Zamdvoort, niet zooals vroeger,
Vermogensaanwasbelasting
opnieuw gestrand
W
ff
HET BOEMELT JE
van PERMEREND
maar herstel is duidelijk zichtbaar
Minister van Marine
beëedigd
Dit jaar evenveel badgasten als
vóór den oorlog
Enkele gemeenten kannen nu
hun raad gaan kiezen
Directeur en secretaris der
K.L.M. nemen ontslag
WOENSDAG 7 AUGUSTUS 1946
PAGINA 6
NOORDERBAD WEER
IN BEDRIJF
Eerste permanente gebouw
»i Heldere
ivasch
de ideale stu
huishoudzeep
TWEEDE KAMER
Varende „kippenren"
Maar let op, dat ge er niet te
Toen de Duitschers de eva
cuatie der Zandvoortsche bevol
king gelastten, telde Zandvoort
ruim 9800 inwoners. Acht dui
zend Zandvoorters moesten eva-
cueeren; de bevolking liep terug
tot 1785 op 31 December 1943.
Op het moment van de bevrij
ding leken de kansen voor een
spoedigen terugkeer van de ge-
evacueerden niet gunstig; 710 wo
ningen waren gesloopt-en de leeg
staande woningen waren op last
van de Duitschers van electrische,
gas- en waterleidingen beroofd en
door vandalisme der aldaar gele
gerde Duitschers, Bussen en
Briitsch-Indiërs zwaar beschadigd.
Niettemin is het herstel i# een
buitengewoon snel tempo geschied.
Met het bewoonbaar maken van de
woningen werd onmiddellijk eetn
aanvang gemaakt.
Veel lof komt toe aan de
Zandvoortsche aannemers die,
ondanks de moeilijkheden met het
verkrijgen van materialen en de
financiering, alles deden óm de
huizen zoo snel mogelijk op te
knappen. Het gemeentebestuur
van zijn kant pakte het herstel
van de beschadigde en opgebro
ken wegen en trottoirs energiek
aan.
Geen wonder dat degenen, die
Zandvoort thans bezoeken, ver
baasd staan over hetgeen in één
'jaar tijds werd gepresteerd. De
Kostverlorenstraat en plan-Noord
bijvoorbeeld waren verleden jaar
nog een verzameling schijnbare
ruïnes met verwaarloosde tuinen,
vernielde hekken, opgebroken vloe
ren en kapotte ruiten. Thans heb
ben die straten een welvarend
aanzien gekregen. De huizen zijn
opgeknapt, de tuinen goed aan
gelegd en onderhouden en de hek
ken zijn hersteld.
- Bevolking
Daze gang van zaken weerspie
gelt zich in het bevolkingscijfer
van Zandvoort. Op 31 Dec. 1945
was het reeds gestegen tot 6933 en
per 31 Juli j.L tot 8264. Hierbij zÜn
ook geteld de gerepatrieerden die
In het vroegere „Zomers Buiten"
thans „de Schelp" aan den van
Haamstede weg verblijven. Dit ge
bouw is verbouwd tot hotel en zal
gedurende tien maanden plm 300
gerepatrieerden huisvesten. Een
Vleugel Is reeds in gebruik genomen.
Wanneer men in aanmerking
neemt dat Zandvoort, ondanks de
slooping van bijna alle groote ho
tels en pensions, momenteel even
veel badgasten heeft als vóór den
oorlog, dan is de conclusie gerecht
vaardigd, dat Zandvoort intensief
wordt bewoond.
Zondag is het „Noorderbad'
f wederom voor het publiek open
t fekteld. Het eerste permanente
gebouw in het kader van den
wederopbouw van Zandvoort, zal
hierdoor ter beschikking komen
van de liefhebbers van het „zilte
nat".
In een onderhoud met het A.N.P.
vertelde de heer A. H. Pomper Jr.,
eigenaar van het Noorderbad, iets
over den stand van zaken op het
oogenblik en de plannen voor de
toekomst.
„Gelukkig," aldus de heer Pom
per, „zag de overheid wel het nut
in van den wederopbouw van ons
zwembad, dat tijdens den oorlog
vernietigd werd. Het gevolg is, dat
wij de beschikking kregen over
voldoende materiaal om weer de
zaak op te bouwen. En thans kun
nen wij ons er op verheugen, dat
het' Noorderbad mooier en moder
ner geworden is dan het voor den
oorlog ooit was. In plaats van het
houten gebouw, dat wij voor deD
oorlog hadden, staat er thans een
fraai, in steen opgetrokken badin
richting, evenals voorheen met
douchecellen, garderobebewaar
plaatsen, en alles wat er bij een
moderne badinrichting hoort. Bij
den wederopbouw van het popu
laire Noorderbad genoten wij alle
medewerking van den heer Van
Alphen, burgemeester van Zand
voort, zijn wethouders en den we-
deropbouwdiemst.
Voor den oorlog was het gemid
delde aantal gasten per dag in het
Noorderbad ongeveer 20.000. Het
ligt in de bedoeling Kèt zwembad
snel uit te breiden opdat binnen
kort het vooroorlogsche peil bereikt
zal zijn. Dat het thans nog niet
zoo is, moet men wijten aan het
weer, dat niet medegewerkt heeft.
Een andere moeilijkheid was, dat
bij het bouwen de arbeiders op
bunkerfundeeringen uit de oor
logsdagen stuitten.
Voor het gebouw is nog steeds
een groote bunker met ge
schutstoren, waaruit een ka
non dreigend zijn loop steekt,
als herinnering aan de bange
oorlogsjaren overgebleven. Het
ligt in de bedoeling dezen bun
ker als oorlogsmonument in
stand te houden een blij
vende herinnering aan den tijd
der Duitsche bezetting.
Op een der terrassen van het voormalige Zuiderhad te Zand
voort, waar het voor den oorlog zoo gezellig was
Het aantrekkelijke strandleven is op mooie dagen in Zandvoort
teruggekeerd
(Van onzen parlementairen redacteur)
De Tweede Kamer begon Dinsdag
middag met nieuwen moed aan de
voortzetting van het wetsontwerp
vermogensaanwasbelasting, doch de
zaak strandde weer, omdat minister
Lieitinck om 2 uur naar de Eerste
Kamer moest, waar hij de geldzui-
vering had te verdedigen. Zóó bleef
men steken midden in (je behan
deling van art. 28, waaraan nogal
wat amendementen te pas kwamen.
Het interessanste daarvan was een
amendement, waarmee de heer Teu-
lings het beginsel van kinderaftrek
in de wet wilde binnen brengen.
Minister Lteftinck is daar tegen, maar
we zullen Woensdagmiddag, wan
neer de Kamer verder gaat, te hoo-
ren krijgen, wat hij er precies over
te zeggen heeft.
Daarna behandelde de Kamer het
Noodwetje wegens de foutieve in
diening van de candidatenlijsten
voor de gemeenteraadsverkiezingen
in een aantal gemeenten en zij nam
het na een uurtje ook z.h.st. aan.
Minister Beel had het er niet moei
lijk bij, ofschoon men dit na al de
bezwaren, die er in de stukken wor
den opgesomd, niet verwacht zou
hebben. Bezwaren opwerpen is ook
ellicht hebt ge ooit het
genoegen gesmaakt via
de radio het fraaie lied
te hooren, dat tot titel
gekregen heeft: het boemeltje
van Purmerend. Het genoegen,
of misschien ook de ergernis,
want het kan zijn, dat n van
een dergelijk soort muziek niet
houdt, en het kan ook zijn, dat
u te zeer aan het trammetje
naar Purmerend gehecht is ge
raakt om te kunnen verdragen,
dat het op een dergelijke manier
belachelijk wordt gemaakt.
Want is het zulk een belache
lijke zaak? Neen, in het geheel
niet.
Misschien heeft u er zelf geen er
varing van. u aoudt het dan kunnen
viagen aan de talrijke menschen van
Amsterdam-Noord, die er dagelijks
in klimmen om naar het echte Am
sterdam, dat voor hen aan den an
deren kant van het IJ ligt, te gaan.
We,licht mopperen zjj bij tijd en
wijle op het vehikeltje, of op zijn
tweelingzusje, dat naar Volendara
snelt, maar u zoudt de
gezichten eens moeten
zien, als zij op een kwaden
dag zooals In September
1944 het hooggepoote
voertuig, dat met rauwe"
kreten langs de Meeuwen
laan vliedt, zouden moeten
missen. Kn wat zouden de
brave lieden uit Purmerend
zonder hun boemeltje moe
ten beginnen? Zich toe
vertrouwen aan de N.S
die maar viermaal per dag
een trein naar de hoofd-
stad laten rijden en dan
nog meer dan den dubbelen prijs vra
gen? En hoe zou h«t heele Water
land zich toegang moeten verschaf
fen tot de hoofdstedelijke cultuur?
Wat trouwens te zeggen over dat
fabeltje van die koe? Heeft het
trammetje ooit voor een koe gestopt?
Geen habitué, die het heeft meege
maakt. En als er ooit eens een koa
cp de rails zou komen staan, zou
bet trammetje dan soms door moe
ten rijden, met al de verschrikke
lijke gevolgen van dien?
Neen, niet waar. Zoowel de koelen
ais de trams zijn nog schaarsch.
Wat kan dan den illusteren com
ponist zoo tegen het onschuldige
boemeltje Ingenomen hebben? Dat
het er geen sneltreinvaart op na
houdt en onderweg gemiddeld tien
maal stopt? Maar wie, die oog heeft
voor de landelijke schoonheden langs
d» lijn en zöo de gelegenheid krijgt
die rustig te beschouwen, kan er an
ders dan dankbaar voor zijn? Of dat
het zich constantelljk niet aan de
dienstregeling stoort, maar Iemand
altijd prompt vijf minuten te laat
op de plaats van bestemming afle
vert? Wie, die weet, dat het zoo de
gewoonte is, waar nimmer van word;
afgeweken, kan er zich werkelijk aan
ergeren? Misschien dan, dat het over
de rails pleegt te dartelen als een
veulen, dat voor het eerst de wei
in mag, zoodat men zich wel eens
het hart vasthoudt voor een mia-
sprong? Maar wie, die zelf niet an
ders dan malsche Hollandsche wei
den te aanschouwen krijgt met wa
ter omzoomd en hier en daar met
een klein dorpje gestoffeerd, kan
dat niet begrijpen en er zich zelfs
in verheugen.
Neen, dit alles kan de ware reden
niet zijn. Men kan slechts vermoe
den. dat er Ijverzucht achter zit,
want 't is waarlijk geen zeldzaam
heid, dat ge In dit zelfde boemeltjo
vergast wordt op muzikale uitspat
tingen, waarvoor ge alle bands en
wat daar op lijkt gaarne cadeau
geeft Soms Is bet een aandoenlijse
harmonicaspeler, <jle Louise valsche-
iijk op dé nageltjes laat bijten en,
dat gedaan zijnde, de heele reis van
geen ophouden weet. Een andere
Maak een reisje door het Waterland en
ge zult bemerken, dat er ook nog zoo
iets als muzikale laster bestaat. Ce zult moeten
toegeven, dat er in heel ons vaderland kwalijk
een vervoermiddel is, dat de vergelijking kan
doorstaan met het boemeltje van Purmerend
lang blijft droomen. want vooral op
de spitsuren zou het kleine bootje
u geen plaats meer bieden en dan
hebt ge maar te wachten op het
volgende, dat een half uur pleegt
weg te blyven. intusschen ziet ee
dan nog wel de groote boot verschij
nen, die gemeenlijk de| kippenren
wordt genoemd, omdat z(| met kip
pengaas omheind Is, maar die is
alleen voor de Volendammers. Zit
ge eenmaal op het bootje, dan kunt
ge meteen feestelijk beginnen te
dringen naar den kant, waar ge
straks uij moet stappen, want wie
het eerst er uit Is, krijgt de beste
plaats.
Zit ge eenmaal ln het trammetje,
dan komt ge doorgaans tot de ont
dekking', dat alle gedrang overbodig
was, want het gebeurt maar zelden
dat niet iedereen een zitplaats krijgt,
vooral, als eenmaal de Buikslooters
aan den rand van Amsterdam zijn
uitgestapt.
Dan, van alle stedelijke jasten be
vrijd, schiet het trammetje met
waren wellust de groene
oneindigheid is. Zet u dan
stevig neer, wilt ge niet
van de bank gewipt wor
den, want de eerste oogen-
blikken zult ge niet recht
weten, of ge nu in een
rutschbaan dan wel in een
cakewalk zijt aangeland.
Éénmaal over dien eersten
schrik heen zult ge bemer
ken, dat er niets onher
stelbaars gebeurt. Dan
maal ls het een man, die middels sen
mondorgeltje ketelbinkie opnieuw
over boord laat zetten, maar hij
werkt zijn programma's tenminste
tusschen twee haltes af en klimt dan
in den bijwagen.
Het zijn dergelijke genoegens, die
een reisje naar Purmerend even
bont plegen te maken als de
bontste bonte avondtrein en het
eenlge nadeel ls, dat men er niet
met een handomdraaien een eind
aan kan Slaken.
Daarmee is de werkelijke beweeg
reden waarschijnlijk wel voldoende
ontmaskerd. Voor mij, lieve lezer, ls
het een feestelijke gebeurtenis, wan
neer Ik naar Purmerend heb' te
gaan. Daar hebt ge direct al het
begin: het koffiehuis tegenover
het Centraal Station, waar ze, god
dank. ook nqg wel iets anders schen
ken dan alleen maar koffie, en hoe
heerlijk zit Re daar op 'n zonniger»
dag aan den waterkant tegenover de
Sint Nicolaas.
kunt ge uw blik laten gaan
over de groene welden, met
allerhand ,gebloemte be
spikkeld, ge kunt' naar allerlei
vogels kijken, die S® wellicht nog
mmmer van zoo dichtbij beschouwd
hebt, ge kunt uw oppervlakkige ken
nis omtrent schapen en koeien
uitbreiden, ge kunt ook, als er toe
vallig geen muzikant aanwezig is,
u bezig houden met luisteren naar
allerlei aangenamen kout, die u
somwijlen met aardige plaatselijke
intimiteiten op de hoogte brengt.
Och ja. lieve lezer, de genoegens,
die u ter beschikking staan, zijn vele.
Wellicht zult ge den eersten keer bij
elk van de ticaalf haltes overeind
springen, omdat ge denkt op uw
plaats van bestemming te zijn, maar
dat houdt de spanning er in en ge
zult bemerken, dat ge er tenslotte
toch komt. En dan zult ge weten,
dat er geen koe was, die uw tram
metje een stroobreed in den weg
legde, dan zult ge weten, dat alles,
wat het liedje beweert, pure laster is,
en ge zult moeten toegeven, dat er
in heel ons vaderland kwalijk een
vervoermiddel is, dat de vergelijking
kan doorstaan met het boemeltje van
Purmerend.
een leuke bezigheid, Vooral als men
weet, dat het geen kwaad kan.
De anti-rev. beer Algera echter
wilde zijn bezwaren in allen ernst
volhouden. Een soort van mysteri
euze eerbied voor de wet gaf hem
het verlangen in, om de zaak eerst
heelemaal te laten spaak loopen.
Daarom moesten dan eerst de ver
kiezingen zonder de candidaten van
de foutief ingediende lijsten gehou
den worden: daarna moesten de
gekozenen dan bedanken en niet
eerder dan wanneer de boel zoo ver
in het honderd was geloopen, wilde
de heer Algera een noodtoestand er
kennen en mocht er dan pas met
het uitschrijven van nieuwe ditmaal
goede verkiezingen worden overge
gaan.
In dit exces van formalisme wilde
niemand de heer Algera volgen, en
aangezien minister Beel in de me
morie van antwoord alle bezwaren
reeds afdoende had weerlegd, kon
hij er thans mee volstaan te ver-
zékeren, dat het noodwetje geen
precedent zou scheppen en dat hij
bij herziening van de kieswet zou
bevorderen, dat de gelegenheid tot
het indienen van candidatenlijsten
opengesteld zal worden tot vijf uur.
Toen vond de Kamer alles goed.
Donderdagochtend zal zij het
wetsontwerp tot instelling van de
Commissie-Generaal in de afdeelin-
gen onderzoeken.
Hedenmorgen is ten paleize
Soestdijk kapitein-Luit. ter Zee
J. J. A. Schagen van Leeuwen
beëedigd als minister van Ma
rine.
De nieuwe minister werd in 1896
te Pretoria geboren, waar zijn
vader lid was van het Hoog Ge
rechtshof van Zuid-Afrika tijdens
de republiek van Kruger. In 1919
werd hij Luit. ter Zee derde klasse
en in 1923 als Luit. ter Zee tweede
klasse artillerie instructeur op H.
M. „Gelderland", waar hij zich
specialiseerde in scheepsartillerie-
en luchtdoelartillerie vuurleiding. Hij
ontving het diploma van meer uit
gebreide artillerie-kennis, dat se
dertdien door geen anderen mari
ne-officier werd verkregen. In 1929
werd hij als Luit. ter Zee eerste
klasse toegevoegd aan de commis-
sie-Bodenhausen. In 1935 volgde
zijn benoeming in de directie van
Hazemeyer-Hengelo, om de Duit
sche penetratie in die fabriek te
gen te gaan en toezicht te houden
op de Nederlandsche belangen. In
verband daarmee werd hem eervol
ontslag verleend uit den zeedienst
en werd hij opgenomen in de Kon.
Marine-reserve. Gedurende de
oorlogsjaren was de nieuwe minis
ter sous-chef van de afd. mate
rieel aan het hoofdkwartier van
de Marine te Londen en sedert
de bevrijding vervulde hij dezelfde
functie in Den Haag. Minister
Schagen van Leeuwen is van
Protestantsche huize en is niet
aangesloten bij een politieke partij'.
De heer Hans Martin, directeur
van de K. L. M„ en de algemeene
secretaris, mr. L. H. Slotemaker,
hebben als zoodanig ontslag geno-
menrwegens een kwestie van inter
nen aard. Er zou verschil van
meening bestaan over het handha
ven' van een der leidende functio
narissen bij de K.L.M., tegen
wiens aanwezigheid een deel van
den staf ernstige bezwaren heeft.