Voortref f eli jk werk van twee van formaat Belgen iü ra (hlfDt R V.hauw c DE SCHADUW van DJENGIS KHAN J f Teruggang van Orson Welles r Wij luisteren naar- No. 32 1 Ridders de orde zware klokken mm Mijn naam is Thomas Lettergroep -koppelraadsel O KOUSEBAND van de H. Aloysius TEKENCURSUS 4 •- - US$£- 1 ZATERDAG 21 JUNI 1947 PftGfm 4 BRUSSELS FESTIVAL SCHAAKRUBRIEK 1 wm 4 Wm Uitbreiding postverkeer V. Over gesproken ~W£r Ldie terugkeerde door BARBARA BOWER (&4UU veroolltdJ Na de hoogtepunten van Lara en Reed, die overigens nauwelijks hoogtepunten genoemd konden worden, zyn we weer schielijk terugge zakt naar een niveau, dat in onze dagen niet meer aanvaardbaar kan heten. De Argentijnen hebben een paar films op ons losgelaten, die sterk de indruk ma ken twintig jaar geleden gemaakt te zijn. We hebben de straf dan ook niet tot het einde uitgezeten en hebben de zomerse lucht van de hoogste toppen der Brusselse heuvelen verkozen boven de tranenrijke taferelen van Zuid-Ame- rika. Ze zijn ook niet te harden, die melo drama 's, waarin de dialogen, monologen, telefoongesprekken, huilpartijen eindeloos zijn en waarin de situaties zo nadrukke lijk geforceerd worden, dat geen sterveling er iets van gelooft, ofwel de gebeurtenis sen zo afgezaagd aandoen, dat zij ln een ver verleden terug schijnen te liggen. In een film. die de dreigende titel van Ange Nu draagt, maken we kennis met een meiske. dat haar vader financieel bergaf ziet caan en op middelen zint om hem te redden. Zy kan zulks door toe te geven aan het verlangen van een beeldhouwer, die haar onder niet nader te noemen con dities wil conterfeiten. Het kind denkt er aanvankelijk niet over, doch, ziende, hoe Pa er aan toe is, besluit zij op de char mante suggesties van de breedsprakige artist in te gaan, welk besluit haar door haar plicht" wordt ingegeven. Zij incas seert de klinkende munt en pleegt zelf moord ter plaatse waar ze model bad moe ten staan. Zo !s iedereen tevreden, zelfs de geërgerde toeschouwer, die lang voor het einde het hazenpad gekozen heeft. En dit zou alles geweest zijn voor van daag. hadden we niet het "goede denk beeld gehad een samenkomst te arrange ren met de twee bekendste Belgische film makers, Cdarles de Keukeleire en Henrl Storck. die ons enkele van hup werken hebben getoond. De Keukeleire hebben we ongeveer twintig jaar geleden in Amsterdam ont vangen, waar hij een inleiding nield voor zijn eerste korte films die een niet erg geestdriftig onthaal hebben gevon den. Sindsdien is De Keukeleire van de dwalingen zijner jeugd teruggekeerd en heeft hij zijn vorm gevonden, hetgeen onder meer blijken mocht uit zijn film Le Fondateur, die het leven van Leo pold de Eerste in beeld brengt. De film munt uit door een uitnemend inzicht in de eisen der cinematografie. In tegen stelling tot zijn vroeger opzettelijk avant- gardisme hanteert De Kreukeleire hier zijn instrument met een rustige zeker- LADDER WEDSTRIJD. Oplossing van de tweezet no. 790 van J- Rayner, „Septembijp" 27 April 1947. Onvolledig tempoprobleem. Op alle zetten van zwart heeft wit een matzet gereed, behalve als zwart e6e5 speelt. De sleutelzet moet het ontbrekende mat aanvullen. 1. Rb8! e«eö (zwart blokkeert e5)2. Kc7 inter- feientiemat. Wij doen een greep uit de talrijke varianten: 1Te3, 2. Kc5 mat. 1Re3. 2. Pxc3 mat. Grimshaw- interferentie. Hier volgen nog twee zwar te blokkeringen1Rd4, 2. Kd6 mat. 1 Tf3, Dxe6 mat Konings-batterij- spel in sublieme stijl. 1. Td3 wordt weer legd door Txd3 en 1. Df6 door e6eö. Wij danken het probleem aan de heer J. Verheggen, Brussel, die evenmin als wy kon achterhalen wanneer en waar het voor het eerst gepubliceerd is. Probleem no. 793 a b d e t g b Wit geeft mat in twee zetten. Oplossingen binnen drie weken te zen den aan Jos Divergé. Binnen Brouwers straat 40. Amsterdam-C. MEIWEDSTRIJD V. D. PION AMSTERDAM Eregroep B Franse verdediging Wit: G. Coomans Zwart: Th. Renckens. 1. e2e4, e7—e6; 2. d2—d4, d7—dö; 3 •4>:d5. (De speelwijze van de onsterfe lijke Morphy.) 3e6xd5; 4. Pblc3 PgSf6; 5- Pgl—f3. (Het is beter hier eerst Rd3 te spelen en daarna het paard naar e2 te spelen.) 5Rf8d6; 6. Rfld3, 0—0: 7. 0—0, Tf8—e8? (Hier was Rg4 of c6 beter.) 8. Relgö, Rc8 g4? (Kost een pion.) 9. Rg5xf6, Dd8xf6; 10. Pc3xd5, Df6h6. (Tot hier heeft zwart ncgal slap gespeeld; met deze zet begint hy een fraaie remise-combinatie.) 11 h2 -h3. (Hierna is remise onvermijdelijk. Scherper en waarschijnlijk ook beter zou hier h4 geweest zijn.) 11Rg4xh3; 12. g2xh3, Dh6xh3; 13. Pdö—e3. (Ook Pf3— eö baat niet, wegens Txeö enz.) 13. „...Te8xe3; 14. f2xe3. Remise. Annotaties van A Tebben. heid, nochtans ieder ogenblik belijdend, dat hij zijn middelen zuiver wil aanwen den. Zijn hele film bestaat int een hoe veelheid fotografieën, grafieken, afbeel dingen, uit dood materiaal dus, doch hij weet dit dode materiaal te ordenen in een aangename beweging, die de vele momenten uit Leopold's leven tot een rhythmische reeks beelden verenigt en aldus een levendige stroom van voorstel lingen onderhoudt, waarnaar men met voldoening en aandacht kijkt. De film bezit een juiste lengte, is nergens breed sprakig, gaat op de man af en ml ook de niet-Belgische toeschouwer boeien. Een reden om de wens uit te spreken, dat Le Fondateur ook in ons land zal worden vertoond. De films van Storck kan men het, best waarderen in de orde van het cinema tografisch verslag, wanneer men onder een verslag iets meer wil verstaan dan een koele, nuchtere reportage. Want het dient gezegd dat Storck niet alleen een nauwkeurig observator is, die essentie van een situatip weet te vangen, maar dat hij tevens het vermogen bezit zijn waarnemingen in een suggestieve vorm te presenteren. Zijn film „Blij Herleven" getuigt dit volop. Hier neemt hij de bad plaats Ostende als onderwerp, zoals de stad met haar strand herleefde na de bevrijding en weer de levensvreugde en het optimisme kon vertegenwoordigen, waarnaar de Europese mensheid zovele jaren vergeefs had gesnakt. Er is in deze film iets voelbaar geworden van dit ver langen en zij dankt dit aan de voor treffelijke vorm, waarin Storck zijn beelden voordraagt. Overigens kon ook een fragment van zijn Boerensymphonie ons van Storck's bekwaamheden over tuigen. Hier entameert hij een rustiger rhythme. dat de indruk schijnt te ves tigen het rhythme van de boerenarbeid te suggereren doch ook hier domineren de gang der beelden en de associatie der voorstellingen. Intussen: de film over Ostende zou in Nederland eveneens een goed figuur ma ken en wel in het bijprogramma der bioscopen, waarin zjj, gezien hun leng te, precies zouden passen. Met De Keukeleire en Storck bezit België een tweetal filmkunstenaars van formaat, die niet alleen voortreffelijk werk leveren, doch ook in theorie wijze lessen verkondigen, zoals trouwens reeds bleek uit De Keukeleire's boek „Le Ciné ma et la Pensee", onlangs door onze Brusselse correspondent met waardering besproken en dat met de films de aan leiding werd tot onze gesprekken. Het was in deze conversatie een voldoening te constateren, dat deze twee voor zich zelf hebben uitgemaakt, waar het ge heim van de filmkunst schuilt en wat zij verplicht zijn aan de middelen, waarmede zij werken. Om te besluiten nog een film, die niet in het Festival is opgenomen, zoals zij dat ook niet in Cannes was, n.l. „Citizen Kane'> van ,en met Orson Welles. Deze film werd gemaakt vóór „The Stranger" en men verbaast zich over de enorme teruggang van Welles, die in „Citizen Kane" een vormvermogen aan de dag legt, zoals men in jaren niet heeft ge zien. Althans voor zover het de speel film betreft. Wat hij in dit fantastisch verhaal van een krantenkoning aan durft, is heel wat. Hij behandelt het thema, dat overvloeit van dramatische gebeurtenissen, bijna doorlopend als een documentaire film en bereikt daardoor een spanning, die geen enkele Holly- woodse, nooh enige andere film der laatste jaren bezit. Men kan opmerken, dat zijn verhaal weinig geestelijke rijk dom demonstreert, doch wat er te ver tellen valt omtrent de gesteldheid en cie gemoedsaandoeningen van zijn held, weet Welles met nauwkeurigheid en suggestieve kracht uit te beelden. Met dit voorbeeld voor ogen zouden bekwame, doch tot concessies geneigde filmmakers aanzienlijk beter werk voor de dag kun nen brengen. Welles zelf niet op de laatste plaats. L>bg. In het postverkeer met Duitsland zijn voortaan zij het met enige beperkin gen ook geïllustreerde briefkaarten en zakenbrieven toegelaten, terwijl naar Japan behalve gewone briefkaarten ook niet-aangetekende brieven t.m. 2 K.G. verzonden kunnen worden, 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. DOOPVONT SPORTDAG- REGENBUI ORGANIST HOVENIER VRIJGEZEL ANECDOTE BEDELAAR KAPELAAN ZINGENOT ERVARING REGENBAK BOOSHEID ZUURDEEG SCHEPPER KLARINET KAMENIER SCHOMMEL KANUNNIK INSTINCT ADORATIE PUTEMMER VOORDEEL ENTREPOT APOTHEEK OPPERMAN ROM1ANIST BROEIKAS WELSTAND OVERGANG NICOTINE AAMBEELD Uit elk woord neemt men twee opeen volgende letters. Van elk viertal naast elkaar geplaatste woorden worden de viermaal twee opeen volgende letters in de volgorde van deze vier woorden aaneen geschreven. Er ont staan dan de namen van .plaatsen, welke gelegen zijn in <fe volgende provincies: 1. Zuid-Holland: 2. Zeeland: 3. Utrecht; 4 Overljsel; 5- Gelderland; 6. Noorö-Bïa- bant: 7 Friesland; 8. Limburg. By juiste oplossing geven in deze volg orde de beginletters van deze plaatsna men de naam van een Noord-Hollandse plaats te lezen. Inzendingen tot en met Dinsdag 1 Juli op open briefkaart aan 't Kasteel van Aemstel fafd. Prijsraadsel) N.Z. Voorburg wal 6573. Amsterdam. Oplossing 7 Mei: De beide beginregels van het bekende vaderlandse lied, dat door Richard Hol is getoonzet, luiden d-us: „Waar de blanke top der duinen „Schittert in den zonnegloed" Na loting werden de prijzen toegekend aan: L. M. Zeldenthuis, Balistraat 127, Amsterdam; G. Boos, Jan Haringstraat 66 Haarlem: P. W. v. d. Poel, Oosteinderlaan 3C a. Hillegom; B. Hom, Hendrik Smit straat 30, Hilversum: T. S. Leurs. Burg. de Raadtslngel 7, Muiden: Alida Dittma". rusthuis Maria, Koningslaan 4, Amster dam. 0 E N E A L 40 43 38 47 3 45 E N G D 37 41 44 48 N Z D W 0 A 43 39 36 1 46 3 N R T R A E 35 32 29 4 9 6 T I B K 30 34 7 11 T I E N D L 33 38 31 10 5 8 N S U E E P 32 25 30 17 12 15 H E 0 R 27 33 14 18 N 1 C D D T 34 31 36 19 16 13 Zaterdag HILVERSUM II 415 M. 17.00 Wigwam 18.00 Piano-orgel 18.15 Weekoverz. 18.30 Buffalo Bill 19.00 Nieuws 19.20 Fantasia 19.45 Banden die binden 20.05 Gewone man 20.12 Act. 20.20 Wie wee» 20.30 Lichtbaken 21.00 Weekend serenade 21.30 Muz. tombola 21.50 AjaxBI. Wtt 22.05 Brab. ca baret 23.00 Nieuws 23.15 Dag boek 23.20 Phil. ork. HILVERSUM I 301 M. 16.15 Speeltuinwerk 16.45 Piano-viool 17.00 Sportpr. 17.15 Coro Belmonto 17.30 Om de twintig 18.00 Nieuws 18.15 Walsmuz. 18.30 Strijdkr. 19.00 Zang 19.20 Trio (Brahmsi 19.30 Jeugd 19.45 Ned. In Duitsl. 20.05 Varia 20.15 Oké 21.30 Rarrtblers 22.00 Hoorspel De El- lendigen 4e d. 22.30 Fr. cabaret 23.00 Nieuws 23.15 Dansmuz. Zondag HILVERSUM II 415 M. 8.00 Nieuws 8.15 Man tot man 8 30 Morgenw. 9.30 Nieuws 9.45 R. Gurlln piano 9.55 Hoogmis 11.30 Trio V. Renesse 12.03 Pats Waller plano 12.15 Boeckhuys 12.30 KI. v. Beeck 13.C0 Nieuws 13.20 KI v. Beeck 13.45 Apologie 14 05 Gooise kring (sextet) 14.45 Jura reis met muz. 15.00 Gooise kring 16.00 Hoorspel geschiedenis van een geluk 16.30 Zlekenlof 17.00 Kerkd 18.30 Arnh. Ork. Ver. 19.15 Bij bel 19.30 Nieuws 19.45 Bach 20.07 Gewone man 20.15 Zilvervloot 21.00 Kareol sept. 21.15 Hoorsp. Auto of Karos 22.00 Flitsen kam- pioenswedstr. 22.30 Nieuws 22.50 Peter Kreuder piano 22.55 Dagbdek 23.00 Phil. ork. 23.40 Balletmuz. HILVERSUM I 301 M. 8.00 Nieuws 8.15 Phil. ork. 8.30 platteland 8.40 ens. Intermezzo 9.12 Postd. 9.15 Lez. geest, leven 9.30 Men vraagt.10.00 Zond. halfuur 10.30 Kerkd. 11.45 Geest, opbouw 12.00 Postd. en concert 12.30 zondagclub 12.40 Mannenkoor 13.00 Nieuws 13.15 Zigeunerork. 13.50 Spoorw. 14.00 Gram. 14.05 Boeken 14.30 Sportrep. 17.00 Bijbelverzen 17.10 de Spelberg 17.30 Koorzang 17.50 Ork. muz. 18 00 Nieuws 18.15 Sport 18.30 Strijdkr. 19.00 Radiolympus 1980 Stradiva sextet 20.00 Nieuws - 20.15 Canadees conc. 21.15 Hoorsp. Egypt, dieven 21.45 Zomerliederen 22.30 Vaudevilleork. 23.00 Nieuws 23.15 Ork. muz. Maandag OTLVHRSUM II 415 M. 7.00 Nieuws 7.15 Gymn. 7.30 Gram. 7.45 Woord v. d. dag 8.00 Nieuws 815 Koor 8 30 Conc. 9.15 Zie ken 9.30 Pol.ber. 9.50 Mozart- progr. 10 30 Morgend. 11.00 Zang 11.15 Voordr. 11.36 Conc. Heils leger 12.15 Koormuz. 12.30 Bach 13.00 Nieuws 13.15 Kamerork. 14.00 vrouw 14.20 Organol sextet 15.00 Gram. 15.20 Cesare trio 16.00 Bijbel 16.45 Gram. 17.00 Rep. studio 17.30 sport 17.45 Concert trio 18.20 Vacantia 18.30 Schutz Monte verdi 18-50 Piano 19.00 Nieuws 19.15 Leeslamp 19.30 Act. 19.45 Gram. 20 00 Nieuws 20.05 Stemvork 20.15 Res. ork. Schevenin- gen 21.00 Gram. 21.50 Marine 22.10 Vocaal kwartet 22.30 Nieuws 23.00 Bach. 23.35 Gram. HILVERSUM I 301 M- 7.00 Nieuws 7.15 Gymn. 7.30 Gram. 8.00 Nieuws 8.15 Gram. 8.45 Ctopin conc. 9.15 Morgenw. 9.30 Grteg 9.45 Arb. v. 10.30 Vrouw 10.35 Gram. 11.00 Uitkijk II.I5 Zang 11.45 Fam. ber. 12.00 Cantor 12.35 Z. Am. progr. 13.00 Nieuws 13.15 Metropole ork. 13.50 Orgel 14.10 Zang Colombiére 14.20 Lez. wat leeft ih de wereld 14.35 Viool 15.00 Bonbonnière 16.00 Meneer en kioskjuffr. 16.30 karakter in Opera 17.00 Skymasters 17.45 Overzee 18.00 Nieuws 18.15 Strauss muz. 18.30 Strijdkr. 19.00 Concertgeb. kwintet 19.30 MUZ. begrip 19.45 Dep. 20.00 Nieuws 20.05 Radioscoop 22.30 Wereld spreekt tot u 23.00 Nieuws 23.15 Piano in de jazz. 23.45 Ork. muziek. amiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiu 1ste JAARGANG sniimifitimtHiimtiiimHiiitiiiuiun: aiwiiMiMmiiwiHifiHinftromHinif; H0H1 WIT QUI HAL T PENZE ~BS> De orde van de Kouseband. BOVEN: zoals die op de linker borst wordt gedragen. ONDER: de band met zinspreuk, door middel van een gouden gesp wordt hij onder de linkerknie bevestigd Ja, het staat er goed: „Orde van de Kouseband". Je weet natuurlijk wel, dat iemand, die zich verdienstelijk heeft ge maakt voor de Kerk of het Va derland, bij een bijzondere gele genheid, een jubileum bijv., een orde of onderscheiding krijgt Van de Paus of de Koningin. Er zijn in elk land, ook in Neder land, verschillende orden of on derscheidingen. Maar in Enge land hebben ze iets aparts, de bovengenoemde orde van de Kouseband. Dat klinkt heel gek, maar toch is dat de hoogste Engelse onderscheiding die iemand krijgen kan. Deze heeft in de veertiende eeuw Koning Edward III ingesteld en wel om bijzondere redenen. Op een bal in het paleis van de Koning, waar, zoals je wei begrijpen kunt, alles volgens de gebruiken in voorname gezel schappen, deftig toegaat, ge beurde het, dat gravin Salisbury haar blauwe linker kouseband tijdens een dansje verloor. De kpning wilde deze snel oprapen, doch lichtte de sleep van het kleed der gravin volgens de def tige gebruiken een tikje te hoog op, zodat de schoentjes van de gravin te zien waren. De om standers glimlachten en om de gravin voor bespotting te vrij waren, riep koning Edward uit: „Honi soit qui mal y pense" (schande over hem, die er iets kwaads van denkt) en zwoer, dat hij deze band in hoge eer zou brengen. Zo zou deze orde dan rondom het jaar 1350 zijn ingesteld. Volgens sommigen 24 Juni precies zeshonderd jaar geleden. Alle regerende vorsten en En gelsen uit de hoge adel kunnen Het Engelse wapen met de spreuk ,Jioni soit qui mal y pense" daarin worden opgenomen. Maar ook personen, die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. Zoals jullie misschien weet, heeft Churchill die om zijn vele ver diensten tijdens de oorlog tot ridder in deze orde werd be noemd, de onderscheiding niet aangenomen. Enige tijd geleden hebben ze ven burggraven, onder wie vijf vooraanstaande oorlogsleiders, o.a. Mountbatten en Montgome ry, de orde va* de Kouseband gekregen. Ook Koningin Wilhel- mina werd. de orde toegekend. Het versiersel van de orde be staat uit een blauwe band door middel van een gouden gesp onder de linkerknie bevestigd. Op de linkerborst dragen de rid ders het onderscheidingsteken, waarop St. George met de draak en de knieband in ovaal met het motto (zinspreuk)„Honi soit qui mal y pense". Ook op het Engelse wapen komt deze zinspreuk voor. Vorige week hebben we ont. werpjes gemaakt op een vier kantverdeling „in beweging". Wij gaan nu figuur 1 (uit Jeugdkrant no. 30) eens nader uitwerken tot een bruikbaar ontwerp voor een eenvoudig glas-in-lood raampje. Je verdeelt de zijden in vier gelijke stukken en trekt in het midden de lood- en waterpaslijn. Daar mag je dan in geen geval met andere lijnen overheen komen. Naast deze middellijnen teken je eerst langwerpige ba nen. Deze 'verkrijg je het ge- De zwaarste klok ter wereld heeft gehangen in de Dom van Moskou. In de zestiende eeuw werd zij gegoten, doch door de zwaarte, men zegt meer dan 100.000 kilo, is deze klok in 1737 gevallen. Zij sloeg zulk een gat in de grond, dat zij er geheel in verdween. Honderd jaar na de val van de klok vatte men het plan op de klok weer op te graven. Men plaatste haar toen op een gra nieten voetstuk. De afmetingen van de klok zijn de volgende: lengte 6 meter, doorsnede 7 me ter, terwijl de klepel, welke naast de klok ligt, meer dan meter lang is. Een niet minder beroemde klok is de St. Stephanus van de Dom te Wenen, welke is ver vaardigd uit op de Turken ver overde kanonnen en een gewicht heeft van 15.700 kg. Ook bij onze Zuiderburen kan men zeer zware klokken vinden, namelijk te Mechelén, waar de zwaarste klokken 8800, 6000 en 4300 kg. wegen. Meer naar het Zuiden, tjij de Portugezen, te Lissabon, vindt men in de Dom een klók, waarvan het gewicht dat van de meeste overtreft, omdat het 20.200 kg. bedraagt. De St. Paul te Londen bezit een klok, welke een doorsnede heeft van 3 m. en een gewicht van 17.500. kg. In de torens van de St. Pieter te Rome is er een te vinden, welke 17.500 kg. weegt, te Praag in de St. Vitus een, die 10.900 kg. zwaar is en in de Dom van Keulen een, welke 10800 kg. weegt. H „Haha, broertje wil Thomas genoemd worden," riep Willy. En Trees lachte nog harder, terwijl ze rijmde: „Thomas Smal, het klinkt niet mal." „En oom Jan vindt/ het ook veel beter klinken," voerde de jongen tot meerdere verdediging aan. Maar dat liep juist mis. Jawel, ze zouden oom Jan laten bepalen hoe hun broertje heten zou. Niets daarvan. En moeder, die in broertje nog altijd haar lieve, kleine jongen zag, zei ook: „Neen hoor, we veranderen niks. Jij blijft ons broertje." En daarmee was de zaak voorlopig afgedaan. Broertje bleef broertje. Maar de opstand tegen die naam bleef. De jongen begon, hoe groter hy werd, zich steeds meer voor die naam te scha men. Maar het was moeilijk vechten tegen zeven zusters vooral als ze hem iets beloofden. „Je krijgt een reep chocolade als je mijn fiets even oppompt, broertje," nodigde Marja uit. 1 Dan zweeg broertje maar en deed het. Maar op een middag voelde hij zich strijdvaardig. „Och, broertje," begon Trees, „ik moet nog wat geld ophalen voor de Kindsheid.- Maar ik heb beslist geen tijd. Zou jij dat even voor me willen dóén? 2?al ik dan de kwitanties maar klaar leggen?" „Neen, niet nodig. Broertje doet het niet," klonk plots het besliste antwoord. „Maar broertje, waarom niet?" vroeg Trees vriendelijk. „Omdat ik geen broertje meer genoemd wil worden." „Och, malle jongen," lachte zus. „Stel je toch niet zo aan. Ik heb een pracht van een ten nisbal voor jedaar vroeg je toch laatst om? Het komt toch in orde, broertje?" Tegen de vleikunst van een zuster kon de jongen niet op enhij capituleerde. En zo bleef het broertje, ondanks alle opstandspogingen. Totdat hij dertien jaar zou worden. Toen zei oom Jan daags te voren: „Maar nu moet dat broertjes- gedoe finaal uit zijn. Ik heb een plan voor je bedacht. Als dat niet helpt, ben je verloren. Maar het zal helpen. Luister, Thomas. Je gaat aan je vader, moeder en zeven zusters een brief schrij ven. Een echte brief, waarin je meedeelt, dat je met ingang van je tfertteftUe verjaardag alleen Thomas genoemd wil worden." De jongen voelde dadelijk voor het plan. Maarnegen brie ven, negen enveloppen, negen postzegels.... dat was voor een jongen, die geen geld had, een moeilijke zaak. Doch oom Jan had voor alles gezorgd. Broertje behoefde alleen maar te schrij ven. Hij begon met de adressen: Mej. Marja Smal, mej. Willy Smal en zo verder. En toen de negen brieven, de negen „offi ciële" mededelingen: Een kijkje in een fabriek, waar kousen machinaal worden vervaardigd makkelijkst als je alle punten uit de verdeling-in-vieren der zijden met elkaar verbindt. Er ontstaan dan eigenlijk 18 vier kanten (vier langs elke zijde). En deze vierkanten moet je flink groot nemen, bijv. elk vier ruitjes van je schrift. Ir. elk ge val alle precies evenveel nemen. Hoe nu de verdere afwerking tot stand komt, volgt als het ware van zelf, als je het voor beeld goed bekijkt en als je maar precies te werk gaat. Maak het vierkant flink groot, zodat het geheel ongeveer een hele blad zijde van je schrift beslaat. Als alles klaar is, trek je de lijnen, die moeten blijven staan, dik over, of als je het hebt, met Oost-Indische inkt. Dat zijn dan de loodlijnen en je begrijpt wel dat al die aparte vakken stuk jes glas voorstellen, die je dan mooi moet kleuren. Let echter goed op, dat je steeds de over eenkomstige vakken dezelfde kleur geeft, anders gaat de „be weging" er te veel uit. By v.: alle vakken A paars, alle vakken B rood. Je kunt ze kleuren naar eigen smaak. .4 ófaa» stlA-JrI 'te Een vorige maal (Jeugdkrant no. 30) hadden wij het over duurzaamheid van Nylonkousen- Wij willen dan nog even mede delen, dat de dames niet altijd zijden kousen hebben gedragen. Vroeger bestond de kous niet eens. De Romeinse dames om wikkelden de benen met fijne linnen stroken. In het midden van de zestiende eeuw begonnen zy' (onder de zeer lange kle ding) grove gebreide kousen te dragen. Mannen droegen het eerst zij den kousen. Je kent zelker van afbeeldingen uit je geschiede nisboekje voorname personen die een kuitbroek dragen. Ook op schilderijen zie je die dik wijls afgebeeld. Bij die broek, boven de knie, behoorden de zogenaamde ."Brodkkousen". Tn Spanje kwamen deze in de zes tiende en zeventiende eeuw het eerst in de mode; daarna vrij wel in alle andere landen. De eerste (zwarte) zijden da meskousen droeg Koningin Eli sabeth van Engeland (eind zes tiende eeuw), die ze uit Spanje liet komen. De zijderups-teelt werd daar begonnen en moer beibomen speciaal aangeplant (lees even het stukje over zijde in no. 30). Het dragen van zijden kousen was tot in de ne gentiende eeuw een weelde. Maar toen het vervaardigen van kunstzijde bekend was. werd de wereld overstroomd met machi naal geweven kunstzijden kou sen. En thans worden Nylon kousen wel het meest begeerd. Mannen droegen voor het eerst zijden kousen en wel in de zes tiende eeuw in Spanje. Hierboven een geschilderd portret van Phi lips II van Spanje (met „kuit broek" en zijden kousen Vandaag vieren we het feest van de patroonhei.Ige der studerende Jeugd, Aloy sius van Gonzaga, die de zoon was van deftige ouders (zijn vader was markies) en in de zestiende eeuw leefde. Hij trad in de Sociëteit van Jezus, toen hij bijna achttien jaar oud was, leefde heilig en stierf reeds in zijn drie.en-twin- tigste jaar, tengevolge van een koorts, welke hij bij de verpleging van zieken te Rome had opgelopen „Keurig gedaan," prees oom Jan, toen hy alles had nagezien. „Dat moet helpen. Als je de brieven nu dadelijk post, wor den ze morgenochtend bezorgd Mooier kan het niet." De jongen bedankte z'n oom hartelijk, bracht z'n brieven naar de bus en ging naar huis. De vele broertjes, die aan de vooravond van z'n verjaardag weerklonken, liet hij rustig over zich heengaan. Morgen, mor gendan zouden ze wel an ders praten. De volgende mor gen was de jongen het eerst in de huiskamer. „Ik ga even naar de kerk, moeder!" zei hij, ter wijl hij naar buiten ging. „Goed. broertje," riep moeder hem achterna. (Slot volgt) Voor het vervaardigen van echte zijden kousen moeten heel u>at zijderupsen worden gekweekt. Ze voorden in bakjes bewaard miimmiimitimmiiiiniiiiiiiimiitiiimiiina 60. Een uur lang genoot Dokie Durf van de drie din gen waarnaar hij in zijn gevaar lij. ke avonturen zo sterk kon ver langen: zyn stoel, zijn pijp en een boek. Het boek handelde over ge- leedpotige dieren in Centraal Aziè en was geschre ven door drie ge. leerden. Dokie hield eigenlijk niet va n geleedpotige dieren, maar hij zat zo behaaglijk. dat [UBPiuiiwu"- I-j -,Wi-.mi} er niet toe kon komen, naar een an- ter boek te g-ijpen. Langzaam werd zijn belangstelling gewekt door de boeiende beschrijving en wanneer Dokie niet was ge stoord, zou hij misschien nog een groot kenner der geleedpoti gen zijn geworden. Dokie zag bij de eerste oogopslag aan me vrouw Bonk. dat er iets tos zat". Er staat buiten een heel enge man te wachten, meneer Durf" zei Dokte s hospita, een tikje verontwaardigd. Hij komt natuurlijk voor u" voegde ze eraan toe. Ze overhandigde Dokie een visitekaartje. Dokie wierp een blik op het kaartje. „Wilt u meneer Keri Ning Ta binnenlaten?" v r,W«f vroeg hij toen. Mevrouw Bonk ging hoofdschuddend heen. weten die mannen toch griezelig veel" mompelde ze ong ongerust. 23) Daar gierden en.krijsten de meeuwen hun spottende lach. Ik zal aan heel wat moeten wennen, dacht Miss Ranskill, op haar nieuwe wereld doelend. Ze, wurgde de droge kadetjes, waarop ze met een stuk schelp de kalkoenpastei had gesmeerd, naar binnen; sloot toen haar ogen voor de felle zonnestralen en dommelde een beetje. Even later ontwaakte zij met een ruk door een half bekend geluid, een geluid dat op geschrei leek. Maar het was niet het gekrijs van een meeuw. De zonne schijn verblinde, haar ogen, zodat ze eerst niets dan louter blauw en goud zag en een kleine gedaante, die naast haar stond. Ze was overeind, voor ze er erg in had, maar ook toen ze zich de dingen weer scherp herinnerde, weerhield haar dit niet. Hier was dan eindelijk en ten lan gen leste in haar onvriendelijk vaderland iemand, die in moeilijkheden verkeerde iets 'dat haar nodig had. De kleine jongen zat vol zand en hij was haveloos, bijna even haveloos als zijzelf. Er gaapte een te grote afstand tussen zijn broekzoom en zijn geschram de, knobbelige knieën. Zijn ene schou der had hij in deerniswekkend verdriet tot onder zijn oor opgetrokken. De tra nen biggelden langs zijn gezicht en hij likte ze één voor één met zijn tong weg. „Wat is er?" vroeg Miss Ranskill. „Wat is er toch?" „Ik heb mijn mes verloren, myh nieuwe mes en dat is zo erg!" „Natuurlijk is het erg." Wist zij zelf niet hoe erg zoiets was? Wist zij niet, wat het verlies van een mes kon beteke nen? Ze lag op haar knieën en haar over redende stem deed hem zijn hoofd tegen haar schouder aan gooien. Een koude hand, nat van 't zeewater, vond zijn weg naar de hare en met de ander wurmde hij tussen zijn gezicht en haar schouder om de tranen af te vegen. „Hoeveel mesjes zaten er in?" fluister de zij. „Twee en er was er pas één ge broken." Zijn stem werd nog door snik ken gesmoord. „Ik heb ook eens een mes gehad en' toen ben ik het ook verloren." Het hoofd kwam overeind en alleen de roodgewreven oogleden en een streep op elke wang lieten zien waar de tranen geweest waren. „En heb je 't gevonden?" vroeg de jongen. Miss Ranskill schudde haar hoofd. Hij schuifelde met een blote voet in het zand en keek onbestemd in het rond. „Hier is het niet," zei hij. „Heb je t hier verloren?" „Nee." „Hoeveel messen had het?" „Eén maar." ,,'t Mijne was beter." Zijn branie keerde terug, ,,'t Mijne had er twee en er was er maar eentje van kapot het kleinste." „Zal ik je eens wat vertellen?" zei Miss Ranskill, en bij de gedachte werd haar stem opgewonden en wierp ze haar hoofd achterover. „Zal ik je eens wat vertel len Maar een andere gedachte deed haar ophouden. „Nou?" „Ik zal jou wat vertellen, als jij mij wat vertelt." De jongen trok zijn schou ders omhoog, balde zijn handen tot vuis ten en begroef ze in de zakken van zijn korte broek. De houding deed vermoeden, dat dit zijn gewoonte was en dat hij zyn souvereine rechten niet aangetast wilde zien. „Weet ik veel," mompelde hy. „Probeer het dan. Kunt je een mes ko pen zonder punten en zo?" Zijn argwaan werd gewekt en tegelij kertijd zijn belangstelling vermeerderd. „Tuurlijk. Dat weet toch zeker iedereen." „Weet je het zeker? Vertel me dan eens, waarvoor je wel bonnen nodig hebt." „Voor kaas en boter en snoep en spek en zeep Zijn handen waren- uit zijn zakken opgedoken en hij telde de artike len op zijn vingers. Miss Ranskill luisterde en trachtte de opsomming in haar geheugen te prenten. Hij leek haar goed op de hoogte voor zo'n klein ventje, een welbewust qprlogskind. „Suiker en margarine en havermout. En 0! Sinaasappelen en vlees en blik- spui en jam. Messen niet." „Hoe weet je dat allemaal?" „Omdat ik alle boodschappen voor mijn moeder doe. Waarom moet je dat we ten?" „Omdat we, als je zin hebt en als je een winkel weet, een paar messen zouden kunnen gaan kopen één voor mij en één voor jou." Ajoci Natuurlijk wist hij een winkel. „Jack son is vlak om de hoek van de kade.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1947 | | pagina 4