Voortref f eli jk werk van twee
van formaat
Belgen
iü
ra
(hlfDt
R
V.hauw
c
DE SCHADUW van DJENGIS KHAN
J
f
Teruggang van
Orson Welles
r
Wij luisteren naar-
No. 32 1
Ridders de orde
zware klokken
mm
Mijn naam is
Thomas
Lettergroep -koppelraadsel
O
KOUSEBAND
van
de
H. Aloysius
TEKENCURSUS
4 •- -
US$£-
1
ZATERDAG 21 JUNI 1947
PftGfm 4
BRUSSELS FESTIVAL
SCHAAKRUBRIEK
1 wm 4 Wm
Uitbreiding postverkeer
V.
Over
gesproken
~W£r
Ldie terugkeerde
door BARBARA BOWER
(&4UU veroolltdJ
Na de hoogtepunten van Lara en
Reed, die overigens nauwelijks
hoogtepunten genoemd konden
worden, zyn we weer schielijk terugge
zakt naar een niveau, dat in onze dagen
niet meer aanvaardbaar kan heten. De
Argentijnen hebben een paar films op
ons losgelaten, die sterk de indruk ma
ken twintig jaar geleden gemaakt te
zijn. We hebben de straf dan ook niet
tot het einde uitgezeten en hebben de
zomerse lucht van de hoogste toppen
der Brusselse heuvelen verkozen boven
de tranenrijke taferelen van Zuid-Ame-
rika.
Ze zijn ook niet te harden, die melo
drama 's, waarin de dialogen, monologen,
telefoongesprekken, huilpartijen eindeloos
zijn en waarin de situaties zo nadrukke
lijk geforceerd worden, dat geen sterveling
er iets van gelooft, ofwel de gebeurtenis
sen zo afgezaagd aandoen, dat zij ln een
ver verleden terug schijnen te liggen. In
een film. die de dreigende titel van Ange
Nu draagt, maken we kennis met een
meiske. dat haar vader financieel bergaf
ziet caan en op middelen zint om hem te
redden. Zy kan zulks door toe te geven
aan het verlangen van een beeldhouwer,
die haar onder niet nader te noemen con
dities wil conterfeiten. Het kind denkt er
aanvankelijk niet over, doch, ziende, hoe
Pa er aan toe is, besluit zij op de char
mante suggesties van de breedsprakige
artist in te gaan, welk besluit haar door
haar plicht" wordt ingegeven. Zij incas
seert de klinkende munt en pleegt zelf
moord ter plaatse waar ze model bad moe
ten staan. Zo !s iedereen tevreden, zelfs
de geërgerde toeschouwer, die lang voor
het einde het hazenpad gekozen heeft.
En dit zou alles geweest zijn voor van
daag. hadden we niet het "goede denk
beeld gehad een samenkomst te arrange
ren met de twee bekendste Belgische film
makers, Cdarles de Keukeleire en Henrl
Storck. die ons enkele van hup werken
hebben getoond.
De Keukeleire hebben we ongeveer
twintig jaar geleden in Amsterdam ont
vangen, waar hij een inleiding nield
voor zijn eerste korte films die een niet
erg geestdriftig onthaal hebben gevon
den. Sindsdien is De Keukeleire van de
dwalingen zijner jeugd teruggekeerd en
heeft hij zijn vorm gevonden, hetgeen
onder meer blijken mocht uit zijn film
Le Fondateur, die het leven van Leo
pold de Eerste in beeld brengt. De film
munt uit door een uitnemend inzicht in
de eisen der cinematografie. In tegen
stelling tot zijn vroeger opzettelijk avant-
gardisme hanteert De Kreukeleire hier
zijn instrument met een rustige zeker-
LADDER WEDSTRIJD. Oplossing
van de tweezet no. 790 van J- Rayner,
„Septembijp" 27 April 1947. Onvolledig
tempoprobleem. Op alle zetten van zwart
heeft wit een matzet gereed, behalve als
zwart e6e5 speelt. De sleutelzet moet
het ontbrekende mat aanvullen. 1. Rb8!
e«eö (zwart blokkeert e5)2. Kc7 inter-
feientiemat. Wij doen een greep uit de
talrijke varianten: 1Te3, 2. Kc5
mat. 1Re3. 2. Pxc3 mat. Grimshaw-
interferentie. Hier volgen nog twee zwar
te blokkeringen1Rd4, 2. Kd6 mat.
1 Tf3, Dxe6 mat Konings-batterij-
spel in sublieme stijl. 1. Td3 wordt weer
legd door Txd3 en 1. Df6 door e6eö.
Wij danken het probleem aan de heer
J. Verheggen, Brussel, die evenmin als
wy kon achterhalen wanneer en waar
het voor het eerst gepubliceerd is.
Probleem no. 793
a b
d e t g b
Wit geeft mat in twee zetten.
Oplossingen binnen drie weken te zen
den aan Jos Divergé. Binnen Brouwers
straat 40. Amsterdam-C.
MEIWEDSTRIJD V. D. PION
AMSTERDAM
Eregroep B
Franse verdediging
Wit: G. Coomans Zwart: Th. Renckens.
1. e2e4, e7—e6; 2. d2—d4, d7—dö; 3
•4>:d5. (De speelwijze van de onsterfe
lijke Morphy.) 3e6xd5; 4. Pblc3
PgSf6; 5- Pgl—f3. (Het is beter hier
eerst Rd3 te spelen en daarna het paard
naar e2 te spelen.) 5Rf8d6; 6.
Rfld3, 0—0: 7. 0—0, Tf8—e8? (Hier
was Rg4 of c6 beter.) 8. Relgö, Rc8
g4? (Kost een pion.) 9. Rg5xf6, Dd8xf6;
10. Pc3xd5, Df6h6. (Tot hier heeft zwart
ncgal slap gespeeld; met deze zet begint
hy een fraaie remise-combinatie.) 11 h2
-h3. (Hierna is remise onvermijdelijk.
Scherper en waarschijnlijk ook beter zou
hier h4 geweest zijn.) 11Rg4xh3; 12.
g2xh3, Dh6xh3; 13. Pdö—e3. (Ook Pf3—
eö baat niet, wegens Txeö enz.) 13.
„...Te8xe3; 14. f2xe3. Remise. Annotaties
van A Tebben.
heid, nochtans ieder ogenblik belijdend,
dat hij zijn middelen zuiver wil aanwen
den. Zijn hele film bestaat int een hoe
veelheid fotografieën, grafieken, afbeel
dingen, uit dood materiaal dus, doch hij
weet dit dode materiaal te ordenen in
een aangename beweging, die de vele
momenten uit Leopold's leven tot een
rhythmische reeks beelden verenigt en
aldus een levendige stroom van voorstel
lingen onderhoudt, waarnaar men met
voldoening en aandacht kijkt. De film
bezit een juiste lengte, is nergens breed
sprakig, gaat op de man af en ml
ook de niet-Belgische toeschouwer boeien.
Een reden om de wens uit te spreken,
dat Le Fondateur ook in ons land zal
worden vertoond.
De films van Storck kan men het, best
waarderen in de orde van het cinema
tografisch verslag, wanneer men onder
een verslag iets meer wil verstaan dan
een koele, nuchtere reportage. Want het
dient gezegd dat Storck niet alleen een
nauwkeurig observator is, die essentie
van een situatip weet te vangen, maar
dat hij tevens het vermogen bezit zijn
waarnemingen in een suggestieve vorm
te presenteren. Zijn film „Blij Herleven"
getuigt dit volop. Hier neemt hij de bad
plaats Ostende als onderwerp, zoals de
stad met haar strand herleefde na de
bevrijding en weer de levensvreugde en
het optimisme kon vertegenwoordigen,
waarnaar de Europese mensheid zovele
jaren vergeefs had gesnakt. Er is in deze
film iets voelbaar geworden van dit ver
langen en zij dankt dit aan de voor
treffelijke vorm, waarin Storck zijn
beelden voordraagt. Overigens kon ook
een fragment van zijn Boerensymphonie
ons van Storck's bekwaamheden over
tuigen. Hier entameert hij een rustiger
rhythme. dat de indruk schijnt te ves
tigen het rhythme van de boerenarbeid
te suggereren doch ook hier domineren
de gang der beelden en de associatie der
voorstellingen.
Intussen: de film over Ostende zou in
Nederland eveneens een goed figuur ma
ken en wel in het bijprogramma der
bioscopen, waarin zjj, gezien hun leng
te, precies zouden passen.
Met De Keukeleire en Storck bezit
België een tweetal filmkunstenaars van
formaat, die niet alleen voortreffelijk
werk leveren, doch ook in theorie wijze
lessen verkondigen, zoals trouwens reeds
bleek uit De Keukeleire's boek „Le Ciné
ma et la Pensee", onlangs door onze
Brusselse correspondent met waardering
besproken en dat met de films de aan
leiding werd tot onze gesprekken. Het
was in deze conversatie een voldoening
te constateren, dat deze twee voor zich
zelf hebben uitgemaakt, waar het ge
heim van de filmkunst schuilt en wat
zij verplicht zijn aan de middelen,
waarmede zij werken.
Om te besluiten nog een film, die niet
in het Festival is opgenomen, zoals zij
dat ook niet in Cannes was, n.l. „Citizen
Kane'> van ,en met Orson Welles. Deze
film werd gemaakt vóór „The Stranger"
en men verbaast zich over de enorme
teruggang van Welles, die in „Citizen
Kane" een vormvermogen aan de dag
legt, zoals men in jaren niet heeft ge
zien. Althans voor zover het de speel
film betreft. Wat hij in dit fantastisch
verhaal van een krantenkoning aan
durft, is heel wat. Hij behandelt het
thema, dat overvloeit van dramatische
gebeurtenissen, bijna doorlopend als een
documentaire film en bereikt daardoor
een spanning, die geen enkele Holly-
woodse, nooh enige andere film der
laatste jaren bezit. Men kan opmerken,
dat zijn verhaal weinig geestelijke rijk
dom demonstreert, doch wat er te ver
tellen valt omtrent de gesteldheid en cie
gemoedsaandoeningen van zijn held,
weet Welles met nauwkeurigheid en
suggestieve kracht uit te beelden. Met
dit voorbeeld voor ogen zouden bekwame,
doch tot concessies geneigde filmmakers
aanzienlijk beter werk voor de dag kun
nen brengen. Welles zelf niet op de
laatste plaats. L>bg.
In het postverkeer met Duitsland zijn
voortaan zij het met enige beperkin
gen ook geïllustreerde briefkaarten en
zakenbrieven toegelaten, terwijl naar
Japan behalve gewone briefkaarten ook
niet-aangetekende brieven t.m. 2 K.G.
verzonden kunnen worden,
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
DOOPVONT SPORTDAG- REGENBUI ORGANIST
HOVENIER VRIJGEZEL ANECDOTE BEDELAAR
KAPELAAN ZINGENOT ERVARING REGENBAK
BOOSHEID ZUURDEEG
SCHEPPER KLARINET
KAMENIER SCHOMMEL
KANUNNIK INSTINCT
ADORATIE PUTEMMER VOORDEEL
ENTREPOT
APOTHEEK OPPERMAN
ROM1ANIST BROEIKAS
WELSTAND OVERGANG
NICOTINE AAMBEELD
Uit elk woord neemt men twee opeen
volgende letters.
Van elk viertal naast elkaar geplaatste
woorden worden de viermaal twee opeen
volgende letters in de volgorde van deze
vier woorden aaneen geschreven. Er ont
staan dan de namen van .plaatsen, welke
gelegen zijn in <fe volgende provincies:
1. Zuid-Holland: 2. Zeeland: 3. Utrecht;
4 Overljsel; 5- Gelderland; 6. Noorö-Bïa-
bant: 7 Friesland; 8. Limburg.
By juiste oplossing geven in deze volg
orde de beginletters van deze plaatsna
men de naam van een Noord-Hollandse
plaats te lezen.
Inzendingen tot en met Dinsdag 1 Juli
op open briefkaart aan 't Kasteel van
Aemstel fafd. Prijsraadsel) N.Z. Voorburg
wal 6573. Amsterdam.
Oplossing 7 Mei:
De beide beginregels van het bekende
vaderlandse lied, dat door Richard Hol is
getoonzet, luiden d-us:
„Waar de blanke top der duinen
„Schittert in den zonnegloed"
Na loting werden de prijzen toegekend
aan: L. M. Zeldenthuis, Balistraat 127,
Amsterdam; G. Boos, Jan Haringstraat 66
Haarlem: P. W. v. d. Poel, Oosteinderlaan
3C a. Hillegom; B. Hom, Hendrik Smit
straat 30, Hilversum: T. S. Leurs. Burg.
de Raadtslngel 7, Muiden: Alida Dittma".
rusthuis Maria, Koningslaan 4, Amster
dam.
0
E
N
E
A
L
40
43
38
47
3
45
E
N
G
D
37
41
44
48
N
Z
D
W
0
A
43
39
36
1
46
3
N
R
T
R
A
E
35
32
29
4
9
6
T
I
B
K
30
34
7
11
T
I
E
N
D
L
33
38
31
10
5
8
N
S
U
E
E
P
32
25
30
17
12
15
H
E
0
R
27
33
14
18
N
1
C
D
D
T
34
31
36
19
16
13
Zaterdag
HILVERSUM II 415 M. 17.00
Wigwam 18.00 Piano-orgel 18.15
Weekoverz. 18.30 Buffalo Bill
19.00 Nieuws 19.20 Fantasia 19.45
Banden die binden 20.05 Gewone
man 20.12 Act. 20.20 Wie wee»
20.30 Lichtbaken 21.00 Weekend
serenade 21.30 Muz. tombola
21.50 AjaxBI. Wtt 22.05 Brab. ca
baret 23.00 Nieuws 23.15 Dag
boek 23.20 Phil. ork.
HILVERSUM I 301 M. 16.15
Speeltuinwerk 16.45 Piano-viool
17.00 Sportpr. 17.15 Coro Belmonto
17.30 Om de twintig 18.00 Nieuws
18.15 Walsmuz. 18.30 Strijdkr.
19.00 Zang 19.20 Trio (Brahmsi
19.30 Jeugd 19.45 Ned. In Duitsl.
20.05 Varia 20.15 Oké 21.30
Rarrtblers 22.00 Hoorspel De El-
lendigen 4e d. 22.30 Fr. cabaret
23.00 Nieuws 23.15 Dansmuz.
Zondag
HILVERSUM II 415 M. 8.00
Nieuws 8.15 Man tot man 8 30
Morgenw. 9.30 Nieuws 9.45 R.
Gurlln piano 9.55 Hoogmis 11.30
Trio V. Renesse 12.03 Pats Waller
plano 12.15 Boeckhuys 12.30 KI.
v. Beeck 13.C0 Nieuws 13.20 KI
v. Beeck 13.45 Apologie 14 05
Gooise kring (sextet) 14.45 Jura
reis met muz. 15.00 Gooise kring
16.00 Hoorspel geschiedenis van een
geluk 16.30 Zlekenlof 17.00 Kerkd
18.30 Arnh. Ork. Ver. 19.15 Bij
bel 19.30 Nieuws 19.45 Bach
20.07 Gewone man 20.15 Zilvervloot
21.00 Kareol sept. 21.15 Hoorsp.
Auto of Karos 22.00 Flitsen kam-
pioenswedstr. 22.30 Nieuws 22.50
Peter Kreuder piano 22.55 Dagbdek
23.00 Phil. ork. 23.40 Balletmuz.
HILVERSUM I 301 M. 8.00
Nieuws 8.15 Phil. ork. 8.30
platteland 8.40 ens. Intermezzo
9.12 Postd. 9.15 Lez. geest, leven
9.30 Men vraagt.10.00 Zond.
halfuur 10.30 Kerkd. 11.45 Geest,
opbouw 12.00 Postd. en concert
12.30 zondagclub 12.40 Mannenkoor
13.00 Nieuws 13.15 Zigeunerork.
13.50 Spoorw. 14.00 Gram.
14.05 Boeken 14.30 Sportrep.
17.00 Bijbelverzen 17.10 de Spelberg
17.30 Koorzang 17.50 Ork. muz.
18 00 Nieuws 18.15 Sport 18.30
Strijdkr. 19.00 Radiolympus 1980
Stradiva sextet 20.00 Nieuws -
20.15 Canadees conc. 21.15 Hoorsp.
Egypt, dieven 21.45 Zomerliederen
22.30 Vaudevilleork. 23.00 Nieuws
23.15 Ork. muz.
Maandag
OTLVHRSUM II 415 M. 7.00
Nieuws 7.15 Gymn. 7.30 Gram.
7.45 Woord v. d. dag 8.00 Nieuws
815 Koor 8 30 Conc. 9.15 Zie
ken 9.30 Pol.ber. 9.50 Mozart-
progr. 10 30 Morgend. 11.00 Zang
11.15 Voordr. 11.36 Conc. Heils
leger 12.15 Koormuz. 12.30 Bach
13.00 Nieuws 13.15 Kamerork.
14.00 vrouw 14.20 Organol sextet
15.00 Gram. 15.20 Cesare trio 16.00
Bijbel 16.45 Gram. 17.00 Rep.
studio 17.30 sport 17.45 Concert
trio 18.20 Vacantia 18.30 Schutz
Monte verdi 18-50 Piano 19.00
Nieuws 19.15 Leeslamp 19.30 Act.
19.45 Gram. 20 00 Nieuws 20.05
Stemvork 20.15 Res. ork. Schevenin-
gen 21.00 Gram. 21.50 Marine
22.10 Vocaal kwartet 22.30 Nieuws
23.00 Bach. 23.35 Gram.
HILVERSUM I 301 M- 7.00
Nieuws 7.15 Gymn. 7.30 Gram.
8.00 Nieuws 8.15 Gram. 8.45
Ctopin conc. 9.15 Morgenw. 9.30
Grteg 9.45 Arb. v. 10.30 Vrouw
10.35 Gram. 11.00 Uitkijk
II.I5 Zang 11.45 Fam. ber. 12.00
Cantor 12.35 Z. Am. progr. 13.00
Nieuws 13.15 Metropole ork. 13.50
Orgel 14.10 Zang Colombiére
14.20 Lez. wat leeft ih de wereld
14.35 Viool 15.00 Bonbonnière
16.00 Meneer en kioskjuffr. 16.30
karakter in Opera 17.00 Skymasters
17.45 Overzee 18.00 Nieuws
18.15 Strauss muz. 18.30 Strijdkr.
19.00 Concertgeb. kwintet 19.30
MUZ. begrip 19.45 Dep. 20.00
Nieuws 20.05 Radioscoop 22.30
Wereld spreekt tot u 23.00 Nieuws
23.15 Piano in de jazz. 23.45 Ork.
muziek.
amiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiu
1ste JAARGANG
sniimifitimtHiimtiiimHiiitiiiuiun:
aiwiiMiMmiiwiHifiHinftromHinif;
H0H1 WIT QUI HAL T PENZE
~BS>
De orde van de Kouseband.
BOVEN: zoals die op de linker
borst wordt gedragen. ONDER:
de band met zinspreuk, door
middel van een gouden gesp
wordt hij onder de linkerknie
bevestigd
Ja, het staat er goed: „Orde
van de Kouseband". Je weet
natuurlijk wel, dat iemand, die
zich verdienstelijk heeft ge
maakt voor de Kerk of het Va
derland, bij een bijzondere gele
genheid, een jubileum bijv., een
orde of onderscheiding krijgt
Van de Paus of de Koningin. Er
zijn in elk land, ook in Neder
land, verschillende orden of on
derscheidingen. Maar in Enge
land hebben ze iets aparts, de
bovengenoemde orde van de
Kouseband. Dat klinkt heel
gek, maar toch is dat de hoogste
Engelse onderscheiding die
iemand krijgen kan. Deze heeft
in de veertiende eeuw Koning
Edward III ingesteld en wel om
bijzondere redenen.
Op een bal in het paleis van
de Koning, waar, zoals je wei
begrijpen kunt, alles volgens de
gebruiken in voorname gezel
schappen, deftig toegaat, ge
beurde het, dat gravin Salisbury
haar blauwe linker kouseband
tijdens een dansje verloor. De
kpning wilde deze snel oprapen,
doch lichtte de sleep van het
kleed der gravin volgens de def
tige gebruiken een tikje te hoog
op, zodat de schoentjes van de
gravin te zien waren. De om
standers glimlachten en om de
gravin voor bespotting te vrij
waren, riep koning Edward uit:
„Honi soit qui mal y pense"
(schande over hem, die er iets
kwaads van denkt) en zwoer,
dat hij deze band in hoge eer
zou brengen. Zo zou deze orde
dan rondom het jaar 1350 zijn
ingesteld. Volgens sommigen
24 Juni precies zeshonderd jaar
geleden.
Alle regerende vorsten en En
gelsen uit de hoge adel kunnen
Het Engelse wapen met de spreuk
,Jioni soit qui mal y pense"
daarin worden opgenomen. Maar
ook personen, die zich bijzonder
verdienstelijk hebben gemaakt.
Zoals jullie misschien weet, heeft
Churchill die om zijn vele ver
diensten tijdens de oorlog tot
ridder in deze orde werd be
noemd, de onderscheiding niet
aangenomen.
Enige tijd geleden hebben ze
ven burggraven, onder wie vijf
vooraanstaande oorlogsleiders,
o.a. Mountbatten en Montgome
ry, de orde va* de Kouseband
gekregen. Ook Koningin Wilhel-
mina werd. de orde toegekend.
Het versiersel van de orde be
staat uit een blauwe band door
middel van een gouden gesp
onder de linkerknie bevestigd.
Op de linkerborst dragen de rid
ders het onderscheidingsteken,
waarop St. George met de draak
en de knieband in ovaal met
het motto (zinspreuk)„Honi
soit qui mal y pense". Ook op
het Engelse wapen komt deze
zinspreuk voor.
Vorige week hebben we ont.
werpjes gemaakt op een vier
kantverdeling „in beweging".
Wij gaan nu figuur 1 (uit
Jeugdkrant no. 30) eens nader
uitwerken tot een bruikbaar
ontwerp voor een eenvoudig
glas-in-lood raampje.
Je verdeelt de zijden in vier
gelijke stukken en trekt in het
midden de lood- en waterpaslijn.
Daar mag je dan in geen geval
met andere lijnen overheen
komen. Naast deze middellijnen
teken je eerst langwerpige ba
nen. Deze 'verkrijg je het ge-
De zwaarste klok ter wereld
heeft gehangen in de Dom van
Moskou. In de zestiende eeuw
werd zij gegoten, doch door de
zwaarte, men zegt meer dan
100.000 kilo, is deze klok in 1737
gevallen. Zij sloeg zulk een gat
in de grond, dat zij er geheel
in verdween.
Honderd jaar na de val van
de klok vatte men het plan op
de klok weer op te graven. Men
plaatste haar toen op een gra
nieten voetstuk. De afmetingen
van de klok zijn de volgende:
lengte 6 meter, doorsnede 7 me
ter, terwijl de klepel, welke
naast de klok ligt, meer dan
meter lang is.
Een niet minder beroemde
klok is de St. Stephanus van de
Dom te Wenen, welke is ver
vaardigd uit op de Turken ver
overde kanonnen en een gewicht
heeft van 15.700 kg. Ook bij onze
Zuiderburen kan men zeer
zware klokken vinden, namelijk
te Mechelén, waar de zwaarste
klokken 8800, 6000 en 4300 kg.
wegen.
Meer naar het Zuiden, tjij de
Portugezen, te Lissabon, vindt
men in de Dom een klók,
waarvan het gewicht dat van de
meeste overtreft, omdat het
20.200 kg. bedraagt. De St. Paul
te Londen bezit een klok, welke
een doorsnede heeft van 3 m.
en een gewicht van 17.500. kg.
In de torens van de St. Pieter
te Rome is er een te vinden,
welke 17.500 kg. weegt, te Praag
in de St. Vitus een, die 10.900
kg. zwaar is en in de Dom van
Keulen een, welke 10800 kg.
weegt.
H
„Haha, broertje wil Thomas
genoemd worden," riep Willy.
En Trees lachte nog harder,
terwijl ze rijmde: „Thomas
Smal, het klinkt niet mal."
„En oom Jan vindt/ het ook
veel beter klinken," voerde de
jongen tot meerdere verdediging
aan. Maar dat liep juist mis.
Jawel, ze zouden oom Jan laten
bepalen hoe hun broertje heten
zou. Niets daarvan. En moeder,
die in broertje nog altijd haar
lieve, kleine jongen zag, zei ook:
„Neen hoor, we veranderen
niks. Jij blijft ons broertje."
En daarmee was de zaak
voorlopig afgedaan.
Broertje bleef broertje. Maar
de opstand tegen die naam
bleef. De jongen begon, hoe
groter hy werd, zich steeds
meer voor die naam te scha
men. Maar het was moeilijk
vechten tegen zeven zusters
vooral als ze hem iets beloofden.
„Je krijgt een reep chocolade
als je mijn fiets even oppompt,
broertje," nodigde Marja uit. 1
Dan zweeg broertje maar en
deed het. Maar op een middag
voelde hij zich strijdvaardig.
„Och, broertje," begon Trees,
„ik moet nog wat geld ophalen
voor de Kindsheid.- Maar ik heb
beslist geen tijd. Zou jij dat
even voor me willen dóén? 2?al
ik dan de kwitanties maar klaar
leggen?"
„Neen, niet nodig. Broertje
doet het niet," klonk plots het
besliste antwoord.
„Maar broertje, waarom
niet?" vroeg Trees vriendelijk.
„Omdat ik geen broertje meer
genoemd wil worden."
„Och, malle jongen," lachte
zus. „Stel je toch niet zo aan.
Ik heb een pracht van een ten
nisbal voor jedaar vroeg
je toch laatst om? Het komt
toch in orde, broertje?"
Tegen de vleikunst van een
zuster kon de jongen niet op
enhij capituleerde. En zo
bleef het broertje, ondanks alle
opstandspogingen. Totdat hij
dertien jaar zou worden. Toen
zei oom Jan daags te voren:
„Maar nu moet dat broertjes-
gedoe finaal uit zijn. Ik heb een
plan voor je bedacht. Als dat
niet helpt, ben je verloren. Maar
het zal helpen. Luister, Thomas.
Je gaat aan je vader, moeder en
zeven zusters een brief schrij
ven. Een echte brief, waarin je
meedeelt, dat je met ingang van
je tfertteftUe verjaardag alleen
Thomas genoemd wil worden."
De jongen voelde dadelijk voor
het plan. Maarnegen brie
ven, negen enveloppen, negen
postzegels.... dat was voor een
jongen, die geen geld had, een
moeilijke zaak. Doch oom Jan
had voor alles gezorgd. Broertje
behoefde alleen maar te schrij
ven. Hij begon met de adressen:
Mej. Marja Smal, mej. Willy
Smal en zo verder. En toen de
negen brieven, de negen „offi
ciële" mededelingen:
Een kijkje in een fabriek, waar
kousen machinaal worden
vervaardigd
makkelijkst als je alle punten
uit de verdeling-in-vieren der
zijden met elkaar verbindt. Er
ontstaan dan eigenlijk 18 vier
kanten (vier langs elke zijde).
En deze vierkanten moet je flink
groot nemen, bijv. elk vier
ruitjes van je schrift. Ir. elk ge
val alle precies evenveel nemen.
Hoe nu de verdere afwerking
tot stand komt, volgt als het
ware van zelf, als je het voor
beeld goed bekijkt en als je maar
precies te werk gaat. Maak het
vierkant flink groot, zodat het
geheel ongeveer een hele blad
zijde van je schrift beslaat. Als
alles klaar is, trek je de lijnen,
die moeten blijven staan, dik
over, of als je het hebt, met
Oost-Indische inkt. Dat zijn dan
de loodlijnen en je begrijpt wel
dat al die aparte vakken stuk
jes glas voorstellen, die je dan
mooi moet kleuren. Let echter
goed op, dat je steeds de over
eenkomstige vakken dezelfde
kleur geeft, anders gaat de „be
weging" er te veel uit. By v.: alle
vakken A paars, alle vakken B
rood. Je kunt ze kleuren naar
eigen smaak.
.4
ófaa» stlA-JrI 'te
Een vorige maal (Jeugdkrant
no. 30) hadden wij het over
duurzaamheid van Nylonkousen-
Wij willen dan nog even mede
delen, dat de dames niet altijd
zijden kousen hebben gedragen.
Vroeger bestond de kous niet
eens. De Romeinse dames om
wikkelden de benen met fijne
linnen stroken. In het midden
van de zestiende eeuw begonnen
zy' (onder de zeer lange kle
ding) grove gebreide kousen te
dragen.
Mannen droegen het eerst zij
den kousen. Je kent zelker van
afbeeldingen uit je geschiede
nisboekje voorname personen
die een kuitbroek dragen. Ook
op schilderijen zie je die dik
wijls afgebeeld. Bij die broek,
boven de knie, behoorden de
zogenaamde ."Brodkkousen". Tn
Spanje kwamen deze in de zes
tiende en zeventiende eeuw het
eerst in de mode; daarna vrij
wel in alle andere landen.
De eerste (zwarte) zijden da
meskousen droeg Koningin Eli
sabeth van Engeland (eind zes
tiende eeuw), die ze uit Spanje
liet komen. De zijderups-teelt
werd daar begonnen en moer
beibomen speciaal aangeplant
(lees even het stukje over
zijde in no. 30). Het dragen van
zijden kousen was tot in de ne
gentiende eeuw een weelde.
Maar toen het vervaardigen van
kunstzijde bekend was. werd de
wereld overstroomd met machi
naal geweven kunstzijden kou
sen. En thans worden Nylon
kousen wel het meest begeerd.
Mannen droegen voor het eerst
zijden kousen en wel in de zes
tiende eeuw in Spanje. Hierboven
een geschilderd portret van Phi
lips II van Spanje (met „kuit
broek" en zijden kousen
Vandaag vieren we het
feest van de patroonhei.Ige
der studerende Jeugd, Aloy
sius van Gonzaga, die de
zoon was van deftige
ouders (zijn vader was
markies) en in de zestiende
eeuw leefde. Hij trad in de
Sociëteit van Jezus, toen
hij bijna achttien jaar oud
was, leefde heilig en stierf
reeds in zijn drie.en-twin-
tigste jaar, tengevolge van
een koorts, welke hij bij de
verpleging van zieken te
Rome had opgelopen
„Keurig gedaan," prees oom
Jan, toen hy alles had nagezien.
„Dat moet helpen. Als je de
brieven nu dadelijk post, wor
den ze morgenochtend bezorgd
Mooier kan het niet."
De jongen bedankte z'n oom
hartelijk, bracht z'n brieven
naar de bus en ging naar huis.
De vele broertjes, die aan de
vooravond van z'n verjaardag
weerklonken, liet hij rustig over
zich heengaan. Morgen, mor
gendan zouden ze wel an
ders praten. De volgende mor
gen was de jongen het eerst in
de huiskamer. „Ik ga even naar
de kerk, moeder!" zei hij, ter
wijl hij naar buiten ging. „Goed.
broertje," riep moeder hem
achterna.
(Slot volgt)
Voor het vervaardigen van echte zijden kousen moeten heel u>at
zijderupsen worden gekweekt. Ze voorden in bakjes bewaard
miimmiimitimmiiiiniiiiiiiimiitiiimiiina
60. Een uur lang
genoot Dokie Durf
van de drie din
gen waarnaar hij
in zijn gevaar lij.
ke avonturen zo
sterk kon ver
langen: zyn stoel,
zijn pijp en een
boek. Het boek
handelde over ge-
leedpotige dieren
in Centraal Aziè
en was geschre
ven door drie ge.
leerden. Dokie
hield eigenlijk niet
va n geleedpotige
dieren, maar hij
zat zo behaaglijk.
dat
[UBPiuiiwu"-
I-j -,Wi-.mi} er niet toe kon komen, naar een an-
ter boek te g-ijpen. Langzaam werd zijn belangstelling gewekt
door de boeiende beschrijving en wanneer Dokie niet was ge
stoord, zou hij misschien nog een groot kenner der geleedpoti
gen zijn geworden. Dokie zag bij de eerste oogopslag aan me
vrouw Bonk. dat er iets tos zat". Er staat buiten een heel enge
man te wachten, meneer Durf" zei Dokte s hospita, een tikje
verontwaardigd. Hij komt natuurlijk voor u" voegde ze eraan
toe. Ze overhandigde Dokie een visitekaartje. Dokie wierp een
blik op het kaartje. „Wilt u meneer Keri Ning Ta binnenlaten?"
v r,W«f
vroeg hij toen. Mevrouw Bonk ging hoofdschuddend heen.
weten die mannen toch griezelig veel" mompelde ze ong
ongerust.
23)
Daar gierden en.krijsten de meeuwen
hun spottende lach. Ik zal aan heel wat
moeten wennen, dacht Miss Ranskill, op
haar nieuwe wereld doelend.
Ze, wurgde de droge kadetjes, waarop
ze met een stuk schelp de kalkoenpastei
had gesmeerd, naar binnen; sloot toen
haar ogen voor de felle zonnestralen en
dommelde een beetje.
Even later ontwaakte zij met een ruk
door een half bekend geluid, een geluid
dat op geschrei leek. Maar het was niet
het gekrijs van een meeuw. De zonne
schijn verblinde, haar ogen, zodat ze eerst
niets dan louter blauw en goud zag en
een kleine gedaante, die naast haar
stond.
Ze was overeind, voor ze er erg in had,
maar ook toen ze zich de dingen weer
scherp herinnerde, weerhield haar dit
niet. Hier was dan eindelijk en ten lan
gen leste in haar onvriendelijk vaderland
iemand, die in moeilijkheden verkeerde
iets 'dat haar nodig had.
De kleine jongen zat vol zand en hij
was haveloos, bijna even haveloos als
zijzelf. Er gaapte een te grote afstand
tussen zijn broekzoom en zijn geschram
de, knobbelige knieën. Zijn ene schou
der had hij in deerniswekkend verdriet
tot onder zijn oor opgetrokken. De tra
nen biggelden langs zijn gezicht en hij
likte ze één voor één met zijn tong weg.
„Wat is er?" vroeg Miss Ranskill. „Wat
is er toch?"
„Ik heb mijn mes verloren, myh nieuwe
mes en dat is zo erg!"
„Natuurlijk is het erg." Wist zij zelf
niet hoe erg zoiets was? Wist zij niet,
wat het verlies van een mes kon beteke
nen?
Ze lag op haar knieën en haar over
redende stem deed hem zijn hoofd tegen
haar schouder aan gooien. Een koude
hand, nat van 't zeewater, vond zijn weg
naar de hare en met de ander wurmde
hij tussen zijn gezicht en haar schouder
om de tranen af te vegen.
„Hoeveel mesjes zaten er in?" fluister
de zij.
„Twee en er was er pas één ge
broken." Zijn stem werd nog door snik
ken gesmoord.
„Ik heb ook eens een mes gehad en'
toen ben ik het ook verloren."
Het hoofd kwam overeind en alleen
de roodgewreven oogleden en een streep
op elke wang lieten zien waar de tranen
geweest waren.
„En heb je 't gevonden?" vroeg de
jongen.
Miss Ranskill schudde haar hoofd.
Hij schuifelde met een blote voet in het
zand en keek onbestemd in het rond.
„Hier is het niet," zei hij. „Heb je t hier
verloren?"
„Nee."
„Hoeveel messen had het?"
„Eén maar."
,,'t Mijne was beter." Zijn branie keerde
terug, ,,'t Mijne had er twee en er was er
maar eentje van kapot het kleinste."
„Zal ik je eens wat vertellen?" zei Miss
Ranskill, en bij de gedachte werd haar
stem opgewonden en wierp ze haar hoofd
achterover. „Zal ik je eens wat vertel
len Maar een andere gedachte deed
haar ophouden.
„Nou?"
„Ik zal jou wat vertellen, als jij mij
wat vertelt." De jongen trok zijn schou
ders omhoog, balde zijn handen tot vuis
ten en begroef ze in de zakken van zijn
korte broek. De houding deed vermoeden,
dat dit zijn gewoonte was en dat hij zyn
souvereine rechten niet aangetast wilde
zien.
„Weet ik veel," mompelde hy.
„Probeer het dan. Kunt je een mes ko
pen zonder punten en zo?"
Zijn argwaan werd gewekt en tegelij
kertijd zijn belangstelling vermeerderd.
„Tuurlijk. Dat weet toch zeker iedereen."
„Weet je het zeker? Vertel me dan
eens, waarvoor je wel bonnen nodig hebt."
„Voor kaas en boter en snoep en spek
en zeep Zijn handen waren- uit zijn
zakken opgedoken en hij telde de artike
len op zijn vingers.
Miss Ranskill luisterde en trachtte de
opsomming in haar geheugen te prenten.
Hij leek haar goed op de hoogte voor zo'n
klein ventje, een welbewust qprlogskind.
„Suiker en margarine en havermout.
En 0! Sinaasappelen en vlees en blik-
spui en jam. Messen niet."
„Hoe weet je dat allemaal?"
„Omdat ik alle boodschappen voor mijn
moeder doe. Waarom moet je dat we
ten?"
„Omdat we, als je zin hebt en als je
een winkel weet, een paar messen zouden
kunnen gaan kopen één voor mij en
één voor jou."
Ajoci
Natuurlijk wist hij een winkel. „Jack
son is vlak om de hoek van de kade.