Commissie-Van Poll brengt voorloopig verslag uit Erkenning „Republiek" past in Februari-verklaring J UITZENDING VAN MILITAIREN njaca"** Parijsche conferentie poogt uit impasse te geraken Urgentie-program Kath. Volkspartij Regeering der „republiek" heeft op groote deelen van Java weinig invloed Verplichting krachtens speciale wet Kleine informeele besprekingen Regeering oordeelt voor Java een zelfregeering aanvaardbaar VRIJDAG 3 MEI 1946 PAGINA 3 SOUVEREINITEIT BIJ BEZETTENDE MACHT JE MAINTIENDRAI Het symbool der vrijheid De herstelde spoorbrug bij Hat- temerbroek over den IJssel is feestelijk in gebruik genomen. Hiermede is de verbinding met het hooge Noorden hersteld. Een nieuwe Zweedsche sneltreinloco motief rijdt over de brug TWEEDE KAMER 8 dager} /88,5o alles inbegrepen CEBETO-REISBCREAUX Kapperszaken Zaterdag geopend In het opleidingskamp voor Nederlandsche officieren, „De Wildhoef" te Bloemendaal, wor den onze soldaten voor hun toe komstige taak getraind. Hier gieren dagelijks de granaten ontploffen landmijnen en wordt op vele andere wijzen de echte strijd gesuggereerd. Door middel van een touwbrug wordt hier een rivier genomen" MIN. LOGEMANN VERKLAART: „Vrijstaat'1 Géén audiëntie Liturgische weekkalender V., STEMT No. 1 LIJST 2 VAN Het meest algemeene, onweer sprekelijke feit, waaromtrent geen verschil van gevoelen bestaat bij welke van de betrokken partijen dan ook in geheel Nederlandsch- Indië, is wel dit, dat het karakter van den huidigen revolutionnairen toestand aldaar beslissend is be paald door de Japansche bezetting gedurende bijna 3'/i jaar en de daarop onmiddellijk gevolgde ge beurtenissen. Aldus wordt geconstateerd in het voorloopig verslag van de commissie Van Poll. Verder ontleenen wij hieraan dat de wijze waarop de geïnterneerde hoogere ambtenaren en de door hen verrichte voorbereidende arbeid tot overneming van het bestuur na de capitulatie werden genegeerd, verbit tering heeft gewekt. Er bestaat, ten aanzien van de mogelijkheden,«ten deze, een controverse in Indië, welke de Ned. bevolkingsgroep in twee scherp tegenover elkaar staande deelen splitst. Van de zijde der ex-geïnterneerden wordt de volgende thesis verdedigd. In dien onmiddellijk na de Japansche capitulatie overeenkomstig de door ons ontworpen plannen het be stuur was overgenomen door den daarvoor, bij ontstentenis van den Gouverneur-Generaal krachtens de Indische Staatsregeling aangewezen geïnterneerden vice-voorzitter van den Raad van Indië, den heer Spit, indien de overige geïnter neerde bestuursambtenaren, die blij kens de geneeskundige contröle daartoe in staat konden worden geacht, onmiddellijk naar hun standplaatsen zouden zijn terugge keerd en daar voor zoover mogelijk weer het inheemsche bestuursappa raat en de politie zouden hebben hersteld, dan zou alles wat nu is ge beurd vermeden hebben kunnen wor den. De orde zou dan ongetwij feld gehandhaafd kunnen zijn, de gematigde nationale beweging zou volledige erkenning hebben gevon den, doch het opkomen van het extremisme en van roovers- en moor denaarsbenden zou in het algemeen voorkomen zijn geworden. Van de zijde der Indische regeering en der B'risbane-autoriteiten wcrdt dit een illusie genoemd, gebaseerd op een onderschatting van de werke lijke 'gezindheid der bevolking. Er ecu een bloedbad op gevolgd zijn. De commissie acht het negeeren van de hoogere ambtenaren, die 3% |aar geïnterneerd waren, niet het Juiste beleid. De naar Australië uitgeweken re geering heeft de plannen der geïn terneerden in geenen deele ge steund, den Raad van Indië naar huis gestuurd en zelfs maar wei nig eerbied getoond voor de helden, die het slachtoffer zijn geworden van de ondergrondsche beweging. De regeeriug der republiek heeft ttp groote deelen van Java weinig Invloed. In de bevrijde gebieden begint Zich lil vrijheid een partijwezen te Ontwikkelen, dat elders niet tot ontplooiing kan komen, waar de organen der „Repoebllk Indonesia" het opkomen van groepen, die een andere staatkundige oplossing wen- Bchen dan de 100 pCt. onafhanke lijke republiek, door terreurmiddelen tegengaan. Nu in de steden langzamerhand Voor deze terreur minder behoeft te worden gevreesd, begint duidelijk te !Het was reeds Willem de Zwij ger, de Vader des Vaderlands, die deze spreuk van het huis van Oranje in zijn wapen voerde. Je maintiendraiik zal handhaven En zietdoor alle eeuwen heen bleef dit devies gehandhaafd. Er Waren vaak donkere tijden voor bns vaderland. Tijden waarin het Scheen of land en volk ten onder izouden gaan. Maar telkens kwam Cr redding en uitkomst. Ook nu. Vijf iaar ^an6 was Nederland Onder vreemde dwingelandij. Maar de oude wapenspreuk bleef bewaard onder ons volk. !k zal handhaven wij zullen bandhaven in ons verzet, in Onze taaie Nederlandsche on buigzaamheid. De ketenen zijn Verbroken. Wij vieren het feest tier bevrijding. Je maintiendrai. De traditie blijft bewaard. Nu en in de toekomst. De Nederlandsche onderne mingsgeest bleef gelukkig ook bewaard. Meer dan een eeuw was het streven .van De Gruyter: bet beste te leveren tegen voor- deelige prijzen. En De Gruyter blijft handhaven het devies bé tere waar 'en 10 procent. Ook deze traditie is gelukkig bewaard eebleven (Ingez. med.) werden, dat de nationalisten, die ten andere oplossing van de Indonesische zelfstandigheid wenschen, dan dege nen, die achter de republiek staan, veel talrijker zijn dan voordien kon blijken. Grondfout van den huidigen toe stand acht de commissie de omstan digheid, dat de door de geallieerden erkende Ned. soevereiniteit over Ned.-Indië in feite niet berust bij de Ned. of Ned.-Ind. regeering, maar bij de bezettende macht. (Van onzen parlementairen redacteur) Nadat de interpellatie-Wende- laar over de papierrantsoenee- ring in verband met de ver kiezingen aan de agenda was toegevoegd, stak minister Logemann de regeeringsverklaring over Indië af, en nadat de Kamer In groote stilte naar de voorlezing van dit staatsstuk had geluisterd, ging zij in de afdeelingen om terstond het dien morgen ingediende wetsvoor stel om een wijziging aan te bren gen in art. 192 der Grondwet te on derzoeken. De regeering stelde niet voor het heele artikel 192 te schrap pen, doch wilde het slechts ver anderen In dier voege, dat de landsoldaten niet dan krachtens een speciale wet verplicht kun nen worden naar Nederlandsch- Indië, Suriname of Curasao te gaan. De wet zou zonder eenige discus sie zijn aanvaard, ware het niet, dat de communisten zich er met woede op wierpen, en naar zij voor gaven uit eerbied voor de Grond wet. Eerst deed de heer Wagenaar een mislukte poging om de behan deling uit te stellen, daarna hield hij een zoo stuntelig betoog tegen het wetsvoorstel, dat zijn kameraad Paul de Groot ijlings na hem, het spreekgestoelte besteeg, om het over te doen, waarop hij een reeks bewe ringen, die kant noch wal raakten, lanceerde onder het hoongelach van de Kamer. Vervolgens werd het wetsonwerp aangenomen met slechts en inl. Kantoren Ned. Spoorw. de stemmen der beide communis ten tegen. Kort maar fel is het debat een oogenblik geweest over het wetsont werp, waarbij de regeering machti ging vroeg tot vaststelling, wijziging en aanvulling van de begrootingen over de afgeloopen oorlogsjaren en tot het doen van uitgaven voor het dienstjaar 1946, zoolang de be grooting over dit jaar nog niet ls behandeld en vastgesteld. Verscheidene leden hadden alles tegen het financieele en begroo- tingsbeleid der regeering. Het ver wijt van geldsmijterij werd de re geering natuurlijk van alle kanten naar het hoofd geslingerd. Minister Lieftinck zag in al deze ontstemming een teeken van de oor logspsychose, waarin ook de Kamer gevangen is. Zij leent het oor aan geruchten. Het gerucht wil, dat er met geld gesmeten wordt en het is waar, dat ook de Minister-President het wel eens beweerd heeft, open hartig als hij is en misleid door een paar gevallen. De minister toonde aan, dat 95 pCt. van het totaal der voorziene uitgaven misschien wel voor discussie vatbaar is, doch in geen geval geldsmijterij beteekent. Tenslotte zei hij: ,,Als men in het financieele beleid geen vertrouwen heeft, dat de Kamer mij dan geen machtiging geve". En'binnen de hal ve minuut na dit laatste ministerl- eele woord was het geheele wetsont werp zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Kamer hield zich muisstil. De vakgroep „kappersbedrijven" deelt mede, dat het niet in het voor nemen ligt bijzondere maatregelen te treffen ten aanzien van de slui ting van kapperszaken, in verband met den Nationalen feestdag. De vakgroep adviseert, dat heerenkap perszaken dien Zaterdag in elk ge val tot ten minste 6 uur n.m. ge opend blijven. Damessalons zouden desgewenscht vroeger kunnen slui ten. De conferentie der ministers van Buitenlandsche Zaken te Parijs heeft besloten een poging te wagen de huidige impasse, die ontstaan is door de houding van Molotov, te doorbreken. Er zul len daarom behalve de gewone - plenaire zittingen ook kleine in formeele ontmoetingen plaats vinden tusschen de vier minis ters met ieder twee raadgevers. De conferentie besloot Donderdag het Adriatische eiland Pëlagosa aan Joego-Slavië toe te wijzen, onder garantie der Italiaansche visscherij- rechten. Het eiland Pianosa daaren tegen komt aan Italië op voorwaar de, dat het niet gemilitariseerd wordt. De ministers konden niet tot over eenstemming komen over het voor stel om een clausule in het vredes verdrag op te nemen, volgens welke Italië gedwongen zal worden de oor logsmisdadigers aan de Geallieerden uit te leveren. Bij de eerste informeele bijeen komst in de particuliere vertrekken van Byrnes werd daarna geconfereerd over de Ital. herstelbetalingskwestie. De Russen hielden vast aan hun vorlgen eisch betreffende een Ita liaansche herstelbetaling van 300 millioen dollar. Byrnes merkte op, dat hij bereid was elk plan van de Sovjet-Unie om herstelbetalingen van Italië te verkrijgen te aariVaar- den, mits de Italiaansche economi- Donderdagmiddag heeft in dë Tweede Kamer-minister Logemann 'n regeeringsverklaring over Ned.- Indië afgelegd. Daaraan ls het volgende ontleend: Nog geen volledige overeenstem ming werd bereikt omtrent het be sprokene, zoodat er nog geen eind resultaat is, hetwelk de deelnemers aan de besprekingen, elk in eigen kring, zouden willen verdedigen. De regeering is overtuigd, dat er wezenlijke vorderingen zijn ge maakt in het begrijpen en waar- deeren van de wederzijdsche standpunten van de partijen in het conflict en de openbaarheid, die in dit stadium aan de zaak kan worden gegeven, moet daar om ondergeschikt zijn, zij het ge lukkig slechts in onbeteekenende mate, aan het streven de ge sponnen draden niet af te doen breken, maar zoo mogelijk en op zoo kort mogelijken eermijn een vasten band tusschen partijen te leggen. De hoofdgedachte van de tusschen de Pransche Republiek en Viet-Nam (Annam) gesloten convention preli minaire is, dat Viet-Nam als een „état libre" deel zal uitmaken van de ..Federation Indo-Chinoise" en daarmede van ae „Union Prancaise". Deze gedachte, overgebracht op den toestand in Ned.-Indië, leidde tot het denkbeeld, dat de „Republiek Indonesië" erkenning zou kunnen vinden als onderdeel van een fede- raief gemeenebest Indonesië, dat zelf, overeenkomstig de verklaring van 10 Februari 1946, als deelgenoot zal optreden naast Nederland, Suri name en Curacao in het Koninkrijk der Nederlanden. Voor het Indonesisch nationalisme ligt de aantrekkelijkheid van een dergelijke oplossing hierin, dat zij het voortbestaan medebrengt, zij het in een meer beperke beteekenis, van de „republiek". Voor de Nederlandsche zijde be stond de aantrekkelijkheid van een oplossing in den aangeduiden geest daarin, dat de bereidheid van de „republiek" om als constitueerend deel van Indonesië te treden in het Koninkrijk, impliceert het loslaten van de revolutie. Tot de erkenning van de souvereiniteit van het Ko ninkrijk met even zoovele woorden was men bereid en daarnaast is uit gesproken de bereidheid om de toe komstige structuur van Indonesië in het algemeen te baseeren op de be ginselen, die belichaamd waren in de verklaring van ln Februari 1946. Erkenning van de „republiek" als één der onderdeelen brengt ln gee nen deele mede, dat het Koninkrijk die zeggenschap uit handen zou ge ven, die het behoeft om een bevredi gend functionneeren van het nieuwe staatsbestel te waarborgen. Voor het populaire misverstand, dat erkenning van de „republiek" zou beteekenen abdicatie van het Koninkrijk, is dus geen plaats gelaten. De erkenning van fle „republiek" op den beschreven voet past zeer wel binnen het kader van de ver klaring van 10 Februari 1946. De vraag kan slechts zijn, of zij voor een bepaald gebied inderdaad in aanmerking kan komen om be schouwd te worden als de auto nome organisatie van een der sa menstellende landen van het ge meenebest. De regeering is van oordeel, dat deze opvatting voor Java inder daad kan worden aanvaard. De Nederlandsche regeering is bereid te erkennen, dat de „Re publiek Indonesia" de facto gezag uitoefent over die deelen van Java en Madoera, die niet behoo- ren tot de door de geallieerde troepen beschermde arealen. Van Indonesische zijde wordt ditzelfde volgehouden ten aanzien van het geheele eiland Sumatra en zelfs gesteld, dat men goede reden zou hebben deze aanspraak ook gel dend te maken voor het grootste gedeelte van Celebes en een aan tal andere eilanden. De aanspraak op Sumatra kan door de Neder landsche regeering op dit oogen blik niet worden toegegeven. Ten aanzien van alle Buitengewes ten, dus ook van Sumatra, staat de Nederlandsche regeering op het standpunt, dat zij zich vrijelijk zul len mogen uitspreken óver hun wenschen nopens hun toekomstigen status binnen Indonesië. Indien daarbij zou blijken, dat bepaalde streken zich zouden willen aanslui ten bü de republiek, zal de Neder landsche regeering daaraan geen be lemmeringen in den weg leggen. In 't uiterste geval zou zich een toestand kunnen laten denken, waarin ge heel Indonesië, met uitzondering wel licht van enkele kleine gedeelten, aan welke dan een bijzondere status zou moeten worden gewaarborgd, voor de „republiek" opteerde. In dat geval zou het practisch effect dit zi|n, dat Indonesië een eenheidsstaat werd inplaats van een federatief ver band, maar dat overigens daarop ten volle van toepassing zou blijven, wat in de declaratie van 10 Februari is neergelegd. De regeering stelt zich dus te dezer zake op een zuiver de mocratisch standpunt, maar zij moet dan ook vasthouden aan den demo- cratischen eisch, dat de bevolking der Buitengewesten zich in vrijheid en veiligheid zal kunnen uitspreken. Van Indonesische zijde blijkt men weinig te gevoelen voor dén term gemeenebest. De voorgeslagen term „Vrijstaat". die de de mocratische gedachte accentueert, valt zeker te overwegen, indien blijkt, dat er zich geen misverstand omtrent den status van Indonesië binnen het Koninkrijk vasthecht. sche positie niet weid aangetast. De vier ministers kwamen overeen, dat zonder vertraging diende te wor den overgegaan tot een herziening van de wapenstilstandsvoorwaarden met Italië, aldus Reuter. Berichten uit de Italiaansche ma rinebasis melden, dat de spanning daar toegenomen is na het Parijsch besluit tot verdeeling van de Itali aansche vloot. Rechtsche bladen in Italië waarschuwen, volgens het U.P.. voor het gevaar, dat de zeelieden hun schepen eerder tot zinken zul len brengen dan ze uit te leveren. Z. H. Exc. de bisschop van Haar lem zal Woensdag 8 Mei geen audiëntie verleenen. ZONDAG, 5 Mei: 2de Zondag na Pa- schen, 2 H. Pius V. Secr. en Postc. uit de nieuwe Pausmis, (Haarlem 3 oct. Kerkwijding), Credo. Praef. v. Pa- schen. MAANDAG: H. Joannes v. d. Latijnsche Poort. (Haarlem 2 oct. Kerkwijding). Credo. Praef. der Apost. DINSDAG: H. Stanislaus. (Haarlem 2 oct. Kerkwijding). Credo. Praef. v. Pa schen. Breda. Roermond. H. Damitia- nus. 2. H. Stanislaus. Praef. v. Pa schen. WOENSDAG: Beschermfeest v. d. H. Jozef. 2 Verschijning v. d. H. Michaël. Credo. Praef. H. Jozef. Laat-» ste Evang. v. Verschijning v. d. H. Michaël. DONDERDAG: H. Gregoriua v. Nazianze. 2 oct. H. Jozef. Credo. Praef. H. Jozef. Haarlem. Octaafdag v. Kerkwijding. 2 H. Gregorius v. Naz. 3 oct. H. Jozef. Credo. Praef. v. Pa- schen. VRIJDAG: H. Antonius. 2 oct. H. Jozef. 3 H.H. Gordianus en Epima- chus. Credo. Praef. H. Jozef. Haarlem. Overbrenging v. d. H. Bavo. 2 H. An tonius. 3 oct. H. Jozef. 4 H.H. Gor dianus en Epimachus. Credo. Praef. H. Jozef. ZATERDAG: Utrecht. H. Aufri- dus. 2 oct. H. Jozef. Credo. Praef. H. Jozef. Haarlem. H. Gangulphus. 2 oct. H. Jozef. 3 v. d. Paus. Credo. Praef. H. Jozef. 's-HertogenboschH. Wiro. 2 oct. H. Jozef. Credo. Praef. H. Jozef. Breda. Mis v. h. oct. Besch. H. Jozef. 2. H. Maagd. 3 voor Kerk of Paus. Cre do. Praef. H. Jozef. Roermond. H.H. Wiro en Aufridus. 2 oct. H. Jozef. Credo. Praef. H. Jozef. ZONDAG 12 Mei: 3e Zondag na Paschen. 2. H. H. Nereus enz. 3 oct. H. Jozef. Credo. Praef. v. Paschen. Of waar gevierd wordt het Beschermfeest v. d. H. Jo zef: Mis van het Beschermfeest. 2 v. d. Zondag. Credo. Praef. H. Jozef. Laat ste Evang. v. d. Zondag. Aan den vooravond van den voetbalwedstrijd NederlandBelgië wordt in de Apollohal te< Amsterdam een bokswedstrijd NederlandBelgië Frankrijk gehouden. II. WEDEROPBOUW VAN HET VERWOESTE VADERLAND 1. Voor alles dient de woning bouw, in het bijzonder in de geteisterde gebieden, ter hand te worden genomen, waarbij ook aan de behui zingsmogelijkheden van qroo- te gezinnen de noodige aan dacht worde geschonken. 2. Maatregelen dienen te wor den getroffen om te voorzien in de voornaamste levensbe hoeften, waaronder kleeding, dekikng, schoeisel en huis raad. 3. Met klem worde geëischt de volledige teruggave van de door den bezetter geroofde goederen of de vervanging daarvan door gelijkwaardige goederen. 4. Bij de regeling van 't vraag stuk der oorlogsschade wor de uitgegaan van het begin sel, dat deze door de Over heid wordt vergoed, volgens het richtsnoer van het gees telijk en sociaal-economisch belang van de gemeenschap. 5. Alles worde 'in het werk ge steld om het bedrijfsleven in overeenstemming met de ge wijzigde omstandigheden we der op te bouwen, landbouw en industrie aan grondstoffen en machinerieën te helpen en het ontwrichte verkeer te herstellen. Zonder te kort te schieten in haar taak in al- gemeenen zin leiding te ge ven aan- en toezicht te hou den op de ontwikkeling van het économisch leven, geve de Overheid aan het particu lier initiatief ruim baan door deelneming aan dezen weder opbouw. 6. Bij den wederopbouw dient te worden, in acht genomen, dat kerken, scholen, vereeni- gingsgebouwen een onmisbaar bestanddeel vormen van het gemeenschapsleven. De ont trekking van groote gebou wen aan hun geestelijke, cul- tureele en sociale bestemming worde zoo spoedig mogelijk beëindigd. 7. Voor de ruimtelijke ordening worde een nationaal plan ontworpen, met eerbiediging van de gewestelijke zelfstan digheid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1946 | | pagina 3