ii PQ\ Q Samenwerking ENGELANDS GULLE KINDERSCHAAR Fransche communisten verlaten weer de Kamer H. Gertrudis UIT VISSEN 1947 „Roer moet omgegooid worden" UITVINDER VAN DE TELEFOON op de heide ZATERDAG 15 MAART 1947 PAGINA 3 BU1TENLANDSCH OVERZICHT Het zielige der dankbaarheid Gerbrandy en Weiter over Indië Opkomst dienstplichtigen Zweedsche inplaats van Deensche rijtuigen PSEUDO-ARTS INGESLOTEN Liturgische Weekkalender TEKENCURSUS m op een Woensdagmiddag IrivMz S (Wordt vervolgd) (Vervolg van pagina 1) Een van de zwaarste zorgen waar mee Engeland te kampen heeft is het vraagstuk der oorlogsschul den. De Britten zijn in aanzienlijke mate de dupe geworden van hun ijver Voor de gemeenschappelijke zaak. Zij hebben zich offers getroost, die toen noodzakelijk en daarom verantwoord Waren, maar die grootendeels oorzaak zijn van de armoede van het oogenblik. Men hoopte, door een leening bij Ame rika aan te gaan. deze armoede voor eerst weinig voelbaar te doen zijn en zichzelf de middelen te kunnen schep pen om er overheen te komen. Gebleken is echter, dat 's lands toestand nog minder rooskleurig is dan gedacht werd: Van de leening is al een derde part opgesoupeerd, dat is veel vlugger dan goed is. Met de leden van het Empire diende Groot-Brittannië tot overeenstemming te komen, in het bijzonder met India en Egypte, die bij hun vrijwording een deel van de vroeger gemeenschappelijk gemaakte kosten voor eigen rekening moeten komen. Uiteraard voelde men te Cairo en Delhi maar weinig voor schuld op een huis, dat nog in aan bouw is, en de besprekingen, ofschoon niet onvriendelijk van karakter, zijn toch niet vlot gegaan. Hier staat de vrijgevigheid van andere deelen van het Gemeenebest tegen over. Canada, dat door den oorlog eco nomisch is vooruitgegaan, opende de rij der gulle kinderen. Zuid-Afrika volg. de met een chèque, die Smuts in Oc tober aan Attlee kon toesteken. En enkele dagen geleden schrapte Australië, Het comité „Handhaving Rijkseenheid" organiseerde Vrijdagavond te Utrecht een bespreking van de Indische kwestie. Prof. Gerbrandy en de oud-minister van Ko loniën Ch. Weiter traden daarbij in de geheel gevulde Tivoli-zaal als sprekers op. Prof. Gerbrandy betitelde zijn rede met: „De politieke tijdbom." Aan de hand van een uiteenzetting over het ontstaan van de republiek Soekarno, stelde lilj Vast, dat deze van Japansch maaksel is. Waarin nog na de capitulatie Japansche officieren optraden als instructeurs van de republiek. Nog op dit oogenblik, al dus spreker, is in de republiek een vlieg- school onder leiding van Japansche of ficieren. Als er ergens een tijdbom ligt, moet hij gedemonteerd worden, doch het Nedertandsche belel^ is: laat dat ding blaar werken, daar kan nog wel wat goeds uitkomen. Het roer moet resoluut omgegooid worden, zoo ging spreker ver der, onze economische toekomst staat op het spel. Hij einolgde met een oproep tot het geweten van allen, om mee te hel pen deze tijdbom uit den weg te ruimen en daarmedè een onschatbaren dienst dan ons zelf, maar ook aan de geheele Wereld te bewijzen. De heer Weiter gaf allereerst een beeld Van het vóór-oorlogsche Indië. Indië Was op weg om een zelfstandige eenheid te worden in ons Koninkrijk, zoo zelde spreker. De naam van Lihggadjati is on verbrekelijk verbonden aan dén achter grond van chaos en ellende, die er nu te. Het verdrag wemelt van onduidelijk heden en dubbelzinnigheden. Onze sou- Vereiniteit is op geën enkele wijze ge waarborgd. De heer Weiter besloot met een waarschuwing: „Uit goede bron is mij verteld, dat er gisteren een perscon ferentie op het departement is gehouden met de bevriende pers. Laten we woord houden en een Rfjksoonferentle beleggen, Zooals in de Kon. verklaring gezegd is, met deskundigen uit alle volkeren en diet met de leden-poppen van. Van Mook." Dienstplichtigen, bestemd voor het 5e "Regiment Infanterie te Schalkhaar, die 3 Maart j.l. hadden moeten opkomen en Wier opkomst werd uitgesteld, moeten hu Dinsdag 18 Maart opkomen. Bij het Ministerie van Oorlog is in bewerking een voorschrift, waarbij het Zal verboden worden bij duisternis te rijden met militaire motorvoertuigen «n aanhangwagens c.q. getrokken kanon hen, welke niet voorzien zijn van de wet telijk voorgeschreven verlichtingsmidde len en stopseinen. dat 100.000.000 Australische ponden te goed had, een kwart daarvan. Nleuw- Zeeland bleef niet achter en schold 10.000.000 pond kwijt. En Engeland is dankbaar als een oud moedertje,. Maar geld alleen is niet genoeg: er moet ook voedsel worden aan gevoerd. Canada stond reeds een ruime hoeveelheid graan en vleesch toe. En de Wetgevende Vergadering van den Australischen staat Nieuw-Zuid-Wales besloot deze week tot volledige samen werking „in alle maatregelen, bestemd om het volk van Engeland te helpen in hun wanhopig uur". Er zal meer ge produceerd worden, en de havenstakin gen, welke daar bijna schering en in slag zijn, werden gebrandmerkt als „verraad aan het Empire". Hoe onverbiddelijk politiek en zaken doen ook zijn, er schijnt toch zelfs in die regionen nog iets van familiegevoel te bestaan. Engeland is wel niet uit den brand met al die hulp. Maar hoe gelukkig is het, omdat zijn kommer toch het meegevoel van zijn kroost heeft opgewekt. Het^aou bijna vergeten, hoe zielig het trotsche Albion er aan toe is, nu het dankje moet spelen voor be wezen weldaden. Arm old England! Morgen zullen de 30 rijtuigen, die de Nederlandsche Spoorwegen ongeveer vier en een halve maand van de Deensche Staatsspoorwegen in bruikleen hadden, weer naar den eigendomsspoorweg terug gaan. De Deensche Spoorwegen hebben deze rijtuigen zelf weer noodig om de drukte, die men den komenden zomer verwacht, te kunnen opvangen. De spoormannen, die deze rijtuigen op hun reis naar Denemarken begeleiden, zul len de terugreis maken in Zweedsche rijtuigen De Zweedsche Staatsspoorwe gen steken nu namelijk den N. S. de vriendenhand toe door 20 twee-asSige rijtuigen in bruikleen af te staan. De pseudo-geneesheer S. A. Slaven burg uit Amsterdam, tegen wien 7 Maart proces-verbaal werd opgemaakt wegens het onbevoegd uitoefenen der genees kunde hij nam de practijk waar van dokter G. J. Barten is op verzoek van de Schoonhovensche politie te Amster dam gearresteerd en op transport ge steld naar de plaats waar hij onlangs nog spreekuur hield. Met ingang van heden is in het we- derzijdsch postverkeer met Duitschland de gewichtsgrens voor brieven van 20 gram verhoogd tot en met 500 gram. (Telefonisch van onzen Parijschen correspondent) VRIJDAG, 14 Maart. Van de parlementaire week, die met de kamerzitting van hedenmiddag beslo ten werd, zullen velen geneigd zijn te zeggen, dat zij de waardigheid van het parlementaire regiem tekort heeft ge daan, het prestige van den kamervoor zitter heeft gekneusd en de regeerings- solidariteit en dus het regeeringsgezag nog weer eens danig heeft geschokt al zou wat dit laatste betreft een re- geeringscrisls in ieder geval wel uitge steld worden tot na de conferentie van Moskou. Deze week heeft echter vooral ook op genadelooze wijze het gordijn gespleten, dat de diepe en principieele tegenstellingen moest probeeren te camoufleeren tusschen het communisti sche en het niet-communistische deel van Frankrijks politieke wereld. In de zitting van hedenmorgen hebben zich d" hartstochten op niet minder spectaculaire wijze ontladen dan tijdens beide voorgaande zittingen het geval was. Weer beleefde men een uittocht van de communistische fractie, voorafge gaan door hun aanvoerder, den vice- president van den ministerraad Maurice Thorez. Ditmaal was een uitlating van den radicalen afgevaardigde Violette het sein tot het groote rumoer. „In 1925," aldus de spreker, „was het Jacques Doriot, die het in den Rif oorlog namens de communistische partij opnam voor Frankrijks vijand Abd-el-Krim Precies zoo liggen thans de zaken tusschen Ho Ts.ji Minh, de communisten en Frankrijk." Slechts eenige oogenblikken waren de communisten afwezig; maar op hun banken teruggekeerd, begonnen zij zoo heftig en luidruchtig obstructie te voe ren, dat Herriot geen andere oplossing zag dan de zitting maar weer te schor sen, echter na eerst te hebben aange kondigd, dat hij tevens de tribunes zou laten ontruimen. Het publiek had thans van deze onwaardige schouwspelen meer dan genoeg onder oogen gehad. Van de communistische banken werd in den loop van de discussies van vanmor gen de vraag vernomen, of de Kamer deze week een debat over Indo-China op de agenda had genomen of een debat over de communistische partij. De vraag was on getwijfeld raak; de communisten zullen maar zelden zoozeer de kwetsbaarheid van hun stellingen hebben gevoeld, aoodra zuiver patriottische maatstaven worden aangelegd; hun kwetsbaarheid en hun isolement. Toen b.v. een vierde spreker van de Republikeinsche Vrijheidspartij, die aan dit debat hun hart ophalen, aanvoer de, dat de arbeiders van Frankrijk er goed van doordrongen dienden te zijn, dat ook hun welvaart afhing van de handhaving van de banden met alle Fransche overzee- sche gewesten, namen de sociaal-democra ten deel aan het applaus, niet echter de communisten. De interpellatie van den söcialistischen spreker Daniel Mayer op haar beurt werd herhaaldelijk onderbro ken door applaus, waaraan wel de rech terzijde deelnam, terwijl de communisten erbij zaten alsof zij niets hoorden. Ter rechter zijde dacht niemand er bovendien aan het patriotisme en de eerlijkheid de zakelijkheid zelfs, aldus spreker in twijfel te trekken van de motleven, op grond waarvan hjj niet bij voorbaat het weder-aanknoopen van onderhandelingen met Ho Tsji Minh wilde uitsluiten. Het komt er slechts op aan, aldus Daniel Mayer, dat degenen, met Wie wjj onder handelen, aan het vertrouwen van hun volk het noodige geza,? antieenen om de gesloten accoorden te doen naleven; met Ho Tsji Minh, wanneer het slechts Ho Tsji Minh kan zijn. „Als die tenminste nog leeft", interrumpeerde hier minister president Ramadier. „Het is lang geleden, dal; men iets van hem heeft vernomen.' Kort na deze belangwekkende Interruptie verdaagde Herriot de zitting tot Dinsdag middag-; zich daarbij ongetwijfeld afvra gend voor welke vuren hij dan weer zal komen te staan. Bij dit alles mag het een geluk heeten, dat door het ontbreken van de Parij- sche dagbladen aan dezen oorlog ln het parlement het verlengstuk naar buiten otbreekt. Providentieele beschikking of alleen maar sluwe vooruitziendheid van Ramadier die Dinsdag het tusschen de dagbladeigenaren en het drukkersperso- neel gesloten accoord verwierp? ZONDAG 16 Maart. 4e Zondag van de Vasten. 2 a cunctls 3 voor levenden en overl Credo. Praef. V d. Vasten. MAAN DAG: H. Gertrudis 2 H. Patricius. 3 v. d. dag. Praef v/d Vasten. Laatste Ev. v/d dag. Of; Mis v/d dag. 2 H. Gertrudis. 3 H. Patri cius. Praef. v d Vasten. DINSDAGH. Cyriilus van Jerusalem. 2 v d. dag. Credo. Praef. v d Vasten. Laatste Evang. v. d. dag. Of; Mis v d. dag 2 H. Cyriilus v. Jerus. Praef v d Vasten. WOENSDAG: H. Joseph. 2 v. d dag. Credo. Praef v d, H Joseph. Laatste Evang v. d. dag. Haarlem (behalve Amsterdam)2 H Sa- cram. v. Mirakel. 3 v. d. dag Credo. Praef. v. d H Joseph. 'Laatste Évang. v. d. dag. DONDERDAG:' Utrecht en Haar lem (beh A'dam)H. Wulfrannus 2 V. d. dag. Praef. v. d. Vasten. Laatste Ev. v d dag. Of Mis v. d. dag. 2 H. Wulfrannus. Praéf. v. d. Vasten Den Bosch en Breda; Mis v. d dag. 2 en 3 als Zondag Praef. v. d. Vasten Roermond; H.H. Landoaldus ei Gezellen. 2 v a dag. 3 A cunctls. 4 v. d. Bisschop' Praef. v. d. Vasten Laatste Evang. v. d. dag Of: Mis 'v. d. dag. 2 H.H. Landoaldus en Gez. 3 A c'unctis 4 v. d. Bisschop. Praef. v d vasten. Amsterdam; H Sacrament van Mirakel. 2 v. d. dag. Sequentia Credo. Praef v. Kerstmis. Laatste Evang. v d. dag. VRIJDAG: H. Benedictus, 2 v. d dag Praef. v. d. Vas ten Laatste Evang v. d. dag. Of: Mis v d dag. 2 H Benedictus Praef. v. d. Vas ten. ZATERDAG'; Mis v d. dag. 2 A cunc- tis 3 voor levenden en overledenen Praef v d vasten. ZONDAG 23 Maart. Passie- Zendag 2 voor Kerk of Paus. Credo. Praef. v. h. H. Kruis. rw De Imperium-trein.... zooals de Zwitsers hem zien Eskimoosch „Onze Vader" Geen poetsen meer Een In één gebied van de wereld zal in de toekomst een afwijkend- „Onze Va der" worden gebeden, wanneer het hieuwe Eskimosche „Onze Vader" zal Zijn vastgesteld. Missionarissen, die on der de Eskimo's werken, hebben name lijk een wijziging voorgesteld, omdat hun bekeerlingen geen brood kennen. Het woord „brood" in het gebed zal dus vervangen worden door „voedsel", om een formule te gebruiken, die meer in overeenstemming is met de plaatselijke omstandigheden. In het Brltsche Lagerhuis werd een dezer dagen met luide instemming de mededeeling begroet, dat de Brlt sche soldaten in de toekomst de tijd rovende bazigheid van koperen knoo- Pen inwrijven en poetsen niet meer Zullen behoeven te verrichten. De- uni formen zullen van aluminium-knoopen borden voorzien, welke niet dof worden Geurende reclame een oud idee wordt door een professor aan de universiteit van Oklahoma op het oogenblik in practijk gebracht. Er be gaat, volgens dezen „geuren-deskundi- 8e", reeds reclamedrukwerk, dat ruikt a's de levensmiddelen die er op zijn af gebeeld. In het laboratorium van de uni versiteit wordt gewerkt aan de uitvoe ring van de eerste order, afkomstig van oen restaurateur in San Diego, die V-'enscht, dat de afbeeldingen van vleeschschotels op zijn reclamedrukwerk het zoo ruiken als de coteletjes en bief- stukjes zelf. Maar ook op ander gebied ®aat men de nieuwe mogelijkheden ge- wuiken. Zoo is er ook „menscljenlucht' gefabriceerd, waarmee men in Oost- Amerika de herten wil verjagen, die de te velde staande gewassen vernielen. De menschenlucht moet de dieren af schrikken. Wanneer dit alles dus in werkelijk heid wordt omgezet, zullen monsters van waren de mededeeling kunnen be vatten „volgens bijgaande geuren". Hoe- het Engelsche Imperium het niet alleen in de werkelijke, maar ook in de niet werkelijke caricaturale wereld hard te verduren heeft, toont bij gaande teekening uit het Zwitsersche blad „Die Weltwoche". „De Imperium- trein, zooals de Zwitsers hem zien", schreef een Engelsch blad erboven. Zwaar puffend sjokt de sleep voort. Attlee staat achter het stuur en Shinwell kijkt in den leegen kolenwagen. Churchill maakt zich over dit en vele andere dingen hevig kwaad, terwijl Eden zijn kalmte bewaart. Schotland lijkt tevreden en speelt als ge woonlijk doedelzak. Het Engelsche ko ningspaar reist op den volgenden wagen in gezelschap van een struisvogel door Zuid-Afrika. Nieuw-Zeeland, Australië en Canada worden vervolgens door een spartelend Maorie-kind. een kangeroe en Mackenzie King met een atoombom on der zijn arm voorgesteld. Ierland ziet er eigenlijk nog het beste uit, maar in Pa lestina en India is het moord en dood slag. Terwijl een Arabier en een Jood elkander in den Palestina-wagen te lijf gaan, maakt een John Buil stiekum de koppeling van den Britsch-Indischen wagen los, waar Gandhi een met een kromzwaard werkenden Mohamme daan tracht te wurgen. Egypte is al ontspoord en ligt languit langs de baan. Dat is de Impe rium-treinzooals de Zwitsers hem zien. De teekening wint nog, als u hem van achter naar voren bekijkt. Want na alle ruzie en narigheid in het Imperium volgt dan de herrie in eigen huisen Shinwell's leege ko lenbak. Maar nogmaals.... de zich in vele boch ten slingerende Im perium-trein.zoo als de Zwitsers hem zien. aiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiu 1ste JAARGANG I HiiiiiiiiiiiiMiriiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiir; O out nimmiiimitiiiimmmnmimmmii; Het begin van de Mirakelprocessie, zoals die vroeger door Amsterdam trok. Afbeelding naar het schil derstuk, aanwezig in het Begijnhof te Amsterdam. Je ziet. hoe St. Joris te paard, met voortgetrokken draak, de stoet voorafgaat. Daarachter lopen de schutters met hun hand. en voetbogen. Daarna volgen priesters met vaandels. (Volgende week een ander gedeelte van de processie). Hoe in vroeger eeuwen een kleurige stoet door Amsterdam trok V Weer zal morgen en volgende Zondag een lange stoet van mannen en jongens in de stilte van de nacht door de straten van oud-Amsterdam trekken. Stil biddend en overwegend zullen zij dezelfde weg volgen, waarlangs eens honderden jaren geleden de plechtige Mirakel processie trok, om het grote wonder te herdenken. Ja, daar hadden jullie bij moeten wezen. Dat was eerst een stichtende rondgang. Niet alleen alle Amsterdammers, maar ook ieder uit omlig gende dorpen, die maar enigs zins kon, was bij dat grote feest tegenwoordig. Maar wat was Amsterdam toen mooi. Dagen en dagen waren allen druk in de weer geweest, om 's Heren straat in orde te ma ken. Alle huizen, waarlangs de plechtige stoet trekken zou, wa ren met groten en bloemen en tapijten versierd. Stratenmakers waren rondgegaan, om alle kui len te dichten en al het straat- vuil was verwijderd. En als dan eindelijk de dag van de processie gekomen was, was Amsterdam ook tjokvol van inwoners en vreemdelingen, die het verheven gebeuren eerbiedig kwamen gadeslaan of in de stoet meeliepen. Zo gauw de zes klokken van de kapel van de H. Stede in de Kalverstraat het begin van de processie hadden aangekondigd, begonnen ook de klokken van Oude en Nieuwe kerk en van de vele kloosters te lulden, te luiden, dat het da verde en klonk over al die dui zenden, die zich langs 's Heren weg hadden opgesteld. De be woners van die^weg ontstaken hun klaar gezetté kaarsen voor ramen en deuren en de schout dienaars zetten de weg af, op dat de stoet ongehinderd kon voorttrekken. De st. Antonius- en St. Comelius-varkens, die anders vrij over de straten mochten rondzwerven, om door de bewoners vetgemest te wor den, waren reeds dagen te vo ren veilig opgeborgen. Natuurlijk ging de grootste belangstelling uit naar de wonderbare H. Hostie, die zelfs bij de grote brand van 1452 ge spaard gebleven was. Maar iedereen genoot ook van al het kleurige en fleurige dat het Al lerheiligste vooraf ging. Wat was het geen leuk gezicht ach ter de kruisdrager de talrijke bruidjes met haar gouden vleu gels te zien voortstappen. En dan die vaandels! Die vele en veelkleurige vaandels! Ieder gilde had z'n eigen vaandel en vaak ook nog èen prachtig beeld van z'n patroonheilige. De de kens en overheden van de gil den stapten statig mee, gehuld in hun deftige mantels. Zan gers, van Oude en Nieuwe kerk, trommelslagers en pijpers luisterden met hun gezang en muziek de stoet op. - - vV W Deze week gaan we een zeil bootje tekenen. Je mag zelf een mooier maken dan bijgaand voorbeeld, want dat kunnen jullie toch zeker wel. Het belangrijkste is als je een boot tekent, dat meestal de mast bijna net zo hoog is als de lengte van een schip. Daar worden altijd fouten mee ge maakt. Soms is de mast, vooral bij kleine zeilscheepjes, nog ho ger dan de lengte van het bootje. Bekijk maar eens een zeilschip in een gracht of vaart. Dus een flinke hoge mast te kenen en die staat altijd een beetje schuin naar achter ge richt. De.ik ook, als je het zeil tekent, goed er bij na, dat, als de windrichting van achter komt, dan het windvaantje in de top van de mast óók in de zelfde richting moet waaien. En in de verte teken je een horizon, dat is de gezichtsein- (Feestdag 15 Maart) De H. Gertrudis of St. Geer trui, zoals zij in Zuidelijke lan den wordt genoemd, is een be kende Heilige geweest, die -fan 526 tot 659 leefde. Dat ge tuigen wei de vele kerken, die in ons land naar haar zijn genoemd. Zij stichtte een groot klooster te Nij- vel, ten Zui den van Brus sel. Ook de stad St. Geertrui- denberg (N. Br.) is naar haar genoemd. En in de Oos- ter-Schelde bij Bergen op Zoom is een St. Gertrudisbron, die, hoewel midden in het zoute zee water gelegen, nog steeds zoet water voortbrengt. der, dus de verte komt er dan op te staan. Het geheel kun je aardig met krijt, waterverf of ecoline Meu ren. De kleinsten doen toch ook zeker mee? Volgende week bespreken wij in de tekenles de ingezonden wapens. 3 Maart 1947 heeft men ln Amerika de 100ste jaardag ge vierd van de geboorte van Alexander Bell, de uitvinder van de telefoon. Hij was leraar aan een doof- stommenschool. Toen hij on derricht gaf, hield hij zich te vens bezig met onderzoekingen omtrent aard en wezen van het geluid en verband tussen electriciteit en telegrafie. Bij zijn proefnemingen met een instrument, waarbij hij pro beerde signalen door punttekens Nieuwste vinding op telefoon- gebied in Amerika: telefoon toestel in een auto. De eerste telefoon bestond uit een houten kastje en een batterij over een enkele lijn over te brengen, ontdekte hij het grondbeginsel van de telefoon: de overbrenging van geluid door electriciteit. 10 Maart 1876 bracht Bell de eerste verstaanbaar gesproken zin langs electrische draad over Twee jaar later werd een schakelbord voor 21 telefoons ingericht te Nieuw-Haven (Amerika). Ook Edison had zo'n toestel gemaakt, maar Bell gebruikte de telefoon voor al- gemeene doeleinden. Het eerste eenvoudige toestel van Bell is in 70 jaren tijd uit gegroeid tot een samenhangend geheel, dat over geheel Ame rika meer dan 30 millioen tele foons met elkaar verbindt. Bij de telefoonbedrijven in Ameri ka zijn thans niet minder dan 400.000 personen werkzaam. De vooruitgang van de tele foon zie je het best als je dat vierkante houten kastje met batterij vergelijkt met een te lefoontoestel in een auto, dat via een radio-inrichting in werking komt. De Amerikanen kunnen, terwijl zij in een auto zitten bijv., naar huis of kan toor telefoneren. Frans, Rinus, Wout, Henk en Jan waren dikke vriendjes. Zij gingen op dezelfde school en zaten ook in dezelfde klas. Ook waren ze van ongeveer dezelfde leeftijd en hielden van grapjes. Vooral Wout wa« enig in het uitdenken daarvan. Op een keer zei Wout: „Zeg, willen wij Woensdagmiddag eens gaan vissen?'" Ja, dat wil den ze wel. Thuis er over ge praat, wat vistuig bij elkaar ge zocht en 's middags gingen ze dan vissen. Het ging goed Ri nus kreeg beet Frans haalde een visje op. Bij Henk lukte het niet, terwijl Jan alle aan dacht op zijn dobber gevestigd had. Zij hadden er echt plei- zier in. Opeens zag Wout de veld wachter aankomen. „Jongens," zei hü, „daar heb je Doris de veldwachter"; ze wilden wel weg, maar dat ging niet meer. Hij zei: „Jullie mogen hier niet vissen; het mag alleen als je in bezit bent van een visacte." Nou, het liep daarmee af en ze konden dan ook met die waarschuwing naar huls gaan. Weer waren ze bij elkaar. „Zeg, jongens, ik ga morgen op het gemeentehuis voor ieder een visacte halen en dan gaan we volgende Woensdag echt vis sen. Vinden jullie dat goed?" Ja, ja, dat was goed. Zo gingen ze dan weer vissen. Alles ging best, totdat Wout weer Doris de veldwachter zag aankomen. „Jongens," riep Wout, „daar heb je hem weer, gauw, kom mee lopen lo pen!" Zij liepen langs kronkel paadjes, sprongen over sloten, tot ze bijna niet meer konden. Daarna gingen ze aan de bos kant zitten; ze hadden zeker wel een kwartier gelopen. Maar daar kwam opeens Doris de veldwachter hijgend uit de bos kant, Och, wat was die man vermoeid, want hij had ook hard achter hen aangelopen en kwaad zei hij: „Zo, rakkers, eindelijk heb ik jullie te pak ken. Ik zal jullie opschrijven en dan krijg je een flinke boe te." Wout zei: „Waarvoor?" „Wel, omdat jullie zonder vis acte aan het vissen waren." Nu haalde ieder echter zijn visacte te voorschijn.... en Doris, de veldwachter, stond versteld. „Lelijke kwajongens die jullie zijn, waarom laten jullie mij dan zo hard en zo ver lopen?" Doris zag blauw van woede en ging mopperend weg. Toen hij uit het gezicht was, zaten ze nog lang onbedaarlijk te lachen. Wat hadden ze Doris fijn te pakken gehad. (Ingezonden door Jack van Bergen) door HANS VERHOEVEN 13) „Kom, mijnheer Winnink", zei do commissaris vriendelijk, „trekt u het zich niet zoo aan Hij verdiepte zich weer in den brief en las hem tot het einde door. Daarna reikte hij hem over aan Lankman, -die het papier dusdanig hield, dat dokter Masselink kon meelezen. In forsch, ntannelijk schrift stond er het volgende: Amice, „Zoo pijnlijk vind ik het je met de ze kwestie lastig te vallen, dat ik er niet toe kan komen er met je over te praten. Ik kies daarom dezen vorm, in het vertrouwen je ontvankelijk te vinden voor mijn moeilijkheden, die, daarvan ben ik overtuigd, jou even zeer in een lastig parket brengen. Toen je me verleden jaar vertelde financieelen bijstand noodig te hebben om aan zakelijke verplichtingen te kunnen voldoen, heeft het me een bijzondere voldoening geschonken ie naar vermogen te helpen. Ik behoef daar niet verder op in te gaan; wij kennen elkaar te lang om vele en groote woorden te gebruiken. Hei heeft me toentertijd oprecht verheugd, dat je door mijn vijf miile die moeilijk heden gedeeltelijk te boven bent ge komen. En het ls juist bat besef, wat me zoo lang heeft doen aarzelen met je te vertellen, wat ik ten slotte wel gedwongen ben te doen: kerel, ik heb momenteel zelf dringend geld noodig en moet je verzoeken het geleende geld terug te betalen, zoo mogelijk spoedig. Je weet, dat dit Seld practisch mijn geheele reservekapitaal uitmaakte. Ik heb lang gescharreld en geprobeerd een anderen uitweg te vinden, doch ik ben er niet in geslaagd. Ik voel diep aan, dat 't in zekeren zin laf van me is deze aangelegenheid niet met je uit te praten, maar ik kon het niet. Ik wist niet hoe ik er rr.et je over moest beginnen, vandaar, dat ik ten einde raad mjjn toevlucht heb genomen tot het schrijven van dezen brief, dien je, hoop ik, met begrip zult lezen. Het is mijn vurige wensch, dat deze kwestie onze vriendschap onberoerd zal laten. Aan den anderen kant ver trouw ik gaarne, dat je kans zult zien aan mijn verzoek te voldoen. Eva weet van niets; ik wil er haar graag buiten houden. Met hartelijken groet," en daaronder volgde Winnink's hand- teekening. Zwijgend legde Lankman het epistel op tafel. Hij wachtte tot zijn chef zou spreken, begrijpend 'wat de uitbarsting van Winnink had te beteekenen. Het kon niet anders of de man maakte zich de felste verwijten dezen brief ooit te hebben geschreven. Als Winnink met zijn vriend gesproken had, zou het ge volg vermoedelijk niet zijn geweest, dat deze thans levenloos op het bed in zijn slaapkamer lag. Van Dollem Brenia schraapte zijn keel, op zoek naar de juiste woorden om Winnink wat te bemoedigen. De advo caat zat nog steeds in dezelfde houding, voorovergebogen, met zijn gezicht in de handen. „Tja....", begon hij, „ik kan mij voorstellen in welke richting uw ge dachten gaanToch moet ik herha len wat ik zoo juist zei: trekt u het niet al te erg aan. Niemand toch kon hebben verwacht, dat een dergelijke brief een dusdanig catastrofaal gevolg zou hebben. Ik kan °ok n'et aannemen, dat zijn schuld aan u zün eenige bron van zorg was. Hü had immers eerst met 'U kunnen praten. Nog afgezien van bet feit, dat niets een zelfmoord recht vaardigt" de commissaris voegde dit er haastig aan toe, want hü was een man van strenge principles „komt mi) dit toch als een te zwakke grond voor. Tenzij hij tot die daad is gekomen in een vlaag van verstandsverbijstering. Was hij, voor zoover u dat kunt be- oordeelen, geestelijk normaal?" Winnink had zich onder het praten van den politiechef opgericht en dacht een oogenblik na. Voordat hij kon ant woorden, was dr. Masselink evenwel op de laatste veronderstelling ingegaan: „Een vlaag van verstandsverbijstering lijkt mij niet waarschijnlijk, zei hij. Het innemen van vergif is meestal een wel overwogen daad. Er zit niets plotselings in, zooals dat het geval kan zijn blj de abrupte opwelling een schietwapen te gebruiken. Je kunt een revolver in de lade van je bureau hebben liggen, die in een periode van geestelijke afwijking grijpen en je daarmee van het leven be- rooven. Vergif moet je echter op een of andere, meest slinksche, manier in je bezit zien te krijgen. Daar gaat tijd mee heen en juist dat tijdsverloop klopt niet met een plotselinge afwijking." „Als ik het wel heb, was de heer Bark hof groothandelaar in pharmaceutische producten. Best mogelijk, dat hij vergif bij de hand had", meende Van Dollem Brenia. „Ik zou het liever anders stellen", hernam de deskundige. „Ik neem aan, dat hij in zijn positie gemakkelijker aan vergif kon komen dan de meeste andere menschen, maar zelfs een groot handelaar in pharmaceutische produc ten pleegt niet met dat goedje in zijn zak te loopen". De commissaris stond met een zucht op. „Hoe het ook zij. het feit zelf bestaat en de vraag hoe hij er toe is gekomen heeft per slot van rekening alleen aca demische waarde". Nog altijd betreuren wfj het diep dat de oorlog spelbreker was in de prachtig op gang zijnde actie „Naar de Nieuwe Gemeenschap". We herinneren ons hoe het maandorgaan van deze actie groote gemeenschappelijke gebeurtenissen aan kondigde, welke door den oorlog geen van alle doorgang hebben kunnen vin den. Maar is dan nu niet de tijd gekomen, die, toen misschien te vroeg ontworpen, plannen te gaan uitvoeren? Laat het vorenbedoelde bureau voor overleg nu komen met plannen, b.v. voor het gezamenlijk door de katholieken vie ren van een Feest van den Arbeid. Ver plicht onze katholieke sociale ideologie ons niet als katholieken minstens prin cipieel gelijk te denken over de waarde van den arbeid en van den arbeidenden mensch? Zoo ja, dan wordt het tijd, dat niet alleen de arbeider voor de erken ning van deze waardigheid demonstreert, maar dat werkgever en intellectueel, middenstander en boer niet alleen in ge dachten schouder aan schouder staan, maar dat in een gemeenschappelijke demonstratie toon en. Idealen moeten meestentijds van be neden af groeien. Laat ons niet wachten op een initiatief van een centraal bu reau; laten Am teer dam en Haarlem, Rotterdam en Utrecht, laten de organi saties in onze groote steden het initiatief aandurven. Laat Nederland zien, dat de Katholie ken van Nederland gelijkelijk progres sief denken over de maatschappelijke ontwikkeling. Laat ons maatschappelijk Credo Ne derland vervullen van blijde hoop en eerlijke instemming.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1947 | | pagina 3