REGERING ZIET MOGELIJKHEID GUNSTIGE WENDING De toestand was op elk gebied onhoudbaar geworden ENER Vanavond radiorede van Van Mook Zal Mountbatten DEBAT OVER REGERINGSVERKLARING T weede Kamer acht enquête over regerings beleid in Londen wenselijk Voorzichtigheid gewenst Spelletje van wel en niet komen Rusland doet scherpe aanval op Bevin Veel eisen dienen nog ingewilligd aan blijven? MS Het einde van het camouflage drama nadert" Zekere onrust is blijven bestaan Tsjechoslowakije niet naar Parijs Tot hoofd en hart Chinese communisten rukken op Kolenproductie in Juni Rede van Beel ..iets koeler dan verwacht werd" li i Het weer. Nederlandse delegatie naar Parijs HET TRAGE WERK DER RIJKSBEMIDDELAARS vrijdag 11 juli 1947 69ste JAARGANG No. 23895 REGERINGSVERKLARING OVER INDISCH BELEID V, VAN ACHT METER HOOGTE GEVALLEN S ^Tierik. onderscheiding voor prof. Vening Meinesz n BUREAUX VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: SMEDÊSTRAAT 5 HAARLEM Telefoon: Redactie 21544; Advertenties 21543 Abonnementen 20800 - Postgiro 143480 ABONNEMENTEN: 30 ets, p. w,, f 3.90 p. kwart. Directeur: 3. 3. W. Boerrigter. Wnd. hoofdredacteur: W. Severir». NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ADVERTENTIETARIEF 28 cents per millimeter hoogte. Ingezonden mededelingen dubbel tarief. Omroepers 16 cents per m.m hoogte. De administratie behoudl zich het recht voor advertentiën eventueel zonder opgave van redenen te weigeren. Gistermiddag half 4 heeff de minisier-presidenf in de Tweede Kamer een verklaring afgelegd over hef Indisch beleid der regering. Dr. Beel zeide, dat de regering thans de mogelijkheid zag voor een wending ten goede, zulks als Tesuliaai van de jongste ontwikkelingen. De minister-president begon met de ^geringsverklaring van 21 Maart, even als in de Tweede Kamer afgelegd, in herinnering te roepen. Hij vervolgde met kort historisch overzicht van de hngste gebeurtenissen. Allereerst wees hf. Beel op de nota van de Commissie- Ueneraal van 27 Mei betreffende de uit kering van de overeenkomst van Ling- kdjati, welke nota een ultimatief karak- er droeg, omdat de C.-G. het eindsta dium van haar onderhandelingen bereikt *chtte. Vervolgens riep dr. Beel het antwoord hierop van de republikeinse delegatie, d.d. Juni, in herinnering en wees er °P. dat de C.-G. op 20 Juni in een khrijven als haar oordeel uitsprak, dat ölt antwoord op de meest essentiële pun- onbevredigend was. De commissie achtte de republikeinse 'oorstellen zodanig onbevredigend, dat k van mening was, dat vrijwel van een af wij zen van haar nota kon worden ge broken en legde overeenkomstig de slot- van haar nota van 27 Mei de vraag, wat er verder te gebeuren stond, aan de Nederlandse regering voor. Öe minister-president deelde mede, dat h® regeringen van Oost-Indonesië en 'Vest-Borneo in dezelfde geest hebben k'uigd, nadat de Nederlandse regering 0qi hun oordeel had verzocht. ^3 Juni heeft de landvoogd op gezag kh de Nederlandse regering de cepu- ~h®k de conclusie van die Nederlandse gering medegedeeld. Deze conclusie vastgelegd in de aide-mémoire, wel- dr. Van Mook aan Sjahrir heeft over- -.31fligd. Namens de Nederlandse rege- ,'bg heeft verder de Lt.-G. G- het in- Mvht van de Nederlandse regering na der mondeling uiteengezet en lp over leg met Sjahrir heelt Van Mook uiter lijk Vrijdag 27 Juni om antwoord ver- tocht. Thans zafe de Nederlandse regering Zich gesteld voor de noodzaak eventueel de consequenties te trekken uit de voort durende onmogelijkheid langs de weg van onderhandeling tot 6611 8<>ede uitvoer van hinggadjati te geraken. En ze hield er kee rekening, dat ze gedwongen zou hunnen worden als uiterste maatregel hkar militair machtsmiddel aan te wen- h®n, zij het zo beperkt mogelijk, zulks b grond van de verantwoordelijkheid r'ólke zij draagt volgens Grondwet, Nar.dvest der Ver. Naties en overeen komst van Linggadjati, niet alleen prin. J'Pieel. maar ook in laatste instantie in '®ite. De minister-president stelde vast, dat de toestand zowel staatkundig *ls economisch, financieel en mone. tair, sociaal en militair onhoudbaar Was geworden. Een militaire actie van politionele aard zou het onhoud baar karakter van deze noodtoestand •boeten opheffen en betere voorwaar den scheppen ter uitvoering van het staatkundig beginselprogram, dat in Linggadjati ligt besloten, desnoods donder medewerking van de weder. Party. he periode tussen 23 en 27 Juni werd 3'öus besteed, om op alle mogelijkheden °°rbereid te zijn. Vervolgens besprak dr. Beel de ant- ?°ord-nota van de president der repu- jpek van 27 Juni welke geen of een on- hidelijk of een onbevredigend antwoord hkf op de voorstellen der C.-G., hoewel schrijven tegemoet kwam aan de dit he 43-jarige schilder C. A. Sitton viel °ensdagmorgen in de Nazarethstraat "3 Rotterdam van een balcon, dat zich .nieter boven de begane grond bevond, fiet een gebroken linkersleutelbeen werd ?'i in het Zuiderziekenhuis opgenomen. AiJn verwondingen bleken echter van ,eêl ernstiger aard te zijn. Donderdag ,s hij in de loop van de morgen over een. he totale kolenproductie over en 638.942 ton in Juni 1946. Juni roeg 829.434 ton tegen 778.738 ton in De ge h?'ddelde productie per dag beliep 33.177 I h, tegen 32.447 ton in Mei en 26.623 h in Juni 1946. j, lt Amerika is ingevoerd: in Juni IsL164 in Me' 247-477 en in Juni *6 8.660 ton. Voor binnenlands gebruik i as in juni totaal beschikbaar 1.017.655 ton. >,5^ American Geophysical Union besloten de „William Bowie-Me- dr Jaar toe te kennen aan prof. lw A- Vening Meinesz, directeur van K-N.M.X. te De Bilt voorstellen der C.-G. van 27 Mei tot in stelling van een federale raad. Nog eenmaal, 29 Juni, richtte zich de Landvoogd tot de president van de re publiek en verzocht verduidelijking in het bijzonder ten aanzien van een vijftal hoofdpunten en bovendien ten aanzien van enige feitelijkheden. Inmiddels had de regering der Ver. Staten een aide-mémoire aan de repu blikeinse regering doen toekomen, waar in de visie van de Amerikaanse rege ring werd uiteengezet. 5 Juli zond de nieuwe eerste minister der Republiek een antwoord aan de Ned.- Indische regering, dat even onbevredi gend was als dat van 27 Juni. Doch dank zij nadere overweging in de boezem van de Republiek en mede dank zij goede raad, die aan de vertegenwoordigers der Republiek de Amerikaanse en Britse consuls-ge neraal hebben gegeven, werd 8 Juli van de inhoud van het antwoord van 5 Juli een nadere precisering ge geven, welke weliswaar niet in alle opzichten bevredigend is, doch welke onder zeker voorbehoud tot uitvoe ring van de overeenkomst van Ling gadjati kan medewerken. De regering, zo ging de minister president voort, is bereid in dit resultaat de mogelijkheid ener gun stige wending te zien. Dr.- Beel zeide verder, dat de regering voor alles onmiddellijke staking van de vijan delijkheden verwacht en staking van alles wat de andere staten van In donesië miskent ol' aantast. Voorts opheffing van voedselblokkade, her stel van verkeer over demarcatie lijnen en voldoening ten aanzien van de punten, waarop het antwoord van 8 Juli nog onbevredigend is. Dr. Beel noemde in dit verband de miskenning der Unie-gedachte, de onvoldoende erkenning van onze uiteindelijke verantwoordelijkheid in de verdere overgangstijd voor orde en rust overal in Indonesië en hij wees er op, dat de ten onrechte gesloten verdragen dienen te verval len. Slechts op deze voorwaarden is behoorlijke verwezenlijking van Ling gadjati denkbaar. ft Het Nederlandse ministerie van Voorlichting te Batavia kondigde aan, dat Van Mook vanavond een belangrijke verklaring over de toe stand voor de radio zal afleggen. Vanavond zal, zo bericht A.P., de executieve commissie van het Indo nesische parlement met het repu blikeinse kabinet vergaderen om de rede van Beel te bespreken Het Indonesische republikeinse mi nisterie van Voorlichting heeft vandaag een officieel communiqué gepubliceerd, in antwoord op de rede van gisteren van dr. Beel, aangaande de situatie in Indië. „Uit het laatste Indonesische ant- Premier Attlee heeft Donderdagavond in het Lagerhuis bekend gemaakt dat de Indische leiders hebben aanbevolen dat onderkoning Mountbatten gouverneur- generaal van het nieuwe dominion Hin doestan zou worden. De president van de Moslemliga, Mohammed Ali Djinnah, is aanbevolen als gouverneur_generaal van Pakistan. Attlee zeide dat hy de splitsing van India betreurde, doch dat hy hoopte dat deze niet van duurzame aard zou zijn en dat de twee nieuwe dominions „te samen zouden komen en één groot lid te vormen van de Britse Common wealth." De Sovjet-Unie heeft te Moskou een nieuwe handelsovereenkomst met Bui- garqe gesloten. Deze derde handelsover eenkomst tussen beide landen sedert 1944 voorziet ln een goederenruil ter waarde van 87 millioen dollar. woord van 8 Juli is duideiyk gebleken, dat de republiek aan de Nederlandse bezwaren tegemoet gekomen is", be weert het communiqué. Het ging verder: „Er zullen verdere besprekingen gehouden worden over een gecombineerde gendarmerie en de repu bliek zal voorstellen ter tafel brengen, waarbij de handhaving van wet en orde gewaarborgd zullen worden. Het stop zetten van de vijandelijkheden zal een verdere verlichting in de toestand brengen. Het belangrykste van alles is echter de demilitarisatie en de demar catielijn". Het dagblad „Nieuwsgier" beschreef de rede van Beel als „iets koeler dan verwacht werd". Het noemde zijn ver klaring „over het algemeen scherp en op essentiële punten volkomen ondub belzinnig". if- -'f Minister-President Dr. L. J. M. Beel legde in de Tweede Kamer een regeringsverkla ring af inzake het beleid in Indonesië. Een overzicht van de ministerstafel Verwachting tot Zaterdagavond: Zwaar bewolkt met flinke opklarin gen. Hier en daar nog enkele regen buien. Matige nu en dan krachtige wind uit Westelijke richtingen. Zon 4.3320.57, maan onder 14.21. De minister van Buitenlandse Zaken, baron van Boetzelaer van Oosterhouten dr. Hirschfeld, regeringscommissaris voor Algemene Zaken, zijn vandaag ter bywoning van de conferentie over het plan-Marshall naar Parijs vertrokken. In officiële kringen acht men het niet onwaarschijnlijk, dat de heer Spieren burg van Economische Zaken en de heer Treep van Financiën als deskundigen naar Parijs zullen volgen. 99 De Tweede Kamer is vanmorgen 11 uur begonnen mei de beraadslaging over de gisteren afgelegde regeringsver klaring over hei beleid ien aanzien van Nederlands-Indië. Bij bei begin der vergadering waren aanwezig de ministers Beel, Jonkman, Drees, Fiévez, Liefiinck, Van Maar- seveen, Vos en Schagen van Leeuwen. De tribunes zijn geheel gevuld. Nadai de heer De Grooi (C.P.N.) verklaard heefi, dai hij afziei van zijn interpellatie, doch de gevolgde werk wijze gevaarlijk acht, is het woord aan de heer Vonk (Vrijh.)r die zegt de regeringsverklaring met gemengde gevoelens te hebben bestudeerd en sceptisch gestemd te zijn. Hij betoogt, dat voor een degelijk be leid een rustige vastberadenheid nodig is. Hoezeer spr. vertrouwen heeft in deze vastberadenheid der regering, toch geeft de verklaring nog veel reden tot twijfel. Zo vraagt hij wat de regering bedoelt met „spoedig". Na de ultimatieve nota van 27 Mei zijn al weer 6 Vz week verlopen. Heeft de regeringsverklaring al dan niet een ultimatieve strekking? Zo ja, hoe is daarvan aan de republiek mede deling gedaan en zo neen, waarom is dan geen verduidelijking gegeven van het woord „spoedig"? Hoe is het te verklaren, dat in de stuk ken niets te vinden is over de toepassing van de artikelen 3 en 4 van het accoord van Linggadjati en moet er uit worden F' Ook in Indië heerste er tijdens de laatste uitwisselingen der nota's tussen de Re publikeinse regering en Dr. van Mook een sfeer van gespannen afwachtingDe man- nen der Koninklijke Marine volgden aan de radio de berichten Uit het voorlopig verslag der Tweede Kamer betreffende het voor stel van de heer Van der Goes van Naters tot het houden van een en quête, blijkt, dat vele leden van oor. del zijn, dat een grondig onderzoek naar de gebeurtenissen, verband houdende met de Duitse inval ln Ne derland, en vooral naar het beleid van de opeenvolgende kabinetten in Londen, in beginsel wenselijk is. Verscheidene andere leden hadden te. gen een enquête, als hier is voorgesteld, bezwaren. Een gebruikmaking van het enquêterecht om strafrechtelijke rede nen zijn hier, naar deze leden meenden, niet aanwezig. Deze leden zouden gaarne uitvoerig van de voorsteller willen vernemen, wel. ke voordelen deze van de enquête ver wacht. Daarbij wezen zij er op, dat uit de pu blicatie van de resultaten van het on. derzoek ook nadelen zullen kunnen voortvloeien. Er kunnen dingen aan het licht komen, die de reputatie van de Londense kabinetten kunnen schaden. Dit mag op zich zelf natuurlijk geen re den zijn een enquête achterwege te la. ten. Een aantasting van deze reputatie kan echter schade toebrengen aan het prestige van Nederland als geheel en dat is een mogelijk nadeel, dat men wel on der het oog zal moeten zien. In elk geval zal moeten worden nage gaan, of eventuele voordelen wel enigs zins in evenredigheid staan tot de bui tengewoon grote moeiten, tydverlles en onkosten, die de enquête tr.et zich zal brengen. Ook onder de leden, die zich in be ginsel voorstanders van een enquête verklaarden, waren er verscheidene, die zich afvroegen, of het resultaat wel in evenredigheid zou staan met het te ver richten werk. Zou het niet mogeiyk zyn, zo vroegen ln aansluiting hieraan som mige leden, de enquête te beperken tot een klein aantal scherp omschreven pun ten? Andere leden wezen er op, dat er steeds een begrijpelijke aarzeling heeft bestaan om voor het verschaf fen van het nodige inzicht in het beleid over de jaren 19401945 te grijpen naar het middel der parle. mentaire enquête. Aanvankelijk heeft men gemeend, dat uit het Memorandum-Gerbrandy en andere daarna gepubliceerde bronnen wel voldoende inzicht in dit beleid kon worden verkregen. Het bleek echter steeds meer, dat dit niet het geval was. Er was een zekere onrust blij ven bestaan. Algemeen zou men gaarne nader ver nemen, hoe de voorsteller zich de prac- tische uitvoering van zyn voorstel gedacht heeft. Sommige leden vestigden er nog de aandacht op, dat grote voorzich tigheid betracht zal moeten worden by de keuze van de publicatie van het rapport der enquêtecommissie. In het jaar 1948 toch zal, naar mag worden gehoopt, het 50-jarig rege ringsjubileum van de Koningin ge vierd worden. Tevens zal dan het feit worden herdacht, dat 300 jaar geleden de vrede van Münster geslo ten werd. Wanneer nu in dat jaar, dat za4 moeten staan in het teken der nationale eenheid, door de publi catie van de uitkomsten dezer enquête gevoelens mochten worden opgewekt, welke daarmede in strijd zijn, zou dit ernstig moeten worden betreurd. Sommige leden wensen de periode, over welke het in te stellen onderzoek moet lopen, niet alleen te bepalen tot het „onmiddellijk aan de Duitse inval voorafgaande beleid", maar uit te brei den tot het „aan de Duitse inval voor afgegane beleid", voorzover dit van invloed kan zijn geweest op de loop der gebeurtenissen tydens de oorlog. Andere leden willen ook de gehele ambtstermen van het kabinet-De Geer, dus van Augustus 1939 af, in het onder zoek opgenomen zien. Vele leden brachten tegen dit denk beeld bezwaar in. In de periode van Augustus 1939 tot 10 Mei 1940 function- neerde immers het parlement normaal. Wat betreft het einde van de periode, waarover het onderzoek zal moeten lopen, rrfeenden vele leden, dat het voor de hand ligt, het ontwerp van de enquête niet te beperken tot het tijdperk, ein digende op 5 Mei 1945, doch daaronder ook de periode vlak na de bevryding te begrijpen. Ook toen kon de regering immers nog geen verantwoording afleg gen tegenover de volksvertegenwoordi ging. Sommigen dezer leden zouden de periode, waarover het onderzoek zal lopen, zelfs uitgebreid willen zien tot aan het optreden van de verkozen Sta- ten-Generaal. Verscheidene leden betoogden, dat ook het beleid van de Nederlands- Indische regering, vooral in de tyd, waarin deze in Australië gevestigd was, in het onderzoek begrepen zal moeten worden. •- De suggestie, door de voorsteller in een noot by zyn Memorie van Toelichting gedaan, om ook aan buitenlanders en zelfs aan de minister-president van een Buitenlandse mogendheid Inlichtingen te vragen, deed bü verscheidene leden de vraag ryzen, of dit denkbeeld uit een oogpunt van internationale politiek wel verstandig is en of het wel voor ver- wezeniyking vatbaar is. afgeleid, dat de Soendanezen en Madoe- rezen uiteindelijk toch aan de republiek zullen worden uitgeleverd, tegen hun wil en in stryd met de Nederlandse verant- woordeiykheid tegenover deze volkeren? Hoe is het te verklaren, dat er niets te vinden is over de in het accoord op genomen oppersouvereine 'unie en moet daaruit worden afgeleid, dat van deze constructie t.z.t. zal worden afgezien? Acht de regering de instelling van de interim-regering in overeenstemming met het beleid van Linggadjati en in over eenstemming met de grondwet en hoe is dat te motiveren? Is de regering niet van oordeel, dat de interim-regering de Nederlandse Staten- Generaal zal uitschakelen en het con trolerecht, dat zij hebben uit'te oefenen en zo neen, hoe stelt de regering zich voor de bevoegdheden der interim-rege ring te construeren, opdat de Staten- Generaal hun contróleplicht kunnen uit oefenen? Is het geen plicht de interim-regering bij de Staten-Generaal voor te brengen? Heeft de regering niet begrepen, dat de Nederlandse souvereiniteit voor de over gangstijd slechts de jure erkend wordt? Spr. vraagt of dit niet eerder een ca pitulatie oplevert dan een ultimatum? Wat moet gedacht worden van de verklaring van Van Mook in een persconferentie uitsluitend voor de buitenlandse pers, dat het doel der Nederlandse regering is oprichting ener souvereinc Indonesische federa tie, zonder van de souvereine unie ex Linggadjati te reppen? Ver klaart de regering 'zich daarmee accoord? Vervolgens brengt spr. de kwestie der gijzelaars ter sprake. HU betoogt, dat in de 13 maanden, dat deze regering aan het bewind is, men geen stap verder gekomen is in Indië. In de wereld is men bezig het respect te verliezen. Zal aan dit ontbin dingsproces nu een slot worden ge maakt? Uitvoerig betoogt hij, dat hy dat uit de regeringsverklaring niet. kan concluderen. (Inmiddels is ook minister Huysmans ter vergadering verschenen). Vervolgens betoogt spr. nog, dat op de achtergrond van het republi keinse streven het communisme staat. Het Indisch nationalisme staat lijnrecht tegenover het com munisme. Het laatste republikeinse kabinet is zo scharlaken-rood, dat het lijkt, dat men onderhandelt met een communistisch complot. Het is z.i. duidelijk, dat het einde van het camouflage-drama nadert. Spr. acfct het juist, dat de regering duideiyk en onomwonden haar eisen heeft gesteld. De heer Palar (Arb.) verklaart, dat hy wenst te zoeken naar wat verbindt. Hy merkt op dat Indonesië militair de mindere is, maar het land bezit poten, tiële mogeiykheden, die het sterker kun. nen maken dan Nederland. In die om standigheden kan niemand zich laten dwingen tot duurzame vrywillige samen, werking, aldus spr. Onjuist acht spr. bedreiging met mili tair geweld als nog niet over arbitrage gestreden is. (Vervolg op pagina 3 Herhaaldelijk zyn de laatste maan den ernstige klachten geuit over de trage wijze, waarop het College van Rijksbemiddelaars vaak de meest dringende kwesties behandelt. Dat in deze tijd van spanning tussen lonen en prijzen hierover vooral in arbeiderskrin. gen grote ontstemming heerst, is begry- peiyk. Het is ons mogelijk geweest aan de hand van een aantal gegevens de werkzaamheden van de Stichting van de Arbeid en van het College, van 1 October 1946 af, in tal van kwesties na te gaan. Hieruit biykt, dat in het algemeen tus sen de datum, waarop het bestuur van de Stichting van de Arbeid had geadvi seerd en de datum, waarop door het Col lege een beslissing is genomen, een grote tydsruimte ligt. Van de 121 door de Stichting van de Arbeid aan het College voorgelegde be slissingen kwamen 24 in de Staatscourant, ruim 40 zijn nog in behandeling, terwyi op de overige adviezen der Stichting nog steeds niet werd gereageerd. Bij een 10- tal werd wel een beslissing door het Col lege genomen, maar deze beslissingen verschenen niet in de Staatscourant, zodat zij niet van kracht zijn. Interessant is de beschikkingen van het College op haar inhoud te vergelij ken met de overeenkomstige adviezen van de Stichting van de Arbeid. Hieruit blijkt, dat er inderdaad beschikkingen van het College van Ryksbemiddelaars zyn con form het advies der Stichting, maar ook dat vaak zeer kleinzielige veranderingen in de lonen werden aangebracht. Ter illustratie van het bovenstaande drukken wij hieronder enkele adviezen van de Stichting en beslissingen van het College voor enkele industrieën af. LEDERWARENINDUSTRIE; Advies 20 Sept. 1946. Beslissing College van Rijksbemiddelaars 30 Dec. 1946. Staatscourant 7 Jan. geschoold St.v.d.Arb. College 1947 geoefend St.v.d.Arb. College ongeschoold St.v.d.Arb. Coll. Gemeentekl. I 86 85 82 80 76 75 II 83 80 77 76 73 72 III 80 77 74 73 70 69 IV 77 75 71 71 67 67 Advies 24 Aug. 1946. Beslissing Coliege van 1947. PAPIERZ AKKENINDUSTRIE Ryksbemiddelaars 2 Jan. 1947. Staatscourant 14 Jan Groep 5 Groep 6 College St.v.d.Arb. College 85 82 79 77 75 Mannelijk personeel St.v.d.Arb. Gemeentekl. I III IV V Groep 7 St.v.dArb. Coll. 84 80 79 75 75 81 77 76 72 72 78 74 73 69 69 76 72 71 67 67 74 70 69 65 64 De Tsjechoslowaakse regering heeft besloten niet deel te nemen aan het plan-Marshall voor Europa, aldus heeft het Tsjechoslowaakse nieuwsbureau Don derdagavond gemeld. In een officiële verklaring wordt ge zegd: „Op 10 Juli is het kabinet in buitengewone zitting byeengekomen. Op deze byeenkomst werd het deelnemen van Tsjechoslowakije aan de conferentie te Parys over het plan-Marshall opnieuw besproken. Vastgesteld werd, dat een aantal landen, in het büzonder alle Slavische staten en andere landen van Op het Binnenhof te Den Haag heeft lui tenant-generaal Mr. h. J. Kruis de Engel se luitenant Gordon MacReady begiftigd met de versierselen behorende bij de be noeming tot Groot-officier in de Orde van Oranje Nassau, hem toegekend voor zijn verdiensten bij de bevrijding van ons land In een Tass-bericht uit Parijs dat door alle centrale Sovjetbladen op een in het oog vallende plaats gepubliceerd is worden Ernest Bevin en Georges Bidault er van beschuldigd werktuigen voor een Amerikaans plan te zijn, om een blok van Westeiyke landen te vormen en Rusland te isoleren. In verband met het voorstel van Mar shall was dit de duideiykste taal, die de Sovjet-pers tot nu had laten horen en hieruit blijkt wel, hoe diep de kwestie by de Russen zit. De Verenigde Staten, Engeland en Frankryk worden collectief beschul digd, dat zy pogen het Westeiyk deel van Duitsland in een Westelyk blok op te nemen en er wordt in het be richt zelfs te kennen gegeven, dat Averell Harriman en Clinton An derson (respectievelijk Am. minister van Handel en minister van Land bouw) nu in Duitsland zyn, óm dat doel te bevorderen. In het Tass-be- richt dat niet ondertekend is wordt Bevin er ook van beschuldigd beïnvloed te zyn door Churchill's vyandige houding ten opzichte van de Sovjet-Unie. De Sovjet-bladen verklaren ronduit, dat Bevin, al verzekert hy nog zo zeer. dat al wat hem ter harte gaat het in stand houden en tot ontwikkaiing hren- gen van de vriendschappelijke betreic- kingen tussen de Europese 'landen Is, precies het tegenovergestelde bedoelt. In het Tass-bericht wordt het als bul ten alle kijf beschouwd, dat de Unie der Socialistische sovjet-Republieken het gevoel had, dat de Verenigde Staten het gehele plan dat Rusland aan Bevin toeschryft en in mindere mate ook aan Bidault dekten. De Russische bewe ring, dat de Verenigde Staten Europa trachten te overheersen door middel van leningen en credieten, wordt in het be richt opnieuw op de voorgrond gesteld. I Ervaring maakt ons nooit armer, I A wel anders. J Centraal- en Oost-Europa, de uitnodi ging tot deze conferentie niet hebben aanvaard. Dientengevolge zal aan de conferentie niet deelgenomen worden door de staten, waarmede de Tsjecho slowaakse republiek nauwe economische eu politieke betrekkingen, gebaseerd op verdragsverplichtingen, onderhoudt De Hongaarse regering heeft Donder dag officieel de uitnodiging om deel te nemen aan de Parijse conferentie van de band gewezen. In een officieel communiqué werd ver. klaard, dat de Hongaarse regering „tot haar spüt" niet kan deelnemen voor zover de grote mogendheden het niet eens konden worden over de taak van de tweede Parijse conferentie. Zes leden van het Hongaarse kabinet, dat achttien leden telt, waren afwezig. Twee zijn er in Moskou, twee in een ziekenhuis en twee zijn er op vacantie. Zweden ziet met belangstelling het resultaat van de economische besprekin gen. die Zaterdag te Parys beginnen, tegemoet, aldus sen Zwetdse woord voerder. die deelneemt aan de wereld- graanconferentie te Parys. De positie van Zweden op de komende conferentie is meer die van een bijdragend dan van een ontvangend land, daar een van zijn meest dringende naoorlogse problemen het vinden van een afzetgebied voor ijzererts is. Voor de oorlog was Duits land de grootste afnemer en men hoopt, dat het plan-Marshall de Duitse en andere Europese markten weer voor de Zweedse export openstelt. Behalve een jaariykse hoeveelheid van ongeveer 15 millioen ton yzererts kan Zweden grote hoeveelheden houtpulp en papier leve ren, alsmede wat vis. Zweden zal op de conferentie vertegenwoordigd zijn door een groep deskundigen. Wel ingelichte kringen waren van mening dat Turkije zou kunnen vragen om uitrustingen ter verbetering van de in zeer primitieve staat verkerende ma. terialen in de kolenmijnen aan de Zwarte Zee. Deze mijnen produceren momen teel jaarlyks slechts drie millioen ton, hetgeen met moderne materialen zou kunnen worden opgevoerd tot tien mil lioen ton. Ten minste de helft hiervan zou kunnen worden uitgevoerd naar Europa. Zy zeiden verder, dat indien Turkye technische hulp zou krygen het land Europa zou kunnen helpen met minerale en argrarisehe hulpbronnen. Finland en Albanië hebben thans vol gens radio Moskou, evenals alle andere Europese staten de Brits-Franse uitno diging tot deelneming aan de FarUse conferentie van de hand gewezen. De Chinese communister doer, ver rassende tegenaanvallen in de provin cie Sjangtceng, waar zy met twee legers het steenkoolcentrum Tsao Tsjoeang bedreigen. Verder trekken in het Zuiden van de provincie- twee communistische legers op naar Hsoe Tsjou in het Noor den van de provincie Kiangsoe. een be- langryke basis van de regeringstroepen. In een vraaggesprek te New York voor zijn vertrek naar Nederland, deelde mr. Steenberghe, leider van de Nederland-e delegatie voor het onderhandelen over een leuinvr van de Wereldbank, mede. dat de onderhandelingen een bevredigend, zU het langzaam verloop hebben.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1947 | | pagina 1