Vierledige taak voor de Kon. Landmacht Betere regeling bepleit van materieele oorlogsschade WERELDNIEUWS IN BEELD Vreemde arrestatie in het pas-bevrijde Zuiden Lord Beveridge over het Duitsche vraagstuk GUERILLA IN NOORD-GRIEKENLAND Critiei in de Tweede Kamer op de Defensie-politiek der regeering Zware taak voor minister Lieftinck DE FINANCIERING SMOEILUKHEDEN BIJ DEN MIDDENSTAND Achterdochtige B.S.-er vertrouwde diplomaten niet 'V Ook Nederland zal moeten li het economisch herstel helpe n bij Duister. spel PROVINCIALE BEGROOTING VOOR NOORD-HOLLAND Januari 1946 was de schuldenlast ruim 90 millioen WOENSDAG 27 NOVEMBER 1946 PAGINA 3 BUITENLANDSCH OVERZICHT Verband met den drang naar zee der Slavische statengroep TWEEDE KAMER „Petrus Canisius" R.K. Kermisexploitanten Inleiding op het Congres van den Ned. Kath. Middenstandsbond (Wordt vervolgd In den heksenketel dien men Balkan noemt is de temperatuur bezig naar het kookpunt te stijgen, en de eerste bellen borrelen op aan de Noordelijke grenzen van Griekenland. De laatste da gen wordt er melding gemaakt van een groeiende activiteit van Grieksche gue rilla in de streek van Saloniki, terwijl zich een neiging vertoont tot uitbreiding van de gevechten naar het Oosten, in de richting van Turkije. Men is in Griekenland gewend aan on dernemingen van deze soort: tijdens de Duitsche bezetting streden tal van kleine groepjes tegen de As, plotseling te voor schijn komend uit hun schuilhoeken in bet gebergte; zij voerden dan korte, vlugge stooten uit tegen een nauwkeurig bepaald object en trokken ijlings weer terug zoodra de opdracht was vervuld. Dezelfde strijdwijze volgden de commu- histische opstandelingen na den vrede, tot in Februari met behulp van Britsche troepen een einde gemaakt werd aan hun actie. Ook de schermutselingen die zich thans voordoen verloopen volgens deze methode: het dorp Skra aan de GriekschJoego-Slavische grens is plat gebrand, de daders hebben zich onmid dellijk uit de voeten gemaakt, naar men zegt over de grens. Sinds den terugkeer van koning George M is de sfeer in Griekenland opnieuw Vertroebeld door heftige verwijten over en tveer tusschen de rechtsche partijen, die de regeering vormen, en de linksche, die onder communistischen invloed staan, Tsaldaris, minister-president, heeft1 op Hngelsch aanraden getracht, in zijn kabi- het ook vertegenwoordigers van linksch °P te nemen, doch zijn pogingen zijn mis lukt. en het terrorisme moet voor eeD groot deel gezien worden als een gevolg Van deze uitsluiting der linkschen. Voor een ander deel als gevolg van den barren cconomischen toestand, dien de regee- ring-Tsaldaris ondanks veel goede voor nemens en ernstige pogingen niet heeft bunnen verbeteren, zoodat thans de voed selpositie, de waarde van het geld enz. Uiterst slecht zijn. Men meent aan den bnkerkant, dat alles wel anders zou wor den als er een communistisch kabinet Werd gevormd. Behalve deze inwendige oorzaken be staan er echter ook van buiten- landschen aard. Bulgarije wenscht toegang tot de Aegeïsche Zee en Joego slavië heeft het oog gericht op de ha ven van Saloniki, waardoor ihet een soort genoegdoening zou bezitten voor Triest. Uiteraard staat Rusland tegen over deze verlangens niet onverschillig. Zoolang de Aegeïsche kust in Grieksche handen is, valt er niet te denken aan een Slavischen uitweg naar de Middel- landsche Zee. Het zou er evenwel an ders uit gaan zien, wanneer de rebellen zouden winnen; dezen worden dan ook gesteund door Joego-Slavische, Bui- gaarsche en Russische wapenzendingen en grenspapieren. Zelfs zou er, zooals een correspondent van de Times on- tangs vernam, een opleidingsschool voor guerina_strijders in Joego-Slavië be staan. Door dit alles mengen zich de ter ritoriale eisehen van Bulgarije en Joego-siavië jegens Griekenland, ge steld ter vredesconferentie van Parijs en de geruchten omtrent een plan voor een Groot-Maeedonië. Dat plan zou beoogen, een bondsstaat te vormen uit Joego-Slavisch, Bulgaarsch en Grieksch Macedonië, en de Bulgaarsche commu nisten zouden reeds hun instemming met het plan hebben uitgesproken. In dien dit plan ooit werkelijkheid zou worden, zou de nieuwe staat ongetwij feld deel uitmaken van de Slavische groep en dus in zekere afhankelijkheid van Rusland komen te verkeeren, het geen zou beteekenen dat de Sovjets op indirecte wijze belangen in de Middel- landsche Zee kregeii en wel in de on middellijke nabijheid van Turkije en van de zee-engten, over de controle waarvan internationaal getwist wordt. En wie weet hoeveel beroering zulk een Russische positie in den heksen ketel zou kunnen veroorzaken. (Van onzen parlementairen redacteur) De Tweede Kamer heeft Dinsdagmiddag een begin gemaakt met de behan deling der Oorlogcbegrooting, en temidden van veel op- en aanmerkmgetjes tol over de meest onbeduidende zaken toe, heeft men tenminste twee rede voeringen kunnen hooren, die het algemeene legerbeleid raakten, twee redevoerin gen van twee opposanten, de heer en Bruins Slot (A.R.) en Koos Vorrink, waaruit men dus kan opmaken, dat zij het zijn, die tot de belangwekkendste pacsages in het verdienstelijk Voorloopig Verslag over deze Begrooting geïnspireerd hebben. In dit Voorloopig Verslag was n.l. kort en goed gevraagd naar de doelstelling, wel ke de regeering met het Leger heeft en er was op gewezen, dat Oorlog tot dusver maar zoo wat met den legeropbouw heeft ge ïmproviseerd, in tegenstelling tot Marine, dat wel een vlootplan heeft ontworpen. In zijn Memorie van Antwoord ls mi nister Fiévez niet zoo positief geweest a's men had gehoopt. Daarvoor zijn wel rede nen aan te voeren, als daar zijn de zeer ongewisse factor, die Indië nog steeds is en de al evenzeer onduidelijke lijn, die de Vereenigde Naties nog maar aangeven. De minister achtte het dan ook nog niet mo gelijk een preciese doelstelling kenbaar te maken. Volstaan moet dus worden, zoo schreef hij, met te doen, wat de nood van het oogenblik eischt, daarbij zorg dragen de, dat dit past in hetgeen de toekomst waarschijnlijk zal vragen. In dit verband, en onder al het boven genoemde voorbehoud, ziet de minister dan een vierledige toekomstige taak voor de Kon. Landmacht: 1ste Deelneming aan de uitvoering van gemeenschappelijke acties binnen het kader der V.N.; 2de Beveiliging van het eigen grondgebied tegen aanvallen op den grond en uit de lucht; 3de Bevei liging van Nederlandsche en Geallieerde verbindingslijnen te land; 4de Binnenland- sche handhaving van orde en rust. De heer Bruins Slot kwam tegen deze doelstelling, het woord is rijkelijk grqot voor deze taakaanduiding, welker conse quenties in den legeropbouw nog niet zijn verwerkt in verzet. Uiteraard zouden we, haast zeggen. Hij zag daarin, het voornemen van onze krijgsmacht een verlengstuk te maken van de krijgsmacht van vreemde mogendheden, 5Na,' eri heeft mij een zware taak opgelegd," hiinister Lieftinck, toen hij aan het .n<3e van een avond algemeene beschou- jhigen over Financiën aan het woord kwam. J*®11 vraagt van mij de blokkeering op te heffen, de beurs vrij te laten, de .oorlogs schade te vergoeden tegen de vervangings waarde, de salarissen te verbeteren, de be lastingen niet te verhoogen en dat alles donder inflatie te veroorzaken. En de ml- hister dacht, dat de voorzitter hem wel zou Willen t°estaan daar nog eerst eens een hachtje over te slapen. Dat mocht; twee hachtjes zelfs. Donderdagavond zal de mi nister zijn gehoor duidelijk maken, dat hij niet kan tooveren. Intusschen heeft hij niet eens erg over dreven, toen hij den inhoud van de rede- Voeringen van deze avondvergadering op de boven weergegeven wijze voordroeg. En dan heeft men nog niet eens veel gespro ken over de belastingen. De meeste sprekers Waren van oordeel, dat dit binnenkort bij ,de belastingvoorstellen van <3en minister tan zelf wel aan de orde komt. Volstaan ttij voor dezen avond met het vermelden tan enkele der voornaamste punten va» dit Jebat, dat, tusschen de behandeling van de 'illloener. not a en van de belastingontwer- ben in, niet zoo heel belangrijk kon worden, vrijwel algemeen vroeg men om betere re- Haling der materieele oorlogsschade met hitschakeling van de 18 Instanties, die daar thans aan te pas komen. De heer IJssel- mulden drong inzonderheid erop aan den Oorlogsslachtoffers hun verloren gegane o'gendommen te vergoeden tegen de vervan gingswaarde, waar hij den minister, zooals feeds bekend is, nooit toe zal krijgen. De heer Bierema waarschuwde, dat de minis- i?r de geldsaneerlng te optimistisch inziet. VDle zal naar zijn meening nooit voor eind klaar zijn. De heer Van der Weyden achtte het ontoelaatbaar, dat de grond belasting verhoogd zal worden; de heer Hofstra vond dit nu juist wel noodig, aan gezien de andere belastingen ook verhoogd zijn. Voorts wilde hij de loonbelasting op sommige punten herzien. De heer Van der Feltz sprak als zijn meening uit, dat de socialistische koers van de regeering erg ongelegen komt voor onze credletwaardig- heid in het kapitalistische Amerika. En verder is er natuurlijk ook nog gesproken over de beurs, waarover nu wel niet veel nieuws meer te zeggen valt. een onvolledig apparaat, dat niet in staat zal zijn, de zelfstandigheid van het Kijk te handhaven, hetgeen hij als de primaire taak van het leger beschouwt. Men begrijpt hoe star conservatief deze zienswijze is. Want in de eerste plaats is er in het souvereiniteitsbegrip sedert den jongsten oorlog het een en ander gewijzigd, waar de heer Bruins Slot gemakshalve maar geen rekening houdt. En in de tweede plaats is het daarom nauwelijks meer een vraag of de naties hun verminderde zelfstandig heid nog kunnen verdedigen alsof zij volkomen souverein waren en het alle maal alleen afkonden, waaruit dan re sulteert dat men zijn leger moet opbou wen in een internationaal verband. Hiermee is natuurlijk geenszins gezegd, dat het leger op zich zelf een volstrekt onvolledige toevoeging moet zijn van vreemd of een internationaal leger in het kader der V. N. Als dit het plan werkelijk zou zijn, dan zou het niet anders dan rampzalig mogen heeten. Doch dit is dan ook maar een. gratuite interpretatie door den heer Bruins Slot vande uiteenzetting van den minister. Men kan natuurlijk in fel wit en zwart uitbeelden, doch een kind begrijpt, dat zulk een infantiel simplisme den minis ter in geen geval bezig houdt. Eerder kon men dan met den heer Bruins Slot in stemmen, toen hij betoogde, dat er een hechte technische en strategische harmo nie tusschen leger en. vloot dient gescha pen te worden. Hoe eerder hoe beter. Een merkwaardige toespraak hield de heer Vorrink, zoo een toespraak, waarin men veel kan hooren, dat later altijd nog ontkend kan worden. Dat het leger nog een. taak heeft, met andere woorden dat er een leger moet bestaan,wilde deze oud-leider van de S.D.A.P. beamen. Maar hij stelt het probleem ergens anders, n.l. in de vraag of wij een. groot militieleger moeten hebben dan wel een klein beroeps leger als een apparaat van de V.N. Hij geeft nog geen definitief antwoord op die vraag. Zelfs Vorrink durft het land nu nog niet te wagen aan wat voorloopig nog al te duidelijk een utopie lijkt: een in ternationaal gezag genietend V.N. Hij ziet voorloopig het leger nog wel zooals het is: een militieleger, zij het dan onder de huidige veranderde omstandigheden met een dubbele functie, eenerzijds bescher mer van het nationale bestaan, anderzijds apparaat in een internationaal kader. Maar vanuit dit met opzet tweeslachtig ge kozen standpunt, laten zich toch nu reeds velerlei manipulaties bedrijven die den socialisten geen slechte politiek lij ken. De oude ontwapenaars van de oude 8.D.A.P. Zijn niet dood, al zitten zy nu ten deele bij de communisten, waarom zc dan des te gevaarlijker voor de socialisten Zijn. Doch men kan, zooals de heer Vor rink deed, nn al vaststellen, dat een militieleger van 175.000 man, dat «ij eerlang zullen hebben, een ondraag lijke last beteekent, zoowel ter zake van de directe kosten, die het mee brengt, als van de tallooze arbeids krachten, die het aan het productie proces onttrekt. Men kan verder nu reeds vragen de oproeping van de der de divisie maar heelcma»! achterwege te laten. Dan gaat men reeds een heel eind ver der, dan het loutere stellen van de kwes tie, met name een eindje in de richting van „geen man en geen cent", doch her is nog lang niet stringent gevraagd en men kan eens zien wat er op komt. Een vemutige rede, deze speech van Vor rink.... vernuftig ook weer om allerlei kleinere punten, die hij nog ter sprake bracht, sterk de psyche der massa in het gevlij komend. Daar was een kwestie als het 'democratlseeringsproces in het leger, de vervanging van den Pruistschen disci- plinegeest door den „team-geest", de af schaffing van den groetplicht en tenslotte zij hier nog een andere overweging van den heer Vorrink vermeld, belangrijk on getwijfeld, doch vol haken en oogen. De deelneming aan de bezetting van Duitsch- land zou door dc Tweede Divisie kun nen geschieden. Zeer waar is het, dat hiervoor pleiten de hooge eisehen van in telligente en geestelijke stabiliteit, welke aan bezettingstroepen in Duitschland wor den gesteld, eisehen, waaraan misschien alleen voldaan zou kunnen worden door het beste deel van een jaarlichting. Maar dan zou die tweede divisie niet naar In dië kunnen, hetgeen <4en heer Vorrink zeer aangenaam is. Als men nu weet, dat de heer Vorrink ook nog een paar zeer reëele mogelijkhe den tot bezuiniging opperde, o.a. of een drie- a vierhonderd onderofficieren, die ten Departemente eenvoudige administra tieve werkzaamheden verrichten en ver vangen zouden kunnen worden door vrij komende distributie-ambtenaren, in ver band waarmee hij over een bezuiniging Tijdens de algemeene vergadering van de Apologetische Vereeniging „Petrus Canisius" is het nieuwe bestuur samen gesteld, waarin bij acclamatie gekozen werden dr. C. F. Pauwels O.P. en prof. dr. J. P. Reith. Besloten werd tot in stelling van een centraal oecumenisch bu reau tot voorlichting, dat te Utrecht ge- vesigd zal zijn. Vrijdag 29 November des namiddags om één uur zal te Amsterdam in Hotel „De Roode Leeuw", een oprichings vergadering gehouden worden van den R. K. Bond van Kermisvakgenooten. Bondsvoorzitter en se cretaris zullen belangrijke mogelijkheden bespreken, terwijl de nieuwbenoemde Bis schoppelijke aalmoezenier ook eenige mede- deelingen zal doen. In de provincies Noord- Brabant en Limburg zijn reeds af deelingen opgericht. Op deze vergadering worden ver wacht alle R. K. kermisvakgenooten ?n exploitanten van danstenten, woonachtig in de provincies Noord- en Zuid-Holland. Utrecht, Groningen, Friesland en Drente. van 1% millioen sprak, voorts over den hoogen m3-prijs van militairen wederop bouw, dien hij eens precies wilde hooren dan begrijpt de minister, dat hij, zoo hij ernstig antwoord wil geven, de han den nog vol zal hebben. En te betreuren is het, dat de Ka tholieken, ondanks hun drie sprekers in dit belangrijke politieke debat, niet hebben meegedaan. Zij maken de zaak jes uit bij dozijnen. De heer Ruys de Beerenbronck wilde het V. H. K. we? hebben, evenals de Marva's. Dat is iets, maar hebben de Katholieken heeiemaa) niet gedacht aan het evidente feit, dat het Leger ook zoo het een en ander heeft uit te staan met de grootste poli tieke vraagstukken? Of heeft de groot ste fractie dan ook al geen deskundige voor de Defensiepolitiek. Na de politieke leiders de doktoren. In ceselfde banken van het Neurenberg sche Tribunaal waarin Goering C-s. het wereldoord eel over hun daden hoorden, zitten nu 23 Nazi-doktoren, wier misdaden in den vorm van „medische experimenten" den afschuw van de geheele beschaafde wereld hebben opgewekt. Gelijk hun voorgangers verklaarden ook zij zich bij de eerste zitting „unschulig". In hoeverre zij schiildig zijn aan den dood van de 100.000 gevangenen die stierven bij deze experimenten, zal bij de volgende zittingen komen vast te staan Op het congres van den Ned. Kath. Middenstandsbond te Utrecht, heeft de heer J. van Eek, directeur van de Neder landsche Middenstandsbank te Amster dam gesproken over de na-oorlogsche fi- nancieele positie van den middenstand en hoe aan de komende financierings moeilijkheden het hoofd te bieden. Ten gevolge van de verarming van ons land zal, aldus spr., de reëele koopkracht van het publiek minder worden en zal de verkoop van weelde- of luxe-artikelen steeds verder inkrimpen, zoodat de be - staansmogelijkheden van de betreffende bedrijven gevaar loopt. Nog erger zal dit worden indien in deze branches de klein handel-marges zouden worden ingekrom pen. Het tekort aan rentabiliteiten zal zich uiten in financieringsmoeilijkheden. Van de twee middelen, welke kunnen leiden tot de opheffing van spanningen tusschen loonen en prijzen, t.w. verhooging der loonen en verlaging der prijzen, moet het eerste worden verworpen, daar dit middel het inflatieproces versterkt en ons naar den afgrond voert. De oplossing moet ge zocht worden in een verhooging van de arbeidsproductiviteit en waar mogelijk in verlaging van de prijzen door een vermin dering van de winstmarges. De tweede inleider, de heer J. J- W. van IJsselmuiden uit Arnhem, sprak over „be lastingwetgeving en middenstandshedrijf in dezen tijd". Ofschoon hij objectief be zien de noodzakelijkheid van een ingrij pende helasting-ppliti§k kon noch wilde ontkennen, had hij toch voor-het nu ge volgde systeem maar weinig waardeering. Zoo vroeg hij zich af, waarom men voor de heffing-ineens uitsluitend het vermogen als bron heeft gekozen en waarom men ook de inkomens en de vermogens van de niet-natuurlijke per sonen, dus van de lichamen, niet heef* belast. Spr. stelde verder de vraag, of niet door deze heffing en door de vermogensaan- wasbelastlng plus de geldblokkeering de opbouw wordt vertraagd instede van be vorderd. Hij wees dan op de verhooging van de successierechten waardoor speciaal in middenstand en landbouw bij overlijden ernstige moeilijkheden zullen rijzen, op de verhooging van de omzetbelasting dis zich in de practijk tóch als een bedrijfs belasting zal doen gelden, op de voor het groote gezin ongunstige wijzigingen zoo wel in de inkomsten als in de omzetbe lasting en tenslotte op de handhaving van de ondememingsbelasting waardoor z. i. voor de gemeentehuishouding een te groot offer uitsluitend van het bedryfs- leven wordt gevraagd. 'i- -■ - Vreedzaam bijeen voor den grooten strijd Tommy Lawtcm, de befaamde Chelsea, middenvoor van het Engelsche elftal, en Bas Paauwe meten hun krachten op het groene laken in een hotel te Harrogate l ~\T oveviber 1944. Het leven in Brabant was eindelija veranderd. Be \l Duitschers waren verdreven en rnèt de geallieerde legers, het geluk der vrijheid over deze limdouwen gekomen. Nochtans lag Brabant hl de frontzone. Vóór de groote rivieren was de opmarsch der bevrijdingslegers tot staan gekomen en op sommige plaatsen had het bevrijde gebied slechts een diepte van dertig kilometer. Bij herhaling drongen Duitsche spionnen van het bezette Noorden uit Brabant in. Mede dank zij de diensten van de Binnenlandsche strijdkrachten kon echter menig indringer worden gesnapt. Mag ik uw passen zien? zoo luid de de stereotype vraag van den B. S.-er die in den miistigen No vembermiddag zijn dienst klopite aan een Baily-tarug in den rijiksweg Eindhoven Den Bosch. Ditmaal richtte hij zijn vraag Lord Ecvcidge, de ontwerper van het Engelsche plan tot sociale zekerheid, sprak op een persconferentie welke te Ben Haag gehouden werd Lord Beveridge, de Engelsche econoom en politicus, wien Zaterdag door den senaat van de Economische Hoogeschool te Rotterdam het eeredoctoraat in de economische wetenschappen zal worden verleend, heeft gisteren te Derf Haag de Nederlandsche pers ontvangen en deze op vele en velerlei vragen een ant woord gegeven. Het is de taak van Engeland en zijn geallieerden ervoor te zorge», dat Duitschland nooit meer een oorlog zal kvnnen beginnen, maar het is daarvoor niet noodig de Duitsche kinderen van honger te laten omkomen of van Duitschland een arm land te maken. Als Nederland het met dit standpunt eens kan zijn, dan zal het ook mee moe ten helpen Duitschland economisch te herstellen. Voor den vrede zou het noodig zijn de geheele wereld in federaal verband sa men te brengen, doch dat is in de prac tijk niet doenlijk. Men kan niet Busland, China en Amerika in zulk een organisa tie tezamen brengen. Wel is noodig door federatie een vijfde, zoo mogelijk een zesde wereldmacht te scheppen, opdat het evenwicht van krachten beter tot zijn recht kome. Ten aanzien van een eventueel te ver wachten ernstige werkloosheid in de eerste jaren sprak Lord Beveridge zich zeer voor zichtig uit, o.a. zeggende, dat ieder land dit probleem afzonderlijk zal moeten be naderen. In sommige landen zal de regee ring daarbij zeer ingrijpend kunnen optre den, in andere zal men van meening zijn, dat de regeeringsbemoeiingen zich tot het noodzakelijke minimum moeten beperken. Dat de oorlogsschulden de werkloosheid sterk zouden Deïnvloeden, geloofde Be veridge niet. Ofschoon hij zeide, dat de Engelsche regeering by de practische ver wezenlijking van zyn sociale plannen wel maatregelen heeft genomen, die van zijn ideeën afwijken, gaf Lord Beveridge. toon blijk van groot vertrouwen in het huidige Engelsche regeeringsbestel. Dat zijn plan nen grooter resultaat zouden hebben, ais zij internationaal zouden worden nage volgd, ontkent hij niet. doch hij noemde dit toch niet noodzakelijk voor een nuttig effect in Engeland zelf. Roman o-p een Waddeneiland 20) -O, u bedoelt, dat die tweede kerel Waarschijnlijk in een boot in zoo'n geul ^at te wachten?" vroeg wachtmeester Grothe, die tot nog toe weinig in het hiidden had gebracht. Schleihm floot door de tanden. „Alle Donders, ja, dat is een idee! We zullen gmds onzen oogen eens goed den kost ge- ven, of er zoo'n geul is." Hij dacht in gespannen na en probeerde verband te leëgen tusschen de tot nog toe bereikte resultaten, ,,'t Is een raadselachtige ge schiedenis, die ons nog een harde noot te kraken zal geven, wie is Jut? Zit Tonner er werkelijk tusschen? Wie was De man, die tegen middernacht hier met rijn boot aanlegde en 'n verdachte kist Joste? Waren het Uwe Tonner en Alma Thiessen, die de kist in ontvangst na- hien en wegsleepten? *t Ziet er warempel Wel naar uit, alsof hier dingen bedreven Worden, die het daglicht niet mogen zien. Als dat zoo is, dan moeten ook Uwe Ton der en die juffrouw Thiessen van Rick- ftlers' einde het hunne weten. Ik ben benieuwd, of de oude Dchse dat schepsel heeft kunnen verrassen!" Een paar minuten later traden zij bij vrouw Antje de warme kamer binnen. „Aha, dat treft," zei Schlemm, „de ka pitein is er nogWel, hebt u uw juf met Tonner gesnapt?" De oude Dohse krabbelde in zijn grijze baardje en zette een mismoedig gezicht. „Nee," antwoordde hij, „niks daarvan! Bij mij thuis was alles donker en rustig. Er was geen Tonner en geen kist te zien. En wat Anna betreft, die kan onmogelijk om middernacht aan het strand zijn ge weest." „Maar weet u dat nu wel secuur?" vroeg de opperwachtmeester. „O, zeker, ze lag op haar kamer en sliep zoo vast, dat ze haast met geen ge schreeuw wakker was te krijgen. Harm Ehlers kan 't getuigen. Nee, ze is wer kelijk het huis niet uit geweest, opper wachtmeester, want ze kan niet eens loopen. Gisterenmiddag heeft ze namelijk op de keldertrap haar linkervoet ver stuikt; ik was er zelf bij. Ze moest er direct natte omslagen omheen doen en ze had erge pijn. Daarom is ze ook vroeg naar bed gegaan. Toen ik haar straks wekte, zat haar voet nog dik in het ver band en zij kon er heelemaal niet op staan. Nee, 't is een- uitgemaakte zaak, dat Alma niet. aan het strand is geweest." Schlemm bewoog bedenkelijk zyn Jhoofd begn ea weer. „Als ze maar geen comedie voor u heeft gespeeld! En hebt u thuis ook al eens naar die verdachte kist gezocht?" 1 „Ja, natuurlijk heb ik dat, ik heb ge zocht van den kelder tot den zolder. Harm Ehlers was er bij. Maar, zooals ik al zei: geen Tonner en geen kist En ze zou niet hoeven te probeeren mij een rad voor de oogen te draaien, nee, de ouwe Dohse is nog goed by!" „Nou, Ehlers," keerde de beambte zich tot den onderstuurman, „dan schijnt u zich toch in de personen vergist te heb ben. We zullen nog wel eens zien. Eerst moeten we nu den doode bergen." Harm Ehlers haalde onzeker de schou ders op. Ook Kay Möller was erg verwonderd over het rapport van Dohse. Hij ver trouwde intusschen het alibi van Alma Thiessen niet. 't Is een geslepen vrouw, zei hij tot zichzelf, en de oude kapitein staat blijkbaar sterk onder haar invloed. Enfin, ze zal nog wel eens flink aan den tand worden gevoeld. Hy draalde zich om naar zijn moeder, die verbaasd die vreemde gesprekken volgde. „Wel, moeder, we zijn er moe en dorstig van geworden. Hebt u voor de heeren niets meer te drinken?" „Welzeker," antwoordde vrouw Antje. „Als de heeren maar eens op hun gemak willpn gaan zitten." r ZESDE HOOFDSTUK Tusschen vier en vijf uur in den mor gen, toen de schemering nog met het daglicht worstelde, trokken Kay Möller en de beambten met een slikslede naar de plaats des onheils, om den overleden Jens Rickmers te bergen. Den ouden kapitein en Harm Ehlers lieten zij thuis, daar zij op de moeilijk begaanbare we gen van die twee tóch weinig meer dan last zouden hebben. Kay leidde de politiemannen in zuid westelijke richting diep het wad in. Bijna in rechte lijn bereikte hy het doel. Zij behoefden maar enkele minuten in die grauwe woestenij te zoeken, toen Grothe al uitriep: „Hier! Hier ligt hij!'' Nu stonden zij voor den dooden Jens Rickmers en een poos beschouwden zij hem zwijgend. „Nou," zei ten slotte de opperwacht meester, terwijl hij naar alle kanten rondkeek, „dat is hier een afgelegen oord! Die schilderes heeft wel een raren weg gekozen om thuis te komen, dat ging zoo rechttoe op zee aan!" Hij bukte zich en schoof met de hand het slik opzij, tot de voeten van den doodQ, die in lange waterlaarzen staken, vrij kwamen. „Zie jede kettinig zit aan zijn rechtervoet, of omgekeerd! 't Is inder daad het restant van een ouden anker- kettjüg en 't is heel goed mogelijk, dat hij zuiver door toeval er in geraakt is." Hij betastte den. zwaren ketting en. pro beerde hem te verleggen, ,,'ci Reuzen- knaap, hoor! Geen wonder, dat ie zoo'n boei niet af kon stroopen!" Toen hij met enkele handen vol wa ter den overledene het vuil uit de haren had gewasschen, kwamen de hoofdwon den te voorschijn, en hij begon ze nauw keurig te onderzoeken. „Möller," zei hy toen, ,.u hebt gelijk, het zijn slagwonden, die hij onmogelijk van zichzelf kan hebben. Kijk eens hoe lang en hoe diep ze zijnen dan die gekartelde randen ze moeten met een scherp instrument, een soort zaag, zijn toegebracht." Grothe en Kay Möller bogen Zich eveneens over het hoofd van den doode. Toen zij zich weer oprichtten, zei Kay: ,,'t Zou wel van een handzaag kunnen zyn; iedere schipper heeft er een „Ja, dat lijkt mij ook waarschijnlijk," antwoordde Schlemm. Zijn oogen dwaal den zoekend over de natte vlakte. „Jam mer, de eventueele sporen zyn door den vloed uitgewischtMaar ginds. zegis dat géén geul?" „Zeker," zei Grothe. „Aha, daar van daan moet het gefluit zijn gekomen, waar de schilderes van sprak.'» tot de inzittenden van een tweetal luxe wagens die op aijn verzoek sfcopten. Miaar het. voornaam uitziende gezelschap in den wagen was van oordeel dat best niet door de B. S. mocht worden lastig gevallen. Wij hebben geen passen noodig, we zyn zoojuist uit Engeland aangekomen, antwoordde een hunner. Dat spelletje kennen we, maar daarom komen jullie er hier juist niet door, aldus de post wiens achterdocht gewékt was. Ond'ertusschen waren in den wagen papaeren te voorschijn gehaald, de reizi gers toonden hun „diplomatieke passen Neen, doe zijn onvoldoende, ik wil een permit zien. De B. S.-er doelde daar bij op het in die dagen gebruikelijke doorlaat.pasje zonder welk geen burger in bevrijd gebied rich buiten zijn woonplaats kon wagen. Maar daarover beschikten die reizigers niet. Is het mijn consigne niemand door te laten zonder een B. S.-pas, zoo peins de de post; zou het geen verraad betee kenen deze „diplomaten" door te laten? En hij nam een kloek beluit: zich rich tend tot den chauffeur, zei hijNaar het politiebureau. Wat zou het voorname, maar slechts met „diplomatieke passen" gewapende gezelschap anders doen dan gehoorzamen aan het bevel van den B. S.-er, die met verbeten gezicht en het geweer aan den schouder, vastberaden op de treeplank van den voorsten wagen was gestapt? Op het politiebureau aangekomen identificeerde de dienstdoende politiechef de passen der reizigers als echte on ver- Siegfried Kabus, de 23-jarige commandant van een 16-man sterke bende S.S.-ers en Hitler-Jugendleiders, bekende na zijn ar restatie door de Amerikaansche Militaire Politie, dat hij de dader was van den bomaanslag in Stuttgart. Tijdens het ver hoor gaf hij als zijn vaste meening te kennen, dat de Führer nog in leven is valschte diplomatieke passen. Dus stelde hij het voorname gezelschap onmiddellijk in vrijheid en gaf het bovendien nog een B. S.-pasje mee can verdere moeilykhe- den tijdens de reis te voorkomen. In een proces-verbaal legde hij echter vast en de diplomaten teekenden het dat Zaterdag 25 November 1944 door een O. D. patrouille aan het bureau te Boxtel werden gebracht oa: prof. dr. P. S. Gerbrandy, minister-president, mr. G. J. van Heuven-Goedhart, minister van Justitie, jhr. v. Lidt de Jeude, mi nister van Oorlog, mr. Burger, minister van Binnenlandsche Zaken, en J. v. d. Broek, minister van Financiën. Eenige uren te voren waren rij per vliegtuig uit Londen aangekomen. En hun eerste ervaring in bevrijd gebied was, dat rij als verdachten werden opge bracht door den O. D.! De vroegere leider van de „Deutsch- Flamisehe Arbeitsgemeinschaft", Jef van de Wiele, ls door den Antwerpschen krijgs raad ter dood veroordeeld. Ged. Staten van Noord-Holland hebben thans een Memorie van Antwoord doen uitgaan op het algemeen verslag van de afdeelingen over de begrooting 1947. Zij willen zich niet mengen in beschou wingen van politieken aard. De mogelijk heid van terugvordering van tijdens de bezetting bevolen uitgaven de be stuursraden in den bezettingstijd eigen den zich zoo een en ander toe beeft de aandacht van Ged. Staten. Het college wijst erop, dat de omstan digheid, dat de begrooting zonder belas- tingverhooging sluitend gemaakt ls, tot tevredenheid mag stemmen. Het wordt wenschelijk geoordeelcL dat de Provincie van het Rijk iets zal terug krijgen van de belastingcapaciteit, die zij in de bezettingsjaren heeft verloren, door dat de bevoegdheid tot heffing van opcen ten op de inkomstenbelasting en op de vermogensbelasting haar ontnomen werd. Ook ten aanzien van de rijwielbelasting wordt inter-provinciaal overleg gepleegd. De mogelijkheid tot conversie wordt nauwkeurig bekeken. Twee leeningen te gen ruim 4 pet. betreffende een bedrag van f 1.615.300 komen per 1 April 1947 voor conversie in aanmerking. Met het reservefonds moet voorzichtig worden omgegaan. Te zijner tijd zal het rapport der commissie tot bestudeering van de gemeentelijke indeeling der provin cie gepubliceerd worden. 1 Januari 1946 was de schuldenlast ruim X 80,000.000. De aangerichte verwoestingen in het duingebied zullen ln werkverruiming her steld worden. Ruilverkaveling is slechts op geringe schaal uitvoerbaar door het ontbreken van arbeidskrachten en werktuigen. Voor den proef polder in GeestmeTam- bacht en voor de provinciale frultteeltbe. drijven zullen commissies gevormd wor den uit vertrouwensmannen van de tuin ders. De economisch-technologische dienst aal tot een algemeen research-instituut op sociaal economisch gebied worden verhe ven. Voorstellen' tot het garandeeren van geldleeningen aan stichtingen en vereen: - gingen, die kolonie-huizen of sanatoria exploiteeren, zullen binnenkort worden ingediend. Indien de subsidie voor het cultureel leven met 10 pCt. verhoogd zou worden, zou daarmee een bedrag van f 100.000 gemoeid zijn. Daarom ls een algemeene verhooging niet te verwachten. Nog in deze zitting van de Staten zul len Ged. Staten voorstellen, de subsidie aan het Concertgebouw te Amsterdam en aan de H.O.V. te Haarlem te verhoogen. Er werden 323 personeelsleden bij de Provincie aan zuivering onderworpen Hiervan werden ontslagen 76, zijn voor ontslag voorgedragen 20, kregen een dis ciplinaire straf 103, terwijl de overigen vr uit gingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1946 | | pagina 3