Troonrede van H.M. de Koningin Na zes jaar Wij blijven pogen de toekomst van Indië en ons gemeenebest te redden NEURENBERG Oorlogsmisdadigers staan terecht Aartsbisschop brengt hulde aan katholieke werkers Het weer Extra-vleesch Zij waren het, die het eerst openlijk in verzet kwamen 69ste JAARGANG No. 23398 o DINSDAG 20 NOVEMBER 1945 Bureaux Smedestraat 5. Telefoon Redactie 21544 Telefoon Administratie 21543 Abonnementsprijs 30 cent per week Graaf du Monceau bon 165 en 259 INDIË-VL! EGTUIG Donderdag in Amsterdam De ontwikkeling op Java (Vervolg op pagina 3) NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT 20 November is voor ons land een historische dag. Niet alleen, omdat vandaag voor het eerst na zes jaar de Koningin in een bevrijd Neder land de gewone zitting van een vol tallige Staten-Generaal wederom kon openen, maar ook, omdat het vandaag 132 jaar geleden is, dat Van Hogendorp en Van der Duyn van Maasdam, in naam van den prins van Oranje, na een jaren lange Fransche onderdrukking het algemeen bestuur des lands aan vaardden. Er werd op dien dag een voorloopige regeering geboren en het Nederlandsche volk kon zijn plaats in de rij der vrije volkeren van Europa hernemen. Vandaag beginnen de voor 1 o o p i g e Staten-Generaal hun werk. Was bij de tijdelijke Staten- Oen. weer een begin van parlemen tair leven mogelijk, thans bij de voorloopige St.-Gen. komt het par lementaire leven weer in normale banen. Het is en dat mogen wij niet vergeten nog steeds een noodpariement, want eerst na de verkiezingen in het voorjaar zal men van een werkelijke volks vertegenwoordiging kunnen spre ken. Na vijf jaar onderdrukking is het hooren van de troonrede een ver ademing. Zij geeft weer het gevoel -baas in eigen huis te zijn, zij is een duidelijke uiting dat Nederland, evenals 132 jaar geleden, weer zijn plaats in de rij der vrije volkeren heeft hernomen. Daarom heerscht er vandaag een gevoel van vreugde bij het Nederlandsche volk al wordt deze vreugde ook getemperd door de herinnering aan het bittere leed, dat tijdens de bezetting over ons allen kwam. Het is in -deze stemming, dat H. M. de Koningin haiur troonrede begon. Hoe kan itoet anders of haar eerste gedachte ging uit naar hen, die door den vijand waren ver moord of in het venaet tegen den bezetter gevallen. Maar hoe ver schrikkelijk ook is de gedachte aan de millioenen Nederlanders en Indonesiërs, wier leven voortdu rend in het grootste gevaar ver keert dbor de dreiging van een verdwaasde massa. Als een licht in de voor ons Indië zoo don kere toekomst klonken de woorden van de Koningin: „en toch blijven wy pogen voor Nederlanders en Indonesiërs in dit tlhans geteister de land de toekomst le redden. Geen wraakoefening staat on$ voor oogen, noch de vestiging eener koloniale overhee-rsching." In groote lijnen geeft de troon rede vervolgens aan, hoe de regee ring ons geteisterde land weer hoopt op te bouwen. Een geest van vernieuwing klinkt door al haar plannen: noemen wy slechts de in voorbereiding zijnde wetsontwerpen voor bedrijfsorganisatie en de her ziening der sociale verzekering, het verstrekken van consumptie-credie- ten, naarmate meer goederen ter beschikking komen, het herstel in de verwoeste gebieden. Voorbij is thans voor Nederland de oorlog. Met behulp van onze bondgënooten is de vijand versla gen. Waar het nu op aankomt is het winnen van den vrede. Het is eep strijd van even groote beteekenis als die der oorlogsjaren, aldus de Koningin. Wij gelooven, dat deze strijd nóg belangrijker is. „Alleen de opbouw van een christe lijke maatschappij kan de wereld voor den ondergang behoe den," zei Mgr. De Jong, de Aarts bisschop van Utrecht, dezer dagen op de vergadering van het Kath. Werkliedenverbond. Dat ook deze gedachte de leden van de heden geopende Staten-Generaal moge be zielen. Dan Is vijf jaar strijd niet vergeefsch geweest en beteekent deze troonrede na zes jaar het begin van een nieuwe bloeiende Periode voor ons vaderland. Aan luitenant-generaal tit. b.d. J. H- F. Graaf du Monceau is op zijn verzoek met ingang van 1 Ja nuari a.s. eervol ontslag verleend als opper-ceremoniemeeeter, als groot-meester van het huis van H.M. de Koningin en als kanselier der huisorden. Met ingang van denzelfden da tum is hij benoemd tot opper-cere- moniemeester en groot-meester honorair. Verwachting tot Woensdagavond: Vrywel den geheelen dag mistig of nevelig weer met weinig wind, vry koud. Zon onder 16.43. Maan 17.34—8.57. Zon op 8.10. Voor de periode van 18 November 1 December zal een extra hoeveel heid van 100 grain vieeselr zonder been verkrijgbaar zijn op de bonnen 165 en 259 der bonkaarten 512. Het Indië-vliegtuig op de thuis reis wordt morgen te Cairo ver wacht en Donderdag te Amster dam. Over het uur van aankomst is nog niets definitiefs te melden. Minister J. Meijnen vertrekt heden avond naar Engeland teneinde zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de opleiding der Nederlandsche militairen van de expedltlonnalre macht. H. M. de Koningin heeft hedenmiddag bij de opening van de zitting der Voorloopige Staten-Generaal de volgende Troonrede uitgesproken: Leden der Staten-Generaal, Gevoelens'van diepe bewogenheid mengen zich met die van vreugde en erkentelijkheid, nu ik na zes jaren van bittere scheiding weer in uw midden verschijn. Leed en ontbering, nederlaag en ontreddering, maar ook offervaar digheid en heldenmoed kenmerkten de donkere jaren der Duitsche furie. In smart gedenken wij de tienduizenden Joodsche landgenooten, die werden gemarteld en vermoord, de millioenen Nederlanders en Indonesiërs, wier veiligheid bedreigd, wier levenskracht verteerd en wier zedelijk oordeel werd aangetast. Wij gedenken daarnaast het verzet tegen den vijand, dat sterke krachten wekte en dat ons thans onze vrijheid als een recht doet aanvaarden. Lijden en strijden werkten ook ten zegen. Wij werden ontvankelijker voor geestelijke bezinning, meer bereid tot offers, dieper bewust van onze saamhoorigheid en vaster besloten onze roeping als natie te verstaan. Neurenberg, de stad waar vele jaren achtereen tiendui zenden nazi's samenstroomden om den Rijkspartijdag te vie ren, trekt in deze dagen meer dan in den glorietijd der nazi's de aandacht van de gehcele wereld tot zich. Temidden van de verwoestingen, die Neurenberg tot een van de ver- schrikloelijkst getroffen Duitsche steden maken, staat het gebouw van Justitie, waarin heden het groote proces een aanvang nam. Stuk voor stuk kwamen de be klaagden binnen. Veldmaarschalk Keitel nam plaats ln de' verdachtenbank zoover moge lijk van de overige gevangenen. Hij was gekleed ln veldgrij^ uniform maar zonder decoraties. Hij droeg een bril en keek met verachting naar ue menschen, die de rechtsaaal vul den. Schacht zit aan hgt einde van de voorste rij en hield de armen over elkaar. Streicher is mager en oud geworden, Rosenberg scheen zeer ze nuwachtig en trok met aijn gezicht. doering was gekleed ln een licht grijze uniform zonder onderschei- dlngsteekenen en nam plaats op de voorste rij der beklaagdenbanken en keek de zaal rond. Spoedig op hem volgde Hess, die er mager en geel uitzag, en na hem Doenitz, die ach ter Goering plaats nam. Goering keek strak naar de nog leege zetels der rechters en glim lachte tegen s-Jjn bewaker. Daarop onderzocht Goering de zitting van zijn stoel. Hess daarentegen biee* doodstil zitten en staarde recht voor zich uit. Hij scheen ln groote span- nlng' te verkeeren, terwijl Goering zich erg op zijn gemak scheen te voelen. Streicher toetrad de zaal, met een hand op zijn heup rustend. Hij zag arrogant ln het rond. Goering' leunde achterover om tegen den inmiddels ook plaats genomen hebbenden Ra" der te spreken. De president van het tribunaal, de Engelschman Lawrence, opende d* zitting met een overzicht van de ge schiedenis van dit proces. Hij ver klaarde dat het tribunaal met vol doening kennis beeft genomen van de maatregelen, die de aanklagers hebben getroffen cm de verdedigers te helpen en zoodoende een recht vaardige verdediging mogelijk te maken. •Dit proces ia uniek ln de wereld Een overzicht van de rechtszaal. Op den achtergrond ziet men het projec tiescherm, links de beklaagdenbank, midden op de foto de tafel van de rechters en rechts de getuigenbank. geschiedenis, aldus Lawrence. Eon heilige Verantwoordelijkheid rust op allen die erbij betrokken zijn om hun plichten zonder vrees en zonder begunstiging van wien dan ook t» volbrengen. Te midden der verwoesting lig gen hier de krachten voor herstel en vernieuwing en wij gorden ons tezamen aan. om de verworven heden te bewaren en de zwakheden te overwinnen. Te duur hebben wij onze vrijheid gekocht, dan dat wij haar nu zou den misbruiken of verspillen. Daarbij denk ik aan de duizen den, die vielen in den strijd om 't vaderland, hetzij in onze krijgs macht, op de koopvaardij of in 't verzet. Moge hun offer inspiree rend werken op hen, die gespaard bleven. Met groote voldoening zie ik de succesvolle krachtsinspan ning gericht op de noodvoorziening in de geteisterde gebieden en op 't herstel van verkeer en industrie. Wij zijn dankbaar voor de redding van Walcheren en de Wieringer- meer, dankbaar ter wille van deze getroffen landstreken, maar bo venal omdat zij het symbool zijr van herwonnen kracht. In mijn radiorede van 20 Maart 1941 riep ik u allen op tot gezette overweging van herzieningsplan nen op staatkundig gebied, waarbij met dé veranderde omstandigheder zou zijn te rekenen. Met groote vreugde constateer ik, dat deaï oproep grooten weerklank heeft gevonden. De plannen van velen, gesmeed in den bezettingstijd, breken zich thans een weg naar hun verwerke lijking. Zij omvatten niet- alleen hervormingen van het staatkundig bastei, maar zijn ook gericht op 'n nieuwe vormgeving van het maat schappelijke en cultureele leven. In dia ze worsteling worden de krachten gesterkt en gebundeld. «a Op de eerste Verbondsverga- dering van het R.K. Werklieden verbond op „Drakenburg" heeft voorzitter A. C. de Bruijn op har telijke wijze den Aartsbisschop, Z. H. Exc. Mgr. dr. J. de Jong, be groet Hij gewaagde van de onverbreekbare banden, waarmede de Kath. Arbei dersbeweging verbonden is aan de bis schoppen. In oorlogs- en bezettings tijd zijn die banden verstevigd en nauwer aangehaald. Bij het gezamen lijk gedragen leed, het gezamenlijk nagestreefde doel waart U Mgr., aldus spr., de zorgzame wereldwijze vader en wij waren de getrouwe zonen. Den directen e» openlijken aanslag van Duitschers en N.S.B.-ers op onze Kath. Arbeidersbeweging hebben we geza menlijk afgeslagen. Wij kwamen in openlijk verzet. De Bisschoppen ston den moreel en financieel achter ons. Er werd een fonds voor Bijzondere Nooden gesticht. De leiding van dit fonds werd in onze handen gelegd, omdat U wilde doen uitkomen, dat de uttkeeringen uit dat fonds, gelden de voor allen, die om principleele re denen slachtoffer werden van de ter reur, een zaak van de getroffenen zelf waren. Ons land is weer vrij. De Kath. Arbeidersbeweging ls her rezen: zij heeft haar plaats in ons Nederlandsche leven weer ingenomen; het vertrouwen in haar is ongeschokt; 93 pet. van het ledental van 1941 is weer bereikt. Tienduizenden nieuwe leden treden toe, o.w. duizenden jon geren. Hoogwaardige Excellentie, wij danken U uit den grond van ons hart als Nederlanders, als'katho lieken en als arbeiders voor het geen U speciaal voor ons hebt willen doen. U kon vóór den oor log op ons rekenen, U kon tijdens de bezetting op ons rekenen, U kunt in de toekomst op ons re kenen. In zijn antwoord zeide de Aartsbisschop zich er over te ver heugen, ook uit naam van de an dere Bisschoppen te kunnen spre ken. Hij bracht hulde voor de moedige houding in den bezet tingstijd. Het verzet kwam het eerst openlijk by de katholieke arbeiders. Dat is van het grootste belang geweest bij de bestrijding van het nationaal-socialisme. Do katholieken hebben als één man geweigerd toe te treden tot het NAF. Ook nu bedreigen ons ge varen. Blijft trouw aan het ka tholieke geloof, aldus Mgr.. welke thans den aanval hebben in gezet tegen normloosheid en ont wrichting. De overheid heeft bij dit alles slechts een beperkte taak en haar arbeid is alleen dan vruchtbaar, wanneer zij de activiteit der burgera in Kerk en gezin, zoowel als in an dere levensverbanden positief waar deert. Met groote zorg vervult mij de ontwikkeling der gebeurtenissen op Java. In gespannen medeleven volg ik het lot der tallooze kinderen, vrouwen en mannen, beroofd, in lijfsgeVaar of nog onverlost in de dreiging van een verdwaasde massa. Ik versta de gevoelens van bitter heid in de harten van hen, wien al die onheil in onrecht is aangedaan. Ik betreur diep het leed, dat tot aan het herstel der orde over Java's bevolking onvermijdelijk zal komen. En toch blijven wy pogen voor Nederlanders en Indonesiërs in dit thans geteisterde land de toekomst te ledden, de toekomst van een ge meenebest, gebouwd op de vrijwillig aanvaarde saamhoorigheid der Rijksdeelen. Geen wraakoefening staat ons voor oogen, noch de ves tiging eener koloniale overheer- sching, doch wij houden ons er van overtuigd, dat slechts de gemeen schap onzer volkeren, hier en over zee, een waarborg biedt voor aller harmonische ontwikkeling, veilig heid en blijvende welvaart. Daartoe de mogeiykheid te schep pen is de groote krachtsinspanning waard, die te dien einde van ons volk zal worden gevergd. Moge het ons spoedig gegeven zün de grond gedachten, die ik reeds schetsmatig ontwikkelde in mijn radiorede van 7 December 1942, langs constitutio- neelen weg tot volle werkelijkheid te zien worden. Ik weet, dat Neder land bereid is, ontbaatzuchtig medo te werken aan de totstandkoming van een nieuwen status van ons Koninkryk. Het spoedige byeenko- men van de Rijksconferentie blijf ik daarom bevorderen. Vol bewondering ben ik voor het groote aandeel van Suriname en Curasao, zoowel in de oorlogvoering van het Koninkrijk, als in de hulp verleening aan Nederland. De na tionale gevoelens van de bevolking van deze gebiedsdeelen zijn in de afgeloopen jaren op ondubbelzinnige wijze tot uitdrukking gekomen en zullen zonder twijfel op de aan staande Rijksconferentie als een kracht ten goede medewerken. Ten aanzien van onze betrekkin gen met het buitenland valt in do eerste plaats met groote waardee ring te gewagen van den steun, dien wy na de bevryding uit ver schillende landen in onzen tijdelij- ken nood ondervonden. De roof, ge durende de bezetting op ons volk gepleegd, heeft een afhankelykheid op velerlei gebied ten gevolge ge had, die voorloopig onze interna tionale handelsbetrekkingen sterk beïnvloedt. Moge de eendrachtig© vredesinspanning van ons volk dit tij weldra doen keeren. Met de ver bonden landen zyn de betrekkingen hartelyk. in weerwil van de moet- lyke problemen, die gezamenlijk moeten worden opgelost en waar omtrent, naast veel overeenstem mend inzicht, ook verschil van mee- ning mogelijk is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1945 | | pagina 1