H.K.H. Prinses Juliana als Regentes opnieuw beëdigd Tegen politieke activiteit van priesters Eén minuut na middernacht rukken Arabische troepen binnen de De tjitjak en de eeuwig lachende Chinees Was bakkersknecht schuldig aan diefstal? Wij buigen het hoofd voor het besluit der Koningin, vervuld van weemoed en dankbaarheid" Besluit van Tsjechisch episcopaat Amerikaan gemeentelijk commissaris van Jeruzalem B Officier eist anderhalf jaar, verdediger vraagt vrijspraak Een eigen woning H Tot hoofd en hart Het weer. J GODS ZEGEN OP HAAR ARBEID GEVRAAGD UITROEPING VAN DE JOODSE STAAT MOOI WEER MET PINKSTEREN DE „MIDAS" IN DE BAAI VAN BREST GELICHT Thans op weg naar Amsterdam „WILLEM BARENDSZ" y WEER THUIS ÏRIJDA-G 14 MEI 1948 8 72ste JAARGANG No. 24151 K. H. Prinses Juliana der Nederlanden is hedenmiddag, tiu H. M. de Koningin andermaal de uiioefening van hei Koninklijk Gezag tijdelijk neerlegt, beëdigd als Regentes van hei Koninkrijk. Dit is geschied in de verenigde vergadering van de beide Kamers der Siaien-Generaal, welige daartoe in de vergader- Saai der Tweede Kamer waren bijeen gekomen onder voor zitterschap van prof. dr. R. Kranenburg, voorzitter van de Eerste Kamer. Toespraak prof. Kranenburg Geen candidatuur bij verkiezingen 1HU EINDE VAN HET ENGELS MANDAAT OVER PALESTINA Hygiëne op de „Volendam" Onderzoek gaande b?—-i üill van betrekking of van vaak het gevolg van van zelfbeheersing. n I n I Massagraf ontdekt ®UREAUX VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: SMEDESTRAAT 5 - HAARLEM elefoon: Redactie 21544; Advertenties 21543 Abonnementen 20800 - Postgiro 143480 ABONNEMENTSPRIJS 34 cents per week, f 1.47 per maand, f 4.42 per kwartaal. Wr>d. hoofdredacteur: W. Severin. Directeur: 3. 3. W. Boerriater. COURANT 'ADVERTENTIETARIEF 28 cents per mtttlmeter- hoogte. Ingezonden mededelingen dubbel tarief. Omroepers 16 cents per m.m.-hoogte. De administratie behoudt zich het recht voor advertentiën eventueel zonder opgave van redenen te weigeren. Voor deze plechtigheid waren in deze taa.1 enige veranderingen aangebracht. De regeringstafel was weggenomen, hj "Ie daardoor vrijgekomen ruimte waren Ae zetels voor H. K. H. de Prinses en teor haar gemaal Z. K. H. Prins Bern- hard geplaatst. In de ruimte voor de 'tenografen waren zetels ingericht voor Be ministers en leden van de Raad van State en voorts voor de volgende auto- dteifen: dr. J. J. van de Velde, rege- Tihgscommissaris voor bestuursaangele genheden voor Sumatra, dr. M. F. da Dosta Gomez, vertegenwoordiger van Curagao bij de Nederlandse regering, ter. dr. R. H. Pos, vertegenwoordiger van ®Uriname bij de Nederlandse regering, hi. Sanders, voorzitter der algemene re kenkamer, mej. mr. M. A. Teilegen, di- tecteur van het kabinet der Koningin, ter. dr. <J. Donner, president van de *toge Raad der Nederlanden en mr. H. Saga, president van de Bijzondere Raad Tan Cassatie. Te kwart voor twee opende de presi dent, prof. mr. Kranenburg de Verenig de Vergadering, waarna de griffier, prof. dr. a. L. de Block, voorlezing van het Besluit der beëdiging van H. K. H. gaf. Vervolgens benoemde de voorzitter tot teden der commissie van in- en uitge telde de heren mr. J. R. H. van Schaik, President der Tweede Kamer en prof. ter. A. Anema, lid der Eerste Kamer. Tegen twee uur begaf deze commissie Öch naar de ingang van het Kamerge bouw om H. K. H. Prinses Juliana en K. H. Prins Bernhard binnen te ge leiden. De Vorstelijke personen waren «vieen per auto, komende van het paleis Noordeinde, aan het gebouw gearri veerd, waar de parketwacht een erewacht Vormde. Toen de Prinses en de Prins hun ze tels hadden ingenomen, hield de voor zitter, prof. mr. Kranenburg, de volgen- Be toespraak: Koninklijke Hoogheid. Namens de verenigde vergadering der Staten-Generaal heet ik Uwe Koninklijke Hoogheid en haar ge maal welkom in dit plechtig unr. Met diep leerdwezen hebben de Staten-Generaal kennis genomen van de redenen, die hebben geleid lot het Koninklijk Besluit, waarbij Aan Uwe Koninklijke Hoogheid de waarneming van het Koninklijk Ge zag werd opgedragen. Een golf van ontroering is door ons volk gegaan, toen het door de vertrouwde stem van onze Koningin, die ip de jaren der bezetting zo dikwijls sterkende woorden van bemoediging en ver troosting en hoop tot ons bracht, de tijding hoorde, dat Hare Majesteit heeft besloten tot spoedige afstand van de kroon ten behoeve van Uwe Koninklijke Hoogheid. Wij begrijpen volledig, dat enkel diep plichtsbesef en warme liefde voor land en voiik dit Ingrijpende besluit deden ont staan, en wij buigen daarvoor eer biedig het hoofd, vervuld van wee moed en dankbaarheid. Dankbaar- heid, dat wij onze geliefde Koningin zo lange jaren hebben mogen be houden. Wij verenigen ons in de in nige bede, dait Haar een schone en rustige levensavond te midden van een weer tot voorspoed komend volk moge worden geschonken. Met vol vertrouwen en diepe genegen heid ziet het Nederlandse volk de waar neming van het Koninklijk Gezag we derom aan uwe handen toevertrouwd, overtuigd als het is, dat handhaving van ons constitutioneel bestel, dat de waarborging van recht en vrijheid in uwe handen veilig zullen zijn, en uw bewind zal worden gedragen door warme liefde voor ons volk- Als voorzitter van de verenigde verga dering der StatentGeneraal neem ik dan thans de vrijheid Uwe Koninklijke Hoog heid eerbiedig te verzoeken de door de Grondwet van de Regtent gevorderde eed in mijn handen te willen afleggen." H. K. H. Prinses Juliana legde vervol gens 'in handen van de voorzitter de in artikel 44 der Grondwet voorgeschreven eed af. De teksA daarvan luidt als volgt: „Ik zweer trouw aan de Koningin, ik zweer, dat ik in de waarneming' van het Koninklijk Gezag, zolang de uitoefening van het Koninklijk Ge- zag is neergelegd, de Grondwet steeds zal onderhouden en handhaven. Ik zweer, dat ik de onafhankelijk heid en het grondgebied van de Staat met al mijn vermogen zal verdedigen en bewaren, dat ik de algemene en bijzondere vrijheid, en de rechten van alle onderdanen der Koningin en van elk hunner zal ber schermen erl tot instandhouding en bevordering van de algemene en bijzondere welvaart alle middelen aanwenden, welke de wetten te mijner beschikking stellen, gelijk een goed en getrouw regentes schul dig is te doen. Zoals reeds door een kort Reuter-be- *teht bekend is geworden, heeft de ''sjechoslowaakse Bisscho|ppenconferen- *te onder voorzitterschap van Mgr. dr. ■tesef Beran, Aartsbisschop van Praag, Be katholieke geestelijken in Tsjecho- lowakije iedere politieke activiteit ont- *eKd, welke zü in dit land op grond de oude Oostenrijkse traditie nog *teeds, ofschoon in beperkte mate, uit eenden. Het heeft begrijpelijkerwijze B de katholieke wereld groot opzien k'baard, dat een katholieke geestelijke, J°sef Plojhar, de portefeuille van mi ester van Gezondheid aanvaardde in de de communistische staatsgreep in Fe- teuari j.L gevormde, volkomen aan de ®0mtnunistische willekeur overgeleverde sjechoslowaakse marionettenregering. u voorts fungeert in de Slowaakse f ndsregering een katholieke priester, p^kacevic, als gevolmachtigde voor het Ostwezen, en een Salezianer pater, ylraka, als gevolmachtigde voor de Uj?Qrlichting. Ook op de „eenheidslijst". j, weiker candidaten de stemgerechtig- kür, ln Tsjechoslowakije op 30 Mei a.s. 'ernen biezen, is voorzien in drie par- ty. htszetels voor katholieke priesters; 'Bo/n 1164 bijzonder om de gelovige ka naka Slowaken te misleiden. 'Be vOL J^Sevolge deze feiten heeft de Tsje- ,i lQWaakse Bisschoppenconferentie het gende besluit bekend gemaakt: ..Geen der priesters, die zich bij de j0'bende verkiezingen candidaat denkt e stellen, heeft tot heden om verlof artoe verzocht, ofschoon dit gebo- vj5" is en Wij er herhaaldelijk op ge- e::en hebben, tb» *im Priesters, die reeds afgevaardigd Ven geweest, hebben hun stem gege kt ann wetten en verordeningen, «etl 'm.«de geen christen, laat staan blaster, kan instemmen. Dit heeft nis verwekt bij het katholieke volk en de geestelijkheid. De aanwezige Ordinarii hebben uit dien hoedde, in de geest van de beslui ten der tot nu toe gehouden Conferen ties en in het belang van de rust, beslo ten, aan geen enkele priester verlof te geven, een politieke candidatuur op zich te nemen. Zo waarlijk helpe mij God Al machtig." t Na deze plechtige beëdiging zeide de voorzitter nog het volgende: Mogen aan Uwe Koninklijke Hoog heid de kracht en de wijsheid geschon ken worden voor de vervulling van hare hoge taak en moge Gods zegen op haar arbeid rusten. Leve de Regentes." Hiermede was de plechtigheid ten einde. Uitgeleide gedaan door de leden der commissie verlieten de Prinses- Regentes en Prins Bernhard daarna de zaal. Na terugkeer der leden en nadat mr. Van Schaik had medegedeeld, datde commissie zich van haar taak gekweten had, sloot de voorzitter de verenigde vergadering der Staten-Generaal. Hernieuwde strijd tegen de coloradokever. De afdeling Tuinbouw van minister Mans- holt's departement neemt op het ogenblik proeven om de coloradokever vanuit de lucht te bestrijden. Met behulp van een helicopterwaaraan een speciale installatie bevestigd is, bespuit men de velden. Ook plantenziekten hoopt men op deze wijze te bestrijden. In Lake Success zijn Joden en Ara bieren het Donderdag eens geworden over de benoeming van de Amerikaanse Quaker Harold Evans tot gemeentelijk commissaris van Jeruzalem. De functie staat gelijk met het burgemeesterschap. Zo lang Evans nog niet is gearriveerd, zal het hoofd van de vooruit gezonden groep der Palestina-commissie der V.N. Pablo Azcarate waarnemend commissa ris zijn. Het Joodse Bureau heeft zich gekant tegen het nieuwe Amerikaanse voorstel tot benoeming door de Grote Vijf van een Hoge Commissaris voor geheel Pa lestina. Een woordvoerder van het Bureau zeide, dat het Amerikaanse voorstel geen rekening Inhield van de realiteit van de Joodse Staat. De Britse onderminister van Koloniën, Williams, heeft in het Lagerhuis meege deeld, dat de politieke commissie van de Arabische Liga voorwaarden voor een definitieve wapenstilstand in Jeruzalem heeft aanvaard. Van Joodse zijde was op het Britse ministerie van Koloniën nog geen ant woord ontvangen. De benoeming van Harold Evans juichte Williams toe. Vier-en-twintig uur voor de opheffing van het mandaat in Palestina is te Lon den de diplomatieke toestand volkomen verward. De te volgen diplomatieke en politieke lijn wordt gezien als een reeks vraagtekens. Slechts één ding staat vast, namelijk, dat Engeland het mandaat op het vast gestelde uur zal neerleggen en alles zal doen om zo spoedig mogelijk zijn troe pen terug te trekken. Van betrouwbare zijde vernèemt Reu ter, dat Groot-Brittaijnië de Joodse staat zal erkennen. Aangenomen wordt, dat Engelands houding tegenover £en Arabische staat in Palestina dezelfde zou zijn. Aan de vooravond van de opheffing van het mandaat heeft de Britse rege ring een communiqué uitgegeven, waar in o.m. een overzicht wordt gegeven van de mislukte Britse pogingen in de afgelopen 27 jaar om Joden gn Arabie ren te verzoenen. De regering geeft vervolgens een overzicht van de be weegredenen, welke er haar toe hebben gedrongen het mandaat neer te leggen, en zegt de Britse medewerking toe bij het vinden van een oplossing. In een Egyptisch regeringscommuni qué is medegedeeld, dat Vrijdagnacht om één minuut over twaalf Egyptische strijdkrachten de grenzen van Palestina zullen overschrijden. Het Egyptische leger telt naar men gelooft ongeveer 40.000 man. Zondag j.l. werd voor het leger een crediet van vier millioen pond verstrekt om de extra uitgaven" van de grenstroepen te dekken. Op het ogenblik, dat de troepen /de grens overschrijden, wordt voor geheel Egypte de staat van beleg afgekondigd. Men verwacht, dat dadelijk na de beëindiging van het mandaat ook Iraak- se en Transjordaanse troepen de grens zullen overschrijden. Mosje Sjertok, lid van 't bestuur van het Joods Bureau, heeft verklaard, dat de Joodse staat zal worden uitgeroepen zodra het Britse mandaat eindigt. „Wy hebben besloten nog geen seconde een luchtledig te doen ontstaan. Nn of nooit. Elk uitstel zou tot onherstelbare gebeur tenissen kunnen leiden," aldus Sjertok. Hij beschuldigde de Britse regering er van, dat zy de Arabische Liga gebruikt als een politiek instrument, en zeide dat het feit, dat de Britten Palestina verla ten, Engelands betrekkingen met de Jo den nog niet tot geregelde of normale betrekkingen maakt. Donderdagmiddag is te Tel-Aviv een overeenkomst tussen Joden en Arabie ren getekend, volgens welke Joodse troepen de Arabische zeehaven Jaffa zullen bezetten. De Arabieren zullen al le wapenen en ammunitie aan de Joden uitleveren en de Haganah zal verant woordelijk zijn voor rust en orde in de stad. Het burgerlijk bestuur zal geleid worden door een vertegenwoordiger van de Haganah onder advies van een Ara bisch noodcomité. De Joden krijgen de volledige controle over de haven. Verwachting tot Zaterdagavond: Tamelijk koude nacht met plaatse lijk mist. Overdag tijdelijk wat over drijvende bewolking, doch over het algemeen zonnig, droog weer met wei. nig wind en iets hogere temperaturen. Zon 4.46—20.27, maan 10.30—2.17. Het ziet er naar uit, dat het weer met Pinksteren over het algemeen fraai zal zijn met tamelijk hoge tem peraturen, lange perioden van zon neschijn, niet veel wind en pas in de loop van de Tweede Pinksterdag kans op vorming van verspreide warmte-onweders. Gedurende de laatste dagen n.l. is de luchtdruk in West-Europa langzaam doch regelmatig blijven stijgen, onder invloed van een verplaatsing in Noord- Oostelijke richting van het hogedruk-ge- bied bij de Azoren. De verschillende ta melijk actieve Oceaandepressies worden daardoor nu gedwongen 'n Noord-Ooste lijke koers te volgen van het midden van de Oceaan over IJsland naar de IJszee. Het gevolg van deze ontwikke ling in de luchtdrukverdeling is, dat de aanvoer van koelere lucht over het Noordzee-gebied is afgesneden en de temperaturen geleidelijk weer hoger zul len worden. Gedurende de eerste paar dagen zijn bovendien de kansen op vor ming van verspreide onweersbuien door de verwarming in de namiddag uiterst gering; pas in de loop van Tweede Pink sterdag wordt de kans hierop groter, daar verwacht kan worden, dat tegefi die tijd de invloed van de Oceaandepres sies zich weer meer over het vasteland van West-Europa gaat uitbreiden. In verband met de ziekte- en sterf gevallen, welke zich hebben voorgedaan aan boord van het s.s. „Volendam", is de vraag gerezen of deze niet mede zijn veroorzaakt tengevolge van onvoldoende hygiënische toestanden aan boord van dit schip. Het Staatstoezicht op de Volksgezond heid stelt daaromtrent een nauwkeu rig onderzoek in, waarvan de resul taten zo spoedig mogelijk in een rap port aan de Minister van Sociale Zaken zullen worden aangeboden. Kort nadat de Ame rikaanse ambassadeur in Moskou, gene raal Walter Bedell Smith, de Russische hoofdstad verlaten had om zich voor een va- cantie naar Frankrijk te begeven, (publi ceerde radio Moskou de rnhemd van de Amerikaanse notawis seling en het onder houd tussen Molotov en de Amerikaanse ambassadeur. Bedell Smith bevond zich toen reeds in de lv,c}it en kon geen stappen meer ondernemen. Eerst in Berlijn, waar men hem hier ziet bij aankomst op Tempel hof, vernam hij de Rus sische publicatie. Bedell Smith zal in Normandië enkele we ken gaan vissen. Daar. na zal hij waarschijn lijk naar Moskou terugkeren. (Van onze speciale verslaggever) oerenkool noemt de luchtvaart het oerwoud van Sumatra. Zo van 3000 meter hoogte heeft het meer weg van eendenkroos. Af en toe kiert er water tussen en dat is dan een kali. Het komt ons voor, dat het verschil tussen het na-oorlogs Walcheren en Su- matrd voornamelijk is, dat op laatstge noemd eiland geen boomplantdagen worden gehouden. Daartegenover mist men op Walcheren tapir, rhinoceros, oli- fgnt en tijger, Niet, dat wij, al vliegende over Sumatra, daar iets van hebben ge zien, maar het lijkt ons toch een gemis. Het is boeiend, al reizende door Indo nesië, zoveel bijzondere dieren om zich heen te weten, boven, onder en naast zich. Ze zijn er want ze worden in de beschrijvingen van het larid nadruk kelijk vermeld. Voorlopig echter heb ben wij weinig meer gezien dan tjitjaks, de rappe hagedisjes, die in het avond lijk uur met grote vrijmoedigheid bin nenshuis rondscharréien, langs de wan den, over het plafond en op de kap van de lamp, waarbij zij een zacht, tjilpend geluid maken. Wij beschouwen dit nu als de gewoonste zaak van de wereld, hetgeen zeer onbillijk is jegens ons oudste zoontje, dat wij kort voor- onze afreis nog streng berispten wegens het in zorgeloosheid laten ontsnappen van een salamander. Scholden wij destijds de salamander voor ontuig in huis, thans hebben wij bij een Chinees te Makassar een tjitjak gekocht van echt Kendari-zilver, als aandenken. Zorgvuldig daartoe geïnstru eerd dongen wij verwoed af, zoals nu eenmaal hier in het Oosten geboden is. en betaalden niet meer dan wij meen den, dat recht en billijk was. De Chinees lachte en bleef maar lachen en hij lacht waarschijnlijk nog, want toen wij terug in ons hotel het doosje openden, lag daar gebed in de watten een zilveren tjitjak metdrie poten, terwijl wij stellig wisten er een met vier,-zoals het betaamt, te hebben laten inpakken. Sindsdien kijken wij alle Chinezen met een scheel oog aan, maar moeten hier mee ophouden wegens hun aantal. Van de tjitjaks aan het plafond, alle orden telijk met vier poten, is de aardigheid een beetje af. Nee, dan de tokkèh's. Die zie je niet, maar die hoor je. Het is voor ons de stem van Indië.. Als wij 's nachts wak ker woelen op de plankharde bedden van Batavia of waar ook, is zij vertrou welijk aan ons oor. Het is zo'n zelfge noegzaam, zo'n kneuterig, toch een beetje ondeugend geluidje, dat prompt alle chagrijn vanwege het al te asceti sche bed verdrijft. Bovendien: wie een tokkèh zeven keer achtereen hoort roe pen, njag een wens doen. Wij hadden graag een tokkèh mee naar Nederland genomen, tot nut en vermaak in slape loze nachten, maar zij zijn helaas niet in de handel. Wel papegaaien. In een kampong, waar wij stil hielden op een onzer tochten door het Oost-Javaanse land. verdrong het landvolk zich als steeds om onze jeep en bood ons de vruchten van boom en veld te koop: pisangs, djeroeks, sowa, katjangs. Maar er was één man bij, die dwergpapegaai- tjes verkocht, compleet met bamboe hanger om op te zitten en te klimmen en een maiskolfje om van te pikken. Doewa roepia, vroeg hij ervoor: twee gulden. Met het gebruikelijk afdingen was je voor één gulden de man, eige naar van zo'n gevederd pronkjuweeltje. dat in Amsterdam eenvoudig niet te be talen zou zijn. De gedachte alleen, om voor één en kel tientje eigenaar te worden van tien dwergpapegaaitjes, compleet met han ger, maiskolf en al, maakte ons hovaar dig. Wij zouden mijnheer Sunier en heel de papegaaien-galerij van Artis, deze bonte droom onzer kinderjaren, naar de kroon kunnen steken! Maar de be zwaren van onze verdere reis, te land, ter zee en in de lucht, stempelden de begeerte naar elk papegaaienbezit tot een zeer ongeregelde. Zo troostten wij ons met weer eens een kam gouden pi sangs en het sap van een zak vol dje roeks en zagen gelaten af van de rood, groen en gele vogeltjes, die onze thuis komst in Amsterdam tot een t^iomphale hadden gemaakt, althans onder de jeug dige huisgenoten. Een krokodil zagen wij éénmaal en het klopte precies met Artis; alle hulde aan mijnheer Portielje. Maar vergeefs speurden wij in het avonduur naar de kalong of vliegende hond, dat fladde rende dwergpinchertje, dat bereid met Madeira zo voortreffelijk moet smaken, naar een oude Deli-planter ons verlek kerd influisterde. Op onze vlucht over Sumatra passeerden wij de Apenberg bij Padang, maar er was helaas geen gele genheid om hem te beklimmen. Want wie de Apenberg beklimt, keert altijd naar Padang terug, zegt het volksgeloof, en al geldt dit officieel niet voor de Apenboom in het Vondelpark, die wij in onze jeugd beklommen, het feit, dat wij nog vaak naar dit park terugkeer den, wijst toch wel op ietswaars in overlevering. Overigens zijn onze ont moetingen met apen op heel de Indische rondreis zeldzaam gebleven; één echter vormde een hevige emotie, maar dat is' een verhaal op zich. i Bijzonder moeilijk, maar daarom niet minder interessant was de zaak, die de Haarlemse Rechtbank gisteren te behandelen kreeg tegen de 29- jarige bakkersknecht A. E. uit Ab- benes. Deze man was ten laste gelegd, dat hij zich in Februari van dit jaar had schuldig gemaakt aan diefstal door middel van braak.De bestolene, mevr. A. N.S„ eveneens uit Abbe- nes, zag zich hierdoor gedupeerd voor een bedrag van f 500.en een belangrijk aantal rentezegels. De verdenking viel toen dadelijk op de bakkersknecht A. E., doch door diens pertinente ontkenning moest men allerlei bewijsmateriaal verga ren en dat was maar heel povertjes. Verdachte was destijds in dienst bij de bakker Den B. en woonde tevens bij deze in. Hy sliep daar op zolder, waar ook twee kamers waren, toebehorend aan mevr. A. N.S. Deze dame had op de zolder een linnenkast, waarin zy o.a. haar spaarbankboekje, waardezegels en een zakje met zilveren guldens en rijks daalders bewaarde. Zaterdag 7 Februari verliet zy het huis na de kast gesloten te hebben om een bezoek van eeri paar dagen aan haar moeder te brengen. Voordat zy ver trok, vroeg de bakkersknecht haar, of ze 's nachts soms ook zou weg biyven, waarop zij geen positief antwoord gaf. De Zondagavond daarna kwam E. met een ontsteld gezfcht by zijn patroon be neden met de mededeling, dat er een kistje met f 600uit zyn koffer gesto len was. Tevens had hy gezien, dat de kast van mevr. N. open stond. De vol gende dag bleek, dat er ook uit de kast een flink bedrag aan geld was ontvreemd. De bakker, die nimmer enig vertrouwen had gehad fn zyn knecht, vermoedde dadelijk, dat de diefstal by E. door deze gefingeerd was om die by mevr. N. te dekken. De politie arresteerde de knecht, en deze had zich gisteren voor de Haar lemse rechtbank te verantwoorden. Hy bleef by zyn ontkenning en verklaarde op een desbetreffende vraag van de pre sident, dat hy het voor hem grote bedrag van f 600 voor een deel verdiend had in de zwarte handel. Een bezwarende omstandigheid was echter het feit, dat de sleutel van zyn koffer ook op het slot van de kast paste, doch E. zeide daarvan nooit iets gewe ten te hebben. Na enkele formele verklaringen van mevr. N. vertelde getuige O., een vriend van verdachte, dat hy de avond vóór de diefstal enkele zilveren ryksdaalders van E. had gehad. Bakker Den B. vërklaarde, dat hij enkele uren, voor E. 'met zijn ontstellende mededeling kwam, diens kof fer had nagekeken. Hij deed dft wel meer, omdat hy zyn knecht wantrouwde. Hy had echter nimmer geld in de koffer gezien. De officier had hierna de moeilijke taak het overtuigend bewijs te leveren van verdachte's schuld. Ondanks de ontkenning van E. meende hy uit de wei. nige gegevens het bewys te kunnen con strueren en efste hy tegen hem een ge vangenisstraf van anderhalf jaar. „Beter tien schuldigen in vryheid dan één onschuldige in de gevangenis," zeide de verdediger mr. Van Wyk. In zyn plei dooi bracht hy naar voren, dat er juri disch geen bewys kon worden geleverd en dat het niet uitgesloten was, dat een ander de diefstal gepleegd had. Op grond van de zeer grote twyfel aan verdachte's schuld verzocht hy de rechtbank zyn cliënt vrij te spreken. Uitspraak 27 Mei. (Van een bijzondere medewerker) In de Encyclieken van de Pausen en in de geschriften van de sociologen is herhaaldelijk gewezen op de grote maatschappelijke betekenis van het eigen bezit, ook voor de werknemers. Het verhoogt hun materiële weerstand en hun verantwoordelijkheidsbesef. Het bezit van een eigen woning wordt door vele arbeiders als een ideaal gezien, het welk hen bezielde tot spaarzaamheid en arbeidzaamheid. Helaas is het een uit zondering gebleven, dat een arbeider in zyn eigendom woont. De overheid heeft in dezen trouwens niet die medewerking verleend, welke van haar, gezien het grote maatschappelijke belang hetwelk er bij betrokken is, verwacht mag wor den. Voor het platteland moet hierbij tot op zekere hoogte een uitzondering worden gemaakt, omdat de Landarbei- derswet daar vele landarbeiders een eigen plaatsje verschafte onder draag lijke voorwaarden. Niet overal op het platteland heeft deze wet in dezelfde mate toepassing gevonden: veel hing af van de activiteit en het sociaal besef van de gemeentebesturen. De bouwkosten, welke momenteel drie- a viermaal zo hoog zyn als vóór 1940, maken het thans vrijwel onmogelijk, dat een arbeider een nieuw gebouwde woning in zijn bezit krygt. De nieuw bouw van arbeiderswoningen wordt dan ook vrywel uitsluitend door woning bouwverenigingen en gemeenten ter hand genomen. Het Rijk heeft voor de financiering van de particuliere bouw wel de finan cieringsregeling 1947 in het leven ge roepen, maar deze is voor de arbeiders niet te gebruiken, omdat de bouw door de betrokkene zelf moet worden gefinan cierd; de steun vgn de overheid beperkt zich tot een rentevergoeding van 4 pet. over het onrendabele deel der bouwkos ten. De adspirant-bouwer moet dus zelf het voor de bouw benodigde kapitaal op tafel brengen of zien te lenen. De hypotheekbanken houden zich ten deze afzydig en de 'mogelijkheid van een tweede hypotheek van de gemeente, groot 15 pet. van de bouwkosten, speelt voor een arbeider geen rol, omdat hij er niet in kan slagen het overige kapitaal (de bouw- en grondkosten van een ar beiderswoning gesteld op f 12.000) van om en bij f 10.000 bijeen te brengen. et ziet er dus naar uit, dat de bouw van arbeiderswoningen in de naaste toekomst vrywel uit sluitend door verenigingen of gemeen ten (hi' beide gevallen dus met over heidsgeld) zal worden ter hand geno men en dat het eigen-woningbezit van de arbeiders niet zal toenemen. Dat is zeer te betreuren. De overheid kan evenwel de kapitalen, welke thans aan de volkshuisvesting worden besteed, een nog groter* nuttig effect geven, indien zii deze bestemt voor de financiering van het eigen-woningbezit van de arbeiders. Zeker, niet alle arbeiders hebben de lust en de capaciteit een eigen woning te gaan bewonen. Daarom zal de overheids- woningbouw voortgang moeten vinden, maar een deel van de gelden, welke nu voor woningbouw worden besteed, zou den moeten worden aangewend om ar beiders, die zelf een woning willen bou wen, met een grote hypotheek (wij den ken aan b.v. 95 pet. der huidige bouw en grondkosten) op aantrekkelyke voor waarden te hulp te komen. De lasten van de overheid zullen daardoor niet verzwaard worden, doch integendeel worden verlicht, omdat zy met de ex ploitatie van de eigen-woningen éeen bemoeiing heeft. In dit verband zij tenslotte nog ge wezen op een nieuwere vorm van bouw- financiering: die door middel van bouw- spaarkassen. In Noord-Brabant tonen de gemeente-besturen hiervoor grote belangstelling. Het bouw-sparen willen zij daar bevorderen door het verlenen van uitgebreide crediet-faciliteiten aan degenen, die zich by een bouwspaarkas hebben aangesloten. In de drie Noorde- lyke provincies zoekt men de oplossing in de richting van een gemeentelijke ga rantie van de door bouwspaarkassen te verlenen credieten. Hoe het ook zy, ook hier blijkt weer welk een belangrijke rol de gemeentebe sturen kunngn spelen by de bevordering van' het algemeen welzyn. Dat zij zich ook op het terrein van de invordering van het eigen-woningbezit, niettegen staande de daaraan thans verbonden moeilijkheden, niet onbetuigd laten! Toen 10 Mei 1940 de Duitsers ons land i binnenvielen, lagen in Nederlandse ha- I vens en in Antwerpen 13 schepen vani de K.N.S.M Er werden ogenblikkelijk maatregelen genomen om deze te laten vertrekken. Maar de genoemde maatschappy .had ook enige schepen in aanbouw, waarvan de voltooiing spoedig mocht worden verwacht. Deze vielen helaas in han den van de overweldigers. Tot deze schepen behoorde de „Mi- das", een schip van ongeveer 3000 ton." Toen men na d'e bevryding geen enkel bericht ervan ontving, noch het schip Hedenmorgen ruim 9 uur is de „Willem Barendsz" in de sluizen van IJmuiden gearriveerd. Honderden be langstellenden hadden zich daar ver zameld, onder wie vele familieleden van de opvarenden. Geleid door sleepboten van Goedkoop meerde de „Willem Barendsz" in de Noorder- sluis en arriveerde daarmede na af wezigheid van 9 maanden. Ter ver welkoming waren o.m. aanwezig de directie cn de rykshavenmeester J. Seyffert. Op de sluis was het ge- bruikelyke schouwspel te zien van sigaretten., en pakjesgooien van boord' naar de vaste wal. Naar wij vernemen, zal on de tocht van IJmuiden naar Amsterdam aan kapitein J. Visser de De Ruytef- medaillc worden uitgereikt. terug vond, nam men aan, dat het in dienst van de bezetters ten onder ging. Deze veronderstelling is later gebleken de juiste te zijn. De „Midas" is n.l. in December 1943 in de baai van Brest gezonken door een bom- treffer der Geallieerden. By een onderzoek door duikers in het havengebied van Brest bleken vele sche pen dit lot te hebben ondergaan. Som mige wrakken waren het lichten niet meer waard, maar er was een schip, waarvan de duikers rapporteerden, dat het de moeite en kosten waard was ge licht te worden en toen het eindelijk boven water was, bleek uit de naam, dat het de „Midas" was van de K.N.S.M. Het schip, waarvan de machinekamer ogenschijnlyk geen ernstige schade heeft opgelopen, maar dat volkomen onbe stuurbaar is, isDonderdag van Brest naar Amsterdam, achter de zeesleepboot „Ganges" van L. Smlt's Internationale Sleepdienst te Rotterdam naar Neder land vertokkep. Iedere avond tussen 10 en 11 uur wordt radiotelefonisch de positie van de sleep opgegeven en als tegenslag uit- blyft hoopt men Tweede Pinksterdag te Amsterdam aan te komen. Op de begraafplaats van Soerabaja, Kembang Koneing, werd Woensdag een massagraf ontdekt. Men verwacht, dat zich hier overblijfselen van 150 slacht offers bevinden. Reeds werden Woens dag 19 en Donderdag 24 personen opge graven. Men vermoedt hier de graven gevonden te hebben van de slachtoffers van een overval op een convooi Engel se vrachtwagens in 1945.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1948 | | pagina 1