstbelasting onderworpen is, wordt hem op zijn verzoek teruggaaf van de be lasting verleend. Het verzoek moet bij den in specteur worden ingediend binnen een maand na de dagteekening van de nota, bedoeld in ar tikel 7. Op het verzoek wordt uitspraak gedaan door den inspecteur. (2) Waar in dit besluit wordt gesproken van „de inspecteur", is daarmede bedoeld de inspec teur der directe belastingen of die der registra tie, onder wiens inspectie de schuldenaar der op brengst in den zin van artikel 2 van het Besluit op de Winstbelasting 1940 is gevestigd. Artikel 9. (1) Indien de dividendbelasting niet of niet tot het juiste bedrag is Ingehouden of af gedragen of indien een te hooge teruggaaf is verleend, kan de te weinig ingehouden of af gedragen belasting of de te veel teruggegeven belasting door middel van een aanslag wor den nagevorderd. Navordering is uitges oten, indien meer dan vijf jaren sedert het einde van het kalenderjaar, waarin de belasting had moeten worden ingehouden of afgedragen, zijn verstreken. (2) Artikel 18, leden 2 tot en met 5, van het Besluit op de Winstbelasting 1940 vinden bii de navordering overeenkomstige toepassing. Artikel 10. (1) De volgens artikel 9 opgelegde aansla gen worden, voor wat betreft de invordering, a's aanslagen In een directe belastmg aange merkt. (2) De aanslagen moeten worden voldaan binnen één maand na de dagteekening van het aanslagbiljet. (31 Artikel 23 van het Besluit op de Winst belasting 1940 vindt overeenkomstige toepas sing. Artikel 11. Hij die bezwaar heeft tegen het bedrag, dat hem als dividendbelasting in rekening Is ge bracht, kan binnen een maand na de dagtee kening van de nota, bedoeld bij artikel 7, een bezwaarschrift, houdende verzoek om terug gaaf, indienen bij den inspecteur. Tegenover deng'ene. die de opbrengst verschuldigd is, be staat te dier zake geeneilei aanspraak. Artikel 12. Hij die bezwaar heeft tegen een uitspraak van den inspecteur ingevolge de artikelen 8 en 11, kan binnen een maand, nadat het af schrift van die uitspraak ter post is bezorgd of tegen ontvangbewijs is uitgereikt, in beroep komen bij den Raad van Beroep voor de di recte belastingen, binnen wiens rechtsgebied de uitspraak is gedaan. Artikel 13. Ten aanzien van de indiening en behande ling van de bezwaar- en beroepschriften zijn verder van toepassing alle voorschriften, gel dende voor de indiening en behandeling van bezwaar- en beroepschriften inzake inkom stenbelasting. Artikel 14 De artikelen 24, 25, 26, 28 en 29 van het Be sluit op de Winstbelasting 1940 zijn ook voor de dividendbelasting van toepassing. De juweelendiefstallen der laatste maanden hadden de Parijsche recherche handen vol werk bezorgd. De knapste speurders waren met het opsporingswerk belast en spanden hun uiterste krachten in om de geruchtmakende zaken tot klaarheid te brengen. De minst bekende onder deze knappe lieden was inspecteur Leducy, pas in het „vak" en bij voorkeur aangewezen voor het opknappen van de vervelendste opdrachten. Dagenlang stond hij nu al als „aankomende bediende" in de juwelierszaak der firma Con- try, om vanaf zijn onopvallend plaatsje in den meest verwijderden hoek van den winkel de klanten nauwlettend gade te slaan. Contry was nog een der weinig groote bij zondere zaken, welke nog niet met een bezoek der oplichters „vereerd" was. En toen Leducy bij een der vele conferenties daarop gewezen had, waren enkele collega's er als de kippen bij ge weest, om hem daar voorloopig „op te sluiten." Nog vóór het einde van den vierden dag bel de inspecteur Le ducy het hoofd bureau om een wagen: hij had iemand gearres teerd, die getracht had een kost baren ring in zijn mouw te doen verdwijnen. De bediende had niets bemerkt, maar Leducy was zeker van zijn zaak, dus In de groote kamer van den hoofdcommissaris werd het eerste verhoor afgenomen en de man gefouilleerd. Veel bijzonders leverde dat niet op. De man ontkende pertinent dat hij getracht had een ring in zijn mouw weg te moffelen, waarbij hij zich beriep op de getuigenis van den bediende, die zeide niets gezien te hebben. In specteur Leducy hield daarentegen pertinent vol dat hij gezien had dat het kostbare kleinood uit 's mans manchet op de toonbank viel, toen hij met 'n vluggen stap op hem toekwam. Waar toe diende het stevige elastiek, dat de verdachte om den pols had? Misschien om den mouw goed af te sluiten, opdat het gestolene er niet on tijdig uitviel? De fouilleering bracht een portefeuille te voor schijn, welke behalve een pas, wat nietszeggen de brieven en geld bevatte, een goud gerande bril en wat rookgerei. De commissaris zag meewarig naar zijn in specteur. „Wat dunkt u, mijnheer Leducy?" „Ik zou u willen voorstellen dezen heer in verzekerde bewaring te stellen, opdat ik den pas kan onderzoeken." „HmhmNu vooruitMijnheer Dufraux, u is gearresteerd!" De man protesteerde heftig, dreigde met pu blicatie van zoo'n ongehoord schandaal, zoo gauw hij weer op vrije voeten was. Toen werd hij weggevoerd. Den geheelen nacht was inspecteur Leducy druk bezig. De lachende blikken van zijn col lega's, die van zijn „vangst" gehoord hadden, negeerde hij volkomen. Hij had iets ontdekt, dat waarschijnlijk tot opheldering van het ge heele mysterie zou kunnen leiden. Eerst toen het al begon te dagen, verliet inspecteur Le ducy het hoofdbureau. Hij had nog maar een paar uurtjes om 'n uiltje te knappen, om 10 uur moest hij weer bij den commissaris zijn. Precies op tijd stond Leducy tegenover zijn chef, die hem nauwelijks een groet waardig keurde. De rapporten en verklaringen van enkele aanwezige speurders boezemden hem meer be lang in. Eensklaps scheen hij zich de aanwezigheid van Leducy te herinneren, althans hij zag den jon gen inspecteur even aan en vroeg: „En, mijnheer Leducy?" „Den man dien ik gearresteerd heb, is naar alle waarschijnlijkheid de gezochte juweelendief. Als ik zeg „naar alle waarschijnlijkheid", dan bedoel ik daar hoofdzakelijk mee, dat ik nog niet de gelegenheid heb gehad den man te confron- teeren met de verschillende bedrogen bedienden Voor mij persoonlijk staat zijn schuld vast!" Uiterst beheerscht had Leducy deze woorden uitgesproken; de uitwerking was verdeeld. Eeni- gen der aanwezgien, onder wie de commissaris, waren verbaasd, anderen meesmuilden. „Waarop baseert u uw conclusie, mijnheer I<educy?" „Ik zou deze gaarne nog even voor me willen houden, mijnheer. U zoudt me ten zeerste ver plichten, als u hier den gearresteerde met de diverse winkelbedienden zou confronteeren." ,,Nu, als u daar per se op staat Vijf telefoons ratelden in vijf telefooncellen en even later spoedden zich evenveel bedien den naar het hoofdbureau. Nog vóór de klok half elf wees, hadden zij in den gearresteerde den man herkend, die even vóór den diefstal ontdekt werd. hun zaak bezocht had. De man ontkende pertinent, maar toen inspecteur Le ducy den pas en de daarin voorkomende stem pels ter sprake bracht, werd hij minder zeker „In uw pas komen vijf stempels voor, telkens gedateerd twee dagen .nadat hier een slag ge slagen was. En telkens voerde uw reis naar V, eener,. Vindt u dat niet wat toevallig?" In groote letters brachten de middagedities der boulevard-bladen het sensationeel nieuws, dat de groote juweelendiefstallen tot klaarheid waren gebracht en dat de dader had bekend. (Nadruk verboden) Artikel 15. De secretaris-generaal van het departement van Financiën is bevoegd voorschriften, noodig ter uitvoering en tot aanvulling van dit besluit, uit te vaardigen. Artikel 16. (1). Hij die een aangifte, als bedoeld is bij artikel 5. opzettelijk onjuist of onvolledig doet, hij die opzettelijk een dividendnota, als bedoeld is bij artikel 7, met een onjuisten inhoud uit reikt, en hij die bij een verzoek om teruggaaf ingevolge artikel 8 opzettelijk onjuiste, feiten stelt, wordt, indien daaruit nadeel voor het rijk kan ontstaan, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden. (2). Artikel 30, leden 2 en 3, van het besluit op de winstbelasting 1940 vinden op alle in het eerste lid omschreven strafbare feiten overeen komstige toepassing. Artikel 17. Hij die aan den inspecteur, aan den Raad van Beroep, aan een door den inspecteur aangewe zen ambtenaar of aan een door den voorzitter van den Raad van Beroep aangewezen persoon opzettelijk een valsch of vervalscht boek of an der geschrift overlegt of ter inzage aanbiedt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren. Artikel 18. (1). Hij die opzettelijk de hem bij artikel 14 van dit besluit, in verband met artikel 28 van het Besluit op de Winstbelasting 1940, opge legde geheimhouding schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maan den of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden. (2). Hij, aan wiens schuld schending van de geheimhouding te wijten is, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gul den. (3.). Geen vervolging wordt ingesteld dan op klachte van hem te wiens aanzien de geheim houding is geschonden. Artikel 19. Met geldboete van ten hoogste duizend gul den wordt gestraft: le. hij die niet volledig voldoet aan een ver plichting, opgelegd bij of krachtens een van de artikelen 5, 6, 7 en 15; 2e. hij die niet volledig voldoet aan een van de verplichtingen, opgelegd by artikel 14 van dit besluit, in verband met artikel 25 of artikel 29 van het Besluit op de Winstbelasting 1940. Artikel 20. (1). De bij dit besluit strafbaar gestelde fei ten worden beschouwd als misdrijven, behalve de feiten, strafbaar volgens artikel 19, die als overtredingen worden beschouwd. (2). De artikelen 35, 36 en 37 van het besluit op de winstbelasting 1940 vinden overeenkom stige toepassing. Artikel 21. (1). Dit besluit treedt in werking met ingang van den achtsten dag na dien zijner afkondi ging. (2). Het wordt aangehaald als „Besluit op de Dividendbelasting 1941". (Dit besluit heeft t.a.v. de dividenden een zelfde beteekenis als het besluit op de loonbe lasting 1940 ten aanzien van de loonen. Het besluit op de dividendbelasting bevat dus geen regeling inzake beperking van dividenden, waarover den laatsten tijd in verschillende dag bladen beschouwingen zijn verschenen.) De persdienst van het NAF richt den volgen den oproep tot de boeren van Nederland: „Deze week vestigt de actie „Nederland voedt zichzelf" in het kader van den productieslag '41 onze aandacht op het vetvraagstuk. Ons land. evenals Europa in het algemeen, heeft groote behoefte aan vetten. De vetproduc- tie dient dus tot het uiterste te worden opge voerd, teneinde het steeds nijpender worden van het vettekort te voorkomen. Koeien en varkens leveren vet. We zouden de teelt hiervan dus uit kunnen breiden, maar.... economischer is het natuurlijk alleen wanneer het om vet en niet om vet-en-vleesch gaat den verbouw van oliehoudende zaden te vergrooten. Met dezen verbouw is immers een veel grootere vetop- brengst per H.A. te verkrijgen, dan met rund vee of varkens. Vooral het koolzaad is uiterst geschikt, om dat het de grootste vetopbrengst per ha. geeft, achtmaal zooveel zelfs als melkvee. De kapita listische wereld, de wereld, die meer aan het geld dan aan lands- en volksbelang dacht, druk te 't koolzaad jarenlang in een hoekje; de be- teelde oppervlakte na 1900 bedroeg slechts 2 a 3000 H.A. In den tijd. dat ook Nederlandoche bodemexploitatie nog niet zoozeer op het bui tenland was ingesteld, was dit getal veel hoo- ger; gemiddeld werd jaarlijks ruim 23.000 ha. met koolzaad beteeld. Zoo moet het ook nu weer worden. Onze vaderlandsche boeren moeten weten, dat het er nu om gaat een sterk volk te toonen, dat zichzelf wil en kan helpen, eensgezind is en 't volksbelang boven de belangen van het eigen ik stelt. De oproep besluit: boeren van Nederland: uw volk vraagt om méér vet. Geeft hieraan gehoor door den koolzaadverbouw met kracht ter hand te nemen en juist zooals uw grootvader deed, om Nederland weer een opbrengst van om en nabii de 23.000 ha. per jaar bebouwd koolzaad- land te leveren. De bevoegde instanties trachten voor koolzaad een goeden prijs vastgesteld te krijgen en voor koolzaadverbouwers bovendien een behoorlijke gift extra kunstmest beschikbaar te stellen. Hoe koolzaad het voordeeligst en meest pro ductief geteeld wordt, staat uitvoerig in het bericht van de commissie-Posthuma van deze week, dat in de vakbladen is opgenomen. Schenkt er aandacht aan. De tiid om den grond door scheuring, bemesting of anderszins voor dezo teelt goed te maken is er nü. Nederlandsche boeren, begrijpt in deze uw taak en roeping, zorgt óók voor de vetvoorzie- ning van eigen volk. Biedt aan het dreigende vettekort het hoofd; u kunt het. Het is uw plicht uw eigen volk zooveel als eenigszins kan te voeden uit eigen bodem. 43 (Nadruk verboden) EEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK Jeludin had Max in vrijheid gesteld, zonder ook maar met een woord met de Dayang te overleggen. Wy begrepen allen, dat dit moei lijkheden zou opleveren. Wat er nu precies alle maal gebeurde, vlak nadat Max het fort had verlaten, wisten we niet. Maar ik kon mij de houding van de Dayang wel ongeveer voorstellen en toen ik later het verhaal compleet hoorde van Sabtu, ondervond ik, dat ik er niet ver naast was geweest. Want de Dayang werd gewoon razend, toen zy hoorde, dat Max weg was. Op het eerste oogenblik kon zy het nauwelijks gelooven, zoo vertelde Sabtu my. Sabtu zelf was echter ook een beetje er door ontsteld. Hy en de Dayang konden zich niet anders voorstellen, dan dat Jeludin een groote dwaasheid had begaan, door hun gyzelaar te laten gaan. Ik kan me gemak kelijk voorstellen, dat zy geen blad voor den mond nam. Zü verweet Jeludin zün zwakheid, zü zwoer, dat hy de giften, die Allah hun ge schonken had, had laten wegsmelten als suiker in den muil van een olifant. Maar Jeludin verdroeg den storm. Nu hy een maal zijn besluit had genomen, wenschte hij zich niet door zijn vrouw op zün kop te laten zitten. Hij zeide haar waardig, dat hij geen gijzelaars noodig had, om een aanval van den Prentah af te koopen. Hy kon zyn vijanden terugdrijven tot aan de zee, zonder met het leven van een gevangene zaakjes behoeven te doen. Alhoewel de Dayang dit natuurlijk niet wist, gebruikte hij stuk voor stuk, al de argu menten, die Noreen aangevoerd had, misschien deed hij dit wel om zoowel de Dayang als zich zelf te overtuigen. Onnoodig te zeggen, dat een en ander op de Dayang niet veel indruk maakte. Voor een vrouw was zij bijzonder practisch aangelegd. Zij zag de voordeelen zeer goed in, die de gevangen schap van Max hun had kunnen opleveren en zij kon met den besten wil ter wereld maar niet inzien, waarom Jeludin hem had vrij gelaten. Zij begreep niet, welke motieven hij daartoe kon gehad hebben. Maar één motief meende zü toch wel te kennen. En zü werd hevig Jaloersch op Noreen. Volgens Sabtu was het feit, dat Jeludin Max had laten gaan, zonder de Dayang er met een enkel woord in te kennen, wat haar het meest hinderde. In den regel had hij voor een dergelijk* ernstige beslissing, altyd met haar de zaak overwogen. Dit keer echter was hü op eigen houtje te werk gegaan, haastig, overhaast büna. Zü voelde zich genegeerd en als men de zaken op de keper beschouwt, kan het niemand verwonderen dat zy hem wel een beetje verdacht van sympathie te koesteren voor Noreen. Doch er kwam nog meer by. Zij was hoogst benauwd, dat hy soms zou probeeren weer bij ons in de gunst te komen. En dat was het laat ste, dat zy zou kunnen gedoogen. „Moet ik dan met een man leven, die blaat met de geiten en bruit met de buffels?" riep zy uit. „Een die een heeten kool opraapt, maar haar laat vallen, zoogauV zy begint te branden? Weet je dan niet, dat de plataan maar één keer vrucht draagt? Wanneer zullen wy nog eens een kans krijgen om onze macht over deze blanke menschen te toonen? De haan is uit zijn mand weggevlogen en wij blyven met de knoei zitten. Maar hij kan ook weer gevangen worden. Stuur hem iemand achterna, zeg ik je. Zend Sabtu er naar toe en hij zal hem je onmiddellijk vangen." Ze vertelde nog heel veel meer in dat genre, zei Sabtu. De Dayang kon het maar niet zetten, dat Max weg was. Telkens kwam zij er weer op terug, dat Jeludin Sabtu erop uit zou sturen om Max weer te vangen. Zy wilde Max hebben, alleen. Zy was zelfs zoo verstandig, erbij te zeggen, dat hij het blanke meisje zou kunnen laten gaan De laatste, die zy wel in het fort zou dulden was Noreen. tenzy zy haar misschien op de een of andere manier had kunnen kwel len. „Zelfs als hij teruggebracht werd," zeide Jelu- din," „wat zouden wy daaraan hebben? Hü zou even nutteloos zyn als een boot in een rystveld. De Prentah zal aanvallen of wij hem gevangen hebben of niet." „Geef hem dan aan de Dusuns!" riep de Day ang uit. „Laat hem door hen in de martel-kooi stoppen! Een gevangene, dien zij boodschappen konden meegeven voor hun dooden zou een feest voor hen zijn." Volgens Sabtu, zou de Dayang Max aan de Dusuns hebben overgeleverd, als er niets anders meer op te vinden was. Ik had nooit kunnen vermoeden, dat het zoo ver zou kunnen komen. En de Gouverneur al evenmin, anders zou hij zeker het bevel tot den aanval niet gegeven hebben. Maar de Dayang begreep, dat men de Dusuns in ieder geval goedgemutst moest hou den. Dit was alleen waar zij op aanstuurde. Zoo ver ik kon nagaan was zy Max niet bijzonder vijandig gezind. Maar het gold by haar een zaak van diplomatie. Jeludin had heel wat ge- eischt van de Dusun-hoofden toen hy den vredeseed had afgelegd en hun bevolen had insgelyks te doen. De overval had hen weer een beetje opgeknapt, maar de Dayang vreesde, dat zy wederom zouden beginnen te morren. Wan neer zij den gevangene, maar weer konden te- rugkrygen en de Dusuns het martelfeest in het vooruitzicht kon gesteld worden, dan zou er voorloopig niets te vreezen zijn. Maar Jeludin weigerde. Hij was niet te ver murwen. Zooals de Dayang al reeds eerder had moeten ondervinden waren er oogenblikken. waarop hy onveranderlijk aan een besluit kon vasthouden, en dat was ook nu het geval. „Mijn woord is gegeven," zeide hü, „een be lofte mag niet herroepen worden. Kan het bloed (erugkeeren naar den arm, waaruit het gevloeid is?" De Dayang ging daar natuurlijk direct op in en men kan het haar moeilijk kwalijk nemen. Niets ergert een vrouw meer, dan een man die inconsequent is. „Maar laatst waren beloften, aan trouweloozen gedaan, toch niet bindend," merkte zij scham per op. „Wat is het, dat deze belofte zoo on herroepelijk maakt?" Het moet een bittere gewaarwording voor de Dayang geweest zijn, toen zij ondervond, op Jeludin geen invloed meer te hebben. Nu hij eindelijk zeker van zichzelf was, vertrouwde zij hem niet meer Zij had hem vertrouwd, maar hij had haar teleurgesteld. Voor haar was Je ludin onberekenbaar geworden En zy vreesde hem, zooals zy hem nog nooit gevreesd had in de dagen, dat zy de baas was. Zij durfde nie mand uitsturen, om Max weer gevangen te nemen (ik twyfel er niet aan, of Sabtu zou maar wat graag gegaan zyn) doch zy besloot wel, dat, als zy het verhoeden kon, er tusschen Jeludin en ons geen nieuwe onderhandelingen meer zouden plaats grüpen. Nooit had Jeludin sterker naar oorlog kunnen hunkeren Hij wist dat vroeg of laat een aan val zou plaats hebben. Hij besloot onze komst af te wachten en men ging door met de ver sterking van het fort. Hy schijnt een onbeperkt vertrouwen in de onverwoestbaarheid van die sterkte gehad te NEW YORK, 27 Juni. De New Yorksche Ef fectenbeurs opende vandaag met loomen han del en zeer geringe koersafwijkingen. In verband met de berichten van buiten het Westelijk half rond, was de ondertoon v-n den aanvang af fliuwer. Tijdens den geheelen duur van den beurshandel bleef men aan kooperszijde zeer terughoudend en er ontstond later een algemee- ne koersdaling. Vooral staalwaarden, automo bielfondsen en rubberwaarden hadden daarvan te lijden, alsmede handelsfondsen. In deze af deelingen werden koersverliezen van omstreeks een punt geleden, doch ook in de overige groe pen waren de koersdalingen in de meerderheid. Slechts hier en daar, b.v. bij petroleumwaarden en spoorwegfondsen, bleek weerstand te kunnen worden geboden. Voor public utilities toonde men geen belangstelling. Later veroorzaakten de be richten van het Europeesche front een nieuwe reactie en kromp de handel tot een minimum in. U.S. Rubber en American Tel. and Tel. vie len daarbij op door een koersverlies van een punt, terwijl bij leidende staalwaarden de ver liezen, hoewel fractioneel, van vry grooten om vang waren. Ook tijdens het laatste beursuur bleef de handel loom. De koersen daalden nog iets en de beurs sloot gedrukt. Slotk Slotk Slotk Slotk NEW-YORK 27/6 26/6 25/6 24/6 Air Reduction 42 42 41% 41% Allied Chem 152(4 153 152% 152 American Can 81(4 82 84 83% American Radiator 6% 6% 6(4 6(4 Amer Rolling 14 14% 14 14 Am. Smelting 41 41% 42 41)4 Am. Sugar Refining 16 16(4 16% 16% Amer Tel Tel 155 156 156 156%. Am. Tobacco B 69% 69% 68% 69% Am Waterworks 4% 4% 4% Anac. Copper 27(4 27 27% 27% Atchls Topeka 28% 29% 29(4 29 Baldwin Locomotive 15 15% 15% Baltim. 6s Ohio 3% 3(4 3% 3?® Bethlehem St73 74 78(4 73% Canada Pacil3% 3% 3% 3% Com Investm 29% 29(4 29% 29% J. 1. Case 60 60 61% Ches m Ohio36% 37 36% 36% Chicago Rock Iel. Chrysler Corp57% 57% 57% 57% Cons Edison 18% 18% 18% 18% Delaw Huds10% 11(4 11% 10% Detroit Edison C. 20% 21%f 22 21% Dupont d'Nem 155% 155 154 153(4 Eastman Kod 134 134% 133% 133% Genei Electric 32% 32;ST 32% 32% Gen Foods Crp 36% 36% 36% 36% Gen Motors 38(4 38% 38% 38% Goooyear Tyr 17% 17% 17(4 17% Hudson Motor 3% 3(4 3 3 Int. Harvester 4950(4 50)4 49% Intern. Nickel 25% 25% 25% 25)4 international Paper 14% 14% 14% 14% Int. Tel. a Tel. 2(4 2% 2% 2(4 Kenn Copper 36% 37(4 38% Mack Trucks Incorp. 28% 30 29% 29(4 Montgomery 34% 34% 34% 35 National mscuit Co 16(4 1°% 16(4 16(4 N, X. Central 12% 12% 12% 12(4 Norfolk 61 Western 197 197 196 196 Nord Amer. n.a. 12 12% 12% 12% Northern Pacific... 6(4 6% 6% 6% Packard 2% 2% 2% 2% Pennsylvania 23'% 23% 23% 23% Proctor Chamble 58 58% 57% 56)4 P Serv 01 N.J21% 21% 21% Pullman Incorporat. 26'/2 27% 26% 26(4 Pure Oil Company g% 9% 9% 9% Radio Corp3% 3y8 4 3% Reading Company 14..% 14% 14% Republic Steel 19% 19% 19% 19% Reyn Tobac B. 32 32 3^ Sears Roebuck 71% 72% i2 'i% Shell Onion Oil 14% 14% 14(4 Socony-Vac 9% 9 Southern Pacific 11% 11% 11% 11(4 Southern Railway 13 12% 13 12)4 •Standard Brands 5% 6)4 5% 5(a St. Oil N.-Jers 40% 40(4 40% 39% Texas Gulf Sulphur 35% 35% 35% 35)4 Tw Fox Film5% 5% 5(4 Union Carbon 71(4 71)4 70% Union Pacific 80 80% 80% 80% Unit. Aircraft 39% 40 39% 391% United Corpor. (4 i/2 United Frui» 65(4 65(4 65 65% On. States Ind. Ale 24% 24 24% 24% On St -Rubber 23% 23% 23 23% On. St Steel 56(4 57(4 56% 56% Un St. Steel pr ..119 119 Western Union 24% 25% 24% Westing house 94% 94% 94% 93% Woolworth 29% 29% 29% 29% laten, t ex-dlv„ S ex-recht- ex-coup. 1 Diea. WISSELKOERSEN NEW YORK, 27/6 26/6 27/6 26/6 A'damc Weenen 4.75% 4.75% Londen 4.03% 4.03% Stockh 23.86 23.86 Parlis 2.34 2.34 Montreal 88.31 88.00 Berllin 40.05 40.05 Mntr.Lno 4.56% 4.58% Brussel B, Aires P 29.78 29.78 Rome 5.26% 5.26% B.Aires M 23.75 23.75 Madrid 9.25 9.25 York c. 23.45-8 5.54 Zwitstri 23.21 23.21 Shanghai 5.51 23.45-8 Zw. vrll 23.24 23.24 's-GRAVENHAGE, 27 Juni, Koersen voor stortingen op 28 Juni 1941 tegen verplichtingen luidende in: Belga's 30.1432. Zwltserscne francs 43.56. Franscne francs 3.768. Lires 9.87. Deensche kronen 36.37. Noorsche kronen 42.82 Zweedsche kronen 44.85 Tsjechische kronen (oude schulden) 6.42. Dinar (oude schulden) 3.43. Dinar (nieuwe schulden) 4.23. Lurksche ponden 1.45%. Lewa 2.30 Pengö (oude schulden) 36.519 Pengö (nieuwe schulden) 45.89. Zloty (oude schulden) 35.00. Zloty (nieuwe schulden) 37.68. Lel 1.28 Het college van rijksbemiddelaars heeft oe- sloten, den termijn, binnen welken bezwaren kunnen worden ingediend tegen het by het college ingediende ontwerp van een regeling der arbeidsvoorwaarden voor het hotel-, restaurant-, café-restaurant- en cafetariabedryf te verlengen tot 5 Juli 1941. hebben. Met den dag werden de muren hooger, de bamboe-palissaden minder doordringbaar en al dichter werden de doodeiyke sudah's op den grond gezaaid. Het moest een sterkte worden, zooals Borneo er nog geen had gekend. Hü voelde, dat hij ons best aan kon van achter die dikke muren. Wanneer wij onze krachten er tegen zouden hebben uitgeput, zou hij tevoor schijn komen en ons terugdrijven. Dan zou hij al de Gouvernements-stations stuk voor stuk aanvallen totdat het heele land voor zyn zwaard was gevallen. Maar toen Max eenmaal veilig en wel terug was, had de Gouverneur toch ook al weer min der plan voor een aanval. Hij besloot Jeludin nog een laatste kans te geven De invrijheid stelling van Max had nogal indruk op hem gemaakt. Hij begon te begrijpen, dat wanneer Jeludin maar eenmaal van onzen goeden wil overtuigd zou zijn, alle kans op een nederzetting onder zijn bestuur, nog zoo onmogeiyk niet was- Hy zette er dan ook alles op om een openlijke breuk te vermijden. Ik kan het an mün kant niet geheel met hem eens zijn. Hy kende Jeludin niet, zooals ik- hem kende. Dat Jeludin Max vrijgegeven had, was één ding Dat hij echter zich zelf ook zou over" geven, was nog heel iets anders. Eens had hij vrede met ons gesloten, en toen had ik hem kunnen zeggen, dat hy vry uit kon gaan. Maar dat kon hij nu moeiiyk meer verwachten en was ook niet van plan, hem nog eens die voo hem alleszins gunstige voorstellen te doen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1941 | | pagina 2