H.K.H. Prinses Juliana als Regentes
opnieuw beëdigd
Tegen politieke activiteit
van priesters
Eén minuut na middernacht rukken
Arabische troepen binnen
de
De tjitjak en de eeuwig lachende Chinees
Was bakkersknecht schuldig
aan diefstal?
Wij buigen het hoofd voor het besluit
der Koningin, vervuld van weemoed
en dankbaarheid"
Besluit van Tsjechisch episcopaat
Amerikaan gemeentelijk commissaris
van Jeruzalem
B
Officier eist anderhalf jaar,
verdediger vraagt vrijspraak
Een eigen woning
H
Tot hoofd en hart
Het weer.
J
GODS ZEGEN OP HAAR
ARBEID GEVRAAGD
UITROEPING VAN DE
JOODSE STAAT
MOOI WEER MET
PINKSTEREN
DE „MIDAS" IN DE BAAI VAN BREST GELICHT
Thans op weg naar Amsterdam
„WILLEM BARENDSZ"
y WEER THUIS
ÏRIJDA-G 14 MEI 1948
8
72ste JAARGANG No. 24151
K. H. Prinses Juliana der Nederlanden is hedenmiddag,
tiu H. M. de Koningin andermaal de uiioefening van hei
Koninklijk Gezag tijdelijk neerlegt, beëdigd als Regentes
van hei Koninkrijk.
Dit is geschied in de verenigde vergadering van de beide
Kamers der Siaien-Generaal, welige daartoe in de vergader-
Saai der Tweede Kamer waren bijeen gekomen onder voor
zitterschap van prof. dr. R. Kranenburg, voorzitter van de
Eerste Kamer.
Toespraak prof. Kranenburg
Geen candidatuur
bij verkiezingen
1HU
EINDE VAN HET ENGELS MANDAAT OVER PALESTINA
Hygiëne op de „Volendam"
Onderzoek gaande
b?—-i
üill
van betrekking of van
vaak het gevolg van
van zelfbeheersing.
n I
n I
Massagraf ontdekt
®UREAUX VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
SMEDESTRAAT 5 - HAARLEM
elefoon: Redactie 21544; Advertenties 21543
Abonnementen 20800 - Postgiro 143480
ABONNEMENTSPRIJS 34 cents per week,
f 1.47 per maand, f 4.42 per kwartaal.
Wr>d. hoofdredacteur: W. Severin.
Directeur: 3. 3. W. Boerriater.
COURANT
'ADVERTENTIETARIEF 28 cents per mtttlmeter-
hoogte. Ingezonden mededelingen dubbel
tarief. Omroepers 16 cents per m.m.-hoogte.
De administratie behoudt zich het recht voor
advertentiën eventueel zonder opgave van
redenen te weigeren.
Voor deze plechtigheid waren in deze
taa.1 enige veranderingen aangebracht.
De regeringstafel was weggenomen, hj
"Ie daardoor vrijgekomen ruimte waren
Ae zetels voor H. K. H. de Prinses en
teor haar gemaal Z. K. H. Prins Bern-
hard geplaatst. In de ruimte voor de
'tenografen waren zetels ingericht voor
Be ministers en leden van de Raad van
State en voorts voor de volgende auto-
dteifen: dr. J. J. van de Velde, rege-
Tihgscommissaris voor bestuursaangele
genheden voor Sumatra, dr. M. F. da
Dosta Gomez, vertegenwoordiger van
Curagao bij de Nederlandse regering,
ter. dr. R. H. Pos, vertegenwoordiger van
®Uriname bij de Nederlandse regering,
hi. Sanders, voorzitter der algemene re
kenkamer, mej. mr. M. A. Teilegen, di-
tecteur van het kabinet der Koningin,
ter. dr. <J. Donner, president van de
*toge Raad der Nederlanden en mr. H.
Saga, president van de Bijzondere Raad
Tan Cassatie.
Te kwart voor twee opende de presi
dent, prof. mr. Kranenburg de Verenig
de Vergadering, waarna de griffier, prof.
dr. a. L. de Block, voorlezing van het
Besluit der beëdiging van H. K. H. gaf.
Vervolgens benoemde de voorzitter tot
teden der commissie van in- en uitge
telde de heren mr. J. R. H. van Schaik,
President der Tweede Kamer en prof.
ter. A. Anema, lid der Eerste Kamer.
Tegen twee uur begaf deze commissie
Öch naar de ingang van het Kamerge
bouw om H. K. H. Prinses Juliana en
K. H. Prins Bernhard binnen te ge
leiden. De Vorstelijke personen waren
«vieen per auto, komende van het paleis
Noordeinde, aan het gebouw gearri
veerd, waar de parketwacht een erewacht
Vormde.
Toen de Prinses en de Prins hun ze
tels hadden ingenomen, hield de voor
zitter, prof. mr. Kranenburg, de volgen-
Be toespraak:
Koninklijke Hoogheid.
Namens de verenigde vergadering
der Staten-Generaal heet ik Uwe
Koninklijke Hoogheid en haar ge
maal welkom in dit plechtig unr.
Met diep leerdwezen hebben de
Staten-Generaal kennis genomen
van de redenen, die hebben geleid
lot het Koninklijk Besluit, waarbij
Aan Uwe Koninklijke Hoogheid de
waarneming van het Koninklijk Ge
zag werd opgedragen. Een golf van
ontroering is door ons volk gegaan,
toen het door de vertrouwde stem
van onze Koningin, die ip de jaren
der bezetting zo dikwijls sterkende
woorden van bemoediging en ver
troosting en hoop tot ons bracht, de
tijding hoorde, dat Hare Majesteit
heeft besloten tot spoedige afstand
van de kroon ten behoeve van Uwe
Koninklijke Hoogheid. Wij begrijpen
volledig, dat enkel diep plichtsbesef
en warme liefde voor land en voiik
dit Ingrijpende besluit deden ont
staan, en wij buigen daarvoor eer
biedig het hoofd, vervuld van wee
moed en dankbaarheid. Dankbaar-
heid, dat wij onze geliefde Koningin
zo lange jaren hebben mogen be
houden. Wij verenigen ons in de in
nige bede, dait Haar een schone en
rustige levensavond te midden van
een weer tot voorspoed komend volk
moge worden geschonken.
Met vol vertrouwen en diepe genegen
heid ziet het Nederlandse volk de waar
neming van het Koninklijk Gezag we
derom aan uwe handen toevertrouwd,
overtuigd als het is, dat handhaving
van ons constitutioneel bestel, dat de
waarborging van recht en vrijheid in
uwe handen veilig zullen zijn, en uw
bewind zal worden gedragen door warme
liefde voor ons volk-
Als voorzitter van de verenigde verga
dering der StatentGeneraal neem ik dan
thans de vrijheid Uwe Koninklijke Hoog
heid eerbiedig te verzoeken de door de
Grondwet van de Regtent gevorderde
eed in mijn handen te willen afleggen."
H. K. H. Prinses Juliana legde vervol
gens 'in handen van de voorzitter de in
artikel 44 der Grondwet voorgeschreven
eed af. De teksA daarvan luidt als volgt:
„Ik zweer trouw aan de Koningin,
ik zweer, dat ik in de waarneming'
van het Koninklijk Gezag, zolang de
uitoefening van het Koninklijk Ge-
zag is neergelegd, de Grondwet steeds
zal onderhouden en handhaven.
Ik zweer, dat ik de onafhankelijk
heid en het grondgebied van de
Staat met al mijn vermogen zal
verdedigen en bewaren, dat ik de
algemene en bijzondere vrijheid, en
de rechten van alle onderdanen der
Koningin en van elk hunner zal ber
schermen erl tot instandhouding en
bevordering van de algemene en
bijzondere welvaart alle middelen
aanwenden, welke de wetten te
mijner beschikking stellen, gelijk
een goed en getrouw regentes schul
dig is te doen.
Zoals reeds door een kort Reuter-be-
*teht bekend is geworden, heeft de
''sjechoslowaakse Bisscho|ppenconferen-
*te onder voorzitterschap van Mgr. dr.
■tesef Beran, Aartsbisschop van Praag,
Be katholieke geestelijken in Tsjecho-
lowakije iedere politieke activiteit ont-
*eKd, welke zü in dit land op grond
de oude Oostenrijkse traditie nog
*teeds, ofschoon in beperkte mate, uit
eenden. Het heeft begrijpelijkerwijze
B de katholieke wereld groot opzien
k'baard, dat een katholieke geestelijke,
J°sef Plojhar, de portefeuille van mi
ester van Gezondheid aanvaardde in de
de communistische staatsgreep in Fe-
teuari j.L gevormde, volkomen aan de
®0mtnunistische willekeur overgeleverde
sjechoslowaakse marionettenregering.
u voorts fungeert in de Slowaakse
f ndsregering een katholieke priester,
p^kacevic, als gevolmachtigde voor het
Ostwezen, en een Salezianer pater,
ylraka, als gevolmachtigde voor de
Uj?Qrlichting. Ook op de „eenheidslijst".
j, weiker candidaten de stemgerechtig-
kür, ln Tsjechoslowakije op 30 Mei a.s.
'ernen biezen, is voorzien in drie par-
ty. htszetels voor katholieke priesters;
'Bo/n 1164 bijzonder om de gelovige ka
naka Slowaken te misleiden.
'Be
vOL
J^Sevolge deze feiten heeft de Tsje-
,i lQWaakse Bisschoppenconferentie het
gende besluit bekend gemaakt:
..Geen der priesters, die zich bij de
j0'bende verkiezingen candidaat denkt
e stellen, heeft tot heden om verlof
artoe verzocht, ofschoon dit gebo-
vj5" is en Wij er herhaaldelijk op ge-
e::en hebben,
tb»
*im Priesters, die reeds afgevaardigd
Ven geweest, hebben hun stem gege
kt ann wetten en verordeningen,
«etl 'm.«de geen christen, laat staan
blaster, kan instemmen. Dit heeft
nis verwekt bij het katholieke
volk en de geestelijkheid.
De aanwezige Ordinarii hebben uit
dien hoedde, in de geest van de beslui
ten der tot nu toe gehouden Conferen
ties en in het belang van de rust, beslo
ten, aan geen enkele priester verlof te
geven, een politieke candidatuur op
zich te nemen.
Zo waarlijk helpe mij God Al
machtig." t
Na deze plechtige beëdiging zeide de
voorzitter nog het volgende:
Mogen aan Uwe Koninklijke Hoog
heid de kracht en de wijsheid geschon
ken worden voor de vervulling van hare
hoge taak en moge Gods zegen op haar
arbeid rusten.
Leve de Regentes."
Hiermede was de plechtigheid ten
einde. Uitgeleide gedaan door de leden
der commissie verlieten de Prinses-
Regentes en Prins Bernhard daarna de
zaal.
Na terugkeer der leden en nadat mr.
Van Schaik had medegedeeld, datde
commissie zich van haar taak gekweten
had, sloot de voorzitter de verenigde
vergadering der Staten-Generaal.
Hernieuwde strijd tegen de coloradokever. De afdeling Tuinbouw van minister Mans-
holt's departement neemt op het ogenblik proeven om de coloradokever vanuit de
lucht te bestrijden. Met behulp van een helicopterwaaraan een speciale installatie
bevestigd is, bespuit men de velden. Ook plantenziekten hoopt men op deze wijze
te bestrijden.
In Lake Success zijn Joden en Ara
bieren het Donderdag eens geworden
over de benoeming van de Amerikaanse
Quaker Harold Evans tot gemeentelijk
commissaris van Jeruzalem. De functie
staat gelijk met het burgemeesterschap.
Zo lang Evans nog niet is gearriveerd,
zal het hoofd van de vooruit gezonden
groep der Palestina-commissie der V.N.
Pablo Azcarate waarnemend commissa
ris zijn.
Het Joodse Bureau heeft zich gekant
tegen het nieuwe Amerikaanse voorstel
tot benoeming door de Grote Vijf van
een Hoge Commissaris voor geheel Pa
lestina.
Een woordvoerder van het Bureau
zeide, dat het Amerikaanse voorstel
geen rekening Inhield van de realiteit
van de Joodse Staat.
De Britse onderminister van Koloniën,
Williams, heeft in het Lagerhuis meege
deeld, dat de politieke commissie van de
Arabische Liga voorwaarden voor een
definitieve wapenstilstand in Jeruzalem
heeft aanvaard.
Van Joodse zijde was op het Britse
ministerie van Koloniën nog geen ant
woord ontvangen. De benoeming van
Harold Evans juichte Williams toe.
Vier-en-twintig uur voor de opheffing
van het mandaat in Palestina is te Lon
den de diplomatieke toestand volkomen
verward. De te volgen diplomatieke en
politieke lijn wordt gezien als een reeks
vraagtekens.
Slechts één ding staat vast, namelijk,
dat Engeland het mandaat op het vast
gestelde uur zal neerleggen en alles zal
doen om zo spoedig mogelijk zijn troe
pen terug te trekken.
Van betrouwbare zijde vernèemt Reu
ter, dat Groot-Brittaijnië de Joodse
staat zal erkennen. Aangenomen wordt,
dat Engelands houding tegenover £en
Arabische staat in Palestina dezelfde
zou zijn.
Aan de vooravond van de opheffing
van het mandaat heeft de Britse rege
ring een communiqué uitgegeven, waar
in o.m. een overzicht wordt gegeven
van de mislukte Britse pogingen in de
afgelopen 27 jaar om Joden gn Arabie
ren te verzoenen. De regering geeft
vervolgens een overzicht van de be
weegredenen, welke er haar toe hebben
gedrongen het mandaat neer te leggen,
en zegt de Britse medewerking toe bij
het vinden van een oplossing.
In een Egyptisch regeringscommuni
qué is medegedeeld, dat Vrijdagnacht
om één minuut over twaalf Egyptische
strijdkrachten de grenzen van Palestina
zullen overschrijden.
Het Egyptische leger telt naar men
gelooft ongeveer 40.000 man. Zondag
j.l. werd voor het leger een crediet van
vier millioen pond verstrekt om de
extra uitgaven" van de grenstroepen te
dekken.
Op het ogenblik, dat de troepen /de
grens overschrijden, wordt voor geheel
Egypte de staat van beleg afgekondigd.
Men verwacht, dat dadelijk na de
beëindiging van het mandaat ook Iraak-
se en Transjordaanse troepen de grens
zullen overschrijden.
Mosje Sjertok, lid van 't bestuur van
het Joods Bureau, heeft verklaard, dat
de Joodse staat zal worden uitgeroepen
zodra het Britse mandaat eindigt. „Wy
hebben besloten nog geen seconde een
luchtledig te doen ontstaan. Nn of nooit.
Elk uitstel zou tot onherstelbare gebeur
tenissen kunnen leiden," aldus Sjertok.
Hij beschuldigde de Britse regering er
van, dat zy de Arabische Liga gebruikt
als een politiek instrument, en zeide dat
het feit, dat de Britten Palestina verla
ten, Engelands betrekkingen met de Jo
den nog niet tot geregelde of normale
betrekkingen maakt.
Donderdagmiddag is te Tel-Aviv een
overeenkomst tussen Joden en Arabie
ren getekend, volgens welke Joodse
troepen de Arabische zeehaven Jaffa
zullen bezetten. De Arabieren zullen al
le wapenen en ammunitie aan de Joden
uitleveren en de Haganah zal verant
woordelijk zijn voor rust en orde in de
stad. Het burgerlijk bestuur zal geleid
worden door een vertegenwoordiger van
de Haganah onder advies van een Ara
bisch noodcomité. De Joden krijgen de
volledige controle over de haven.
Verwachting tot Zaterdagavond:
Tamelijk koude nacht met plaatse
lijk mist. Overdag tijdelijk wat over
drijvende bewolking, doch over het
algemeen zonnig, droog weer met wei.
nig wind en iets hogere temperaturen.
Zon 4.46—20.27, maan 10.30—2.17.
Het ziet er naar uit, dat het weer
met Pinksteren over het algemeen
fraai zal zijn met tamelijk hoge tem
peraturen, lange perioden van zon
neschijn, niet veel wind en pas in
de loop van de Tweede Pinksterdag
kans op vorming van verspreide
warmte-onweders.
Gedurende de laatste dagen n.l. is de
luchtdruk in West-Europa langzaam
doch regelmatig blijven stijgen, onder
invloed van een verplaatsing in Noord-
Oostelijke richting van het hogedruk-ge-
bied bij de Azoren. De verschillende ta
melijk actieve Oceaandepressies worden
daardoor nu gedwongen 'n Noord-Ooste
lijke koers te volgen van het midden
van de Oceaan over IJsland naar de
IJszee. Het gevolg van deze ontwikke
ling in de luchtdrukverdeling is, dat de
aanvoer van koelere lucht over het
Noordzee-gebied is afgesneden en de
temperaturen geleidelijk weer hoger zul
len worden. Gedurende de eerste paar
dagen zijn bovendien de kansen op vor
ming van verspreide onweersbuien door
de verwarming in de namiddag uiterst
gering; pas in de loop van Tweede Pink
sterdag wordt de kans hierop groter,
daar verwacht kan worden, dat tegefi
die tijd de invloed van de Oceaandepres
sies zich weer meer over het vasteland
van West-Europa gaat uitbreiden.
In verband met de ziekte- en sterf
gevallen, welke zich hebben voorgedaan
aan boord van het s.s. „Volendam", is
de vraag gerezen of deze niet mede zijn
veroorzaakt tengevolge van onvoldoende
hygiënische toestanden aan boord van
dit schip.
Het Staatstoezicht op de Volksgezond
heid stelt daaromtrent een nauwkeu
rig onderzoek in, waarvan de resul
taten zo spoedig mogelijk in een rap
port aan de Minister van Sociale Zaken
zullen worden aangeboden.
Kort nadat de Ame
rikaanse ambassadeur
in Moskou, gene
raal Walter Bedell
Smith, de Russische
hoofdstad verlaten had
om zich voor een va-
cantie naar Frankrijk
te begeven, (publi
ceerde radio Moskou
de rnhemd van de
Amerikaanse notawis
seling en het onder
houd tussen Molotov
en de Amerikaanse
ambassadeur. Bedell
Smith bevond zich
toen reeds in de lv,c}it
en kon geen stappen
meer ondernemen.
Eerst in Berlijn, waar
men hem hier ziet bij
aankomst op Tempel
hof, vernam hij de Rus
sische publicatie.
Bedell Smith zal in
Normandië enkele we
ken gaan vissen. Daar.
na zal hij waarschijn
lijk naar Moskou
terugkeren.
(Van onze speciale verslaggever)
oerenkool noemt de luchtvaart het
oerwoud van Sumatra. Zo van 3000
meter hoogte heeft het meer weg
van eendenkroos. Af en toe kiert er
water tussen en dat is dan een kali.
Het komt ons voor, dat het verschil
tussen het na-oorlogs Walcheren en Su-
matrd voornamelijk is, dat op laatstge
noemd eiland geen boomplantdagen
worden gehouden. Daartegenover mist
men op Walcheren tapir, rhinoceros, oli-
fgnt en tijger, Niet, dat wij, al vliegende
over Sumatra, daar iets van hebben ge
zien, maar het lijkt ons toch een gemis.
Het is boeiend, al reizende door Indo
nesië, zoveel bijzondere dieren om zich
heen te weten, boven, onder en naast
zich. Ze zijn er want ze worden in de
beschrijvingen van het larid nadruk
kelijk vermeld. Voorlopig echter heb
ben wij weinig meer gezien dan tjitjaks,
de rappe hagedisjes, die in het avond
lijk uur met grote vrijmoedigheid bin
nenshuis rondscharréien, langs de wan
den, over het plafond en op de kap
van de lamp, waarbij zij een zacht,
tjilpend geluid maken. Wij beschouwen
dit nu als de gewoonste zaak van de
wereld, hetgeen zeer onbillijk is jegens
ons oudste zoontje, dat wij kort voor-
onze afreis nog streng berispten wegens
het in zorgeloosheid laten ontsnappen
van een salamander.
Scholden wij destijds de salamander
voor ontuig in huis, thans hebben wij
bij een Chinees te Makassar een tjitjak
gekocht van echt Kendari-zilver, als
aandenken. Zorgvuldig daartoe geïnstru
eerd dongen wij verwoed af, zoals nu
eenmaal hier in het Oosten geboden is.
en betaalden niet meer dan wij meen
den, dat recht en billijk was. De Chinees
lachte en bleef maar lachen en hij lacht
waarschijnlijk nog, want toen wij terug
in ons hotel het doosje openden, lag
daar gebed in de watten een zilveren
tjitjak metdrie poten, terwijl wij
stellig wisten er een met vier,-zoals het
betaamt, te hebben laten inpakken.
Sindsdien kijken wij alle Chinezen met
een scheel oog aan, maar moeten hier
mee ophouden wegens hun aantal. Van
de tjitjaks aan het plafond, alle orden
telijk met vier poten, is de aardigheid
een beetje af.
Nee, dan de tokkèh's. Die zie je niet,
maar die hoor je. Het is voor ons de
stem van Indië.. Als wij 's nachts wak
ker woelen op de plankharde bedden
van Batavia of waar ook, is zij vertrou
welijk aan ons oor. Het is zo'n zelfge
noegzaam, zo'n kneuterig, toch een
beetje ondeugend geluidje, dat prompt
alle chagrijn vanwege het al te asceti
sche bed verdrijft. Bovendien: wie een
tokkèh zeven keer achtereen hoort roe
pen, njag een wens doen. Wij hadden
graag een tokkèh mee naar Nederland
genomen, tot nut en vermaak in slape
loze nachten, maar zij zijn helaas niet
in de handel. Wel papegaaien. In een
kampong, waar wij stil hielden op een
onzer tochten door het Oost-Javaanse
land. verdrong het landvolk zich als
steeds om onze jeep en bood ons de
vruchten van boom en veld te koop:
pisangs, djeroeks, sowa, katjangs. Maar
er was één man bij, die dwergpapegaai-
tjes verkocht, compleet met bamboe
hanger om op te zitten en te klimmen
en een maiskolfje om van te pikken.
Doewa roepia, vroeg hij ervoor: twee
gulden. Met het gebruikelijk afdingen
was je voor één gulden de man, eige
naar van zo'n gevederd pronkjuweeltje.
dat in Amsterdam eenvoudig niet te be
talen zou zijn.
De gedachte alleen, om voor één en
kel tientje eigenaar te worden van tien
dwergpapegaaitjes, compleet met han
ger, maiskolf en al, maakte ons hovaar
dig. Wij zouden mijnheer Sunier en heel
de papegaaien-galerij van Artis, deze
bonte droom onzer kinderjaren, naar
de kroon kunnen steken! Maar de be
zwaren van onze verdere reis, te land,
ter zee en in de lucht, stempelden de
begeerte naar elk papegaaienbezit tot
een zeer ongeregelde. Zo troostten wij
ons met weer eens een kam gouden pi
sangs en het sap van een zak vol dje
roeks en zagen gelaten af van de rood,
groen en gele vogeltjes, die onze thuis
komst in Amsterdam tot een t^iomphale
hadden gemaakt, althans onder de jeug
dige huisgenoten.
Een krokodil zagen wij éénmaal en
het klopte precies met Artis; alle hulde
aan mijnheer Portielje. Maar vergeefs
speurden wij in het avonduur naar de
kalong of vliegende hond, dat fladde
rende dwergpinchertje, dat bereid met
Madeira zo voortreffelijk moet smaken,
naar een oude Deli-planter ons verlek
kerd influisterde. Op onze vlucht over
Sumatra passeerden wij de Apenberg bij
Padang, maar er was helaas geen gele
genheid om hem te beklimmen. Want
wie de Apenberg beklimt, keert altijd
naar Padang terug, zegt het volksgeloof,
en al geldt dit officieel niet voor de
Apenboom in het Vondelpark, die wij
in onze jeugd beklommen, het feit, dat
wij nog vaak naar dit park terugkeer
den, wijst toch wel op ietswaars in
overlevering. Overigens zijn onze ont
moetingen met apen op heel de Indische
rondreis zeldzaam gebleven; één echter
vormde een hevige emotie, maar dat is'
een verhaal op zich.
i
Bijzonder moeilijk, maar daarom
niet minder interessant was de zaak,
die de Haarlemse Rechtbank gisteren
te behandelen kreeg tegen de 29-
jarige bakkersknecht A. E. uit Ab-
benes.
Deze man was ten laste gelegd, dat
hij zich in Februari van dit jaar had
schuldig gemaakt aan diefstal door
middel van braak.De bestolene,
mevr. A. N.S„ eveneens uit Abbe-
nes, zag zich hierdoor gedupeerd
voor een bedrag van f 500.en een
belangrijk aantal rentezegels.
De verdenking viel toen dadelijk
op de bakkersknecht A. E., doch door
diens pertinente ontkenning moest
men allerlei bewijsmateriaal verga
ren en dat was maar heel povertjes.
Verdachte was destijds in dienst bij
de bakker Den B. en woonde tevens bij
deze in. Hy sliep daar op zolder, waar
ook twee kamers waren, toebehorend aan
mevr. A. N.S. Deze dame had op de
zolder een linnenkast, waarin zy o.a.
haar spaarbankboekje, waardezegels en
een zakje met zilveren guldens en rijks
daalders bewaarde.
Zaterdag 7 Februari verliet zy het
huis na de kast gesloten te hebben
om een bezoek van eeri paar dagen aan
haar moeder te brengen. Voordat zy ver
trok, vroeg de bakkersknecht haar, of ze
's nachts soms ook zou weg biyven,
waarop zij geen positief antwoord gaf.
De Zondagavond daarna kwam E. met
een ontsteld gezfcht by zijn patroon be
neden met de mededeling, dat er een
kistje met f 600uit zyn koffer gesto
len was. Tevens had hy gezien, dat de
kast van mevr. N. open stond. De vol
gende dag bleek, dat er ook uit de kast
een flink bedrag aan geld was ontvreemd.
De bakker, die nimmer enig vertrouwen
had gehad fn zyn knecht, vermoedde
dadelijk, dat de diefstal by E. door deze
gefingeerd was om die by mevr. N. te
dekken. De politie arresteerde de knecht,
en deze had zich gisteren voor de Haar
lemse rechtbank te verantwoorden. Hy
bleef by zyn ontkenning en verklaarde
op een desbetreffende vraag van de pre
sident, dat hy het voor hem grote
bedrag van f 600 voor een deel verdiend
had in de zwarte handel.
Een bezwarende omstandigheid was
echter het feit, dat de sleutel van zyn
koffer ook op het slot van de kast paste,
doch E. zeide daarvan nooit iets gewe
ten te hebben.
Na enkele formele verklaringen van
mevr. N. vertelde getuige O., een vriend
van verdachte, dat hy de avond vóór de
diefstal enkele zilveren ryksdaalders van
E. had gehad. Bakker Den B. vërklaarde,
dat hij enkele uren, voor E. 'met zijn
ontstellende mededeling kwam, diens kof
fer had nagekeken. Hij deed dft wel
meer, omdat hy zyn knecht wantrouwde.
Hy had echter nimmer geld in de koffer
gezien.
De officier had hierna de moeilijke
taak het overtuigend bewijs te leveren
van verdachte's schuld. Ondanks de
ontkenning van E. meende hy uit de wei.
nige gegevens het bewys te kunnen con
strueren en efste hy tegen hem een ge
vangenisstraf van anderhalf jaar.
„Beter tien schuldigen in vryheid dan
één onschuldige in de gevangenis," zeide
de verdediger mr. Van Wyk. In zyn plei
dooi bracht hy naar voren, dat er juri
disch geen bewys kon worden geleverd
en dat het niet uitgesloten was, dat een
ander de diefstal gepleegd had.
Op grond van de zeer grote twyfel
aan verdachte's schuld verzocht hy de
rechtbank zyn cliënt vrij te spreken.
Uitspraak 27 Mei.
(Van een bijzondere medewerker)
In de Encyclieken van de Pausen en
in de geschriften van de sociologen
is herhaaldelijk gewezen op de grote
maatschappelijke betekenis van het
eigen bezit, ook voor de werknemers.
Het verhoogt hun materiële weerstand
en hun verantwoordelijkheidsbesef. Het
bezit van een eigen woning wordt door
vele arbeiders als een ideaal gezien, het
welk hen bezielde tot spaarzaamheid en
arbeidzaamheid. Helaas is het een uit
zondering gebleven, dat een arbeider in
zyn eigendom woont. De overheid heeft
in dezen trouwens niet die medewerking
verleend, welke van haar, gezien het
grote maatschappelijke belang hetwelk
er bij betrokken is, verwacht mag wor
den. Voor het platteland moet hierbij
tot op zekere hoogte een uitzondering
worden gemaakt, omdat de Landarbei-
derswet daar vele landarbeiders een
eigen plaatsje verschafte onder draag
lijke voorwaarden. Niet overal op het
platteland heeft deze wet in dezelfde
mate toepassing gevonden: veel hing af
van de activiteit en het sociaal besef van
de gemeentebesturen.
De bouwkosten, welke momenteel drie-
a viermaal zo hoog zyn als vóór 1940,
maken het thans vrijwel onmogelijk,
dat een arbeider een nieuw gebouwde
woning in zijn bezit krygt. De nieuw
bouw van arbeiderswoningen wordt dan
ook vrywel uitsluitend door woning
bouwverenigingen en gemeenten ter
hand genomen.
Het Rijk heeft voor de financiering
van de particuliere bouw wel de finan
cieringsregeling 1947 in het leven ge
roepen, maar deze is voor de arbeiders
niet te gebruiken, omdat de bouw door
de betrokkene zelf moet worden gefinan
cierd; de steun vgn de overheid beperkt
zich tot een rentevergoeding van 4 pet.
over het onrendabele deel der bouwkos
ten. De adspirant-bouwer moet dus zelf
het voor de bouw benodigde kapitaal op
tafel brengen of zien te lenen. De
hypotheekbanken houden zich ten deze
afzydig en de 'mogelijkheid van een
tweede hypotheek van de gemeente,
groot 15 pet. van de bouwkosten, speelt
voor een arbeider geen rol, omdat hij er
niet in kan slagen het overige kapitaal
(de bouw- en grondkosten van een ar
beiderswoning gesteld op f 12.000) van
om en bij f 10.000 bijeen te brengen.
et ziet er dus naar uit, dat de
bouw van arbeiderswoningen in
de naaste toekomst vrywel uit
sluitend door verenigingen of gemeen
ten (hi' beide gevallen dus met over
heidsgeld) zal worden ter hand geno
men en dat het eigen-woningbezit van
de arbeiders niet zal toenemen. Dat is
zeer te betreuren. De overheid kan
evenwel de kapitalen, welke thans aan
de volkshuisvesting worden besteed, een
nog groter* nuttig effect geven, indien zii
deze bestemt voor de financiering van
het eigen-woningbezit van de arbeiders.
Zeker, niet alle arbeiders hebben de lust
en de capaciteit een eigen woning te
gaan bewonen. Daarom zal de overheids-
woningbouw voortgang moeten vinden,
maar een deel van de gelden, welke nu
voor woningbouw worden besteed, zou
den moeten worden aangewend om ar
beiders, die zelf een woning willen bou
wen, met een grote hypotheek (wij den
ken aan b.v. 95 pet. der huidige bouw
en grondkosten) op aantrekkelyke voor
waarden te hulp te komen. De lasten
van de overheid zullen daardoor niet
verzwaard worden, doch integendeel
worden verlicht, omdat zy met de ex
ploitatie van de eigen-woningen éeen
bemoeiing heeft.
In dit verband zij tenslotte nog ge
wezen op een nieuwere vorm van bouw-
financiering: die door middel van bouw-
spaarkassen. In Noord-Brabant tonen
de gemeente-besturen hiervoor grote
belangstelling. Het bouw-sparen willen
zij daar bevorderen door het verlenen
van uitgebreide crediet-faciliteiten aan
degenen, die zich by een bouwspaarkas
hebben aangesloten. In de drie Noorde-
lyke provincies zoekt men de oplossing
in de richting van een gemeentelijke ga
rantie van de door bouwspaarkassen te
verlenen credieten.
Hoe het ook zy, ook hier blijkt weer
welk een belangrijke rol de gemeentebe
sturen kunngn spelen by de bevordering
van' het algemeen welzyn. Dat zij zich
ook op het terrein van de invordering
van het eigen-woningbezit, niettegen
staande de daaraan thans verbonden
moeilijkheden, niet onbetuigd laten!
Toen 10 Mei 1940 de Duitsers ons land i
binnenvielen, lagen in Nederlandse ha- I
vens en in Antwerpen 13 schepen vani
de K.N.S.M Er werden ogenblikkelijk
maatregelen genomen om deze te laten
vertrekken.
Maar de genoemde maatschappy .had
ook enige schepen in aanbouw, waarvan
de voltooiing spoedig mocht worden
verwacht. Deze vielen helaas in han
den van de overweldigers.
Tot deze schepen behoorde de „Mi-
das", een schip van ongeveer 3000 ton."
Toen men na d'e bevryding geen enkel
bericht ervan ontving, noch het schip
Hedenmorgen ruim 9 uur is de
„Willem Barendsz" in de sluizen van
IJmuiden gearriveerd. Honderden be
langstellenden hadden zich daar ver
zameld, onder wie vele familieleden
van de opvarenden. Geleid door
sleepboten van Goedkoop meerde de
„Willem Barendsz" in de Noorder-
sluis en arriveerde daarmede na af
wezigheid van 9 maanden. Ter ver
welkoming waren o.m. aanwezig de
directie cn de rykshavenmeester J.
Seyffert. Op de sluis was het ge-
bruikelyke schouwspel te zien van
sigaretten., en pakjesgooien van
boord' naar de vaste wal. Naar wij
vernemen, zal on de tocht van
IJmuiden naar Amsterdam aan
kapitein J. Visser de De Ruytef-
medaillc worden uitgereikt.
terug vond, nam men aan, dat het in
dienst van de bezetters ten onder
ging. Deze veronderstelling is later
gebleken de juiste te zijn. De „Midas"
is n.l. in December 1943 in de baai
van Brest gezonken door een bom-
treffer der Geallieerden.
By een onderzoek door duikers in het
havengebied van Brest bleken vele sche
pen dit lot te hebben ondergaan. Som
mige wrakken waren het lichten niet
meer waard, maar er was een schip,
waarvan de duikers rapporteerden, dat
het de moeite en kosten waard was ge
licht te worden en toen het eindelijk
boven water was, bleek uit de naam,
dat het de „Midas" was van de K.N.S.M.
Het schip, waarvan de machinekamer
ogenschijnlyk geen ernstige schade heeft
opgelopen, maar dat volkomen onbe
stuurbaar is, isDonderdag van Brest
naar Amsterdam, achter de zeesleepboot
„Ganges" van L. Smlt's Internationale
Sleepdienst te Rotterdam naar Neder
land vertokkep.
Iedere avond tussen 10 en 11 uur wordt
radiotelefonisch de positie van de
sleep opgegeven en als tegenslag uit-
blyft hoopt men Tweede Pinksterdag
te Amsterdam aan te komen.
Op de begraafplaats van Soerabaja,
Kembang Koneing, werd Woensdag een
massagraf ontdekt. Men verwacht, dat
zich hier overblijfselen van 150 slacht
offers bevinden. Reeds werden Woens
dag 19 en Donderdag 24 personen opge
graven. Men vermoedt hier de graven
gevonden te hebben van de slachtoffers
van een overval op een convooi Engel
se vrachtwagens in 1945.