Onze handelspolitiek met
het buitenland
NIEUW PERSPECTIEF
Revisie-commissie
in het mijnbedrijf
in de Indische situatie
MAART 1946:
Inschakeling van het Nationaal
Welvaartsplan
Reconstructie der
Ned. vloot
Met zuivering een
begin gemaakt
ACCOORD OVER DEN
LEVANT?
Byrnes en Bevin op weg
naar Moskou
spoedig gevonnist
DONDERDAG 13 DECEMBER 1945
PAGINA 6
Ver. Naties .10 Jan. bijeen
Op zijn reis van Australië naar Java vervoerde het
Nederlandsche hopitaalschip „Oranje" vele kisten met medi
camenten bestemd voor de Europeanen, die nog in de
interneeringskampen op Java vertoeven
(Anefo/Nigiss P)
1
Tusschen Frankrijk en
Groot-Brittannië
Ministers der Groote Drie
naar Washington
Dachaumoordenaars
Wat Italië terugkrijgt
Ht is voorloopig nog noodzake
lijk, den invoer van goederen
uit het buitenland overwegend
op crediet te doen plaats vinden.
Het spreekt echter vanzelf dat de
regeering er naar streeft aan dezen
toestand zoo spoedig mogelijk een
einde te maken door een krach
tige bevordering van den export.
Het opnemen van credieten in het
buitenland moet binnenkort alleen
nog toelaatbaar worden geacht voor
het herstel en de uitbreiding van
Ons productie-apparaat.
Ten aanzien van het verkeer met
Groot-Brittannië wordt overleg ge
pleegd om ook daar te komen tot
een algemeene regeling. De mone
taire regeling met dit land is reeds
tot stand gekomen.
Nadat aanvankelijk ten aanzien
van den invoer uit het buitenland
regeeringsaankoopen de eenig
mogelijke methode waren, zal, zoo
dra daartoe de gelegenheid zich
voordoet, en andere belangen zich
daartegen niet verzetten, de in
voer wederom overgelaten worden
aan den particulieren handel,
uiteraard gebonden aan een stel
sel van vergunningen van over
heidswege.
De financiering geschiedt gedeel
telijk uit exportopbrengsten, oude
tegoeden en waar noodig door mid
del van buitenlandsche credieten.
Nationaal welvaartsplan
Ten einde te geraken tot een
Juiste aanwending van alle produc
tieve krachten des lands en van de
ter beschikking komende buiten
landsche crediet®11. acht de regee
ring de opstelling van een nationaal
welvaartsplan noodzakelijk. Het zal
dienen te worden opgesteld door
een Centraal Planbureau, dat een
interdepartementaal karakter zal
moeten bezitten.
Een ontwerp van wet, strekkende
tot de instelling van het Centraal
Planbureau, wordt bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal inge
diend.
Vervoer
De regeering koestert geen plan
nen voor eenig vervoermonopolie.
Zij streeft naar een harmonisch
samengesteld transport-apparaat,
dat eenerzijds tegen de minst mo
gelijke kosten het vervoer van een
zoo groot mogelijk aantal personen
en een zoo groot mogelijke hoeveel
heid goederen waarborgt, anderzijds
aan allen, die in het vervoerbedrijf
werkzaam zijn, een zooveel mogelijk
vrij en goed verzorgd bestaan geeft
Scheepvaart
De koopvaardijvloot heeft ge
durende den oorlog zeer ernstige
verliezen geleden. In September
1939 bedroeg de totaal beschik
bare tonnage rond 2.890.000 brt.,
waarvan thans nog 1.520.000 ton
ln de vaart is. Een verlies
dus van 47.5 pet. Een klein
gedeelte van dit verlies is opge
vangen door het feit dat aan de
vloot prijs gemaakte schepen wer
den toegevoegd, terwijl de regee
ring nog een aantal schepen van
totaal 140.000 brt. in het buiten
land verwierf.
Verder waren er in 1940 hier te
lande een aantal schepen in aan
bouw. Inclusief dezen aanwas be
schikken wij thans over een vloot
van rond 1.680.000 ton.
De regeering heeft het als haar
plicht erkend de reeders voor de
geleden scheepsverliezen Integraal
schadeloos te stellen. Bovendien
acht de regeering het een landsbe
lang, dat de koopvaardijvloot zoo
snel mogelijk op een verantwoord
peil wovdt gebracht. Vooruitloopen-
de op een algemeen reconstructie
program is tijdens den oorlog in de
V. S. reeds een tiental zg. C 3-sche-
pen (10^—12.000 ton elk) besteld,
welke in 1946 zullen worden afgele
verd.
Na de bevrijding van ons vader
land ls een aanvang gemaakt met
een reconstructieprogramma voor
de Nederlandsche vloot.
Als een van de voorwaarden,
waarop de reeders ln staat zullen
worden gesteld hun vloot te ver
nieuwen, geldt, dat de tonnage, wel
ke de regeering thans ln eigendom
heeft, volgens nader te stellen
richtlijnen door de reederijen zal
worden opgenomen.
Het bestuurscomité van de voor
bereidende commissie der Veree-
nlgde Naties heeft 10 Januari vast
gesteld voor de bijeenkomst van de
vergadering der Vereenigde Naties.
Dit ls drie dagen later dan eerst
het plan was, teneinde den buiten
landsche ministers tijd te geven hun
besprekingen te Moskou te voltooien,
meldt Associated Press. Een comité,
bestaande uit vertegenwoordigers
van acht landen, is aangewezen voor
het beginnen van onderhandelingen
met den Volkenbond betreffende de
overname zijner bezittingen door de
Vereenigde Naties.
(Van onzen Z.-j^mb. corr.)
In overleg met vertrouwensmannen
van de arbeiders en- beambten
en het M. G. werden direct na
de bevrijding door de directies
der mijnen commissies van bijstand
in het leven geroepen, teneinde
klachten en wenschen van het per
soneel te onderzoeken en het resul
taat daarvan aan de bedrijfsleiding
voor te leggen. Men hoopte op deze
wijze orde en rust in het bedrijf te
'krijgen, hetgeen de kolenproductie
ten goede zou komen. Uitdrukkelijk
werd vermeld, dat deze maatregel
als een voorloopige beschouwd dien
de te worden, in afwachting van re
gelingen, welke door de regeering
zouden worden getroffen.
Revisie-commissie
Op 15 Augustus 1.1. is de Revisie-
commissie voor het mijnbedrijf on
der voorzitterschap van mr. Ch.
Janssen de Limpens met haar werk
zaamheden begonnen. Deze commis
sie behandelt uitsluitend gevallen,
waarin reeds door een der commis
sies van bijstand advies ls uitge
bracht, henevens de gevallen, waar
in zonder advies maatregelen getrof
fen zijn. De commissie kan zich laten
voorlichten door leden van de com
missies ran bijstand en door des
kundigen. Zij kan bovendien getui
gen oproepen, die ln tegenwoordig
heid van partijen gehoord worden.
De Revisie-commissie geeft een
openbare en gemotiveerde uitspraak,
die bindend ls. Aan den beheerder
der Nederl. steenkolenmijnen is
opgedragen voor de uitvoering zorg
te dragen.
De zuiveringscommissies, welke
direct na de bevrijding werden op
gericht, hebben heel wat arbeiders
en beambten naar huis gestuurd, van
wie achteraf kan blijken, dat hun
geen schuld treft. Van groot belang
is de werkwijze van de Revisie-com
missie, die aanmerkelijk verschilt
van die van de commissie van bij
stand. Openbaarheid van behande
ling, mogelijkheid tot inzage van
de stukken en tot het zich verzeke
ren van rechtsbijstand, hooren van
de getuigen in tegenwoordigheid van
partij, met redenen omkleede uit
spraak in het openbaar, hebben velen
doen aarzelen de verklaring te tee
kenen, waarbij zij een bij de com
missies van bijstand direct na de
bevrijding Ingediende klacht hand
haven. De leden van de Revisie
commissie komen nu voor heel
andere feiten te staan, hetgeen
van grooten Invloed kan blijken op
de door hen te nemen beslissingen.
Zuivering van den top
Op verzoek van den beheerder der
mijnen is ook een commissie be
noemd, die het gedrag der mijn-
directiies tijdens den oorlog moet
onderzoeken. Reeds maanden wacht
te men op deze commissie, die het
toporgaan der mijnen zal zuiveren.
Onlangs ls nu door den minister
van Verkeer en Energie na overleg
met den minister van Justitie be
sloten een zuiveringsraad voor den
kolenmijnbouw in Limburg ln te
stellen met zetel Heerlen.
In dezen raad ls tot voorzitter
benoemd mr. E. Delhougne, tot plv.
voorzitter prof. mr. J. Jurgens, en
tot leden: oud-mlniste&olr. Th. Ph.
Tromp, oud-minister ™r. J. W.
Albarda, ir. C. M. J. A. P. Nicolas,
mr R. L. Regout, prof. ir. J. Klopper,
P. J. S. Serrarens, en tot secretaris
mr. P. T. H. Janssen.
Deze zuiveringsraad zal een onder
zoek moeten instellen naar personen
in een leidende functie ln het Mijn
bedrijf, die gedurende de vijandelijke
bezetting aan den vijand hulp hebben
verleend.' den Staat tegenover den
vijand hebben benadeeld, dan wel
met gebruikmaking van rechtstreek-
sehen of middellijken vijandelijken
invloed een Nederlandsch belang
hebben geschaad.
Bedrijfsleiding mee
verantwoordelijk
Een vraag waarin velen zich ver
diepen is, of bij veroordeeling van
een personeelslid wegens a-sociaal
gedrag de betreffende leidende func
tionaris niet medeverantwoordelijk
gesteld moet worden. Deze keurde
Immers het beleid van zijn onder
geschikte goed en stiiapleerde door
niet-ingrijpen zijn a-sociaal optreden.
De leiding van een bedrijf draagt
mede de verantwoordelijkheid voor
de fouten harer ondergeschikten. In
zulke gevallen dient dus de commis
sie voor de zuivering van den top
rekening te houden met uitspraken
van de revisie-commissie, daar anders
de mogelijkheid bestaat, dat een
ondergeschikte veroordeeld wordt,
terwijl zijn chef, die zijn beleid in
de hand werkte, althans toeliet,
vrij-uit gaat.
Talloos waren de klachten over
de trage zuivering in het mijnbedrijf,
vooral van den top. De gevraagde
commissies zijn er nu en hebben
een begin gemaakt met haar werk
zaamheden. Wij vertrouwen dat
daardoor tevredenheid en rust in
het mijnbedrijf zullen terugkeeren.
Correctie: In een vorig artikel
van onzen Z.-Limb.medewerker kon
door een misverstand de indruk
gewekt worden, dat de privileges der
mijnwerkers t.a.v. levensmiddelen
enz. door de S. M. V. werden in
gesteld. zij hadden deze echter, zooals
men weet, reeds lang.
Na lange en uiterst zware we
ken begint er een nieuw
perspectief te lichten ln de
Indische situatie, die door het
drijven der extremisten vastgeloopen
scheen.
De gevoerde politiek van de ge-
handschoende hand is ingegeven
door nobele overwegingen, gevoed
uit inzicht in de tragische verwik
keling, waarin een deel der Javanen
tengevolge van den oorlog en de
perfide politiek der Japanners ge
raakt is: zij heeft echter ook psycho
logische en tactische tekortkomin
gen, die in de gegeven omstandig
heden zwaarder bleken te wegen
dan de voordeelen, die zij misschien
had kunnen opleveren.
Van psychologischen aard zijn
deze tekortkomingen, omdat mén
bij een verregaand begrip voor de
democratische gevoelens van een
deel der Indonesische bevolking het
verschil in gezagswaardeerlng tus-
schen Europeanen en de menigte
der Oosterlingen te lichtvaardig
verdoezeld heeft. Te weinig heeft
men in het oog gehouden, dat voor
de Oosterlingen het gezag onvermij
delijk vergezeld moet gaan van
„éclat" in uiterlijk optreden en m
machtsmiddelen. Waar met deze
psychische gesteldheid te weinig
rekening werd gehouden, moest de
gevoerde politiek tenslotte tekort
schieten tégenover een extremisme,
dat van dag tot dag ln driestheid
toenam.
Eenlge dagen geleden kwam do
verklaring van Sjahrir, dat onder
handelingen alleen mogelijk waren,
indien de Nederlandsche regeering
de onafhankelijkheid van de Indone
sische republiek" op voorhand er
kende, het aan iedereen, die nog
tnocht twijfelen, duidelijk maken,
dat de gevolgde politiek tot een
hopelooze „deadlock" had gevoerd.
Zoo stonden reëel bezien de za
ken, toen de conferentie in
Singapore gehouden werd. Het
is goed dit voor te houden aan
hen, die de lucht vervullen met hun
geroep van „geen geweld!" Niet de
Nederlanders en evenmin de Engel-
schen zijn het, die naar ge Weid
haken. Integendeel, onze bondge
noot;, n en wij bleven tot het uiterste
en zijn nog steeds van geweld af-
keerig.
Velen aan onze zijde, soldaten en
burgers en vrouwen en kinderen in
verschrikkelijk groot getal, hebben
voor deze politiek reeds den prijs
van hun leven moeten betalen. De
fluweelen politiek heeft zooveel
mensehenlevens gekost, omdat de
door de Japanners bewapende en op
den dag der capitulatie met zes
weken salaris op de Europeanen
losgelaten extremisten om van
het groote kwantum gewone rampok-
kers niet te spreken de zachtzin
nigheid der Europeanen beantwoord
den met een bloedige terreur, welke
iedereen met den dood bedreigt, die
een conciliante, op toenadering en
redelijk overleg gerichte politiek
zou durven voorstaan. Sjahrir zelf.
exponent van progressieve, maar
verstandige nationalisten als hij ls,
werd tenslotte de gevangene van
deze extremistische drijvers en moest
hun partij kiezen, wilde hij niet met
zijn positie als laatsten dam tegen
de totale anarchie ook zijn leven
verliezen. Neen, het geweld in dit
geding kwam waarlijk niet van ons
of onze bondgenooten, doch uit een
bepaalden Indonesischen hoek.
Wij voor ons hopen nog steeds,
dat het toonen van de macht
in hoofdzaak voldoende zal
zijn om de orde te herstel
len en een zoodanige atmosfeer te
scheppen, dat het mogelijk iS' vrucht
bare besprekingen te voeren over de
constitutloneele hervormingen, die
wij voorstaan. Want vergeten wij bij
dit alles geen oogenblik, dat het
ideaal, waarnaar de beste Indonesiërs
haken, een gerechtvaardigd ideaal,
een kostbaar goed zelfs is -en dat
wjjzelf in de vorming van dit ideaal
een aandeel hebben gehad, dat ons
tot eere strekt. Wat de Indonesiërs
verlangen ls zelfbestuur, de moge
lijkheid zich naar eigen aard vrij
en onafhankelijk te ontwikkelen. Van
wie anders hebben zij dit ideaal ont
vangen dan van de Nederlanders, on
der een lang en voor hun eigen men-
schelijke waarde zegenrijk bestuur?
Het kan niet onze rol zyn, dit
ideaal te versmoren in vuur en staal,
daargelaten de vraag of dat mogelijk
zou zijn. pit begrijpen en ernaar
bandelen behoeft niet ln strijd
te komen met de handhaving van
een g§z^g, dat tot plicht heeft lp
de chaoe van een Jarenlang door den
vijand voorbereide revolte orde te
scheppen.
Het ware te wenschen geweest, dat
dit eerder had kunnen geschieden,
omdat er veel onheil voorkomen had
kunnen worden. De omstandigheden
zijn hier zeker tegenons geweest.
Wij hadden onze gezagsmiddelen ten
gevolge van den oorlog reeds lang
verloren. De wapenstilstand kwam af,
lang voor wij een nieuw leger had-
nen kunnen opbouwen en wij waren
en zijn grootendeels nog aangewezen
op de hulp van onze E'ritsche bond
genooten. Zij vervullen hun bond
genootschappelijke rol op volstrekt
correcte wijze en als zij aanvankelijk
geen duidelijker politiek hebben ge
voerd, dan mogen wij niet vergeten
de buitengewoon precaire militaire
en de ingewikkelde politieke situatie,
waarin zij voor het lastige probleem
„Indië" geplaatst werden.
De verklaring van den neteligen
toestand, waarin wij t. a. v.
Indië verkeeren, is noch
tans naar onze méening
met de verwijzing naar al deze
tegenliggende omstandigheden niet
afgedaan. Hebben wij, toen het daar
voor nog tijd was, alles gedaan <>ni
het gezag te zijner tijd metterdaad
te kunnen handhaven? Het antwoord
op die vraag moet tenslotte komen
uit de Londensche periode van onze
geschiedenis, omdat het voortvloeit
uit het beleid, dat de vorige regee
ring te Londen en ook in het reeds
bevrijde Zuiden van ons land voerde.
Heeft zij een waarlijke Rijkspolitiek
gevoerd? Of heeft zij ln kortzichtig
heid de belangen van het Rijk ln
hoofdzaak belichaamd gezien in het
Nederlandsche moederland?
Het moeilijk deze vraag, nu er
nog zoo weinig van de acten over de
Londensche periode geopend is, te
beoordeelen, maar men krijgt zeker
niet den indruk, dat de toenmalige
regeering zich zware zorgen heeft ge
maakt, om een desnoods kleine maar
voortreffelijk getrainde legermacht
te formeeren voor het uur, waarop
voor Nederland het tijdstip zou zijn
aangebroken het gezag ter hand
te nemen en het Koninkrijk onver
wijld naar een nieuwe en wijde toe
komst te sturen.
Dit ls ln laatste Instantie het doel
van de Nederlandsche staatkunde,
aan het bereiken waarvan zal afge
meten worden, of wy ons wereldwijde
Koninkrijk waard zijn. Dit veroor
deelt ln zichzelf reeds Iedere politiek
van kleine belangen. Het elscht een
wijden blik en den meed en de ener
gie groote dingen aan te pakken,
met conventies te breken en dierbare
heilige hulzen te sloopen.
Doen wij dit in voldoende mate?
Komen er op de verantwoorde
lijke posten in leger en bur
gerlijk bestuur menschen die,
jong en moedig, op de hoogte van
hun tijd en hun taak geacht kun
nen worden? EJ is reden om het te
betwijfelen, als men verneemt, dat
in indië ex-geïnterneerden, onder
mijnd en uit het lood geslagen door
onderdrukking en ondervoeding, op
hun oude plaatsen worden terugge
zet; dat generaals en andere hoofd
officieren, die drie jaren ln kampen
hebben gezeten en, hoe uitmunten
de officieren zij mogen zijn, nood
zakelijkerwijs het modernste mili
taire ambacht niet kennen, naar de
ancienniteitsregeling in hun func
ties hersteld worden, functies, die
trouwens met een ontbrekend leger
meer visionnair dan effectief zjjn.
Er ls reden om te twijfelen aan
de doeltreffendheid, waarmede wij
werken aan de apparatuur van ons
Koninkrijk, wanneer wil uit alle
hoeken van de wereld ernstige klach
ten vernemen over het tekortschie
ten van onze voorlichting inzake In
dië. En dat zelfs in Indië; ook Dr.
Van Mook schijnt eerst sinds korten
tijd schoorvoetend aan de Journalis
ten acces te verleenen tot zijn ove
rigens voor een Luitenant-Gouver-
neun-Generaal te bescheiden werk
vertrek te Batavia. Gebrek aan voor
lichting hebben wij in ons eigen
land moeten constateeren, waar de
Regeering zelf blijkbaar te kampen
heeft met slechte en schaarsche in
formaties uit Indië, maar zich daar
bij niet evenmin als het publiek
met een beroep op de'technische
onvolmaaktheid der communicatie
middelen kan neerleggen.
Bij de zware verplichtingen, die ln
dezen besllssenden tijd op ons rusten,
ls een eensgezinde publieke steun
van het moeilijk beleid der Regee
ring een factor van de hoogste waar
de. Dat daaraan zoveel ontbreekt,
dat van twee zijden zooveel roet ln
het eten gestrooid wordt, kenmerkt
misschien, hoe weinig wij aan. Rijks
politiek gewend zijn. Men vergeiyke
daarmede eens, hoe ln Engeland de
conservatieven zelf er toe bijdroegen,
om in het belang van het Empire de
figuur van Bevin „op te bouwAï".
Maar deze steun sluit niet uit, neen,
veronderstelt openhartige zelfkritiek.
De situatie begint helderder te wor
den, en bij allen tragischen ernst
van den nood beteekent dat een keer
ten goede. Des te zwaarder ls het
beroep, dat er straks nu op ons
wordt gedaan. Het zal aan ons lig
gen, te bewerken, dat spoedig de
gewapende handen Ineen geslagen
worden voor vreedzamen arbeid.
De Fransclie minister van Bui
tenlandsche Zaken Bidault heeft
Woensdag naar verluidt aan een
groep uit de wetgevende vergade
ring medegedeeld, dat de onüer-
teekening van een Franseli-Brttsch
actoord over den Levant aanstaan
de is.
Dit accoord zou volgens A.P. voor
zien in het gelijktijdig terugtrekken
van de Fransche en Britsche troepen
uit Syrië en den Libanon en bepalin
gen bevatten omtrent Fransche
steunpunten ter zee en in de lucht,
terwijl Fransche en Britsche troepen
op strategische punten gestation-
neerd zouden blijven, tot Frankrijk
een pact met Syrië en den Libanon
zal hebben onderteekend.
In de tweede plaats zouden Frank
rijk en Engeland niet alleen zich
verplichten de onafhankelijkheid van
Syrië en den Libanon te eerbiedigen,
maar zich bovendien verbinden tot
wederkeerigen diplomatieken steun in
het Midden-Oosten. Dit zou inslui
ten, dat Engeland Frankrijk zou on
dersteunen bij zijn onderhandelingen
met Syrië en den Libanon, en dat
Frankrijk zich achter de Britsche
politiek in Palestina zou plaatsen.
WASHINGTON, 12 Deo. (Reuter), -r
President Truman heeft Woensdag op
zijn persconferentie medegedeeld, dat
in Maart 1946 te Washington een
nieuwe bijeenkomst der ministers van
Buitenlandsche Zaken van de „Big
Three" gehouden zal worden. Over de
a.s. Zaterdag te Moskou beginnende
bijeenkomst weigerde de president
eenlgen commentaar te geven. Hij
verklaarde slechts, dat beide confe
renties, |die van Moskou en van
Washington, belegd waren kraohtenfl
de overeenkomst van -Jalta.
Voorts deelde Truman mede, dat
de Amerikaansche mariniers China
zullen verlaten wanneer de voorwaar
den der Japansche capitulatie vervuld
zijn. De president zal aan generaal
Marshall, voor diens vertrek naaf
China, waar hij generaal Hurley als
ambassadeur zal vervangen, nauwkeu
rige Instructies geven, die gepubll-
ceerd zullen worden. Men gelooft,
dat Marshall nog deze week uit
Washington zal- vertrekken.
De Am. min. van Buitenlandsche
Zaken James F. Byrnes ts Woensdag
per vliegtuig naar Moskou vertrok
ken. Generaal Eisenhower verrastel
Byrnes door onverwacht op het
vliegveld te verschijnen, teneinde
hem een goede reis te wenschen.
Ook Bevin zal heden naar Moskou
vertrekken. Op doorreis zal hij Ber
lijn bezoeken.
Alle veertig beklaagden in het pro
ces inzake de gruwelen van Dachau
werden door het militaire gerechts
hof Woensdag schuldig bevonden aan
het bedrijven van wreedheden, die
dit kamp tot een van de beruchtste
concentratiekampen van de Nazi's
hebben gemaakt. Het hof is bevoegd
oe doodvonnissen uit te spreken. Da
vonnissen zullen later worden aan
gekondigd, meldt A.P.
ROME, 13 Dec. (Reuter) Tegen 31
December zullen diverse gebieden,
die op het oogenblik nog onder het
militair bestuur van de geallieerden
staan, weer onder de competently
van de Itaiiaansche regeering vallen,
Het betreft de eilanden Lampedusa,
Linosa en Pantellaria en de provlnclS
Udlne. Venezia Giulia daarentegen
valt hierbuiten.
Opmerkelijk is, dat Alto Adlga,
Waarop Oostenrijk aanspraak maakte,
en Val Daosta, dat door Frankrijk M
opgeëlscht,
worden.
beide weer Italiaanscfl
De senaatscommissie voor bulten
landsche aangelegenheden heeft
landsche aangelegenheden der V.
heeft met 15 tegen 1 stem een mo'
goedgekeurd, waarin onbeperkt!
Joodsche Immigratie ln Palestina al]
Joodsch. nationaal tehuis wordt
pielt.