REGERING ZIET MOGELIJKHEID
GUNSTIGE WENDING
De toestand was op elk gebied
onhoudbaar geworden
ENER
Vanavond radiorede van Van Mook
Zal Mountbatten
DEBAT OVER REGERINGSVERKLARING
T weede Kamer acht enquête over regerings
beleid in Londen wenselijk
Voorzichtigheid
gewenst
Spelletje van wel en niet komen
Rusland doet scherpe aanval
op Bevin
Veel eisen dienen
nog ingewilligd
aan blijven?
MS
Het einde van het camouflage
drama nadert"
Zekere onrust is blijven bestaan
Tsjechoslowakije niet naar Parijs
Tot hoofd en hart
Chinese communisten
rukken op
Kolenproductie
in Juni
Rede van Beel ..iets koeler dan verwacht werd"
li
i
Het weer.
Nederlandse delegatie
naar Parijs
HET TRAGE WERK DER
RIJKSBEMIDDELAARS
vrijdag 11 juli 1947
69ste JAARGANG No. 23895
REGERINGSVERKLARING OVER INDISCH BELEID
V,
VAN ACHT METER HOOGTE
GEVALLEN
S
^Tierik. onderscheiding voor
prof. Vening Meinesz
n
BUREAUX VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
SMEDÊSTRAAT 5 HAARLEM
Telefoon: Redactie 21544; Advertenties 21543
Abonnementen 20800 - Postgiro 143480
ABONNEMENTEN: 30 ets, p. w,, f 3.90 p. kwart.
Directeur: 3. 3. W. Boerrigter.
Wnd. hoofdredacteur: W. Severir».
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ADVERTENTIETARIEF 28 cents per millimeter
hoogte. Ingezonden mededelingen dubbel
tarief. Omroepers 16 cents per m.m hoogte.
De administratie behoudl zich het recht voor
advertentiën eventueel zonder opgave van
redenen te weigeren.
Gistermiddag half 4 heeff de minisier-presidenf in de
Tweede Kamer een verklaring afgelegd over hef Indisch
beleid der regering. Dr. Beel zeide, dat de regering thans
de mogelijkheid zag voor een wending ten goede, zulks als
Tesuliaai van de jongste ontwikkelingen.
De minister-president begon met de
^geringsverklaring van 21 Maart, even
als in de Tweede Kamer afgelegd, in
herinnering te roepen. Hij vervolgde met
kort historisch overzicht van de
hngste gebeurtenissen. Allereerst wees
hf. Beel op de nota van de Commissie-
Ueneraal van 27 Mei betreffende de uit
kering van de overeenkomst van Ling-
kdjati, welke nota een ultimatief karak-
er droeg, omdat de C.-G. het eindsta
dium van haar onderhandelingen bereikt
*chtte.
Vervolgens riep dr. Beel het antwoord
hierop van de republikeinse delegatie, d.d.
Juni, in herinnering en wees er
°P. dat de C.-G. op 20 Juni in een
khrijven als haar oordeel uitsprak, dat
ölt
antwoord op de meest essentiële pun-
onbevredigend was.
De commissie achtte de republikeinse
'oorstellen zodanig onbevredigend, dat
k van mening was, dat vrijwel van een
af wij zen van haar nota kon worden ge
broken en legde overeenkomstig de slot-
van haar nota van 27 Mei de vraag,
wat er verder te gebeuren stond, aan de
Nederlandse regering voor.
Öe minister-president deelde mede, dat
h® regeringen van Oost-Indonesië en
'Vest-Borneo in dezelfde geest hebben
k'uigd, nadat de Nederlandse regering
0qi hun oordeel had verzocht.
^3 Juni heeft de landvoogd op gezag
kh de Nederlandse regering de cepu-
~h®k de conclusie van die Nederlandse
gering medegedeeld. Deze conclusie
vastgelegd in de aide-mémoire, wel-
dr. Van Mook aan Sjahrir heeft over-
-.31fligd. Namens de Nederlandse rege-
,'bg heeft verder de Lt.-G. G- het in-
Mvht van de Nederlandse regering na
der mondeling uiteengezet en lp over
leg met Sjahrir heelt Van Mook uiter
lijk Vrijdag 27 Juni om antwoord ver-
tocht.
Thans zafe de Nederlandse regering
Zich gesteld voor de noodzaak eventueel
de consequenties te trekken uit de voort
durende onmogelijkheid langs de weg van
onderhandeling tot 6611 8<>ede uitvoer van
hinggadjati te geraken. En ze hield er
kee rekening, dat ze gedwongen zou
hunnen worden als uiterste maatregel
hkar militair machtsmiddel aan te wen-
h®n, zij het zo beperkt mogelijk, zulks
b grond van de verantwoordelijkheid
r'ólke zij draagt volgens Grondwet,
Nar.dvest der Ver. Naties en overeen
komst van Linggadjati, niet alleen prin.
J'Pieel. maar ook in laatste instantie in
'®ite.
De minister-president stelde vast,
dat de toestand zowel staatkundig
*ls economisch, financieel en mone.
tair, sociaal en militair onhoudbaar
Was geworden. Een militaire actie
van politionele aard zou het onhoud
baar karakter van deze noodtoestand
•boeten opheffen en betere voorwaar
den scheppen ter uitvoering van het
staatkundig beginselprogram, dat in
Linggadjati ligt besloten, desnoods
donder medewerking van de weder.
Party.
he periode tussen 23 en 27 Juni werd
3'öus besteed, om op alle mogelijkheden
°°rbereid te zijn.
Vervolgens besprak dr. Beel de ant-
?°ord-nota van de president der repu-
jpek van 27 Juni welke geen of een on-
hidelijk of een onbevredigend antwoord
hkf op de voorstellen der C.-G., hoewel
schrijven tegemoet kwam aan de
dit
he 43-jarige schilder C. A. Sitton viel
°ensdagmorgen in de Nazarethstraat
"3 Rotterdam van een balcon, dat zich
.nieter boven de begane grond bevond,
fiet een gebroken linkersleutelbeen werd
?'i in het Zuiderziekenhuis opgenomen.
AiJn verwondingen bleken echter van
,eêl ernstiger aard te zijn. Donderdag
,s hij in de loop van de morgen over
een.
he totale kolenproductie over
en 638.942 ton in Juni 1946.
Juni
roeg 829.434 ton tegen 778.738 ton in
De ge
h?'ddelde productie per dag beliep 33.177
I h, tegen 32.447 ton in Mei en 26.623
h in Juni 1946.
j, lt Amerika is ingevoerd: in Juni
IsL164 in Me' 247-477 en in Juni
*6 8.660 ton. Voor binnenlands gebruik
i as in juni totaal beschikbaar 1.017.655
ton.
>,5^ American Geophysical Union
besloten de „William Bowie-Me-
dr Jaar toe te kennen aan prof.
lw A- Vening Meinesz, directeur van
K-N.M.X. te De Bilt
voorstellen der C.-G. van 27 Mei tot in
stelling van een federale raad.
Nog eenmaal, 29 Juni, richtte zich de
Landvoogd tot de president van de re
publiek en verzocht verduidelijking in
het bijzonder ten aanzien van een vijftal
hoofdpunten en bovendien ten aanzien
van enige feitelijkheden.
Inmiddels had de regering der Ver.
Staten een aide-mémoire aan de repu
blikeinse regering doen toekomen, waar
in de visie van de Amerikaanse rege
ring werd uiteengezet.
5 Juli zond de nieuwe eerste minister
der Republiek een antwoord aan de Ned.-
Indische regering, dat even onbevredi
gend was als dat van 27 Juni.
Doch dank zij nadere overweging
in de boezem van de Republiek en
mede dank zij goede raad, die aan
de vertegenwoordigers der Republiek
de Amerikaanse en Britse consuls-ge
neraal hebben gegeven, werd 8 Juli
van de inhoud van het antwoord
van 5 Juli een nadere precisering ge
geven, welke weliswaar niet in alle
opzichten bevredigend is, doch welke
onder zeker voorbehoud tot uitvoe
ring van de overeenkomst van Ling
gadjati kan medewerken.
De regering, zo ging de minister
president voort, is bereid in dit
resultaat de mogelijkheid ener gun
stige wending te zien. Dr.- Beel zeide
verder, dat de regering voor alles
onmiddellijke staking van de vijan
delijkheden verwacht en staking van
alles wat de andere staten van In
donesië miskent ol' aantast. Voorts
opheffing van voedselblokkade, her
stel van verkeer over demarcatie
lijnen en voldoening ten aanzien
van de punten, waarop het antwoord
van 8 Juli nog onbevredigend is.
Dr. Beel noemde in dit verband
de miskenning der Unie-gedachte, de
onvoldoende erkenning van onze
uiteindelijke verantwoordelijkheid in
de verdere overgangstijd voor orde
en rust overal in Indonesië en hij
wees er op, dat de ten onrechte
gesloten verdragen dienen te verval
len. Slechts op deze voorwaarden is
behoorlijke verwezenlijking van Ling
gadjati denkbaar.
ft
Het Nederlandse ministerie van
Voorlichting te Batavia kondigde
aan, dat Van Mook vanavond een
belangrijke verklaring over de toe
stand voor de radio zal afleggen.
Vanavond zal, zo bericht A.P., de
executieve commissie van het Indo
nesische parlement met het repu
blikeinse kabinet vergaderen om de
rede van Beel te bespreken
Het Indonesische republikeinse mi
nisterie van Voorlichting heeft vandaag
een officieel communiqué gepubliceerd,
in antwoord op de rede van gisteren
van dr. Beel, aangaande de situatie in
Indië.
„Uit het laatste Indonesische ant-
Premier Attlee heeft Donderdagavond
in het Lagerhuis bekend gemaakt dat de
Indische leiders hebben aanbevolen dat
onderkoning Mountbatten gouverneur-
generaal van het nieuwe dominion Hin
doestan zou worden. De president van
de Moslemliga, Mohammed Ali Djinnah,
is aanbevolen als gouverneur_generaal
van Pakistan.
Attlee zeide dat hy de splitsing van
India betreurde, doch dat hy hoopte dat
deze niet van duurzame aard zou zijn en
dat de twee nieuwe dominions „te samen
zouden komen en één groot lid te vormen
van de Britse Common wealth."
De Sovjet-Unie heeft te Moskou een
nieuwe handelsovereenkomst met Bui-
garqe gesloten. Deze derde handelsover
eenkomst tussen beide landen sedert
1944 voorziet ln een goederenruil ter
waarde van 87 millioen dollar.
woord van 8 Juli is duideiyk gebleken,
dat de republiek aan de Nederlandse
bezwaren tegemoet gekomen is", be
weert het communiqué.
Het ging verder: „Er zullen verdere
besprekingen gehouden worden over een
gecombineerde gendarmerie en de repu
bliek zal voorstellen ter tafel brengen,
waarbij de handhaving van wet en orde
gewaarborgd zullen worden. Het stop
zetten van de vijandelijkheden zal een
verdere verlichting in de toestand
brengen. Het belangrykste van alles is
echter de demilitarisatie en de demar
catielijn".
Het dagblad „Nieuwsgier" beschreef
de rede van Beel als „iets koeler dan
verwacht werd". Het noemde zijn ver
klaring „over het algemeen scherp en
op essentiële punten volkomen ondub
belzinnig".
if- -'f
Minister-President Dr. L. J. M. Beel legde in de Tweede Kamer een regeringsverkla
ring af inzake het beleid in Indonesië. Een overzicht van de ministerstafel
Verwachting tot Zaterdagavond:
Zwaar bewolkt met flinke opklarin
gen. Hier en daar nog enkele regen
buien. Matige nu en dan krachtige
wind uit Westelijke richtingen.
Zon 4.3320.57, maan onder 14.21.
De minister van Buitenlandse Zaken,
baron van Boetzelaer van Oosterhouten
dr. Hirschfeld, regeringscommissaris
voor Algemene Zaken, zijn vandaag ter
bywoning van de conferentie over het
plan-Marshall naar Parijs vertrokken.
In officiële kringen acht men het niet
onwaarschijnlijk, dat de heer Spieren
burg van Economische Zaken en de heer
Treep van Financiën als deskundigen
naar Parijs zullen volgen.
99
De Tweede Kamer is vanmorgen 11 uur begonnen mei
de beraadslaging over de gisteren afgelegde regeringsver
klaring over hei beleid ien aanzien van Nederlands-Indië.
Bij bei begin der vergadering waren aanwezig de
ministers Beel, Jonkman, Drees, Fiévez, Liefiinck, Van Maar-
seveen, Vos en Schagen van Leeuwen.
De tribunes zijn geheel gevuld.
Nadai de heer De Grooi (C.P.N.) verklaard heefi, dai
hij afziei van zijn interpellatie, doch de gevolgde werk
wijze gevaarlijk acht, is het woord aan de heer Vonk
(Vrijh.)r die zegt de regeringsverklaring met gemengde
gevoelens te hebben bestudeerd en sceptisch gestemd te
zijn.
Hij betoogt, dat voor een degelijk be
leid een rustige vastberadenheid nodig
is. Hoezeer spr. vertrouwen heeft in deze
vastberadenheid der regering, toch geeft
de verklaring nog veel reden tot twijfel.
Zo vraagt hij wat de regering bedoelt
met „spoedig".
Na de ultimatieve nota van 27 Mei zijn
al weer 6 Vz week verlopen.
Heeft de regeringsverklaring al dan
niet een ultimatieve strekking? Zo ja,
hoe is daarvan aan de republiek mede
deling gedaan en zo neen, waarom is dan
geen verduidelijking gegeven van het
woord „spoedig"?
Hoe is het te verklaren, dat in de stuk
ken niets te vinden is over de toepassing
van de artikelen 3 en 4 van het accoord
van Linggadjati en moet er uit worden
F'
Ook in Indië heerste er tijdens de laatste uitwisselingen der nota's tussen de Re
publikeinse regering en Dr. van Mook een sfeer van gespannen afwachtingDe man-
nen der Koninklijke Marine volgden aan de radio de berichten
Uit het voorlopig verslag der
Tweede Kamer betreffende het voor
stel van de heer Van der Goes van
Naters tot het houden van een en
quête, blijkt, dat vele leden van oor.
del zijn, dat een grondig onderzoek
naar de gebeurtenissen, verband
houdende met de Duitse inval ln Ne
derland, en vooral naar het beleid
van de opeenvolgende kabinetten in
Londen, in beginsel wenselijk is.
Verscheidene andere leden hadden te.
gen een enquête, als hier is voorgesteld,
bezwaren. Een gebruikmaking van het
enquêterecht om strafrechtelijke rede
nen zijn hier, naar deze leden meenden,
niet aanwezig.
Deze leden zouden gaarne uitvoerig
van de voorsteller willen vernemen, wel.
ke voordelen deze van de enquête ver
wacht.
Daarbij wezen zij er op, dat uit de pu
blicatie van de resultaten van het on.
derzoek ook nadelen zullen kunnen
voortvloeien. Er kunnen dingen aan het
licht komen, die de reputatie van de
Londense kabinetten kunnen schaden.
Dit mag op zich zelf natuurlijk geen re
den zijn een enquête achterwege te la.
ten. Een aantasting van deze reputatie
kan echter schade toebrengen aan het
prestige van Nederland als geheel en dat
is een mogelijk nadeel, dat men wel on
der het oog zal moeten zien.
In elk geval zal moeten worden nage
gaan, of eventuele voordelen wel enigs
zins in evenredigheid staan tot de bui
tengewoon grote moeiten, tydverlles en
onkosten, die de enquête tr.et zich zal
brengen.
Ook onder de leden, die zich in be
ginsel voorstanders van een enquête
verklaarden, waren er verscheidene, die
zich afvroegen, of het resultaat wel in
evenredigheid zou staan met het te ver
richten werk. Zou het niet mogeiyk zyn,
zo vroegen ln aansluiting hieraan som
mige leden, de enquête te beperken tot
een klein aantal scherp omschreven pun
ten?
Andere leden wezen er op, dat er
steeds een begrijpelijke aarzeling
heeft bestaan om voor het verschaf
fen van het nodige inzicht in het
beleid over de jaren 19401945 te
grijpen naar het middel der parle.
mentaire enquête. Aanvankelijk
heeft men gemeend, dat uit het
Memorandum-Gerbrandy en andere
daarna gepubliceerde bronnen wel
voldoende inzicht in dit beleid kon
worden verkregen. Het bleek echter
steeds meer, dat dit niet het geval
was. Er was een zekere onrust blij
ven bestaan.
Algemeen zou men gaarne nader ver
nemen, hoe de voorsteller zich de prac-
tische uitvoering van zyn voorstel
gedacht heeft.
Sommige leden vestigden er nog
de aandacht op, dat grote voorzich
tigheid betracht zal moeten worden
by de keuze van de publicatie van
het rapport der enquêtecommissie.
In het jaar 1948 toch zal, naar mag
worden gehoopt, het 50-jarig rege
ringsjubileum van de Koningin ge
vierd worden. Tevens zal dan het
feit worden herdacht, dat 300 jaar
geleden de vrede van Münster geslo
ten werd. Wanneer nu in dat jaar,
dat za4 moeten staan in het teken
der nationale eenheid, door de publi
catie van de uitkomsten dezer
enquête gevoelens mochten worden
opgewekt, welke daarmede in strijd
zijn, zou dit ernstig moeten worden
betreurd.
Sommige leden wensen de periode,
over welke het in te stellen onderzoek
moet lopen, niet alleen te bepalen tot
het „onmiddellijk aan de Duitse inval
voorafgaande beleid", maar uit te brei
den tot het „aan de Duitse inval voor
afgegane beleid", voorzover dit van
invloed kan zijn geweest op de loop der
gebeurtenissen tydens de oorlog.
Andere leden willen ook de gehele
ambtstermen van het kabinet-De Geer,
dus van Augustus 1939 af, in het onder
zoek opgenomen zien.
Vele leden brachten tegen dit denk
beeld bezwaar in. In de periode van
Augustus 1939 tot 10 Mei 1940 function-
neerde immers het parlement normaal.
Wat betreft het einde van de periode,
waarover het onderzoek zal moeten lopen,
rrfeenden vele leden, dat het voor de
hand ligt, het ontwerp van de enquête
niet te beperken tot het tijdperk, ein
digende op 5 Mei 1945, doch daaronder
ook de periode vlak na de bevryding te
begrijpen. Ook toen kon de regering
immers nog geen verantwoording afleg
gen tegenover de volksvertegenwoordi
ging. Sommigen dezer leden zouden de
periode, waarover het onderzoek zal
lopen, zelfs uitgebreid willen zien tot
aan het optreden van de verkozen Sta-
ten-Generaal.
Verscheidene leden betoogden, dat
ook het beleid van de Nederlands-
Indische regering, vooral in de tyd,
waarin deze in Australië gevestigd
was, in het onderzoek begrepen zal
moeten worden. •-
De suggestie, door de voorsteller in een
noot by zyn Memorie van Toelichting
gedaan, om ook aan buitenlanders en
zelfs aan de minister-president van een
Buitenlandse mogendheid Inlichtingen
te vragen, deed bü verscheidene leden
de vraag ryzen, of dit denkbeeld uit
een oogpunt van internationale politiek
wel verstandig is en of het wel voor ver-
wezeniyking vatbaar is.
afgeleid, dat de Soendanezen en Madoe-
rezen uiteindelijk toch aan de republiek
zullen worden uitgeleverd, tegen hun wil
en in stryd met de Nederlandse verant-
woordeiykheid tegenover deze volkeren?
Hoe is het te verklaren, dat er niets
te vinden is over de in het accoord op
genomen oppersouvereine 'unie en moet
daaruit worden afgeleid, dat van deze
constructie t.z.t. zal worden afgezien?
Acht de regering de instelling van de
interim-regering in overeenstemming met
het beleid van Linggadjati en in over
eenstemming met de grondwet en hoe is
dat te motiveren?
Is de regering niet van oordeel, dat de
interim-regering de Nederlandse Staten-
Generaal zal uitschakelen en het con
trolerecht, dat zij hebben uit'te oefenen
en zo neen, hoe stelt de regering zich
voor de bevoegdheden der interim-rege
ring te construeren, opdat de Staten-
Generaal hun contróleplicht kunnen uit
oefenen?
Is het geen plicht de interim-regering
bij de Staten-Generaal voor te brengen?
Heeft de regering niet begrepen, dat de
Nederlandse souvereiniteit voor de over
gangstijd slechts de jure erkend wordt?
Spr. vraagt of dit niet eerder een ca
pitulatie oplevert dan een ultimatum?
Wat moet gedacht worden van de
verklaring van Van Mook in een
persconferentie uitsluitend voor de
buitenlandse pers, dat het doel der
Nederlandse regering is oprichting
ener souvereinc Indonesische federa
tie, zonder van de souvereine unie
ex Linggadjati te reppen? Ver
klaart de regering 'zich daarmee
accoord? Vervolgens brengt spr. de
kwestie der gijzelaars ter sprake.
HU betoogt, dat in de 13 maanden,
dat deze regering aan het bewind is,
men geen stap verder gekomen is in
Indië. In de wereld is men bezig het
respect te verliezen. Zal aan dit ontbin
dingsproces nu een slot worden ge
maakt? Uitvoerig betoogt hij, dat hy
dat uit de regeringsverklaring niet. kan
concluderen.
(Inmiddels is ook minister Huysmans
ter vergadering verschenen).
Vervolgens betoogt spr. nog, dat
op de achtergrond van het republi
keinse streven het communisme
staat. Het Indisch nationalisme
staat lijnrecht tegenover het com
munisme. Het laatste republikeinse
kabinet is zo scharlaken-rood, dat
het lijkt, dat men onderhandelt met
een communistisch complot.
Het is z.i. duidelijk, dat het einde
van het camouflage-drama nadert.
Spr. acfct het juist, dat de regering
duideiyk en onomwonden haar eisen
heeft gesteld.
De heer Palar (Arb.) verklaart, dat
hy wenst te zoeken naar wat verbindt.
Hy merkt op dat Indonesië militair de
mindere is, maar het land bezit poten,
tiële mogeiykheden, die het sterker kun.
nen maken dan Nederland. In die om
standigheden kan niemand zich laten
dwingen tot duurzame vrywillige samen,
werking, aldus spr.
Onjuist acht spr. bedreiging met mili
tair geweld als nog niet over arbitrage
gestreden is.
(Vervolg op pagina 3
Herhaaldelijk zyn de laatste maan
den ernstige klachten geuit over
de trage wijze, waarop het College
van Rijksbemiddelaars vaak de meest
dringende kwesties behandelt. Dat in
deze tijd van spanning tussen lonen en
prijzen hierover vooral in arbeiderskrin.
gen grote ontstemming heerst, is begry-
peiyk. Het is ons mogelijk geweest aan
de hand van een aantal gegevens de
werkzaamheden van de Stichting van de
Arbeid en van het College, van 1 October
1946 af, in tal van kwesties na te gaan.
Hieruit biykt, dat in het algemeen tus
sen de datum, waarop het bestuur van
de Stichting van de Arbeid had geadvi
seerd en de datum, waarop door het Col
lege een beslissing is genomen, een grote
tydsruimte ligt.
Van de 121 door de Stichting van de
Arbeid aan het College voorgelegde be
slissingen kwamen 24 in de Staatscourant,
ruim 40 zijn nog in behandeling, terwyi
op de overige adviezen der Stichting nog
steeds niet werd gereageerd. Bij een 10-
tal werd wel een beslissing door het Col
lege genomen, maar deze beslissingen
verschenen niet in de Staatscourant,
zodat zij niet van kracht zijn.
Interessant is de beschikkingen van
het College op haar inhoud te vergelij
ken met de overeenkomstige adviezen van
de Stichting van de Arbeid. Hieruit blijkt,
dat er inderdaad beschikkingen van het
College van Ryksbemiddelaars zyn con
form het advies der Stichting, maar ook
dat vaak zeer kleinzielige veranderingen
in de lonen werden aangebracht.
Ter illustratie van het bovenstaande
drukken wij hieronder enkele adviezen
van de Stichting en beslissingen van het
College voor enkele industrieën af.
LEDERWARENINDUSTRIE; Advies 20 Sept. 1946. Beslissing College van
Rijksbemiddelaars 30 Dec. 1946.
Staatscourant 7 Jan.
geschoold
St.v.d.Arb. College
1947
geoefend
St.v.d.Arb. College
ongeschoold
St.v.d.Arb. Coll.
Gemeentekl.
I
86
85
82
80
76
75
II
83
80
77
76
73
72
III
80
77
74
73
70
69
IV
77
75
71
71
67
67
Advies 24 Aug. 1946. Beslissing Coliege van
1947.
PAPIERZ AKKENINDUSTRIE
Ryksbemiddelaars 2 Jan. 1947.
Staatscourant 14 Jan
Groep 5 Groep 6
College St.v.d.Arb. College
85
82
79
77
75
Mannelijk personeel
St.v.d.Arb.
Gemeentekl. I
III
IV
V
Groep 7
St.v.dArb. Coll.
84
80
79
75
75
81
77
76
72
72
78
74
73
69
69
76
72
71
67
67
74
70
69
65
64
De Tsjechoslowaakse regering heeft
besloten niet deel te nemen aan het
plan-Marshall voor Europa, aldus heeft
het Tsjechoslowaakse nieuwsbureau Don
derdagavond gemeld.
In een officiële verklaring wordt ge
zegd: „Op 10 Juli is het kabinet in
buitengewone zitting byeengekomen. Op
deze byeenkomst werd het deelnemen
van Tsjechoslowakije aan de conferentie
te Parys over het plan-Marshall opnieuw
besproken. Vastgesteld werd, dat een
aantal landen, in het büzonder alle
Slavische staten en andere landen van
Op het Binnenhof te Den Haag heeft lui
tenant-generaal Mr. h. J. Kruis de Engel
se luitenant Gordon MacReady begiftigd
met de versierselen behorende bij de be
noeming tot Groot-officier in de Orde van
Oranje Nassau, hem toegekend voor zijn
verdiensten bij de bevrijding van ons land
In een Tass-bericht uit Parijs dat
door alle centrale Sovjetbladen op een
in het oog vallende plaats gepubliceerd
is worden Ernest Bevin en Georges
Bidault er van beschuldigd werktuigen
voor een Amerikaans plan te zijn, om een
blok van Westeiyke landen te vormen
en Rusland te isoleren.
In verband met het voorstel van Mar
shall was dit de duideiykste taal, die de
Sovjet-pers tot nu had laten horen en
hieruit blijkt wel, hoe diep de kwestie
by de Russen zit.
De Verenigde Staten, Engeland en
Frankryk worden collectief beschul
digd, dat zy pogen het Westeiyk deel
van Duitsland in een Westelyk blok
op te nemen en er wordt in het be
richt zelfs te kennen gegeven, dat
Averell Harriman en Clinton An
derson (respectievelijk Am. minister
van Handel en minister van Land
bouw) nu in Duitsland zyn, óm dat
doel te bevorderen. In het Tass-be-
richt dat niet ondertekend is
wordt Bevin er ook van beschuldigd
beïnvloed te zyn door Churchill's
vyandige houding ten opzichte van
de Sovjet-Unie.
De Sovjet-bladen verklaren ronduit,
dat Bevin, al verzekert hy nog zo zeer.
dat al wat hem ter harte gaat het in
stand houden en tot ontwikkaiing hren-
gen van de vriendschappelijke betreic-
kingen tussen de Europese 'landen Is,
precies het tegenovergestelde bedoelt.
In het Tass-bericht wordt het als bul
ten alle kijf beschouwd, dat de Unie der
Socialistische sovjet-Republieken het
gevoel had, dat de Verenigde Staten het
gehele plan dat Rusland aan Bevin
toeschryft en in mindere mate ook aan
Bidault dekten. De Russische bewe
ring, dat de Verenigde Staten Europa
trachten te overheersen door middel van
leningen en credieten, wordt in het be
richt opnieuw op de voorgrond gesteld.
I Ervaring maakt ons nooit armer, I
A wel anders. J
Centraal- en Oost-Europa, de uitnodi
ging tot deze conferentie niet hebben
aanvaard. Dientengevolge zal aan de
conferentie niet deelgenomen worden
door de staten, waarmede de Tsjecho
slowaakse republiek nauwe economische
eu politieke betrekkingen, gebaseerd op
verdragsverplichtingen, onderhoudt
De Hongaarse regering heeft Donder
dag officieel de uitnodiging om deel te
nemen aan de Parijse conferentie van de
band gewezen.
In een officieel communiqué werd ver.
klaard, dat de Hongaarse regering „tot
haar spüt" niet kan deelnemen voor
zover de grote mogendheden het niet
eens konden worden over de taak van
de tweede Parijse conferentie. Zes leden
van het Hongaarse kabinet, dat achttien
leden telt, waren afwezig. Twee zijn er
in Moskou, twee in een ziekenhuis en
twee zijn er op vacantie.
Zweden ziet met belangstelling het
resultaat van de economische besprekin
gen. die Zaterdag te Parys beginnen,
tegemoet, aldus sen Zwetdse woord
voerder. die deelneemt aan de wereld-
graanconferentie te Parys. De positie
van Zweden op de komende conferentie
is meer die van een bijdragend dan van
een ontvangend land, daar een van zijn
meest dringende naoorlogse problemen
het vinden van een afzetgebied voor
ijzererts is. Voor de oorlog was Duits
land de grootste afnemer en men hoopt,
dat het plan-Marshall de Duitse en
andere Europese markten weer voor de
Zweedse export openstelt. Behalve een
jaariykse hoeveelheid van ongeveer 15
millioen ton yzererts kan Zweden grote
hoeveelheden houtpulp en papier leve
ren, alsmede wat vis. Zweden zal op de
conferentie vertegenwoordigd zijn door
een groep deskundigen.
Wel ingelichte kringen waren van
mening dat Turkije zou kunnen vragen
om uitrustingen ter verbetering van de
in zeer primitieve staat verkerende ma.
terialen in de kolenmijnen aan de Zwarte
Zee. Deze mijnen produceren momen
teel jaarlyks slechts drie millioen ton,
hetgeen met moderne materialen zou
kunnen worden opgevoerd tot tien mil
lioen ton. Ten minste de helft hiervan
zou kunnen worden uitgevoerd naar
Europa. Zy zeiden verder, dat indien
Turkye technische hulp zou krygen het
land Europa zou kunnen helpen met
minerale en argrarisehe hulpbronnen.
Finland en Albanië hebben thans vol
gens radio Moskou, evenals alle andere
Europese staten de Brits-Franse uitno
diging tot deelneming aan de FarUse
conferentie van de hand gewezen.
De Chinese communister doer, ver
rassende tegenaanvallen in de provin
cie Sjangtceng, waar zy met twee legers
het steenkoolcentrum Tsao Tsjoeang
bedreigen. Verder trekken in het Zuiden
van de provincie- twee communistische
legers op naar Hsoe Tsjou in het Noor
den van de provincie Kiangsoe. een be-
langryke basis van de regeringstroepen.
In een vraaggesprek te New York voor
zijn vertrek naar Nederland, deelde mr.
Steenberghe, leider van de Nederland-e
delegatie voor het onderhandelen over
een leuinvr van de Wereldbank, mede. dat
de onderhandelingen een bevredigend, zU
het langzaam verloop hebben.