Men moet geen 500.000 menschen van ons volk vervreemden" Studentensanatorium geopend Ramadier over resultaten in Indo-China AMERIKA, HAASTIGE ERFGENAAM VAN DEN BRITSCHEN BOEDEL A' H Kwestie der jeugdige delinquenten 1 Juli a.s. opgelost Belangrijk gebeuren te Laren Einde van de loopbaan van een monnik-admiraal AMERIK. PROTEST TEGEN SOVJET-INMENGING IN HONGARIJE V0NN9S JOHN LEWIS BEVESTIGD Poppen in nationaal costuum op de heide VRIJDAG 7 MAART 1947 PAGINA 3 BUITENLANDSCH OVERZICHT Langzaam maar zeker wordt Engeland uit het Nabije Oosten teruggedrongen Inlichtingen verzocht MINISTER VAN MAARSEVEEN: VICE-ADMIRAAL PINKE IN ONS LAND TERUG TACHTIG PAARDEN GESMOKKELD Gratie en doodstraf Invalide ex-illegalen gaan ze maken Geen Joden naar Suriname VJ ....en de pijnen strengen..- merika beschouwt zich als de erf genaam van het Britsche Impe rium. De erflater vertoont welis waar nog pas teekenen van aftakeling en is, zoo niet „still going strong", toch in geen geval reeds ter ziele. Maar het ongeduld in de Vereenigde Staten is Zóó groot, dat men er thans al open lijk en luide zijn aanspraken op den boedel doet hooren. De Yankee is over- tuigd van zijn roeping en geschiktheid om de wereld te beheerschen en heeft haast, deze overtuiging metterdaad uit te leven. Zooveel haast, dat men er aan twijfelt of hij Engeland eigenlijk nog Wel het licht in de oogen gunt. Een dezer dagen kwam een Engelsch blad sarcastisch voor dezen twijfel uit, door een serie uitlatingen van de Ame rikaansche pers te rangschikken onder het opschrift „Begrafenis van het Em pire". Daartusschen bevond zicih een aanhaling uit de New York Herald Tri bune, die heel duidelijk zegt wat be doeld wordt: „Er bestaat (tengevolge Van het uitvallen van het Empire) een groote leegte in de wereld, welke, ofwel door de Sovjet-Unie, ofwel door de Ver- lenigde Staten zal worden gevuld. Deze twee zyn de eenigen.... die de nieuwe Wereld kunnen stabiliseeren, zooals in de negentiende eeuw Engeland de oude Wereld heeft gestabiliseerd". En natuur lijk moet, door een verstandige taktiek, de Russische concurrent worden uitge schakeld; hetgeen tot nu toe aardig is gelukt." Het deel der erfenis, dat op het oogenblik aanleiding is tot ar tikelen van zulke strekking, is het gebied rond het Oosten van de Mid- dellandsche Zee. Volgens de Amerikanen wij wezen er reeds meermalen op is Groot-Brittannië niet meer ii_ staat, zijn macht over die streken te doen gelden; het moest ze maar aan de Ver eenigde Staten overdoen. De Engelschen zelf zijn het niet geheel oneens met de eerste helft van deze stelling De zelf standigheid van Transjordanië, de on afhankelijkheidsbesprekingen met Egyp te. de overdracht van de Palestijnsche kwestie aan de U.N.O. en het terug trekken van de troepen uit Grieken land, dat alles is daar om te bewijzen, bat Engeland zijn eigen zwakte wel in ziet en er de consequenties uit trekt. Dit beteekent evenwel nog niet, dat Zij daarom maar dadelijk alles zullen °Pgeven. Integendeel hopen zij, door Welwillendheid jegens de betrokken landen, tenminste nog die politieke en économische vriendschap te handhaven, die van voordeel kan zijn voor het her stel van hun eigen geschokte en ver slechterde economische en politieke po sitie. Terugtrekken dus als het moet of eerstdaags zal moeten, maar niet als her overbodig is. Het komt ons voor, dat hierover alle Engelsche politici het Jtiet elkaai eens zijn; zij verschil len echter grootelijks van meening over de vraag, waar terugtrekken nu noodig Is, en waar niet; de conservatieven iChurchill en de zijnen) zijn daarin het hleest optimistisch, Labour helt naar den pessimistischen kant. et is een feit, dat in het Nabije Oosten en aangrenzende gebie den, overal waar na den oorlog df Engelsche invloed begon te tanen, de Amerikaansche invloed groeide; Noord-Iran vormt hierop de eenige uit zondering, daar vestigde zich de Rus sische invloed; voor het overige kwa men de Amerikanen naarmate de Brit ten gingen. Er is echter een grens aan de Engelsche vertrek-manie, die slechts ten koste van werkelijk fatale afbraak van het Empire overschreden kan wor den. Die grens, dat minimum, is het be zit van strategische basis in het Nabije Oosten. Zou het Nabije Oosten als scha kel in de imperiale verdediging aan Groot-Brittannië komen te ontvallen, dan zou daarmee het strategisch ver band tusschen het „moederland" en de „dochterlanden" in het Verre Oosten verdwijnen en het Imperium inderdaad ten grave dalen. Tot nu toe was het centrum van de Britsche defensie in het Nabije Oosten, in Egypte gelegen, doch dat is opgege ven omwille van de volledige zelfstan digheid van Egypte, al is het verdrag, dat de wederzij dsche betrekkingen re gelt nog niet onderteekend en zelfs een U.N.O.-kwestie geworden. In aanmer king voor de Egyptische opvolging ko men Kenya in Afrika en het Zuidelijk deel van Palestina, met name de Ne- geb-woestijn. Hoewel Kenya tal van voordeelen biedt door zijn gemakkelijke ligging ten opzichte van Zuid-Afrika, Australië enz., is het toch nog al ver van het Nabije Oosten verwijderd. En geland wordt er echter heengedrongen, nu Palestina, grootendeels door* het uitblijven van den gevraagden en niet geheel geweigerden Amerika anschen steun, zelfs door Amerikaansche tegen werking, 'n onoplosbaar probleem is ge worden en naar de U.N.O. is verwezen, hetgeen het einde van het uitsluitend Britsche gezag over het Heilig Land be teekent; vestiging van een strategisch centrum in de Negeb is thans onmoge lijk. Het hart van de Engelsche Nabije Oosten-defensie ligt thans dus binnen kort niet meer in het Nabije Oosten, doch in Afrika. Deze ontwikkeling gaat gepaard met Amerikaansche economische infiltra tie in juist datzelfde gebied, dat vooral olie voortbrengt. Met behulp van Ame- rikaansch kapitaal bereidt het Nabije Oosten zich vroor op een vergrooting van de olieproductie, en uiteraard brengt dit ook een vergrooting van Amerikaan sche politieke belangstelling èn invloed met zich mede. Engeland, geldarm, kan zich tegen deze machtige concurrentie niet staande houden en ruimt het veld, langzaam maar zeker. Omdat de proble men van de Middellandsche Zee nauw met de vraagstukken van 't Nabije Oosten verbonden zijn, is de taktiek der Ver eenigde Staten er op gericht, Groot- Brittannië ook als eerste Middelland sche Zee-mogendheid te onttronen. En in dat kader is de ontwikkeling in Grie kenland van belang. Daarover hopen wij in een volgend overzicht te spreken. Naar het Amerikaansche ministerie van Buitenlandsche Zaken mededeelt, bedreigt de jongste politieke ontwikke ling in Hongarije het recht van het volk, onder een regeering naar zijn keuze te leven. De Sovjet-autoriteiten men gen zich in de binnenlandsche aange legenheden van Hongarije doop de voort durende agressie van een minderheid te steunen. Het ministeie heeft in dit ver band een nota gezonden aan de Sovjet- Het Amerikaansche Opperste Ge rechtshof heeft de door het gewone hof tegen John Lewis en de United Mine- workers uitgesproken veroordeeling we gens ongehoorzaamheid aan de recht bank bekrachtigd, doch bevolen dat de boete van 3.5 millioen dollar, die aan den bond was opgelegd, verlaagd zal worden tot 750.000 dollar. De boete van 10.000 dollar, die aan Lewis was opge legd, bleef gehandhaafd. De beslissing van het gerechtshof schept een precedent, want zij wil zeg gen, dat de wet Morris-Laguardia van 1932, die elke rechterlijke uitspraak te gen stakingen in conflicten met privé- werkgevers als onrechtmatige daad stempelt, niet van toepassing is op de regeering als werkgeefster. In welingelichte kringen is men van meening, dat de beslissing van het hoog gerechtshof een „rampzalige mijn werkersstaking" in April a.s. heeft voor komen. Unie, doch de tekst hiervan is nog niet gepubliceerd. Het ministerie deelde echter mede, dat de toon der nota strenger is dan die van eenige vorige. „Het Russische opperbevel in Hongarije heeft door zijn directe interventie een crisis veroorzaakt", aldus het ministerie. Dit slaat op de arrestatie van Béia Kovacs, den vroegeren secretaris-gene raal van de partij der kleine boeren. Ondanks het groote belang van de zaak is de Sovjet-Unie opgetreden zon der overleg met de Engelsche en Ame rikaansche afgevaardigden in de geal lieerde bestuurscommissie. Den Sovjet-autoriteiten wordt daarom verzocht geen verdere maatregelen te nemen zonder de Engelsche en Ameri kaansche vertegenwoordigers te raadple gen. Het Hoofd van de P.R.A., Lange Voorhout 13 te 's-Gravenhage, verzoekt inlichtin gencontra Jan Arie van der Hoeven, ge boren 28-4-1912 te Semarang. van be roep arts, voor malig adres Groot Hertoginnelaan 36 te 's-Gravenhage en sinds 8-7-1944 Stadhouderskade 41a te Amsterdam, thans gedetineerd in Fort „Erfprins" te Den Helder. Dr. van der Hoeven heeft zich tijdens de be zetting bezig gehouden met het sterili- seeren van Joodsche personen. Mevrouw Neish komt in acfie Een protest uit den bodem van een hart - „Der Tag: 1970" - Uit diverse windrichtingen Uit de massa van het Engelsche huisvrouwendom is eindelijk iemand opgestaan om het voor in gevaar gebrachte rechten van dit ^eel van het Engelsche volk op te bemen. Mevrouw Janet Neish heeft de de bel aangebonden. Haar naam £°mt in de headlines van de Engelsche 'aden voor. Haar operatie begon, toen zij Maan dagavond met haar koffer uitpuilend van kranten en papieren en para- dmie het Britsche Lagerhuis binnen- s«apte, zich rustig in de hal neerzette den wachtdoenden sergeant zeide: -Ik ben mevrouw Neish uit Schot- ahd. De eerste minister zal u wel van fdün komst op de hoogte hebben ge dacht. In heb hem telegrafisch mede- «édeeld, dat ik het Lagerhuis om half 'ér wensch toe te spreken over de J^kien van de huisvrouwen. Wilt u zoo ydéndelijk zijn hem mede te deelen, dat ik gearriveerd ben en even infor- "deeren of het Huis klaar is mij te "tvangen?" Hoe verbaasd de sergeant gekeken e®ft, kan niet in woorden worden uit drukt, maar deze, zijn verbazing nog 'et geheel meester, heeft haar duidelijk n°éten maken, dat er tot zijn spijt een kty; ■verstand moest zijn. Intusschen ,amen correspondenten en Lagerhuis- ^den zich 0p de hoogte stellen. De Jachten moesten optreden, daar het zoekers niet geoorloofd is „perscon- fpnties in de gebouwen van het La- erhuis te houden". Mevrouw Neish liet zich niet zoo snel wegjagen en stond op haar i stu>- „Ik blijf volhouden, dat koereen de democratische rechten in het Lagerhuis te spreken, in- jjd een verzoek daartoe op de con- be dtioaeele wijze is ingediend Indien t Lagerhuis mij niet toelaat, zal ik p tot het House of Lords wenden. bei s'°l van zaken is dat zelfs nog een 'angrijker lichaam." «a<*n minister Attlee niet kwam op- blij déstoot ze in het Lagerhuis te zyhVen tot er een nieuwe zitting zal kebj' Mevr°uw Neish heeft een nachT t- v&kkeerd. De honger verdreef haar den ochtend Maar tot den ser- g zei ze: „Ik kom weer terug." h daar is nu her wachten op. Salzburg gaat vooraan en heeft bevolen, dat alle hakenkruis-teekens en andere nazi-emblemen van de graven moeten worden verwijderd. De Duitschers genieën in het vinden van nieuwe methoden voor het vernietigen van men- schelijke waarden praten reeds over „Der Tag", waarop zij (binnen vijf en twintig jaar) opnieuw ten strijde zullen trekken," aldus verklaarde generaal Bohuslav Ecer, hoofd van de Tsjecho- slowaaksche oommissie voor oorlogs misdaden te Edinburgh. Behalve deze twee kleine berichten zijn er ook nog eenige berichtjes Zoo wordt uit de Japansche stad Kawamgoesi gemeld, dat de politie aldaar een „nieuwe tactiek ter bestrijding van diefstallen" heeft bedacht. Op het hoofdbureau heeft men een microfoon opgesteld, waarvoor bij tusschenpoozen de agent met de meest luide stem roept: „Dieven, die ven". In alle straten bevinden zich luid sprekers, zoodat eventueele dieven den ken, dat ze gesnapt zijn en met achter lating van den buit vluchten. In theorie niet onaardig bedacht, maar de practijk? Van dichter bij, namelijk uit Mün- chen komt het bericht, dat Fritzsche om veiligheidsredenen" uit het Kamp Langwasser naar het interneeringskamp Regensburg is overgebracht. Dit zou ver band houden met Fritzsche's pogingen zijn mede-gevangenen ervan te overtui gen, dat de nazi-gruwelen inderdaad plaats hebben gevonden. Dit ging zijn mede-gevangenen te ver. Fritzsche heeft in Regensburg nu een cel alleen gekre gen. De Berlijnsche schoenmakers hebben den laatsten tijd een slechte faam gekregen. Er worden bij de repa raties zóóveel schoenen vermist, dat velen het woord „oneerlijk" ten opzichte van de schoenlappers in den mond hebben genomen De Berlijners hebben echter hun maatregelen getroffen en brengen nu maar één schoen tegelijk. De'tweede vc-lgt pas als de eerste terug is. En tot slot een optimistische verklaring van Attlee in het Lagerhuis. In antwoord op eenige vragen zeide hij, dat een oor log tusschen Engeland en Rusland „on denkbaar" is. v Te Laren had de officieele opening plaats van het Nederlandsche Studentensana^o. rium. Baron Baudafgevaardigde van H.K.H. Prinses Juliana, de beschermvrouwe der vereeniging rechtsin gesprek met den particulieren secretaris van H.M. de Koningin den heer Kohnstam Onder zeer groote belangstelling is Donderdagmiddag het Nederl. Studenten Sanatorium te Laren geopend. Aan wezig waren hierbij o.a. de vertegen woordiger van H. M. de Koningin, drs. Kohnstamm; van H.K.H. Prinses Juliana, mr. Baron J. M. Baud; van den Brit- schen ambassadeur bij het Nederl. Hof Captain Heber Persy; de rectores magni- fici van de diverse universiteiten, tal van professoren; vertegenwoordigers van de Mij. tot bevordering der Geneeskun de; van het Ned. Roode Kruis; van het bestuur van de Nederl. t.b.c -artsen; de burgemeester van Laren de heer Naud van der Ven; pastoor J. J- Brouwer en tal van persoonlijkheden uit de univer sitaire wereld. De voorzitter van de Stichting „Het Nederl. Studenten Sanatorium", prof. dr. A. C. Heringa, wees er op dat de opening van dit sanatorium gezien moet worden als begin van de wording van een groot en nieuw op te trekken Studenten-Sa natorium. Spr. vermeldde daarna dat het landgoed „Dennenoord" een schenking 's van de Stichting „Curagaosch Nationaal Steuncomité' en dat weldra de eerste steen zal worden gelegd voor het gebouw „Curacao" dat een schenking is van de Stichting S.A.N.O.C. Spr. ging daarna na hoe het sanato rium tot stand is gekomen en ging ver volgens in op de beteekenis van het stu- dentenverzet, waarna hij opmerkte dat dit sanatorium een blijde getuigenis zal zijn van onze bewondering voor het stu- dentenverzet en een teeken van eerbie dige hulde voor hen, die in den strijd voor de vrijheid vielen. Het woord werd daarna verleend aan minister Gielen, die mededeelde gaarne de uitnoodiging tot opening van dit sanatorium aanvaard te hebben, omdat het doel der stichting niet alleen ambte lijk zijn sympathie heeft. Het zal noodig zijn, al klinkt het pa radoxaal, dat de student werkt om te genezen. De student zal geen tijd en geen aanleiding vinden om zich uitgebannen te voelen. Niet alleen de opzet is merkwaar dig, ook de geschiedenis van de stichting is belangrijk, omdat het is een monument van het verzet tegen de Duitsche tyrannie. Hierna onthulde minister Gielen een plaquette van prof. L. O. Wenckebach, waarop afgebeeld zijn de Nederl. Maagd een student ondersteunende, met onder- Schrift: „Gedachtig aan den strijd der studenten voor onze geestelijke vrijheid. Donderdagmiddag ongeveer 5 uur landde op Schiphol het K.L.M.-vliegtuig, de D.C. 4 „Skymaster'- N.L. 310, onder commando van gezagvoerder I. Smyr- noff. Aan boord bevond zich de vice- admiraal van de Koninklijke Nederland sche Marine, A. J. Pinke, die naar Ne derland gevlogen is voor het voeren van besprekingen met den minister van Ma rine. Het is nog niet bekend hoe lang de vice-admiraai in Nederland zal blij ven. Vice-admiraal Pinke werd verge zeld door zijn adjudant, lt. ter zee J. Bak ker. In zijn gezelschap bevonden zich bovendien kapt. ter zee C. W. Slot en kapt.-lt. ter zee J. G. Schokking, die met hem de reis maakten. Op het vliegveld was van regeerings- wege ter begroeting aanwezig Schout- bij-nacht Jhf. E. J. van Holte, chef ma rinestaf. Namens den minister-president was aanwezig kapt.-lt. ter zee C. Moo- ienburgh en namens den minister van Overzeesche Gebiedsdeelen de majoor van den generalen staf van het Kon. Ned.-Ind. Leger, R. C. Soetbrood-Pic- cardt. Vervolgens sprak daarna nog prof. Heringa, die hulde bracht aan een officier van de R.A.F., die in 1940 in Frankrijk sneuvelde en die gelden schonk voor den opbouw van ons land. Spr. over handigde aan een zuster van den geval len officier, mevr. Kieth, een oorkonde als piëteitvolle herinnering. Mevr. Kieth bracht dank aan den Franschen ambas sadeur voor diens bemiddeling bij het plaatsen van zieke Fransche patiënten in Nederland. Achtereenvolgens spraken nog de ge neesheer-directeur dr. Sickenga, de bur gemeester van Laren de heer Naud v. d. Ven, die eenige schilderijen in bruikleen aanbood, prof. Leenders, w.n. rector magnificus van de Gem. Universiteit te Amsterdam, prof. Cleveringa van de Leidsche Universiteit, de heer Andrée Wlltens namens het studentenverzet en de heer Hinsen, vertegenwoordiger van de algem. Senaten-vergadering. Na afloop werd een thee aangeboden en werden de gasten in de gelegenheid gesteld het gebouw te bezichtigen. Het geheel is keurig ingericht, terwijl het interieur in lichte tinten gehouden is. Er zullen voorloopig 15 patiënten verpleegd worden. Het kleine kapelletje is nog niet geheel volledig ingericht, doch maakt een zeer intiemen indruk In samenwerking met de rijkspolitie stelde de C. C. D. te Hilvarenbeek een onderzoek in op het bedrijf van een be kend paardensmokkelaar. Nadat de man in voorloopige hechtenis was ge steld, bekende hij zijn medewerking te hebben verleend bij het smokkelen van ongeveer 80 paarden naar Beigië. De Eerste Kamer heeft gisteren de behandeling van de begrooting van Justitie voortgezet. Nadat de heer SCHNEIDER. (K.V.P.) de massale buiten-vervolgingstelling van po'.iticke delinquenten namens zijn frac tie had toegejuicht, was het woord aan den minister van Justitie. Minister Van MAARSEVEEN be toogt, dat het verwijt, dat hij over het gratie-beleid geen inlichtingen heeft ge geven, teruggekaatst moet worden naar dengene, die het heeft gemaakt. De Ka merleden hebben immers het recht van interpellatie. Spr. erkent, dat twee ge vallen van gratieverzoek te lang hebben geduurd. Voor de tien andere gevallen draagt de minister de verantwoording. Te dien aanzien acht hij zich in geweten verantwoord. Ten aanzign van de politieke de linquenten betoogt hij, dat niets zoo zeer het kenmerk der democratje is als de menschelijkheid. Tusschen deze beide polen: gerechtigheid en vergevingsgzindheid zal het Neder landsche volk zich moeten bewegen en later zal men er blij om zijn, dat te hebben gedaan. Mén moet geen 500.000 menschen van 't Nederland sche volk vervreemden. Als iemand ter dood veroordeeld is, dan zal dat ten volle verdiend zijn. Als er gratie verleend wordt, is dat niet om dat de dood niet verdiend is, maar omr andere redenen. De zedelijke waarde van het vonnis wordt door gratieverleening niet aangetast. Vervolgens geeft sppr. 'n uiteenzetting van de regelen van het kabinet-Scher merhom, om niet in alle gevallen de doodstraf ten uitvoer te leggen. Daarin wordt o.a. opgemerkt, dat het. in 's lands belang wenschelijk is, dat een zoo groot mogelijk deel der bevolking staat achter de terechtstellingen, anders dreigt de zedelijke uitwerking ervan in gevaar te komen. Spr. erkent, dat de Tribunalen op uitstekende wijze hun werk doen. Wan neer hij heeft gezegd dat de Bijzondere Rechtspleging 1 Januari 1948 zal be ëindigd zijn, dan is dat, omdat hij vindt da» er dit jaar een eind aan moet ko men. De restantjes gaan naar de gewone rechterlijke macht. Dat de Bijzondere Rechtspleging beëindigd wordt, is ook in het belang van degenen, die bij deze rechtspleging betrokken zijn. De kwestie der jeugdige delinquenten zal l Julj as. opgelost zijn. Wat de ontvluchtingen betreft, merkt de minister op, dat de ge ïnterneerden veelal zijn opgesloten in geïmproviseerde kampen. Aan het vraagstuk der ontvluchting wordt alles gedaan, wat redelijkerwijs mogelijk is. Als het nieuwe wetsontwerp tot wij ziging der Bijzondere Rechtspleging wet wordt, zal bij doodstraf steeds het recht op cassatie bestaan. Wat de kwestie van den Hoogen Raad betreft, merkt spr. op. dat op de samenstelling er van de Tweede Kamer invloed heeft. Ove rigens meent hij. dat deze aangelegen heid nu verder kan blijven rusten. Na korte repliek wordt de begrooting zonder hoofdelijke stemming goedge keurd. De fractie der C.P.N. krijgt aan- teekening, dat zij geacht wil worden las hebben tegengestemd. Poppen in nationale costuums, zooals die ook dezer dagen aan de Prinsesjes op Soestdijk zijn aangebo den, znllen binnenkort in grooten ge tale worden gefabriceerd. Daar in het buitenland groote belangstelling voor deze poppen blijkt te bestaan, zal een groot deel der productie voor den export worden bestemd. Uit Zwitser land is reeds een order binnengeko men voor 30.000 en uit Zuid-Afrika voor 20.000 poppen, terwijl ook uit Engeland en Amerika aanvragen zijn binnengekomen. Over ongeveer twee maanden hoopt de heer Stulkeniboom, de geestelijke vader van de poppen, met den fabricatie een aanvang te maken. Uitsluitend invalide arbeidskrachten, 'voortkomende uit de il legaliteit, zullen aan de vervaardiging van de poppen deelnemen. Dit zal ge schieden in samenwerking met de Stichting 1940/45. In de eerste wéken hoopt men een productie van 250 poppen te bereiken, doch men verwacht dit aan tal spoedig te kunnen opvoeren. De pop pen zullen gekleed worden in Volen- damsche, Spakenburgsche en Zeeuwsche kleederdrachten, zijn ongeveer zestig cen timeter hoog en bezitten de attractie te kunnen loopen en wel zoo, dat 26 aan den linkerarm worden genomen en dan door een zeer eenvoudig systeem gaan loopen. De Prinsesjes waren, zoo werd ons verteld, opgetogen toen ze deze loo- pende poppen kregen en ook Prinses Ju liana toonde zich zeer geïnteresseerd. Dr. I. N. Steinberg, secretaris-generaal van de Freeland League, heeft te New York in een interview met Aneta na drukkelijk de berichten tegengesproken, waarin melding wordt gemaakt van de vestiging binnen een jaar van vijftig tot honderdduizend Europeesche Joodsche vluchtelingen in Suriname. (Telefonisch van onzen Parijschen correspondent) Parjjs, 6 Maart. In een vanmorgen voor de binnen- en buitenlandsche pers belegde conferentie heeft de voorzitter van den minister raad uitvoerig de Indo-Chineesche kwestie behandeld. Een indrukwekkende kaart van Indo-China lag op het groene kleed der vergadertafel uitgespreid. Hoe wel Ramadier in het verloop van zijn verklaring verzekerde, dat Frankrijk aangeland was op het keerpunt van zijn Indo-Chineesche politiek en dat deze thans in het constructieve stadium was getreden, kreeg zijn gehoor geenszins een duidelijk beeld hoe de regeering zich concreet den constructieven keer denkt in den gang van zaken in het belang rijkste onderdeel van Indo-China de Viet-Nameesche Republiek, waarom toch de geheele Indo-Chineesche moei lijkheid draait. Ramadier beperkte zich in dit opzicht tot een overzicht van de behaalde militaire resultaten, welke hij als zeer bevredigend afschilderde. Hij noemde ze een bewijs voor de Viet Mirth, de Indo-Chineesche regeeringspartij, dat de Fransche regeering zioh niet door ge weld de regeling van het Indo-Chinee sche vraagstuk laat voorschrijven. Met deze bewijsvoering zal zoo lang als noo dig is, worden voortgegaan, dat wil zeg gen tot orde en veiligheid zijn hersteld. De noodige maatregelen hiertoe zijn getroffen. In Rama diers verklaring miste men eigenlijk eenige scherp omlijnde denk beelden ten aanzien van den in Indo- China uit te voeren staatkundigen nieuwbouw. Wel kwamen enkele alge- meene zeer belangrijke richtlijnen nog eens nadrukkelijk naar voren. Onder meer deze, dat voor alle leden van de Fransche Unie geldt, dat er naar buiten toe slechts een onverdeelde politiek is, waarvoor overeenkomstig de grondwet de regeering der Fransche republiek militair en diplomatiek de verantwoor ding draagt. Een federaal verband achtte hij voor Indo-China noodzakelijk, voornamelijk met het oog op het munt- en transport wezen, maar dit verband mocht niet meebrengen, dat de particuliere aspira ties der verschillende gewesten verstikt worden. Het klonk allemaal niet erg nieuw en wat hij over de verhouding tusschen Cochin-China en de Annami- tische landen te berde bracht, zal onge twijfeld duidelijker formuleering krijgen in den loop van het Indo-Chineesch debat, dat de Kamer morgen of over morgen zal houden. Als motief aanvoerend de wenscbe- lijkheid, dat thans de voortzetting van de politiek in Indo-China toevertrouwd wordt aan een parlementariër, heeft, zooals bekend, de regeering monsieur Bollaert benoemd tot opvolger van Ad miraal d'Argenlieu als Frankrijks Hooge Commissaris in Indo-China. Monsieur tegp, neeft plotseling antimaat- én, welke zells tot het graf leiden. Oostenrijksi..:; regeering, wie de tlappe denazificatie is verweten beeft plotseling anti-n""' maat door HANS VERHOEVEN 6) Zij liep gillend voort, klom het muurtje over, dat het terrein van Berkenrode van den openbaren weg scheidde het mocht geen hindernisbaan-prestatie heeten. want het was nog geen naive meter hoog en holde naar den over kant. Zij morrelde zenuwachtig aan het tuinhek van Heiderust en snelde dwars door een bloembed naar de achterzijde van het huis. Mevrouw Winnink lag buiten Uit de achterkamer klonk muziek, die vreemd contrasteerde met de stemming van juf frouw Klassen; als zij ter zake kundig was geweest, had zij he' Scherzo uit de Zevende Symphonie van Beethoven tier eend. L'j stond stil, handenwringend, hap- md naar lucht. Ogrt-tegottegot!zei ze. Wa* is er aan de hand Martha?" De fijne weókbrauwen van de zieke werden tot vraagboogjes opgetrokken. Haar man kwam uit de kamer. De gramophoon speelde door. „Ogottegottegot, meneer, 't is't is verschrikkelijk! Meneer is.... ik ge loofdat ie dood is!" „Wit zeg je daar?" De heer Winnink trad snel naar voren en keek haar strak in het verwrongen gelaat. Juffrouw Klassen begon er nog bij te snikken ook. De advocaat werd tot diep in zijn aesthetische ziel geschokt door het schouwspel van de vrouw van mid delbaren leeftijd met omgekrulde onder lip. „Jaklaagde zij, „ik geloof, dat ie dood is.Hij ligt zoo stil.en zijn oogenVerder kon zij niet komen, de herinnering aan het beleefde van enkele minuten geleden werd haar tè machtig. Zij huilde als een hond, die in onvrede leeft met de maan. Winnink wierp zijn vrouw een blik van verstandhouding toe. Het beduidde; pro beer j« haar hier te houden en laat haar wat tot rust komen, dan zal ik gaan zien wat deze uitbarsting te beteekenen heeft. „Waar is hij?" vroeg hij kortaf. „Inin de studeerkamer," klaagde iuffrouw Klassen. Hij ging de kamer weer binnen en ver dween een oogenblik uit het gezicht. Met een zachten klik zette hij het apparaat af; de stilte, die nu volgde, deed wel dadig aan. Onmiddellijk daarna kwam hy weer te voorschijn en holde naar Berkenrode. Hij volgde denzelfden weg als de huishoudster, recht toe, recht aan. Barkhof lag nog precies zooals juf frouw Klassen hem had achtergelaten. Winnink boog zich over hem heen en knikte. Inderdaad, die starre uitdruk king der oogen, die slappe houding, zij konden niet anders dan een bevestiging van Martha's woorden zijn. Hij paste er zorgvuldig voor op het lijk niet aan te raken. Hij richtte zich op, wierp een snellen blik door het vertrek, perste grimmig zijn lippen opeen. Zijn zoekende oogen vonden het telefoonboek. De dokter op bellen, dat moest het eerste werk zijn. Bladerend in het boek werd hij plotse ling opmerkzaam op een vreemd geluid uit de gang. Hij liep naar de deur en trok die open. Het geluid werd sterker, het was een zacht, klagend snikken, voortgebracht door Mien, die tegen den gangmuur stond geleund. Toen zij hem zag, kwam zij met een rood bevlekt ge licht O-» hem af. „Is het waar, mijnheer Winnink? Zou mijnheer dood zijn?" Hy krikte. „Ik vrees van wel." ,Ik kon het niet langer aanzien," snikte zij. „Ik hoorde juffrouw Klassen gillen en toen ik hier kwam. zag ik „Ga jy nou maar rustig naar de keu ken, dan zal ik wel overal voor zorgen," suste hij. Met vrouwvolk was In derge lijke omstandigheden toch niet te wer ken. Hy kende den huisarts van zijn vriend, dr. Van Dijk. Kort stelde hij hem in kennis "an het gebeurde „Ik ben toevallig juist thuisgekomen, een iaat geval gehad. De wagen staat nog voor de deur. Binnen tien minuten ben ik bij u," beloofde de dokter. Het was tien minuten over negen. In afwachting van de komst van dr. Van Dijk stak Winnink een sigaret op en liep peinzend in het vertrek op en neer. HU vermeed het naar den doode te zien, daar hij vreesde zich anders niet te kun nen beheerschen. Lang behoefde hij niet te wachten. De dokter had op den betonweg alle records gebroken en bracht zijn auto gierend tot stilstand voor het tuinhek. Hij kende den weg en belde niet aan, doch liep over het grasveld naar het studeerver trek. De mannen begroetten elkaar met een handdruk. Dr. Van Dijk zette zijn tasch op tafel en begaf zich naar den doode. Hij bukte zich om hem in het gelaat te kijken en kwam het volgend oogenblik met een schok weer overeind. Zijn trek ken drukten de grootst mogelijke ver bazing uit. DERDE HOOFDSTUK Onderzoek Winnink had de bewegingen van den dokter met gespannen aandacht gevolgd en het verbaasde hem in hooge mate, dat het nauwelijks begonnen onderzoek thans reeds tot die uitdrukking van ontdane verwondering op diens gezicht had geleid. Vragend keek hij hem aan, doch op hetzelfde oogenblik boog dokter Van Dijk zich nogmaals over zijn pa tiënt. Een paar minuten waren voldoen de om hem zekerheid te geven. „Iets bijzonders?" informeerde Win nink toen de arts zich weer had opge richt. Hij nam hem met bezorgde oogen op, alsof hij van diens gelaat het ant woord op zijn vraag wilde aflezen. Dokter Van Dijk gaf geen antwoord; hij bukte zich voor de derde maal zoo diep mogelijk over het lijk heen. Hij zette zyn enorm reukorgaan in werking en snuffelde als een Jachthond, die een prooi op het spoor is. „Vreemd," mompelde hy. Peinzend staarde hy even voor zich uit, dan nam hy een abrupt besluit en greep naar de telefoon. Hy wierp Winnink een blik toe, waaruit deze kon opmaken: Wacht maar. direct zul je wel hooren wat er aan de hand is. (Wordt vervolgd) Bollaert, die lid is van den Raad der Republiek, is evenals d'Argenlieu. van het eerste uur een volgeling geweest van generaal de Gaulle. Als diens vertegen woordiger in de bezette zone trachtte hy Londen te bereiken om contact met de Gaulle op te nemen en by deze ge legenheid viel hij in handen van de Duitschers, die hem in een concentratie kamp zetten. Bollaert is ook nauw bevriend met Herriot, die evenals de Gaulle, voorstander is van een krach tige politiek in Indo-China. Bollaert zelf denkt er niet anders over. Het ziet er dus naar uit, dat weliswaar d'Ar genlieu heen gaat, maar d'Argenlieu's politiek in wezen zal blijven; dit zou niet naar genoegen zyn van den linker vleugel. Door deze regeeringsbeslissing komt intusschen een eind aan een der merk waardigste militaire carrières, die het republikeinsche Frankryk te zien heeft gegeven. Zaterdag a.s. vliegt d'Argen lieu met Bollaert naar Saigon, om ter plaatse zijn bevoegdheden over te dra gen; dit zal de laatste officieele han deling van den admiraal zijn. Wanneer men bedenkt, dat de Fran sche Republiek periodes heeft gekend, dat het voor een officier, die groote pro motie wilde maken, vooral aanbevelens waardig was Vrijmetselaar te zijn, be grijpt men, dat katholieke kringen met zekere voldoening de loopbaan van de zen ongeschoeiden Carmeliet hebben ge volgd. Hij had reeds als zee-officier ge diend in den oorlog van 1914'18, toen hij in 1920 zijn intrede deed bij de Car- melieten en in 1925 priester werd gewijd. Bij zijn mobilisatie in 1939 was hij Pro vinciaal van de Parijsche provincie van zijn orde. Als lid van den Generalen Staf van den sector Cherbourg nam hy deel aan de verdediging van het arse naal tegen de Duitschers in Mei 1940, die hem krijgsgevangen maakten. Hij ont snapte echter en kwam in Londen aan, waar hij van generaal de Gaulle achter eenvolgens verschillende opdrachten kreeg, o.a. de reorganisatie van de vrije Fransche zeestrijdkrachten en het Hooge Commissariaat voor Frankrijks bezittingen in den stillen Oceaan. In 1944, bij de geallieerde landing in Normandië, is hij opperbevelhebber van de vrije Fransche Zeestrijdkrachten. De laatste opdracht, die hij van de Gaulle kreeg was den vrede te herstellen in Indo-China. Zooals be kend is dit tenslotte uitgeloopen op een gewelddadigen strijd, welke thans in viet- Nam wordt gevoerd. In dien stryd be rustte de opperste legerleiding hij hem. de vlootvoogd, die echter ook priester cn kloosterling is. Deze situatie leende zich ongetwyfeld tot een zekere vereenzelviging door de Viet-Mlnh al of niet te goecer trouw, van Frankrijk met de Katholieke Kerk. Voor de ruim twee millioen inwo ners, welke het Fransche missioneerings- werk In Vict-Nam tot de Katholieke Kerk heeft weten te voeren, kon dit een bron van zware beproevirgen zijn. Op grond hiervan verneemt men in katholieke kringen de bestuurswisseling in Indo- China toch niet heelemaa! ongaarne. Maar de communistische en socialistische agitatie waaraan d'Argenlieu ten offer is gevallen de eenstemmige dank bij zijn ontslag door de regeering uitgespro ken kan dit niet verhullen vond na tuurlijk niet haar oorzaak In liefde voor de katholieke belangen In Indo-China. Vooral in de ongunstige jaargetijden wor den de rheumatlsche pijnen heviger en de aanvallen volgen elkaar sneller op. Een reden te meer om Kruschen te nemen. Die kleine dagelijksche deels Kruschen doet wonderen; de aansporende werking op de bloedzuiverende organen ls heil zaam voor Uw heele gestel, 't Bloed gaat sneller stroomen cn de schadelijke zuren oorzaak van Uw lijden en pijn ver dwijnen vanzelf vraaP Kruschen Salts ->ü Uw apotheker of drogist Fabr. Griffiths Hughes Ltd., Manchester (Engeland! (Advy

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1947 | | pagina 3