Purper over de geheele
wereld verspreid
„Dat de eilanden zich
verheugen"
Consistorie van groote en
historische beteekenis
Voorzegging, die bewaarheid
werd in den Kardinaal
lilil
ZATERDAG 16 FEBRUARI 1946 PAGINA 3
Nederlandsche kardinalen opent. En
een waardiger opening ware niet te
denken
Maar voor de heele wereldkerk is
dit Consistorie van even groote his
torische beteekenis, omdat het met
doorbreking van een reeds eeuwen
lange gewoonte het purper van het
hoogste bestuurscollege over de heele
wergld verspreidt. In alle wereld-
deelen worden aartsbisschoppelijke
zetels voor het eerst, maar in het
algemeen naar alle waarschijnlijk
heid blijvend, met het kardinalaat
verbonden, zoodat het H. College een
veelzijdigheid van samenstelling
krijgt als het sedert de vroege en
middeleeuwen, toen een weliswaar
kieinere, maar niet minder gevari
eerde wereld zich erin weerspiegelde,
niet meer vertoond heeft.
Men pleegt deze „internationali-
seering" van het H. College veelal
onder den hoek van de verbreking
van „de Italiaansche meerderheid"
te zien, die er echter slechts één
beperkt aspect van is tegenover de
wijde verspreiding van het kardina
laat over zoovele naties. Toch is dit
aspect van belang met het oog op een
ander vraagstuk, dat met de bezet
ting van het kardinaalscollege nauw
samenhangt, n.l. dat van de Romein-
sche Curie.
In het nieuwe College van 69 kar
dinalen de dood van den aarts
bisschop van - Genua, kard. Boetco
S.J., heeft de verwachte voltallig
heid reeds aangetast zullen nog 27
Italiaansche kardinalen zitting heb
ben. Daarvan zijn er slechts 7 „rc-
sideerende" kardinalen, d.w.z be
stuurders van Italiaansche diocesen.
Wordt de opvolger van kard. Boetto
benoemd en tot kardinaal verheven,
dan zijn deze weer, zooals gewoonlijk,
8 in getal. Onder de 18 kardinalen
echter, die in het oude College tot
de Curie behoorden, d.i. tot het te
Rome gevestigde geheel der kerke
lijke bestuursdepartementen, de Con
gregaties en Bureaux, zijn niet min
der dan 17 Italianen. In de jaren
sinds het Consistorie van 1937 zijn
juist verschillende niet-Italiaansehe
kardinalen, die tot de Curie behoor
den, gestorven en slechts één
Frarischman, de prefect der Ooster-
sche Congregatie, kard. Tisserant, is
overgebleven. Onder de 32 kardina
len, die Maandag a.s. worden ge
creëerd, zijn er drie, die eveneens
van de Curie deel gaan uitmaken,
n.l. de nuntius in Brazilië, kard. Ma-
sella, die in België kard. Micara en
de secretaris van de Congregatie van
het Concilie, kard. Bruno, allen
Italianen.
Is deze bijna totale Italiaansche
bezetting van de hoogste func
ties in de Romeinsche Curie een
uitzonderlijk verschijnsel, het is
niet licht te wijzigen. Voor deze
hoogste functies in de Curie komen
immers doorgaans slechts zij in aan
merking, die een lange ambtelijke
loopbaan in deze bestuursdeparte
menten achter zich hebben. Des
kundigheid en ervaring zijn hier
voorwaarde en maatstaf. Van de ge
noemde 17 oude en 3 nieuwe Curie
kardinalen komen er 10 uit de di
plomatie, drie uit de hofwaardighe-
den en de anderen uit de ambtelijke
loopbaan; zij zijn doorgaans Jaren
lang secretaris in of Sssessor van een
Congregatie geweest, vóór zij er pre
fect of secretaris van worden (in de
Congregaties, waarvan de Paus zelf
prefect is, is de secretaris een kar
dinaal). Deze herkomst brengt mee.
dat de verhouding der naties in de
Curie, indien de Paus dat zou willen,
niet op een even snelle wijze ver
anderd schijnt te kunnen worden als
die in het Kardinalencollege in zijn
geheel. Ook al zouden, evenals voor
heen, uit de tamelijk schaarsehe
niet-Italianen, die in de Congrega
ties e.d. werkzaam zijn, enkelen tot
het purper worden verheven, de
overgroote meerderheid der Italianen
in deze ambtelijke diensten heeft
vanzelf toch een groote Italiaansche
meerderheid onder de curie-kardina
len tot gevolg.
Een wijziging in de bezetting van
die diensten in 't algemeen zou ech
ter een vraagstuk van zeer grooten
omvang zijn. Eenerzijds hebben de
Italianen ongetwijfeld hierin steeds
merkwaardige capaciteiten getoond
Z.H. Paus Pius XII
evenals een groote vrijheid van na
tionale vooringenomenheden. Ander
zijds is de bezoldiging van deze
ambten, vooral in de lagere rangen,
van dien aard, dat zij voor vreem
delingen meestal niet toereikend ge
acht kan worden. De taal van de
Curie, die het Italiaansch is, opent
ook den weg voor de Italianen ge
makkelijker dan voor anderen.
In een interessant artikel, dat de
schrijver van een bekend boek over
het Vaticaan, dr. Silvio Negro, in
Aug. j.l. publiceerde en dat t.a.v.
de kardinaalsbenoemingen menige
juiste verwachting blijkt te hebben
uitgesproken, wordtgewag gemaakt
van een plan, dat Paus Benedictus
XV van wien menig initiatief is
uitgegaan, dat eerst na zijn vroegen
dood verwerkelijking vond zou
Z.Em. Joannes Kardinaal de Jong
Aartsbisschop van Utrecht
hebben gevormd; het zou bestaan
hebben in een uitbreiding van de
Gregoriaansche Universiteit te Rome,
die studenten uit alle naties telt, en
de openstelling voor de daar gevorm-
den van de vergelijkende examens
voor de kerkelijke ambtelijke loop
baan, waaraan nu slechts Italianen
deelnemen. Op die wijze zou een
voortdurende toevloed van uitgele
zen werkkrachten uit alle naties ter
beschikking van de Curie komen,
welke aldus van onder op zou wor
den „geïnternationaliseerd". Negro
wijst er op, dat intusschen hier en
daar reeds meer niet-Italianen in de
ambtelijke diensten worden betrok
ken; zoo telt de staatssecretarie on
der haar jongere ambtenaren een
tiental niet-Italianen, van wie er
drie Amerikanen zijn.
Doch dit moeilijke bestuurlijke
vraagstuk is slechts 'n smalle sector
van het groote perspectief, dat door
de a.s. kardinaalscreaties is geopend,
en zijn oplossing is feitelijk reeds aan
de orde gesteld, nu het H. College
in zijn geheel het supra-nationale
karakter der Kerk in een nog nim
mer geziene internationale veelzijdig
heid weerspiegelt. Met name voor de
opperste en gewichtigste functie van
dat College bij een toekomstige Paus
keuze kan dit van de grootste be
teekenis zijn; maar reeds nu heeft
het een zin, die niet alleen symbo
lisch is, maar in de fuga van de
altijd jonge geschiedenis der Kerk
als het ware een nieuw register
opent.
By de verheffing vanMgr. de Jong
tot Kardinaal der Kerk gaan on
willekeurig de gedachten uit naar
't afgelegen, onaanzienlijke Wad
deneiland, waar hij geboren en geto-
fen werd en dat nog altijd met sterke
anden aan hem verbonden bleef.
Hierin is hij een echte eilander: zoo
veel jonge menschen van Ameland
moeten elders hun bestaan zoeken,
omdat de grond hen niet allen voe
den kan, maar of zij uitzwerven over
zee en naar verre gewesten of zich
elders in het vaderland vestigen, hun
hart blijft onweerstaanbaar trekken
naar het eiland van hun jeugd, zij
keeren altijd terug. Zoo brengt ook
Kardinaal de Jong de spaarzame
weken rust, die hem worden ver
gund, nooit anders dan op Ameland
door. Hij heeft daar in het huis van
zijn ongetrouwde zuster in zijn ge
boortedorp Nes een eigen kamer en
gaat er de vertrouwde wegen van
zijn jeugddoor de groene beemden
of langs het wad, wyd en geheim
zinnig met zijn geulen en slenken en
den klaren roep der wulpen hoog in
de lucht. Of het liefst buiten langs
het strand, waar de branding ruischt
en zijn echte eilander hart toch altijd
weer getrokken wordt naar de vloed
lijn als het tij kentert en de zee
vrygevig wordt. Maar een goede
jutter is hij nooit geweest, de Kar
dinaal: hij brengt nou nooit eens
iets mee, als jongen al niet, zegt zijn
zuster, maar dit is dan toch ook het
eenige, waarin de groote Heerbroer
de familie heeft teleurgesteld.
Op Ameland is de Kardinaal thuis.
Buiten de druktgpwan het zomersei
zoen is hij er vrij en ongedwongen
in den kring zijner dorpsgenooten,
die hem bewonderen en vereeren,
maar heel rustig naar hun aard en
zonder uiterlijk vertoon. Daar is het
graf van zijn jong gestorven moe
der, Catharina Jans Modderman, op
het oude Roomsche kgrkhof, dat hij
trouw bezoekt. Zijn moeder, die
overleed, terwijl hy, ver weg op het
seminarie, niet naar huis kon omdat
het wintersche eiland onbereikbaar
was. Er bestaat geen foto of afbeel
ding van haar, maar met Gtiido,
Gezelle kan de Kardinaal zeggen,
dat het beeld van die brave moeder,
in haar sober-donkere eilander
dracht met de kap en de koralen,
diep in zijn hart geschreven staat.
Het gezin van Joannes de Jong,
bakker van Nes en naar eilander
gewoonte tevens boer met 'n kleinen
veestapel, telde zes zonen, waarvan
er drie priester zijn geworden: de
Kardinaal, de huidige pastoor van
Raalte en een derde broer, jong ge
storven als kapelaan te Angeren.
Ook een zuster werd religieuze, zij
stierf als Benedictines. De vader,
'n statige eilander met vollen baard,
heeft dit uitzonderlijk geluk nog
mogen belevenhij rust thans op de
nieuwe begraafplaats by het kerkje,
waar zijn drie zonen hun eerste
plechtige H. Mis hebben opgedragen.
Daar rust ook pastoor Scholten, die
een menschenleeftijd op het eiland
heeft gestaan en wiens naam nog
altyd met bijkans legendarischen
klank voortleeft. Aan hem dankt
Kardinaal de Jong de eerste voor
bereiding en vorming voor het pries
terschap. Deze bijzondere priester
heeft ook, bij het vertrek van den
stillen ernstigen knaap naar het
Z.Em. Kard. Granito di Bel->
monte is deken van het H.
College der Kardinalen. Kard.
Spellman, aartsbisschop van
JVeui-Yoric, Kard. Micara, Pau
selijk nuntius in België en
Kard. Masella, Apostolisch
nuntius in Brazilië worden
genoemd als candidaten voor
de Junctie van Staatssecreta
ris. Kard. Agagianian, Pa-,
triarch der Armeniërs, is de
ken der nieuw benoemde Kar
dinalen; Kard. Thomas Tien,
Apost. Vicaris van Tsingtao
is de eerste Chineesche Kar
dinaal. Be Amerikaansche
Kardinalen Stritch en Moo-
ney zijn Aartsbisschop resp.
van Chicago en Detroit. De
Bisschop van Munster, Kard.
von Galen, is bekend om zijn
verzet tegen de nazi's. Kard.
Bruno, secretaris van de H.
Congregatie van het Concilie,
is evenals Kard. Ritffini,
Aartsbisschop van Palermo,
lid van de Curie.
seminarie, voorspeld, dat uit dezen
jongen iets heel bijzonders groeien
zou, een licht der Kerk.
Aan hetzelfde altaar, waar hij als
kleine misdienaar den grijzen pas
toor heeft gediend, zal deze nu
straks, bij zijn eerstkomend bezoek
aan het eiland, als Kardinaal staan
voor God en in dit oogenblik in het
bijzonder den ouden herder geden
ken, die ooit zijn knapenziel richting
gaf en wiens vooruitziende blik zoo
juist werd bevestigd, zoodat op Ame
land het woord van den Psalmist
van toepassing werd: „Dat de eilan
den zich verheugen
Z.Em. Ernest Kard. Rufjini
Z-Em. Josef Kard. Bruno
Z.Em. Clemens Kard. von Galen
Voor Nederland is het Consisto
rie van Maandag a.s. een his
torische gebeurtenis, niet al
leen omdat het voor de vierde
maal een Nederlander tot het kar
dinalaat verheft en omdat die Ne
derlander zelf een epische gestalte
heeft in de jongste bewogen geschie
denis van ons vaderland, maar ook
omdat in den persoon van Z Em.
Kard. De Jong het purper, naar men
aannemen mag, voorgoed verbonden
wordt aan den roemrijken Utrecht-
schen zetel en hij dus een ry van
Z.Em. Kard. Granito di Belmonte
Z.Em. Franciscus Kard. Spellman
Z.Em, Benedictus Kard. Masella Z.Em, Gregorius Kard. Agagianian Z.Em. Thomas Kardinaal Tien Z.Em. Samuel Kardinaal Stritch Z.Em. Eduard Kardinaal Mooney