ii
PQ\
Q
Samenwerking
ENGELANDS GULLE KINDERSCHAAR
Fransche communisten verlaten
weer de Kamer
H. Gertrudis
UIT VISSEN
1947
„Roer moet omgegooid
worden"
UITVINDER VAN DE TELEFOON
op de heide
ZATERDAG 15 MAART 1947
PAGINA 3
BU1TENLANDSCH OVERZICHT
Het zielige der dankbaarheid
Gerbrandy en Weiter
over Indië
Opkomst dienstplichtigen
Zweedsche inplaats van
Deensche rijtuigen
PSEUDO-ARTS INGESLOTEN
Liturgische Weekkalender
TEKENCURSUS
m
op een Woensdagmiddag
IrivMz
S
(Wordt vervolgd)
(Vervolg van pagina 1)
Een van de zwaarste zorgen waar
mee Engeland te kampen heeft is
het vraagstuk der oorlogsschul
den. De Britten zijn in aanzienlijke
mate de dupe geworden van hun ijver
Voor de gemeenschappelijke zaak. Zij
hebben zich offers getroost, die toen
noodzakelijk en daarom verantwoord
Waren, maar die grootendeels oorzaak
zijn van de armoede van het oogenblik.
Men hoopte, door een leening bij Ame
rika aan te gaan. deze armoede voor
eerst weinig voelbaar te doen zijn en
zichzelf de middelen te kunnen schep
pen om er overheen te komen. Gebleken
is echter, dat 's lands toestand nog
minder rooskleurig is dan gedacht werd:
Van de leening is al een derde part
opgesoupeerd, dat is veel vlugger dan
goed is.
Met de leden van het Empire diende
Groot-Brittannië tot overeenstemming
te komen, in het bijzonder met India
en Egypte, die bij hun vrijwording een
deel van de vroeger gemeenschappelijk
gemaakte kosten voor eigen rekening
moeten komen. Uiteraard voelde men
te Cairo en Delhi maar weinig voor
schuld op een huis, dat nog in aan
bouw is, en de besprekingen, ofschoon
niet onvriendelijk van karakter, zijn
toch niet vlot gegaan.
Hier staat de vrijgevigheid van andere
deelen van het Gemeenebest tegen
over. Canada, dat door den oorlog eco
nomisch is vooruitgegaan, opende de
rij der gulle kinderen. Zuid-Afrika volg.
de met een chèque, die Smuts in Oc
tober aan Attlee kon toesteken. En
enkele dagen geleden schrapte Australië,
Het comité „Handhaving Rijkseenheid"
organiseerde Vrijdagavond te Utrecht een
bespreking van de Indische kwestie. Prof.
Gerbrandy en de oud-minister van Ko
loniën Ch. Weiter traden daarbij in de
geheel gevulde Tivoli-zaal als sprekers op.
Prof. Gerbrandy betitelde zijn rede
met: „De politieke tijdbom." Aan de hand
van een uiteenzetting over het ontstaan
van de republiek Soekarno, stelde lilj
Vast, dat deze van Japansch maaksel is.
Waarin nog na de capitulatie Japansche
officieren optraden als instructeurs van
de republiek. Nog op dit oogenblik, al
dus spreker, is in de republiek een vlieg-
school onder leiding van Japansche of
ficieren. Als er ergens een tijdbom ligt,
moet hij gedemonteerd worden, doch het
Nedertandsche belel^ is: laat dat ding
blaar werken, daar kan nog wel wat
goeds uitkomen. Het roer moet resoluut
omgegooid worden, zoo ging spreker ver
der, onze economische toekomst staat op
het spel. Hij einolgde met een oproep tot
het geweten van allen, om mee te hel
pen deze tijdbom uit den weg te ruimen
en daarmedè een onschatbaren dienst
dan ons zelf, maar ook aan de geheele
Wereld te bewijzen.
De heer Weiter gaf allereerst een beeld
Van het vóór-oorlogsche Indië. Indië
Was op weg om een zelfstandige eenheid
te worden in ons Koninkrijk, zoo zelde
spreker. De naam van Lihggadjati is on
verbrekelijk verbonden aan dén achter
grond van chaos en ellende, die er nu
te. Het verdrag wemelt van onduidelijk
heden en dubbelzinnigheden. Onze sou-
Vereiniteit is op geën enkele wijze ge
waarborgd. De heer Weiter besloot met
een waarschuwing: „Uit goede bron is
mij verteld, dat er gisteren een perscon
ferentie op het departement is gehouden
met de bevriende pers. Laten we woord
houden en een Rfjksoonferentle beleggen,
Zooals in de Kon. verklaring gezegd is,
met deskundigen uit alle volkeren en
diet met de leden-poppen van. Van Mook."
Dienstplichtigen, bestemd voor het 5e
"Regiment Infanterie te Schalkhaar, die
3 Maart j.l. hadden moeten opkomen en
Wier opkomst werd uitgesteld, moeten
hu Dinsdag 18 Maart opkomen.
Bij het Ministerie van Oorlog is in
bewerking een voorschrift, waarbij het
Zal verboden worden bij duisternis
te rijden met militaire motorvoertuigen
«n aanhangwagens c.q. getrokken kanon
hen, welke niet voorzien zijn van de wet
telijk voorgeschreven verlichtingsmidde
len en stopseinen.
dat 100.000.000 Australische ponden te
goed had, een kwart daarvan. Nleuw-
Zeeland bleef niet achter en schold
10.000.000 pond kwijt. En Engeland is
dankbaar als een oud moedertje,.
Maar geld alleen is niet genoeg:
er moet ook voedsel worden aan
gevoerd. Canada stond reeds een
ruime hoeveelheid graan en vleesch toe.
En de Wetgevende Vergadering van den
Australischen staat Nieuw-Zuid-Wales
besloot deze week tot volledige samen
werking „in alle maatregelen, bestemd
om het volk van Engeland te helpen in
hun wanhopig uur". Er zal meer ge
produceerd worden, en de havenstakin
gen, welke daar bijna schering en in
slag zijn, werden gebrandmerkt als
„verraad aan het Empire".
Hoe onverbiddelijk politiek en zaken
doen ook zijn, er schijnt toch zelfs in
die regionen nog iets van familiegevoel
te bestaan. Engeland is wel niet uit
den brand met al die hulp. Maar hoe
gelukkig is het, omdat zijn kommer
toch het meegevoel van zijn kroost heeft
opgewekt. Het^aou bijna vergeten, hoe
zielig het trotsche Albion er aan toe
is, nu het dankje moet spelen voor be
wezen weldaden. Arm old England!
Morgen zullen de 30 rijtuigen, die de
Nederlandsche Spoorwegen ongeveer vier
en een halve maand van de Deensche
Staatsspoorwegen in bruikleen hadden,
weer naar den eigendomsspoorweg terug
gaan. De Deensche Spoorwegen hebben
deze rijtuigen zelf weer noodig om de
drukte, die men den komenden zomer
verwacht, te kunnen opvangen. De
spoormannen, die deze rijtuigen op hun
reis naar Denemarken begeleiden, zul
len de terugreis maken in Zweedsche
rijtuigen De Zweedsche Staatsspoorwe
gen steken nu namelijk den N. S. de
vriendenhand toe door 20 twee-asSige
rijtuigen in bruikleen af te staan.
De pseudo-geneesheer S. A. Slaven
burg uit Amsterdam, tegen wien 7 Maart
proces-verbaal werd opgemaakt wegens
het onbevoegd uitoefenen der genees
kunde hij nam de practijk waar van
dokter G. J. Barten is op verzoek van
de Schoonhovensche politie te Amster
dam gearresteerd en op transport ge
steld naar de plaats waar hij onlangs
nog spreekuur hield.
Met ingang van heden is in het we-
derzijdsch postverkeer met Duitschland
de gewichtsgrens voor brieven van 20
gram verhoogd tot en met 500 gram.
(Telefonisch van onzen Parijschen
correspondent)
VRIJDAG, 14 Maart.
Van de parlementaire week, die met
de kamerzitting van hedenmiddag beslo
ten werd, zullen velen geneigd zijn te
zeggen, dat zij de waardigheid van het
parlementaire regiem tekort heeft ge
daan, het prestige van den kamervoor
zitter heeft gekneusd en de regeerings-
solidariteit en dus het regeeringsgezag
nog weer eens danig heeft geschokt
al zou wat dit laatste betreft een re-
geeringscrisls in ieder geval wel uitge
steld worden tot na de conferentie van
Moskou. Deze week heeft echter vooral
ook op genadelooze wijze het gordijn
gespleten, dat de diepe en principieele
tegenstellingen moest probeeren te
camoufleeren tusschen het communisti
sche en het niet-communistische deel
van Frankrijks politieke wereld.
In de zitting van hedenmorgen hebben
zich d" hartstochten op niet minder
spectaculaire wijze ontladen dan tijdens
beide voorgaande zittingen het geval
was. Weer beleefde men een uittocht
van de communistische fractie, voorafge
gaan door hun aanvoerder, den vice-
president van den ministerraad Maurice
Thorez. Ditmaal was een uitlating van
den radicalen afgevaardigde Violette het
sein tot het groote rumoer.
„In 1925," aldus de spreker, „was het
Jacques Doriot, die het in den Rif
oorlog namens de communistische
partij opnam voor Frankrijks vijand
Abd-el-Krim Precies zoo liggen thans
de zaken tusschen Ho Ts.ji Minh, de
communisten en Frankrijk."
Slechts eenige oogenblikken waren de
communisten afwezig; maar op hun
banken teruggekeerd, begonnen zij zoo
heftig en luidruchtig obstructie te voe
ren, dat Herriot geen andere oplossing
zag dan de zitting maar weer te schor
sen, echter na eerst te hebben aange
kondigd, dat hij tevens de tribunes zou
laten ontruimen. Het publiek had thans
van deze onwaardige schouwspelen meer
dan genoeg onder oogen gehad.
Van de communistische banken werd
in den loop van de discussies van vanmor
gen de vraag vernomen, of de Kamer deze
week een debat over Indo-China op de
agenda had genomen of een debat over de
communistische partij. De vraag was on
getwijfeld raak; de communisten zullen
maar zelden zoozeer de kwetsbaarheid van
hun stellingen hebben gevoeld, aoodra
zuiver patriottische maatstaven worden
aangelegd; hun kwetsbaarheid en hun
isolement. Toen b.v. een vierde spreker van
de Republikeinsche Vrijheidspartij, die
aan dit debat hun hart ophalen, aanvoer
de, dat de arbeiders van Frankrijk er goed
van doordrongen dienden te zijn, dat ook
hun welvaart afhing van de handhaving
van de banden met alle Fransche overzee-
sche gewesten, namen de sociaal-democra
ten deel aan het applaus, niet echter de
communisten. De interpellatie van den
söcialistischen spreker Daniel Mayer op
haar beurt werd herhaaldelijk onderbro
ken door applaus, waaraan wel de rech
terzijde deelnam, terwijl de communisten
erbij zaten alsof zij niets hoorden. Ter
rechter zijde dacht niemand er bovendien
aan het patriotisme en de eerlijkheid
de zakelijkheid zelfs, aldus spreker in
twijfel te trekken van de motleven, op
grond waarvan hjj niet bij voorbaat het
weder-aanknoopen van onderhandelingen
met Ho Tsji Minh wilde uitsluiten. Het
komt er slechts op aan, aldus Daniel
Mayer, dat degenen, met Wie wjj onder
handelen, aan het vertrouwen van hun
volk het noodige geza,? antieenen om de
gesloten accoorden te doen naleven; met
Ho Tsji Minh, wanneer het slechts Ho
Tsji Minh kan zijn. „Als die tenminste
nog leeft", interrumpeerde hier minister
president Ramadier. „Het is lang geleden,
dal; men iets van hem heeft vernomen.'
Kort na deze belangwekkende Interruptie
verdaagde Herriot de zitting tot Dinsdag
middag-; zich daarbij ongetwijfeld afvra
gend voor welke vuren hij dan weer zal
komen te staan.
Bij dit alles mag het een geluk heeten,
dat door het ontbreken van de Parij-
sche dagbladen aan dezen oorlog ln het
parlement het verlengstuk naar buiten
otbreekt. Providentieele beschikking of
alleen maar sluwe vooruitziendheid van
Ramadier die Dinsdag het tusschen de
dagbladeigenaren en het drukkersperso-
neel gesloten accoord verwierp?
ZONDAG 16 Maart. 4e Zondag van de
Vasten. 2 a cunctls 3 voor levenden en
overl Credo. Praef. V d. Vasten. MAAN
DAG: H. Gertrudis 2 H. Patricius. 3 v. d.
dag. Praef v/d Vasten. Laatste Ev. v/d dag.
Of; Mis v/d dag. 2 H. Gertrudis. 3 H. Patri
cius. Praef. v d Vasten. DINSDAGH.
Cyriilus van Jerusalem. 2 v d. dag. Credo.
Praef. v d Vasten. Laatste Evang. v. d.
dag. Of; Mis v d. dag 2 H. Cyriilus v.
Jerus. Praef v d Vasten. WOENSDAG:
H. Joseph. 2 v. d dag. Credo. Praef v d,
H Joseph. Laatste Evang v. d. dag.
Haarlem (behalve Amsterdam)2 H Sa-
cram. v. Mirakel. 3 v. d. dag Credo.
Praef. v. d H Joseph. 'Laatste Évang. v.
d. dag. DONDERDAG:' Utrecht en Haar
lem (beh A'dam)H. Wulfrannus 2 V. d.
dag. Praef. v. d. Vasten. Laatste Ev. v d
dag. Of Mis v. d. dag. 2 H. Wulfrannus.
Praéf. v. d. Vasten Den Bosch en Breda;
Mis v. d dag. 2 en 3 als Zondag Praef.
v. d. Vasten Roermond; H.H. Landoaldus
ei Gezellen. 2 v a dag. 3 A cunctls. 4
v. d. Bisschop' Praef. v. d. Vasten Laatste
Evang. v. d. dag Of: Mis 'v. d. dag. 2 H.H.
Landoaldus en Gez. 3 A c'unctis 4 v. d.
Bisschop. Praef. v d vasten. Amsterdam;
H Sacrament van Mirakel. 2 v. d. dag.
Sequentia Credo. Praef v. Kerstmis.
Laatste Evang. v d. dag. VRIJDAG: H.
Benedictus, 2 v. d dag Praef. v. d. Vas
ten Laatste Evang v. d. dag. Of: Mis v
d dag. 2 H Benedictus Praef. v. d. Vas
ten. ZATERDAG'; Mis v d. dag. 2 A cunc-
tis 3 voor levenden en overledenen Praef
v d vasten. ZONDAG 23 Maart. Passie-
Zendag 2 voor Kerk of Paus. Credo.
Praef. v. h. H. Kruis.
rw
De Imperium-trein.... zooals de Zwitsers hem zien
Eskimoosch „Onze Vader" Geen poetsen meer
Een
In één gebied van de wereld zal in de
toekomst een afwijkend- „Onze Va
der" worden gebeden, wanneer het
hieuwe Eskimosche „Onze Vader" zal
Zijn vastgesteld. Missionarissen, die on
der de Eskimo's werken, hebben name
lijk een wijziging voorgesteld, omdat
hun bekeerlingen geen brood kennen.
Het woord „brood" in het gebed zal dus
vervangen worden door „voedsel", om
een formule te gebruiken, die meer in
overeenstemming is met de plaatselijke
omstandigheden.
In het Brltsche Lagerhuis werd een
dezer dagen met luide instemming
de mededeeling begroet, dat de Brlt
sche soldaten in de toekomst de tijd
rovende bazigheid van koperen knoo-
Pen inwrijven en poetsen niet meer
Zullen behoeven te verrichten. De- uni
formen zullen van aluminium-knoopen
borden voorzien, welke niet dof worden
Geurende reclame een oud idee
wordt door een professor aan de
universiteit van Oklahoma op het
oogenblik in practijk gebracht. Er be
gaat, volgens dezen „geuren-deskundi-
8e", reeds reclamedrukwerk, dat ruikt
a's de levensmiddelen die er op zijn af
gebeeld. In het laboratorium van de uni
versiteit wordt gewerkt aan de uitvoe
ring van de eerste order, afkomstig van
oen restaurateur in San Diego, die
V-'enscht, dat de afbeeldingen van
vleeschschotels op zijn reclamedrukwerk
het zoo ruiken als de coteletjes en bief-
stukjes zelf. Maar ook op ander gebied
®aat men de nieuwe mogelijkheden ge-
wuiken. Zoo is er ook „menscljenlucht'
gefabriceerd, waarmee men in Oost-
Amerika de herten wil verjagen, die de
te velde staande gewassen vernielen.
De menschenlucht moet de dieren af
schrikken.
Wanneer dit alles dus in werkelijk
heid wordt omgezet, zullen monsters
van waren de mededeeling kunnen be
vatten „volgens bijgaande geuren".
Hoe- het Engelsche Imperium het niet
alleen in de werkelijke, maar ook
in de niet werkelijke caricaturale
wereld hard te verduren heeft, toont bij
gaande teekening uit het Zwitsersche
blad „Die Weltwoche". „De Imperium-
trein, zooals de Zwitsers hem zien",
schreef een Engelsch blad erboven. Zwaar
puffend sjokt de sleep voort. Attlee staat
achter het stuur en Shinwell kijkt in den
leegen kolenwagen. Churchill maakt zich
over dit en vele andere dingen hevig
kwaad, terwijl Eden zijn kalmte bewaart.
Schotland lijkt tevreden en speelt als ge
woonlijk doedelzak. Het Engelsche ko
ningspaar reist op den volgenden wagen in
gezelschap van een struisvogel door
Zuid-Afrika. Nieuw-Zeeland, Australië en
Canada worden vervolgens door een
spartelend Maorie-kind. een kangeroe en
Mackenzie King met een atoombom on
der zijn arm voorgesteld. Ierland ziet er
eigenlijk nog het beste uit, maar in Pa
lestina en India is het moord en dood
slag. Terwijl een Arabier en een Jood
elkander in den Palestina-wagen te lijf
gaan, maakt een John Buil stiekum de
koppeling van den Britsch-Indischen
wagen los, waar Gandhi een met een
kromzwaard werkenden Mohamme
daan tracht te
wurgen. Egypte is al
ontspoord en ligt
languit langs de baan.
Dat is de Impe
rium-treinzooals
de Zwitsers hem zien.
De teekening wint
nog, als u hem van
achter naar voren
bekijkt. Want na alle
ruzie en narigheid in
het Imperium volgt
dan de herrie in
eigen huisen
Shinwell's leege ko
lenbak.
Maar nogmaals....
de zich in vele boch
ten slingerende Im
perium-trein.zoo
als de Zwitsers hem
zien.
aiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiu
1ste JAARGANG I
HiiiiiiiiiiiiMiriiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiir;
O out
nimmiiimitiiiimmmnmimmmii;
Het begin van de Mirakelprocessie, zoals die vroeger
door Amsterdam trok. Afbeelding naar het schil
derstuk, aanwezig in het Begijnhof te Amsterdam.
Je ziet. hoe St. Joris te paard, met voortgetrokken
draak, de stoet voorafgaat. Daarachter lopen de
schutters met hun hand. en voetbogen. Daarna
volgen priesters met vaandels. (Volgende week een
ander gedeelte van de processie).
Hoe in vroeger eeuwen
een kleurige stoet door
Amsterdam trok
V
Weer zal morgen en volgende
Zondag een lange stoet van
mannen en jongens in de stilte
van de nacht door de straten
van oud-Amsterdam trekken.
Stil biddend en overwegend
zullen zij dezelfde weg volgen,
waarlangs eens honderden jaren
geleden de plechtige Mirakel
processie trok, om het grote
wonder te herdenken.
Ja, daar hadden jullie bij
moeten wezen. Dat was eerst
een stichtende rondgang. Niet
alleen alle Amsterdammers,
maar ook ieder uit omlig
gende dorpen, die maar enigs
zins kon, was bij dat grote feest
tegenwoordig.
Maar wat was Amsterdam
toen mooi.
Dagen en dagen waren allen
druk in de weer geweest, om
's Heren straat in orde te ma
ken. Alle huizen, waarlangs de
plechtige stoet trekken zou, wa
ren met groten en bloemen en
tapijten versierd. Stratenmakers
waren rondgegaan, om alle kui
len te dichten en al het straat-
vuil was verwijderd.
En als dan eindelijk de dag
van de processie gekomen was,
was Amsterdam ook tjokvol van
inwoners en vreemdelingen, die
het verheven gebeuren eerbiedig
kwamen gadeslaan of in de stoet
meeliepen.
Zo gauw de zes klokken van
de kapel van de H. Stede in de
Kalverstraat het begin van de
processie hadden aangekondigd,
begonnen ook de klokken van
Oude en Nieuwe kerk en
van de vele kloosters te
lulden, te luiden, dat het da
verde en klonk over al die dui
zenden, die zich langs 's Heren
weg hadden opgesteld. De be
woners van die^weg ontstaken
hun klaar gezetté kaarsen voor
ramen en deuren en de schout
dienaars zetten de weg af, op
dat de stoet ongehinderd kon
voorttrekken. De st. Antonius-
en St. Comelius-varkens, die
anders vrij over de straten
mochten rondzwerven, om door
de bewoners vetgemest te wor
den, waren reeds dagen te vo
ren veilig opgeborgen.
Natuurlijk ging de grootste
belangstelling uit naar de
wonderbare H. Hostie, die zelfs
bij de grote brand van 1452 ge
spaard gebleven was. Maar
iedereen genoot ook van al het
kleurige en fleurige dat het Al
lerheiligste vooraf ging. Wat
was het geen leuk gezicht ach
ter de kruisdrager de talrijke
bruidjes met haar gouden vleu
gels te zien voortstappen. En
dan die vaandels! Die vele en
veelkleurige vaandels! Ieder
gilde had z'n eigen vaandel en
vaak ook nog èen prachtig beeld
van z'n patroonheilige. De de
kens en overheden van de gil
den stapten statig mee, gehuld
in hun deftige mantels. Zan
gers, van Oude en Nieuwe
kerk, trommelslagers en pijpers
luisterden met hun gezang en
muziek de stoet op.
- - vV
W
Deze week gaan we een zeil
bootje tekenen. Je mag zelf een
mooier maken dan bijgaand
voorbeeld, want dat kunnen
jullie toch zeker wel.
Het belangrijkste is als je
een boot tekent, dat meestal de
mast bijna net zo hoog is als de
lengte van een schip. Daar
worden altijd fouten mee ge
maakt. Soms is de mast, vooral
bij kleine zeilscheepjes, nog ho
ger dan de lengte van het
bootje. Bekijk maar eens een
zeilschip in een gracht of vaart.
Dus een flinke hoge mast te
kenen en die staat altijd een
beetje schuin naar achter ge
richt. De.ik ook, als je het zeil
tekent, goed er bij na, dat, als
de windrichting van achter
komt, dan het windvaantje in
de top van de mast óók in de
zelfde richting moet waaien.
En in de verte teken je een
horizon, dat is de gezichtsein-
(Feestdag 15 Maart)
De H. Gertrudis of St. Geer
trui, zoals zij in Zuidelijke lan
den wordt genoemd, is een be
kende Heilige geweest, die -fan
526 tot 659
leefde. Dat ge
tuigen wei de
vele kerken,
die in ons land
naar haar zijn
genoemd.
Zij stichtte
een groot
klooster te Nij-
vel, ten Zui
den van Brus
sel.
Ook de stad
St. Geertrui-
denberg (N.
Br.) is naar
haar genoemd.
En in de Oos-
ter-Schelde bij Bergen op Zoom
is een St. Gertrudisbron, die,
hoewel midden in het zoute zee
water gelegen, nog steeds zoet
water voortbrengt.
der, dus de verte komt er dan
op te staan.
Het geheel kun je aardig met
krijt, waterverf of ecoline Meu
ren.
De kleinsten doen toch ook
zeker mee?
Volgende week bespreken wij
in de tekenles de ingezonden
wapens.
3 Maart 1947 heeft men ln
Amerika de 100ste jaardag ge
vierd van de geboorte van
Alexander Bell, de uitvinder van
de telefoon.
Hij was leraar aan een doof-
stommenschool. Toen hij on
derricht gaf, hield hij zich te
vens bezig met onderzoekingen
omtrent aard en wezen van het
geluid en verband tussen
electriciteit en telegrafie. Bij
zijn proefnemingen met een
instrument, waarbij hij pro
beerde signalen door punttekens
Nieuwste vinding op telefoon-
gebied in Amerika: telefoon
toestel in een auto.
De eerste telefoon bestond uit een
houten kastje en een batterij
over een enkele lijn over te
brengen, ontdekte hij het
grondbeginsel van de telefoon:
de overbrenging van geluid
door electriciteit.
10 Maart 1876 bracht Bell de
eerste verstaanbaar gesproken
zin langs electrische draad
over Twee jaar later werd een
schakelbord voor 21 telefoons
ingericht te Nieuw-Haven
(Amerika). Ook Edison had
zo'n toestel gemaakt, maar Bell
gebruikte de telefoon voor al-
gemeene doeleinden.
Het eerste eenvoudige toestel
van Bell is in 70 jaren tijd uit
gegroeid tot een samenhangend
geheel, dat over geheel Ame
rika meer dan 30 millioen tele
foons met elkaar verbindt. Bij
de telefoonbedrijven in Ameri
ka zijn thans niet minder dan
400.000 personen werkzaam.
De vooruitgang van de tele
foon zie je het best als je dat
vierkante houten kastje met
batterij vergelijkt met een te
lefoontoestel in een auto, dat
via een radio-inrichting in
werking komt. De Amerikanen
kunnen, terwijl zij in een auto
zitten bijv., naar huis of kan
toor telefoneren.
Frans, Rinus, Wout, Henk en
Jan waren dikke vriendjes. Zij
gingen op dezelfde school en
zaten ook in dezelfde klas. Ook
waren ze van ongeveer dezelfde
leeftijd en hielden van grapjes.
Vooral Wout wa« enig in het
uitdenken daarvan.
Op een keer zei Wout: „Zeg,
willen wij Woensdagmiddag
eens gaan vissen?'" Ja, dat wil
den ze wel. Thuis er over ge
praat, wat vistuig bij elkaar ge
zocht en 's middags gingen ze
dan vissen. Het ging goed Ri
nus kreeg beet Frans haalde
een visje op. Bij Henk lukte
het niet, terwijl Jan alle aan
dacht op zijn dobber gevestigd
had. Zij hadden er echt plei-
zier in.
Opeens zag Wout de veld
wachter aankomen. „Jongens,"
zei hü, „daar heb je Doris de
veldwachter"; ze wilden wel
weg, maar dat ging niet meer.
Hij zei: „Jullie mogen hier niet
vissen; het mag alleen als je
in bezit bent van een visacte."
Nou, het liep daarmee af en
ze konden dan ook met die
waarschuwing naar huls gaan.
Weer waren ze bij elkaar.
„Zeg, jongens, ik ga morgen
op het gemeentehuis voor ieder
een visacte halen en dan gaan
we volgende Woensdag echt vis
sen. Vinden jullie dat goed?"
Ja, ja, dat was goed.
Zo gingen ze dan weer vissen.
Alles ging best, totdat Wout
weer Doris de veldwachter zag
aankomen. „Jongens," riep
Wout, „daar heb je hem weer,
gauw, kom mee lopen lo
pen!" Zij liepen langs kronkel
paadjes, sprongen over sloten,
tot ze bijna niet meer konden.
Daarna gingen ze aan de bos
kant zitten; ze hadden zeker
wel een kwartier gelopen. Maar
daar kwam opeens Doris de
veldwachter hijgend uit de bos
kant, Och, wat was die man
vermoeid, want hij had ook
hard achter hen aangelopen en
kwaad zei hij: „Zo, rakkers,
eindelijk heb ik jullie te pak
ken. Ik zal jullie opschrijven
en dan krijg je een flinke boe
te." Wout zei: „Waarvoor?"
„Wel, omdat jullie zonder vis
acte aan het vissen waren." Nu
haalde ieder echter zijn visacte
te voorschijn.... en Doris, de
veldwachter, stond versteld.
„Lelijke kwajongens die jullie
zijn, waarom laten jullie mij
dan zo hard en zo ver lopen?"
Doris zag blauw van woede en
ging mopperend weg. Toen hij
uit het gezicht was, zaten ze
nog lang onbedaarlijk te lachen.
Wat hadden ze Doris fijn te
pakken gehad.
(Ingezonden door Jack
van Bergen)
door HANS VERHOEVEN
13)
„Kom, mijnheer Winnink", zei do
commissaris vriendelijk, „trekt u het
zich niet zoo aan
Hij verdiepte zich weer in den brief
en las hem tot het einde door. Daarna
reikte hij hem over aan Lankman, -die
het papier dusdanig hield, dat dokter
Masselink kon meelezen.
In forsch, ntannelijk schrift stond er
het volgende:
Amice,
„Zoo pijnlijk vind ik het je met de
ze kwestie lastig te vallen, dat ik er
niet toe kan komen er met je over te
praten. Ik kies daarom dezen vorm,
in het vertrouwen je ontvankelijk te
vinden voor mijn moeilijkheden, die,
daarvan ben ik overtuigd, jou even
zeer in een lastig parket brengen.
Toen je me verleden jaar vertelde
financieelen bijstand noodig te hebben
om aan zakelijke verplichtingen te
kunnen voldoen, heeft het me een
bijzondere voldoening geschonken ie
naar vermogen te helpen. Ik behoef
daar niet verder op in te gaan; wij
kennen elkaar te lang om vele en
groote woorden te gebruiken. Hei heeft
me toentertijd oprecht verheugd, dat
je door mijn vijf miile die moeilijk
heden gedeeltelijk te boven bent ge
komen. En het ls juist bat besef, wat
me zoo lang heeft doen aarzelen met
je te vertellen, wat ik ten slotte wel
gedwongen ben te doen: kerel, ik heb
momenteel zelf dringend geld noodig
en moet je verzoeken het geleende
geld terug te betalen, zoo mogelijk
spoedig.
Je weet, dat dit Seld practisch mijn
geheele reservekapitaal uitmaakte. Ik
heb lang gescharreld en geprobeerd
een anderen uitweg te vinden, doch
ik ben er niet in geslaagd.
Ik voel diep aan, dat 't in zekeren
zin laf van me is deze aangelegenheid
niet met je uit te praten, maar ik kon
het niet. Ik wist niet hoe ik er rr.et je
over moest beginnen, vandaar, dat ik
ten einde raad mjjn toevlucht heb
genomen tot het schrijven van dezen
brief, dien je, hoop ik, met begrip zult
lezen.
Het is mijn vurige wensch, dat deze
kwestie onze vriendschap onberoerd
zal laten. Aan den anderen kant ver
trouw ik gaarne, dat je kans zult zien
aan mijn verzoek te voldoen.
Eva weet van niets; ik wil er haar
graag buiten houden.
Met hartelijken groet,"
en daaronder volgde Winnink's hand-
teekening.
Zwijgend legde Lankman het epistel
op tafel. Hij wachtte tot zijn chef zou
spreken, begrijpend 'wat de uitbarsting
van Winnink had te beteekenen. Het
kon niet anders of de man maakte zich
de felste verwijten dezen brief ooit te
hebben geschreven. Als Winnink met
zijn vriend gesproken had, zou het ge
volg vermoedelijk niet zijn geweest, dat
deze thans levenloos op het bed in zijn
slaapkamer lag.
Van Dollem Brenia schraapte zijn keel,
op zoek naar de juiste woorden om
Winnink wat te bemoedigen. De advo
caat zat nog steeds in dezelfde houding,
voorovergebogen, met zijn gezicht in de
handen.
„Tja....", begon hij, „ik kan mij
voorstellen in welke richting uw ge
dachten gaanToch moet ik herha
len wat ik zoo juist zei: trekt u het
niet al te erg aan. Niemand toch kon
hebben verwacht, dat een dergelijke
brief een dusdanig catastrofaal gevolg
zou hebben. Ik kan °ok n'et aannemen,
dat zijn schuld aan u zün eenige bron
van zorg was. Hü had immers eerst met
'U kunnen praten. Nog afgezien van bet
feit, dat niets een zelfmoord recht
vaardigt" de commissaris voegde dit
er haastig aan toe, want hü was een
man van strenge principles „komt mi)
dit toch als een te zwakke grond voor.
Tenzij hij tot die daad is gekomen in
een vlaag van verstandsverbijstering.
Was hij, voor zoover u dat kunt be-
oordeelen, geestelijk normaal?"
Winnink had zich onder het praten
van den politiechef opgericht en dacht
een oogenblik na. Voordat hij kon ant
woorden, was dr. Masselink evenwel op
de laatste veronderstelling ingegaan:
„Een vlaag van verstandsverbijstering
lijkt mij niet waarschijnlijk, zei hij. Het
innemen van vergif is meestal een wel
overwogen daad. Er zit niets plotselings
in, zooals dat het geval kan zijn blj de
abrupte opwelling een schietwapen te
gebruiken. Je kunt een revolver in de
lade van je bureau hebben liggen, die in
een periode van geestelijke afwijking
grijpen en je daarmee van het leven be-
rooven. Vergif moet je echter op een of
andere, meest slinksche, manier in je
bezit zien te krijgen. Daar gaat tijd mee
heen en juist dat tijdsverloop klopt niet
met een plotselinge afwijking."
„Als ik het wel heb, was de heer Bark
hof groothandelaar in pharmaceutische
producten. Best mogelijk, dat hij vergif
bij de hand had", meende Van Dollem
Brenia.
„Ik zou het liever anders stellen",
hernam de deskundige. „Ik neem aan,
dat hij in zijn positie gemakkelijker
aan vergif kon komen dan de meeste
andere menschen, maar zelfs een groot
handelaar in pharmaceutische produc
ten pleegt niet met dat goedje in zijn
zak te loopen".
De commissaris stond met een zucht
op.
„Hoe het ook zij. het feit zelf bestaat
en de vraag hoe hij er toe is gekomen
heeft per slot van rekening alleen aca
demische waarde".
Nog altijd betreuren wfj het diep dat
de oorlog spelbreker was in de prachtig
op gang zijnde actie „Naar de Nieuwe
Gemeenschap". We herinneren ons hoe
het maandorgaan van deze actie groote
gemeenschappelijke gebeurtenissen aan
kondigde, welke door den oorlog geen
van alle doorgang hebben kunnen vin
den.
Maar is dan nu niet de tijd gekomen,
die, toen misschien te vroeg ontworpen,
plannen te gaan uitvoeren?
Laat het vorenbedoelde bureau voor
overleg nu komen met plannen, b.v. voor
het gezamenlijk door de katholieken vie
ren van een Feest van den Arbeid. Ver
plicht onze katholieke sociale ideologie
ons niet als katholieken minstens prin
cipieel gelijk te denken over de waarde
van den arbeid en van den arbeidenden
mensch? Zoo ja, dan wordt het tijd, dat
niet alleen de arbeider voor de erken
ning van deze waardigheid demonstreert,
maar dat werkgever en intellectueel,
middenstander en boer niet alleen in ge
dachten schouder aan schouder staan,
maar dat in een gemeenschappelijke
demonstratie toon en.
Idealen moeten meestentijds van be
neden af groeien. Laat ons niet wachten
op een initiatief van een centraal bu
reau; laten Am teer dam en Haarlem,
Rotterdam en Utrecht, laten de organi
saties in onze groote steden het initiatief
aandurven.
Laat Nederland zien, dat de Katholie
ken van Nederland gelijkelijk progres
sief denken over de maatschappelijke
ontwikkeling.
Laat ons maatschappelijk Credo Ne
derland vervullen van blijde hoop en
eerlijke instemming.