MET DE CAMERA OP
MARINE-NIEUWS
ZOEK NAAR
WERELDNIEUWS IN BEELD
Duitsche medici staan
Neurenberg
terecht
AFSCHEID VAN KAAPSTAD
ENGELANDS DUITSCHE EEREGAST
Schumacher over de
grenscorrecties
Avonturen van een filmoperateur
De eerste dorpszeeman
sinds 300 jaar
Joden verraden
Verantwoordelijk voor
kwellingen
Les voor het Duitsche
in
moord
en
volk
Duister
Lewis voor opperste
gerechtshof
Brandstof volgend jaar
nog op den bon
DINSDAG 10 DECEMBER 1946
PAGINA 3
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Dr. Schumacher wil niets weten van
gebiedsafstand in het Westen
Advies voor demobilisatie
in de V.N.
Geheime zitting
1
SIlilpliBi
■Ére
RAAD VAN CASSATIE
Men wilde niet voor
schut staan
I
(Wordt vervolgd)
Als een argeloos toerist reist dr. Schu
macher, de leider van de Duitsche
Sociaal-Democraten, in Engeland
rond. Wel confereert hij met regee-
ringspersonen, legt hij politieke verkla
ringen af. houdt hij lezingen in Cam
bridge voor de studenten en in kampen
voor de Duitsche krijgsgevangenen,
rnaar hij heeft toch meegedeeld dat hij
niet als partijfunctionaris kwam en dat
hij niet door de Britsche regeering doch
door de Labour-partij was uitgenoodigd.
>.om het ijs te breken". Niemand echter
die er iets van gelooft. Schumacher is
ontvangen met grooter omhaal en eer
betoon dan socialistische delegaties uit
Welk ander land ook. Twee vertegen
woordigers van de rêgeering hebben hem
Welkom geheeten (Hynd, de verantwoor
delijke man voor de burgerlijke zaken in
de Britsche zone, en MacNeil, minister
van Staat, assistent van Bevin). En al
is het waar dat zij leden van Labour
zijn, even waar is dat zij ook leden
Van de regeering zijn.
Het is niet geheel te verwonderen dat
men dr. Schumacher eens heeft laten
komen. Al zoo dikwijls zijn er in Enge
land stemmen Opgegaan die van de so-
ciaüstische regeering niet alleen een
socialistische binnenlandsche doch Ook
buitenlandsche politiek verlangden. La
bour verzekerde dan, naar samenwer
king te streven met de socialistische
groepeeringen in andere staten. Men
heeft contact gezocht met de Fransche,
Belgische, Tsjecho-Slowaaksche en
Noorsche socialisten; ook met de Neder-
landsche (Scherm erhorn, Logemann,
Vorrink, die over Indië kwamen oraten
maar het woord grootendeels aan de
Engelschen gelaten blijken te hebben)
verder met Oostenrijksche en Hongaar-
sche socialistische voorlieden; en nu
moet kennismaking met de geestver-
Wanten «tt Duitschland, d.w.z uit het
land waar op het oogenblik het leeu
wendeel der Europeesche politiek om
draait, als klap op den vuurpijl dienen
In zekeren zin mist deze onderneming
evenwel den steun van de werkelijk
heid. Sterkste partij in West-
Buitschland is immers niet de Sociaal-
Democratische doch de Christen-Demo
cratische, die heel wat grooter is. In
Plaats van met een veel meer repre
sentatieve partij, of met enkele partijen
°P zoo in het oog loopende wijze be
sprekingen te voeren, noodigen de Brit.
ten een groep van den tweeden rang
hit, hetgq^n een bevoorrechting betee-
kent die aan de Engelsche positie in
Duitschland wel geen kracht zal bij
zetten.
De verklaringen, die dr. Schumacher
heeft afgélegd, betreffen onder meer de
Duitsche grenzen. De DuitschOoster-
zijksche grens is nog lang met definitief,
heeft hij gezegd. Hü heeft daarin gelijk
als hij slechts een officieele grensafba-
kening bedoelt: de vredesverdragen met
duitschland en Oostenrijk zijn Immers
»og in de maak. Maaj zijn Oostenrijk-
sche broeders hebben hem deze toespe-
ling Wel erg kwalijk genomen, en hun
Partijvoorzitter, dr. Schaert, heeft hef
tig geprotesteerd tegen het denk
beeld van een nieuwen Anschluss al
leen al. Volgens dr. Schaerf is er maar
één rechtvaardige grens, n.l. die van
1937.
Ook over de grens met Polen sprak
Schumacher; hij wilde deze weer naar
het Oosten terugschuiven. Alle Poolsche
kranten zijn daar op aangevallen, ook
hie van Mikolajzyk; sommige noem-
hen zijn woorden „schandalig" en schre.
ven dat ze nu gewaarschuwd waren voor
flat onvriendelijke Engeland
De grenzen met de Westelijke Sta
ten kwamen eveneens te beide, en
wel tijdens een persconferentie
dr. Schumacher wilde niets weten van
Ufstand van gebied in het Westen. Een
fluidelijke prik naar Frankrijk, België
®h Nederland, die respectievelijk de
®aar, Eupen-Malmédy en aan Neder-
de politieke subcommissie bij de Ver.
Naties nam na lange bespreking een
Voor-xndisch amendement aan: „De
hlgemeene Vergadering beveelt den re
deringen aan een progressieve en even-
Wichtige terugtrekking der troepen uit te
Voeren, die in niet-zelfstandige gebieden
jhjn gestationneerd, de spoedige terug-
dekking van troepen, die in gebieden van
'edenstaten zijn gelegerd, zonder de vrije
dedkeuring dier staten, demobilisatie der
Rationale strijdkrachten."
de Engelschman Shawcross stelde in
subcommissie voor, dat in de ontwa-
Peningsresolutie de eisch zou worden op
domen, dat een militaire-staf-commis-
de plannen aanpakt voor de interna-
l°hale politiemacht. Shawcross zeide,
jgeen natie den omvang van haar
®gers kon verminderen zoolang zij niet
®et hoeveel troepen zij aan' de inter
zonale politiemacht zou moeten leve-
j, "UU iiiupvvii
n of voordat zij weet, Welke veiligheid
deze
worden.
politiemacht verwacht kan
land grenzende strookjes verlangen. Wij
mogen het ons voor gezegd houden, alle
Britsche „welwillendheid", die tot niets
verplicht, ten spijt: Engelands eeregast
is tegen annexatie.
Frankrijk heeft officieel geprotesteerd
tegen de visite van dr. Schumacher. Hef
ziet er een Engelsche poging in den
Duitschers moed in te blazen tegen de
eischen die de Vier Ministers hun zul
len stellen als de reeds begonnen bespre
kingen over de Duitsche kwestie zich
verder ontwikkelen. Frankrijk zelf is een
van de grootste eischers: het Saarge-
bied, economische concessies, herstelbe
talingen, afscheiding in een of anderen
vorm van het Rijn-Roer-bekken staar,
op zijn verlanglijst. Maar juist dezer da
gen zijn de kolenleveranties uit het
Roergebied, die Frankrijk voor zijn in.
dustrie hard noodig heeft, weer vermin
derd; algeheele stopzetting wordt ge
vreesd. En het doet wel wat erg hatelijk
aan, een Duitscher openlijk in Londen
zijn vreugde over deze vermindering te
hooien uitspreken.
Aan de Memorie van Antwoord be
neffende de vaststelling van de begroo
tingen van de Staatsmijnen in Limburg
voor de dienstjaren 1946 en 1947 is het
volgende ontleend:
Verwacht wordt, dat in 1947, na af
trek van een geraamden uitvoer van
500.000 ton, ons land zal kunnen beschik
ken over circa 13.000.000 ton vaste
brandstoffen. Uiteraard kan dit cijfer
ernstig worden beïnvloed door den gang
van zaken in het buitenland.
Op basis van bovengenoemd cijfer
zal aan de industrie kunnen worden
toegewezen op het peil van 1939. Tot
afschaffing van de rantsoeneering
(met inbegrip van de huisbrandvoor
ziening) zal in 1947 nog niet kunnen
worden overgegaan, aangezien dan
de totaal beschikbare hoeveelheid
naar schatting 15.000.000 ton zou
moeten bedragen, terwijl daarnaast
nog het soortenprobleem een groote
moeilijkheid vormt.
De voor het Staatsmijnbedrijf voor het
jaar 1947 geraamde productie van
7.200.000 ton komt overeen met een ge
middelde dagproductie van ongeveer
24.000 ton, zoodat de voor 1947 geraamde
productie ruim een kwart meer bedraagt
dan de huidige.
Bij de huidige prestatie van ruim 1600
kg. per ondergrondschen dienst zou, ter
bereiking van een jaarproductie van de
Nederlandsche mijnen van 12.000.000 ton.
het aantal ondergrondsche arbeiders
moeten worden uitgebreid met ruim
7500 man.
De tewerkstelling van politieke delin
quenten draagt uiteraard een tijdelijk
karakter. Gebleken is. dat na vrijlating
slechts een klein gedeelte bij de Lim-
burgsche mijnen blijft werken.
Dr. Kurt Schumacher, voorzitter van
de Duitsche sociaal-democratische partij
heeft op een vraag van een A.N.P.-re-
dacteur verklaard, dat de Duitschers van
uiterst links tot uiterst rechts gekant zijn
tegen eenigerlei annexatie van Duitsch
grondgebied door Nederland.
De door Duitschland aan Nederland
toegebrachte schade is herstelbaar, aldus
Schumacher; permanente annexatie
echter is voor Duitschland iets- onher
stelbaars.
De voorgestelde gebiedsuitbreiding
heeft in Duitschland verbittering gewekt.
Hij betreurde een dergelijke politiek,
die meer behoort bij jonge nationalisti
sche volken dan bij een volk als het
Nederlandsche.
Hoeveel kilo bagage?"
„Ongeveer honderd kilo extra!"
Het is eèn telkens terugkeerende conversatie tusschen een van de camera-
menschen van de Marvo en den transport-officier. 100 kilo camera's, statief, films
zweeft niet lang daarna op 3000 meter hoogte door het luchtruim, om met den
baas op een of andere plek in den Archipel hun Marvo-plicht te doen.
Het verzamelen van documentie-ma-
teriaal, van Marine-nieuws, het
vastleggen van belangrijke marine
gebeurtenissen, opdat het Nederlandsche
volk op de hoogte gesteld kan worden
van wat zijn Marine in Indië nu wel
doet. Opdat vaders en moeders van onze
oorlogsvrijwilligers kennis kunnen nemen
van het werken en streven van hun jon
gens, zoo ver weg, in de warmte.
Nu op eeiis een van Hr. Ms. kruisers,
dan weer op patrouilleboot, meebelevend
en filmend, bij onze mariniers in Soera-
baja of bij de medische diensten.
„U zult zoo op Uw reizen wel heel wat
meemaken", zei ik, „het lijkt mij geen
onaardige job. Kunt U mij eens iets ver
tellen over Uw ervaringen?"
„Wat wilt U weten? De zorg over het
bij elkaar houden van de kostbare ba
gage? De moeilijkheden van het trans
port of bij de aankomst ergens in den
Archipel? Of avonturen misschien?"
„De avonturen natuurlijk!"
„Nü, dan kan ik heel kort zijn, avon
turen maken wij niet veel mee. Maar wc
ontmoeten wel heel wat aardige en ook
minder aardige momenten. Wij werken
met een kleinen staf van personeel, zoo
dat het helaas onmogelijk is alles
te coveren, gezien de groote afstanden.
Maar we probeeren altijd de meest be
langrijke gebeurtenissen te verslaan. Een
niet onaardige reportage was het mijnen
vegen in de baai van Bima met Hr. Ms.
mijnenvegers. De bedoeling was de
baai te zuiveren van magnetische mijnen.
Eerlijk gezegd heb ik hem wel een
beetje zitten knijpen, want leuk is het
bepaald niet. De mijnenvegers hebben
een langen sleepkabel achter zich van
ongeveer 500 meter, die regelmatig met
korte onderbrekingen een kunstmatig
magnetisch veld opwekken, „pulsen" is
de vakterm daarvoor. Indien nu op die
plek zich een magnetische mijn bevindt,
dan ontploft die
Toen ik vroeg, wat er gebeuren zou als
zoo'n mijn te vroeg ontplofte, keek de
commandant mij eens aan, lachte
flauwtjes en zei: „Daar merk je niets
van. Het is alleen beroerd voor je na
bestaanden."
Uren en uren werd er geveegd en ik
etond maar klaar met mijn camera, tot
dat plotselingeen enorme dreun en
schok mij duidelijk maakten, dat wij „er
een hadden." Een enorme waterzuil zaS
ik door mijn beeld heen slaan en een
gevoel van vreugde maakte zich van mij
meester. Ik „had" het moment!
Even werd ik zwak in mijn knieën,
doch de rustige stem van den com
mandant, die de positie van de mijn
doorseinde aan het moederschip.
Hr. Ms. „Jan van Brakel," knapte
mij op. En zoo ging het door tot
's middags vier uur, iederen dag weer
opnieuw van 's morgens vroeg af.
Varen, mijnen opblazen, transpiree-
ren en filmen.
Ik heb het als mijn voornaamste taak
aangevoeld te trachten in mijn
film dat uit te laten komen, wat mij
het meestj getroffen heeft, het enorme
geduld en den ernst, afgewisseld met
den noodigen humor, de samenwerking
van hoog tot laag en het diepe besef
van deze menschen, dat het nu niet be
paald een prettig, maar een zeer nood
zakelijk werk is, dat zij verrichten. Zij
vegen, opdat de koopvaardij weer kan
varen.
Je spreekt zoo gedurende je werk veel
menschen en een aardige ontmoeting
was de volgende. Op een gegeven oogen
blik moest ik mee met een geheime ac
tie. 's Avonds scheepte ik mij in en in
den loop van den nacht had ik een ge
sprek met een oorlogsvrijwilliger, een
jongen van een jaar of twintig. Het pa
trouillevaartuig was niet grooter dan 'n
flinke Maas-kruiser, waarmee wij in
den goeden tijd in Nederland mee naar
de Kaag pleegden te gaan. Maar dit
was een van Hr. Ms. schepen met alle
allures van 'n echt oorlogsschip. Ik zal
dezen knaap maar F'rans noemen. Frans
vertelde mij, dat hij seiner was en zijn
opleiding daartoe in Engeland' had ge
noten. Hy komt uit een klein dorp in
Brabant en is de eenige oorlogsvrijwil
liger in zijn dorp. Voor hij naar Indië
ging. kreeg hij tropenverlof en is toen
in zijn dorp terug geweest. „Dat zal ik
nooit vergeten, mijnheer. Ik kom daar
met den trein aan en daar begint me
het muziekcorps te spelenr de burge
meester was er zelf bij aanwezig en
verwelkomde mij met een toespraak. Ik
wist niet hoe ik het had".
In een rijtuig naar het stadhuis, eere-
wijn en groote sigaren, en weer een toe
spraak. Nou, U begrijpt, ik moest ook wat
zeggen en ik heb toen maar het een en
ander over de Marine verteld, van groote
schepen en kanonnen en zoo. Enfin, me
neer, die wijn was nog al zwaar en het
bleek, dat ik de eerste zeeman in het
dorp was sinds 300 jaar. Ik had een ge
weldige middag, maar ik wilde toch ei
genlijk maar het liefst naar mijn oude
buurmeisje, met wie ik nogal goed kon
opschieten. Eindelijk mocht ik naar huis,
met het rijtuig, met mijn vader en moe
der. Ik ben er toen maar gauw tusschen
uit geknepen. En 's avonds moesten al
mijn broertjes een keer mijn matrozen
pak aan, zoodat ik den halven avond in
mijn pendekkie heb gezetenEr wordt
geseind meneer, een oogenblik, even kij
ken wat die snurker te vertellen heeft
En daar, 14.000 km. van zijn Brabant-
sche dorpje verwijderd, met z'n leuken
blonden kop achter de seinlamp, be
antwoordt hü den roep van 't comman
doschip. 'n Knaap, die zich thuis voelt
bij de Marine, die zijn werk met pleizier
doet en die feitelijk maar één bezwaar
heeft. Dat is, dat hij oorlogsvrijwilliger
genoemd wordt en omdat daarom,
volgens zijn zeggen, de echte matroos
hem niet voor volwaardig aanziet. Maar
wat prestaties betreft, wil hij het direct
tegen hen opnemen!'»
y$il|ra§pH
■mis
ren Noorden van de Noordelijkste
punt van Engeland liggen de
Orkney-eilanden: het groote Po-
mana en de kleine Hovy, 'Lambholm
en Ronaldsay. Vermoedelijk heeft
niemand deze namen ooit gehoord,
hoewel het ertusschen gelegen water
beroemder is dan menige groote stad.
Scapa Flow heet de door deze eilanden
begrensde baai. Na den vorigen oor-
ginnen. Voor de bevolking zal dii
een ramp zijn, daar de dammen ah
verbindings- en toegangswegen wor
den gebruikt.
Denkt u zich maar eens in op een
klein eiland te wonen zonder verbin
ding met het hoofdeiland, waar de
■post en de krant of zelfs de melk-
ooer vandaan moeten komen. En in
dit geval is dit des te erger wegens
log verdween de Duitsche vloot er in voorkomende stormachtige
de diepte en in de afgeloopen oor- weeTt
logsjaren, vooral in 1939 en 1940, was
menige raid van de Luftwaffe tegen
Scapa Floiv gericht.
De bevolking van de eilanden wordt
■nu echter door een nieuw gevaar be-
Op het oogenblik gebruiken de
eilandbewoners nog den dam, dien
deze foto toont. Italiaansche krijgs
gevangenen bouivden hem gedurende
oreigd. De dammen, die de eilanden den oorlog van blokken beton. Op den
verbinden, verzakken en men vreest, achtergrond liggen eenige schepen,
dat de kosten voor het herstel te hoog die als schokbrekers voor den dam
zullen zijn, om aan reparatie te be- tot zinken zijn gebracht.
De kapster A, Appeldoorn en haar
vriendin A. D. van der Put, beiden
Haarlemsche oud-leden van de N.S.B.
werden door h®t Bijzonder Gerechtshof
te Haarlem, wegens het verraden van een
jodin aan de Grüne Polizei in Maart
1943, resp. veroordeeld tot 10 en 8 jaar
Rijkswerkinrichting. Verdachte Appel
doorn diende een verzoek om cassatie
in, aangezien zij naar haar meening
geen verraad had gepleegd. Toen een
Haarlemsche haar gevraagd had een jo
din te herbergen achteraf bleek men
aan het verkeerde adres te zijn geweest
had zij bij de politie om inlichtingen
gevraagd, of zij hiermee geen kwaad zou
kunnen. De politie verwees haar naar een
adres, waar de Grüne Polizei gevestigd
bleek te zijn. Zij zou daar van een ty
piste inlichtingen hebben gekregen en
zich hebben laten ontvallen, dat de tus-
schenpersoon bij haar terug zou komen.
De tusschenpersoon en de Joodsche
vrouw zijn later bij het verlaten van
haar winkel gearresteerd. De kapster
ontkende iets met de arrestatie uitstaan
de te hebben gehad.
Haar vriendin A. D. van der Put ont
kende medeplichtig te zijn geweest. De
kapster had haar gevraagd mee te
gaan om boodschappen te doen. Men
was toen bij de Duitsche politie geweest,
waar zy niet gesproken heeft.
De vriendin verklaarde haar meegeno
men te hebben, omdat zij beter Duitsch
sprak en zij, de kapster, niet ,,voor
schut" had willen staan. Bij de
politie verstond men haar echter.
Verdachte v. d. Put was in het huis
van de kapster op het oogenblik, dat de
recherche de .beide slachtoffers arres
teerde. Zij beweerde getracht te hebben
de arrestatie te voorkomen door o.m. de
fiets van een der vrouwen te verbergen
en later zou zij bij de politie tegen dezen
gang van zaken hebben geprotesteerd.
De procureur-fiscaal concludeerde ten
aanzien van de eerste verdachte, dat de
opgelegde straf te laag was en achtte den
tijd van vijftien jaar Rijkswerkinrichting
een juistere maat.
Ten aanzien van verd. v. d. Put achtte
de procureur-fiscaal de bewijsmiddelen
niet voldoende, weshalve hij tot terug
verwijzing van deze zaak naar het Bij
zonder Gerechtshof.te Leeuwarden con
cludeerde. Uitspraak 30 December.
De ongeveer 60-jarige Haarlemsche
timmerman H. Lusthuis diende een cas
satieverzoek in, aangezien hij zich on
schuldig achtte aan het verraden van
het Joodsche echtpaar V. in October
1942. Verdachte beriep zich middels zijn
raadsman, mr. P. van 't Hoff uit Am
sterdam, op de naar zijn smaak zeer
wankele getuigenverklaringen, die een
veroordeeling tot 3 jaar Rijkswerkin
richting tengevolge hadden. Hij zou, teen
hij gearresteerd werd, omdat hij goede
ren van het echtpaar V. in huis had,
teneinde zijn eigen huid te redden aan
de Duitschers hebben verklaard, dat hij
zelf het echtpaar verraden had. De pro
cureur-fiscaal achtte terugverwijzing de
zer zaak naar het Bijzonder Gerechtshof
te Leeuwarden ge.wenscht. Uitspraak 30
December.
Inzake het cassatieverzoek van den
Haarlemschen NSKK-man M. A. Koele-
meyer, die wegens vordering van auto's
en onderdeelen, alsmede diefstal van
koolzaad tot vier jaar Rijkswerkinrich
ting werd veroordeeld, concludeerde de
procureur-fiscaal tot een verzoek om een
voorlichtingsrapport. Uitspraak 30 Dec.
Senator Tom Connally (links), de Amerikaansche gedelegeerde en Sir
Hartley Shawcross, de Engelsche gedelegeerde van de U.N.O.. zetten hun
koptelefoon op voor den aanvang der zitting te New York
De Groote Vier bijeen in een zeer gemoedelijke conferentie. Het is onmoge
lijk, dat scherpe uitdrukkingen van de lippen der staatslieden zullen kernen,
daar zij van was vervaardigd zijn. Deze groep bevindt zich in het Grévin
wassenbeelden-museum te Parijs. V.l.n.r. ziet men de figuren van: Byrnes,
Bevin, Bidault en Molotof
De voddenkoopers van Parijs kwamen onlangs in het hoofdkwartier van hun vakbond
bijeen, om te vrotesteeren tegen het stedelijk verbod om vodden te verzamelen. Zij
zijn 40.000 man sterk. De stedelijke autoriteiten beschouwen het voddevrapen als
schadelijk voor de volksgezondheidmaar de voddenrapers beweren, dat zij maande-
lijks drie tot vier millioen kg. papier, 1 millioen kg. vodden en 100.000 kg. beenen
verzamelen, die anders verloren zouden gaan. De foto, genomen tijdens de protest
meeting, tconi enkele van die karakteristieke koppen, die reeds menig schrijver tot
een romantisch verhaal inspireerden
Gisteren is te Neurenberg het proces
begonnen tegen 23 vooraanstaande
nazi-medici en medische administra
teurs, wegens hun experimenten met
doodelijken afloop op slachtoffers der
concentratiekampen, die, volgens de
woorden van den hoofdaanklager, bri
gade-generaal Telford Taylor, „erger
dan dieren behandeld werden".
Het proces der „menschelijke proef
konijnen", dat om tien uur door den
president der rechtbank, rechter Walter
Beals, geopend werd, is het eerste van
een lange lijst van processen, die het
proces van Neurenberg zullen volgen.
Voor enkelen uit de stampvolle rechts
zaal, die enkele maanden geleden het pro
ces van Hermann Goerlng c.s. hebben bij
gewoond, boisd het tooneel veel hetzelfde
Krachtige lichten voor de filmcamera's,
die uit de glazen hokjes naast de toe-
echouwers-galerij staken. De stemmen in
de koptelefoons voor de vertalingen
•thans slechts twee-talig hadden
zelfden metaalachtigen klank.
den-
^oman op een
waddeneiland
31)
Maar wanneer zien we elkaar nu weer,
VrpH? En zullen we dan gelukkig en te-
Vere n *ijn? Ik hoop het, in het vaste
•tyihn°UWen' dat wij onze zaak zullen
h Heele boel hartelijke groeten, ook
Eh? vrouw Antje, den braven Harm
al, ers en onzen ouden Kroeger en
aUe goeds.
Je Helke.
^'as opeen Vrijdag geweest, dat
Hen- bet krieken van den dag
ke in alle stilte met zijn kotter naar
aan had gevaren- Zij was in Hattstedt
Och,- d gegaan> °m terstond met den
endtrein over Husum en Heide naar
uster door te reizen. Zelf was hij daar-
den i ar,m Ehlers uit visschen gegaan en
heelen dag door had hij dwars voor
schvT1 gekoerst- De buit was veel
keer uitgevallen dan den eersten
Ww Maar daarentegen bad hij ge-
Ijjk' kunnen maken van de weke-
tw markt in Wyk op Föhr.
r bad hij zijn schol en bot in een
ommezien voor een goeden prijs van de
hand gedaan en 's middags lag de kotter
al weer in de bocht aan de Hohner
Noordkaap.
Nu was het avond. Herm Ehlers was
naar zijn ouders gegaan om hen met zijn
eerste weekloon te verrassen. Kay zat
thuis in de kamer en las Helke's brief en
een schrijven van de verzekeringsmaat
schappij, die hij om inlichtingen had ver
zocht aangaande den dood van zijn
vader e.n zijn broer.
Het antwoord van de verzekering nam
hem een pak van het hart. Zij deelde
hem mee, dat het onderzoek onvoorwaar
delijk had uitgewezen, dat de schuit ln
den najaarsstorm was vergaan. Een
schipper van Finkenwarder en twee
Deensche visschers hadden dat met volle
zekerheid kunnen getuigen.
„Goddank," dacht hij opgelucht, „dan
heb ik Paulsen en Tonner ten onrechte
verdacht, 't Zou ook té verschrikkelijk
zijn geweest!"
Langer zat hij over Helke's brief ge
bogen. Steeds weer las hij hem over met
glinsterende oogen en een blos op zijn
gezicht, terwijl vrouw Antje, een beetje
bekommerd en toch ook weer blij, naar
hem keek.
..Zie je, moeder," zei hij eindelijk, „ze
heeft goed woord gehouden. En wat
schrijft ze mooi als je 't leest gaat er
iets bij je om. Hier, lees hem ook maar
eens."
Vrouw Antje zuchtte licht en zette met
veel omhaal haar bril op. Toen zij den
brief, op de manier van oude menschen,
de lippen geruischloos bewegend, lang
zaam doorlas, verlichtte een stille, moe
derlijke vreugde haar trekken. Eerst toen
zij aan het punt kwam, waar sprake was
van den geheimzinnigen kelder, betrok
haar gezicht weer.
„Jullie vat 't dus zoo op, alsof je vaste
verkeering hebt," constateerde de oude
vrouw. „Och, lieve jongen, je moet me
gelooven, ik zou niets liever zien dan
dat jullie samen echt gelukkig werd.
Maar ik kan er niet in gelooven. Ik ben
maar bang, dat je 't met den ouden
Paulsen niet in het reine brengt. Ik
zit over jullie diep in de zorg."
„Nee moeder," weerde Kay af, „u mag
me nou de goeie stemming niet bederven.
Natuurlijk zullen we 't niet gemakkelijk
hebben, vooral nu niet, na dat geval met
Jens Rickmers en Helke's vlucht. Maar
denk je dan, dat de oude Paulsen zijn
plan koppig door zal drijven en zoo
doende zijn eenig kind den terugkeer in
het ouderlijk huis beletten? Nee, daar
lijkt hij me toch de man niet naar. Als
't er op aan komt is hy vast niet zoo
hard van aard. En dan zal zijn vrouw
hem ook wef zoo bepraten, dat ie toe
geeft. Je zult 't zien, dat ie ons op het
laatst toch zyn zegen geeft. De hoofdzaak
is maar, dat Helke op haar stuk blijft
staan dat hii zelf in ziin compagnon
schap met Tonner een zuiyer geweten
heeft behouden
„Och Heere, wie weet, wie weet! Ik zie
niet veel hoop voor jullie, Kay."
„Je moest die zorgen nu maar eens
aan my overlaten, moedertje! Maar
vertel 'ns, heb je nog wat van Paulsen
gehoord, heeft hij Helke gezocht?"
„Ze hebben 't heele eiland door Jasper
Kroeger laten afzoeken maar by ons
zijn ze niet geweest
„H'mDan heeft Paulsen wel door,
waar Helke naar toe is gegaan," zei Kay
nadenkend. „Zooveel te beter, dan hoe
ven de ouders niets verkeerds over hun
dochter te denken. Anders heb je niets
gehoord?"
„Nee, jongen. Gesa Lührs is hier ge
weest; zij vertelde me alleen nog, dat
Jasper haar gezegd had: vrouw Dette
huilde erg over Helke en de oude Paulsen
zat in zak en asch."
Dat kan ik me denken!" Kay nam Hel
ke's brief nog eens door. „Morgen zal
ik haar antwoorden. Ik wou, dat ik Jas
per eens tegen het hjf liep. Ik zou wel
eens willen weten, wat er waar was van
die geheime bergplaats. Per saldo is dat
een schuilhoek voor de strandroovers...."
Tot laat in den nacht bleef Kay op.
Hy maakte zyn radiotoestel af. Daarna
hield hü zich bezig met gedachten over
de landontginning in het wad, die hem
den laats ten tyd niet meer met rust lie
ten. Ook kon hy niet nalaten te piekeren
over de onzekerheid der eilandbewoners
gedurende de stormvloeden in herfst en
winter. Daarna bestudeerde hy vol ijver
zyn vaktydschriften en ten slotte begon
hij zijn gedachten op papier te brengen.
Zijn moeder was al lang naar bed ge
gaan en droomde van schollen en harin
gen, waaronder zy haar zoon op gewel
dige manier zijn slag zal slaan. Maar de
jonge visscher getroostte zich een andere
inspanning, al werd hij daarvan zoo
gauw niet moe. Vlot schreef hij voort en
het was een belangrijke gedachte, waar
aan hij vorm en richting probeerde te
geven.
Vóór hem hadden al velen zich op het
probleem van de landontginning gewor
pen. In de laatste jaren vóór den eersten
wereldoorlog waren er op dat punt aan
de Holsteinsche kust ook al praktische
pogingen gedaan. Maar in den slechten
tijd na den oorlog was het werk nagenoeg
geheel blijven steken. Het ontbrak aan
kapitaal, aan hulp van den staat en aan
een eensgezinden wil. Nu werd er geen
hand meer naar uitgestoken. Ternau
wernood vond men nog de kracht
te herstellen en op te bouwen, wat de
Noordzee tegenwoordig vernielde.
Kay Möller stond onder een eigenaar-
digen dwang, die hem tot handelen
dreef.
Alleen de gezichten waren anders: vier
rechters ln plaats van acht. de toeschou
wers, en de beklaagden ln dezelfde be-
kiaagdenbank, waar eens Goering en de
andere nazi-leiders troonden.
De kleurigste olek was de eerste vrou
welijke Neurenbergsche beklaagde, Herta
Oberhauser, die een lichtscharlaken jurk
met witten kraag droeg.
De veiligheidsmaatregelen ziin minder
streng dan bij het groote proces. Slechts
vijf bewakers escorteerden de beklaagden
raar de beklaagdenbank.
56 niet-officieele Duitschers. de eersten,
die hier een geallieerd tribunaal gade
slaan, zaten m de bezoekers-galerij en elk
van hen kreeg een exemplaar van de aan
klacht, die tegen hun landgenooten is
ingebracht.
Rechter Beals zelde bij de opening van
de zitting, dat de prosecutie beperkt nou
worden tot een dag en de verdediging tot
twee dagen.
Aanklager Taylor's sobere 61 blad
zijden tellende aanklacht brandmerkte
het proces niet alleen tot een moord-
proces, doch tot het proces van een
barbaarsch systeem en een ernstige les
voor de wereld, in het bijzonder voor
het Duitsche volk.
„Deze beklaagden rfjn verantwoorde
lijk voor moord op groote schaal en
onuitsprekelijk wreede kwellingen. Het
Is onze ernstige plicht de w;ereld
te toonen waarom en hoe deze dingen
gebeurd zijn. Ik geloof niet dat het
Dultsclie volk reeds beseft hoe diep de
misdadige dwaasheid, die het nationaal -
socialisme was, zich in iedere geleding
van liet Duitsche leven heeft ingevreten,
of hoe vernietigend de consequenties
waren. Het zal onze taak zijn deze din-
gen duidelijk te maken."
Taylor zeide, dat Auschwitz en Ra-
vensbrück de centra der sterilisatie
experimenten waren. In Buchenwald
werden ook operaties verricht op sexueel
abnormale gevangenen ten einde vast te
stellen of hun viriliteit verhoogd kon
worden door het overbrengen van klie
ren. Beklaagde Viktor Brack had een
fantastisch plan voor de sterilisatie van
personen met X-stralen, om te verhin
deren dat de slachtoffers zich zouden
realiséeren, dat zij gesteriliseerd werden.
Een twintigtal installaties zouden 3000
tot 4000 personen per dag kunnen be
handelen. Brack wilde twee of drie mil
lioen Joden uitzoeken voor het leveren
van arbeid, doch hen tezelfder tyd „on
geschikt tot voortplanting" maken.
Onder het bewijsmateriaal, dat zich
hier in Neurenberg tegen de nazi
medici ophoopt, bevinden zich afschu
welijke en tevens simpele moordbekente
nissen. Het zyn keurige grafieken,
waarop is opgeteekend hoe in Dachau
slachtoffers bevroren werden en waar
op nauwkeurig het punt genoteerd werd
waarop pols en ademhaling ophielden.
Het opperste gerechtshof der V.S.
heeft Maandag besloten de validiteit
van het vonnis tegen Lewis en de Uni
ted Mineworkers met spoed te behan
delen. Als datum voor het aanhooren
van de argumenten van de advocaten
van beide partyen is 14 Januari vast
gesteld.
Gedurende de mynwerkersstaking.
die 17 dagen heeft geduurd, hebben de
V.S. 10.000 automobielen minder gepro
duceerd dan normaal. Deskundigen ge
ven overige verliescijfers als volgt:
steenkool 25.000.000 ton; staal 750.000
ton; loonen van mynwerkers 60.000.000
dollar.
Zondag 'is de D.C. 4 „Twenthe" van de
K.L.M. voor eer» extra post. en vracht
vlucht van Schiphol naar Batavia ver
trokken.
De speciale verslaggever aan boord
van de „Willem Barendsz" seint:
Zooals reeds gemeld, is een betreu
renswaardig ongeluk geschied met een
der „Walrus"-vliegtuigen, waarby een
lid van de bemanning om het leven is
gekomen. Diep onder den indruk van het
tragische ongeval hebben wy Kaapstad
inmiddels moeten verlaten, want het
werk roept.
Zaterdag 1 uur in den middag verlie
ten wij enze laatste haven op weg naar
de Zuidelijke IJszee, maar gincen daar
na nog even ten anker in de Tafelbaai.
Zondagavond om 20.30 uur vertrokken
wij vandaar: de groote spong is nu ge
nomen.
Het verblijf ln Kaapstad is voor de
Zuid-Afrikaansche bladen aanleiding
geweest tot het publiceeren van lange
en enthousiaste artikelen, waarin de
oud-Hollandsche geest doorstraalt.
Aan boord van het moederschip wordt
koortsachtig gewerkt, zoodat het
scheepsvolk slechts heel kort in de ge
legenheid is geweest tot passagieren.
Het schip moest opnieuw worden ge
proviandeerd, want straks zullen wy
enkele maanden geen land meer zien en
geen haven meer aandoen.
Kaapstad gaf velen Nederlanders
gelegenheid ons te begroeten. Voer ons
was Kaapstad een dorado: volop fruit
verkrygbaar en zonder bon, hoewel
pryzig. Wy troffen het, want in ver
band met het voorgenomen bezoek van
den Engelschen koning aan Zuid-
Afrika was de Tafelberg des avonds
by wyze van proef verlicht met vier
groote licht-installaties, elk van twee
millioen kaars.