Huwelijk Grote groei van Fokker na de ERIC DE NOORMAN-DE STEEN VAN ATLANTIS oorlog MIDZ0MERZ0N: OVERVLOED VAN LICHT EN WARMTE Mensen op reis Op pelgrimage naar Lourdes Devies: „Nederland behoort te vliegen met Nederlandse vliegtuigenzal waar worden gemaakt Laten we de vreugde ervan genieten, zoals het een Christen betaamt D Een oude heer Nee"Akkertje Apeldoorn zegt het met bloemen Belangrijk bedrijf voor onze welvaart wekt opschudding Mr. H. Morshuis 25 jaar Vincentiaan ZATERDAG 19 JUNI 1948 PAGINA 3 Voorbereiding expositie vordert TV door JAMES CHARLES LYNCH Na 21 Juni Zenuwpijnen BELANGRIJKE BENOEMINGEN IN DE MISSIE 0.p de vijfde Zondag na Pinksteren Devat het Epistel, naast veel an dere behartigenswaardige wijsheid, deze diepe woorden: „Wie zou U kun nen schaden, als gij U beijvert voor het goede?" Maar al zoudt gij lijden voor de gerechtigheid, dan nog zijt gij ge lukkig te prijzen." (1 Petr. 3.1314). Deze woorden brengen onze gedachten op een zeer actueel onderwerp, waar over de laatste tijd druk gesproken wordt, het wetsontwerp n.l., dat maat regelen voorstelt tegen lichtvaardige echtscheidingen. Al moeten wij hier voor eerlijke bewondering koesteren voor onze Regering, daar zij toont, hoe zeer de hoogste, zedelijke waarden haar ter harte gaan, toch werpt het feit, dat dergelijke maatregelen nodig zijn, zonder enige twijfel een ernstige blaam op ons volk. De laatste cijfers 5000 echtscheidingen in één jaar zijn inderdaad onrustbarend. Vooral omdat deze het bewijs leveren van een wijd verbreide, volslagen verkeerde mentali teit, die dit alles mogelijk maakt. Vijf duizend echtscheidingen betekent op de eerste plaats 10.000 Nederlanders, die het heilig huwelijk afhankelijk maken van eigen inzicht. En wie zal het getal vaststellen van hun kennissen en vrien den, in wier kringen een dergelijke handelwijze als natuurlijk wordt be schouwd? „Door de echtscheidingen worden verder zoals onlangs is ge zegd elk jaar 10.000 kinderen de woestijn in gestuurd." Welke ouders kunnen deze verantwoordelijkheid dra gen? Het is onnodig hier dieper in te gaan op de nameloze ellende van deze kinderlevens, op het mislukken van hun opvoeding, op de daardoor onvermij delijke toename van de criminaliteit onder de jeugd, op de zeer twijfelach tige toekomst van deze van ouderlief de en ouderzorg verstokenen. Voor ieder denkend mens is dat duidelijk ge noeg. Afdoender bewijs voor de toene mende zedenverwildering in onze sa menleving is nauwelijks te geven. Eén blik in de geschiedenis van het mensdom toont ons, dat wij op die wijze naar de ondergang hollen. Ieder volk, dat ten onder ging, stierf aan miskenning van het huwelijk! De mens kan nu eenmaal niet straffeloos de door God gewilde orde negeren. Het is daarom zeer te betreuren, dat de bur gerlijke wetgeving zich het recht heeft aangematigd ware huwelijken te ont binden. Het- wezen van het huwelijk is totaal aan de menselijke vrij heid onttrokken, zó, dat, wanneer iemand eenmaal een huwelijk heeft aangegaan, hij onderworpen is aan de goddelijxe wetten en wezenseigenschap pen ervan. Hiertoe behoort o.a. de on verbreekbaarheid. „Wat God heeft verenigd, dat scheide geen mens" is ge zegd van het huwelijk onzer eerste ouders, als het oertype van alle hu welijken, die daarna gesloten zouden worden. Christus heeft dit voorschrift nog eens opnieuw ingescherpt. Hieruit blijkt duidelijk, dat het huwelijk, ook onder de natuurwet, en dus lang Vóór dat het verheven werd tot de waardigheid van een eigenlijk Sacra ment, op die wijze van Godswege is in gesteld, dat het een blijvende en on verbreekbare band met zich brengt, die door geen enkele burgerlijke wet kan ontbonden worden. „Sacra ment" kan dus wel van huwelijk ge scheiden worden, zoals dat bij ongelo vigen het geval is, maar toch moet ook nog bij zo'n huwelijk, omdat het im mers een waar huwelijk is, blijven be staan, en blijft inderdaad bestaan die duurzame band, die van het begin af, volgens goddelijk recht zó wezenlijk in het huwelijk ligt opgesloten, dat hij onder geen enkele burgerlijke macht valt. (Casti Connubii). Een huwelijk is geen instelling om de individuele be doelingen der beide partners gemakke lijker te bereiken, maar een samenwer king tot een nieuw scheppingsgoed. „Hun beider doel is dus niet hun zaak, maar Gods zaak. Iedere wezenlijke tekortkoming is daarom een verraad aan Gods scheppings- en verlossings plan, waarin zij samen zijn ingescha keld." Sn dit geldt niet alleen voor Ka tholieken, en voor gedoopte andersden kenden, wier huwelijk een sacrament is, maar ook voor allen, die een huwelijk hebben gesloten onder de voorwaarden, die de natuurwet eist. Wat practisch neerkomt op een eerlijk gemeend ja woord, waarmee men een wederzijds contract aangaat, waarvan men alle verplichtingen kent en op zich neemt. Het is een algemeen bekend feit, dat de kracht en de grootheid van een volk ten nauwste samen hangen met de wijze, waarop het de verplichtingen van het huwelijk na komt. Dat de wereld in dit opzicht te genwoordig al heel diep gezonken is, behoeft wel geen nader betoog. En al zijn er ontelbare redenen, die deze ze denverwildering verklaren, te ver ontschuldigen is zij onder géén voorwaarde. Hoogmoed, eigenwijsheid, gemakzucht en egoïsme vormen b.v. een weinig stichtend viertal, dat voor een groot deel debet is aan de verkrachting van het huwelijk. De mens wil het be ter weten dan zijn Schepper; hij zal zelf wel bepalen, hoe hij zijn huwelijk wil inrichten. Daar heeft niemand buiten hem iets mee te maken! En zo komt het, dat spoedig alleen de lusten mee tellen en de lasten vraag niet hoe van zich af worden geschoven. Men moet toch van zijn leven kunne.i genieten, men leeft toch maar eens! Waarom zich dan daarin laten belemmeren door las tige plichten, die je thuis houden? En zo zou men door kunnen gaan tot in het oneindige. Maar U kent ze wel, die voze „smoesjes", waaraan in zijn diep ste innerlijk niemand werkelijk gelooft, maar waarvan men er met een ware, virtuoze welsprekendheid iedere dag nieuwe uitvindt om de stem van zijn lastige geweten te smoren. De mens houdt zich nu eenmaal zelf het meest voor de gek. Helaas wint een dergelijke mentali teit hoe langer hoe meer veld, ook on der ons Katholieken. Hier ligt tevens een der voornaamste gronden van ge loofsafval. Men kan immers geen twee De voorbereidingen voor de grote ju bileum-bloemententoonstelling in het Apeldoornse parkbos Berg en Bos vor deren gestadig. Over een terrein van vijf H.A. zijn lange, brede lanen aangelegd langs perken met zeer gevarieerde bloe men. Aan het einde van diverse zijpa den zijn gebouwen opgetrokken uit ruw boshout, oen restaurant, een theehuis enz. Aan het eind van de hoofdweg, de Jubileumallee, komt een congresgebouw voor 700 personen, waar bijna dagelijks een congres zal worden gehouden. De tentoonstelling wordt gehouden van 6 Juli tot 21 Augustus. De bezoe kers hebben tevens toegang tot het ge hele 300 H.A. grote bospark. Aan de uitgangen liggen registers ter tekening, welke na de tentoonstelling aan de jubi lerende Vorstin zullen worden aange boden. 126. Een ogenblik heerste er een doodse stilte in de grote zaal. Eric keek om zich heen, maar twee paar sterke handen grepen hem aan. Verwoed verweerde Eric zich en in de hitte van het gevecht glipte de luipaardkap van zijn hoofd„Te wapen!"Hulp!" brulde de Egyptenaar verschrikt, toen hij eensklaios tot de ontdekking kwam, dat zijn meest gevreesde vijand zo dicht bij was. Van alle zij den snelden luipaardsoldaten toe eh het duurde niet lang meer of Eric was vol komen machteloos in de greep van een aantal stoere mannen. „Werpt hem in de doden-cel" snauwde Kirasso met een verheugde grijnsToen kwam er eensklaps een verontrustende gedachte in zijn brein op en met stemverheffing vervolgde hij: „Twee wagens met soldaten naar de kazerne om een onderzoek in ie stellen!" Men bracht Eric naar een onderaardse cel. Ratten en muizen liepen over zijn voeten en in het halfdonker zat Eric moedeloos terneerZijn spel was uitHier, ve>r verwijderd van zijn vrienden, was redding vrijwel uitgesloten (Van onze luchtvaartmedewerker) Toen Nederland in Mei 1945 werd bevrijd, was er van de Nederlandse Vlieg- luïgenfabriek Fokker niet meer dan een puinhoop over. Loodsen en hangars waren vernield en de weinige machines en werktuigen, waarvan de fabriek niet was beroofd, waren onbruikbaar gemaakt, zodat zij, die de opbouw van deze industrie weer ter hand namen, voor een schier hopeloze taak stonden. Maar een Nederlander laat zich nu eenmaal niet gauw ontmoedigen en dus werden de handen ineen geslagen, om te trachten de uitstekende reputatie, die fokkervoor de oorlog over de wereld genoot, te behouden. Ook de regering begreep, dat de vliegtuigindustrie, die altjjd een be langrijke welvaartsbron voor Neder land was geweest, in deze moeilijke omstandigheden niet in de steek mocht worden gelaten. Daarom besloot zij haar steun te verlenen in de vorm van ontwikkelingsopdraehten en min derheidsdeelname in het kapitaal, waarbij echter als voornaamste voor waarde werd gesteld, dat de drie be staande vliegtuigfabrieken in Neder land, t.w. „Fokker", Aviolanda" en „De Schelde", zouden worden samen gesmolten. Op 1 Januari 1947 werd dan ook een nieuwe N.V. gesticht onder de naam: N.V. Verenigde Nederlandse Vliegtuig*- fabrieken „Fokker". Inmiddels was de wederopbouw van de Fokker vliegtuigfabrieken na een jaar gestadig werken zover gevor derd, dat de meest optimistische ver wachtingen werden overtroffen. Niet alleen waren de fabriekscomplexen weer opgetrokken en de inventarissen gerepareerd en met de nieuwste ma chines aangevuld, maar ook kon het bedrijf worden uitgebreid, zodat de to tale capaciteit der verenigde vlieg tuigfabrieken nu zelfs groter is dan ooit voor de oorlog. De werkzaamheden, welke aanvanke lijk werden uitgevoerd, bepaalden zich voor een belangrijk deel tot het revise ren van legertransportvliegtuigen en tot het ombouwen hiervan tot verkeers vliegtuigen. Dat „Fokker" van niet min der dan 15 Europese landen opdrachten hiervoor ontving, is ongetwijfeld te dan ken aan de uitstekende reputatie, die zij alom geniet, en ook aan het feit, dat dit bedrijf reeds sedert jaren de offi cieel erkende reparateur van de be kende Amerikaanse Douglas vliegtuig fabrieken is, van welk fabrikaat de meeste van bovengenoemde legervlieg tuigen zijn. Hoewel deze ombouwwerkzaambe- den, behalve dat zjj deviezen op leverden, een dankbaar middel waren om de eerste moeilijkheden het hoofd te kunnen bieden, voelde de Neder landse vliegtuigindustrie zich uiter aard toch meer aangetrokken tot het bouwen van eigen ontwerpen. Daar om werd al spoedig begonnen met het projecteren van een zakenvliegtuig (de Promotor), waarvan Au binnenkort de eerste serie va* 20 stuks zal worden overgedragen aan de Frits Diepen Vliegtuigen N.V., waaraan de verkoop van dit toestel is toevertrouwd. Bjj dit zakenvliegtuig alleen is het niet gebleven. Ter vervanging van de veelal zo sterk verouderde lestoestellen, is voor de elementaire vliegopleiding een éénmotorig vliegtuig ontworpen, dat plaats biedt aan twee tot drie personen. Ook op dit niéuwe toestel, de S 11, werd door Frits Diepen reeds een order van 100 stuks geplaatst, terwijl verder van andere zijden tal van opdrachten werden ontvangen. Voorts werd voor instructie aan gevor derd militair vliegpersoneel een twee- motorig toestel ontworpen en zelfs is de ontwikkeling van een twee-persoons straal vliegtuig, dat voor de leerling-vlieger als overgang van schroef- op reactie-vliegtuig bedoeld is, in een gevorderd stadium. Het schema, dat gevolgd dient te worden bij het ontwerpen en ontwikkelen van een nieuw vliegtuigtype, is zeker niet een voudig, doch wel is het de enige methode om zich van succes te verzekeren. Aller eerst wordt na nauwkeurige berekeningen een ontwerp-tekening gemaakt. Overeen komstig deze gegevens wordt een model geconstrueerd, dat in een windtunnel be proefd wordt. Wanneer nu blijkt, dat de prestaties aan de gestelde verwachtingen beant woorden, gaat men over tot het bouwen van een z.g. „mock-up" d. i. een model op ware grootte, vervaardigd nit hout en board. Aan de hand van dit toestel wor den, in overleg met dé afnemer, vorm en inrichting van het vliegtuig vastgelegd, waarna met de bouw van het prototype een aanvang kan worden gemaakt. Eerst als de „kinderziektes", bij het invliegen aan het licht gekomen, overwonnen zijn, kan met seriebouw worden begonnen. Dit hele proces, van ontwerp op papier tot luchtwaardig vliegtuig, duurt soms twee tot drie jaar. Voor de oorlog werd de ont wikkeling van nieuwe typen geheel door „Fokker" zelf gefinancierd, maar thans zijn de hieraan verbonden kosten zo hoog, dat Regeringssubsidies aanvaard moesten worden. Teneinde de eenheid in de luchtver dediging, zoals deze is vastgelegd in het Vijf-landen-pact, te bewaren, is beslo ten geen eigen ontwerpen van militaire gevechtsvliegtuigen te bouwen, vóór deze zijn goedgekeurd door de andere vier mogendheden. Om niettemin aan deel te hebben in de productie van dit soort vliegtuigen, heeft „Fokker" zich met volle energie geworpen op de licen- tiebouw, waardoor tevens voor Neder land een belangrijke besparing van de zo kostbare deviezen wordt bereikt. Het eerste type van buitenlands fa brikaat, waarvoor de licentierechten werden aangekocht, was de éénmoto- rige North-American „Harvard". Deze lestoestellen kunnen thans nog wor den betrokken uit surplus-voorraden en behoeven dan alleen een revisie te ondergaan. Desondanks werden, met het oog op te verwachten latere be stellingen, de licentierechten gekocht, waardoor, bij reparaties en revisies, nu reeds profijt kan worden getrok ken van de benodigde kalibers enz enz., die vereist zijn voor het vervaar digen van geheel nieuwe vliegtuigen Onder de geregelde opdrachtgevers behoren behalve Nederland ook Bel gië en Zwitserland. Het tweede vliegtuig van buitenlandse makelij, waarvoor licentierechten zijn gekocht, is de Hawker „Sea Fury". Van de Nederlandse Marine ontving „Fok ker" enige maanden geleden opdracht 24 van deze krachtige jagers te leveren, bestemd voor het gebruik op vliegdek schepen. Tenslotte kan hieraan worden toe gevoegd, dat de onderhandelingen over licentiebouw van straaljagers reeds geopend zijn; deze nieuwe tak van bedrijf zal voor de komende jaren een belangrijk deel van de capaciteit in beslag nemen. De onderzoekingen en berekeningen van nieuwe, oorspronkelijke verkeers vliegtuigen met straalaandrijving, die in opdracht van het Ned. Instituut voor Vliegtuigontwikkeling worden uitge voerd, zijn een duidelijk bewijs van de voortvarendheid der Nederlandse vlieg tuigindustrie. Dat deze industrie in zo korte tijd reeds zoveel gepresteerd heeft, is ongetwijfeld te danken aan het door zettingsvermogen, dat hier aan de dag werd gelegd, maar vooral ook aan het feit, dat de vaste kern van vakmensen ook na de oorlog voor het bedrijf be- hoüden is gebleven. Men kan er tenslotte van overtuigd zijn, dat ir. Vos, die de scepter zwaait over deze 2.000 mpn sterke Nederlandse vliegtuigindustrie, zijn devies: „Neder land behoort te vliegen met Nederland se vliegtuigen", waar zal maken. Zon der twijfel zal iedere rechtgeaarde Ne derlander hem van harte succes toe wensen en met grote belangstelling de ontplooiing van dit voor de Nederland se welvaart zo belangrijke bedrijf gade blijven slaan. Boven weefde het lichtende zonnevier eenen zworen overvloed. (Caesar Cezelle, Uit het leven der dierenJ (Speciale correspondentie) e midzomer is thans gekomen met zijn volheid van groei en bloei. Hoog klimt de zon aan de blauwe hemel en de aarde koes tert zich met welbehagen in haar warme gloed. Uit purper en roze rood rijst vroeg in de ochtend de zomerzon als een lichtkoningin, die ontwaakt na een korte schemer- nacht. Dan vangt zij haar loop langs de hemel aan, ontplooit haar gewaad en laat in de avond neigt zij bloed rood ter kimme. Van de zomerzon zong Guido Gezelle in zijn zoet vloeiend Vlaams: heren tegelijk dienen!,Maar wij moesten toch waarachtig wel beter weten. Wij zijn nu eenmaal niet op aarde om zo veel mogelijk prettigs uit het leven te halen. In deze onderneming is boven dien nog nooit iemand geslaagd. Het leven is veel te ernstig om met zich te laten spelen. En wie mocht proberen de natuur geweld aan te doen, die onder vindt spoedig tot zijn eigen schade, dat daarmee niet te spotten valt. Zij wreekt zich op heel wat afdoender wijze, dan alle rechters ter wereld ooit kunnen bereiken. Een huwelijk, dat door de mens van zijn wezensdoel wordt losge maakt, kan onmogelijk gelukkig zijn. Wat men ook bedenkt, alles zal een lapmiddel blijven, als men de waar heid niet aandurft. En het huwelijk zelf wordt de grootste kwelgeest, door eigen schuld. Het enige door de natuur en God geëiste middel hiertegen is een eerlijke en dappere levensaanvaarding, vol ver trouwen op God. Een diep g e 1 o o f dus, dat zeker weet, dat de Schepper naast ons staat, en ieder kracht geeft naar kruis. Want het zou dwaas zijn te ontkennen, dat, vooral in onze tijd, het leven zeer moeilijk- is. Maar dit blijft een feit! het leven zelf zal nooit zoveel en zo'n pijnlijke offers opleggen, als de mens zich zelf op de hals haalt door de meest fundamentele levenswaarden te miskennen. Het gaat niet alleen om het huwelijk op zich. Alles lijdt eronder: gezond heid, werklust, vooruitgang en maat schappij. Een goed huwelijk vraagt of fers, zoals iedere gc^de daad alleen tot stand kan komen door inspanning en zelfverloochening. Wij, Katholieken, be horen ook in dit opzicht de wereld een voorbeeld te zijn. Heeft God zelf niet gezegd: „Al zoudt gij lijden -oor de ge rechtigheid, dan nog zijt gij gelukkig te prijzen." I»- vyr-r-r^-.-^-^rr-r<T Uit de glorierijke geschiedenis van de Nederlandse luchtvaart. De „Pelikaan" met haar kranige bemanning gereed voor het vertrek van Schiphol naar Batavia. De Pelikaan was van het type F XVIII, het laatste verkeersvliegtuig van de Fok kerfabrieken, waarvan er verscheidene gebouwd werden en waarmee ook in het buitenland gevlogen werd. Later kwam de F 36, het grootste toestel, ooit door Fokker gebouivd. Dit type beleefde slechts één aflevering. 16) Steve maakte een scherpe draai, rende op de donkere vlek van een hutje af en bonsde op de deur. Een vrouwenstem antwoordde: „Wat is er? Wie daar?" „Ik, Steve Terheun, juffrouw Bodine! Maak Emil wakker! We hebben zijn boot nodig!" „Emil is naar Boston", zei juffrouw Bodine. De deur ging open en Sam zag de vage, witte vlek van een gezicht. „Hij komt niet eerder terug dan morgen. Grote goedheid, wat een storm steekt er op!" „Er is een orkaan op komst", zei Steve. „Ik heb Emil's boot nodig. Mijn vrouw zit op Keewee Eiland Ik moet haar redden". „Ik weet 't niet", zei juffrouw Bodine. „Die boot is alles wat Emil heeft. Als er iets mee zou gebeuren". „Ik koop 'm", zei Sam. „Als er iets mee gebeurt, betaal ik dubbel". „Als er iets mee gebeurt, kom je niet meer terug om te betalen", zei juffrouw Bodine.„Schiet op, neem die boot, Steve. Keewee is geen plek voor een mens tijdens een storm". „Kom mee," zei Steve. Sam volgde hem opnieuw, een beetje knikkerig in zijn knieën door wat juffrouw Bodine had gezegd „Er moest helemaal geen oceaan bestaan!" schreeuwde hij tegen Steve. Ze kwamen, aan een planken pier, die ze struikelend betraden. Aan het uit einde liet Steve zich op zijn knieën vallen en verdween langs een ladder. Sam volgde hem, niet erg op zijn ge mak door het lawaai van de golven, die tegen het paalwerk en de romp van de boot uiteenspatten. Zijn voeten gleden van de sporten af en hij bleef hulpeloos hangen, schreeu wend: „Steve! Steve! Help!" „Steve's armen gingen om hem heen, tilden hem van de ladder en zetten hem neer op een deinende en slingerende bodem. „Hij kapseist!" gilde Sam. Hij zag een uitsteeksel en greep ernaar, terwijl hij achteruit wankelde. Een lange gaffel, die, gereed voor onmiddellijk gebruik, in een paar haken rustte, liet los en Sam plofte onzacht neer op het rommelige, stinkènde dek. „Maak je niet druk", waarschuwde Steve. „Dit is nog niets. In deze kreek is het tamelijk kalm." „Hel en duivel!" zei Sam Hij zag Steve's wiegelende gestalte verdwijnen in iets, dat op een dekhut geleek en hij begon op handen en voeten dezelfde Gij staat des morgens, op, beneden 't bereik van sterflijke oogenleden; en, rijzend, dan verblijdt gij mensch en dier en boomen; en 's avonds laat gij los de toornen van uw gespan. Hoe dichterlijk ziet Gezelle de zomer zon, niet alleen met zijn ogen, maar ook met zijn hart. En hoe weinig letten wij op het „Gulden hoofd der blijde zonne", waarvan Gezeiile zo heerlijk zong. Zo is de mens helaas hij wil wèl genieten van het stralende zonne feest, maar slechts zelden volgt hij de zon in haar gracieuze loop langs de hemel. Misschien hebben bovenstaande dicht regelen van Guido Gezelle uw belang stelling voor de zon gewekt. Welnu, dan kunt ge vandaag nog beginnen met enkele eenvoudige waarnemingen van de midzomerzon. Als ge in de gelegen- hseid zijt het prachtige schouwspel van een zonsopgang gade te slaan, ver zuim dan die gelegenheid vooral niet. Maar ge zult er vroeg voor moeten op staan. Dat is echter zeer heilzaam voor de cultuurmens, die gewoonlijk veel te lang in de veren blijft liggen. De zon komt op 21 Juni, midzomer dag, reeds om 4 uur 19 min. op, nabij het noordoostpunt. Zij klimt schuin naar boven en bereikt om 12 uur zonnetijd 12 uur 40 min. West-Europese zomertijd haar hoogste stand, boven het zuid punt. Zij staat dan 61 gr- boven de horizon, d. i. meer dan tweederde part van de grote boog tussen het zuidpunt en het zenith (het punt van de hemel bol dat zich loodrecht boven uw hoofd bevindt). De zon schijnt dan echter veel hóger te staan, dus veel dichter bij het zenith. Daar moet ge vooral eens op letten het is een merkwaardig ver schijnsel, een gevolg van de schijnbare afplatting van het hemelgewelf, ge zichtsbedrog dus. 4 Dan daalt de zon weer langzaam langs een schuine boog naar het westen; om 21 uur 3 min* gaat zij onder, nabij het noordwestpunt. Daar „laat zij los de toornen van haar gespan". Een indruk wekkend en boeiend schouwspel, een zonsondergang in de zomer, een schouw spel dat u ontroert en stil maakt. In de dagen, volgende op 21 Juni, komt er geen merkbare verandering in de zonnestand en de zonnebaan. Ge kunt thans dus de midzomerzon in haar majestueuze loop langs de hemel be wonderen. En dan zult ge te beter ver staan wat Guido Gezelle zong van het „Gulden hoofd der blijde zonne": kant op te kruipen. In het huisje floepte een lamp aan, zodat hij een deurtje kon onderscheiden. Hij krabbelde naar bin nen en hees zich langs de muur om hoog. Het huisje was vijf voet breed en zes voet lang. Aan de voorzijde bevond zich een aantal raampjes. Er stond daar een stuurwiel en het middengedeelte van de vloer werd ingenomen door een grote, roestige motor met een reusach tig vliegwiel. Steve haalde een handle over; draaide daar een knop en bracht het vliegwiel met een korte ijzeren staat in beweging. Er klonk een ontploffing Het vliegwiel begon snel rond te wen telen. Uit de motor steeg stank op. Drijfstangen begonnen heen en weer te schuiven. De boot trilde en stampte „Ik ga van wal steken", zei Steve. Hij ging naar buiten. De boot ging olotseling overzij en botste tegen het paalwerk van de pier. Steve dcok terug in de kajuit. Hij trok een grote nefboom over en greep het stuurrad. Hij drukte een knop in en het grote vliegwiel be gon sneller te draaien. Hij stak een arm omhoog en draaide het licht m de ka juit uit. „Nee!" kreet Sam. „Niet doen!" „Anders heb ik geen uitzicht", zei Steve. „Het moet uit". Hij draaide aan het rad en de boot heide over Voor het stuurwiel sche merde nog een lichtcirkel, die het kom pas bescheen. Het licht viel ook in Sam's gezicht en dat was alles. De rest van het kajuitje was donker. En in Sam's ogen kromp het gestadig in. De muren o Edel'zonne, o machtig wezen, o zienlijke afgezant van dezen die 't al beveelt; wat ben ik, of wat zijt gij, schoone, als, in des Heeren schild en kroone, een wapenbeeld? Zoo kent men aan des ridders wapen zijn hofgezin, zijn huis, zijn knapen, zijn heerlijk slot; zoo kanmen aan uw pronksieraden, o zonne, uw edelen Ridder raden: zijn name is God! De midzomerzon „weeft daarboven eenen zwaren overvloed." Een overvloed van licht en warmte, van zwaargeladen leven op de aarde. De frisse kleuren van de lente zijn overgegaan in stemmiger tinten en de landen zijn getooid met een rijke weelde van zomerse bloei. De zon newarmte wekt het leven hl de natuur tot volle ontplooiing. De weiden liggen groen tot aan de einder, op sommige plaatsen geel van boterbloemen of rood van de zuring, en aan de slootkant staan hoog de rose schermen van de zwane bloemen. Zo'n simpele boerensloot is vaak een eldorado voor natuurvrienden, een stukske poëzie in het ietwat een tonige weidelandschap. In het bos, waar de zon wondermooie lichtsprankelingen op de grond tovert, klinkt het zomerlied van allerlei vogelvolk. In het waterland is het al leven en bedrijvigheid. De riet zanger uit zijn vreugde over een schone zomerdag in een welluidend liedje en de kleine karekiet onthaalt de minnaar van de watersport op een vrolijk „Karre-karre-kiet-kiet," een luch tig muziekje, dat het hart mild stemt voor dit aardige vogeltje. Blanke meeu wen zeilen in sierlijke vluchten over de rietlanden; de meerkoeten, water hoentjes, eenden en futen stofferen elk op zijn wijs de schilderachtige plas, die zilverig rimpelt in de zomerzon. Hier heerst de weldadige storeloze rust, de rust van het wijde water, waaraan de cultuurmens van onze tijd zozeer be hoefte heeft. De zomer is gekomen met zijn weelde van groei en bloei. Laten we de Vreugde van de zomer genieten zoals het een christen betaamt tot ons lichamelijk en geestelijk welzijn, maar bovenal tot eer van de Schepper, die ons zoveel schoonheid rchonk-,.. Pater Lambert van Kessel van de Montfortanen is benoemd tot aposto lisch prefect van de nieuwe missie-pre fectuur van Sintang op Borneo. De be noeming werd gisteren bekend gemaakt door de Heilige Congregatie der Propa ganda Fide. Pater Joh. Herrijgers van de congre gatie der Lazaristen is bij decreet van 4 Juni van de Congregatie tot Voort planting des Geloofs benoemd tot apos tolisch administrateur van het diocees Yoengpingfoe in Hopei (N. O. China). „Ik denk er hard over met ee ander artikel op reis te gaan. Een kof fer met boeken is moordend zwaar met dit hete weer en ik heb zo'n idee, dat er straks weer goud te verdienen is met soepblokjes. Natuurlijk „met vet bereid". En dan maar hotels en restaurants bezoeken. Want vlees mo gen die na 5 Juli niet meer in de soep verwerken. Het is me toch een soepie!" De reiziger in boeken laat zijn voor spoedig opgegroeide onderkin mis troostig in zijn handpalmen landen. De trein stuift tussen de stille Bra bantse bossen onder een trillend hete lucht. Een geruitjast jongmens in bruine peau-de-suède schoenen lucht ook zijn gemoed. „Ja, adieu, bal gehakt!" „Bedoelt u daar mij mee?" veert de onderkin op. De crematoriurn-tempe- ratuur in de coupé maakt een mens gauw prikkelbaar. „Nee, pardon.' Maar die heerlijke goudbruine, croquante ballen gehakt mag een mens nu ook al niet meer genieten, volgens die nieuwe beschik king van de Horeca." „Ooooh! Ja, schei er maar uit," zucht Onderkin en doet aan Ruitjas de volgende belijdenis: „De hele Zondagavond besteed tk aan het maken van mijn wekelijks reisplan. De hoogtepunten van de dag, de maaltijden, stippelen mijn route uit. 's Maandags laat weg, dan kan ik met vers brood ontbijten. Lunchen in dat kleine hotelletje, waar ze uitsmij ters als vloermatten weggeven. Én dan dineren bij Kees, die oude mid- voor uit het Nederlands elftal, die nu dat restaurant heeft. Dinsdag is een sofdag: vleesloos, dus hongerlijden, want vis kan ik niét zien. Dan is het de kunst om zo tegen etenstijd bij een goed-bekende klant aan te ko men en je te laten uitnodigen. Tus sen de maaltijden in zoek ik dan klanten voor mijn boeken." Onderkin wacht even, smakt met zijn lippen en schudt het hoofd. „Maar wat moet je nu in 's hemels naam gaan doen? Geen gebakken aardappelen meer'. Botersaus met de grootste helft water, nee, ik geloof toch heus, dat Marshall voor ons al te laat komt met zijn plan. Nog een klein rukkie en wij zitten weer aan de suikerbiet!" Het is duidelijk dat Onderkin de toekomst van zijn „dagelijkse hoogte punten" donkerbruin inziet. Vandaar dan ook zijn beslist besluit: „Waarachtig! Ik doe het! Ik ga op pad met soepblokjes.' Ik ga ze verko pen aan die geplaagde restaurateurs! Dat zal nu geen kunst wezen! Enne dan niet bij de kellner in de eetzaal, maar bij de baas in de huiskamer eten! Dan zit ik goed!" De president van de hoofdraad der St. Vincentiusvereniging, mr. H. G. J. Morshuis, heeft Dondesdag onder grote belangstelling zijn zilveren jubileum als Vincentiaan gevierd. In de kapel van het gesticht Sint Joseph Bescher ming aan het Westeinde te Den Haag heeft pastoor B. H. de Groot uit Drie bergen, zwager van de jubilaris, met assistentie van de beide leden van de Hoofdraad, dr. A. Olierook en rector W. Bokeloh een plechtige H. Mis opge dragen. Gezongen werden de wisselen-, de gezangen uit de Mis Dominus 11- luminatio, het kmapenlcoor onder leiding van Theo v. Elferen voerde de Mis In hon. St. Angelorum van Jan Nieland uit. Op de hierna volgende receptie kwamen naast vele leden van de Hoofdraad en tal van Vincentianen uit Den Haag, o.m. mr. A. Diepenbrock, leraar aan het seminarie Hageveld, de heer Morshuis gelukwensen. Aan de lunch zat tevens de minister president, dr. L. J. M. Beel, aan. Tot provinciaal van de Congregatie van de Broeders der Christelijke Scho len te Baarle-Nassau is gekozen broeder Josephus Wilhelmus Smulders, overste van het broederhuis te Heesch en af komstig uit Oirschot. Gedurende de laatste veertien dagen is Nederland in Lourdes vertegen woordigd geweest door pl.m. 1200 pel grims, onder wie 250 zieken. Ze be hoorden tot de Limburgse Bedevaart en de Bond der Katholieke Arbei ders, de K.A.B In de komende dagen zullen er op nieuw pelgrims uit ons land naar het Zuiden reizen, nl. met de „Nationale". In verband met een en ander valt er nog wel iets te zeggen. We spreken niet van de K.A.B. Onze Katholieke arbei dende volksgroep blonk in Lourdes uit door eenvoud en geloof", de pelgrims van de K.A.B. waren inderdaad pel grims. Maar onder de deelnemers aan de „Limburgse" viel een groep Noorder lingen op, die in het begin een alles behalve stichtend voorbeeld gaven. Het waren degenen, die m een bedevaart een gunstige gelegenheid vonden om aan deviezen en daardoor aan een buitenlands reisje te komen. Ze gingen op pad met ettelijke kof fers eten, bijna heel hun garderobe, zonnebrillen, bergstokken en zonne brand-crème; ze kwamen in Lourdes en mopperden over het ontbreken van comfort, dat ze op hun vóóroorlogse begonnen hem te benauwen. Hij kreeg een gevoel, alsof hij zich tussen de plan ken van een doodkist bevond. „Er is hier geen ruim|e!" schreeuwde hij. „Ik ga naar buiten!" „Hou je vast!" riep Steve terug. „Sla niet overboord!" „Als dat gebeurt", zei Sam, „dan gaat er een brok boot mee! Ik houd me met nagels en tanden vast!" „Buiten de kreek wordt het nog veel erger!" zei Steve. Achter tegen de stuurhut vond Sam een stevige verschansing. Hij klemde bei zijn handen erom heenen plantte zijn voeten uit elkaar, om schrap te staan. Hier kon hij vooruit kijken en het slingeren van de schemerige boeg gadeslaan Achter zich kon hij het witte, kolkende kielwater zien bij het licht aan de achtersteven. „Hel en duivel!" mompelde hij. „Erger kan het niet. Er bestaat niets ergers". Voor hem uit zag hij een rood lichtje flikkeren. Het bewoog zich naderbij. Het rees en daalde. Hij knipoogde als een satansoog. Het kwam dwarsscheeps en verdween achter hem. Sam werd een gapende diepte in het water gewaar. Een diepte als een afgrond. De boot stak zijn neus in het gat en dook. Omlaag gipgen zij. Omlaag. Sam vervloekte Blauwe Arend en zijn medi cijntas. Hij hoopte vurig, dat Blauwe Arend's boog zou breken, iedere keer dat hij op het punt stond op de Eeuwige Jachtvelden een wildbraad te verschal ken. reizen gewend waren; ze stonden bij de Grot enpraatten over hun diverse aankopen. Ze begrepen niets van Lour des en waren hoogst verontwaardigd over de zelfverloochening, die van een pelgrim gevraagd wordt, wil hij Lour des leren kennen. Er waren dagen voor nodig om hen te doen wennen aan de Lourdes-sfeer en toen ze eindelijk, eindelijk niet lan ger weerstand konden bieden aan die sfeer, toen ze hun bergstok vergaten en ze niet bang meer waren voor hun mooie zomermantel, als moesten neder- knielen bij de Grot, toen moesten ze juist weer heengaan. Binaen enkele dagen gaat onze Ne derlandse Nationale naar Lourdes. Gewoonlijk bestond deze voor het merendeel uit bewoners der Noorde lijke provincies. We zouden hun wil len zeggen: Nederlanders, die naar Maria gaat: ge hebt allen troost, moed, raad, liefde nodig, en in uw hart woont het geloof, dat Maria U die geven kan! Wel, gaat als pelgrims! Laat overtollige dingen thuis; laat 't dwaze verlangen naar vooroorlogse luxe thuis; neemt alleen een groot ge loof, een vast vertrouwen en een brandend hart mee, en wapent u met de geest van zelfverloochening. Hilversum, 16 Juni T. v. A. De boot dook niet langer. Het water spoelde over de boeg en kolkte rondom de stuurhut. De boeg rees weer op en schudde het zwarte water van het dek af. Hij bleef rijzen. Hij beklom een hoge, vloeibare berg, bereikte de top, pauzeerde een ogenblik om rond te kijken, koos de diepste afgrond uit, die hij vinden kon en dook opnieuw. Steve had gelijk. Dit was nog erger. Zij stegen en doken Ze stonden recht overeind en lagen op hun zij. Sam was verbijsterd. Het kón niet. En als het kón, dan was het niet menselijk meer. Als dit dan gebeuren moest, waarom ge beurde het dan niet met Jonathan Smythe? Plotseling veranderden de bewegin gen. Ze werden kalmer. De boot stond niet langer recht overeind. Hij rolde alleen maar om misselijk van te wor den. Eerst rolde de ene kant van het dek onder water, dan de andere. Een lichtstraal sprong uit de kajuit en begon langzaam rond te draaien. Sam zag een rotsachtige kust, overdekt met schuim en daarachter laag kreupelhout en bo men. Er heerste een ontzettend tumult. Alles steunde, knarste en kraakte. De lichtstraal bescheen een plek, waarop hij bleef rusten. Uit een klein huisje kaatsten een paar door de regen gege selde ruiten het schijnsel terug. Er ver scheen een gedaante. (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1948 | | pagina 4