Men moet geen 500.000 menschen
van ons volk vervreemden"
Studentensanatorium geopend
Ramadier over resultaten
in Indo-China
AMERIKA, HAASTIGE ERFGENAAM VAN
DEN BRITSCHEN BOEDEL
A'
H
Kwestie der jeugdige delinquenten
1 Juli a.s. opgelost
Belangrijk gebeuren te Laren
Einde van de loopbaan van een
monnik-admiraal
AMERIK. PROTEST TEGEN SOVJET-INMENGING
IN HONGARIJE
V0NN9S JOHN LEWIS
BEVESTIGD
Poppen in nationaal
costuum
op de heide
VRIJDAG 7 MAART 1947
PAGINA 3
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Langzaam maar zeker wordt Engeland uit
het Nabije Oosten teruggedrongen
Inlichtingen verzocht
MINISTER VAN MAARSEVEEN:
VICE-ADMIRAAL PINKE IN
ONS LAND TERUG
TACHTIG PAARDEN
GESMOKKELD
Gratie en doodstraf
Invalide ex-illegalen gaan
ze maken
Geen Joden naar Suriname
VJ
....en de pijnen strengen..-
merika beschouwt zich als de erf
genaam van het Britsche Impe
rium. De erflater vertoont welis
waar nog pas teekenen van aftakeling
en is, zoo niet „still going strong", toch
in geen geval reeds ter ziele. Maar het
ongeduld in de Vereenigde Staten is
Zóó groot, dat men er thans al open
lijk en luide zijn aanspraken op den
boedel doet hooren. De Yankee is over-
tuigd van zijn roeping en geschiktheid
om de wereld te beheerschen en heeft
haast, deze overtuiging metterdaad uit
te leven. Zooveel haast, dat men er aan
twijfelt of hij Engeland eigenlijk nog
Wel het licht in de oogen gunt.
Een dezer dagen kwam een Engelsch
blad sarcastisch voor dezen twijfel uit,
door een serie uitlatingen van de Ame
rikaansche pers te rangschikken onder
het opschrift „Begrafenis van het Em
pire". Daartusschen bevond zicih een
aanhaling uit de New York Herald Tri
bune, die heel duidelijk zegt wat be
doeld wordt: „Er bestaat (tengevolge
Van het uitvallen van het Empire) een
groote leegte in de wereld, welke, ofwel
door de Sovjet-Unie, ofwel door de Ver-
lenigde Staten zal worden gevuld. Deze
twee zyn de eenigen.... die de nieuwe
Wereld kunnen stabiliseeren, zooals in
de negentiende eeuw Engeland de oude
Wereld heeft gestabiliseerd". En natuur
lijk moet, door een verstandige taktiek,
de Russische concurrent worden uitge
schakeld; hetgeen tot nu toe aardig is
gelukt."
Het deel der erfenis, dat op het
oogenblik aanleiding is tot ar
tikelen van zulke strekking, is
het gebied rond het Oosten van de Mid-
dellandsche Zee. Volgens de Amerikanen
wij wezen er reeds meermalen op
is Groot-Brittannië niet meer ii_ staat,
zijn macht over die streken te doen
gelden; het moest ze maar aan de Ver
eenigde Staten overdoen. De Engelschen
zelf zijn het niet geheel oneens met de
eerste helft van deze stelling De zelf
standigheid van Transjordanië, de on
afhankelijkheidsbesprekingen met Egyp
te. de overdracht van de Palestijnsche
kwestie aan de U.N.O. en het terug
trekken van de troepen uit Grieken
land, dat alles is daar om te bewijzen,
bat Engeland zijn eigen zwakte wel in
ziet en er de consequenties uit trekt.
Dit beteekent evenwel nog niet, dat
Zij daarom maar dadelijk alles zullen
°Pgeven. Integendeel hopen zij, door
Welwillendheid jegens de betrokken
landen, tenminste nog die politieke en
économische vriendschap te handhaven,
die van voordeel kan zijn voor het her
stel van hun eigen geschokte en ver
slechterde economische en politieke po
sitie. Terugtrekken dus als het moet of
eerstdaags zal moeten, maar niet als
her overbodig is. Het komt ons voor,
dat hierover alle Engelsche politici het
Jtiet elkaai eens zijn; zij verschil
len echter grootelijks van meening over
de vraag, waar terugtrekken nu noodig
Is, en waar niet; de conservatieven
iChurchill en de zijnen) zijn daarin het
hleest optimistisch, Labour helt naar
den pessimistischen kant.
et is een feit, dat in het Nabije
Oosten en aangrenzende gebie
den, overal waar na den oorlog
df Engelsche invloed begon te tanen,
de Amerikaansche invloed groeide;
Noord-Iran vormt hierop de eenige uit
zondering, daar vestigde zich de Rus
sische invloed; voor het overige kwa
men de Amerikanen naarmate de Brit
ten gingen. Er is echter een grens aan
de Engelsche vertrek-manie, die slechts
ten koste van werkelijk fatale afbraak
van het Empire overschreden kan wor
den. Die grens, dat minimum, is het be
zit van strategische basis in het Nabije
Oosten. Zou het Nabije Oosten als scha
kel in de imperiale verdediging aan
Groot-Brittannië komen te ontvallen,
dan zou daarmee het strategisch ver
band tusschen het „moederland" en de
„dochterlanden" in het Verre Oosten
verdwijnen en het Imperium inderdaad
ten grave dalen.
Tot nu toe was het centrum van de
Britsche defensie in het Nabije Oosten,
in Egypte gelegen, doch dat is opgege
ven omwille van de volledige zelfstan
digheid van Egypte, al is het verdrag,
dat de wederzij dsche betrekkingen re
gelt nog niet onderteekend en zelfs een
U.N.O.-kwestie geworden. In aanmer
king voor de Egyptische opvolging ko
men Kenya in Afrika en het Zuidelijk
deel van Palestina, met name de Ne-
geb-woestijn. Hoewel Kenya tal van
voordeelen biedt door zijn gemakkelijke
ligging ten opzichte van Zuid-Afrika,
Australië enz., is het toch nog al ver
van het Nabije Oosten verwijderd. En
geland wordt er echter heengedrongen,
nu Palestina, grootendeels door* het
uitblijven van den gevraagden en niet
geheel geweigerden Amerika anschen
steun, zelfs door Amerikaansche tegen
werking, 'n onoplosbaar probleem is ge
worden en naar de U.N.O. is verwezen,
hetgeen het einde van het uitsluitend
Britsche gezag over het Heilig Land be
teekent; vestiging van een strategisch
centrum in de Negeb is thans onmoge
lijk. Het hart van de Engelsche Nabije
Oosten-defensie ligt thans dus binnen
kort niet meer in het Nabije Oosten,
doch in Afrika.
Deze ontwikkeling gaat gepaard met
Amerikaansche economische infiltra
tie in juist datzelfde gebied, dat vooral
olie voortbrengt. Met behulp van Ame-
rikaansch kapitaal bereidt het Nabije
Oosten zich vroor op een vergrooting
van de olieproductie, en uiteraard brengt
dit ook een vergrooting van Amerikaan
sche politieke belangstelling èn invloed
met zich mede. Engeland, geldarm, kan
zich tegen deze machtige concurrentie
niet staande houden en ruimt het veld,
langzaam maar zeker. Omdat de proble
men van de Middellandsche Zee nauw
met de vraagstukken van 't Nabije Oosten
verbonden zijn, is de taktiek der Ver
eenigde Staten er op gericht, Groot-
Brittannië ook als eerste Middelland
sche Zee-mogendheid te onttronen. En
in dat kader is de ontwikkeling in Grie
kenland van belang. Daarover hopen
wij in een volgend overzicht te spreken.
Naar het Amerikaansche ministerie
van Buitenlandsche Zaken mededeelt,
bedreigt de jongste politieke ontwikke
ling in Hongarije het recht van het volk,
onder een regeering naar zijn keuze
te leven. De Sovjet-autoriteiten men
gen zich in de binnenlandsche aange
legenheden van Hongarije doop de voort
durende agressie van een minderheid te
steunen. Het ministeie heeft in dit ver
band een nota gezonden aan de Sovjet-
Het Amerikaansche Opperste Ge
rechtshof heeft de door het gewone hof
tegen John Lewis en de United Mine-
workers uitgesproken veroordeeling we
gens ongehoorzaamheid aan de recht
bank bekrachtigd, doch bevolen dat de
boete van 3.5 millioen dollar, die aan
den bond was opgelegd, verlaagd zal
worden tot 750.000 dollar. De boete van
10.000 dollar, die aan Lewis was opge
legd, bleef gehandhaafd.
De beslissing van het gerechtshof
schept een precedent, want zij wil zeg
gen, dat de wet Morris-Laguardia van
1932, die elke rechterlijke uitspraak te
gen stakingen in conflicten met privé-
werkgevers als onrechtmatige daad
stempelt, niet van toepassing is op de
regeering als werkgeefster.
In welingelichte kringen is men van
meening, dat de beslissing van het hoog
gerechtshof een „rampzalige mijn
werkersstaking" in April a.s. heeft voor
komen.
Unie, doch de tekst hiervan is nog
niet gepubliceerd. Het ministerie deelde
echter mede, dat de toon der nota
strenger is dan die van eenige vorige.
„Het Russische opperbevel in Hongarije
heeft door zijn directe interventie een
crisis veroorzaakt", aldus het ministerie.
Dit slaat op de arrestatie van Béia
Kovacs, den vroegeren secretaris-gene
raal van de partij der kleine boeren.
Ondanks het groote belang van de
zaak is de Sovjet-Unie opgetreden zon
der overleg met de Engelsche en Ame
rikaansche afgevaardigden in de geal
lieerde bestuurscommissie.
Den Sovjet-autoriteiten wordt daarom
verzocht geen verdere maatregelen te
nemen zonder de Engelsche en Ameri
kaansche vertegenwoordigers te raadple
gen.
Het Hoofd van
de P.R.A., Lange
Voorhout 13 te
's-Gravenhage,
verzoekt inlichtin
gencontra Jan Arie
van der Hoeven, ge
boren 28-4-1912 te
Semarang. van be
roep arts, voor
malig adres Groot
Hertoginnelaan 36
te 's-Gravenhage
en sinds 8-7-1944
Stadhouderskade
41a te Amsterdam, thans gedetineerd in
Fort „Erfprins" te Den Helder. Dr. van
der Hoeven heeft zich tijdens de be
zetting bezig gehouden met het sterili-
seeren van Joodsche personen.
Mevrouw Neish komt in acfie Een protest uit den bodem
van een hart - „Der Tag: 1970" - Uit diverse windrichtingen
Uit de massa van het Engelsche
huisvrouwendom is eindelijk
iemand opgestaan om het voor
in gevaar gebrachte rechten van dit
^eel van het Engelsche volk op te
bemen. Mevrouw Janet Neish heeft de
de bel aangebonden. Haar naam
£°mt in de headlines van de Engelsche
'aden voor.
Haar operatie begon, toen zij Maan
dagavond met haar koffer uitpuilend
van kranten en papieren en para-
dmie het Britsche Lagerhuis binnen-
s«apte, zich rustig in de hal neerzette
den wachtdoenden sergeant zeide:
-Ik ben mevrouw Neish uit Schot-
ahd. De eerste minister zal u wel van
fdün komst op de hoogte hebben ge
dacht. In heb hem telegrafisch mede-
«édeeld, dat ik het Lagerhuis om half
'ér wensch toe te spreken over de
J^kien van de huisvrouwen. Wilt u zoo
ydéndelijk zijn hem mede te deelen,
dat ik gearriveerd ben en even infor-
"deeren of het Huis klaar is mij te
"tvangen?"
Hoe verbaasd de sergeant gekeken
e®ft, kan niet in woorden worden uit
drukt, maar deze, zijn verbazing nog
'et geheel meester, heeft haar duidelijk
n°éten maken, dat er tot zijn spijt een
kty;
■verstand moest zijn. Intusschen
,amen correspondenten en Lagerhuis-
^den zich 0p de hoogte stellen. De
Jachten moesten optreden, daar het
zoekers niet geoorloofd is „perscon-
fpnties in de gebouwen van het La-
erhuis te houden".
Mevrouw Neish liet zich niet zoo
snel wegjagen en stond op haar
i stu>- „Ik blijf volhouden, dat
koereen de democratische rechten
in het Lagerhuis te spreken, in-
jjd een verzoek daartoe op de con-
be dtioaeele wijze is ingediend Indien
t Lagerhuis mij niet toelaat, zal ik
p tot het House of Lords wenden.
bei s'°l van zaken is dat zelfs nog een
'angrijker lichaam."
«a<*n minister Attlee niet kwam op-
blij déstoot ze in het Lagerhuis te
zyhVen tot er een nieuwe zitting zal
kebj' Mevr°uw Neish heeft een nachT
t- v&kkeerd. De honger verdreef haar
den ochtend Maar tot den ser-
g zei ze: „Ik kom weer terug."
h daar is nu her wachten op.
Salzburg gaat vooraan en heeft bevolen,
dat alle hakenkruis-teekens en andere
nazi-emblemen van de graven moeten
worden verwijderd.
De Duitschers genieën in het
vinden van nieuwe methoden
voor het vernietigen van men-
schelijke waarden praten reeds over
„Der Tag", waarop zij (binnen vijf en
twintig jaar) opnieuw ten strijde zullen
trekken," aldus verklaarde generaal
Bohuslav Ecer, hoofd van de Tsjecho-
slowaaksche oommissie voor oorlogs
misdaden te Edinburgh.
Behalve deze twee kleine berichten zijn
er ook nog eenige berichtjes Zoo wordt
uit de Japansche stad Kawamgoesi
gemeld, dat de politie aldaar een „nieuwe
tactiek ter bestrijding van diefstallen"
heeft bedacht. Op het hoofdbureau heeft
men een microfoon opgesteld, waarvoor
bij tusschenpoozen de agent met de
meest luide stem roept: „Dieven, die
ven". In alle straten bevinden zich luid
sprekers, zoodat eventueele dieven den
ken, dat ze gesnapt zijn en met achter
lating van den buit vluchten. In theorie
niet onaardig bedacht, maar de practijk?
Van dichter bij, namelijk uit Mün-
chen komt het bericht, dat Fritzsche
om veiligheidsredenen" uit het Kamp
Langwasser naar het interneeringskamp
Regensburg is overgebracht. Dit zou ver
band houden met Fritzsche's pogingen
zijn mede-gevangenen ervan te overtui
gen, dat de nazi-gruwelen inderdaad
plaats hebben gevonden. Dit ging zijn
mede-gevangenen te ver. Fritzsche heeft
in Regensburg nu een cel alleen gekre
gen. De Berlijnsche schoenmakers
hebben den laatsten tijd een slechte
faam gekregen. Er worden bij de repa
raties zóóveel schoenen vermist, dat velen
het woord „oneerlijk" ten opzichte van
de schoenlappers in den mond hebben
genomen De Berlijners hebben echter
hun maatregelen getroffen en brengen
nu maar één schoen tegelijk. De'tweede
vc-lgt pas als de eerste terug is. En
tot slot een optimistische verklaring van
Attlee in het Lagerhuis. In antwoord
op eenige vragen zeide hij, dat een oor
log tusschen Engeland en Rusland „on
denkbaar" is.
v
Te Laren had de officieele opening plaats van het Nederlandsche Studentensana^o.
rium. Baron Baudafgevaardigde van H.K.H. Prinses Juliana, de beschermvrouwe der
vereeniging rechtsin gesprek met den particulieren secretaris van H.M. de Koningin
den heer Kohnstam
Onder zeer groote belangstelling is
Donderdagmiddag het Nederl. Studenten
Sanatorium te Laren geopend. Aan
wezig waren hierbij o.a. de vertegen
woordiger van H. M. de Koningin, drs.
Kohnstamm; van H.K.H. Prinses Juliana,
mr. Baron J. M. Baud; van den Brit-
schen ambassadeur bij het Nederl. Hof
Captain Heber Persy; de rectores magni-
fici van de diverse universiteiten, tal
van professoren; vertegenwoordigers van
de Mij. tot bevordering der Geneeskun
de; van het Ned. Roode Kruis; van het
bestuur van de Nederl. t.b.c -artsen; de
burgemeester van Laren de heer Naud
van der Ven; pastoor J. J- Brouwer en
tal van persoonlijkheden uit de univer
sitaire wereld.
De voorzitter van de Stichting „Het
Nederl. Studenten Sanatorium", prof. dr.
A. C. Heringa, wees er op dat de opening
van dit sanatorium gezien moet worden
als begin van de wording van een groot
en nieuw op te trekken Studenten-Sa
natorium. Spr. vermeldde daarna dat het
landgoed „Dennenoord" een schenking 's
van de Stichting „Curagaosch Nationaal
Steuncomité' en dat weldra de eerste
steen zal worden gelegd voor het gebouw
„Curacao" dat een schenking is van de
Stichting S.A.N.O.C.
Spr. ging daarna na hoe het sanato
rium tot stand is gekomen en ging ver
volgens in op de beteekenis van het stu-
dentenverzet, waarna hij opmerkte dat
dit sanatorium een blijde getuigenis zal
zijn van onze bewondering voor het stu-
dentenverzet en een teeken van eerbie
dige hulde voor hen, die in den strijd
voor de vrijheid vielen.
Het woord werd daarna verleend aan
minister Gielen, die mededeelde gaarne
de uitnoodiging tot opening van dit
sanatorium aanvaard te hebben, omdat
het doel der stichting niet alleen ambte
lijk zijn sympathie heeft.
Het zal noodig zijn, al klinkt het pa
radoxaal, dat de student werkt om te
genezen. De student zal geen tijd en geen
aanleiding vinden om zich uitgebannen
te voelen.
Niet alleen de opzet is merkwaar
dig, ook de geschiedenis van de
stichting is belangrijk, omdat het is
een monument van het verzet tegen
de Duitsche tyrannie.
Hierna onthulde minister Gielen een
plaquette van prof. L. O. Wenckebach,
waarop afgebeeld zijn de Nederl. Maagd
een student ondersteunende, met onder-
Schrift: „Gedachtig aan den strijd der
studenten voor onze geestelijke vrijheid.
Donderdagmiddag ongeveer 5 uur
landde op Schiphol het K.L.M.-vliegtuig,
de D.C. 4 „Skymaster'- N.L. 310, onder
commando van gezagvoerder I. Smyr-
noff. Aan boord bevond zich de vice-
admiraal van de Koninklijke Nederland
sche Marine, A. J. Pinke, die naar Ne
derland gevlogen is voor het voeren van
besprekingen met den minister van Ma
rine. Het is nog niet bekend hoe lang
de vice-admiraai in Nederland zal blij
ven. Vice-admiraal Pinke werd verge
zeld door zijn adjudant, lt. ter zee J. Bak
ker. In zijn gezelschap bevonden zich
bovendien kapt. ter zee C. W. Slot en
kapt.-lt. ter zee J. G. Schokking, die
met hem de reis maakten.
Op het vliegveld was van regeerings-
wege ter begroeting aanwezig Schout-
bij-nacht Jhf. E. J. van Holte, chef ma
rinestaf. Namens den minister-president
was aanwezig kapt.-lt. ter zee C. Moo-
ienburgh en namens den minister van
Overzeesche Gebiedsdeelen de majoor
van den generalen staf van het Kon.
Ned.-Ind. Leger, R. C. Soetbrood-Pic-
cardt.
Vervolgens sprak daarna nog prof.
Heringa, die hulde bracht aan een
officier van de R.A.F., die in 1940 in
Frankrijk sneuvelde en die gelden schonk
voor den opbouw van ons land. Spr. over
handigde aan een zuster van den geval
len officier, mevr. Kieth, een oorkonde
als piëteitvolle herinnering. Mevr. Kieth
bracht dank aan den Franschen ambas
sadeur voor diens bemiddeling bij het
plaatsen van zieke Fransche patiënten
in Nederland.
Achtereenvolgens spraken nog de ge
neesheer-directeur dr. Sickenga, de bur
gemeester van Laren de heer Naud v. d.
Ven, die eenige schilderijen in bruikleen
aanbood, prof. Leenders, w.n. rector
magnificus van de Gem. Universiteit te
Amsterdam, prof. Cleveringa van de
Leidsche Universiteit, de heer Andrée
Wlltens namens het studentenverzet en
de heer Hinsen, vertegenwoordiger van
de algem. Senaten-vergadering.
Na afloop werd een thee aangeboden
en werden de gasten in de gelegenheid
gesteld het gebouw te bezichtigen. Het
geheel is keurig ingericht, terwijl het
interieur in lichte tinten gehouden is. Er
zullen voorloopig 15 patiënten verpleegd
worden. Het kleine kapelletje is nog
niet geheel volledig ingericht, doch
maakt een zeer intiemen indruk
In samenwerking met de rijkspolitie
stelde de C. C. D. te Hilvarenbeek een
onderzoek in op het bedrijf van een be
kend paardensmokkelaar. Nadat de
man in voorloopige hechtenis was ge
steld, bekende hij zijn medewerking te
hebben verleend bij het smokkelen van
ongeveer 80 paarden naar Beigië.
De Eerste Kamer heeft gisteren de
behandeling van de begrooting van
Justitie voortgezet.
Nadat de heer SCHNEIDER. (K.V.P.)
de massale buiten-vervolgingstelling van
po'.iticke delinquenten namens zijn frac
tie had toegejuicht, was het woord aan
den minister van Justitie.
Minister Van MAARSEVEEN be
toogt, dat het verwijt, dat hij over het
gratie-beleid geen inlichtingen heeft ge
geven, teruggekaatst moet worden naar
dengene, die het heeft gemaakt. De Ka
merleden hebben immers het recht van
interpellatie. Spr. erkent, dat twee ge
vallen van gratieverzoek te lang hebben
geduurd. Voor de tien andere gevallen
draagt de minister de verantwoording.
Te dien aanzien acht hij zich in geweten
verantwoord.
Ten aanzign van de politieke de
linquenten betoogt hij, dat niets zoo
zeer het kenmerk der democratje is
als de menschelijkheid. Tusschen
deze beide polen: gerechtigheid en
vergevingsgzindheid zal het Neder
landsche volk zich moeten bewegen
en later zal men er blij om zijn, dat
te hebben gedaan. Mén moet geen
500.000 menschen van 't Nederland
sche volk vervreemden.
Als iemand ter dood veroordeeld is,
dan zal dat ten volle verdiend zijn. Als
er gratie verleend wordt, is dat niet om
dat de dood niet verdiend is, maar omr
andere redenen. De zedelijke waarde van
het vonnis wordt door gratieverleening
niet aangetast.
Vervolgens geeft sppr. 'n uiteenzetting
van de regelen van het kabinet-Scher
merhom, om niet in alle gevallen de
doodstraf ten uitvoer te leggen. Daarin
wordt o.a. opgemerkt, dat het. in 's lands
belang wenschelijk is, dat een zoo groot
mogelijk deel der bevolking staat achter
de terechtstellingen, anders dreigt de
zedelijke uitwerking ervan in gevaar te
komen.
Spr. erkent, dat de Tribunalen op
uitstekende wijze hun werk doen. Wan
neer hij heeft gezegd dat de Bijzondere
Rechtspleging 1 Januari 1948 zal be
ëindigd zijn, dan is dat, omdat hij vindt
da» er dit jaar een eind aan moet ko
men. De restantjes gaan naar de gewone
rechterlijke macht. Dat de Bijzondere
Rechtspleging beëindigd wordt, is ook in
het belang van degenen, die bij deze
rechtspleging betrokken zijn. De kwestie
der jeugdige delinquenten zal l Julj as.
opgelost zijn.
Wat de ontvluchtingen betreft,
merkt de minister op, dat de ge
ïnterneerden veelal zijn opgesloten
in geïmproviseerde kampen. Aan het
vraagstuk der ontvluchting wordt
alles gedaan, wat redelijkerwijs
mogelijk is.
Als het nieuwe wetsontwerp tot wij
ziging der Bijzondere Rechtspleging wet
wordt, zal bij doodstraf steeds het recht
op cassatie bestaan. Wat de kwestie
van den Hoogen Raad betreft, merkt
spr. op. dat op de samenstelling er van
de Tweede Kamer invloed heeft. Ove
rigens meent hij. dat deze aangelegen
heid nu verder kan blijven rusten.
Na korte repliek wordt de begrooting
zonder hoofdelijke stemming goedge
keurd. De fractie der C.P.N. krijgt aan-
teekening, dat zij geacht wil worden las
hebben tegengestemd.
Poppen in nationale costuums,
zooals die ook dezer dagen aan de
Prinsesjes op Soestdijk zijn aangebo
den, znllen binnenkort in grooten ge
tale worden gefabriceerd. Daar in het
buitenland groote belangstelling voor
deze poppen blijkt te bestaan, zal
een groot deel der productie voor den
export worden bestemd. Uit Zwitser
land is reeds een order binnengeko
men voor 30.000 en uit Zuid-Afrika
voor 20.000 poppen, terwijl ook uit
Engeland en Amerika aanvragen zijn
binnengekomen.
Over ongeveer twee maanden hoopt de
heer Stulkeniboom, de geestelijke vader
van de poppen, met den fabricatie een
aanvang te maken. Uitsluitend invalide
arbeidskrachten, 'voortkomende uit de il
legaliteit, zullen aan de vervaardiging
van de poppen deelnemen. Dit zal ge
schieden in samenwerking met de
Stichting 1940/45. In de eerste wéken
hoopt men een productie van 250 poppen
te bereiken, doch men verwacht dit aan
tal spoedig te kunnen opvoeren. De pop
pen zullen gekleed worden in Volen-
damsche, Spakenburgsche en Zeeuwsche
kleederdrachten, zijn ongeveer zestig cen
timeter hoog en bezitten de attractie te
kunnen loopen en wel zoo, dat 26 aan
den linkerarm worden genomen en dan
door een zeer eenvoudig systeem gaan
loopen. De Prinsesjes waren, zoo werd
ons verteld, opgetogen toen ze deze loo-
pende poppen kregen en ook Prinses Ju
liana toonde zich zeer geïnteresseerd.
Dr. I. N. Steinberg, secretaris-generaal
van de Freeland League, heeft te New
York in een interview met Aneta na
drukkelijk de berichten tegengesproken,
waarin melding wordt gemaakt van de
vestiging binnen een jaar van vijftig tot
honderdduizend Europeesche Joodsche
vluchtelingen in Suriname.
(Telefonisch van onzen Parijschen
correspondent)
Parjjs, 6 Maart.
In een vanmorgen voor de binnen- en
buitenlandsche pers belegde conferentie
heeft de voorzitter van den minister
raad uitvoerig de Indo-Chineesche
kwestie behandeld. Een indrukwekkende
kaart van Indo-China lag op het groene
kleed der vergadertafel uitgespreid. Hoe
wel Ramadier in het verloop van zijn
verklaring verzekerde, dat Frankrijk
aangeland was op het keerpunt van zijn
Indo-Chineesche politiek en dat deze
thans in het constructieve stadium was
getreden, kreeg zijn gehoor geenszins een
duidelijk beeld hoe de regeering zich
concreet den constructieven keer denkt
in den gang van zaken in het belang
rijkste onderdeel van Indo-China de
Viet-Nameesche Republiek, waarom
toch de geheele Indo-Chineesche moei
lijkheid draait. Ramadier beperkte zich
in dit opzicht tot een overzicht van de
behaalde militaire resultaten, welke hij
als zeer bevredigend afschilderde. Hij
noemde ze een bewijs voor de Viet Mirth,
de Indo-Chineesche regeeringspartij, dat
de Fransche regeering zioh niet door ge
weld de regeling van het Indo-Chinee
sche vraagstuk laat voorschrijven. Met
deze bewijsvoering zal zoo lang als noo
dig is, worden voortgegaan, dat wil zeg
gen tot orde en veiligheid zijn hersteld.
De noodige maatregelen hiertoe zijn
getroffen.
In Rama diers verklaring miste men
eigenlijk eenige scherp omlijnde denk
beelden ten aanzien van den in Indo-
China uit te voeren staatkundigen
nieuwbouw. Wel kwamen enkele alge-
meene zeer belangrijke richtlijnen nog
eens nadrukkelijk naar voren. Onder
meer deze, dat voor alle leden van de
Fransche Unie geldt, dat er naar buiten
toe slechts een onverdeelde politiek is,
waarvoor overeenkomstig de grondwet
de regeering der Fransche republiek
militair en diplomatiek de verantwoor
ding draagt.
Een federaal verband achtte hij voor
Indo-China noodzakelijk, voornamelijk
met het oog op het munt- en transport
wezen, maar dit verband mocht niet
meebrengen, dat de particuliere aspira
ties der verschillende gewesten verstikt
worden. Het klonk allemaal niet erg
nieuw en wat hij over de verhouding
tusschen Cochin-China en de Annami-
tische landen te berde bracht, zal onge
twijfeld duidelijker formuleering krijgen
in den loop van het Indo-Chineesch
debat, dat de Kamer morgen of over
morgen zal houden.
Als motief aanvoerend de wenscbe-
lijkheid, dat thans de voortzetting van
de politiek in Indo-China toevertrouwd
wordt aan een parlementariër, heeft,
zooals bekend, de regeering monsieur
Bollaert benoemd tot opvolger van Ad
miraal d'Argenlieu als Frankrijks Hooge
Commissaris in Indo-China. Monsieur
tegp, neeft plotseling antimaat-
én, welke zells tot het graf leiden.
Oostenrijksi..:; regeering, wie de
tlappe denazificatie is verweten
beeft plotseling anti-n""' maat
door HANS VERHOEVEN
6)
Zij liep gillend voort, klom het muurtje
over, dat het terrein van Berkenrode
van den openbaren weg scheidde het
mocht geen hindernisbaan-prestatie
heeten. want het was nog geen naive
meter hoog en holde naar den over
kant. Zij morrelde zenuwachtig aan het
tuinhek van Heiderust en snelde dwars
door een bloembed naar de achterzijde
van het huis.
Mevrouw Winnink lag buiten Uit de
achterkamer klonk muziek, die vreemd
contrasteerde met de stemming van juf
frouw Klassen; als zij ter zake kundig
was geweest, had zij he' Scherzo uit de
Zevende Symphonie van Beethoven tier
eend.
L'j stond stil, handenwringend, hap-
md naar lucht.
Ogrt-tegottegot!zei ze.
Wa* is er aan de hand Martha?" De
fijne weókbrauwen van de zieke werden
tot vraagboogjes opgetrokken. Haar man
kwam uit de kamer. De gramophoon
speelde door.
„Ogottegottegot, meneer, 't is't is
verschrikkelijk! Meneer is.... ik ge
loofdat ie dood is!"
„Wit zeg je daar?" De heer Winnink
trad snel naar voren en keek haar strak
in het verwrongen gelaat.
Juffrouw Klassen begon er nog bij te
snikken ook. De advocaat werd tot diep
in zijn aesthetische ziel geschokt door
het schouwspel van de vrouw van mid
delbaren leeftijd met omgekrulde onder
lip.
„Jaklaagde zij, „ik geloof, dat
ie dood is.Hij ligt zoo stil.en zijn
oogenVerder kon zij niet komen,
de herinnering aan het beleefde van
enkele minuten geleden werd haar tè
machtig. Zij huilde als een hond, die in
onvrede leeft met de maan.
Winnink wierp zijn vrouw een blik van
verstandhouding toe. Het beduidde; pro
beer j« haar hier te houden en laat haar
wat tot rust komen, dan zal ik gaan zien
wat deze uitbarsting te beteekenen heeft.
„Waar is hij?" vroeg hij kortaf.
„Inin de studeerkamer," klaagde
iuffrouw Klassen.
Hij ging de kamer weer binnen en ver
dween een oogenblik uit het gezicht. Met
een zachten klik zette hij het apparaat
af; de stilte, die nu volgde, deed wel
dadig aan. Onmiddellijk daarna kwam
hy weer te voorschijn en holde naar
Berkenrode. Hij volgde denzelfden weg
als de huishoudster, recht toe, recht aan.
Barkhof lag nog precies zooals juf
frouw Klassen hem had achtergelaten.
Winnink boog zich over hem heen en
knikte. Inderdaad, die starre uitdruk
king der oogen, die slappe houding, zij
konden niet anders dan een bevestiging
van Martha's woorden zijn. Hij paste er
zorgvuldig voor op het lijk niet aan te
raken.
Hij richtte zich op, wierp een snellen
blik door het vertrek, perste grimmig
zijn lippen opeen. Zijn zoekende oogen
vonden het telefoonboek. De dokter op
bellen, dat moest het eerste werk zijn.
Bladerend in het boek werd hij plotse
ling opmerkzaam op een vreemd geluid
uit de gang. Hij liep naar de deur en
trok die open. Het geluid werd sterker,
het was een zacht, klagend snikken,
voortgebracht door Mien, die tegen den
gangmuur stond geleund. Toen zij hem
zag, kwam zij met een rood bevlekt ge
licht O-» hem af.
„Is het waar, mijnheer Winnink? Zou
mijnheer dood zijn?"
Hy krikte. „Ik vrees van wel."
,Ik kon het niet langer aanzien,"
snikte zij. „Ik hoorde juffrouw Klassen
gillen en toen ik hier kwam. zag ik
„Ga jy nou maar rustig naar de keu
ken, dan zal ik wel overal voor zorgen,"
suste hij. Met vrouwvolk was In derge
lijke omstandigheden toch niet te wer
ken.
Hy kende den huisarts van zijn vriend,
dr. Van Dijk. Kort stelde hij hem in
kennis "an het gebeurde
„Ik ben toevallig juist thuisgekomen,
een iaat geval gehad. De wagen staat
nog voor de deur. Binnen tien minuten
ben ik bij u," beloofde de dokter.
Het was tien minuten over negen. In
afwachting van de komst van dr. Van
Dijk stak Winnink een sigaret op en liep
peinzend in het vertrek op en neer. HU
vermeed het naar den doode te zien,
daar hij vreesde zich anders niet te kun
nen beheerschen.
Lang behoefde hij niet te wachten. De
dokter had op den betonweg alle records
gebroken en bracht zijn auto gierend tot
stilstand voor het tuinhek. Hij kende
den weg en belde niet aan, doch liep
over het grasveld naar het studeerver
trek.
De mannen begroetten elkaar met een
handdruk. Dr. Van Dijk zette zijn tasch
op tafel en begaf zich naar den doode.
Hij bukte zich om hem in het gelaat te
kijken en kwam het volgend oogenblik
met een schok weer overeind. Zijn trek
ken drukten de grootst mogelijke ver
bazing uit.
DERDE HOOFDSTUK
Onderzoek
Winnink had de bewegingen van den
dokter met gespannen aandacht gevolgd
en het verbaasde hem in hooge mate,
dat het nauwelijks begonnen onderzoek
thans reeds tot die uitdrukking van
ontdane verwondering op diens gezicht
had geleid. Vragend keek hij hem aan,
doch op hetzelfde oogenblik boog dokter
Van Dijk zich nogmaals over zijn pa
tiënt. Een paar minuten waren voldoen
de om hem zekerheid te geven.
„Iets bijzonders?" informeerde Win
nink toen de arts zich weer had opge
richt. Hij nam hem met bezorgde oogen
op, alsof hij van diens gelaat het ant
woord op zijn vraag wilde aflezen.
Dokter Van Dijk gaf geen antwoord;
hij bukte zich voor de derde maal zoo
diep mogelijk over het lijk heen. Hij
zette zyn enorm reukorgaan in werking
en snuffelde als een Jachthond, die een
prooi op het spoor is.
„Vreemd," mompelde hy. Peinzend
staarde hy even voor zich uit, dan nam
hy een abrupt besluit en greep naar de
telefoon. Hy wierp Winnink een blik toe,
waaruit deze kon opmaken: Wacht maar.
direct zul je wel hooren wat er aan de
hand is. (Wordt vervolgd)
Bollaert, die lid is van den Raad der
Republiek, is evenals d'Argenlieu. van
het eerste uur een volgeling geweest van
generaal de Gaulle. Als diens vertegen
woordiger in de bezette zone trachtte
hy Londen te bereiken om contact met
de Gaulle op te nemen en by deze ge
legenheid viel hij in handen van de
Duitschers, die hem in een concentratie
kamp zetten. Bollaert is ook nauw
bevriend met Herriot, die evenals de
Gaulle, voorstander is van een krach
tige politiek in Indo-China. Bollaert
zelf denkt er niet anders over. Het ziet
er dus naar uit, dat weliswaar d'Ar
genlieu heen gaat, maar d'Argenlieu's
politiek in wezen zal blijven; dit zou
niet naar genoegen zyn van den linker
vleugel.
Door deze regeeringsbeslissing komt
intusschen een eind aan een der merk
waardigste militaire carrières, die het
republikeinsche Frankryk te zien heeft
gegeven. Zaterdag a.s. vliegt d'Argen
lieu met Bollaert naar Saigon, om ter
plaatse zijn bevoegdheden over te dra
gen; dit zal de laatste officieele han
deling van den admiraal zijn.
Wanneer men bedenkt, dat de Fran
sche Republiek periodes heeft gekend,
dat het voor een officier, die groote pro
motie wilde maken, vooral aanbevelens
waardig was Vrijmetselaar te zijn, be
grijpt men, dat katholieke kringen met
zekere voldoening de loopbaan van de
zen ongeschoeiden Carmeliet hebben ge
volgd. Hij had reeds als zee-officier ge
diend in den oorlog van 1914'18, toen
hij in 1920 zijn intrede deed bij de Car-
melieten en in 1925 priester werd gewijd.
Bij zijn mobilisatie in 1939 was hij Pro
vinciaal van de Parijsche provincie van
zijn orde. Als lid van den Generalen
Staf van den sector Cherbourg nam hy
deel aan de verdediging van het arse
naal tegen de Duitschers in Mei 1940,
die hem krijgsgevangen maakten. Hij ont
snapte echter en kwam in Londen aan,
waar hij van generaal de Gaulle achter
eenvolgens verschillende opdrachten
kreeg, o.a. de reorganisatie van de vrije
Fransche zeestrijdkrachten en het Hooge
Commissariaat voor Frankrijks bezittingen
in den stillen Oceaan. In 1944, bij de
geallieerde landing in Normandië, is hij
opperbevelhebber van de vrije Fransche
Zeestrijdkrachten. De laatste opdracht,
die hij van de Gaulle kreeg was den vrede
te herstellen in Indo-China. Zooals be
kend is dit tenslotte uitgeloopen op een
gewelddadigen strijd, welke thans in viet-
Nam wordt gevoerd. In dien stryd be
rustte de opperste legerleiding hij hem.
de vlootvoogd, die echter ook priester cn
kloosterling is. Deze situatie leende zich
ongetwyfeld tot een zekere vereenzelviging
door de Viet-Mlnh al of niet te goecer
trouw, van Frankrijk met de Katholieke
Kerk. Voor de ruim twee millioen inwo
ners, welke het Fransche missioneerings-
werk In Vict-Nam tot de Katholieke Kerk
heeft weten te voeren, kon dit een bron
van zware beproevirgen zijn. Op grond
hiervan verneemt men in katholieke
kringen de bestuurswisseling in Indo-
China toch niet heelemaa! ongaarne.
Maar de communistische en socialistische
agitatie waaraan d'Argenlieu ten offer
is gevallen de eenstemmige dank bij
zijn ontslag door de regeering uitgespro
ken kan dit niet verhullen vond na
tuurlijk niet haar oorzaak In liefde voor
de katholieke belangen In Indo-China.
Vooral in de ongunstige jaargetijden wor
den de rheumatlsche pijnen heviger en
de aanvallen volgen elkaar sneller op.
Een reden te meer om Kruschen te nemen.
Die kleine dagelijksche deels Kruschen
doet wonderen; de aansporende werking
op de bloedzuiverende organen ls heil
zaam voor Uw heele gestel, 't Bloed gaat
sneller stroomen cn de schadelijke zuren
oorzaak van Uw lijden en pijn ver
dwijnen vanzelf vraaP Kruschen Salts ->ü
Uw apotheker of drogist Fabr. Griffiths
Hughes Ltd., Manchester (Engeland!
(Advy