Attlee's nieuwe kabinet
Superforten kondigen hun
bezoek aan
Soldaten zwemmen naar
den strijd
69ste JAARGANG No. 23301
o
ZATERDAG 28 JULI 1945
Bureau voor Redactie en Administratie: Smedestraat 5 - Telefoon 21543 en 21544
Abonnementsprijs 30 cent per week
Bevin Buitenlandsche Zaken
NIEUWE OLIEBRONNEN-
IN DRENTE
Churchill niet
naar Potsdam?
KIESCOLLEGES EN
GEMEENTERADEN
Japan biedt geen tegenstand
De landing der Australiërs
op Borneo
(ABC-Rona)
Deken Van Noort
in ruste
Naar wij vernemen, heeft de
hoogwaardige Deken van Amster
dam, Mgr. dr. G. C. van Noort,
onlangs het emeritaat gevraagd
en zal hij binnenkort zijn hooge
ambt neerleggen.
De hoofdstad zal nochtans haar
hooggeëerden burger niet behoeven
te verliezen, daar Mgr. van Noort,
naar wij vernemen, voornemens is
in Amsterdam te blijven wonen.
Britsche infanterie-soldaten zwemmen een rivier over in
volledige uitrusting. Hun geweren rusten op een drijvend
pakje dat zij voor zich uit duwen
CONTACT
Twee bonnen voor
schoenreparatie
NIEUWE HAARLEMSCHE COURA
LONDEN, 28 Juli (Beuter).
Vrijdagavond zijn d6 voornaamste
jw>sten bekend gemaakt van de
door Attlee gevormde Labourre-
geering. Clement Attlee wordt mi
nister-president. Evenals Churchill
is Attlee tevens eerste lord van de
schatkist en minister van Defensie.
Ernest Bevin, die tijdens den oorlog
minister van Arbeid was in het coa
litie-kabinet, is benoemd als minister
van Buitenlandsche Zaken. Hij volgt
Anthony Eden op. Hugh Dalton, mi
nister van Handel in het coalitie
kabinet, werd benoemd als minister
van Financiën in een gedeeltelijke lijst
van nieuwe aanstellingen, die door
koning George goedgekeurd werden en
die vanuit No. 10 Downingstreet be
kend gemaakt werden.
Andere benoemingen omvatten:
Herbert Morrison, voormalige minis
ter van Binnenlandsche Zaken, als
president van den raad en leider van
het Lagerhuis.
Arthur Greenwood, groot zegelbe
waarder.
Sir Stafford Cripps, minister van
Handel.
Sir William Allen Jowitt, minister
van Justitie en voorzitter van het
Hoogerhuis.
Do verdere aanstellingen, waaronder
die van het ,,Indla Office", zullen la
ter worden medegedeeld.
De politieke correspondent van Reu-
tör schrijft over de samenstelling van
het kabinet Attlee O.m., dat de nieu
we premier groote handigheid aan den
dag heeft gelegd bij de formatie van
het z.g. inner cabinet. De breedge
schouderde Bevin, de vroegere direc
teur van de Engelsche oorlogsarbeids-
krachten van 25 millioen man, en de
kleine, agressieve Morrison, de vroe
gere minister van Binnenlandsche Za
ken, zijn de twee domineerende per
soonlijkheden der labourpartij en in
potentie de opvolgers voor het leider
schap der partij. Door Morrison lord
president van den raad te maken, een
sinecure, die gepaard kan gaan met
het waarnemend premierschap, en
door Bevin te benoemen tot minister
van Buitenlandsche Zaken, de belang
rijkste functie na de zijne, heeft Attlee
stilzwijgend een gelijken status gege
ven aan zijn beide leidende collega's.
Vele labourleden gelooven, dat het
huidige oogenblik een minister van
buitenlandsche zaken vraagt, die in
staat is zijn man te staan in inter
nationale raadsvergaderingen tegen
over de sterkste vertegenwoordigers
van andere groote mogendheden. Be
vin. bruusk, maar buitengewoon men-
schelijk, onbevreesd, maar toch vrien
delijk, zal die kracht geven. Hij bezit
niets van de lange ervaring op het
diplomatieke terrein van zijn voor
ganger Eden, maar hij is zeer scherp
zinnig en heeft zijn leven lang de in
ternationale politiek bestudeerd. Hij
gelooft, dat de naties vierkante taal
beter begrijpen en waardeeren dan de
tradttioneele taal der diplomatie.
De benoeming van Dalton tot mi
nister van financiën 13 een verrassing,
al zal deze reusachtige, gemoedelijke,
kaalhoofdige intellectueel, die een
professorale autoriteit ls in de econo
mie. wel in staat zijn die taak te ver
vullen.
De groote, geleerd uitziende, wit
harige Arthur Greenwood, de meest
beminde man in de Labourpartij en
vroeger in den oorlog lid van het oor
logskabinet der coalitieregeering, wordt
groot-zegelbewaarder, een tweede sine
cure, die dezen bekwamen minister de
handen vrij laat om een taak te ver
vullen in lederen tak van kabinets-
arbeid.
Greenwood, die groote parlemen
taire en een aanzienlijke ministerieele
ervaring heeft, komt in de plaats van
den dagbladmillionnair lord Beaver-
brook, dien Labour ervan beschuldigd
heeft, deze algemeene verkiezingen
zoo overijld te hebben doorgezet.
Greenwood heeft niet de stuwkracht
van Bevin of Morrison, maar is zeer
bekwaam. Wanneer populariteit het
eenlge criterium voor leiderschap zou
zijn, zou hij op de eerste plaats staan.
Cripps, die in 1942 het befaamde
aanbod der coalitie-regeering aan In-
dië heeft overgebracht, wordt minister
van handel. Hij is minister voor de
vliegtuigproductie geweest, een porte
feuille. die eerder in den oorlog ook
beheerd is door Beaverbrook. Hij heeft
groot succes gehad als ambassadeur
in Rusland in een vroeger stadium
van den oorlog.
Sir William Jowitt, evenals Cripps
een juridisch deskundige, volgt lord
Simon op. De Lord Chancellor is in 't
Hoogerhuis wat de speaker in het La
gerhuis ls, zoodat hij vele belangrijke
staatsfuncties bekleedt, zooals het leg
gen van het verband tusschen den
troon en de wetgevende vergadering.
Hij is een uitstekend redenaar.
Morrison zal in zijn kwaliteit van
lord president van den raad optreden
als leider van het Lagerhuis, d.w.z. hij
zal de woordvoerder van de regeering
zijn in het Lagerhuis. In de vorige
regeering was dit de taak van Eden.
De hoeveelheden olie, welke de
N. V. Bataafsche Petcoleummij.
thans in Zuid-Oost Drente wint.
zijn reeds vrij groot.
Dezer dagen heeft de Bataaf
sche aan Ged. Staten dezer pro
vincie verzocht concessie te ver
krijgen voor nieuwe boringen op
terreinen, gelegen tusschen de
gemeenten Coevorden en Schoo-
nebeek. De aanvraagster meent,
dat nog belangrijke gedeelten
van de over een lengte van 30
km. vastgelegde structuur pro
ductief zullen zijn.
LONDEN, 27 Juli (A.P.P.) Chur
chill zou definitief besloten zijn, niet
naar Potsdam terug te keeren. Hij
zal nog eenige dagen in Downing
street blijven wonen teneinde de
loopende zaken af te handelen. In
middels heeft Attlee zich gevestigd
in het gebouw van de schatkist, waar
hij bijna onafgebroken vooraanstaan
de personen der Labourbeweging
ontvangt.
Churchill had vandaag alle leden
van zijn vroeger kabinet naar
Downingstreet genoodigd. Een me
nigte van eenige honderden men-
schen juichte den afgetreden premier
lulde toe.
Wij vernemen, dat spoedig de pu
blicatie te verwachten ls van het
Uitvoeringsbesluit van het K.B.,
waarbij de procedure wordt geregeld
betreffende de benoeming van kies
colleges en verkiezing van gemeente
raadsleden en de data, waarop in de
acht Noordelijke provincies de kies
colleges en gemeenteraden moeten
zijn samengesteld. In de Zuidelijke
provincies ls met de formeering
hiervan reeds een begin gemaakt.
GUAM, 27 .Juli (A.P.). De 20ste
Amerikartnsche luchtvloot heeft Japan
ronduit verteld in een waarschuwing,
die haar gelijke niet heeft en den fei
telijken bombardementen voorafgaat,
welke volgende elf steden aan de
superforten ten offer zullen vallen.
De waarschuwing, welke samenviel
met den geallieerden eisch tot over
gave, werd gedaan door It.-gen. Curtis
Lemay.
Hij raadde den 890.000 Japanschen in
woners der 11 bewuste steden aan, te
vluchten en ,,den vrede te herstellen
door nieuwe en goede leiders te kie
zen. die den oorlog zullen beëindigen."
De waarschuwingspamfletten zeggen
dat „een normaal aantal" superforten
in de komende dagen vier of meer
steden zullen aanvallen.
Vliegdektoestellen van de Amerl-
Icaansche derde vloot en een Britsche
aanvalsgroep met vlootstrijdkrachten
hebben wederom een aanval gedaan
op het Japansche binnenland. zoo
meldt admiraal Nimitz. Ondanks het
buitengewoon slechte weer zetten de
toestellen hun wijdverspreide aanval
len op de Japansche scheepvaart
voort. Daarbij werd den vijand groote
schade toegebracht. De Japansche
weerstand in de lucht bleef licht, 15
toestellen van den vijand werden bo
ven de doelen neergeschoten.
Komt het bericht van het heengaan
van Mgr. van Noort, gezien diens hoo-
gen leeftijd, niet onverwacht, toch
wekt het opzien en gevoelens van
groote teleurstelling, niet slechts bij
de Katholieken van Amsterdam, maar
in breede kringen der stad. Want de
kleine, grijze prelaat van het Begijnhof
is na de 16 lange jaren van zijn de
kenaat, maar meer nog door zijn bij
zondere persoonlijkheid, een figuur in
het Amsterdamsche leven, die hier
nauwelijks meer valt weg te denken.
Wanneer men in Amsterdam spreekt
van ,,den deken", dan is dit voor den
Katholiek, maar ook voor zoo menig
andersdenkende een begrip-geworden,
verbonden aan die vertrouwde en ka
rakteristieke verschijning op en buiten
het Begijnhof, een begrip van waar
digheid en gezag met de aureool van
den ouderdom, verpersoonlijkt in dien
sterken grijsaard.
Amsterdam is Mgr. van Noort
grooten dank verschuldigd voor wat
hij in zijn verschillende kwaliteiten, als
Jong kapelaan, later als pastoor van
,,de Duif" en tenslotte als deken in
den moeilijksten tijd voor het Katho
lieke leven van de hoofdstad heeft
gedaan.
Men kan den oorlog, die in
het Verre Oosten nog in
al haar hevigheid woedt
een materialen-oorlog noe
men (een grooter aantal materiaal
werd nooit ln een oorlog gebruikt)
zij stelt daarom niet minder
elschen aan den persoonlijken moed
en den physieken toestand van den
soldaat.
Luitenant-kolonel P. A. M. Web
ster, staf-officier voor de physleke
training in het Britsche leger, ver
telt over de moeilijkheden die sol
daten ontmoeten bij het landen en
het oversteken van rivieren. Zoo
krijgen we tevens een indruk van
een klein deel der hindernissen,
welke onze soldaten in Borneo
hebben te overwinnen om Indlë
vrij te maken.
In het begin vaii den oorlog kon
slechts 30 pet. van de soldaten zwera-
imen. Iedere soldaat echter, of hij
zwemmen kon of niet, moest het
opnieuw leeren, want zwemmen ln
den strijd is niet hetzelfde als zwem
men voor zijn plezier.
Reeds ln het begin heeft het leger
aL.,V'p Ingeroepen van den Britschen
,Zwembond en het zorgde
beste instructeurs aan
?n rJ J™,o^nden' Mannen van naam
iLipvf-i o en nationale en
mtei nationale kampioenen hebben
de leiding bij het trainen van deS
soldaat, die zwemmen leert. Aan deze
training hecht men zoo veel waarde
dat men bij de ligging van het kamp
terdege rekening houdt met een
zwemgelegenheid. Soms werden zelfs
bassins uitgegraven aan stranden, die
verdedigd waren met mijnenvelden,
om de soldaten te laten baden.
In den vorigen oorlog (een positie-
oorlog) werd aan het zwemmen in
het geheel geen aandacht geschon
ken. In dezen oorlog, die vooral een
bewegingsoorlog is, springt het voor
deel van een soldaat die goed zwem
men kan spoedig in het oog.
Troepentransportschepen toch wor
den dikwijls getorpedeerd en dan
moet de soldaat niet alleen naar
een boot of naar het strand kunnen
zwemmen, doch hij moet ook van
een aanzienlijke hoogte ln het water
kunnen springen. Een soldaat kan
niet duiken vanwege de uitrusting
die hij bij zich heeft, en dikwijls kan
die uitrusting, als zij niet op de voor
geschreven manier bevestigd is', z(jn
dood beteekenen.
Een stalen helm met den band
onder de kin, kan den soldaat bij het
duiken den nek doen breken, terwijl
hij als hij niet onder de kin vastzit in
het water verloren gaat en de sol
daat zonder helm ls blootgesteld aan
kogels en granaatsplinters. Zoo zijn
de mannen verplicht hun helmen
aan hun schouderband vast te ma
ken voor zij springen. Zij moeten
het geweer vasthouden bij den be
schermer van den trekker, anders
kunnen zij hun geweer verliezen of
zich een gat ln het hoofd stooten.
Bovendien mogen zij nooit springen
in de richting waarin het transport
zicht beweegt. Als het peleton vele
slechte zwemmers heeft of mannen
die niet zwemmen kunnen, dan zijn
degenen die wei zwemmen kunnen
beter getraind om de rest over te
zetten.
Twee goede zwemmers maken eerst
den overtocht en nemen een dunne
lijn mee, waaraan een zwaarder
touw zit dat vastgemaakt wordt aan
de boomen op beide oevers op zoo'n
hoogte dat de bocht Juist op het
water hangt. De rest van het peleton
trekt zich zelf dan hand aan hand
over de rivier, hun rug in de richting
waar zij heen moeten. Als de bocht
juist op het water hangt, mogen zij
zich niet eerder bewegen voor
hun voorganger een beweging ge
maakt heeft. Meestal staat er dan
nog een geoefend zwemmer bij deze
veillgheidslijn om terstond te hel
pen als dit noodig mocht zijn.
Een ander voordeel van de veilig-
heidslijn ls dat, indien de rivier niet
te breed is, de mannen op den eigen
oever een smalle brug kunnen bou
wen van 6-voets dwarsliggers
die zij bij rich hebben. Eén zwemt
de rivier over, maakt het eene eind
van de brug aan een boom vast.
Dan draait men de brug met een
j vN'.y*"'
lier op de goede hoogte en maakt
haar stevig vast.
Deze constructie moge gevaarlijk
lijken. Voor het oogenblik is zij zeer
sterk. Voorts kan de veillgheidslijn
nog gebruikt worden voor het terug
brengen van gewonden. Het is de
gewoonte in het leger, de gewonden
zoo snel mogelijk weg te dragen en
de mannen die bij een aanval sneu
velden nooit achter te laten. Voor
het vervoeren van gewonden over
een rivier gebruikt men een soort
wig van grondzeilen. Met dwars-
touwen wordt het ding aan d.e vei
llgheidslijn gehangen, waarna het
met een ander touw wordt overge
trokken. Als er echter tijd genoeg
is voor de overtocht en men wil om
een of andere reden de kleeren droog
houden, dan wikkelt men deze in
het grondzeil of in de gascape. Dit
pakje blijft drijven, omdat men het
met lucht kan opblazen. Zoo kan de
zwemmer er zijn geweer op leggen
en zelfs kan hij schieten in geval
van nood. Gewonden worden nog
overgebracht op autobanden-vlotten
etc. Alles wat maar drijft kan ge
bruikt worden.
Men kan licht begrijpen, dat er
van de zwemtechniek der soldaten
veel geëischt wordt. Eerst wordt er
dan ook eenigen tijd „droog ge
zwommen." Doch luitenant-kolonel
Webster is van meening, dat dit niet
veel uithaalt, daar de mannen hun
evenwicht en houding in het water
moeten houden, en dat kan niet op
het droge geleerd worde.r.
De waarde van het zwemonder-
richt is zonneklaar bewezen door de
mannen, die de legers der Geallieer
den de Rijn hielpen oversteken, en
die nu vechten in Indië en het Verre
Oosten.
„Een voorlichtingsdienst zal op ge
paste wijze als het ware het denken
der regeering voor het volk reprodu-
ceeren. Deze dienst zal het oog eri
oor van de regeering moeten zijn,
d.w.z. haar op de hoogte houden
van hetgeen er ln den lande omgaat.
Deze regeerings-voorllchtingsdlenst
zal ook het perscontact met de Jour
nalisten dienen te onderhouden."
Aldus sprak de minister-president,
prof. ir. W. Schermerhorn, in zijn
radio-toespraak van 27 Juni.
Wij citeeren deze passage uit de
rede, om nog eens nadrukkelijk naar
voren te brengen, dat de regeering
er hoogen prijs op stelt contact met
de landgenooten te hebben. Dit voor
opgezet, maakt het volgende duide
lijker:
Bijna onmiddellijk na dé bevrij
ding kreeg Haarlem een waarnemend-
burgemeester, den heer Relnalda,
wiens groote verdiensten voor de stad
en wiens kennis van alle gemeente
zaken ieder waardeert. De burge
meester benoemde enkele dagen later
een viertal adviseurs, die men in do
wandeling wethouders noemt. Do
functies in het gemeentebestuur wer
den verdeeld, zoodat ieder een afge
bakend terrein te verzorgen kreeg,
zooals dat in den vooroorlogschen tijd
ook met B. en W. het geval was. in
de randgemeenten deden zich dezelf
de omstandigheden voor.
We leven nu bijna tien weken la
ter en de burgerij heeft van deze
gemeentebesturen practisch niets
vernomen. Men weet. dat er gewerkt
wordt, men neemt terecht aan,
dat er hard gewerkt wordt,
maar men hoort officieel niets
en officieus zoo nu en dan
iets van een al of niet betrouwbare
buitenwacht. In de dagen van do
gemeenteraden kregen de lezers der
Haarlemsche dagbladen minstens om
de drie weken een soms ellenlang
relaas over de debatten en besluiten,
die de vroedschap gevoerd en geno
men had. Men kon over de waarde
daarvan verschillend oordeelen, maar
men las de onthullingen der gemeen
tepolitiek met graagte, praatte er in
diverse kringen over na, verheugde
zich er over of stak een verontwaar
diging niet onder stoelen of banken.
In de drie weken, die tusschen de
raadsvergaderingen lagen, werden de
redacties regelmatig verblijd met de
z.g. raadsstukjes, aankondigingen, die
den débatten of besluiten in den raad
vooraf gingen. Veelal kon dan van
de zijde der couranten-redacties
reeds voorlichting en eventueel com
mentaar vooraf gegeven worden.
Dit artikel heeft geenszins de be
doeling een pleidooi te houden voor
den spoedlgen terugkeer van de ge
meenteraden. Dat is hier niet aan
de orde. Maar wél willen we onze
teleurstelling er over uitspreken, dat
het publiek in de afgeloopen tien
weken zoo goed als geheel van ge
meentelijke voorlichting gespeend ls
gebleven. Men weet van de verrich
tingen van B. en W. of hoe het
college thans heeten mag officieel
niets af. Raadsstukjes zijn niet ge
publiceerd. van geen der departe
menten is een min of meer belang
rijke of voor het publiek interessante
mededëeling gekomen, de pers heeft
slechts nu en dan met moeite iets
kunnen achterhalen.
Nu weten we wel, dat veel gedes
organiseerd was, dat het herstel oa3
begonnen ls en dat het gemeente
bestuur nog niet veel direct bereiken
kan, waaruit volgt, dat contact met
de burgerij nog vrijwel overbodig is.
Maar van den anderen kant werkt
het college toch den ganschen dag.
waaruit resultaten geboren moeten
worden, die voor de Haarlemsche ge
meenschap van groot belang zijn.
Een gemeentelijke voorlichtings
dienst is niet noodig, misschien zelfs
niet eens gewenscht. Maar het oude
contact met de burgerij, via de dag
bladen. moet spoedig hersteld wor
den, zeker nu ook ln het regionale
dagblad-wereldje orde en regel, na
wekep van onoverzichtelijkheid, ge
komen zijn. Wellicht kunnen de ge
meentebesturen door deze voorlich
ting onzerzijds het oude. zoo zeer ge
waardeerde en vruchtbare contact
zoo spoedig mogelijk herstellen.
v. W.
Ieder der bonnen 181 en 182 i*
geldig verklaard voor 25 gram repa-
ratieleer. Zij blijven geldig en kun
nen in combinatie met bon 112 en
met eventueel later aan te wijzen
bonnen gebruikt worden.