Js'
Bevin is optimistisch
RADIOREDE VAN PRINSES JULIANA
TOT DE AMERIKANEN
Koningin te Antwerpen
Vlamingen en Noord-Nederlanders
op „Drakenburgh" bijeen
Nederlandsche kolonie aan boord van
Jacob van Heemskerckontvangen
Katholiek Vlaanderen staat gereed voor
nauwe samenwerking met het Noorden
Korporaals contra
den Staat
Spaansche kwestie en vetorecht in
algemeene vergadering der U.N.O.
Goering's zelfmoord
MAANDAG 28 OCTOBER 1946
PAGINA 3
Hulp van Ver. Staten onontbeerlijk
voor leniging van al de nooden
Drie prinsessen waren bruidsmeisjes bij het huwelijk van Patricia
Mountbatten en Lord Brabourne, dat in het oude stadje Romsey
in Hampshire iverd voltrokkenKoning George en koningin Eli
zabeth waren bij het huwelijk tegenwoordig. Op de achterste rij
v.l.n.r.: De hertogin van Kent, Viscount Mountbatten, de bruide
gom, koning George. De bruidsmeisjes waren: Pamela Mountbat
ten, een zuster van de bruid, prinses Alexandra van Kent, prin
ses Margaret en prinses Elizabeth
Nationaal streven
Vice-admiraal L. A. C. M. Door
man, die te Batavia voorberei
dingen zal treffen voor een we
tenschappelijke expeditie naar
Nieuw-Guinea, wordt bij zijn
aankomst op het vliegveld Ke-
majoran te Batavia venoelkomd
door vice-admiraal S. A. Pinke
(rechts), commandant van de
zeemacht in Ned.-Oost-Indië
VERSTEKELING IN
WARENHUIS
In een groot warenhuis te
Den Haag werd des morgens
een 10-jarige jongen aange
troffen, die op een der bed
den lag te slapen. Gebleken
is dat de knaap uit een in
richting, alwaar hij verpleegd
werd, ivas ontvlucht en zich
had laten insluiten in ge
noemd, magazijn. Overdag
hield hij zich schuil achter
een stapel emballage waar hij
een soort bergplaats had de-
maakt en 's-nachts trok hij
er op uit om den inwendïgen
m&nsch te versterken. In
zijn schuilplaats werden blik
jes zalm, vleesch. potten
jam, bosjes paling etc. aan-
troffen.
Waven zij rechtmatig
opgeroepen?
Dreigende voedselcrisis
Het Indische probleem
Verliezen in Indië
In het programma ,,Een half uur
Nederland", dat de National Broad,
casting Corporation over het ge-
heele gebied der Ver. Staten heeft
uitgezonden, heeft Prinses Juliana
tot de Amerikanen gesproken. Zij
wees er op, dat Nederland sinds de
bevrijding hard heeft gewerkt; het
voedsel is thans voldoende, hoewel
het diëet nog niet evenwichtig ge
noeg is; het land, dat anderhalf
jaar geleden was bedekt door zee
water, is nu vruchtbaar akkerland,
dat reeds een oogst heeft opge
bracht; bruggen zijn gerepareerd,
het spoorwegnet is hersteld, er zijn
luchtlijnen naar de verschillende
deelen der wereld, noodwoningen
zijn gebouwd.
Voor dit alles, zoo vervolgde zij,
zijn de handels- en financieele be
trekkingen met de Ver. Staten van
groote beteekenis geweest. Het is
evenwel goed niet te vergeten, dat
nu nog een groot deel van Neder
land in nood verkeert. Er zijn gebie
den, waar door gebrek aan zeep,
lakens en linnengoed de strijd te
gen scabies hopeloos is. Vele gezin
nen leven in een te kleine ruimte,
waardoor de tuberculose toeneemt.
Bij bezoeken aan de noodlij,
dende gebieden, aldus de Prin.
ses, was ik getroffen door de
wijze, waarop de huisvrouw er
in geslaagd was van een kip
penhok een gezellig kampeer-
verblijf te maken. Er waren bloe.
men op de vernielde muren ge
schilderd en papieren gordijnen
brachten een huiselijke sfeer.
Maar kampeeren heeft slechts
een tijdelijke bekoring. Het
vraagt teveel van iemands
energie, dan dat men jarenlang
in zulk een primitieve en nau
we ruimte gelukkig kan zijn.
Het huizentekort zal waarschijn,
lijk gedurende eenigen tijd uiterst
acuut blijven. Ondanks de prach
tigste krachtsinspanning van de
sociale werkers zijn de levensom
standigheden op vele van deze
plaatsen verre van hygiënisch. In
dien de bevolking slechts genoeg
woningen en meubelen, genoeg
zeep, kleeding en beddengoed kon
krijgen, zou in alle primaire nooden
werkelijk voorzien zijn.
In de leniging van al deze noo.
den heeft de Amerikaansche orga
nisatie voor hulpverleening aan
Nederland zeer veel bijgedragen.
Ofschoon dit Instituut als alge-
meene hulporganisatie Is opgehe
ven, juichte de Prinses het warm
toe, dat in de Ver. St. een centrum
voor hulpverleening aan Nederland
is blijven bestaan. Het ontstaan
van de „United Relief Services for
Holland" bewijst, hoe groot het
verlangen om hulp te bieden nog
bij vele groepen en personen is.
Aangezien de hulpverleening thans
geschiedt van groep tot groep en
van gezin tot gezin, wordt het te
duidelijker, hoe zeer de Amerika
nen van ganscher harte met ons
Nederlandsche volk medeleven.
Moge dit nieuwe bewijs van me
deleven in de nooden van ons volk
bijdragen tot de versterking der
banden tusschen onze beide landen.
H'
Zaterdag heeft Koningin Wilhel-
mina Antwerpen bezocht en de
Nederlandsche kolonie op de „Jacob
van Heemskerck" ontvangen. Zij
hield hierbij een toespraak, waarin
zij er op wees, dat het zoowel voor
de Nederlanders in België als voor
haar een groote dag was, nu, na
alle verschrikkingen van den oorlog
te hebben doorleefd, voor het eerst
weer wordt samengekomen en wel
■j)p een onzer eigen bodems, onder
onze eigen vlag, waarvan de eer
door de marine, gedurende de
Meidagen van 1940 en in de oor
oorlogsjaren daarna, op alle wereld
zeeën zoo zeer is hoog gehouden,
schouder aan schouder strijdend
met de dappere mannen onzer
koopvaardij.
Ik weet. zoo verv olgde H. M., dat
ook uw gedachten gedurende de
zware jaren van beproeving, die
over het vaderland zijn heengegaan,
naar Nederland uitgingen. Velen
uwer Immers hebben met verzets
werk en anderszins hun beste
krachten aan de bevrijding eerst en
aan den wederopbouw ervan later,
gegeven. Ook thans zijn uw oogen
voortdurend op het vaderland ge.
richt. Het stemt tot groote dank
baarheid dat het herstel der aan.
vankelijk wel haast onherstelbaar
schijnende oorlogs. en verzetsscha-
de, zoowel materieel als geestelijk,
met vaste hand wordt aangevat.
Teleurstellingen zijn daarbij
natuurlijk niet uitgebleven,
evenmin als dat ook in de toe
komst het geval zal zijn. Doch
allerwege worden de handen
aan den ploeg geslagen. In let.
terlijken zin, op menig stuk
grond waar één jaar geleden 't
water nog over het land goflde.
Tot wanhoop gebracht dooi
den ernst en veelvuldigheid der
problemen worden slechts zij,
die den waren aard van ons
volk niet kennen; ontevreden
over den geringen vooruitgang
zijn slechts zij, die vergeten,
hoe de toestand was.
Ook gij allen hebt jaren van leed
en beproeving achter den rug1,
sommigen uwer zijn in hun per
soonlijk leven onherstelbaar zwaar
getroffen. Voor hoevelen uwer is
ondanks noesten arbeid het leven
toch nog veel moeizamer dan vóór
den oorlogs maar ik weet. aldus
besloot de Koningin, dat gij moed
hebt gehouden onder veel moeilij
ker omstandigheden en toen onver
schrokken voortarbeidde.
Morgen, 29 October, zal de 100 000e
oorlogs'-rijwilliger bij de Nederland
sche strijdkrachten worden Ingedeeld.
Vlaamsche en Noord-Nederland-
sche deputaties uit Katholieke
cultureele kringen, benevens een
aantal functionarissen van het
Christelijk Nationaal Vakverbond
In België, kwamen Zaterdag en
Zondag op het Gemeenschapsoord
„Drakenburgh" op een Groot-
Nederlandsch Congres bijeen,
welke bijeenkomst was georgani
seerd door de Stichting van Ka
tholieke Volkshoogescholen en het
Academisch Hulp- en Bemidde
lingscomité te Leuven.
Prof L. Bellon, hoogleeraar aan de
universiteit van Nijmegen, wees er Za
terdagmiddag in zijn openingsrede op,
hoe er steeds is gestreden voor de
cultureele ontvoogding van Vlaande
ren. Alhoewel men de staatkundige
scheiding van 1830 betreurde, werd
de politieke zijde van de Groot-Ne-
derlandsche gedachten volkom-en ver
drongen door het cultureele streven.
Men legde zich bij de historische
scheiding als een realiteit neer. Prof.
Bellon hekelde hen, die deze gedach
ten tusschen 1940 en 1945 misbruik
ten. Het sterke verzet tegen den vij
and, om in alles Vlaanderen trouw te
blijven, was zeker niet op de laatste
plaats te danken aan de leiding der
Kerk, de liefde voor het geloof, de
waardeering voor de hiërarchie, kort
om aan den ganschen sensus cath.)-
licus „Katholiek Vlaanderen", aldus
inleider, „staat gereed voor een nau
we samenwerking op religieus, cultu
reel, wetenschappelijk, sociaal en
practisch terrein met het Noorden."
Europa zal Christelijk zijn of niet,
aldus vervolgde prof. Bellon. Spr.
noemde als tegenstanders van de
christelijke cultuur het communisme
en het kapitalisme. Deze laatste mach
ten zijn internationaal. Het Christen
dom is in wezen ook internationaal,
maar de roeping verstaan wij niat
altijd. De Katholieken hebben een
taak om aan deze toenadering mee te
werken.
Na deze rede van prof. Bellon be
handelde Bernard Verhoeven eenlge
praotlsche punten; ook hij legde er
nadrukkelijk den klemtoon op, dat
de Katholieken hier een aandeel wen-
schen te leveren ln een nationaal
streven. Spr. pleitte tevens voor nau
wer contact ln den vorm van het
uitwisselen van sprekers en docenten.
Tegelijkertijd drong spr. aan op een
Dietsch tooneel, op taalonderzoek,
meer samenwerking tusschen de Ka
tholieke Omroep-instanties van beide
landen.
Anton van Duinkerken hield
's avonds een brillante, gefundeerde
redevoering waarin hij zijn visie als
Noord-Nederlander op de Vlamingen
gaf, zoowel als op alle Zuid-Neder
landers. Spr. ontleedde de psycholo
gische zijden van beide karakter
trekken en verklaarde de luchthar
tigheid van den Zuidelijken bewoner
en den meer zakelijken inslag der
Noorderlingen. Spr. bestreed de stel
ling, alsof deze volksmentaliteit een
uitvloeisel van de godsdienstige be
levenis zou zijn en toonde op histo
rische gronden aan, dat deze schei
ding in de middeleeuwen reeds be
stond, voor er sprake was van de
Hervorming.
Mr. Vital Hassaert behandelde het
tegenovergestelde thema Zondag
middag op zijn wij'zè.
Prof. dr. H. van Breda O.F.M. be
sprak de noodzakelijkheid van aan
passing op het terrein van het on
derwijs, een belangrijk détailpunt
van het geheele programma van sa
menwerking.
Gerard Knuvelder behandelde de
Groot-Nederlandsche gedachte in
verband met de Internationale ver
houdingen op sociaal, economisch,
cultureel, geestelijk en politiek
terrein.
Albert Westerlinck schetste de mo
gelijkheden van een nauwer con
tact op publicistisch gebied.
Het was alleen jammer, dat geen
contact was gezocht met de katho
lieken uit de Noordelijkste provin
cies. Zeer terecht werd deze opmer
king gemaakt door Vital Hassaert,
alleen deed het eenigszins vreemd
aan, dat zoo weinig bekendheid
heerschte over het katholieke cultu
reele leve i in Friesland en Gronin
gen. Wij denken aan Frisia Catholi-
ca, de stichting van wijlen prof.
Titus Brandsma O.F.M.aan de stu
die welke gemaakt is door de Fran
ciscaner paters ln Drachten van de
Friesche geschiedenis het uitko
men van een nieuwe kloosterkaart
na de bevrijding was hiervan een
voorbeeld. Wij herinneren aan een
figuur als prof. Onings O.F.M., die
op deze bijéénkomst niét had mo
gen ontbreken.
Moge de leiding in deze leemte op
dea duur voorzien.
Voor de Meervoudige Kamer van
het Gerechtshof te 's-Gravenhage
werd de zaak behandeld van een
aantal korporaals van het korps
motordienst contra den Staat der
Nederlanden. In deze zaak, die 3
September j.l. in kort geding be
handeld werd door den president
van de arrondissementsrechtbank,
had mr. Rueb ten gunste van den
Staat uitspraak gedaan. De korpo
raals, voor wie optrad mr. C. H.
Telders, waren van meening on
rechtmatig te zijn opgeroepen in
werkelijken dienst, hetgeen door
den Staat bestreden werd.
In zijn uitvoerig pleidooi noemde
mr. Telders de buitengewone op
roeping in werkelijken dienst on
rechtmatig en een inbreuk op de
vrijheid van persoon. Vooral na de
jaren, die achter ons liggen, moet
de persoonlijke vrijheid geëerbie
digd worden.
Hij bestreed, dat er een toe
stand van oorlogsgevaar bestaat.
Er bestaat: of een oorlogstoe
stand of slechts een toestand van
handhaving van orde en rust.
Gezien verschillende uitlatingen
van regeeringswege, is de taak
van het leger thans het herstel
van recht en veiligheid. Er is
opgeroepen voor „oorlogsgevaar",
welke toestand, naar het oordeel
van pleiter, thans niet meer be
staat.
De rijksadvocaat, mr. Scholten,
wees er op, dat de betrokkenen zoo
onpartijdig mogelijk onder de wa
penen zijn geroepen. Hij beriep zich
op het K. B. van 10 Mei 1944. In
den considerans staat, dat 't nood
zakelijk was het leger zoo spoedig
mogelijk te versterken. Dit K.B. is
gegeven op het hoogtepunt van den
oorlog. Uitspraak 9 December.
De Engelsche minister van
Buitenlandsche Zaken, Bevin,
vertrok Zondagmiddag, aan
boord van de „Acquitania", uit
Southampton naar New York
om deel te gaan nemen aan de
Algemeene Vergadering van de
UNO.
Aan boord van de „Acquita
nia" verklaarde hij, dat de ver
tragingen, bij het bereiken van
overeenstemming over de ver
dragen met de verslagen naties,
wellicht „een slechten vrede"
hebben vermeden.
Bevin zeide optimistisch; „Ik ben
niet teleurgesteld, dat we niet snel
ler gegaan zijn dan we gedaan heb
ben. Indien we de dingen te snel
hadden gedaan, voor dat de moei
lijkheden naar voren kwamen, dan
hadden we misschien een slechten
vrede gehad. Door de moeilijkheden
niet te ontloopen en ze openlijk en
eerlijk onder oogen te zien, zullen
we misschien een vrede kunnen ma
ken, waarvan ik hoop dat hij eeu
wig zal duren of tenminste vele
jaren."
De twee belangrijkste kwesties,
welke tot nu toe in de Algemeene
Vergadering van de UNO werden
aangeroerd, zijn de Spaansche kwes
tie en het vetorecht.
De secretaris-generaal, Trygve
Lie, heeft reeds voorgesteld de
Spaansche kwestie in beschouwing
te nemen.
Zaterdag heeft de Noor Lange
het voorstel gedaah de kwestie
zoo gauw mogelijk in al haar as
pecten te behandelen als een af.
zonderlijk punt van de agenda.
Lange's toespraak werd herhaalde
lijk door applaus onderbroken.
De Noorsche minister pleitte
voorts voor een verstandig gebruik
van het recht tan veto door de
Groote Vijf en wenschte meer aan-
De commissie van vier, belast met
de terechtstelling der voornaamste
Duitsche oorlogsmisdadigers, heeft
haar rapport gepubliceerd over den
zelfmoord van Goering. Dit rapport
6telt vast, dat Goering het vergif in
zijn bezit had sinds zijn gevangen
neming kort voor het einde van den
oorlog. Bewezen kon worden, dat Goe
ring het vergif tijdens zijn gevangen
schap en de meer dan tien maanden
van het proces op drie verschillende
plaatsen verborgen heeft gehouden.
Volgens de commissie is niet aange
toond dat eenig lid der Amerikaan
sche bewaking of der Duitsche em
ployé'» schuldig is aan plichtsverzuim.
dacht te zien besteed aan het hu
manitaire en opvoedkundige werk
van de Vereenigde Naties.
De Turksche gedelegeerde drong
aan op herziening van het veto.
recht op grond van de overweging,
dat het veto-recht geen uitzonde
ring mag zijn op de gangbare vor
men van het politieke en sociale
bestaan der menschheid, hetwelk
op den wil van de meerderheid ge
grondvest is.
De directeur-generaal van de
UNRRA, Laguardia, heeft tot de
UNO de waarschuwing gericht, dat
Oost-Europa, Italië en China in het
begin van 1947, wanneer de UNRRA
opgeheven wordt, in kritieke en
onzekere omstandigheden zullen
verkeeren. Laguardia heeft concrete
voorstellen in het vooruitzicht ge
steld over de kwestie, hoe hulp
moet worden verleend, nadat de
UNRA hun leveranties staakt.
Op de studiedagen, welke, naar
men weet, 16 en 17 Nov. door de
Kath. Volkspartij te Utrecht wor
den gehouden, zullen de heeren Ch.
Welter en P. Kerstens de politieke
zijde van het Indische probleem be
lichten. Verder spreekt pater dr. J.
Sleijffers S.J. over de missie en
haar toekomstmogelijkheden, ter
wijl óe hoofd-legeraalmoezenier
kolonel H. van Straelen de geeste
lijke verzorging der troepen in In-
dië en de plichten van het thuis
front zal behandelen.
De regeering maakt bekend, dat
tot haar leedwezen in de afgeloo-
pen week de navolgende verbe
en zijn gerapporteerd: Gesneu
veld of overleden tengevolge Van
oorlogshandelingen: Kon. Marine:
Geen verliezen. Koninklijke Land-
m'acht: Soldaat H. J. van Essen,
legerrummer 210731600, legeron
derdeel 1-2 R.I. Gesneuveld 18
October 1946, tijdens patrouille-
dienst te Tjibeber, begraven 19
Oclober 1946 te Tjiandjoer, af
komstig uit Deventer. Kon. Ned.-
Indisch leger: Fuselier A. van Tol,
stamb. O 95724, afkomstig uit
's-Gravenhage, gesneuveld 13
October 1946.