MET DE CAMERA OP MARINE-NIEUWS ZOEK NAAR WERELDNIEUWS IN BEELD Duitsche medici staan Neurenberg terecht AFSCHEID VAN KAAPSTAD ENGELANDS DUITSCHE EEREGAST Schumacher over de grenscorrecties Avonturen van een filmoperateur De eerste dorpszeeman sinds 300 jaar Joden verraden Verantwoordelijk voor kwellingen Les voor het Duitsche in moord en volk Duister Lewis voor opperste gerechtshof Brandstof volgend jaar nog op den bon DINSDAG 10 DECEMBER 1946 PAGINA 3 BUITENLANDSCH OVERZICHT Dr. Schumacher wil niets weten van gebiedsafstand in het Westen Advies voor demobilisatie in de V.N. Geheime zitting 1 SIlilpliBi ■Ére RAAD VAN CASSATIE Men wilde niet voor schut staan I (Wordt vervolgd) Als een argeloos toerist reist dr. Schu macher, de leider van de Duitsche Sociaal-Democraten, in Engeland rond. Wel confereert hij met regee- ringspersonen, legt hij politieke verkla ringen af. houdt hij lezingen in Cam bridge voor de studenten en in kampen voor de Duitsche krijgsgevangenen, rnaar hij heeft toch meegedeeld dat hij niet als partijfunctionaris kwam en dat hij niet door de Britsche regeering doch door de Labour-partij was uitgenoodigd. >.om het ijs te breken". Niemand echter die er iets van gelooft. Schumacher is ontvangen met grooter omhaal en eer betoon dan socialistische delegaties uit Welk ander land ook. Twee vertegen woordigers van de rêgeering hebben hem Welkom geheeten (Hynd, de verantwoor delijke man voor de burgerlijke zaken in de Britsche zone, en MacNeil, minister van Staat, assistent van Bevin). En al is het waar dat zij leden van Labour zijn, even waar is dat zij ook leden Van de regeering zijn. Het is niet geheel te verwonderen dat men dr. Schumacher eens heeft laten komen. Al zoo dikwijls zijn er in Enge land stemmen Opgegaan die van de so- ciaüstische regeering niet alleen een socialistische binnenlandsche doch Ook buitenlandsche politiek verlangden. La bour verzekerde dan, naar samenwer king te streven met de socialistische groepeeringen in andere staten. Men heeft contact gezocht met de Fransche, Belgische, Tsjecho-Slowaaksche en Noorsche socialisten; ook met de Neder- landsche (Scherm erhorn, Logemann, Vorrink, die over Indië kwamen oraten maar het woord grootendeels aan de Engelschen gelaten blijken te hebben) verder met Oostenrijksche en Hongaar- sche socialistische voorlieden; en nu moet kennismaking met de geestver- Wanten «tt Duitschland, d.w.z uit het land waar op het oogenblik het leeu wendeel der Europeesche politiek om draait, als klap op den vuurpijl dienen In zekeren zin mist deze onderneming evenwel den steun van de werkelijk heid. Sterkste partij in West- Buitschland is immers niet de Sociaal- Democratische doch de Christen-Demo cratische, die heel wat grooter is. In Plaats van met een veel meer repre sentatieve partij, of met enkele partijen °P zoo in het oog loopende wijze be sprekingen te voeren, noodigen de Brit. ten een groep van den tweeden rang hit, hetgq^n een bevoorrechting betee- kent die aan de Engelsche positie in Duitschland wel geen kracht zal bij zetten. De verklaringen, die dr. Schumacher heeft afgélegd, betreffen onder meer de Duitsche grenzen. De DuitschOoster- zijksche grens is nog lang met definitief, heeft hij gezegd. Hü heeft daarin gelijk als hij slechts een officieele grensafba- kening bedoelt: de vredesverdragen met duitschland en Oostenrijk zijn Immers »og in de maak. Maaj zijn Oostenrijk- sche broeders hebben hem deze toespe- ling Wel erg kwalijk genomen, en hun Partijvoorzitter, dr. Schaert, heeft hef tig geprotesteerd tegen het denk beeld van een nieuwen Anschluss al leen al. Volgens dr. Schaerf is er maar één rechtvaardige grens, n.l. die van 1937. Ook over de grens met Polen sprak Schumacher; hij wilde deze weer naar het Oosten terugschuiven. Alle Poolsche kranten zijn daar op aangevallen, ook hie van Mikolajzyk; sommige noem- hen zijn woorden „schandalig" en schre. ven dat ze nu gewaarschuwd waren voor flat onvriendelijke Engeland De grenzen met de Westelijke Sta ten kwamen eveneens te beide, en wel tijdens een persconferentie dr. Schumacher wilde niets weten van Ufstand van gebied in het Westen. Een fluidelijke prik naar Frankrijk, België ®h Nederland, die respectievelijk de ®aar, Eupen-Malmédy en aan Neder- de politieke subcommissie bij de Ver. Naties nam na lange bespreking een Voor-xndisch amendement aan: „De hlgemeene Vergadering beveelt den re deringen aan een progressieve en even- Wichtige terugtrekking der troepen uit te Voeren, die in niet-zelfstandige gebieden jhjn gestationneerd, de spoedige terug- dekking van troepen, die in gebieden van 'edenstaten zijn gelegerd, zonder de vrije dedkeuring dier staten, demobilisatie der Rationale strijdkrachten." de Engelschman Shawcross stelde in subcommissie voor, dat in de ontwa- Peningsresolutie de eisch zou worden op domen, dat een militaire-staf-commis- de plannen aanpakt voor de interna- l°hale politiemacht. Shawcross zeide, jgeen natie den omvang van haar ®gers kon verminderen zoolang zij niet ®et hoeveel troepen zij aan' de inter zonale politiemacht zou moeten leve- j, "UU iiiupvvii n of voordat zij weet, Welke veiligheid deze worden. politiemacht verwacht kan land grenzende strookjes verlangen. Wij mogen het ons voor gezegd houden, alle Britsche „welwillendheid", die tot niets verplicht, ten spijt: Engelands eeregast is tegen annexatie. Frankrijk heeft officieel geprotesteerd tegen de visite van dr. Schumacher. Hef ziet er een Engelsche poging in den Duitschers moed in te blazen tegen de eischen die de Vier Ministers hun zul len stellen als de reeds begonnen bespre kingen over de Duitsche kwestie zich verder ontwikkelen. Frankrijk zelf is een van de grootste eischers: het Saarge- bied, economische concessies, herstelbe talingen, afscheiding in een of anderen vorm van het Rijn-Roer-bekken staar, op zijn verlanglijst. Maar juist dezer da gen zijn de kolenleveranties uit het Roergebied, die Frankrijk voor zijn in. dustrie hard noodig heeft, weer vermin derd; algeheele stopzetting wordt ge vreesd. En het doet wel wat erg hatelijk aan, een Duitscher openlijk in Londen zijn vreugde over deze vermindering te hooien uitspreken. Aan de Memorie van Antwoord be neffende de vaststelling van de begroo tingen van de Staatsmijnen in Limburg voor de dienstjaren 1946 en 1947 is het volgende ontleend: Verwacht wordt, dat in 1947, na af trek van een geraamden uitvoer van 500.000 ton, ons land zal kunnen beschik ken over circa 13.000.000 ton vaste brandstoffen. Uiteraard kan dit cijfer ernstig worden beïnvloed door den gang van zaken in het buitenland. Op basis van bovengenoemd cijfer zal aan de industrie kunnen worden toegewezen op het peil van 1939. Tot afschaffing van de rantsoeneering (met inbegrip van de huisbrandvoor ziening) zal in 1947 nog niet kunnen worden overgegaan, aangezien dan de totaal beschikbare hoeveelheid naar schatting 15.000.000 ton zou moeten bedragen, terwijl daarnaast nog het soortenprobleem een groote moeilijkheid vormt. De voor het Staatsmijnbedrijf voor het jaar 1947 geraamde productie van 7.200.000 ton komt overeen met een ge middelde dagproductie van ongeveer 24.000 ton, zoodat de voor 1947 geraamde productie ruim een kwart meer bedraagt dan de huidige. Bij de huidige prestatie van ruim 1600 kg. per ondergrondschen dienst zou, ter bereiking van een jaarproductie van de Nederlandsche mijnen van 12.000.000 ton. het aantal ondergrondsche arbeiders moeten worden uitgebreid met ruim 7500 man. De tewerkstelling van politieke delin quenten draagt uiteraard een tijdelijk karakter. Gebleken is. dat na vrijlating slechts een klein gedeelte bij de Lim- burgsche mijnen blijft werken. Dr. Kurt Schumacher, voorzitter van de Duitsche sociaal-democratische partij heeft op een vraag van een A.N.P.-re- dacteur verklaard, dat de Duitschers van uiterst links tot uiterst rechts gekant zijn tegen eenigerlei annexatie van Duitsch grondgebied door Nederland. De door Duitschland aan Nederland toegebrachte schade is herstelbaar, aldus Schumacher; permanente annexatie echter is voor Duitschland iets- onher stelbaars. De voorgestelde gebiedsuitbreiding heeft in Duitschland verbittering gewekt. Hij betreurde een dergelijke politiek, die meer behoort bij jonge nationalisti sche volken dan bij een volk als het Nederlandsche. Hoeveel kilo bagage?" „Ongeveer honderd kilo extra!" Het is eèn telkens terugkeerende conversatie tusschen een van de camera- menschen van de Marvo en den transport-officier. 100 kilo camera's, statief, films zweeft niet lang daarna op 3000 meter hoogte door het luchtruim, om met den baas op een of andere plek in den Archipel hun Marvo-plicht te doen. Het verzamelen van documentie-ma- teriaal, van Marine-nieuws, het vastleggen van belangrijke marine gebeurtenissen, opdat het Nederlandsche volk op de hoogte gesteld kan worden van wat zijn Marine in Indië nu wel doet. Opdat vaders en moeders van onze oorlogsvrijwilligers kennis kunnen nemen van het werken en streven van hun jon gens, zoo ver weg, in de warmte. Nu op eeiis een van Hr. Ms. kruisers, dan weer op patrouilleboot, meebelevend en filmend, bij onze mariniers in Soera- baja of bij de medische diensten. „U zult zoo op Uw reizen wel heel wat meemaken", zei ik, „het lijkt mij geen onaardige job. Kunt U mij eens iets ver tellen over Uw ervaringen?" „Wat wilt U weten? De zorg over het bij elkaar houden van de kostbare ba gage? De moeilijkheden van het trans port of bij de aankomst ergens in den Archipel? Of avonturen misschien?" „De avonturen natuurlijk!" „Nü, dan kan ik heel kort zijn, avon turen maken wij niet veel mee. Maar wc ontmoeten wel heel wat aardige en ook minder aardige momenten. Wij werken met een kleinen staf van personeel, zoo dat het helaas onmogelijk is alles te coveren, gezien de groote afstanden. Maar we probeeren altijd de meest be langrijke gebeurtenissen te verslaan. Een niet onaardige reportage was het mijnen vegen in de baai van Bima met Hr. Ms. mijnenvegers. De bedoeling was de baai te zuiveren van magnetische mijnen. Eerlijk gezegd heb ik hem wel een beetje zitten knijpen, want leuk is het bepaald niet. De mijnenvegers hebben een langen sleepkabel achter zich van ongeveer 500 meter, die regelmatig met korte onderbrekingen een kunstmatig magnetisch veld opwekken, „pulsen" is de vakterm daarvoor. Indien nu op die plek zich een magnetische mijn bevindt, dan ontploft die Toen ik vroeg, wat er gebeuren zou als zoo'n mijn te vroeg ontplofte, keek de commandant mij eens aan, lachte flauwtjes en zei: „Daar merk je niets van. Het is alleen beroerd voor je na bestaanden." Uren en uren werd er geveegd en ik etond maar klaar met mijn camera, tot dat plotselingeen enorme dreun en schok mij duidelijk maakten, dat wij „er een hadden." Een enorme waterzuil zaS ik door mijn beeld heen slaan en een gevoel van vreugde maakte zich van mij meester. Ik „had" het moment! Even werd ik zwak in mijn knieën, doch de rustige stem van den com mandant, die de positie van de mijn doorseinde aan het moederschip. Hr. Ms. „Jan van Brakel," knapte mij op. En zoo ging het door tot 's middags vier uur, iederen dag weer opnieuw van 's morgens vroeg af. Varen, mijnen opblazen, transpiree- ren en filmen. Ik heb het als mijn voornaamste taak aangevoeld te trachten in mijn film dat uit te laten komen, wat mij het meestj getroffen heeft, het enorme geduld en den ernst, afgewisseld met den noodigen humor, de samenwerking van hoog tot laag en het diepe besef van deze menschen, dat het nu niet be paald een prettig, maar een zeer nood zakelijk werk is, dat zij verrichten. Zij vegen, opdat de koopvaardij weer kan varen. Je spreekt zoo gedurende je werk veel menschen en een aardige ontmoeting was de volgende. Op een gegeven oogen blik moest ik mee met een geheime ac tie. 's Avonds scheepte ik mij in en in den loop van den nacht had ik een ge sprek met een oorlogsvrijwilliger, een jongen van een jaar of twintig. Het pa trouillevaartuig was niet grooter dan 'n flinke Maas-kruiser, waarmee wij in den goeden tijd in Nederland mee naar de Kaag pleegden te gaan. Maar dit was een van Hr. Ms. schepen met alle allures van 'n echt oorlogsschip. Ik zal dezen knaap maar F'rans noemen. Frans vertelde mij, dat hij seiner was en zijn opleiding daartoe in Engeland' had ge noten. Hy komt uit een klein dorp in Brabant en is de eenige oorlogsvrijwil liger in zijn dorp. Voor hij naar Indië ging. kreeg hij tropenverlof en is toen in zijn dorp terug geweest. „Dat zal ik nooit vergeten, mijnheer. Ik kom daar met den trein aan en daar begint me het muziekcorps te spelenr de burge meester was er zelf bij aanwezig en verwelkomde mij met een toespraak. Ik wist niet hoe ik het had". In een rijtuig naar het stadhuis, eere- wijn en groote sigaren, en weer een toe spraak. Nou, U begrijpt, ik moest ook wat zeggen en ik heb toen maar het een en ander over de Marine verteld, van groote schepen en kanonnen en zoo. Enfin, me neer, die wijn was nog al zwaar en het bleek, dat ik de eerste zeeman in het dorp was sinds 300 jaar. Ik had een ge weldige middag, maar ik wilde toch ei genlijk maar het liefst naar mijn oude buurmeisje, met wie ik nogal goed kon opschieten. Eindelijk mocht ik naar huis, met het rijtuig, met mijn vader en moe der. Ik ben er toen maar gauw tusschen uit geknepen. En 's avonds moesten al mijn broertjes een keer mijn matrozen pak aan, zoodat ik den halven avond in mijn pendekkie heb gezetenEr wordt geseind meneer, een oogenblik, even kij ken wat die snurker te vertellen heeft En daar, 14.000 km. van zijn Brabant- sche dorpje verwijderd, met z'n leuken blonden kop achter de seinlamp, be antwoordt hü den roep van 't comman doschip. 'n Knaap, die zich thuis voelt bij de Marine, die zijn werk met pleizier doet en die feitelijk maar één bezwaar heeft. Dat is, dat hij oorlogsvrijwilliger genoemd wordt en omdat daarom, volgens zijn zeggen, de echte matroos hem niet voor volwaardig aanziet. Maar wat prestaties betreft, wil hij het direct tegen hen opnemen!'» y$il|ra§pH ■mis ren Noorden van de Noordelijkste punt van Engeland liggen de Orkney-eilanden: het groote Po- mana en de kleine Hovy, 'Lambholm en Ronaldsay. Vermoedelijk heeft niemand deze namen ooit gehoord, hoewel het ertusschen gelegen water beroemder is dan menige groote stad. Scapa Flow heet de door deze eilanden begrensde baai. Na den vorigen oor- ginnen. Voor de bevolking zal dii een ramp zijn, daar de dammen ah verbindings- en toegangswegen wor den gebruikt. Denkt u zich maar eens in op een klein eiland te wonen zonder verbin ding met het hoofdeiland, waar de ■post en de krant of zelfs de melk- ooer vandaan moeten komen. En in dit geval is dit des te erger wegens log verdween de Duitsche vloot er in voorkomende stormachtige de diepte en in de afgeloopen oor- weeTt logsjaren, vooral in 1939 en 1940, was menige raid van de Luftwaffe tegen Scapa Floiv gericht. De bevolking van de eilanden wordt ■nu echter door een nieuw gevaar be- Op het oogenblik gebruiken de eilandbewoners nog den dam, dien deze foto toont. Italiaansche krijgs gevangenen bouivden hem gedurende oreigd. De dammen, die de eilanden den oorlog van blokken beton. Op den verbinden, verzakken en men vreest, achtergrond liggen eenige schepen, dat de kosten voor het herstel te hoog die als schokbrekers voor den dam zullen zijn, om aan reparatie te be- tot zinken zijn gebracht. De kapster A, Appeldoorn en haar vriendin A. D. van der Put, beiden Haarlemsche oud-leden van de N.S.B. werden door h®t Bijzonder Gerechtshof te Haarlem, wegens het verraden van een jodin aan de Grüne Polizei in Maart 1943, resp. veroordeeld tot 10 en 8 jaar Rijkswerkinrichting. Verdachte Appel doorn diende een verzoek om cassatie in, aangezien zij naar haar meening geen verraad had gepleegd. Toen een Haarlemsche haar gevraagd had een jo din te herbergen achteraf bleek men aan het verkeerde adres te zijn geweest had zij bij de politie om inlichtingen gevraagd, of zij hiermee geen kwaad zou kunnen. De politie verwees haar naar een adres, waar de Grüne Polizei gevestigd bleek te zijn. Zij zou daar van een ty piste inlichtingen hebben gekregen en zich hebben laten ontvallen, dat de tus- schenpersoon bij haar terug zou komen. De tusschenpersoon en de Joodsche vrouw zijn later bij het verlaten van haar winkel gearresteerd. De kapster ontkende iets met de arrestatie uitstaan de te hebben gehad. Haar vriendin A. D. van der Put ont kende medeplichtig te zijn geweest. De kapster had haar gevraagd mee te gaan om boodschappen te doen. Men was toen bij de Duitsche politie geweest, waar zy niet gesproken heeft. De vriendin verklaarde haar meegeno men te hebben, omdat zij beter Duitsch sprak en zij, de kapster, niet ,,voor schut" had willen staan. Bij de politie verstond men haar echter. Verdachte v. d. Put was in het huis van de kapster op het oogenblik, dat de recherche de .beide slachtoffers arres teerde. Zij beweerde getracht te hebben de arrestatie te voorkomen door o.m. de fiets van een der vrouwen te verbergen en later zou zij bij de politie tegen dezen gang van zaken hebben geprotesteerd. De procureur-fiscaal concludeerde ten aanzien van de eerste verdachte, dat de opgelegde straf te laag was en achtte den tijd van vijftien jaar Rijkswerkinrichting een juistere maat. Ten aanzien van verd. v. d. Put achtte de procureur-fiscaal de bewijsmiddelen niet voldoende, weshalve hij tot terug verwijzing van deze zaak naar het Bij zonder Gerechtshof.te Leeuwarden con cludeerde. Uitspraak 30 December. De ongeveer 60-jarige Haarlemsche timmerman H. Lusthuis diende een cas satieverzoek in, aangezien hij zich on schuldig achtte aan het verraden van het Joodsche echtpaar V. in October 1942. Verdachte beriep zich middels zijn raadsman, mr. P. van 't Hoff uit Am sterdam, op de naar zijn smaak zeer wankele getuigenverklaringen, die een veroordeeling tot 3 jaar Rijkswerkin richting tengevolge hadden. Hij zou, teen hij gearresteerd werd, omdat hij goede ren van het echtpaar V. in huis had, teneinde zijn eigen huid te redden aan de Duitschers hebben verklaard, dat hij zelf het echtpaar verraden had. De pro cureur-fiscaal achtte terugverwijzing de zer zaak naar het Bijzonder Gerechtshof te Leeuwarden ge.wenscht. Uitspraak 30 December. Inzake het cassatieverzoek van den Haarlemschen NSKK-man M. A. Koele- meyer, die wegens vordering van auto's en onderdeelen, alsmede diefstal van koolzaad tot vier jaar Rijkswerkinrich ting werd veroordeeld, concludeerde de procureur-fiscaal tot een verzoek om een voorlichtingsrapport. Uitspraak 30 Dec. Senator Tom Connally (links), de Amerikaansche gedelegeerde en Sir Hartley Shawcross, de Engelsche gedelegeerde van de U.N.O.. zetten hun koptelefoon op voor den aanvang der zitting te New York De Groote Vier bijeen in een zeer gemoedelijke conferentie. Het is onmoge lijk, dat scherpe uitdrukkingen van de lippen der staatslieden zullen kernen, daar zij van was vervaardigd zijn. Deze groep bevindt zich in het Grévin wassenbeelden-museum te Parijs. V.l.n.r. ziet men de figuren van: Byrnes, Bevin, Bidault en Molotof De voddenkoopers van Parijs kwamen onlangs in het hoofdkwartier van hun vakbond bijeen, om te vrotesteeren tegen het stedelijk verbod om vodden te verzamelen. Zij zijn 40.000 man sterk. De stedelijke autoriteiten beschouwen het voddevrapen als schadelijk voor de volksgezondheidmaar de voddenrapers beweren, dat zij maande- lijks drie tot vier millioen kg. papier, 1 millioen kg. vodden en 100.000 kg. beenen verzamelen, die anders verloren zouden gaan. De foto, genomen tijdens de protest meeting, tconi enkele van die karakteristieke koppen, die reeds menig schrijver tot een romantisch verhaal inspireerden Gisteren is te Neurenberg het proces begonnen tegen 23 vooraanstaande nazi-medici en medische administra teurs, wegens hun experimenten met doodelijken afloop op slachtoffers der concentratiekampen, die, volgens de woorden van den hoofdaanklager, bri gade-generaal Telford Taylor, „erger dan dieren behandeld werden". Het proces der „menschelijke proef konijnen", dat om tien uur door den president der rechtbank, rechter Walter Beals, geopend werd, is het eerste van een lange lijst van processen, die het proces van Neurenberg zullen volgen. Voor enkelen uit de stampvolle rechts zaal, die enkele maanden geleden het pro ces van Hermann Goerlng c.s. hebben bij gewoond, boisd het tooneel veel hetzelfde Krachtige lichten voor de filmcamera's, die uit de glazen hokjes naast de toe- echouwers-galerij staken. De stemmen in de koptelefoons voor de vertalingen •thans slechts twee-talig hadden zelfden metaalachtigen klank. den- ^oman op een waddeneiland 31) Maar wanneer zien we elkaar nu weer, VrpH? En zullen we dan gelukkig en te- Vere n *ijn? Ik hoop het, in het vaste •tyihn°UWen' dat wij onze zaak zullen h Heele boel hartelijke groeten, ook Eh? vrouw Antje, den braven Harm al, ers en onzen ouden Kroeger en aUe goeds. Je Helke. ^'as opeen Vrijdag geweest, dat Hen- bet krieken van den dag ke in alle stilte met zijn kotter naar aan had gevaren- Zij was in Hattstedt Och,- d gegaan> °m terstond met den endtrein over Husum en Heide naar uster door te reizen. Zelf was hij daar- den i ar,m Ehlers uit visschen gegaan en heelen dag door had hij dwars voor schvT1 gekoerst- De buit was veel keer uitgevallen dan den eersten Ww Maar daarentegen bad hij ge- Ijjk' kunnen maken van de weke- tw markt in Wyk op Föhr. r bad hij zijn schol en bot in een ommezien voor een goeden prijs van de hand gedaan en 's middags lag de kotter al weer in de bocht aan de Hohner Noordkaap. Nu was het avond. Herm Ehlers was naar zijn ouders gegaan om hen met zijn eerste weekloon te verrassen. Kay zat thuis in de kamer en las Helke's brief en een schrijven van de verzekeringsmaat schappij, die hij om inlichtingen had ver zocht aangaande den dood van zijn vader e.n zijn broer. Het antwoord van de verzekering nam hem een pak van het hart. Zij deelde hem mee, dat het onderzoek onvoorwaar delijk had uitgewezen, dat de schuit ln den najaarsstorm was vergaan. Een schipper van Finkenwarder en twee Deensche visschers hadden dat met volle zekerheid kunnen getuigen. „Goddank," dacht hij opgelucht, „dan heb ik Paulsen en Tonner ten onrechte verdacht, 't Zou ook té verschrikkelijk zijn geweest!" Langer zat hij over Helke's brief ge bogen. Steeds weer las hij hem over met glinsterende oogen en een blos op zijn gezicht, terwijl vrouw Antje, een beetje bekommerd en toch ook weer blij, naar hem keek. ..Zie je, moeder," zei hij eindelijk, „ze heeft goed woord gehouden. En wat schrijft ze mooi als je 't leest gaat er iets bij je om. Hier, lees hem ook maar eens." Vrouw Antje zuchtte licht en zette met veel omhaal haar bril op. Toen zij den brief, op de manier van oude menschen, de lippen geruischloos bewegend, lang zaam doorlas, verlichtte een stille, moe derlijke vreugde haar trekken. Eerst toen zij aan het punt kwam, waar sprake was van den geheimzinnigen kelder, betrok haar gezicht weer. „Jullie vat 't dus zoo op, alsof je vaste verkeering hebt," constateerde de oude vrouw. „Och, lieve jongen, je moet me gelooven, ik zou niets liever zien dan dat jullie samen echt gelukkig werd. Maar ik kan er niet in gelooven. Ik ben maar bang, dat je 't met den ouden Paulsen niet in het reine brengt. Ik zit over jullie diep in de zorg." „Nee moeder," weerde Kay af, „u mag me nou de goeie stemming niet bederven. Natuurlijk zullen we 't niet gemakkelijk hebben, vooral nu niet, na dat geval met Jens Rickmers en Helke's vlucht. Maar denk je dan, dat de oude Paulsen zijn plan koppig door zal drijven en zoo doende zijn eenig kind den terugkeer in het ouderlijk huis beletten? Nee, daar lijkt hij me toch de man niet naar. Als 't er op aan komt is hy vast niet zoo hard van aard. En dan zal zijn vrouw hem ook wef zoo bepraten, dat ie toe geeft. Je zult 't zien, dat ie ons op het laatst toch zyn zegen geeft. De hoofdzaak is maar, dat Helke op haar stuk blijft staan dat hii zelf in ziin compagnon schap met Tonner een zuiyer geweten heeft behouden „Och Heere, wie weet, wie weet! Ik zie niet veel hoop voor jullie, Kay." „Je moest die zorgen nu maar eens aan my overlaten, moedertje! Maar vertel 'ns, heb je nog wat van Paulsen gehoord, heeft hij Helke gezocht?" „Ze hebben 't heele eiland door Jasper Kroeger laten afzoeken maar by ons zijn ze niet geweest „H'mDan heeft Paulsen wel door, waar Helke naar toe is gegaan," zei Kay nadenkend. „Zooveel te beter, dan hoe ven de ouders niets verkeerds over hun dochter te denken. Anders heb je niets gehoord?" „Nee, jongen. Gesa Lührs is hier ge weest; zij vertelde me alleen nog, dat Jasper haar gezegd had: vrouw Dette huilde erg over Helke en de oude Paulsen zat in zak en asch." Dat kan ik me denken!" Kay nam Hel ke's brief nog eens door. „Morgen zal ik haar antwoorden. Ik wou, dat ik Jas per eens tegen het hjf liep. Ik zou wel eens willen weten, wat er waar was van die geheime bergplaats. Per saldo is dat een schuilhoek voor de strandroovers...." Tot laat in den nacht bleef Kay op. Hy maakte zyn radiotoestel af. Daarna hield hü zich bezig met gedachten over de landontginning in het wad, die hem den laats ten tyd niet meer met rust lie ten. Ook kon hy niet nalaten te piekeren over de onzekerheid der eilandbewoners gedurende de stormvloeden in herfst en winter. Daarna bestudeerde hy vol ijver zyn vaktydschriften en ten slotte begon hij zijn gedachten op papier te brengen. Zijn moeder was al lang naar bed ge gaan en droomde van schollen en harin gen, waaronder zy haar zoon op gewel dige manier zijn slag zal slaan. Maar de jonge visscher getroostte zich een andere inspanning, al werd hij daarvan zoo gauw niet moe. Vlot schreef hij voort en het was een belangrijke gedachte, waar aan hij vorm en richting probeerde te geven. Vóór hem hadden al velen zich op het probleem van de landontginning gewor pen. In de laatste jaren vóór den eersten wereldoorlog waren er op dat punt aan de Holsteinsche kust ook al praktische pogingen gedaan. Maar in den slechten tijd na den oorlog was het werk nagenoeg geheel blijven steken. Het ontbrak aan kapitaal, aan hulp van den staat en aan een eensgezinden wil. Nu werd er geen hand meer naar uitgestoken. Ternau wernood vond men nog de kracht te herstellen en op te bouwen, wat de Noordzee tegenwoordig vernielde. Kay Möller stond onder een eigenaar- digen dwang, die hem tot handelen dreef. Alleen de gezichten waren anders: vier rechters ln plaats van acht. de toeschou wers, en de beklaagden ln dezelfde be- kiaagdenbank, waar eens Goering en de andere nazi-leiders troonden. De kleurigste olek was de eerste vrou welijke Neurenbergsche beklaagde, Herta Oberhauser, die een lichtscharlaken jurk met witten kraag droeg. De veiligheidsmaatregelen ziin minder streng dan bij het groote proces. Slechts vijf bewakers escorteerden de beklaagden raar de beklaagdenbank. 56 niet-officieele Duitschers. de eersten, die hier een geallieerd tribunaal gade slaan, zaten m de bezoekers-galerij en elk van hen kreeg een exemplaar van de aan klacht, die tegen hun landgenooten is ingebracht. Rechter Beals zelde bij de opening van de zitting, dat de prosecutie beperkt nou worden tot een dag en de verdediging tot twee dagen. Aanklager Taylor's sobere 61 blad zijden tellende aanklacht brandmerkte het proces niet alleen tot een moord- proces, doch tot het proces van een barbaarsch systeem en een ernstige les voor de wereld, in het bijzonder voor het Duitsche volk. „Deze beklaagden rfjn verantwoorde lijk voor moord op groote schaal en onuitsprekelijk wreede kwellingen. Het Is onze ernstige plicht de w;ereld te toonen waarom en hoe deze dingen gebeurd zijn. Ik geloof niet dat het Dultsclie volk reeds beseft hoe diep de misdadige dwaasheid, die het nationaal - socialisme was, zich in iedere geleding van liet Duitsche leven heeft ingevreten, of hoe vernietigend de consequenties waren. Het zal onze taak zijn deze din- gen duidelijk te maken." Taylor zeide, dat Auschwitz en Ra- vensbrück de centra der sterilisatie experimenten waren. In Buchenwald werden ook operaties verricht op sexueel abnormale gevangenen ten einde vast te stellen of hun viriliteit verhoogd kon worden door het overbrengen van klie ren. Beklaagde Viktor Brack had een fantastisch plan voor de sterilisatie van personen met X-stralen, om te verhin deren dat de slachtoffers zich zouden realiséeren, dat zij gesteriliseerd werden. Een twintigtal installaties zouden 3000 tot 4000 personen per dag kunnen be handelen. Brack wilde twee of drie mil lioen Joden uitzoeken voor het leveren van arbeid, doch hen tezelfder tyd „on geschikt tot voortplanting" maken. Onder het bewijsmateriaal, dat zich hier in Neurenberg tegen de nazi medici ophoopt, bevinden zich afschu welijke en tevens simpele moordbekente nissen. Het zyn keurige grafieken, waarop is opgeteekend hoe in Dachau slachtoffers bevroren werden en waar op nauwkeurig het punt genoteerd werd waarop pols en ademhaling ophielden. Het opperste gerechtshof der V.S. heeft Maandag besloten de validiteit van het vonnis tegen Lewis en de Uni ted Mineworkers met spoed te behan delen. Als datum voor het aanhooren van de argumenten van de advocaten van beide partyen is 14 Januari vast gesteld. Gedurende de mynwerkersstaking. die 17 dagen heeft geduurd, hebben de V.S. 10.000 automobielen minder gepro duceerd dan normaal. Deskundigen ge ven overige verliescijfers als volgt: steenkool 25.000.000 ton; staal 750.000 ton; loonen van mynwerkers 60.000.000 dollar. Zondag 'is de D.C. 4 „Twenthe" van de K.L.M. voor eer» extra post. en vracht vlucht van Schiphol naar Batavia ver trokken. De speciale verslaggever aan boord van de „Willem Barendsz" seint: Zooals reeds gemeld, is een betreu renswaardig ongeluk geschied met een der „Walrus"-vliegtuigen, waarby een lid van de bemanning om het leven is gekomen. Diep onder den indruk van het tragische ongeval hebben wy Kaapstad inmiddels moeten verlaten, want het werk roept. Zaterdag 1 uur in den middag verlie ten wij enze laatste haven op weg naar de Zuidelijke IJszee, maar gincen daar na nog even ten anker in de Tafelbaai. Zondagavond om 20.30 uur vertrokken wij vandaar: de groote spong is nu ge nomen. Het verblijf ln Kaapstad is voor de Zuid-Afrikaansche bladen aanleiding geweest tot het publiceeren van lange en enthousiaste artikelen, waarin de oud-Hollandsche geest doorstraalt. Aan boord van het moederschip wordt koortsachtig gewerkt, zoodat het scheepsvolk slechts heel kort in de ge legenheid is geweest tot passagieren. Het schip moest opnieuw worden ge proviandeerd, want straks zullen wy enkele maanden geen land meer zien en geen haven meer aandoen. Kaapstad gaf velen Nederlanders gelegenheid ons te begroeten. Voer ons was Kaapstad een dorado: volop fruit verkrygbaar en zonder bon, hoewel pryzig. Wy troffen het, want in ver band met het voorgenomen bezoek van den Engelschen koning aan Zuid- Afrika was de Tafelberg des avonds by wyze van proef verlicht met vier groote licht-installaties, elk van twee millioen kaars.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1946 | | pagina 3