ERIC DE NOORMAN-Dl STEEN VAN ATLANTIS t AKKERTJES Bestrijding voorjaarskwalen Zeven jaar vaart de Volendam troepen over de wereldzee iH DE KRATER m.KALA) Slotvergadering Ned. Volksherstel VAN NELLE Werkelijkheidszin i s Nachts wakker door pijn Ned. Verpleegsters Korps KARTONNEN KERK IN EMMERSCHANS INGEWIJD Landmacht Teken van een levend geloof Werk der stichting door andere organen overgenomen 'm - - ZATERDAG 13 MAART 1948 PAGINA 3 - SOCIALE GEZONDHEIDSZORG VAN MOCK EN HATTA BLIJVEN CONFEREREN „Een scherts-korps" aldus de aud iieur-militair E.V.C. SCHORST „Stenltoii" weer 'thuis Bijbel voor de jeugd Pensioenregeling tuinders door JOSEPH MONTAGUE EN NU EEN KOPJE mm Het achtste hoofdstuk van het Johan- nesevangelie, waaruit morgen in de H. Mis een gedeelte gelezen wordt, is in onze dagen van een bran dende actualiteit. In een twistgesprek met de Joodse schriftgeleerden wijst Jezus met alle nadruk op de absolute noodzakelijkheid van het geloof in Hem. Gedurende Zijn gehele operfbare leven .had Hij door woord en daad telkens en telkens .weer Zijn goddelijke zending en godheid bewezen. Maar telkens weer weigerden de Joden Hem te geloven. Bij iedere gelegenheid verlangden ze nieuwe bewijzen. Maar Jezus kende hun men taliteit. De goede wil ontbrak. In de grond waren zij niets anders dan dood gewone saboteurs. Ze wilden eenvou dig niet geloven, dat Jezus de beloofde Messias was. Met allerlei spitsvondig heden trachtten zij Hem in Zijn eigen woorden te vangen. Maar Hij, Die „har ten en nieren doorgrondt", stelde hun boosaardigheid in het volle licht, zodat zij beschaamd afdropen of voor de zo veelste keer hun toevlucht namen tot de vraag: „Wie zijt Gij eigenlijk?" De wijze, waarop Jezus hun kort voor Zijn Lijden bij een dergelijke gelegenheid van ant woord dient, is uitermate geschikt tot vruchtbare bezinning op onze eigen hou ding in deze allergewichtigste zaak. ,,Ik ga heen, en gij zult Mij zoeken. Waar ik heen ga, kunt &ij niet komen. Gij zult in uw zonden sterven. Gij zijt van beneden. Ik ben van boven. Gij zijt van deze wereld; Ik niet. Want als gij niet gelooft, dat. Ik het (d.i. de Messias) ben, zult gij sterven in uw zonden. Maar •waaroril zou Ik met U nog daarover spreken? Gij zoekt Mij te doden, omdat Mijn woord geen ingang bij U vindt. Gij hebt de duivel tot vader, en de zin van Uw vader verkiest gij te doen. Hij was een (zielen)moordenaar van den beginne. Hij is de vader van de leugen. Wie uit God is, luistert naar de woorden van God. Daarom juist luistert gij niet, om dat gij niet uit God zijt". Dit is een hard, maar zeer rechtvaardig oordeel. De reden van hun ongeloof ligt in hun boze wil. Duidelijker bewijzen dan Jezus hun reeds van Zijn godheid gegeven had, konden zij niet verlangen. Zij geloofden dan ook niet, omdat zij niet overtuigd waren, maar omdat zij niet wilden geloven. En zozeer waren zij verstard in hun onwil, dat Jezus nu tot hen ze^t: „Waarom zou ik nog langer met hier over spreken? Gij verkiest met Uw vrije wil de duivel boven Mij. De gevolgen zijn voor Uw eigen rekening. Gij zult in Uw zonden sterven." Een huivering van ontzag bevangt ons bij het overdenken van deze woorden. Zij beduiden' niets min der dan de eeuwige verwerping van wie God afwijst. Dit oordeel over de weer barstige Joden tijdens Jezus' leven op aarde is onveranderlijk. Het zal steeds hetzelfde blijven over ieder, die een zelfde gedragslijn volgt. Onze eeuwig heid is afhankelijk van ons geloof in God, dat zich moet uiten in een trouwe beleving van Zijn geboden. De tegen woordige wereld heeft zich van God afgewend. Het kan zijn nut hebben te bedenken, dat dit alleen mogelijk is, doordat millioenen individuele mensen zich van God hebben afgekeerd. Mil lioenen ménden, die toch allen, ieder voor zich, bestemd zijn voor een eeuwig geluk in de hemel. En voor ieder, die God niet wil erkennen, geldt het ver werpingsoordeel, dat Jezus uitsprak over de Schriftgeleerden. wat de meeste mensen, ook ons, katholieken, zozeer ontbrêekt, is een diep begrip voor de werkelijkheid. De echte werkelijkheid, die onveranderlijk is en altijd zal blij ven bestaan. Ons leven op aarde, in doorsnee een armzalige zeventig jaar, kan dat onmogelijk zijn. Als dat het hele leven is, zo vol van harde arbeid, ontbering, lijden en leed, dan zijn wij allen de beklagenswaardigste schepse len, die er bestaan. Dan is er totaal geen reden God dankbaar te zijn, dat Hij ons het leven schonk. Zo'n leven! Arm noch rijk, geen kan in dit korte en wis selvallige bestaan voile bevrediging vin den. De mens verlangt naar het blij vende, het onveranderlijke, het vol maakte. Dit streven heeft de Schepper in ons hart gelegd. En dat had Hü wegens Zijn eigen waarachtigheid niet mogen doen, als Hij ons niet tevens de mogelijkheid gegeven had ééns de eeuwigdurende vervulling daarvan te bereiken. Daarom schonk Hij ons een onsterfelijke ziel. De tijd, die deze, met het lichaam verbonden, hier op aarde doorbrengt, is bedoeld als voor bereiding voor het komende, nimmer eindigende leven in de eeuwigheid. Daar vindt aHe streven naar het Goede, Ware en Schone, dat iedere mens eigen is, zjjn hoogste .bevrediging. Daar ligt het levensdoel van iedere mens. De eeuwigheid is het enige, echte leven, de enige, ware werkelijkheid. Op aarde gaat ons leven als een schaduw voor bij. En dan? Dan begint het leven! Dat geen einde meer nemen zal. Ons gewone, menselijke verstand zegt °ns reeds, dat dit zo zijn moet. En God zelf openbaarde ons alles, wat wij daarvan behoren te weten. Als dit dan zo is, hoe 's het dan toch mogelijk, dat zo weinig thensen 'blijk geven van echte werkelijk heidszin? Dat de meesten dé waarden van het vergankelijke en onvergankelij ke precies omkeren! Dat ze voor'hun aardse leven alles over hebben en hiet de minste belangstelling tonen voor hun eeuwigheid! En dit is heus niet aUeen de houding van die bijzonder ••verlichten", die om een of andere, ovev figens weinig steekhoudende reden, be ften niet in de eeuwigheid te geloven ^ct yeel katholieken, die toch werkelijk CO». M4ÏTEN TOONOtt STUWO% 41. Kirasso begon nu een waar kruisverhoor. Hoewel Eric dit niet erg beviel, liet hij niets merken. Hij was uiterst voorzichtig met zijn antwoorden. Het uiterlijk van Kirasso deed de jonge Noorman voorzichtig zijn, hij wist bijna zeker dat men deze man niet kon vertrouwen. Toen Kirasso volaoencbe van Eric wist, vertelde hij hem, dat Egypte in hei bezit wilde komen van de Steen van Atlantis en dat hij, Kirasso, was uitgezonden om deze schat in handen te krijgen. Hij stelde Eric nu voor in zijn dienst te treden. Hij zou belangrijke diensten kunnen doen omdat hij de taal en de gewoonten van het. volk van Atlantis kende. Hij kon, zonder opgemerkt te worden, overal komen. De Egyptenaar voorspelde hem grote eer en rijkdom in Egypte wanneer de opdracht gelukte. De eerste stappen waren reeds gedaan om de steen in bezit te krijgen, voegde hij er aan toe en zag Eric vragend aan. Eric lokte deze zaak weinig aan en hij vroeg enige tijd uitstel. Hij deelde Kirasso mede, dat het hem een zeef gevaarlijke onderneming leek en dat hij het aanbod enige dagen in beraad wilde houden. Kirasso stemde hierin toe en zeer vriendschappelijk namen ze af scheid. Eric ging van boord en begaf zich weer naar de stad. Hij slenterde nog wat rond en probeerde of hij hier of daar nog iets op kon vangen over de Steen van Atlantis. Hij hoorde echter niets en eindelijk besloot hij eèn onderdak voor de nacht té gaan zoeken. (Van onze correspondent) „Ieder, die met beide benen in de prac- tische hulpverlening van de eerste be- vrijdingsroes gestaan heeft, zal er vol ledig vrede mee hebben, dat het eind verslag, waarmede Volksherstel over enige tijd de verantwoording van zijn daden hoopt af te leggen, een steen des aanstoots worden zal voor alle statistici en accountants, terwijl de Rekenkamer zich ongetwijfeld gelukkig zal prijzen dat hier sprake is van een particuliere organisatie, die niet in het ambtelijk goudschaaltje gewogen behoeft te worden." Bij deze passage in het verslag van mej rr.T. Tjeenk Willink, secretaris-generaal der Stichting Nederlands Volksherstel, over de werkzaamheden van de Stichting, gleed een lichte glimlach over de lippen van de ministers" Beel, Witteman en Drees, die met vele andere autoriteiten Vrijdag aanwezig waren op de door H. K H. Prinses Juliana gepresideerde slot vergadering van Nederlands Volksherstel in de Utrechtse Stadschouwburg. In haar openingswoord had H. K. H. Prinses Juliana, die deze vergadering op innemende wijze leidde, gesproken van de energie en vindingrijkheid, die aan de dag gelegd zijn door de velen bij het werk van Nederlands Volksherstel. Wel is het herstel van ons land niet voltooid, maar het Is nu mogelijk geworden, dat het werk der Stichting door andere or ganen wordt overgenomen. Mr. E. E. Menten, regeringscommissa ris van de Stichting Nederlands Volks herstel, releveerde hierna enige punten uit de wordingsgeschiedenis van Volks herstel. Uit het uitvoerig overzicht van de werkzaamheden van de Stichting door mej. Tjeenk Willink bleek van de veelzijdige activiteit op alle gebied van maatschappelijk werk. Na de pauze, waarin men zich tegoed kon doen aan de Volksherstelsigaretten, geraakten een zestal sprekers in tijdnood die op zich genomen hadden elk in vijf minuten te zullen spreken over bepaalde kanten van het werk: mr. J. Everts sprak over de opbouworganen, drs. R. Hornstra over de gezinsverzorging, mr. P. van Thiel over het werk in de noodgebie- den, mr. A. baron van Heemstra over het Nationaal Fonds Bijzondere Noden en mr. dr. J- in 't Veld namens de Raad van Beheer der» Stichting. Een ruimer limiet werd door Hare Koninklijke Hoogheid toegestaan aan de laatste spreker op deze vergadering, minister Drees. Hij bracht dank na mens de regering voor het grote werk, dat Volksherstel verricht heeft én waarin de grote waarde van het parti culier initiatief tot uiting kwam. HU was verheugd over de nationale en al gemene samenwerking, waardoor in een prettige sfeer de initiatieven werden gecoördineerd en acties gebundeld. Tenslotte deelde hU mede, dat het Hare Majesteit de Koningin behaagd had, in de secretaris-generaal, mej. Tjeenk Willink, het Volksherstel te eren door haar te benoemen tot Offi cier in de Orde van Oranje-Nassau. Wij vernamen nog, dat de liquidatie door de Raad van Beheer voor 1 Mei 1948 zal zijn voltooid. Naar het ANP verneemt zal Donder dag a.s. wederom een openbare verga dering van de conferentie Nederland SurinameCuracao worden gehouden. De vergadering begint 10.15 uur. Het ligt in de bedoeling, dat op deze ver gadering het tweede centrale rapport wordt besproken. En voorts, dat aan de vergadering een aantal resoluties zal worden voorgelegd, welke door de re- dactie-.commissie zijn opgesteld. Deze openbare vergadering zal tevens het einde vormen van de conferentie. Slaap Is vaak de beste remedie en die mist U als pijn U wakker houdt. Stilt Uw pijn mei „AKKER- TJES" en een rustige slaap zal U verkwikken. „AKKERTJES"helpenaltijd.Letop'tAKKER-merk Wanneer de winter afscheid neemt, en de zon weer kracht begint te krijgen, doen ook de voorjaarekwalen hun in trede. In het algemeA zijn dat nogal onschuldige klachten, die „vanzelf" wel overgaan, maar zolang men er mee be hept is, zijn ze toch wel erg lastig. Vêrreweg het meest voorkomende is wei de voorjaarsmoeheid; Het lijkt in vele gevallen, of de lijder of lijdster aan voorjaarsmoeheid een geweldig gebrek aan rust en slaap ondervindt, en het merkwaardige is, dat een goede ononder broken nachtrust weinig of geen ver betering geeft in de toestand van ver moeidheid. Onze grootouders noemden dit dik- bloedigheid, en het optreden van deze moeheid was voor hen net sein, eens een stevige aderlating te ondergaan. Al naar leeftijd en grootte van de pa tiënt werden tot 400 £ram bloed toe door aderlating aan het lichaam ont trokken. Het is zeker niet uitgesloten, dat zulk een aderlating een verbetering bracht in de toestand, maar het was een verbetering, die niets te maken had met de werkelijke oorzaak van de kwaal. Die is namelijk gelegen in de aard van het voedsel, dat de winter ons opdringt: de hoeveelheid verse groenten en fruit is aanmerkelijk minder dan in de andere jaargetijden, en dientengevolge is er een tekort ontstaan aan vitamine C, en' de loomheid en moeheid zijn eigenlijk de eerste symptomen van op handen zijnde scheurbuik (scorbut). Dat I deze niet tot volledige ontwikkeling komt, zoals dat in de middelfeeuwen en. in onz) gouden eeuw nog geregeld voor kwam, ligt aan het feit, dat o. m. de aardappel sindsdien een belangrijke plaats is gaan innemen in het vclks- voedsel, en de aardappel heeft nog al tijd een hoger gehalte aan vitamine -C dan de peulvruchten, die vroeger het stapelvoedsel vormden. We kunnen tegenwoordig niet meer spreken van een gebrek aan vitamine C, maar hoog stens van een tekort, dat aan te vullen is, wanneer we werkelijk elke kans waarnemen, om verse greenten te nut tigen. Volkomen parallel met de voor jaarsmoeheid en voortkomend uit de- zalfde oorzaak is een andere voorjaars kwaal, die vooral bij de jeugd nogal eens voorkomt: frequente neusbloedingen, enz. Ook hier is het nuttigen van vita mine C in de vorm van verse greenten, vooral rauwe groenten, of desnoods in de vorm van tabletten, het aangewezen geneesmiddel. Dr. Van Mook heeft vanochtend een aerde ontmoeting gehad met Hatta. In Nederlandse kringen werd gezegd, dat het feit alleen reeds, dat er een derde bijeenkomst gehouden werd erop wees, dat de onderhandelingen vorderden. Waarschijnlijk zal vanmiddag een vier de bijeenkomst plaatsvinden. Voor de Krijgsraad te 's-Gravenhage stond gisteren een niet alledaagse figuur terecht. Het was een 24-jarig meisje, gekleed in beige mantel, met keurig ver zorgd haar en onberispelijke kousen, lid van het Ned. Verpleegsters Korps Land macht. De dagvaarding, die tegen haar was uitgebracht en door mr. Baak, de auditeur militair, werd voorgelezen, klonk ernstig: desertie, twee maal gepleegd in oorlogstijd. „Ik heb in de afgelopen dagen alle mogelijke inlichtingen over het ver pleegsters-korps ingewonnen en ben tot de verbijsterende conclusie geko men, dat dit geen militair korps is, maar een scherts-korps, aldus mr. in zijn requisitoir. (Van een speciale verslaggever) Gisteren was èr feest in Emmerschans, het kleine Drentse dorp op de laatste 'looiing van de Hondsrug. De kartonnen kerk, die door heel de parochie in sa menwerking met de pastoor gebouwd werd en waarover wij in een reportage enkele weken geleden reeds uitvoerig berichtten, werd ingewijd door de hoog- deken van Klazienaveen. Het was een bijzondere, maar vooral merkwaardige plechtigheid, want terwijl binnen de kartonnen wanden het Kyrie weerklonk, scharrelden rustig de kippen rond in de grote graanschuur, waarin de kerk ge bouwd is. De parochianen van Emmerschans IS-n - ér s. Tégen het verpleegstertje eiste hij drie maanden voorwaardelijk, met een proef tijd van een jaar. Naar het A.N.P. meldt, heeft de lan delijke raad der Eenheidsvakcentrale gisteren besloten vijf leden van de af deling Rotterdam van de E.V.C. te schrosen naar aanleiding van een door hen aangenomen resolutie en een ver spreid verweerschrift. ][n het zware teakhout van de ver- s schansing van net s.s. Volendam zijn duizenden namen gegrift. Namen van Amerikaanse, Britse. Canadese plaatsen en jongens, soms een hart en een'meis jesnaam als een kreet van heimwee er tussen. En waar nog ruimte bleef, staan verse namen, Nederlandse namen. Ze ven jaar vaart het s.s. Volendam als troepenschip over de wereldzee, heel de oorlog door; thans nog vervoert het regelmatig oe gaanüe en kerende man schap naar en van Indonesië. Het schip is niet jong meer; zes en twintig jaar vormen een mooie staat van dienst waarbij de laatste avontuurlijke periode wel zeer zwaar en respectabel mag he ten. Reeds in het eerste oorlogsjaar werd de Volendam ter hoogte van Ier land getorpedeerd, maar ofschoon zwaar beschadigd wist zij een voorhaven van Glasgow te bereiken. Eén der beide tor- pedo s. die doel troffen bleek onontploft in net ruim te liggen! Het schip werd hersteld en bracht sedertdien duizen den soldaten door eindeloze gelteren Over die onderwerp spreekt de Fleer 1. A. de Lange, Inspecteur bij de Rijksluchtvaartdienst in een twee tal radio-praatjes op Maandag 1) en Doodcrdag 18 Maart om kwart voor 8 's avonds over Hilversum I. Deze radio-praatjes zijn speciaal bestemd voor leerlingen-en ouders van leerlingen-van Middelbare scho len, die dn jaar eind-examen doen. veilig op hun Destemming. De Volen dam is een gelukkig schip. Thans kijken Nederlandse jongens bij morgen, middag en avond over de verschansingen van de Volendam. Zij leunen op het teakhout met de namen van hun voorgangers. Rustiger dan de meesten dezer kunnen zij uitzien over een zee. waarvan het blauwe, groene, zilvergrijze water niet langer verholen oorlogsdreiging bergt, de wisselende luchten erboven zonder gevaar zijn nu. Maar de gevoelens, die golven, deinen en somtijds stormen in die jonge har ten, bleven eender. Het beeld van thuis lijkt reeds na enkele dagen on grijpbaar ver teruggeweken. Een nieu we omgeving, een vreemd land, een onbekende toekomst, tot dusver vaag verschiet, komen tastbaar bij. Van dag tot dag groeit die nieuwe wereld, ter wijl de jongens turen over de ver schansing. luisterend naar het ruisen van de boeggolf en met de blik achter uit de lange sehuimbanen volgend van het kielzog, waarboven de meeuwen zweven. Soms komt er land in zicht, een ruige, rotsige kust. blauwe berg kammen. een eiiand: in het late uur. wanneer de avondster als een kar bonkel zo groot wordt, pinkelen soms lighten van een onbëkende 'naven. I De Volendam vordert langzaam. Met nauwelijks vijftien mijl per uur maakt zij geen haast. Maar zij ligt degelijk en vast op het water en loopt rustig haar koers. Er is iets goedaardigs in haar wezen, een hui selijk. herbergzaam schip, met beide slanke schoorstenen nog zo'n beetje uit de goede oude tijd. Een trage, brave zeekloek met zoveel jong khakibruin gedoe onder haar vei lige vlerken. Het grimmelt van le ven op de dekken. Overal staan, zit ten, liggen de soldaten. De' meesten kijken naar zee, over het rusteloos golvenveld naar de verte. Hun blik ontmoet slechts het kraaloog van een meeuw, die zweeft en zwicht langs boord. En als zij omhoog zien. is daar de rijzige- statuur van schoorstenen en masten in gestadige, lichte bewe ging tégen de hemel, het eigen, ge heimzinnig leven van het schip, dat zij. ook speuren bij dag en nacht in zoveel kleipe geruchten aan boord. En dat onbewust een gevoel van ge borgenheid geeft in de grote, schut tende greep van het schip, dat in zijn ouderdom, wijsheid en ervaring zorgzaam en zeker zijn weg gaat. Die zeven jaar zware dienst als troepenschip ziet men de Volendam niet aan. Zij is gezond en fris in de verf en behield nott opmerkelijk veel van sfeer en allure uit weelderige da gen, dat zij als passagiersschip van Rotterdam on Noord-Amerika voer. Met die luister uit beter tijden pronkt zij nog zo'n beetje en men verbaast zich, dat er zoveel intact bleef. Be paald idvllisch na al die harde oor logservaring doen de panelen op de trap penhuizen aan, van de Volendamse ha ven en uit het.oude, verdwenen Rot terdam. En vooral de ingelijste oor konde op de ereplaats, waarmee Vo lendam in Maart 1922 aan het jonge s.s. Volendam een wimpel schonk met zijn wapen, deze oorkonde verlucht 'door Wilm Wouters, en parmantig on dertekend door de bestuurders der Vo- lendammer corporaties, door Zwart- hoed. Kes. Schilder. Sier, Kwakman, Kluessien, welke daar plotseling voor de Portugese kust die wonderlijke Hol landse zee-kampong voor ogen roept, in het zicht van Kaap St. Vincent die namen lezend der prominenten, van de Coöperatieve Visafslag St. Vincëntius de Visventers, en de Eendenhouders- vereniging ...Ons Belang". Er liggen meer dan 1200 mijl zee tussen Kaap St. Vincent en de Visafslag St. Vin cëntius, maar toch is het of wij de puule van „Ons Belang" horen kwa ken achter het dorp. UmiMm begrepen niet goed, waarvoor al die belangstelling diende, toen onze re portage-wagen het stille dorp binnen reed. Och, Emmerschans ligt in een uithoek en de kerk is maar klein, het is echter een teken van levend geloot, als het volk zelf eigenhandig zijn Godshuis bouwt, en is dit niet waard om bekend te worden? Een grote rij bruidjes en misdienaars stond in het kluitige land opgesteld de hoogeerw. .deken in te halen. Na de wijding werd de plechtige Hoogmis op gedragen aan het kartonnen altaar, waarop de witte seringen geurden. Hierna verrichtte pastoor Th. G. M. Jacobs zij# eerste doop in het kerkje, ten aanschouwen van heel de parochie. Het was méér dan een doop; het was de kroon op het werk, waarvan de pastoor de ziel was. Het was de eerste nieuwe Christen in deze jonge parochie, sym bool van oplevend geloof in Drente. De jeugd van Emmerschans op haar Paas-T^est, wachtend voor de kerk. BOVEN: De kartonnen wand van d„ kerk in de grote graanschuur j die een van de hoeren welwillend afst&nd. De sleepboot „Stentor" van de firma Wijsmuller, die mqt de coaster „Roer domp" van Christiansand naar Rotter dam onderweg was en woensdag j.l. ter hoogte van Denemarken averij aan de stuurinrichting k eeg, kwamv gisteravond met assistentie van de „Nestor", in haar thuishaven IJmuiden binnen. De schade aan de z.g. roerkwadrant is niet zo groot, zodat de „Stentor" Waarschijnlijk niet zal behoeven te dokken. Van Alphons Timmermans, die ais romancier bekendheid heeft, verschijnt bij de Boekdrukkerij „Helmond" te Hel mond een serie verhalen uit de Bijbel onder de verzameltitel „Bijbel voor de Jeugd". Het onlangs verschenen tiende deel is gewijd aan de belevenissen van de profeten Elias, Eliseus en Jonas. Alphons Timmermans vond er#een ge lukkige vorm voor. Hy vertelt met be grijpelijke woorden in een eenvoudige zinsbouw, zonder zich zeif te forceren tot kinderlijke spreektaal. Hij bouwt hqj. verhaal zo op, dat het gemakkelijk boeit, en weet toch de diepere betekenis, die er in opgeborgen ligt, tot haar recht te doen komen Dr. Jos. Keulens, onder het grote publiek vooral bekend door zijn fraaie bijbeluitgave, schreef voor deze verhalen dan ook een zeer waarderend voorwoord. Piet Broos voorzag de boekjes van fraaie tekeningen en platen, die de kinderlijke fantasie op gemakkelijke wijze onder- steunen. De drukker Jjesieedde er. alle zorg aan: hij wist werkelijk fraai papier te bemachtigen en koos een voor kinde ren zeer duidelijke letter.'Op deze wijze vormen de boekjes, in deze uitgave Ver schenen, een fraai geschenk voor kin deren. Naar wij vernemen is, in tegenstelling tot vroegere berichten, nog niets defi nitiefs besloten omtrent een eventuele pensioenregeling voor zelfstandige tuin ders. Op 72-ia'rige leeftijd overleed Vrijdag te Voorburg prof. Gerrit Hendrik van Mourik-Broekman. oud-hoogleraar in de waterbouwkunde aan de Technische Ho geschool te Delft. beter moesten weten, is het al precies zo gesteld. Na 19 eeuwen Christendom moet een afwijzende houding ^Jegenover God noodzakelijk eindeloos véél zwaar der wegen dan de onwil van de Joden tijdens Jezus' leven op aarde. En toch haalden dezen zich reeds Gods vonnis op de hals! Hoe dit dan voor ons moet uitvallen is zonder meer duidelijk. „Iéder zal gemeten worden met de maat, waarmee hij zelf meet" en „Zoals de boom valt, blijft hij liggen." Dit is de betekenis en de waarde van ons leven op aarde in Jezus' eigen woor den. Waar het voor ons op aankomt is zó te „vallen", dat wij in de goede rich ting liggen, zó te „meten", dat God alles krijgt, wat Hem toekomt. Waar het op aankomt is de ware wer kelijkheid te willen zienen er naar te handelen. In ons eigen be'a"g! U vertaling HERMAN ANTONSEN 54) „Ik heb mijn papieren gered," zei 'Lang opgetogen. „En dat Was toch het voornaamste doel.van deze hele tocht. Ik moet ze nu eens gaan bekijken en zien, hoe ze er afgekomen zijn. We zullen dan de eigenaar van de „Ahimanu" trachten op te sporen, hem zijn schip teruggeven en tevens vertellen, hoe alles zich heelft toegedragen. Ik veronderstel dat hij wel schikkelijk zal zijn, vooral als ik hem aanbied de prijs van de tocht en de noodzakelijk geworden retparaties te be talen Warin stemde door een hoofdknikje met hem- in. Hij had een blik met Dora gewisseld en meende gezien te hebben dat zo het met hem eens was, dat het behouden blijven der documenten niet het belangrijkste geweest was. „Ik veronderstel, dat u het geld voor het contract nog ongeschonden in de brandkast zult vinden," zei hij. „En bovendien twaalf en een half duizend gulden, die ik veilig als mijn eigendom durf opeisen. Het is wel gebleken, dat Fait en Vogels die op een oneerlijke manier van me gewonnen hebben en dat Janson hun dat geld later afgenomen heeft, zodra hij hun vals spel ontdekt had. Ik betwijfel of Fait er enig recht op durft te laten gelden, ook al komt hij te weten, dat het geld weer in mijn bezit is. Hij zal er trouwens al wel lang vandoor gegaan zijn. Het is mijn geld." „Ongetwijfeld Warin, ongetwijfeld. Je oorspronkelijke kapitaal. Nu kun je dus je plannen ten uitvoer leggen, Is het zo niet?" „Misschien dat'ik Wel in ga op een of ander aanbod, dat ze me indertijd in Papefce, toen ze dachten, dat ik geld had, gedaan hebben. Enkele van die voorstellen leken me nog zo kwaad niet- Maar jaik weet nu nog niet zo heel zekerwat ik doen zalin deze omstandigheden." Hij keek naar Dora en kreeg zelf een kleur toen hij haar zag blozen. Lang schonk hun geen aandacht. Hij was te benieuwd naar de toestand van zijn wetenschappelijke documenten en be" scheiden. Het duurde niet laijg of ze gingen samen aan dek van de schoener, die rustig in de richting van Tahiti voortzeilde. De wind speelde door hun haren. Lang zat in de kajuit. De twee jongeren alleen aan dek. midden op de wijde, diepblauwe zee. Peter wendde zich naar haar om en ze wierp zich in zijn uitgespreide armen. „Houd je van me, Dora?" „Houd jij van mij. Peter?" Het antwoord, met de lippen en zwij gend gegeven, was werkelijk afdoende. De „Ahimanu" gedroég zich met strak gespannen zeilen en vastgezet roer uit stekend en hield goed koers, „Ik heb niet veel geld, Dora," >zei hij na een poosje. „En ik heb niet veel an ders dan van landbouw verstand." „Het kan me niet schelen, wat je doet, of waarheen je gaat. Peter, als we maar samen zijn." „Maar," vervolgde hij weifelend, „je hebt toch gezegd, dat ik niet van me z^lf maakte, wat er van te maken was? Je Ze stuitte zijn woorden op afdoende wijze. „Dat was voordat ik wist dat ik je werkelijk lief had, Peter," antwoordde ze. „Als een meisje eenmaal de man, die voor haar bestemd was. gekregen heeft, kan het haar niet schelen, wat haar verdere bestemming wordt. Ik heb het grootste deel van mijn leven in een soort schelp doorgebracht, liefste, en daar ben ik eigenlijk blij om. want zo heb ik me zelf helemaal voor jou bewaard. Begrijp je? Die schelp is gaan barsten, toen jij die balk in het hol ging be proeven. Ze is geheel gebroken toen jij me in je armen tegen de klippen opge dragen hebt en is totaal van me afge vallen door jouw kus in die kloof. Ik dacht toen dat. de wereld verging en dat kon me niet schelen, omdat ik wist dat we elkaar liefhadden. Je ziet dus wel, Peter, dat ik van binnen maar een heel gewoon mens ben." „Wist je pas. dat je van me hield, op dat critieke ogenblik?" vroeg Warin. „Dat weet ik niet, Peter. Ik denk toch wel dat ik al eerder een beetje van 3® hield. Maar ik heb het niet eerder be grepen. Door mijn werk met vader heb ik in een droomtoestand geleefd. Jouw kus hqeft me daafuit gewekt." Lang. nog geheel verdiept in zijn we tenschappelijke overpeinzingen, kwam aan dek en schonk hun nauwelyks aan dacht. De papieren verkeren in goede toe stand," zei hij.' „Maar ik zal naar het eiland terug moetsji vcor nieuwe ai- gietsels als het hol tenminste nog toe gankelijk is. Dan pas zal mijn theorie volkomen bevestigd en bewezeri zijn. Ik zal jou denkelijk wel niet mee kunnen krijgen, is het wel. Peter?" „Ik vind het nu juist geen geschikte omgeving voor een huwelijksreis," ant woordde deze. Lang keek verbluft op. „Wat zei je eigenlijk?" vroeg hij. Peter herhaalde het. „De hemel zegene mij.... en jou! Natuurlijknatuurlijk!" Hij straalde van geluk, toen hij hen beiden vóór zich zag staan. „Hm!" bromde hij, zich de keelschra pend; „Wel, wel! Dusik zal nog een nieuwe secretaresse moeten nemen ook. Och ja, de natuur wint toch per slot van rekening altijd. Het is uitstekend. Natuurlijk hebben jullie mijn toestem ming. Ik kan tegen de natuur niet op." „Neen, mijnheer," zei Peter. „Dat heb ben wij zo juist -ook ontdekt." EINDE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1948 | | pagina 3