ERIC DE NOORMAN-Dl STEEN VAN ATLANTIS
t AKKERTJES
Bestrijding voorjaarskwalen
Zeven jaar vaart de Volendam troepen over
de wereldzee
iH
DE KRATER
m.KALA)
Slotvergadering Ned. Volksherstel
VAN NELLE
Werkelijkheidszin
i
s Nachts wakker door pijn
Ned. Verpleegsters Korps KARTONNEN KERK IN EMMERSCHANS INGEWIJD
Landmacht
Teken van een levend
geloof
Werk der stichting door andere organen
overgenomen
'm
-
-
ZATERDAG 13 MAART 1948
PAGINA 3
-
SOCIALE GEZONDHEIDSZORG
VAN MOCK EN HATTA BLIJVEN
CONFEREREN
„Een scherts-korps" aldus de
aud iieur-militair
E.V.C. SCHORST
„Stenltoii" weer 'thuis
Bijbel voor de jeugd
Pensioenregeling tuinders
door JOSEPH MONTAGUE
EN NU
EEN KOPJE mm
Het achtste hoofdstuk van het Johan-
nesevangelie, waaruit morgen in
de H. Mis een gedeelte gelezen
wordt, is in onze dagen van een bran
dende actualiteit. In een twistgesprek
met de Joodse schriftgeleerden wijst
Jezus met alle nadruk op de absolute
noodzakelijkheid van het geloof in Hem.
Gedurende Zijn gehele operfbare leven
.had Hij door woord en daad telkens en
telkens .weer Zijn goddelijke zending en
godheid bewezen. Maar telkens weer
weigerden de Joden Hem te geloven. Bij
iedere gelegenheid verlangden ze nieuwe
bewijzen. Maar Jezus kende hun men
taliteit. De goede wil ontbrak. In de
grond waren zij niets anders dan dood
gewone saboteurs. Ze wilden eenvou
dig niet geloven, dat Jezus de beloofde
Messias was. Met allerlei spitsvondig
heden trachtten zij Hem in Zijn eigen
woorden te vangen. Maar Hij, Die „har
ten en nieren doorgrondt", stelde hun
boosaardigheid in het volle licht, zodat
zij beschaamd afdropen of voor de zo
veelste keer hun toevlucht namen tot de
vraag: „Wie zijt Gij eigenlijk?" De wijze,
waarop Jezus hun kort voor Zijn Lijden
bij een dergelijke gelegenheid van ant
woord dient, is uitermate geschikt tot
vruchtbare bezinning op onze eigen hou
ding in deze allergewichtigste zaak. ,,Ik
ga heen, en gij zult Mij zoeken. Waar
ik heen ga, kunt &ij niet komen. Gij
zult in uw zonden sterven. Gij zijt van
beneden. Ik ben van boven. Gij zijt van
deze wereld; Ik niet. Want als gij niet
gelooft, dat. Ik het (d.i. de Messias) ben,
zult gij sterven in uw zonden. Maar
•waaroril zou Ik met U nog daarover
spreken? Gij zoekt Mij te doden, omdat
Mijn woord geen ingang bij U vindt. Gij
hebt de duivel tot vader, en de zin van
Uw vader verkiest gij te doen. Hij was
een (zielen)moordenaar van den beginne.
Hij is de vader van de leugen. Wie uit
God is, luistert naar de woorden van
God. Daarom juist luistert gij niet, om
dat gij niet uit God zijt". Dit is een
hard, maar zeer rechtvaardig oordeel. De
reden van hun ongeloof ligt in hun boze
wil. Duidelijker bewijzen dan Jezus hun
reeds van Zijn godheid gegeven had,
konden zij niet verlangen. Zij geloofden
dan ook niet, omdat zij niet overtuigd
waren, maar omdat zij niet wilden
geloven. En zozeer waren zij verstard in
hun onwil, dat Jezus nu tot hen ze^t:
„Waarom zou ik nog langer met hier
over spreken? Gij verkiest met Uw vrije
wil de duivel boven Mij. De gevolgen zijn
voor Uw eigen rekening. Gij zult in Uw
zonden sterven."
Een huivering van ontzag bevangt
ons bij het overdenken van deze
woorden. Zij beduiden' niets min
der dan de eeuwige verwerping van wie
God afwijst. Dit oordeel over de weer
barstige Joden tijdens Jezus' leven op
aarde is onveranderlijk. Het zal steeds
hetzelfde blijven over ieder, die een
zelfde gedragslijn volgt. Onze eeuwig
heid is afhankelijk van ons geloof in
God, dat zich moet uiten in een trouwe
beleving van Zijn geboden. De tegen
woordige wereld heeft zich van God
afgewend. Het kan zijn nut hebben te
bedenken, dat dit alleen mogelijk is,
doordat millioenen individuele mensen
zich van God hebben afgekeerd. Mil
lioenen ménden, die toch allen, ieder
voor zich, bestemd zijn voor een eeuwig
geluk in de hemel. En voor ieder, die
God niet wil erkennen, geldt het ver
werpingsoordeel, dat Jezus uitsprak over
de Schriftgeleerden. wat de meeste
mensen, ook ons, katholieken, zozeer
ontbrêekt, is een diep begrip voor de
werkelijkheid. De echte werkelijkheid,
die onveranderlijk is en altijd zal blij
ven bestaan. Ons leven op aarde, in
doorsnee een armzalige zeventig jaar,
kan dat onmogelijk zijn. Als dat het
hele leven is, zo vol van harde arbeid,
ontbering, lijden en leed, dan zijn wij
allen de beklagenswaardigste schepse
len, die er bestaan. Dan is er totaal geen
reden God dankbaar te zijn, dat Hij
ons het leven schonk. Zo'n leven! Arm
noch rijk, geen kan in dit korte en wis
selvallige bestaan voile bevrediging vin
den. De mens verlangt naar het blij
vende, het onveranderlijke, het vol
maakte. Dit streven heeft de Schepper
in ons hart gelegd. En dat had Hü
wegens Zijn eigen waarachtigheid
niet mogen doen, als Hij ons niet
tevens de mogelijkheid gegeven had ééns
de eeuwigdurende vervulling daarvan
te bereiken. Daarom schonk Hij ons
een onsterfelijke ziel. De tijd, die deze,
met het lichaam verbonden, hier op
aarde doorbrengt, is bedoeld als voor
bereiding voor het komende, nimmer
eindigende leven in de eeuwigheid. Daar
vindt aHe streven naar het Goede,
Ware en Schone, dat iedere mens eigen
is, zjjn hoogste .bevrediging. Daar ligt
het levensdoel van iedere mens. De
eeuwigheid is het enige, echte leven, de
enige, ware werkelijkheid. Op aarde
gaat ons leven als een schaduw voor
bij. En dan? Dan begint het leven!
Dat geen einde meer nemen zal.
Ons gewone, menselijke verstand zegt
°ns reeds, dat dit zo zijn moet. En God
zelf openbaarde ons alles, wat wij daarvan
behoren te weten. Als dit dan zo is, hoe
's het dan toch mogelijk, dat zo weinig
thensen 'blijk geven van echte werkelijk
heidszin? Dat de meesten dé waarden
van het vergankelijke en onvergankelij
ke precies omkeren! Dat ze voor'hun
aardse leven alles over hebben en
hiet de minste belangstelling tonen voor
hun eeuwigheid! En dit is heus niet
aUeen de houding van die bijzonder
••verlichten", die om een of andere, ovev
figens weinig steekhoudende reden, be
ften niet in de eeuwigheid te geloven
^ct yeel katholieken, die toch werkelijk
CO». M4ÏTEN TOONOtt STUWO%
41. Kirasso begon nu een waar kruisverhoor. Hoewel Eric dit niet erg beviel, liet hij
niets merken. Hij was uiterst voorzichtig met zijn antwoorden. Het uiterlijk van
Kirasso deed de jonge Noorman voorzichtig zijn, hij wist bijna zeker dat men deze
man niet kon vertrouwen. Toen Kirasso volaoencbe van Eric wist, vertelde hij hem,
dat Egypte in hei bezit wilde komen van de Steen van Atlantis en dat hij, Kirasso,
was uitgezonden om deze schat in handen te krijgen. Hij stelde Eric nu voor in
zijn dienst te treden. Hij zou belangrijke diensten kunnen doen omdat hij de taal
en de gewoonten van het. volk van Atlantis kende. Hij kon, zonder opgemerkt te
worden, overal komen. De Egyptenaar voorspelde hem grote eer en rijkdom in Egypte
wanneer de opdracht gelukte. De eerste stappen waren reeds gedaan om de steen
in bezit te krijgen, voegde hij er aan toe en zag Eric vragend aan. Eric lokte deze
zaak weinig aan en hij vroeg enige tijd uitstel. Hij deelde Kirasso mede, dat het hem
een zeef gevaarlijke onderneming leek en dat hij het aanbod enige dagen in beraad
wilde houden. Kirasso stemde hierin toe en zeer vriendschappelijk namen ze af
scheid. Eric ging van boord en begaf zich weer naar de stad. Hij slenterde nog wat
rond en probeerde of hij hier of daar nog iets op kon vangen over de Steen van
Atlantis. Hij hoorde echter niets en eindelijk besloot hij eèn onderdak voor de nacht
té gaan zoeken.
(Van onze correspondent)
„Ieder, die met beide benen in de prac-
tische hulpverlening van de eerste be-
vrijdingsroes gestaan heeft, zal er vol
ledig vrede mee hebben, dat het eind
verslag, waarmede Volksherstel over
enige tijd de verantwoording van zijn
daden hoopt af te leggen, een steen des
aanstoots worden zal voor alle statistici
en accountants, terwijl de Rekenkamer
zich ongetwijfeld gelukkig zal prijzen
dat hier sprake is van een particuliere
organisatie, die niet in het ambtelijk
goudschaaltje gewogen behoeft te
worden."
Bij deze passage in het verslag van mej
rr.T. Tjeenk Willink, secretaris-generaal
der Stichting Nederlands Volksherstel,
over de werkzaamheden van de Stichting,
gleed een lichte glimlach over de lippen
van de ministers" Beel, Witteman en
Drees, die met vele andere autoriteiten
Vrijdag aanwezig waren op de door H. K
H. Prinses Juliana gepresideerde slot
vergadering van Nederlands Volksherstel
in de Utrechtse Stadschouwburg.
In haar openingswoord had H. K. H.
Prinses Juliana, die deze vergadering op
innemende wijze leidde, gesproken van de
energie en vindingrijkheid, die aan de
dag gelegd zijn door de velen bij het
werk van Nederlands Volksherstel. Wel
is het herstel van ons land niet voltooid,
maar het Is nu mogelijk geworden, dat
het werk der Stichting door andere or
ganen wordt overgenomen.
Mr. E. E. Menten, regeringscommissa
ris van de Stichting Nederlands Volks
herstel, releveerde hierna enige punten
uit de wordingsgeschiedenis van Volks
herstel. Uit het uitvoerig overzicht van
de werkzaamheden van de Stichting
door mej. Tjeenk Willink bleek van de
veelzijdige activiteit op alle gebied van
maatschappelijk werk.
Na de pauze, waarin men zich tegoed
kon doen aan de Volksherstelsigaretten,
geraakten een zestal sprekers in tijdnood
die op zich genomen hadden elk in vijf
minuten te zullen spreken over bepaalde
kanten van het werk: mr. J. Everts
sprak over de opbouworganen, drs. R.
Hornstra over de gezinsverzorging, mr. P.
van Thiel over het werk in de noodgebie-
den, mr. A. baron van Heemstra over
het Nationaal Fonds Bijzondere Noden
en mr. dr. J- in 't Veld namens de Raad
van Beheer der» Stichting.
Een ruimer limiet werd door Hare
Koninklijke Hoogheid toegestaan aan
de laatste spreker op deze vergadering,
minister Drees. Hij bracht dank na
mens de regering voor het grote werk,
dat Volksherstel verricht heeft én
waarin de grote waarde van het parti
culier initiatief tot uiting kwam. HU
was verheugd over de nationale en al
gemene samenwerking, waardoor in een
prettige sfeer de initiatieven werden
gecoördineerd en acties gebundeld.
Tenslotte deelde hU mede, dat het
Hare Majesteit de Koningin behaagd
had, in de secretaris-generaal, mej.
Tjeenk Willink, het Volksherstel te
eren door haar te benoemen tot Offi
cier in de Orde van Oranje-Nassau.
Wij vernamen nog, dat de liquidatie
door de Raad van Beheer voor 1 Mei 1948
zal zijn voltooid.
Naar het ANP verneemt zal Donder
dag a.s. wederom een openbare verga
dering van de conferentie Nederland
SurinameCuracao worden gehouden.
De vergadering begint 10.15 uur. Het
ligt in de bedoeling, dat op deze ver
gadering het tweede centrale rapport
wordt besproken. En voorts, dat aan de
vergadering een aantal resoluties zal
worden voorgelegd, welke door de re-
dactie-.commissie zijn opgesteld. Deze
openbare vergadering zal tevens het
einde vormen van de conferentie.
Slaap Is vaak de beste remedie en die mist U als
pijn U wakker houdt. Stilt Uw pijn mei „AKKER-
TJES" en een rustige slaap zal U verkwikken.
„AKKERTJES"helpenaltijd.Letop'tAKKER-merk
Wanneer de winter afscheid neemt, en
de zon weer kracht begint te krijgen,
doen ook de voorjaarekwalen hun in
trede. In het algemeA zijn dat nogal
onschuldige klachten, die „vanzelf" wel
overgaan, maar zolang men er mee be
hept is, zijn ze toch wel erg lastig.
Vêrreweg het meest voorkomende is
wei de voorjaarsmoeheid; Het lijkt in
vele gevallen, of de lijder of lijdster aan
voorjaarsmoeheid een geweldig gebrek
aan rust en slaap ondervindt, en het
merkwaardige is, dat een goede ononder
broken nachtrust weinig of geen ver
betering geeft in de toestand van ver
moeidheid.
Onze grootouders noemden dit dik-
bloedigheid, en het optreden van deze
moeheid was voor hen net sein, eens
een stevige aderlating te ondergaan.
Al naar leeftijd en grootte van de pa
tiënt werden tot 400 £ram bloed toe
door aderlating aan het lichaam ont
trokken. Het is zeker niet uitgesloten,
dat zulk een aderlating een verbetering
bracht in de toestand, maar het was
een verbetering, die niets te maken had
met de werkelijke oorzaak van de kwaal.
Die is namelijk gelegen in de aard van
het voedsel, dat de winter ons opdringt:
de hoeveelheid verse groenten en fruit
is aanmerkelijk minder dan in de
andere jaargetijden, en dientengevolge
is er een tekort ontstaan aan vitamine
C, en' de loomheid en moeheid zijn
eigenlijk de eerste symptomen van op
handen zijnde scheurbuik (scorbut). Dat
I
deze niet tot volledige ontwikkeling
komt, zoals dat in de middelfeeuwen en.
in onz) gouden eeuw nog geregeld voor
kwam, ligt aan het feit, dat o. m.
de aardappel sindsdien een belangrijke
plaats is gaan innemen in het vclks-
voedsel, en de aardappel heeft nog al
tijd een hoger gehalte aan vitamine -C
dan de peulvruchten, die vroeger het
stapelvoedsel vormden. We kunnen
tegenwoordig niet meer spreken van
een gebrek aan vitamine C, maar hoog
stens van een tekort, dat aan te vullen
is, wanneer we werkelijk elke kans
waarnemen, om verse greenten te nut
tigen. Volkomen parallel met de voor
jaarsmoeheid en voortkomend uit de-
zalfde oorzaak is een andere voorjaars
kwaal, die vooral bij de jeugd nogal eens
voorkomt: frequente neusbloedingen,
enz. Ook hier is het nuttigen van vita
mine C in de vorm van verse greenten,
vooral rauwe groenten, of desnoods in
de vorm van tabletten, het aangewezen
geneesmiddel.
Dr. Van Mook heeft vanochtend een
aerde ontmoeting gehad met Hatta. In
Nederlandse kringen werd gezegd, dat
het feit alleen reeds, dat er een derde
bijeenkomst gehouden werd erop wees,
dat de onderhandelingen vorderden.
Waarschijnlijk zal vanmiddag een vier
de bijeenkomst plaatsvinden.
Voor de Krijgsraad te 's-Gravenhage
stond gisteren een niet alledaagse figuur
terecht. Het was een 24-jarig meisje,
gekleed in beige mantel, met keurig ver
zorgd haar en onberispelijke kousen, lid
van het Ned. Verpleegsters Korps Land
macht. De dagvaarding, die tegen haar
was uitgebracht en door mr. Baak, de
auditeur militair, werd voorgelezen, klonk
ernstig: desertie, twee maal gepleegd in
oorlogstijd.
„Ik heb in de afgelopen dagen alle
mogelijke inlichtingen over het ver
pleegsters-korps ingewonnen en ben
tot de verbijsterende conclusie geko
men, dat dit geen militair korps is,
maar een scherts-korps, aldus mr.
in zijn requisitoir.
(Van een speciale verslaggever)
Gisteren was èr feest in Emmerschans,
het kleine Drentse dorp op de laatste
'looiing van de Hondsrug. De kartonnen
kerk, die door heel de parochie in sa
menwerking met de pastoor gebouwd
werd en waarover wij in een reportage
enkele weken geleden reeds uitvoerig
berichtten, werd ingewijd door de hoog-
deken van Klazienaveen. Het was een
bijzondere, maar vooral merkwaardige
plechtigheid, want terwijl binnen de
kartonnen wanden het Kyrie weerklonk,
scharrelden rustig de kippen rond in de
grote graanschuur, waarin de kerk ge
bouwd is.
De parochianen van Emmerschans
IS-n -
ér s.
Tégen het verpleegstertje eiste hij drie
maanden voorwaardelijk, met een proef
tijd van een jaar.
Naar het A.N.P. meldt, heeft de lan
delijke raad der Eenheidsvakcentrale
gisteren besloten vijf leden van de af
deling Rotterdam van de E.V.C. te
schrosen naar aanleiding van een door
hen aangenomen resolutie en een ver
spreid verweerschrift.
][n het zware teakhout van de ver-
s schansing van net s.s. Volendam zijn
duizenden namen gegrift. Namen van
Amerikaanse, Britse. Canadese plaatsen
en jongens, soms een hart en een'meis
jesnaam als een kreet van heimwee er
tussen. En waar nog ruimte bleef, staan
verse namen, Nederlandse namen. Ze
ven jaar vaart het s.s. Volendam als
troepenschip over de wereldzee, heel de
oorlog door; thans nog vervoert het
regelmatig oe gaanüe en kerende man
schap naar en van Indonesië. Het schip
is niet jong meer; zes en twintig jaar
vormen een mooie staat van dienst
waarbij de laatste avontuurlijke periode
wel zeer zwaar en respectabel mag he
ten. Reeds in het eerste oorlogsjaar
werd de Volendam ter hoogte van Ier
land getorpedeerd, maar ofschoon zwaar
beschadigd wist zij een voorhaven van
Glasgow te bereiken. Eén der beide tor-
pedo s. die doel troffen bleek onontploft
in net ruim te liggen! Het schip werd
hersteld en bracht sedertdien duizen
den soldaten door eindeloze gelteren
Over die onderwerp spreekt de Fleer
1. A. de Lange, Inspecteur bij de
Rijksluchtvaartdienst in een twee
tal radio-praatjes op Maandag 1)
en Doodcrdag 18 Maart om kwart
voor 8 's avonds over Hilversum I.
Deze radio-praatjes zijn speciaal
bestemd voor leerlingen-en ouders
van leerlingen-van Middelbare scho
len, die dn jaar eind-examen doen.
veilig op hun Destemming. De Volen
dam is een gelukkig schip.
Thans kijken Nederlandse jongens
bij morgen, middag en avond over de
verschansingen van de Volendam. Zij
leunen op het teakhout met de namen
van hun voorgangers. Rustiger dan de
meesten dezer kunnen zij uitzien over
een zee. waarvan het blauwe, groene,
zilvergrijze water niet langer verholen
oorlogsdreiging bergt, de wisselende
luchten erboven zonder gevaar zijn nu.
Maar de gevoelens, die golven, deinen
en somtijds stormen in die jonge har
ten, bleven eender. Het beeld van
thuis lijkt reeds na enkele dagen on
grijpbaar ver teruggeweken. Een nieu
we omgeving, een vreemd land, een
onbekende toekomst, tot dusver vaag
verschiet, komen tastbaar bij. Van dag
tot dag groeit die nieuwe wereld, ter
wijl de jongens turen over de ver
schansing. luisterend naar het ruisen
van de boeggolf en met de blik achter
uit de lange sehuimbanen volgend van
het kielzog, waarboven de meeuwen
zweven. Soms komt er land in zicht,
een ruige, rotsige kust. blauwe berg
kammen. een eiiand: in het late uur.
wanneer de avondster als een kar
bonkel zo groot wordt, pinkelen soms
lighten van een onbëkende 'naven.
I De Volendam vordert langzaam. Met
nauwelijks vijftien mijl per uur
maakt zij geen haast. Maar zij ligt
degelijk en vast op het water en
loopt rustig haar koers. Er is iets
goedaardigs in haar wezen, een hui
selijk. herbergzaam schip, met beide
slanke schoorstenen nog zo'n beetje
uit de goede oude tijd. Een trage,
brave zeekloek met zoveel jong
khakibruin gedoe onder haar vei
lige vlerken. Het grimmelt van le
ven op de dekken. Overal staan, zit
ten, liggen de soldaten. De' meesten
kijken naar zee, over het rusteloos
golvenveld naar de verte. Hun blik
ontmoet slechts het kraaloog van een
meeuw, die zweeft en zwicht langs
boord. En als zij omhoog zien. is daar
de rijzige- statuur van schoorstenen
en masten in gestadige, lichte bewe
ging tégen de hemel, het eigen, ge
heimzinnig leven van het schip, dat
zij. ook speuren bij dag en nacht in
zoveel kleipe geruchten aan boord.
En dat onbewust een gevoel van ge
borgenheid geeft in de grote, schut
tende greep van het schip, dat in zijn
ouderdom, wijsheid en ervaring
zorgzaam en zeker zijn weg gaat.
Die zeven jaar zware dienst als
troepenschip ziet men de Volendam
niet aan. Zij is gezond en fris in de
verf en behield nott opmerkelijk veel
van sfeer en allure uit weelderige da
gen, dat zij als passagiersschip van
Rotterdam on Noord-Amerika voer.
Met die luister uit beter tijden pronkt
zij nog zo'n beetje en men verbaast
zich, dat er zoveel intact bleef. Be
paald idvllisch na al die harde oor
logservaring doen de panelen op de trap
penhuizen aan, van de Volendamse ha
ven en uit het.oude, verdwenen Rot
terdam. En vooral de ingelijste oor
konde op de ereplaats, waarmee Vo
lendam in Maart 1922 aan het jonge
s.s. Volendam een wimpel schonk met
zijn wapen, deze oorkonde verlucht
'door Wilm Wouters, en parmantig on
dertekend door de bestuurders der Vo-
lendammer corporaties, door Zwart-
hoed. Kes. Schilder. Sier, Kwakman,
Kluessien, welke daar plotseling voor
de Portugese kust die wonderlijke Hol
landse zee-kampong voor ogen roept,
in het zicht van Kaap St. Vincent die
namen lezend der prominenten, van de
Coöperatieve Visafslag St. Vincëntius
de Visventers, en de Eendenhouders-
vereniging ...Ons Belang". Er liggen
meer dan 1200 mijl zee tussen Kaap
St. Vincent en de Visafslag St. Vin
cëntius, maar toch is het of wij de
puule van „Ons Belang" horen kwa
ken achter het dorp.
UmiMm
begrepen niet goed, waarvoor al die
belangstelling diende, toen onze re
portage-wagen het stille dorp binnen
reed. Och, Emmerschans ligt in een
uithoek en de kerk is maar klein, het
is echter een teken van levend geloot,
als het volk zelf eigenhandig zijn
Godshuis bouwt, en is dit niet waard
om bekend te worden?
Een grote rij bruidjes en misdienaars
stond in het kluitige land opgesteld de
hoogeerw. .deken in te halen. Na de
wijding werd de plechtige Hoogmis op
gedragen aan het kartonnen altaar,
waarop de witte seringen geurden.
Hierna verrichtte pastoor Th. G. M.
Jacobs zij# eerste doop in het kerkje,
ten aanschouwen van heel de parochie.
Het was méér dan een doop; het was de
kroon op het werk, waarvan de pastoor
de ziel was. Het was de eerste nieuwe
Christen in deze jonge parochie, sym
bool van oplevend geloof in Drente.
De jeugd van Emmerschans op haar
Paas-T^est, wachtend voor de kerk.
BOVEN: De kartonnen wand van
d„ kerk in de grote graanschuur j die
een van de hoeren welwillend afst&nd.
De sleepboot „Stentor" van de firma
Wijsmuller, die mqt de coaster „Roer
domp" van Christiansand naar Rotter
dam onderweg was en woensdag j.l. ter
hoogte van Denemarken averij aan de
stuurinrichting k eeg, kwamv gisteravond
met assistentie van de „Nestor", in haar
thuishaven IJmuiden binnen. De schade
aan de z.g. roerkwadrant is niet zo
groot, zodat de „Stentor" Waarschijnlijk
niet zal behoeven te dokken.
Van Alphons Timmermans, die ais
romancier bekendheid heeft, verschijnt
bij de Boekdrukkerij „Helmond" te Hel
mond een serie verhalen uit de Bijbel
onder de verzameltitel „Bijbel voor de
Jeugd". Het onlangs verschenen tiende
deel is gewijd aan de belevenissen van
de profeten Elias, Eliseus en Jonas.
Alphons Timmermans vond er#een ge
lukkige vorm voor. Hy vertelt met be
grijpelijke woorden in een eenvoudige
zinsbouw, zonder zich zeif te forceren
tot kinderlijke spreektaal. Hij bouwt hqj.
verhaal zo op, dat het gemakkelijk boeit,
en weet toch de diepere betekenis, die er
in opgeborgen ligt, tot haar recht te doen
komen Dr. Jos. Keulens, onder het grote
publiek vooral bekend door zijn fraaie
bijbeluitgave, schreef voor deze verhalen
dan ook een zeer waarderend voorwoord.
Piet Broos voorzag de boekjes van fraaie
tekeningen en platen, die de kinderlijke
fantasie op gemakkelijke wijze onder-
steunen. De drukker Jjesieedde er. alle
zorg aan: hij wist werkelijk fraai papier
te bemachtigen en koos een voor kinde
ren zeer duidelijke letter.'Op deze wijze
vormen de boekjes, in deze uitgave Ver
schenen, een fraai geschenk voor kin
deren.
Naar wij vernemen is, in tegenstelling
tot vroegere berichten, nog niets defi
nitiefs besloten omtrent een eventuele
pensioenregeling voor zelfstandige tuin
ders.
Op 72-ia'rige leeftijd overleed Vrijdag
te Voorburg prof. Gerrit Hendrik van
Mourik-Broekman. oud-hoogleraar in de
waterbouwkunde aan de Technische Ho
geschool te Delft.
beter moesten weten, is het al precies
zo gesteld. Na 19 eeuwen Christendom
moet een afwijzende houding ^Jegenover
God noodzakelijk eindeloos véél zwaar
der wegen dan de onwil van de Joden
tijdens Jezus' leven op aarde. En toch
haalden dezen zich reeds Gods vonnis
op de hals! Hoe dit dan voor ons moet
uitvallen is zonder meer duidelijk.
„Iéder zal gemeten worden met de
maat, waarmee hij zelf meet" en „Zoals
de boom valt, blijft hij liggen."
Dit is de betekenis en de waarde van
ons leven op aarde in Jezus' eigen woor
den. Waar het voor ons op aankomt is
zó te „vallen", dat wij in de goede rich
ting liggen, zó te „meten", dat God alles
krijgt, wat Hem toekomt.
Waar het op aankomt is de ware wer
kelijkheid te willen zienen er
naar te handelen. In ons eigen be'a"g!
U
vertaling HERMAN ANTONSEN
54)
„Ik heb mijn papieren gered," zei
'Lang opgetogen. „En dat Was toch het
voornaamste doel.van deze hele tocht. Ik
moet ze nu eens gaan bekijken en zien,
hoe ze er afgekomen zijn. We zullen dan
de eigenaar van de „Ahimanu" trachten
op te sporen, hem zijn schip teruggeven
en tevens vertellen, hoe alles zich heelft
toegedragen. Ik veronderstel dat hij wel
schikkelijk zal zijn, vooral als ik hem
aanbied de prijs van de tocht en de
noodzakelijk geworden retparaties te be
talen
Warin stemde door een hoofdknikje
met hem- in. Hij had een blik met
Dora gewisseld en meende gezien te
hebben dat zo het met hem eens was, dat
het behouden blijven der documenten
niet het belangrijkste geweest was.
„Ik veronderstel, dat u het geld voor
het contract nog ongeschonden in de
brandkast zult vinden," zei hij. „En
bovendien twaalf en een half duizend
gulden, die ik veilig als mijn eigendom
durf opeisen. Het is wel gebleken, dat
Fait en Vogels die op een oneerlijke
manier van me gewonnen hebben en dat
Janson hun dat geld later afgenomen
heeft, zodra hij hun vals spel ontdekt
had. Ik betwijfel of Fait er enig recht
op durft te laten gelden, ook al komt
hij te weten, dat het geld weer in mijn
bezit is. Hij zal er trouwens al wel lang
vandoor gegaan zijn. Het is mijn geld."
„Ongetwijfeld Warin, ongetwijfeld. Je
oorspronkelijke kapitaal. Nu kun je dus
je plannen ten uitvoer leggen, Is het zo
niet?"
„Misschien dat'ik Wel in ga op een of
ander aanbod, dat ze me indertijd in
Papefce, toen ze dachten, dat ik geld
had, gedaan hebben. Enkele van die
voorstellen leken me nog zo kwaad niet-
Maar jaik weet nu nog niet zo heel
zekerwat ik doen zalin deze
omstandigheden."
Hij keek naar Dora en kreeg zelf een
kleur toen hij haar zag blozen. Lang
schonk hun geen aandacht. Hij was te
benieuwd naar de toestand van zijn
wetenschappelijke documenten en be"
scheiden. Het duurde niet laijg of ze
gingen samen aan dek van de schoener,
die rustig in de richting van Tahiti
voortzeilde. De wind speelde door hun
haren. Lang zat in de kajuit. De twee
jongeren alleen aan dek. midden op de
wijde, diepblauwe zee.
Peter wendde zich naar haar om en
ze wierp zich in zijn uitgespreide armen.
„Houd je van me, Dora?"
„Houd jij van mij. Peter?"
Het antwoord, met de lippen en zwij
gend gegeven, was werkelijk afdoende.
De „Ahimanu" gedroég zich met strak
gespannen zeilen en vastgezet roer uit
stekend en hield goed koers,
„Ik heb niet veel geld, Dora," >zei hij
na een poosje. „En ik heb niet veel an
ders dan van landbouw verstand."
„Het kan me niet schelen, wat je doet,
of waarheen je gaat. Peter, als we maar
samen zijn."
„Maar," vervolgde hij weifelend, „je
hebt toch gezegd, dat ik niet van me
z^lf maakte, wat er van te maken was?
Je
Ze stuitte zijn woorden op afdoende
wijze.
„Dat was voordat ik wist dat ik je
werkelijk lief had, Peter," antwoordde
ze. „Als een meisje eenmaal de man, die
voor haar bestemd was. gekregen heeft,
kan het haar niet schelen, wat haar
verdere bestemming wordt. Ik heb het
grootste deel van mijn leven in een soort
schelp doorgebracht, liefste, en daar
ben ik eigenlijk blij om. want zo heb
ik me zelf helemaal voor jou bewaard.
Begrijp je? Die schelp is gaan barsten,
toen jij die balk in het hol ging be
proeven. Ze is geheel gebroken toen jij
me in je armen tegen de klippen opge
dragen hebt en is totaal van me afge
vallen door jouw kus in die kloof. Ik
dacht toen dat. de wereld verging en dat
kon me niet schelen, omdat ik wist dat
we elkaar liefhadden. Je ziet dus wel,
Peter, dat ik van binnen maar een heel
gewoon mens ben."
„Wist je pas. dat je van me hield, op
dat critieke ogenblik?" vroeg Warin.
„Dat weet ik niet, Peter. Ik denk toch
wel dat ik al eerder een beetje van 3®
hield. Maar ik heb het niet eerder be
grepen. Door mijn werk met vader heb
ik in een droomtoestand geleefd. Jouw
kus hqeft me daafuit gewekt."
Lang. nog geheel verdiept in zijn we
tenschappelijke overpeinzingen, kwam
aan dek en schonk hun nauwelyks aan
dacht.
De papieren verkeren in goede toe
stand," zei hij.' „Maar ik zal naar het
eiland terug moetsji vcor nieuwe ai-
gietsels als het hol tenminste nog toe
gankelijk is. Dan pas zal mijn theorie
volkomen bevestigd en bewezeri zijn. Ik
zal jou denkelijk wel niet mee kunnen
krijgen, is het wel. Peter?"
„Ik vind het nu juist geen geschikte
omgeving voor een huwelijksreis," ant
woordde deze.
Lang keek verbluft op.
„Wat zei je eigenlijk?" vroeg hij.
Peter herhaalde het.
„De hemel zegene mij.... en jou!
Natuurlijknatuurlijk!"
Hij straalde van geluk, toen hij hen
beiden vóór zich zag staan.
„Hm!" bromde hij, zich de keelschra
pend; „Wel, wel! Dusik zal nog een
nieuwe secretaresse moeten nemen ook.
Och ja, de natuur wint toch per slot
van rekening altijd. Het is uitstekend.
Natuurlijk hebben jullie mijn toestem
ming. Ik kan tegen de natuur niet op."
„Neen, mijnheer," zei Peter. „Dat heb
ben wij zo juist -ook ontdekt."
EINDE