Imam Lapeo's profetieën
D
W
EEN MUZIEK-MUSEUM
IN DE RESIDENTIE
Het sterke verhaal
r.
Valsche munters
in Duitschland
Jpectaai Muóeuni-JCafneiuVikest
g&afit uityo.sxuig&t mn oude en
onbekende mwziek, koAto.m /au
„o.pg.KavLng&n"
Een onwerkelijke
werkelijkheid
MAANDAG 19 AUGUSTUS 1946
PAGINA 6
Onbevreesd voor de
Japanners
Tweede voorspelling
sekoetoe (geallieerden) zullen zegevieren
op verpletterende, onverwachte wijze!"
j
riS aan te^emerf daa,rtoe k' Se''fedrp die* ln*t
Debutanten-cimQsrteii
Belangrijke bibliotheek
Verdere ontplooiing coodig
Aan de Westkust van Zuid-
-Celebes, even bewesten Ma-
pili, ligt Tjampalagiang. Het
Is eigenlijk maar een onbeduidend
plaatsje in weerwil van zijn nu
Weer drukbezochten pasar. In deze
plaats leeft een eerbiedwaardig
man: de Imam Lapeo van Tjam
palagiang, zoo meldt de Indische
documentatiedienst. De oude Imam
is de geestelijke leider en de pro
feet van de inwoners van Tjampa
lagiang, maar zijn faam strekt zich
uit tot ver in den omtrek, ja zelfs
tot Makassar toe. De oude Imam
Mohammed Tahir is zijn naam
heeft een onbetwist gezag door
zijn vToomheid en zijn ouderdom.
Bovenal echter dwingt hij bewon
dering af door zijn wijsheid en zijn
voorspellingen, die, naar men zegt,
steeds uitkomen.
In den afgeloopen oorlog is zijn
roem ten top gestegen met eea
tweetal profetieën, die treffend be
waarheid geworden zijn.
Het was kort na de Japansche
invasie, begin 1942. De geallieer
den schenen machteloos tegen de
Japansche stoomwals, het Japan
sche leger leek onoverwinnelijk. De
zonen van het land van de Rij
zende Zon, dronken van zege,
waanden zich de meesters van de
toekomst, zelfbewust, vertrouwen
de pp hun macht, traden zij op als
absolute heerschers. De Boeginee-
tscihe bevolking van Zuid-Celebes,
stuipéfait door de onverwachte,
snelle nederlaag der Nederlanders
en volgzaam van nature, raakte
geïmponeerd door de Japansche
prestaties en het Japansche op
treden. Al was dit laatste nu niet
dadelijk aangenaam voor haai
zelve.
Toen was het, dat de oude hadji
van Tjampalagiang zijn stem deed
hooren:
„Japan zal verslagen worden.
De negTi sekoetoe (geallieer
den) zullen zegevieren op
verpletterende, onverwachte
wijze! De heerschappij der Ja
panners zal niet langer duren
dan drie tot vier jaren. Dan
zullen de Nederlanders terug
komen. Zóó zal de wil van Allah
zijn!" En deze profetie verbeid
de zich met de snelheid der
gedachte door de dessa's. Een
ieder hoorde de profetie van
den Imam Lapeo van Tjampa
lagiang en fluisterde haar ver
der.
Ook de Japanners hoorden van
deze voorspelling. En op zekeren
dag namen zij den ouden hadji ge
vangen. Hy moest opbiechten wat
hij gezegd had. Mohammed Tahir
deed dit zonder schromen. Hij
herhaalde zijn voorspelling, onbe
vreesd voor de Japanners.
„Zoo zal het zyn, het ligt be
sloten in de Agama (het Geloof)",
eeide hy den Japanners. „Want gy
staat niet op goeden voet met Al
lah. Gij vertrouwt louter en alleen
op materieele kracht, op eigen
macht. Maar Allah is de bron van
alle macht en hy gedoogt zulken
hoogmoed niet. Daarenboven over
treedt gy de geboden van Allah, de
Vooorschriften en de verboden.
Daarom zult gij ten ondergaan bin
nen drie of vier jaren."
De ouda hadji sprak zóó onbe
vreesd en zóó uit den grond van
z(jn gelóovig gemoed, dat de Ja
panner geïmponeerd werd. En den
Imam werd geen haar van zijn
gryze hoofd gekrenkt enhij
werd vrijgelaten.
De Soelewatang (eerste Rijks-
groote na den zelfbestuurder) van
Barroe had een zoon Andi Abdul
Azis. De jonge Andi vertoefde in
Nederland voor studie. Jaren ge
leden was hy al uit Barroe ver
trokken naar het kleine, koude
land in het Noorden. Tot de oor
log in Europa uitbrak, had de
vader de brieven van zijn zoon
ontvangen, die toen nog op het
Baamsch lyceum ging. Nadien
niets meer, geen brief, geen woord,
geen letter. De verbindingen met
het moederland waren afgesneden.
De oude Soelewatang begon zich
bezorgd te maken. Er drongen ge-
ru<4iten door, dat de Duitschers
ln Europa evenzoo huishielden als
de Japanners in het Verre Oosten.
De moeder van Andi Abdul be
rouwde den dag, waarop ze haar
„Japan zal verslagen worden. De negri
jongen had laten gaan naar het
verre Nederland om te studeeren.
Tenslotte was de Soelewatang
zoo ver gekomen, dat hij zijn oud
sten zoon had opgegeven. Zijn Ab
dul zou wel dood zijn! Allah had
het zoo gewild! Maar hard was
het voor hem, dié zich opofferin
gen had getroost en een pijnlijke
scheiding om zijn jongen in Europa
te laten studeeren. Dit kwam Mo
hammed Tahir ter oore, hoewel
Barroe toch honderdtaohtig kilo
meter van Tjampalagiang ligt. De
cude Imam liet den Soelewatang
bij zich roepen en de Soelewatang
kwam
„Maakt U zich niet ongerust,
Soelewatang," zeide de grijze
Imam den bedroefden vader.
„Uw zoon is niet dood. Hij leeft
en verkeert in goede gezond
heid." „Maar wanneer zal ik
hem ooit terugzien?" vroeg de
maar half overtuigde Soelewa
tang. „Spoediger dan U denkt"
antwoordde Mohammed Tahir.
„Andi Abdul Azis zal over een
jaar of drie tezamen met de
zegevierende legers van Neder
land en van de negri sekoetoe
in zijn geboorteland terugkee-
ren. Geloof mij. Allah zij met
U."
Een Zwitsersch model schouder-
tasch van „onbescheiden" om
vang
14 Augustus 1945 capituleerde
het Keizerrijk Japan. Na drie en
een half jaar was de overweldi-
diger overweldigd. Eind September
1945 landden de geallieerde troe
pen op Celebes. Aan de landing
nam ook deel een kleine afdeeling
Nederlandsche stoottroepen. On
der deze stoottroepen, bestaande
uit Nederlandsche vrijwilligers,
oud-illegale strijders, bevond zich
een opvallend donkere jonge man.
Deze jonge man was Andi Abdul
Azis, de zoon van den Soelewatang
van Barroe.
Abdul Azis vroeg en kreeg dade
lijk verlof om naar zijn ouders te
gaan. Bij zijn aankomst thuis her
kende zijn moeder hem niet meer
en hij zelf kende zijn vader* niet
meer. Maar de vreugde was groot.
En hierin deelde het volk van Bar
roe, dat den jongen Andi kwistig
met rijst bestrooide. Twee weken
lang werd er feest gevierd in het
Barroesche. En de naam van den
Imam Lapeo van Tjampalagiang
lag een ieder op de lippen.
Agenten van den opsporingsdienst
van het Amerikaansche leger hebben
Donderdagavond bekend gemaakt,
dat zij de hand gelegd hebben op 3
Amerikanen en 22 Duitschers, die er
van verdacht worden de' belhamels
te zijn van een valsche muntersbende
die op groote schaal ln Europa
opereerde.
De agenten zeiden, dat de bende
de grootste was, die tot nu toe ln
Duitschland ontdekt was. Biljetten
van 50 Dollar en vijf Pond werden
nagemaakt. Ook kwamen de agenten
achter sluikhandel ln diamanten,
Juweelen, goud en platina.
De valsche biljetten zijn in Lon
den, Parijs en Berlijn en - andere
steden ln Duitschland in het door
de Amerikanen bezette gebied gevon
den. Hoeveel valsch papieren geld
in omloop was, wisten de agenten-
niet. Wel was men er van overtuigd
dat er slechts een fractie van het
valsche geld achterhaald was. Som
mige van de biljetten werden ln
Duttsche hulzen achter het behang
geplakt gevonden, andere ingemetseld
in muren.
Scotland Yard en de Parljsche
politie hebben bij de opsporing hun
medewerking verleend. Het water
merk in de pondsbiljetten wordt als
bijna volmaakt beschreven, zoodat tr
waarschijnlijk vele maanden van ex
perimenteel werk gemoeid gingen
met een dergelijk watermerk na te
maken. Voor de dollarbiljetten heeft
men vermoedelijk drie maanden noo-
dig gehad.
Bet eeuwfeest
vieren door onze
goed-ipaderlandsche
plaatsen schijnt in
de lucht te zitten.
Was het eerst de
Spaarnestad, die ze
ven eeuwen bestond,
daarna het Brabant-
sche dorpje Made,
dat in lengte van
dagen niet veel voor
N.-Hollands hoofd
stad onder deed.
Thans is 't Lichten
voorde, dat echter
beide vorige gemeen
ten in ouderdom ver
slaat, daar het er
reeds 1000 jaar op
heeft zitten. Dit ty
pische dorp in den
Achterhoek heeft
nog vele oude ge
bruiken en voorwer
pen in eere gehou
den. Onlangs plaat
sten wij reeds het
interieur van een
Maliehuis", de zoo
typische Saksische
boerderij. Op deze
foto geven wij een
overzicht van het
duizendjarige stadje.
v
e muaiekafdeeling van het
Haagseh Gemeentemuseum
vormt een zeer unieke branche
van het Nederlandsche mu
seumwezen, dat nergens, behalve op
deze plaats, muzlekafdeelingen van
dezen omvang en be teekenis kent.
Eet Haagsche gemeentebestuur heeft
vroeger ook nooit voorzien, dat zijn
museum voor beeldende kunst er
ten muziekafdeellng bü zou krij
gen, en het is dan ook, zooals men
weet min of meer per toeval zoover
gekomen. Het overgaan van de be
roemde verzameling-Scheurleer naar
jet Gemeentemuseum ls er de oor
zaak van geweest, dat het, museum
een muziekafdeellng heeft gekregen,
cioch op het moment, waarop dit
feit plaats vond, heeft niemand,
kunnen voorzien, dat de muziek-
aldeellng zulk een levendige en
florissante tak van het museum
zou worden.
Muziektentoonstellingen alleen, zijn
nog maar klanklooze aangelegen-
beden. Getransponeerd ln de wer
kingsfeer der muziek is een tentoon
stelling een concert, en om dit mo-
e kennen allen ster
ke verhalen. Laat
de visschers ze u
vertellen en de
Jager op groot wild. Over
drijven doen ze altijd en
het ls niet meer dan na
tuurlijk, dat We de dingen
een weinig grcoter moeten
zien dan ze zijn om er een
genoegen aan te beleven,
dat een mensch niet eiken
dag gegeven ls. Er zijn He
den, die voor de overdrij
ving ln de wieg zijn ge
legd. In de windselen zul
Je het nog niet aan hen
merken, eenmaal de kin
derschoenen ontgroeid ont
poppen zij zich echter als
de grootste fantasten met
vele noten op hun zang.
En al weten wij altijd wat
wij van hun verhalen ge-
looven moeten,
ren van Thalia en Melpo
mene een hartig woordje
wisselen, valt het ons da
delijk op hoe wij van hen
verschillen, zoo ongeveer
alsof wij gewoon en Hij
anders dan anders zijn. Be
ginnen zij dan ln het boek
hunner ervaringen kwistig
bladzijden om te slaan, dan
slaat een nuchter sterve
ling achterover van het
uitwerking niet gemist. De
lach bteef op de gezichten
der spelers, zij was er in
de droevigste oogenbltk-
ken van hun rol niet
vandaan te slaan. Met het
gevolg, dat het doek moest
ménlgvou-d der lotgevallen zakken en, nadat de ge
moederen waren bedaard,
opnieuw moest worden be
gonnen. De spelers hebben
ons bij hoog en laag be
zworen, dat geen sterveling
ln de zaal Iets gemerkt
heeft.
Tooneelspelers en
bittertafelaars
dat z(j ln hun aardsche
bestaan krijgen te verwer
ken. De sekste dingen zijn
Vreemde geschiedenissen,
ja! Wie het tooneelspel
.Dangerous corner" kent
nog niet gek genoeg en weet, dat het einde van
lijke geschiedenissen diep
onder den Indruk zijn om
middelerwijl voor onszelf
vast te stellen, dat we ons
ren met een 'beSdJrtluT het lijkt er veel op of julst het laatste bedrijf Inzet
he?d ^le touter BUn, Yoorb«3t,em,d om een met denzelfden tekst als 't
uft het nievii? Z normale samenleving altijd begin. Het werd opgevoerd
uit net plezier, dat we in van haar raarste zijden te te Groningen en op het
schePPen' leeren kennen. Eerlijk ge- oogenblik dat ln dat
Sr te?' moedelijk ook wel voorbe- begon, stond een der toe-
we van zulke tref" ®^®d* Een soort praedes- schouwers demonstratief
T, h®ar,. 8>e- op, greep have en goed en
noe„lljke kanten heeft. baande zich een weg naar
den uitgang. Want het
zoo tremakkeliifc niet laten Het vele reizen en trek- stuk begon weer opnieuw
beetnemen. Het verleent ken' ,e®? bestaan als van en hier was kennelijk spr.i-
ons een eevoei van aime. kermisklanten en circus- ke van een doorloopende
rloriteleen od dat ee^oel «renschen sleept natuurlijk voorstelling. De actrice, die
ia menig weFbehazen Tn heel wat «venturen mee. dit vertelde, had nog schik
ons leven Zint En dan ls daar bijvoor- in de hilariteit, die deze
beeld het sterke verhaal aftocht ln de zaal verwek-
over een voorstelling, wel- te. En al zou haar fanta-
Wij hoorden al menig ke in een boerenplaatsle sie hier een weinig ln den
sterk verhaal. Maar de zou worden gegeven. Drie loop der dingen hebben
sterkste hebben wij tot tooneelgezelschappen kwa- ingegrepen. voor haar van de atoom toewenschen
dusver altijd nog géhoord men op denzelfden avond geldt: se non vero, be- De romantiek is ons verre,
van die vogels van diverse aan dezelfde zaal. En de ne trovato. Verzonnen ge- Maar onze nuchterheid wil
toch omgeven zijn met het
aureool eener vriendelijke
onwaarschijnlijkheid. Wij
willen nog altyd gelooven
in een beetje onwerkelij
ke werkelijkheid. En zoo
krijgen de sterke verhalen
dezelfde kalmeerende uit
werking op het gejaagde
menschenleven als de
sprookjes en verzinsels
onzer kinderjaren. Of zou
dat ook al te sterk zijn
gezegd1
merkwaardige historiën
hebben opgeleverd. Dat
wij onze ooren vaak niet
gelooven kunnen wil nog
niet zeggen, dat we onze
ooren niet gelooven wil
len. De verteller van het
sterke verhaal ls niet de
opsnijder, zooals we hem
in zijn nog altijd onsym
pathieke gedaante ken
nen. De lach hoort bij het
sterke verhaal en het is
een kunst het te beoefe
nen. Waar anders halen we
onze bewondering vandaan
voor de uitzonderlijke be
levenissen van een baron
von Münchhausen, ook al
riekt hij soms vervaarlijk
naar eën wat erg Pruisische
tabak. De lust tot overdrij
ven is, gelooven wij, weer
heel wat toegenomen den
laatsteij tijd. Niet omdat
wij behoefte hebben aan
sensatie, integendeel. Al
leen, omdat wij ons met
een sterk verhaal bevrij
den willen van den druk.
die op ons rust door die
andere sterke staaltjes,
wier gevolgen zoo heel an
ders zijn dan goed ls voor
*n menschwaardig bestaan.
Wij laten liever de atoom
hom varen voor een sterk
verhaal, dat de realiteit
net dat ongeloofwaardig
aanzien gaat verleenen,
dat wij aan de realiteit
de
pluimage, die we tooneel- administrateur zat met de
spelers noemen. Dat zij tot handen ln het haar, want
overdrijven geneigd zijn van geen enkele was een
nemen we gaarne aan. Wie voorstelling aangekondigd
op de planken staat moet en niemand kon verklaren
nu eenmaal de- dingen een hoe hét mogelijk was, dat
tikje aanzetten. moet zor- er ln eens drie troepen
gen, dat hy zijn gebaren tegelijk den vrede en de drank ls in den man ls de
wat sterker accentueert, rust kwamen verstoren, wijsheid ln de kan. Maar
willen zij ln de ruimte niet Zooals ook het verhaal van het feit is bewezen, dat de
verloren gaan. Vanzelf past de mop, die werd getapt vertellers en de wijnkan,
men hetzelfde in het dage- even voor de spelers opgin- in de beste verstandhou-
lijksch leven ook toe. En gen voor het laatste be- ding met elkaar levend,
wanneer wij met de dlena- drijf. Die mop had haar altijd nog schoone en
schiedenlssen steken
ware naar de kroon!
Hoe gekruld zijn ook de
verhalen op het achter-
balcon. En waar vertelt
men ze smakeiyker dan
aan de bittertafel? Als de
gelijk te maken bestaat dan ook het
Museum Kamerorkest, waarmede de
heer Balfoort regelmatig uitvoerin
gen geeft van oude en onbekende
muziek, kortom van „opgravingen
Het Haagsche Gemeentebestuur
beefc de taak van zulk een orkest
aeer juist ingezien, toen het besloot
zijn steun er aan te verleenen mit3 't
voor het overwegende deel oude mu
ziek zou spelen uit archieven en
respectabele „Denkmaler", die om
allerlei technische redenen elders
niet uitgevoerd kan worden. Hier
Vet dus het werkterrein van net'
Museumorfcest, maar daartoe heeft
de heer Bialfoort de activiteit van
zyn afdeeling volstrekt niet beperkt
willen laten.
Nu de apparatuur van het con-
certbedrljf toch eenmaal bestond,
heeft hij die tevens dienstbaar wil
len maken aan een zaak van groot
maatschappelijk en artistiek nut,
welke ln het offlcieele concertbedryf
evenmin tot haar recht kan komen:
de ontwikkeling van Jonge talenten.
Daarvoor heeft de muziekafdeellng
haar debutanten-concerten, waar
iedereen kan optreden, die er da
noodlge capaciteit voor belooft te be
zitten en die in het normale bedrijf
niet aan de beurt kan komen. Er
zjjn reeds meer dan vijftig van der
gelijke concerten gegeven en velen,
die thans naam hebben Op de Ne
derlandsche concertpodia, hebben
hier in Den Haag gedebuteerd.
Is dit alles reeds werk van aan
zienlijk belang en veel verdere draag
wijdte dan de beperkte belangensfeer
van een toevallige gemeente, de kern
van de beteekenis van dit muzlek-
museum schuilt toch in zijn verza
melingen van oude instrumenten,
die de heer Balfoort sinds 'jaar en
dag heeft doen herleven door er
overal ln den lande demonstraties
mee te geven, én in zijn zeer aparte
muziekbibliotheek. Het voornaamste
doel daarvan is het verzamelen van
alle composities van Nederlanders
en van alle oorspronkelijke Neder
landsche werken op muziekweten
schappelijk gebied met alles wat
daaraan vastzit, als courantenbe
richten, programma's, betrekking
hebbend op ons muziekleven, portret
ten, handschriften, correspondentie,
persoonlijke herinneringen e.t.q. Met
andere woorden: in het Haagsch Ge
meentemuseum ls stilaan een Neder
landsche wetenschappelijke muziek
bibliotheek aan het ontstaan. Reeds
ls er heel wat bijeen. Men vindt er
een compleet archief van dr. Johau
Wagenaar met al zijn manuscripten
en gedrukte werken, zyn artikelen,
opstellen en lezingen en alles wat op
zijn persoon betrekking heeft, en zoo
zijn er de archieven van Arn. Spoel,
van Dina Appeldoorn, van Julius
Röntgen, het laatste o.a. omvattend
200 brieven van Grieg, Joachim ju
Brahms, voorts van Von Brucken
Fock, van Willem Landré en Rud.
Mengelberg, van Kes, van Anrooy,
Bern, Zweers en Dan. de Lange.
Dit alles is werk van groot Ne-
derlandsch belang, dat nog nietzyn
volle vlucht kan krijgen, omdat het
met te beperkte middelen is toege
rust. In deze afdeeling ligt de
kern van een groote nationale bi
bliotheek. maar om tot haar volle
ontplooiing te kunnen komen, moet
deze bibliotheek ook den vollen
steun van de rijksoverheid hebben,
opdat zij de positie kan verwerven,
die haar toekomt