Terwijl heel Nederland zijn nieuwe
Koningin vierde
Verliet een eenzame figuur
via achterdeur het paleis
sw
m
m
ïs
Menselijke eenvoud ken
merkte plechtigheid
Rede van Koningin
Juliana
Avonddis
ten paleize
Recht op vertrouwen, medewerking
en plichtsvervulling
Een tijd, zwaar van moeiten en zorgen
Kroningsspel slot
van Kroningsdag
.Het weer.
Drie Communisten niet
in de Nieuwe Kerk
Radiorede minister-president Prees
Weer „In Neerlands
Tuin
ONDERSCHEIDINGEN
Voor prof. Kranenburg
en prinses Margaret
DINSDAG 7 SEPTEMBER 1948
PAGINA 3
Langzaam daalde zij de trappen van
Paleis af, de gecombineerde studem
RUITER VALT DOOD
VAN ZIJN PAARD
Tydens Koninklijke rijtoer
Dr. Van Mook
Ir. Peters
Dr. Huender
Van een onzer speciale verslaggevers)
J'y'f uur moet het geweest zijn Zondagmiddag, toen de eersten zich neerzetten
JJ de Dam om te wachten op de vorstelijke stoet, .die Koningin Juliana zou
I »efe'4en op weg naar de Nieuwe Kerk.
iy*if uur en eerst achttien uren later begonnen plots over Amsterdam alle
'°fcfcen. te luiden, uit de toren van het paleis klonk toen het Wilhelmus en
het baldakijn verschenen de eerste herauten van wapenen.
."at was het begin van de stoet. .Een Middeleeuws begin met mannen in
Toesluitende blauwe buizen, blauwfluwelen baretten en gele poffen uit zilver-
rboorde inkepingen. Na hen kwamen de trompetters, ook zij in zestiende-eeuwse
edij, doch met een trompet in plaats van de statiedegen..
eerbaarheid uit Utrecht, Leiden en
terdam presenteerden het geweer
de adelborsten en cadetten, die de
;^acht hadden betrokken onder de
.jSola, rechtten de rug.
det was bijkans avondlijk donker op
Dam. Boven Paleis en Nieuwe Kerk
dien dreigende wolken en onder
£°dse stilte, volgden de duizenden
u.stoet op haar korte weg over de
'e loper van de pergola.
K' de trompetters kwamen de ko
en van wapenen. Kolonel A. C. de
'®?ter van Steveninck en Jhr. P. J. Six,
Jr'den om hun grote verdienste in het
ftet uitgenodigd om nu in de Nieuwe
i'5rk de inhuldiging van Koningin Ju-
officieel te proclameren.
Ook hun costuum is van Middel
eeuwse snit en toch contrasteert het
5jet dat der trompetters en herauten.
rok die zij dragen is scharlaken-
*0odde broek wit en de steek glan-
?/-nd zwart met witte struisveren. Zij
j>aan vooraf aan Hare Majesteits ce
remoniemeester en de Kamerheren
?an het Huis en ook die zijn allen
ceremoniëel tenue, zoals ook de
"Oofden der departementen en de
jjtoot-officieren van de Kroon, die
"an volgen.
k^ij vormen de kop van de stoet, en
hen komt als eerste de luitenant-
?*eraal mr. H. J. Kruis, met het ont-
»te rijkszwaard. Ook hij draagt een
J.°ot galatenue en zo wordt het geheel
'jSa onwerkelijk. Dit statig schrijden,
orgelmuziek, die uit de Nieuwe
,;efk klinkt en de betrekkelijke duis-
?Pis hier op de Dam, waar de lichten
de grote feestkronen branden als
S* het avond.
j ue bevelhebber der zeestrijdkrachten,
luitenant-admiraal C. E. L. Helfrich,
Jfsseert dan. Hij draagt de Rijksstan-
ird, de vaan, die in 1840 aan Willem
jl Werd geschonken hij diens inhuldi-
v"?: Van witte zijde is ze en daarop
r'sierd met franje en kwasten staat
jf Nederlandse wapen,
ihan komen nog meer vaandels, alle
(?rmgd door hoge militairen in rood
i goud. Het zijn de vaandels der regi-
jWiten. En als die met statie en waar
heid de trappen van het paleis zijn
gedragen, is het plots uf de Dam ont-
hkt. Er gaat eeri gejuich op, schuch-
L eerst, doch allengs sterker, zodat het
V °rbaar moet worden ginds in de kerk,
ij ar door de open deuren iets te zien
li ,van een vreemde, in Rembrandtiek
"t gevatte ruimte.
de trappen van het paleis staat
Koningin, leunend op de arm van
Komaal. Een blauw gewaad draagt
j over Haar haar ligt een geheel met
j Welen bezet kapje en om Haar schou-
IjftS hangt zwaar de roodfluwelen kro-
LnSsmantel, getorst door drie adjudan-
bn- Men mag slechts gissen hoé het
:ir nu te moede moet zijn in dit uur,
^rop zo zware last onherroepelijk op
schouders wordt gelegd.
jj-e 2iet bleek en heel langzaam gaat
de weg onder de groene slingers van
j Pergola.
«pts is er daarbij, dat de duizenden nu
L®°gs weer stiller doet worden, dat
haast zwijgend doet toezien naar
slot van de stoet: de leden van de
6 'houding, de adjudanten, de vlag- en
«(^■"officieren. Iets, dat hen doet be-
iute», dat hier een vrouw gaat, die
hst die voor een eigen gezin de zorg
•ft - -
hvaardt voor heel een volk. Links en
l/-hts brengt dat waarom het niet
•e En
j, hoemen? tranen in de ogen.
bj® Plotseling uit de luidsprekers Haar
V "h klinkt als Zij spreekt in de Nieu-
V® Kerk, dan wordt dat nog duidelij-
ij h Nu valt er een doodse stilte over
5 Dam. Duizenden staan en luisteren
de ontroering, die eerst nog verbor
gen was. wordt nu algemeen. Zo alge
meen als daarna ook weer de feest
vreugde werd. De feestvreugde, toen de
inhuldigingsplechtigheid ten einde was
en de koninklijke stoet terugkeerde zo
als hij gegaan was.
Alleen had de stoet nu nog meer
luister, omdat alle hoge gasten, omdat
alle vorstelijke personen uit België,
Engeland, Denemarken, Zweden, Noor
wegen, Griekenland en Luxemburg,
die vóór de plechtigheid ieder afzon-
lijk met eigen gevolg naar de kerk
schreden, zich nu achter de kronings
stoet hadden aangesloten. Omdat ook
de regering, ook de leden der Staten-
Generaal, ook de Raad van State en
ook de delegaties uit Oost en West in
hun schilderachtige kleedij zich had
den aangesloten en nu een stoet vol
kleur, vol beweging en vol schoonheid
de weg terügging van de kerk naar
het paleis.
En toen barstte de vreugde eerst goed
los. Toen de trompetters het balcon had
den betreden en mét schallende kla
roenen de komst der Koningin aankon
digde,
Koningin Juliana, op het balcon. En
zij niet alleen. Temidden van Haar ge
zin. Koningin Juliana, nog omhangen
door de zware kroningsmantel, met de
kleine rose Margriet op de arm. Een
zee van toejuichingen, waar het Wilhel
mus in smoorde. Dit was het moment,
waarop Amsterdam gewacht had. Hier
voor kwam heel de Staten-Generaal
van onder de pergola en stond daar
aan de voeten van het paleis, zwaaiend
met hoed en wandelstok.
Heel de Dam juichte, het carillon
speelde, de klokken beierden en op dat
ogenblik vierde Nederland zijn nieuwe
Koningin. De oudjes deden dat en de
invaliden, die op de Dam een apart vak
hadden toegewezen gekregen, degenen
die in bijzondere relatie stonden tot het
Vorstenhuis, de opper-officieren, de ere
wachten, de politie, de mannen van het
Rode Kruis, de journalisten, de fotogra
fen, allen. Een wuivende, schallende
Dam, onwetend waarschijnlijk van het
feit, dat tezelfder tijd in datzelfde paleis
een Koningin, die vijftig jaar regeerde,
die deze dag bijna tersluiks in een auto
het paleis had verlaten en met de prin
sesjes naar de inhuldiging reed, de laat
ste toebereidselen maakte voor Haar ver
trek. Dat vertrek, dat even later haast
onopvallend via de achterdeur plaats
vond. Vandaar reed Prinses Wilhelmina
naar „De Ruygenhoek" in Den Haag,
weg uit Amsterdam, waar zij Zaterdag
zo eerlijk, zo liefdevol en zo bewogen
de kroon aan Haar dochter had over
gegeven.
Rond het paleis bleef het ondertussen
nog heel lang zeer levendig. Zoals het
's morgens na de saluutschoten voor de
nieuwe Koningin bij het krieken van de
dag en na het beieren der klokken druk
was geweest van af en aan rijdende
auto's voor de ingang* van de Nieuwe
Kerk op de N. Z. Voorburgwal, ook nu
was dat zo. De Voorburgwal geleek een
autostrada.
Drie, vier rijen van de kostelijkste
luxe wagens en daartussen goud en
purper, dames in avondtoilet, heren in
rok, in livrei, in uniform.
Kortom al die mensen en tinten, die
de Nieuwe Kerk een paar uur lang
die unieke sfeer gaven die kenmer
kend was voor deze ontroerende, on
gewone gecombineerde vergadering
der Staten-Generaal en waardoor de
inhuldiging van Hare Majesteit Konin
gin Juliana onvergetelijk zal blijven.»..
(Vervolg van pag. 1)
Ja, wij kunnen en zullen waar ma
ken, wij kunnen en zullen verwe
zenlijken, wat in onze macht is om te
bereiken. God helpt hen, die zich zelf
helpen.
Doen wij dit niet en zien wij te veel
op de offers, die het ons kosten zal,
dan lopen wij het gevaar in de golven
onder te gaan.
In de laatste twintig jaren hebben in
de wereldgemeenschap misdaden plaats
gegrepen, zó groot, dat men zich die niet
te voren had kunnen voorstellen. Als
een kwaadaardige besmetting heeft deze
misdadigheid om zich heen gegrepen en
een verwildering der geesten tengevolge
gehad, die ook ons volk ondanks een
heldhaftig verweer niet geheel on
aangetast heeft gelaten.
Geen betere wijze om dit kwaad te
bestrijden dan het opvoeden van onze
jeugd tot vrije mensen met een geeste
lijk fundament, met een sterk verant
woordelijkheidsgevoel voor de mede
mens, met eerbied voor alles wat leeft
en groeit en voor eens anders diepste
overtuiging.
Ons volk is zeer onderscheiden naar
gadsdienst en wereldbeschouwing. De
Staten-Generaal geven daarvan een
weerspiegeling en kennen om met Wil
lem van Oranje te spreken: „die ge-
legenheyt des lands ende de humeuren
van de ingesetenen het best".
Het is daarom aan hen te verwezen
lijken die eenheid in verscheidenheid,
het in eendracht behartigen van 's lands
belang.
Zo dadelijk zal ik mijn eed afleggen
in honderd jaar oude bewoordingen.
Daarbij zal mij voor ogen staan het zin
nebeeld, waarmede ik de regering van
Mijn Moeder kenmerkte, en dat voor
mij het wezen van het Nederlandse Ko
ningschap weergeeft:
De rots temidden der woelige baren.
Leden der Staten-Generaal, tezamen
zullen wij werken voor het heil van
Nederland en het Rijk.
Moge God onze arbeid zegenen!
Tijdens de rit, die Koningin Juliana
Zaterdagmiddag door de hoofdstad heeft
gemaakt, is een ongeval met dodelijke
afloop gebeurd. Toen de stoet om vijf
uur de Westermarkt bereikte op weg
naar het Paleis en de ruiters juist de
Bioemstraat waren gepasseerd, terwijl
zij over de Prinsengracht naar de hoek
van de Westermarkt reden, viel plot
seling een der burgerruiters naar links
van zijn paard en hield in zijn val de
rechterteugel vast, hetgeen tot gevolg
had, dat het paard boven op hem te
recht kwam. De algemene consternatie
dreigde een moment ernstige gevolgen
te hebben, doch hoewel uiteraard het
tempo van de stoet wat werd vertraagd,
is het niet tot stilstand gekomen. In
allerijl snelden politie-agenten de ge
vallene te hulp en droegen hem naar
de kant, terwijl het paard uit de stoet
werd weggeleid.
Een snel aanwezige arts, dr. Lamp,
constateerde slechts de dood van de
ruiter, die de 49-jarige importeur Ka
merling uit Blaricum bleek te zijn. In
het medisch rapport wordt als waar
schijnlijk aangenomen, dat de heer Ka
merling aan een hartverlamming was
overleden. Zeker is, dat de val van zijn
paard niet de oorzaak van zijn dood is.
Het stoffelijk overschot is overge
bracht naar het Wilhelmina gasthuis.
Te kwart over zes gisteravond
heeft Koningin Juliana in de Burger
zaal van hut Paleis op de Dam aan
alle vorstelijke gasten, aan de rege
ring, de leden van de Staten-Gene
raal en de Oost- en West-Indische
delegaties een diner aangeboden, dat
was aangekondigd als „avonddis
ten paleize." Het grote gezelschap
er waren twee tafels van 92 en twee
tafels was 40 gasten bleef tot on
geveer half negen bijeen. Er werd
aan tafel niet gesproken.
Koningin Juliana en haar Gemaal tijdens de inhuldiging
Prinses Wilhelmina, de beide prinsesjes en Prinses Armgard in de Nieuwe Kerk.
Vervolg van pag. 1)
Een oogverblindende luister bood
deze luchtige stoet van de bloem der
Europese Vorstenhuizen. En toch vorm
de zij slechts een prelude op de intocht
van de nieuwe Vorstin die toen zeer
nabij was. Maar temidden van de bijna
tastbare spanning, die voorafging aan
dat beslissende ogenblik trad, door een
zijingang, in alle eenvoud Wilhelmina,
Prinses der Nederland, binnen, verge
zeld door Prinses Armgard en vooraf
gegaan door de twee prinsesjes, Beatrix
en Irene, hand in hand fragiele figuur
tjes in broze blauw-tulen jurkjes. Voor
haar, voor deze Vrouw, over gans de
wereld geëerd om haar wijsheid en haar
werkkracht, bogen zich een ogenblik in
stille, diepe eerbied de hoofden van de
vorstenkinderen en de hoofden van on
bekende naamloze Nederlanders. En de
beide prinsesjes, zich volkomen onbe
wust van de grootheid van dit ogen
blik, glimlachten blij en vriendelijk....
Koningin Juliana
Maar direct daarna sloeg de klok van
het paleis op de Dam elf uur. De stil
te in de nieuwe kerk verstrakte en het
gelui van de plotseling invallende klok
ken drong door tot in de uiterste hoe
ken van het gebouw. Et klonk als een
belofte het ver verwijderde vage ge
ruis van het gejuich van de mensen
menigte, dat echter overstemd werd
door de losbarstende jubel van het or
gel. En daar langzaam, o zo langzaam,
naderde de koninklijke stoet. De herau
ten van wapenen met hun trompetters
het eerst, daarna de koningen van wa
penen, de ceremoniemeester met zwaar
goud borduursel op jas en mouwen, de
kamerheren der koningin, de hoofden
van departementen, de groot-officieren
van de kroon, de drager van het ont
blote rijkszwaard, lt.-generaal mr. H.
J. Kruis, de drager van de rijksstan
daard. de officieren met de regiment
vaandels, de opperceremoniemeester, mn
G. C. D. baron van Hardenbroek, die
drie keer met zijn ceremonie-staf op de
grond tikte en met luide stem aankon
digde „De Koningin!"
En daar was ze, de Koningin, Juliana
der Nederlanden, omhangen met het ko
ninklijke hermelijn, aan de arm van haar
gemaal. Waarom trof nu niet de over
dadige weelde van deze stoet, die de
praal in de kerk verre overtrof? Waar
om, integendeel, ontnam zij aën al die
vorstelijke luister de schijn van het
alleen maar luisterrijke. Waarom, inte
gendeel, gaf ze zin en inhoud aan al die
schittering en glans? Was het omdat hier
een bleke, maar vastberaden jonge vrouw
naderde, die tegelijk de grootste mense
lijke eer ontving en het grootste offer
van haar leven bracht?
Ach, de jonge Koningin gaf in haar
rede, die het alles verplaatste uit de
sfeer van het onwezenlijke in de realiteit
van het puur menselijke, zelf het ant
woord op al die vragen: „Sedert eergiste
ren ben ik geroepen tot een taak, die zó
zwaar is, dat niemand die zich daarin ook
maar één ogenblik heeft ingedacht, haar
zou begeren, maar ook zó mooi, dat ik
alleen maar zeggen kan: Wie ben ik, dat
ik dit doen mag?" Maar wie in de kerk
en ver daarbuiten, die deze woorden
hoorde, zal toen niet althans iets begre
pen hebben van de grootheid en de tra
giek van het Koningschap?
Juliana had haar rede uitgesproken op
rustige toon, waarin nochtans de bewo
genheid naklonk. Maar hoe veranderde
dat toen zjj zich oprichtte in haar vollte
Vijf leden der Staten-Generaal
maken de zitting in de Nieuwe Kerk
niet mede. Hieronder zijn drie com
munistische leden. Van de zijde van
het hoofdbestuur der C. P. N. deelt
men mede, dat dit het gevolg is van
het feit dat:
a. de heer De Groot met vacantie
is.
b. de heer Wagenaar wegens ge
zondheidsredenen buiten verblijf
houdt.
c. de heer Stokvis buitenslands is
in verband met een internatio
naal juristencongres.
De afwezigheid van deze heren is
louter het gevolg van omstandigheden.
waardigheid en in doodse stilte met vaste
stem de eed aflegde: „Ik zweer dat Ik de
onafhankelijkheid en het grondgebied
van den Staat met al Mijn vermogen zal
verdedigen en bewaren: dat Ik de alge
meen en bijzondere vrijheid en de rech
ten van alle Mijne onderdanen zal be
schermen en tot instandhouding en be
vordering van de algemeene en bijzon
dere welvaart alle middelen zal aanwen
den, welke de wetten te Mijner beschik
king stellen, zoals een goed koning schul
dig is te doen. Zo waarlijk helpe Mij
God almachtig."
Daarna voerde prof. Kranenburg, eer
biedwaardige figuur, staande tussen
troonplatvorm en credenstafel, het woord
en bracht hulde aan „de draagster der
kroon, die 50 jaar geleden de zware last
der regering op haar schouders nam en
deze heeft gedragen al die jaren door
met onbezweken moed, met hoog plichts
besef en waardigheid, met een onwrik
baar geloof, met vast vertrouwen, ook
in de donkerste uren, in de kracht van
haar volk en in de toekomst van onze
staat"
En de nieuwe vorstin trad prof. Kra
nenburg namens het Nederlandse volk
vol vertrouwen tegemoet: „Wjj weten,
dat het leven van ons volk in al zijn ver
takkingen Uw volle belangstelling heeft
dat zijn welzijn Uwe Majesteit na aan
het hart ligt. Wij zijn overtuigd, dat onze
staatsinstellingen in Uwer Majesteits
handen veilig zijn."
Honderd één en twintig maal beves
tigden toen met een eed, namens iedere
onderdaan van het Koninkrijk, de Ka
merleden de plechtige verklaring: „Wij
ontvangen en huldigen in naam van het
Nederlandse Volk en krachtens de
Grondwet U als Koningin."
Nauwelijks waren het laatste Kamerlid
de woorden in de mond bestorven of de
oudste der koningen van wapenen, kol.
De Ruyter van Steveninck, kondigde,
zwaaiend met zijn scepter, triomfantelijk
aan: „Hare Majesteit Koningin Juliana
is ingehuldigd," en liet daarop een luid:
„Leve de Koningin" volgen. Het hoera
geroep, dat toen losbrak, had niets ge-
styleerds, zoals in een dergelijke omge
ving gebruikelijk is, maar het klonk als
een bevrijdende juichkreet; een juich
kreet, die, terwijl Koningin Juliana aan
de arm van Prins Bernhard en omringd
door haar hovelingen, de kerk verliet,
overgenomen werd door heel het Volk
van Nederland.
Minister-president W. Drees hield gis
teravond voor beide zenders een toe
spraak ter gelegenheid van de inhuldi
ging. Hij zeide o.m.:
Koningin Juliana aanvaardt thans het
bewind in een tijd van kentering voor
het Koninkrijk, een tijd, die beslissend
kan zijn voor de toekomst der onder
haar Kroon verenigde volkeren. Oude
verhoudingen worden doorbroken en
van deze generatie wordt de wijsheid en
de kracht geëist om nieuwe vormen te
scheppen, die vrijheid en samenbinding
beide waarborgen. Vertrouwen in de
Kroon, voor allen een waarborg van
hoge waarde» zal grondslag voor het wel
slagen kunnen zijn. Dat uit Indonesië,
Suriname en de Nederlandse Antillen
een uitgelezen schare van vertegenwoor
digers naar Nederland is gekomen om
deel te nemen aan de jubileumfeesten en
aan de inhuldigingsfeesten, wettigt het
vertrouwen, dat, ondanks de spanningen
overzee, die ook voor Koningin Juliana
een bron van diepe zorg zullen zijn, on
der haar Kroon vrije en vruchtbare sa
menwerking tussen de gebieden, waar
van het lot in de loop der geschiedenis
zo geweven is, tot nieuwe verwerkelij
king zal komen. Het heil van allen zal
daarmede worden verzekerd.
Ook in Nederland zelf zijn ie zor
gen groot. Zorgen, waarvoor wij allen
gesteld zijn. maar die in bijzondere
mate door Koningin Juliana zullen
worden gevoeld. Zij ziet echter, haar
ontroerende rede heeft er van ge
tuigd, de toekomst met vertrouwen te
gemoet. Zij gevoelt het vermogen in
zich om, naest haar taak als echtge
note en moeder, de hoge waardigheid,
waartoe zij geroepen is, met frisse
kracht te vervullen. Zij heeft het recht
daarbij te rekenen, niet enkel op het
vertrouwen van ons volk, maar ook op
al Ier medewerking en plichtsvervul
ling.
Koningin Wilhelmina heeft in de loop
van Haar bewind, hoe gezegend het ook
in vele opzichten is geweest, de gevaren
groter zien worden en de tijden ongun
stiger. Koningin Juliana begint in een
tijd, van moeiten en zorgen zwaar. Moge
Haar de zegen geschonken worden van
een leven, waarin de volkeren onder
Haar kroon hun lot lichter zien worden,
hun samenwerking nauwer, Se vrede be
ter beveiligd. Moge zij, gelukkig in Haar
gezin, ook gelukkig zijn in en met die
kring van volkeren.
In een radiotoespraak tot H.M. Koningin
Juliana bij haar troonsbestijging wees de
Luitenant-Gouvemeur-Generaal van Neder-
lands-Indië, dr. H. J. van Mook. op de
strijd om de ware vrede, die nog steeds
de gemeenschap verdeeld houdt en men
sen in wantrouwen en vrees tegenover
elkaar stelt. „Maar in die strijd aldus dr.
Van Mook, „is jaar na jaar het getal dier
genen gegroeid, die de ware vrede en de
werkelijke vrijheid willen endie elkaar
linden in het vaste geloof in de opbouw
van Indonesië en aan het vrijwillige samen
gaan van Indonesië en Nederland. Iedere
omwenteling maakt talloze krachten los,
goede en kwade. Dezelfde slagwoorden
dekken voor wat edel is en vals, maar
door alles heen werken de goede wil en
het eerlijke beeld, dat zich voortdurend
op zijn fouten toetst en dat zijn kracht niet
zoekt in geweld, maar in rechtvaardigheid
en geduld, dat de moed heeft om streng
te zijn. In deze geest willen wij trachten
Uwe Majesteit de zware taak te verlich
ten. die op haar schouders is gelegd. Dan
zal hetgeen ons onder uw leiding ver
enigt sterker blijken dan hetgeen ons
mocht verdelen.
Dr. Van Mook besloot ztjn toespraak met
de bede tot God, dat Hij onze nieuwe Ko
ningin en het Huis van Oranje in Zpn
genade moge bewaren.
De Gouverneur van Curacao, ir. L. A H.
Peters, zeide in zijn toespraak ojn.: „De
bevolking van Curacao, gehecht als zij is
aan het Oranjehuis, heeft met grote be
langstelling en vreugde de gebeurtenissen
in het moederland gevolgd. Het voik van
de Nederlandse Antillen groet met vreugde
zijn jonge vorstnig en verenigt zich met de
rijksgenoten in de andere delen van het
Koninkrijk in hunne betuigingen van aan
hankelijkheid en trouw. Wij wensen hst
Koningin Juliana toe een lang en voorspoe
dig bestuur en hopen, dat haar de wijsheid
en de kracht gegeven omge worden om
het schip van staat door deze zorgvolle
tijden te koersen naar de veilige haven
van vrede en welvaart. Dat Gods onmis
bare zegen moge rusten op haar en haar
gezin,
De Gouverneur van Suriname, dr. W
Huender. was vm-heugd bij de inhuldiging
van Koningin Juliana de stem van Surina
me te mogen doen horen. Hij zeide, dat de
welwillendheid en charme der nieuwe
vorstin tijdens haar bezoek aan Suriname
de grondslag heeft gelegd voor het door
trekken van de reeds zo hechte band
OranjeSuriname in de toekomst
Prof. Hoesein Djajadiningrat. leider van de
Indonesische deputatie, zei dat de data van
31 Augustus. 4 en 6 September 1948 ook
voor de Indonesiërs belangrijk en gedenk
waardig zijn. Spr. herinnerde dan aan de
zegenrijke regering van Koningin Wilhel
mina en zeide, dat haar redevoeringen door
inhoud en vorm steeds veel indruk op de
Indonesiërs hebben gemaakt. Hij sprak de
hoop en het vertrouwen uit, dat Koningin
Juliana naar het hoge voorbeeld van haar
Moeder en met haar ervaring en wijsheid
voor ogen. met Gods zegen haar zware taak
zal vervullen tot heil van Nederland en
Indonesië.
De heer E. A. Romer, voorzitter van de
Curacaose Staten, zeide, er zeker van te
zijn. dat Koningin Juliana het goede voor
beeld van haar Moeder zal volgen. Van
haar warme belangstelling voor de Neder
landse Antillen en haar bewoners heeft
zij reeds op ondubbelzinnige wijze blijk ge
geven.
Mr. H. de Vries, voorzitter van de Staten
van Suriname, zeide o.a. dat wanneer straks
aan de staatkundige rechten der Surina-
mers nieuwe grondwettelijke basis zal zijn
gegeven, dit resultaat in belangrijke mate
aan Koningin Wilhelmina te danken zal
zijn. Koningin Juliana zal aan de uitvoe
ring dezer plannen haar medewerking ver
lenen. Het leed om het afscheid van' onze
jubilerende Koningin, aldus spr., wordt ver
zacht door de wetenschap, dat wij in Ko
ningin Juliana een vorstin krijgen, die alle
waarborgen biedt om met even grote toe
wijding haar hoge taak te vervullen.
De eerste regeringsdaad van Ko
ningin Juliana na haar inhuldiging
was het verlenen van het Groot
kruis der Orde van de Nederland
se Leeuw aan prof. Kranenburg,
voorzitter van de Eerste Kamer en
voorzitter van de gecombineerde
Kamers.
Na afloop van de lunch Maandag
middag op het paleis op de Dam
heeft onze jonge Vorstin de 18-jari-
ge Prinses Margaret Rose van En
geland de hoge onderscheiding ver
leend van het Grootkruis van de
Nederlandse Leeuw.
,.S, -
Koningin Juliana is op de avond van
de dag Harer inhuldiging met Haar
hoge gasten uitgereden naar het Olym
pisch Stadion in Amsterdam, om daar,
opnieuw in „Neerlands Tuin," temidden
van Haar volk te zijn. Zij werd er met
hartelijk gejuich ontvangen en twee
verpleegsters boden Haar bloemen aan.
Prins Bernhard en Prinsfes Armgard
hadden met Haar in dezelfde auto
plaatsgenomen. Voordat zij binnenreden
had de aankomst der verscheidene hoge
gasten reeds telkenmale een hartelijke
begroeting uitgelokt.
Om even over half tien werd het
feest met het gezamenlijk gezongen
Wilhelmus geopend. Daarop zwermden
de vlaggen binnen, voorop een stoet van
rood, wit en blauw en oranje, gevolgd
door de vlaggen der landen, die verte
genwoordigers naar dit inhuldigings-
feest gezonden hadden. Bij hen sloten
zich de afgezanten van de Neder
landse provinciën in hun eigen kleder
drachten aan, met de wapenschilden
van de gemeenten, die ze vertegenwoor
digden, de vendeltwaaiers traden op
nieuw met hun kleurige vanen aan en
tegelijkertijd dromden ook padvinders
en padvindsters het veld op, met in
hun hand brandende fakkels, die rond
het terrein een krans van dansende
lichtjes trokken. Daar waren inmiddels
ook de vlaggen en wapenschilden op
gesteld en binnen deze kleurige en
flakkerende haag marcheerden, in groot
tenue, vertegenwoordigingen van het
leger binnen.
Een waarlijk indrukwekkend ogen
blik was dit, om de discipline, waarin
deze mars verliep en om de kleurigheid
der uniformen, die vandaag voor het
eerst gedragen werden. Voorop liep
het muziekcorps van de Grenadiers, dan
volgde een groep van de Marine, na
haar de Groene Jagers en tenslotte de
Prinses Irene-Brigade. Zij stelden zich
in het middenveld op, zodat elk onder
deel een diagonaal vormde.
Zodra zij hun plaatsen hadden inge
nomen, zwaaiden de gouden deuren
weer open en werd langzaam de Kroon
het Stadion binnengedragen. Mannen
van het Rode Kruis torsten dit symbool
van het koningschap, vrouwen van het
Rode Kruis hielden de sleep van de ko
ningsmantel en achter deze kroon een
onafzienbare rü van afwisselend witte
uniformen der verpleegsters en khaki
uniformen der mannen.
Zo lang was deze stoet, -dat het tempo
van het spel verloren ging. Paul Hut
en Nel Stants, die Ben Stroman's tekst
declameerden, hadden het verhaal van
Koningin Juliana's leven al gedaan, de
kroon was al aan de voeten van de
jonge Vorstin gezet, en nog trok de
stoet het veld rond. De tekst viel stil,
de muziek zweeg. De fakkeldrager-
jeugd werd al weer naar de uitgang
gedrongen, de allure verdween uit het
spel, wanorde dreigde hier en daar en
de sfeer ging teloor.
Dat was jammer, omdat tot dan toe
alles waarlijk indrukwekkend verlopen
was. En wat erger was, men vond het
tempo ook niet meer terug. De verte
genwoordigers van Indonesië en de
West schenen er de dupe van te wor
den, want in ijltempo kwamen zij op
en verdwenen weer. Wat het program
ma een „internationaal good-night"
noemde, bleef na een Engelse en Franse
groet steken bij de aankondiging van
een Spaans toespraakje. Bengaals vuur
en wat vuurwerk maakten in deze
stemming maar een pover figuur.
Intussen waren de militairen weer in
beweging gekomen en toen de lichtmas
ten weer aanflitsten hadden zij een
kring rond het veld getrokken, waar
binnen de Koningin en Haar gasten on
der hartelijk gejui'ch weer wegreden.
Na enige haperingen spatten toen van
alle kanten de vuurpijlen over het Sta-
dicm los. Er waren ook nieuwe groepen
binnengestroomd, die op het middenter
rein dansten, trommelende padvinders,
muziekcorpsen, pierementen, wagens
met bier, ijsco-karretjes stortten zich
als een lawine het Stadion binnen, de
militairen marcheerden nog tromme
lend rond en dit bonte spektakel, dat
enige tijd voortduurde, maakte dan een
einde aan deze dag. R-
Prinses Margaret in een gemoedelijk gesprek.
Verwachting tot Woensdagavond:
Nu en dan overdrijvende wolken
banken. Overwegend droog weer
met hogere temperaturen vooral
overdag in het Zuid-Oosten van het
land. Aan de kust tijdelijk vrij
krachtige Zuid-Westelijke wind
overigens zwakke tot matige wind
tussen Zuid-West en Zuid.
Zon 6.02—19.12. Maan 12.49—21.09.