Kamer aanvaardt ontwerp
voor Grondwetsherziening
Leeshonger wordt iets minder
c
Minister Logemann Ons land is
verantwoordelijk voor orde in Indië
ZEERE PLEK
WOENSDAG 15 MEI 1946
PAGINA 4
Net als
vroeger
zoo heerlijk
vet!
PROF. VAN LOON WORDT
BERECHT
Cursussen voor volkszang
leiders
Kardinaal Griffin bezoekt
Truman
Sneller dan het geluid
Baitenlandsch overzicht
Uitleening nog steeds ver boven
vooroorlogsch niveau
^Amerikaansche
denkbeelden
XVan -onzen parlementairen
redacteur)
De senatoren zijn Dinsdagmiddag
begonnen met de behandeling van
het wetsontwerp voor de Grond
wetswijziging, waarover zij over
het algemeen maar heel matig te
spreken zijn. „Ik maan deze Ka
mer aan, haar plicht te begrijpen
en dit heilloöze ontwerp achter den
rug weg te slingeren in de zee van
welverdiende vergetelheid", met
dezen moedwillig gechargeerden
pathetischen uitroep besloot prof.
Anema een Uitvoerige philippica
tegen het voorstel, en of de sena
toren er nu gehoor aan zullen
geven is nog een tweede, maar
dat er ook onder degenen, die vóór
zullen stemmen, weinig zijn, die
het met veel overtuiging doen, lijkt
wel zeker.
De katholieke fractie is er zeer
verdeeld over. Drie sprekers kwa
men van drie standpunten getui
gen. De heer Witteman kon er
Zich wel mee vereenigen, de heer
Blomjous moest er niets van heb
ben en mr. Kropman nam zoo wat
het midden in. Hij liet voorloopig
ook nog in het midden of hij voor
of tegen zou stemmen, maar hij
had een heele reeks critische en
stekelige opmerkingen, waarmede
hij het minister Beel nog onge
makkelijk kan maken. Evenals de
heer Blomjous bewonderde ook
mr. Kropman de overijlde haast,
welke de regeering met deze her
ziening betracht, geenszins. Maar
ook de bewering, dat Kamer-ont
binding en nieuwe verkiezingen
voor Grondwetsherziening geen
zuivere stemming onder het volk
ten aanzien van de Grondwets
herziening oplevert, omdat het bii
dergelijke verkiezingen altijd gaat
om de groote politieke programma's,
echtte mr. Kropman geen overtui
gend argument. Dan moeten wij
maar niet zulke „kruideniers"
zijn, zeide hij, om het zóó te sturen,
dat Grondwetsherziening altijd
samenvalt met de normale verkie
zingen. Verder kwam hij te spre
ken over de figuur van de nieuwe
Kamer voor Grondwetsherziening
en gaf daarbij allereerst als zijn
meening te kennen, dat Kamer
ontbinding toch onvermijdelijk zal
zijn, indien de Kamer voor Grond
wetsherziening de herziening ver
werpt. Wat is dat bovendien voor
een instelling, die Derde .Kamer?
De Grondwet noemt haar niet,
wanneer zij beschrijft hoe de
volksvertegenwoordiging is inge
richt. Is zij dus geen volksvertegen
woordiging? Zij kan niet anders
Zijn naar de meening van
mr. Kropman, doch haar figuur
is onduidelijk. Voorts had hij
er tamelijk ernstig bezwaar tegen
dat de Derde Kamer procedure
breekt met het twee-kamersysteem.
De reden daarvoor ziet hij niet in.
Naar zijn oordeel zou de Kamer
beter uit 150 leden kunnen be
staan, van wie er 100 door directe
verkiezingen en 50 door verkiezin
gen van de Prov. Staten geleverd
zouden kunnen worden. En ten
slotte had mr. Kropman nog cri-
tiek op de vereenigbaarheid van
het lidmaatschap.
Het kleinste deel der fractie, dat
geneigd is tegen tè stemmen, zoo
deelde hij mede, wilde nog even
wachten met het bepalen van zijn
stem tot de minister zal gespro
ken hebben en met name wilde
men gaarne weten, wat de regee
ring precies bedoeld heeft, toen zjj
wqes op de ernstige consequenties
die het verwerpen van het voor
stel tengevolge zou hebben.
Prof. Kranenburg schaarde zich
onder de geestdriftige voorstan
ders van de herziening, waarbij hij"
juist de instelling van de Derde
Kamer bewonderde, omdat deze
de vrucht zou zijn van een volks
referendum. Van de overige spre
kers van dezen middag verdient nog
vermelding de heer Pamontjak
(Dakloos), die inzonderheid gekant
is tegen de herziening van art.
192, omdat hij in geen geval Ne-
derlandsche troepen naar In^p
gezonden wenscht te zien.
Zou men het Indonesische
leger voor het herstel van orde
en rust niet voldoende achten
de heer Pamontjak mocht het
eigenlijk niet toegeven, maar hl)
deed het practisch toch dan
mogen geen Nederlandsche
troepen gezonden worden, zon
der dat hierover eerst over
leg is gepleegd met de Indone
sische autoriteiten, zooals deze
spreker het uitdrukte. Deze -
uiteenzetting is typeerend voor
het politiek niet zeer wijze
standpunt, dat vele Indonesiërs
hier te lande innemen.
In de. avondvergadering fulmi
neerde. eerst nog de heer Pollema
namens de C.-H. tegen de Grond
wetswijziging. Hij deed dit met
tallooze -beroepen op Struycken,
waarmede hij wilde aantoonen, dat
alles aan deze Grondwetsherzie
ning ongrondwettig is, maar hy
citeerde slechts zooveel als hem
dienstig leek en hij verzweeg
Struycken, waar die schrijver hem
dwars zat.
Dat bracht minister Beel hem
later zeer bekwaam onder het oog.
De minister heeft een beknopte en
scherpzinnige verdediging gevoerd,
die uiteraard na de behandeling in
de Tweed.e Kamer niet heel veel
nieuws meer bracht. Dengenen, wien
dit alles veel te haastig ging of die
aan de bevoegdheid van deze
volksvertegenwoordiging om de
Grondwetsherziening ter hand te
nemen, twijfelden, maakte hij dui
delijk, dat het hier slechts gaat
om een eerste lezing, waarbijvan
deze Kamer niet méér gevraagd
wordt dan het de volgende Kamer
mogelijk te maken zich uit te spre
ken. Zou deze règeering niet te
recht een verwyt treffen zoo zij
door deze wijziging in de herzie
ningsprocedure na te laten er de
oorzaak van werd dat in de vol
gende 4-jarige periode tweemaal
Kamer-ontbinding noodig zou zijn?
Bij de geweldige taak waarvoor de
volgende regeering en volksverte
genwoordiging komen te staan, is
het ontoelaatbaar om telkens een
'zoo groote onstabiliteit in het be
leid te veroorzaken. Dit bedoelde
de regeering met de ernstige con
sequenties, waarover zij sprak, en
zij had daarbij tevens het oog op
de noodzakelijkheid om straks de
herziening van de structuur van
het Koninkrijk in verband met de
uitkomsten van de Rijksconferen-
•tie met bekwamen spoed te kun
nen afhandelen. Voorts sprak de
minister zich uit over de positie
van de Kamer voor Grondwetsher
ziening. Volgens het standpunt der
de ideale stukken huishoudzeep
regeering is zy geen deel der volks
vertegenwoordiging. De Grondwet
kent daarin slechts een Eerste en
een Tweede.Kamer. Het is dan ook
verkeerd om van een Derde Kamer
te spreken. Zij is slechts een Ka
mer ad-hoc, waarin de uitslag van
een referendum van het volk tot
uiting komt. En al bestaat zij uit
100 leden, daarom is zij nog geen
nieuwe Tweede Kamer.
Minister Logemann heeft nóg
even zeer duidelijk gemaakt,
dat Nederland nog altijd ver
antwoordelijk is voor de orde
in Indië en daarvoor een
machtsapparaat moet vormen
en als de heer Parmantjah
mocht meenen, dat de Indone
sische troepen in staat zijn om
de orde te handhaven, dan wees
de minister er op, dat er plaat
sen zijn in Indië, waar de ge
allieerde troepen vechten om
dat zij aangevallen worden. De
regeering streeft er met alle
kracht naar, om in overleg met
de Indonesiërs tot herstel van
de orde te komen, doch als dit
onverhoopt niet anders moge
lijk zou zijn dan met behulp
van machtsmiddelen, dan zal
de regecring zich aan de ver
antwoordelijkheid die op haar
drukt niet onttrekken.
Het wetsontwerp betreffende de
herzieningsprocedure werd daarop
aangenomen met de geringe meer
derheid van 24 tegen 20 stemmen.
Van de katholieken stemden tegen
dé heeren Blomjous, Kropman, Mi-
chiels van Kessenich, Janssen en
Barge. Het wetsontwerp tot wijzi
ging van art. 192 (uitzending van
Ned. dienstplichtigen) werd even
eens aanvaard en thans stemden
de Anti-Revolutionnairen, ondanks
al hun formeele bezwaren tegen
deze Grondwetsherziening, leukjes
vóór!
Prof. mr. J. van Loon, die in
bezettingstijd president van den
Hoogen Raad is geweest en zich
in die functie door den bezetter
heeft laten benoemen nadat nu
wijlen mr. Visser was afgezet, zal
Dinsdag 4 Juni terechtstaan voor
het Bijzonder Gerechtshof te
's-Gravenhage.
Het Nationaal Instituut organiseert
volkscursussen, om het volkslied ln
alle kringen der bevolking te doen
herleven. Sedert begin 1946 zijn
reeds 4 van deze cursussen gehouden.
De eerstvolgende cursussen zullen
zijn van 2025 Mei: te Baarn, Ge
meenschapsoord Landgoed Draken
burg, 38 Juni: te Heemskerk (N.H.)
Jeugdherberg de Assumburgh, 24—29
Juni: te Ommen (Ov.) Huize Henau
Hammerweg 30.
De bekende Cunerakerk te Rhe-
nen, die tengevolge der oorlogs
handelingen grootendeels was
vernield, wordt met het oude
materiaal hersteld. Er wordt
hard aangepakt en het werk vlot
shel. Het bouwwerk in de steigers
Kardinaal Griffin van Westmin
ster heeft Dinsdag een onderhoud
gehad met president Truman over
de voedselcrisis. Hij zeide dat de
president hem op het Witte Huis
uitgenoodigd had, toen beiden op
11 Mei door de Fordham-universi
teit te Fordham het eere-doctoraat
werd verleend*
De Amerikanen beweren, dat zij
het wereldsnelheidsrecord voor
vliegtuigen, dat onlangs door een
Engelsche Gloster Meteor op 975
km. per uur is gebracht, kunnen
verbeteren. Zij zouden het nog
16 km. sneller kunnen doen met
een speciaal gestroomlijnde Shoo-,
ting Star. De Britscke luchtmacht
heeft echter indertijd slechts 90
procent van het maximum uit
de meteoor gehaald, zoodat het
record opnieuw met 24 km. zou
kunnen worden verbeterd.
Tenslotte is er nog een geheim
Britsch jachtvliegtuig, dat het
eerste vliegtuig ter wereld moet
zijn en de snelheid van het geluid
zal evenaren of zelfs voorbij stre
ven. Dit vliegtuig is nog in een
experimenteel stadium. Als men
weet, dat de snelheid van het ge
luid aan het aardoppervlak onge
veer 216 km. per uur bedraagt
is het een klein kunstje uit te
rekenen, dat men in pl.m. 33 uur
even om de wereld jaagt
Aan het begin van deze maand
heeft kardinaal Griffin,
aartsbisschop van Westmin
ster, in een preek zijn onge
rustheid uitgesproken over den toe
stand in Polen" „Het wekt onze
ernstige zorg", aldus de kardinaal,
„dat Polen tot dusver niet de vrij
heid heeft gekregen waarvoor het
gestreden heeftwaarvoor de
strijders van Polen en Engeland
hebben geleden of hun leven geof
ferd".
Daarmee raakte de kerkvorst aan
een van de zeerste plekken dezer
wereld: het land, welks overrompe
ling het sein werd tot den groe
ten oorlog, zucht onder een ver
drukking die van de bezetting maar
weinig verschilt.
De regeering wordt uitgeoefend
door een kabinet waarin vtjf partijen
zitting hebben. Premier is een com
munist, en bijna alle andere be
langrijke. posten worden dobr
communisten of hun geestverwan
ten Ingenomen. Slechts een enke
le plaats is ingeruimd aan de Boe-
ren-Partij, die onder leiding van
Mikolajzyk staat; hij is vice-presi
dent van den ministerraad.
Hoe weinig de huidige samenstel
ling van de regeering den politie-
ken wil van het Poolsche vólk weer
spiegelt, wordt met klemmende
duidelijkheid uitgedrukt door de sa
botage van den ministerraad om nu
eindelijk eens vrije verkiezingen te
houden. De linksche partijen ver
tegenwoordigen slechts een zeer
klein deel van de bevolking. Zij
weten het, en houden zich aan de
macht door het eenlge middel dat
ze in handen hebben: deze macht
zelf. „Polen is een politiestaat",
heeft Bèvln gezegd. Er is een ge
heime politieke politie, oppositie
wordt niet toegestaan, de pers
wordt niet minder gecensureerd dan
in Rusland of Hitler-Duitschland,
crltiek op de regeering durft nie
mand openlijk uit te brengen, bang
als hij moet zijn voor arrestatie bf
sluipmoord.
De eenige die openlijk zegt wat
hij vreest en denkt, is Mikolajczyk,
maar zijn blad „Het Polen van
Morgen" verschijnt te Londen! Hij
is de kampioen voor democratie in
Westerschen, niet in Russischen zin.
Van hem gaat ook de groote aan
drang uit naar verkiezingen. De
mogendheden steunen hem hierin
zooveel zij kunnen. Amerika heeft
financleelen steun aan het ontred
derde land afhankelijk gesteld van
naleving der besluiten van Jalta,
die deze verkiezingen gelastten. En
Engeland probeert langs diplomatle-
ken weg de regeering hiertoe te
brengen. „In den herfst" heeft nu,
niet lang geleden, minister-presi
dent Osobka-Morawski beloofd. En
Mikolajczyk heeft geëischt dat de
U.N.O. zich dan zal belasten met
de controle op de werkelijke vrijheid
en het werkelijke geheim zijn van
de uitspraak des volks.
Misschien is op deze manier nog
iets te redden van de zelfstandig
heid van het land, dat tot zijn
„Zwarte Moeder", de miraculeuze
Maria van Czenstochowa, waarop de
devotie van de gansche natie zich
richt, bidt om bevrijding van een
druk die niet lichter is dan de
Duitsche.
Het verbouwen van
gewaseen in den
Oceaan op een
schaal, <jie de we
reld zou verlossen van
honger, wordt voorzien
door twee Amerikaan-
sche professoren, die
daarover schrijven in de
Saturday Evening Post.
Zij beweren, dat het
geheele menschdom ge.
voed en gekleed zou
kunnen worden van de
opbrengst van „oceaan-
boerderijen", die slechts
een fractie zouden be
slaan van de totale
Oceaanoppervlakte. Zij
zetten uiteen, dat de
mensch zich gedurende
millicenen jaren gevoed
heeft met de opbreng
sten van het land en
dat deze voedselbron
nen hier en daar be
ginnen op te drogen.
De professoren verkla
ren, dat nog eenige de
caden van mechanische
ontwikkeling ten ge
volge zouden hebben,
dat de mensch niet
meer uit deze bronnen
zal kunnen putten,
omdat zy uitgeput
zullen zijn.
„Het is klaarblijke
lijk alleen ribg een
kwestie van tijd, aldus
deze professoren, maar
dan 2&1 de mensch zich
moeten wenden tot de
hulpbronnen van den
Oceaan".
De ontwikkeling der
„Hydroponics" het
telen van gewassen in
water met chemische
oplossingen in plaats
van in den, grond, is
in de laatste tientallen
Jaren snel toegenomen.
Dit toont volgens hen
duidelyk de mogelijk
heid van „Oceaan-
landbouw" aan.
Den professoren
zweefde een beeld voor
oogen van rotsige voor
gebergten, riffen en
schiereilanden aan de
kust der Vereenigde
Staten bebouwd met
fabrieken, raffinade
rijen en pakhuizen voor
de behandeling van
zeeproducten en de
vervaardiging daaruit
van voedingsmiddelen,
textiel en minerale
producten. (AP.)
(Van onzen Haagschen
redacteur)
Toen in de oorlogsjaren oogen-
schijnlijk goede kameraden, aan
wie wij verknocht waren, zooals
de bioscopen, de schouwburgen
en de kranten, zich allengs meer
van een onuitstaanbare zijde
lieten zien of zich zelfs heele-
maal niet meer lieten zien, ble
ven boeken onze goede vrienden.
De leeszalen waren tenslotte de
eenige openbare instellingen,
waar wij ontspanning en ver
troosting, afleiding en studiege
legenheid konden vinden. Hu, wij
hebben de vrienden in nood wèl
leeren waardeeren en den weg
naar de leeszalen weten te
vinden.
De totale uitleening van de Neder
landsche Openbare Bibliotheken ge
durende den bezettingstijd is te
schatten op ruim 12 millioen boe
ken per jaar. Dat beteekent een stij
ging met gemiddeld ruim 40 pet. In
sommige streken van het land ver
dubbelde de boekencirculatie in de
leeszalen zelfs.
Nu moge het dan wel vaststaan,
dat het boek een goed en trouw
vriend is, of alle lezers uit hetzelfde
hout gesneden zijn, kan men gerust
betwijfelen. Sedert de bevrijding is
de "uitleening al weer eenigszins te-
ruggeloopen, al blijft zij ver boven
het vooroorlogsche niveau. De' heer
dr. H. E. Greve, die inspecteur is van
de Centrale Vereeniging voor Open
bare Leeszalen en Bibliotheken,
haalde er berustend de schouders
bit op, toen hij ons dat vertelde.
„Zulk een Intense boekenhonger",
zei h(j. „is tenslotte een maat
schappelijk ziekteverschijnsel. In
tyden van voorspoed wordt nu een
maal minder gelezen en zelfs ook
minder gestudeerd en wij gaan nu,
gelukkig, weer naar den voorspoed
toe."
„Waar ging de belangstelling
van deze honderdduizenden lezers
in hoofdzaak naar uit," vroegen- wij.
Het antwoord hield veel verras
sends in. De gegevens, welke de heer
Greve ons verstrekte, hadden welis
waar slechts betrekking op den gang
van zaken in de Openbare Leeszaal
en Bibliotheek in Den Haag, van
welke hil directeur is, doch in groo
te trekken waren de merkwaardige
verschuivingen in belangstelling over
heirgeheele land dezelfde.
Het meest opvallend is wel, dat de
uitleening van belletrie en romans
percensgewtjs belangrijk -daalde, een
verschijnsel, dat sleehts zeer gedeel
telijk te verklaren is door het feit,
dat' een aantal romans aan de cir
culatie werd onttrokken.
Dat geschiedde namelijk pas
later en de teruggang in belang
stelling voor deze lectuur was
reeds in het eerste oorlogsjaar te
constateeren. Dó lezer greep daar
entegen meer dan vroeger naar
boeken uit de rubriek, die
zeer dicht bij- die der romanlec
tuur ligt, die namelijk, welke ge
schiedenis, ^aardrijkskunde en
land- en volkenkunde omvat. His
torische avonturen, reisverhalen
en ontdekkingstochten boeiden
den van de wereld op zoovele wy-
zen afgesneden Nederlander meer
dan ooit.
Merkwaardiger- en verheugender-
wijs steeg ook zyn belangstelling
voor de poëzie en de boeken op het
gebied der kungten, evenzeer de
tooneel- als de schilderkunst, de
danskunst en de letterkunde.
Typisch gevolg van den oorlogstyd
was het, dat boeken over huishoud
kunde, politiek, recht, krijgskunde
wat minder werden gevraagd. Dat
de rubriek veeteelt, landbouw en
vlsscherij zich in groote belangstel
ling mocht verheugen, behoeft geen
verwondering te wekken. De volks
tuintjes, de konynenfokkerij enz.
namen immers hand over hand toe.
De leeszalen hebben al met al ln
belangrijke mate ertoe bijgedragen
het moreel van ons volk op peil te
houden, dikwijls ten koste van veel
offers en altijd ten koste van haar
bibliotheken. De talrijke nieuwe, on
getrainde lezers hebben de boeken
met treurige nonchalance behan
deld. Vele zyri' gestolen, ;n Den
Haag alleen reeds ruim 3.000. Her
stel, ook van de gebouwen, vraagt
geld. Wij mogen echter verwachten,
dat de afdeeling „Vorming buiten
Schoolverband" van het Departe
ment van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, waaronder de lees
zalen en bibliothekèn ressorteeren,
aan deze instellingen een warm hart
zal toedragen, zy hebben het ln
ieder geval verdiend.