IVat God
toekomt...
VERRIJZEN» UIT RIT PUIN
Wereldtoneel
ERIC tl NOORMAN- tE GEHEIMZINNIGE BRON
Jongeren in K.V.P. en P.v.d.A.
horen debat over socialisatie
D
Nederlanders
onderscheiden
STAMPPOT EN VITAMINES
Mensen op reis
Onderscheidingen
SCHUDT UW
LEVER WAKKER
AFLEIDINGS
MANOEUVRE
Nationaal congres
Wederopbouw
ROLLUIKEN
2
ZATERDAG 16 OCTOBER 1948
PAGINA 3
Inleidingen op de eerste dag
Maandag a.s. uitreiking
door Engelse ambassadeur
Last van zenuwen?
SOCIALE GEZONDHEIDSZORG
Officieren voor de tropen
door George F. Worts
SPIEGEL
Ais wij het Evangelie van de 22ste
Zondag na Pinksteren lezen, kun
nen wij niet anders dan met een
heilige huiver de goddelijke wijsheid
bewonderen, die uit Jezus' antwoord aan
de Herodianen spreekt. Op allerlei wij-
Zen hadden de Joodse Wetgeleerden ge
tracht Christus in het nauw te bren
gen, maar hun spitsvondigheden stuit
ten af op de rustige verklaringen van
de Godmens. Kort te voren nog poogden
de Sanhedristen Hem te vangen, maar
Jezus' wedervraag over de boetgezant
Johannes deed hen zwijgen. Zij gaven
de moed echter niet op en nu proberen
ze het op een andere manier. De Fari-
Zeën zenden enige leerlingen op Jezus
af, in de veronderstelling, dat dezen
omdat ze minder bekend zijn, Hem ge
makkelijker kunnen misleiden. Zij re
kenen er op, dat Jezus in de val zal lo
pen, die zij voor Hem gaan opzetten.
Zij waren h.l. van mening, dat de Jo
den geen belasting hoefden te betalen
aan de Romeinse bezetter®. Als Jezus dat
nu openlijk zou toegeven, zouden de
Herodianen, die op goede voet stonden
met de Romeinen en die door de Fari-
Zeën waren uitgekozen om aan Jezus
de listige vraag voor te leggen, Hem
aanklagen bij de landvoogd als een
Volksopruier. Zij weten uit ervaring,
dat Jezus geen blad voor Zijn mond
neemt en geen aanzien des persoons laat
gelden. Daarom beginnen ze met veel
plichtplegingen en vleiende beleefd
heidsfrasen en dan komt, met een on
derdanig lachje, de venijnige vraag:
.,Wat dunkt U, Meester, mag men de
keizer belasting betalen of niet?"
Jezus' eerste woord hielp hen uit de
droom: „Huichelaars, waarom stelt gij
Mij op de proef?" En wat er dan verder
Volgt, dwingt de sluwaards zelf hun
eigen vonijis uit te spreken.
Op Jezus' verzoek tonen zij Hem een
cijnspenning. Zij moeten bekennen,
dat deze het beeld en opschrift van de
keizer draagt.
Daardoor gaven zij toe, dat ze feite-
1 ij k het gezag van de Romeinen er
kenden. Dat ze de cijnspenning bij zich
droegen bewijst, dat de Romeinse tien-
hng onder hen gangbare munt was. Als
2ij dus van de ene kant profiteren van
de vreemde bezetting, dan moeten zij
logischerwijze ook de gevolgen daarvan
dragen en belasting betalen.
Maar Jezus is niet gekomen om de po
litieke doelstellingen van de Joden te
°ndersteunen. Zijn zending is het de
Zaak van God te verdedigen. En daarom
Zegt Hij: „Geef de keizer, wat de keizer
toekomt, en God wat God toekomt!"
ba juist dit laatste deden de Farizeën
t^et! „Toen zij dit hoorden," tekent de
ÓJangelist hierbij heel laconiek aan,
„lieten zij Hem met rust en gingen
heen." Zij konden Jezus niet meer aan
klagen bij de landvoogd, want Hij heeft
immers de belastingplicht erkend. En
evenmin konden zij Hem beschuldigen
Van heulen met de bezetter, want Hij
had niets anders gedaan dan een gevolg
trekking onder woorden brengen uit
hun eigen bekentenis.
Het zou van kortzichtigheid getui
gen, wanneer wij Jezus' antwoord
wilden beperken tot de Farizeën
en hun sluwe vraag. Over hun hoofden
heen geldt deze goddelijke uitspraak
Voor alle mensen. De Verlosser bakent
hier scherp twee rechtsorden af, die wij
tvel degelijk goed van elkaar onderschei
den moeten: de staat en het Rijk van
God. feeeds het tegen-over-elkaar-stel-
len van keizer en God geeft ons duide
lijk te verstaan, dat onze verplichtingen
tegenover de keizer van een andere aard
zijn dan de gehoorzaamheid, die wij
God verschuldigd zijn. Gehoorzaamheid
aan de staat heeft slechts dan reden van
bestaan, wanneer deze niet in strijd is
met de rechten van God.
Gods rechten strekken zich uit, zon
der enige beperking, over onze hele
Persoon, over al wat wij zijn en bezit
ten. Want niets hebben of zijn wij, wat
wij niet van Hem hebben ontvangen.
Gf wij het goedvinden of niet, dat ver
andert niet het minst aan het onloochen
bare feit, noch aan onze daaruit voort-
vloeiende verplichtingen jegens God.
donder Hem zijn wij tot niets in staat.
Geze volkomen afhankelijkheid van God
echter wordt in zoverre menselijker
wijze gesproken „verzacht", doordat
^ijn oneindige liefde ten allen tijde met
Slle middelen bereid is ons te helpen.
Als wij dat toch maar eens wilden ih-
Zien. De juiste orde in ons leven eist
vóór alles onze volle belangstelling voor
God en de belangen van onze ziel; de
hoffelijke wereld mag alléén maar mid
del zijn en nooit doel. Wij hebben
tfeze woorden al zo vaak gehoord. Maar
betekenen ze ook iets voor onze
levenshouding? Handelen wij. daarnaar?
Zelfs met ons lauwe geloof en onze ge-
hnge ijver voor de zaak van God moe
ien wij nog vaak constateren, dat wij
°P onze medemensen, die voor God en
godsdienst geen plaats over hebben in
bun leven, zo ontzettend veel voor heb
ben. Kunnen en mogen bidden is
de krachtigste steun in tijden van leed
eh nood. Ieder van ons heeft dat zeker
Meermalen aan den lijve ervaren. Maar
Welk een kracht en welk een sterkte
Zou er wei van God uitgaan, als wij
Werkelijk zó leefden zoals Hij dat in
?hs eigen voordeel van ons verlangt?
het is de grote waarheid, dat God zich
h°Qit in edelmoedigheid laat overtref-
,°n- Wat wij Hem schenken krijgen wij
ubbel en dik terug, op de allereerste
blaat:
Nu in deze dagen de strijd tussen
Oost en West, de z.g. koude oor
log, op zijn hevigst woedt en het
gevaar zelfs dreigt, dat een onvoor
zichtige vonk de wereld opnieuw in
vlammen zal zetten, zijn velen al te
zeer geneigd, de pogingen, die
de
ts in de vorm van echte zielevrede,
vrucht van een goed geweten. Waar
zonder zielevrede is ondenkbaar.
VeUals zielevrede zonder vriendschap
God. Als wij het goed met onszelf
n«i, zorgen wij ervoor God-te geven
God toekomt, enwel vóór al het
bdere, T
West-Europa gedaan worden, om een
krachtig middenblok te vormen, met
een schamper lachje af te doen. Men
heeft het geloof in Europa verloren en
men acht het nauwelijks mogelijk, dat
het vertrapte en verarmde West-
Europa nog ooit een rol van betekenis
zal spelen naast de twee wereldgroot
machten: de V. S. en de Sovjet-Unie
In enkele jaren tijds zag men grote de
len van het koloniale rijk der West
Europese landen afbrokkelen; in an
dere koloniale gebieden ontstonden
grote moeilijkheden en tenslotte zag
men de verarmde Europese landen nog
tezeer opkomen voor hun -eigen parti
culiere belangen, dan dat men van hen
een krachtige samenwerking zou kun
nen verwachten.
Voor hem, die niet verder kijkt dan
het ogenblik en het nabije verleden,
mogen de hier opgesomde overwegin
gen doorslaggevend zijn en hij zou ge
lijk krijgen indien onverhoopt een der
de wereldramp West-Europa in zijn
huidige toestand zou aantreffen. Doch
als West-Europa de tijd gegund wordt
om zijn krachten, opnieuw en hechter
dan in de laatste eeuwen het geval is
geweest, samen te bundelen, dan zijn er
voor hem, die de strevingen van het
ogenblik in groter perspectief ziet, toch
een aantal tekenen, die de voorbode
kunnen zijn van een renaissance van
het Westen, dat ondanks de bewerin
gen van vele pessimisten in de afge
lopen decenniën, zijn vitaliteit nog niet
verloren heeft.
De tekenen, die op een mogelijke op
bloei wijzen, hebben zich in de afge
lopen weken en dagen duidelijker ver
toond. Gegroeid uit de nood, waarin
de wereld geraakte door de voortdu
rende botsing tussen de twee wereld
machten, kwam enkele maanden gele
den in Brussel de militaire alliantie
tot stand tussen de drie Lage Landen,
Frankrijk en Engeland. Pessimisten
hadden toen' weinig vertrouwen in de
feitelijke waarde van een dergelijke
alliantie. Zij vreesden tweedracht tus
sen Engeland en Frankrijk en achtten
de Westerse Unie tezeer afhankelijk
van de V. S„ een der twee groten, om
een zelfstandige macht tussen Oost en
West te vormen. In de afgelopen da
gen is er echter meer tekening geko
men in de Unie. De voorbereidingen
voor een gezamenlijke verdedigings-
politiek blijken reeds in een ver ge
vorderd stadium. Militaire chefs wer
den benoemd en de plannen voor de
verdeling der taken zijn thans in hun
voorlopig eindstadium. In Parijs zijn
gisteren verder de ministers van Fi
nanciën van de Unie bijeengekomen
en naar verluidt is daar een der voor
naamste punten van bespreking ge
weest de financiering van de Westerse
verdedigingsplannen.
Er zijn verder tekenen, dat zich om
deze kern der vijf landen andere West-
Europese mogendheden zullen gaan
groeperen. Ongetwijfeld is dit streven
voorbereid door de samenwerking der
16 landen in het Marshall-plam die
betere resultaten heeft opgeleverd dan
velen aanvankelijk verwacht hadden.
Zwitserland heeft bv. zijn aanvankelijk
pessimisme laten varen en heeft zich
bij de 16 landen aangesloten. Vooreerst
toont dan Portugal sterke neiging om
zijn defensie te verbinden aan die van
West-Europa. De besprekingen, die de
Portugese stafchef, generaal Barros
Rodrigues, op het ogenblik in Engeland
en speciaal met maarschalk Montgo
mery voert, kunnen moeilijk een andere
strekking hebben. Nauw verbonden als
Portugal in de laatste eeuwen steeds
met Engeland geweest is, kan via Enge
land zeker op de eenvoudigste wijze het
contact met de Westerse Unie gelegd
worden, die Portugal, gezien zijn stra
tegische ligging en de waarde 'van het
Portugese koloniale rijk in Afrika,
zeker gaarne zal opnemen. Dit laatste
geldt echter zeker niet voor het andere
Iberische land. De berichten, dat de
V.S. druk uitoefenden op de West-
Europese landen om Spanje weer in
hun kring en in de Verenigde Naties
op te nemen, alarmeerden de publieke
opinie in Europa, die nog te bittere
herinneringen heeft aan de houding van
Franco in de tweede wereldoorlog en
met afgrijzen deze laatste „fascistische
vlek m West-Europa ziet. Doch in vele
Westerse kringen is men zich gaan af
vragen of men wel de juiste politiek
jegens, Franco-Spanje volgt. Het besluit
der V.N. om Spanje diplomatiek te
boycotten is een blunder gebleken. Het
heeft de macht van Franco ongetwij
feld versterkt en heeft Spanje, afgeslo
ten als het werd van het Westen, eerder
van een democratische ontwikkeling
weggedrukt dan daartoe gestimuleerd.
Door die overweging geleid zou het
Westen er in een nabije toekomst mis
schien toe kunnen kómen, Spanje als
bondgenoot te accepteren, vooral daar
de feitelijke toestand toch zo is, dat,
zoals Marshall het uitdrukte, er van een
werkelijke verbreking der diplomatieke
betrekkingen geen sprake is. Franco
heeft bovendien in zijn rede te Sevilla
het aanbod gedaan om met het Westen
samen te werken en het is de vraag of
het wel van wijs staatsmanschap ge
tuigt om in een tijd van nood een toe
gestoken hand, die bijstand wil verle
nen tegen een gemeenschappelijke be
dreiging, te weigeren. Een drenkeling
laat geen touw schieten, door wie het
ook wordt toegeworpen.
och naas dit perspectief van een
hecht georganiseerde Westerse
Unie, die op de duur onafhanke
lijk kan staan van Oost en West, is er
nog een ruimer perspectief. In Londen
is momenteel de rijksconferentie van
het Britse Gemenebest bijeen: Engeland
zelf met de oude dominions Canada,
Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zee-
land en de jongere dominions: India,
Pakistan en Ceylon. Naast interne pro
blemen van het Empire als de moeilijk
heden tussen Pakistan en India, India
en Zuid-Afrika en de economische
samenwerking binnen het Empire zal
ongetwijfeld een der belangrijkste
kwesties, die besproken zullen worden,
zijn, de coördinatie der verdediging.
Daarbij zal op de eerste plaats de po
sitie van Engeland zelf onder de loupe
genomen worden, verbonden als het
enerzijds is met de Westerse Unie, an
derzijds met de dominions. Ongaarne
zien de dominions, dat Engeland zich te
sterk bindt aan het Europese vasteland.
Ook in Engeland zelf leeft die gedachte
nog, vooral bij de conservatieve partij,
zoal onlangs nog tot uiting kwam op
het congres in Llandudno. Doch men
ziet in, dat Engeland niet meer los kan
staan van Europa en uit die overweging
groeide de gedachte aan een groter de
fensief verbond. Op de eerste plaats de
gedachte aan een Atlantische Unie,
waarin naast de Westerse Unie ook de
V.S. en Canada een plaats zouden krij
gen, doch verder ook de gedachte van
een unie, die, behalve de landen van de
Atlantische Unie, ook de dominions zou
omvatten. Als grote reserve zijn er dan
nog de koloniale gebieden in Afrika,
waarmee de Westerse Unie reeds bij het
opstellen van haar plannen rekening
gehouden heeft.
Reeds uit dit summier* overzicht
blijkt, dat er voor de Westerse Unie,
ondanks grote moeilijkheden, ook rui
me mogelijkheden zijn voor de organi
satie van een hechte gezamenlijke ver
dediging. Bevin ontvouwde dit perspec
tief, tegen de achtergrond van de Em-
pire-conferentie nog eens in zijn laat
ste rede,.waarbij hij bovendien wees op
het belang, dat Engeland hecht aan de
vriendschap der landen van het Mid
den-Oosten.
Al deze plannen zullen echter niet
uitgevoerd kunnen worden zonder
de steun van Amerika. Op de
eerste plaats heeft het Westen economi
sche steun nodig om weer werkelijk
zelfstandig te worden. Het Marshall
plan verleent die hulp, doch daarnaast
zullen de V.S. het legermateriaal moe
ten leveren voor de opbouw der Wes
terse legers en de bereidheid daartoe is
wel aanwezig. Doch hoe gaarne West-
Europa deze hulp ook ontvangt, en hoe
gaarne het ook de V.S. ingeschakeld
zou zien in een Atlantische Unie met
het oog op het steeds dreigende gevaar
uit het Oosten, het rekent er toch voort
durend op eens weer een zelfstandige
grotoheid te kunnen zijn, die Oost en
West in evenwicht kan houden. En daar
toe is zowel zelfstandigheid ten opzichte
van het Westen, i.e. de V.S., als van het
Oosten, het Russische blok, nodig. Meer
dan men zou verwachten, tonen de V.S.
begrip voor dit standpunt en zij willen
niets liever dan Europe zo spoedig mo
gelijk vrijmaken van de voogdij en
Europa toont vitaliteit genoeg om zich
eraan te ontworstelen.
Uit de nood kan zo iets groots ge
boren worden, een samenwerking in de
wereld, die niet kunstmatig, doch door
onderling begrip en waardering tot
stand gekomen is. Zo kan een verjongd,
sterk Europa uit het puin van de twee
de wereldoorlog opstaan.
CO*. MAIKIN TOONOee STUOtOt
38. Reeds enkele maanden wachtte Winonah op de terugkeer van Eric. Zij werd
zeer ongerust over zijn zeer lange uitblijven en ten einde raad besloot zij Dzilah's
hulp in te roepen. De tovenares ontving haar in een grote zaal waar zij in dikke
boeken zat te studeren. Met haar ijskoude blik keek zij naar het jonge meisje,
maar deze liet zich daar niet door afschrikken en deelde Dzilah het doel van haar
komst mede. „Mijn blonde vriend is inderdaad reeds lange tijd weg" stemde de
tovenares toe. „Hij kan echter nu op de terugreis zijnWij kunnen hem iedere
dag verwachtenWinonah was met dit antwoord niet tevreden en wist Dzilah
over te halen in de glazen bol te kijken. Dzilah ging haar voor naar het kleine
vertrek en sprak tot de bol: „Wijs mij de weg, waar ging de blonde Noorman heen?"
Gespannen wachtten de beide vrouwen afZij zagen de zwarte bol langzaam
verkleurenmaar toen scheen het hen toe, als warrelden de kleuren wild
dooreentoen plotseling met een scherpe knal sprong het toverwerktuig
uit elkaar! De tovenares zowel als Winonah waren zeer geschrokken, want zij
beseften dat er iets vreeselijks moest zijn gebeurd.
Het nationaal congres „Vredesopbouw
tot bevordering van internationale vrede
en internationale veiligheid" is gister
avond in de Weeskamer (grafelijke za
len) te Den Haag op het Binnenhof ge
opend.
Jhr. G. M. Verspyck, directeur van het
Rode Kruis, sprak een woord van wel
kom én de heer Noordhoff leidde de
eerste spreker, de heer G. J. de Voogd,
in, die „het pacifisme voor de oorlog"
besprak.
De heer F. S. Noordhoff behandelde
het onderwerp „Onze vredestaak nu".
Hij herinnerde in zijn betoog aan" de
resolutie, welke in Juli 1946 te Oxford
door Rode Kruis-delegaties uit 51 landen
is aanvaard en waarin werd uitgespro
ken, dat de Rode Kruis-verenigingen
zich dagelijks hebben in te spannen
voor het behoud van de vrede en voor
een bundeling van alle krachten en mid
delen, die kunnen worden ingezet om
toekomstige wereldoorlogen te voorko
~en".
Hij memoreerde verder, dat het Neder-
landsche Roode Kruis, daartoe aange
zocht door enkele vooraanstaande figu
ren uit de pacifistische beweging hier te
lande, zich bereid heeft verklaard tot
het nemen van het zeer gewaardeerde
initiatief om te komen tot oprichting
van de Nederlandse beweging tot be
vordering van internationale vrede en
internationale veiligheid, waarbij thans
reeds vijftig verenigingen zijn aange
sloten.
Na de inleidingen ontspon zich een
gedachtenwisseling, waarbij °°k enige
vragen gesteld werden.
(Van onze Haagse redacteur)
In een gemeenschappelijke vergade
ring van de jongeren-organisatie in de
K.V.P. en de democratisch-socialistische
jongeren-vereniging „Nieuwe Koers" te
Den Haag hebben gisteravond mr. W.
C. L. van der Grinten (K.V.P.) en mr.
ten Hagen (P. v. d. A.) de degens
gekruist over het onderwerp: socialisa
tie, eerstgenoemde spreker meer spe
ciaal de practische zijde belichtend, de
tweede vooral ook aandacht vragend
voor de principiële vragen, die hierbij
aan de orde komen.
Bepaald nieuwe gezichtspunten wer
den in de voordrachten en in het debat
niet geopend, doch ondanks de beperkt
heid 1 gaven de discussies toch gelegen
heid, de grondslagen van de opvattin
gen aan beide zijden vrij nauwkeurig
af te bakenen. Mr. Ten Hagen betoog
de o.m., dat de gedachten van de P. v.
A. inzake socialisatie vooral uitgaan
naar een constructie, waarbij de per
soonlijkheid en de rechten van de mens
niet in het gedrang komen; in het
K.V.P.-kamp zag hij meer een voort
bouwen op oude kapitalistische beginse
len. Hij zette echter ook uiteen, hoe
enerzijds het subsidiariteitsbeginsel var,
dè K.V.P. en de gedachte van functio
nele decentralisatie anderzijds bij de P.
v. d. A. tot eenzelfde oplossing voeren,
namelijk de Publiekrechtelijke Bedrijfs
organisatie. In beginsel, aldus deze spre
ker, wil zijn partij het recht op de
privaateigendom handhaven, doch het
beschikkingsrecht daarover naar de ge
meenschap trekken. Wanneer blijkt, dat
in de P.B.O. het algemeen belang vol
doende behartigd kan worden, acht de
P. v. d. A. socialisatie, die behalve het
beschikkingsrecht ook de eigendom
zelf omvat, niet noodzakelijk. Hij zag
het laatste echter wel urgent ten aan
zien van b.v. de energievoorziening.
Socialisatie is evenwel voor de P. v. d.
A. geen dogma, doch een kwestie van
doelmatigheid. Als voorbeeld gewaagde
hij van de steenfabricage, die dringend
in nieuwe banen geleid moeten worden.
Socialisatie achtte hij hier echter een
te diep ingrijpen. Hij wenste voor zulke
gevallen wijzigingen te zien aange
bracht in de zeggenschap van de arbei
ders in de N.V.
Zijn opponent, mr. v. d. Grinten,
erkende, dat formeel bij socialisatie
van de beschikkingsmacht de eigen
dom gehandhaafd kan blijven, doch
hij vond het dan meer consequent
in dit geval ook de eigendom bin
nen de macht van de gemeenschap
te brengen, daar practisch het be
grip eigendom op deze wijze wordt
uitgehold.
Mr. v. d. Grinten gaf als zijn mening
dat men zich bij Het aanvoeren van ar
gumenten pro socialisatie niet mag
doodstaren op de grote N.V.'s, die in
ons land tot de uitzonderingen behoren.
Hij noemde socialisatie een diep ingrij
pende operatie; er bestaat weliswaar
geen katholiek theologisch standpui,:
ten aanzien van deze materie, doch het
uitgangspunt in katholieke kring is, dat
de eigendom een groot goed en een na
tuurrecht is. Socialisatie van bedrijven
wilde hij geenszins bij voorbaat uitslui
ten, maar als uitzondering zien, daar
men er slechts toe mag overgaan als de
gemeenschap zonder deze methode ern
stige schade lijdt. Spreker ging de ver
schillende voor- en nadelen op econo
misch en sociaal terrein van socialisatie
na, waarbij hij herhaaldelijk in het ge
ding bracht het gevaar der te ambte-
naarlijke bewindvoering zonder de prik
kel van persoonlijke interesse. Belang
wekkend was ook de uiteenzetting,
waarin hij stelde, dat de overheid te
zeer parti pris wordt in de arbeidsover
eenkomst, waarbij hij de staat aan ge
zag zag inboeten.
De re- en dupliek ging niet tussen de
beide sprekers onderling, doch tussen
hen en de verzamelde jongeren, die met
veel vragen deelnamen aan de gedach
tenwisseling.
De Engelse ambassadeur Sir Philip
Nichols zal Maandag a.s. om twaalf uur
in de balzaal van de Britse Ambassade
te 's-Gravenhage de volgende onder
scheidingen uitreiken:
„Honorary commander of the order
of the British Empire (Military Divi
sion)": generaal-majoor H. Koot, Den
Haag; kapitein ter zee J. P. H. Perks,
Den Haag.
„Distinguished Service Order": kapi
tein H. G. de Jonge, Den Haag.
„Honorary member of the Order of
the British Empire (Military Division)":
majoor J. W. Duyff, Amsterdam, ma
joor J. Linzel, Breda.
„Member of the Order of the British
Empire (Civil Division)": mevrouw
Adele Jeanne Laming, Brits onderdane,
Heemstede.
„Honorary Member of the Order of
the British Empire (Civil Division)": d?
heren J. L. van Elsen, Oegstgeest en J.
Rombout, Dordrecht.
„The King's Medal for courage in the
cause of freedom" zullen ontvangen de
heren: J. A. H. J. S. Bruins Slot, Aer-
denhout; G. W. A. de Cleroq, Abbenes;
prof. mr. R. P. Cleveringa, Leiden: J
Drion, Den Haag; mevrouw J. Erdbrink
-Krooshof, Baarn; eerste luitenapt L
Faber, Amsterdam; de heer Frans
Goedhart, Amsterdam; mevrouw J. de
Groot-ter Bruggen, Meppel; dr. W. F.
Noordhoek Hegt, Den Haag;" mevrouw
R. Hertz-Roos, Rotterdam; de heren B.
Hoogewegen, - Rotterdam en E. Lems
Breda; mej. Justine Pinkas (Tsjechi
sche), Maastricht; mr. H. M. van Rand
wijk, Amsterdam; jhr. dr. L. M. H.
Bosch Ridder van Rosenthal, Zeist; de
heren: C. Roggeveen, Nederweert (L.)-
L. Scheepstra, Amersfoort; A. S. M. van
Schendel, Den Haag; C. van Staveren,
J. W. van der Ster, Rotterdam; jhr. J.
W. F. van Valkenburg, Oudenrijn; F. de
Vilder, Haarlem; mevrouw H. de Vrles-
van der Wall Bake. Amsterdam; de
heren G. M. van der Weerd, Badhoeve
dorp' P- Westdorp, Utrecht en majoor
J. D.' Woltman, Apeldoorn.
,The King's Medal for Service in the
cause of freedom" ontvangen: mevrouw
C. C. van Aken van Bueren (Wasse
naar); en de heren C. J. P. Hoedema-
kers Den Haag; L. de Jong, Amstel
veen; en A. Knol, Groningen.
De onderscheidingen werden verleend
wegens de aan de geallieerden tijdens
de oorlog bewezen diensten op verschil
lende gebieden.
Bij K.B. is toegekend het kruis van
verdienste aan de kapitein-luitenant ter
zee der K.M.R. (onbepaald verband) P.
F. M. van de Lint; is toegekend de bron
zen leeuw aan de majoor der mariniers
J. H. Strijbosch en de eerste-luitenant
der mariniers (destijds tijdelijk kapitein
der mariniers) A. C. Lankreyer.
Bij K.B. is toegekend: het kruis van
verdienste aan: de luits. ter zee der le
klasse G. P. J. Lorang, P. J. Balder en
L. O. van freemen; de luitenant ter zee
der 2de klasse voor speciale diensten J.
T. G. Lorenz; de luitenant ter zee der
2de klasse W. B. H. L. Copner; de luite
nant ter zee der 2de klasse voor speciale
diensten S. Ypma; de gewezen officier
van gezondheid der 1ste klasse J. C. V.
Cohen; de officier van gezondheid der
lste klasse N. Bostoem; de bootsman J.
W. v. d. Berg; de bootsman zeemilicien
H. Deurlo; de sergeant-machinist zee
milicien M. M. Diemei; de landstorm-
serg. mach. F, G. Muller Kobold; de kor
poraal voor speciale diensten zeemilicien
H. Heijnemann; de milicien kwartier
meester voor speciale diensten H. M.
Bolt; de milicien kwartiermeester dr. ir.
K. Ebes; de kwartiermeester zeemil. J.
H. Koning; de korporaal machinist W.
J. P. Kaljee; de milicien machinist B.
Sjouw; de schrijver der 2de klasse zee
milicien M. W. B. Bastiaans; de milicien
matroos J. G. v. d. Broek; de matroos
der lste klasse zeemilicien P. W. Fritz;
de matroos zeemilicien A. Ph. Kessler;
de matroos der lste klasse zeemilicien
M. Th. Ehrencron.
Het kruis van verdienste posthuum
aan: wijlen luitenant ter zee der 3de
Mijnhardt's Zenuwtabletten
helpen U er overheen.
klasse voor specidle diensten J. W. J.
Schreuder en aan wijlen de milicien
matroos R. Twijsel.
Benoemd is tot ridder in de orde van
de Nederlandse Leeuw de schout-bij-
nacht G. B. Salm; is toegekend: de bron
zen leeuw posthuum aan wijlen de eer
ste-luitenant der mariniers H. A. L. Bila;
het bronzen kruis aan de gedemobili
seerde tijdelijk sergeant der mariniers
G. Poldervaart; het kruis van verdien
ste aan de tijdelijk korporaal der ma
riniers oorlogsvrijwilliger A. de Bruin;
is benoemd tot ridder in de orde van
Oranje Nassau, met de zwaarden, de
luitenant ter zee der lste klasse J. Metz;
is benoemd tot ridder der 4de klasse der
militaire Willemsorde de luitenant ter
zee der 2de klasse W. A. de Looze; is
toegekend het kruis van verdienste aan
de gewezen kapitein-luitenant ter zee
A. S. de Bats.
Bij K.B. is benoemd tot grootofficier
in de orde van Oranje Nassau rear ad
miral Albert G. Noble U.S.N.; zijn be
noemd tot commandeur in de. orde van
Oranje Nassau captain John D. Hayes
U.S.N, en captain Roger F. Scott U.S.N.;
is benoemd tot officier in de orde van
Oranje Nassau lieutenant commander
Louis Alva U.S.N, en is bepaald dat de
versierselen zullen worden gedragen met
de zwaarden.
Naar wij vernemen, stelt de minister van
Oorlog een nauwkeurig onderzoek in naar
de aanwezigheid hier te lande van officie
ren in functie, die geschikt zijn voor dienst
in de tropen, alsmede nog in staat tot dienst
bij de troep. Indien deze officieren in hun
huidige functies zonder onoverkomelijke
bezwaren vervangen kunnen worden door
officieren, die niet geschikt zijn bevonden
voor de tropen, zullen zij naar Indonesië
worden uitgezonden. Een en ander vindt
zijn oorzaak in het feit, dat in de afgelo
pen jaren op het bedrijfsleven en ook op
de overheidsdiensten een zeer sterk beroep
moest worden gedaan voor het afstaan van
reserve-officieren, die in belangrijke func
ties werkzaam waren, waardoor grote moei
lijkheden worden ondervonden, die thans
wel zeer sterk dreigen te vermeerderen.
en u zult 'g morgens weer
kiplekker uit bed springen.
Elke dag moet uw lever een liter gal In
uw Ingewanden doen stromen, anders ver
teert uw voedsel niet, het bederft U raakt
verstopt, wordt humeurig en loom. Neem de
plantaardige CARTER'S LEVERPILLETJES
om die liter gal op te wekken en uw spijs
vertering en stoelgang op natuurlijke wijze
te regelen.
Verfalingr Herman Antonsen
34)
G. A. trok zich een beetje uit de
buurt van Jill terug. Zij noch Jack
schenen in Covert erg te hebben. Ze
letten alleen op het bleke, ontdane ge
zicht van Sam Pruden.
Opeens gooide Covert zijn Jas open
en begon te schieten. Hij vuurde twee
maal op de vooruitgestoken borst van
Jack, zwaaide zijn pistool dan naar
rechts om en loste de overige schoten
in borst en buik van Jill, die haar
hand reeds tussen haar leren jekker
gestoken had om te schieten
Jack liet zijn pistool vallen. Hij
draaide langzaam op zijn hielen rond,
totdat hij met zijn gezicht naar de tele
foon stond. Hij begon middendoor te
zakken. Zijn ene knie boog zich voor
uit. Hij viel achterover op de vloer.
Zijn hoofd kwam met een bons op de
grond terecht. Daarna zijn schouders.
Nog even een stuiptrekking
Jill wankelde nog even. Toen gleed
ze uit en viel met een smak op haar
zijde.
Het is gedaan, zei Covert schor.
De telefoon bleef aanhoudend rinke
len. Sam Pruden gleed langzaam uit
zijn stoel tegen de grond. Zelma Tade-
ma had snel enige passen achteruit-
gedaan toen het schieten begon, vlak
nadat G. A. zich in veiligheid had ge
steld. Ze had haar oren met haar han
den dichtgehouden. Ze hield ze nog er
tegen. Iedere blos was uit haar gelaat
weggetrokken. Ze was lijkbleek en
grauw. Tegen haar bleke huid kwamen
haar bronsrood opgemaakte ogen on
waarschijnlijk groot uit. Ze leek op een
Oosterse danseres. Met de handen nog
steeds tegen haar oren gedrukt, bukte
ze zich wat voorover naar de dode
vrouw toe, "alsof ze een of ander
vreemdsoortig ritueel volvoerde.
Cowdray vloekte hees.
Covert legde het pistool zorgvuldig
op tafel neer en mompelde: Grote
hemel jahet ls zo!"
G. A liep om een stoel en de tafel
heen, teneinde het gezicht van Jack
beter te kunnen zien. Laura keek hem
versuft na Haar linkerhand hield ze
tegen haar hart gedrukt.
Er klonk een luid gekraak. De dikke
verslaggever was op een versleten rie
ten stoel gaan zitten, die hem niet
houden kon en in elkaar zakte. Op de
grond lag een plas whisky, waar zijn
glas aan scherven was gevallen. Hij
greep de stoel beet en hees zich over
eind met allerlei lelijke grimassen.
Hinkend strompelde hij naar de tele
foon.
Wacht even, hakkelde Cowdray,
wat ben je van plan te doen?
Rudd had de telefoon bereikt. Hij
leunde tegen de muur, hijgend naar
adem, met zijn hand om de hoorn heen,
maar hij nam hem niet van de haak.
Wat denk je wel? hijgde hij. Denk
je soms, dat ik dit ook nog stil zal hou
den? Het grootste nieuws sedert het
neerschieten van Dillinger?
Bedaar wat man! zei Cowdray
strijdlustig, en dreigend, Blijf van die
telefoon af!
Waarom In vredesnaam?
Omdat we het wel met de rest
van het verslag bekend zullen maken.
Nu mag er nog niets bekend gemaakt
Worden!
Maar wat heeft dit met het onge
luk te maken?
Geen enkel verslag van welke
aard ook wordt hier vandaan verzon
den, zonder mijn goedkeuring, zei Cow
dray dreigend.
Hij knielde naast Sam Pruden neer.
Laura ging in de dichtstbijzende stoel
zitten en hield nog steeds de hand te
gen haar hart gedrukt. Ze sloot de
ogen en leunde achterover, gejaagd
ademhalend. Ze kon niet vlug genoeg
adem krijgen Ze had een verstikkend
gevoel in haar longen. Een ogenblik
werd alles zwart voor haar ogen en
begon de kamer rond te draaien; maar
even later voelde ze zich toch al weer
beter en bleef achterover liggen met
gesloten ogen.
Zij hoorde nog steeds de klagende
stem van Jill, toen ze tegen G. A
trachtte te praten. Ze zag nog steeds
die starre blik in zijn ogen. Er zat geen
uitdrukking in. Het was zijn manier
van kijken. Altijd even bedachtzaam.
Zijn ogen, zwart en toch doorschijnend,
hielpen mee om zijn blik uitdrukkings
loos te maken. Ze had het de hele avond
al gezien. Zo lang ze hem kende, had
ze dat eigenlijk aldoor reeds gezien.
Ze hoorde de stem van Cowdray,
heel ver af, zeggen: Drinkt u eens,
gouverneur. U voelt u immers al wat
beter, is het zo niet?
Maak je maar niet ongerust, Sam,
zei G. A. sussend. Ze zijn dood.
Ze voelde, hoe ze op het horen van
zijn stem ineenkromp. Ze doorzag hem
opeens zo akelig duidelijk. Ze zag hem
nuchter, terwijl Zelma Tadema hem
slechts in een weemoedige stemming
om haar verwoeste liefde had gezien.
Ze zag hem in al zijn monsterach
tige zenuwoverspanning. Hij was als
een aan de drank verslaafde, als een
opiumschuiver. Sensatie was het be
dwelmingsmiddel voor, zijn verdorven,
zieke geest. Hij genoot van sensatie.
Mijnheer Axton, hoorde ze
Cowdray zeggen. Ik zou niet weten,
waarom we nu niet tot overeenstem
ming zouden kunnen geraken.
Zag hij dat niet in? Laura voelde
opeens groot medelijden met Cowdray.
Ze voelde medelijden met Sam Pruden
en met Zelma Tadema. Hij had hen
alle zo volslagen in zijn macht. Hij
zou hen in zijn macht houden. Hij zou
hen niet loslaten. Hij zou gnuiven over
hun hulpeloze worstelingen om zich
Langzamerhand, of je nu 'n lekker
bek bent of niet, zie je in het ver
schiet weer opdoemen de winter-
kost, waarvoor onze vaderlandse keu
ken niet ten onrechte beroemd is. 3 Octo
ber, de hutspotdag, ls alweer voorbij, de
jonge groenten worden schaarser. Kool,
wortelen en wat dies meer zij doen hun
entrée in de groentenwinkels en op de
kar van onze trouwe groentenboer. En
al is overdreven zorg nu niet nodig, toch
wordt het weer tijd om er eens op te
wijzen, dat we nu, in het seizoen van
wintergroenten, zuinig moeten worden
met de vitamines, die de natuur ons toe
deelt, ook al omdat we, wanneer we ver
kouden worden of een ander winter-
kwaaltje ons teistert, meer vitamines
nodig hebben dan in gezonde dagen.
Wanneer we normale etèrs zijn en een
ferme portie groenten en aardappelen
verwerken (het vlees laten we nu maar
buiten beschouwing), dan krijgen we
voldoende vitamines binnen om de win
ter door te komen. Er is echter één voor
waarde: we moeten dan 't eten zó berei
den, dat we geen vitamines verkwisten.
En dat laatste doen onze huisvrouwen nog
veel te veel. De methoden die zij voor de
vitamineverkwisting gebruiken zijn: aard
appelen lang geschild laten staan, kool
soorten snipperen en dan goed uitsprei
den en vooral niet te snel in de pan
doen, lang laten koken en vaak in de pan
kijken, het eten urenlang warm houden.
Er zijn nog wel meer methodes, zoals
zuiveringszout in de bonen doen om ze
sneller gaar te hebben, maar deze zijn
de voornaamste.
Hoe het wél. moet, moest eigenlijk
overbodig zijn om te vertellen. Het wordt
steeds weer herhaald in de recepten,
raadgevingen van Voedingsraad, van
Huishoudelijke Voorlichting, in tijd
schriften en in vele kranten.
Maar voor de zoveelste keer geven we
een kort resumé:
Aardappelen worden snel aan de kook
gebracht met heel weinig water, zodat
de stoom de patatten gaar maakt. Grote
aardappelen worden niet doorgesneden
vóór ze gaar fcijn. De deksel blijft op de
nan tot de aardappelen, liefst direct na
het koken, worden opgediend.
Koolsoorten, wortelen, prei en derge
lijke worden niet, of ln zeer grove stuk
ken gesneden voor ze ln de pan gaan.
Dan worden ze weer met een minimale
hoeveelheid water gaargestoomd en eerst
daarna, als ze gaar zijn, verkleind en op
smaak gebracht.
Het kookwater van de groenten bevat
waardevolle bestanddelen en wordt dus
met weggegooid maar in soep verwerkt
of gebonden als saus bij 'de groente of
om de stamppot smeuiger te maken.
Het is verder geen wet van Meden en
Perzen, dat andijvie en dergelijke blad
groenten steeds gekookt gegeten moeten
worden. Men kan ze gesnipperd door de
gekookte aardappelen doen, en heeft
dan een stamppot van rauwe groenten.
En zeg nu niet. dat dit hygiënisch ko
ken minder smakelijk is, want dit is
niét waar. Afgekookte groente waar alles
„uit is", moet per se flauwer en laffer
zijn dan groente die haar hele kracht
heeft behouden. Wanneer aldus gekookt
eten niet smakelijk is, dan ligt dat aan
andere oorzaken, die de huisvrouw kan
uitschakelen door een modern kookboek
te raadplegen..-, en te geloven.
te bevrijden......
Maar Laura voelde geen medelijden
met zichzelf. Ze was woedend op zich
zelf, omdat ze zo verblind was geweest.
Ze was razend, omdat ze zo dwaas was
geweest. Ze dacht aan wat hij voor
^haar eigen ogen gedaan had, dingen die
ze had moeten zien, als ze niet zulk
een krankzinnige verering voor hem
gekoesterd had. Ze had gezien, hoe hij,
beetje bij beetje, Barney te gronde
richtte en hem tot een zenuwpatiënt
maakte naar zijn eigen voorbeeld. Ze
had hem maanden en maandenlang
Barney zien uitsturen op die altijd
dringende boodschappen met die dron
ken, roekeloze vlieger, altijd in het
slechts mogelijke weer, erop rekenend,
dat volgens de berekening van het ge
middelde aantal ongelukken, zijn beurt
wel spoedig zou komen. Omdat hij haar
had willen hebben! Ómdat het een
nieuwe sensatie voor hem was, een
vrouw op die omslachtige en slinkse
wijze te veroveren. Hij had haar hier
heen gebracht, om haar op zijn gemak
voor zich te kunnen winnen. Mettertijd.
Niet vandaag of morgen. Misschien
voorlopig helemaal niet. Misschien heel
ergens anders... als haar man eerst uit
de weg geruimd was
Als Je ons maar zeggen wilt. wat
je bedoelingen zijn... zei Cowdray
met zijn toonloze stem.
Juist, beaamde Pruden. Wat
zijn je bedoelingen, Gerry?
(Wordt vervolgd)
Laat U vakkundig
voorlichten door
Leidschegradil 101-105, AMSTERDAM
■UI. 32077-31980-
,Js het soms een echte?" vroeg de
optimistische douanebeambte op Schip
hol.
Mijn neef en zijn vrouw, op het punt
van vertrek naar Curacao, glimlachten.
Hier in Holland hadden zij geen Kans
gezien zich de luxe van een echte
Toorop te veroorloven.
De douane-man liet een rozenkrans
langs zijn handpalm glijden en bekeek
de kralen alsof het paarlen waren.
„Oké". Krijtkrabbels op de reistassen.
Passencontróle door de marechaussee.
Het laatste diner in Holland.
Een vervelend stuk neef probeerde
de gedrukte af scheidsstemming met
flauwe moppen op te vijzelen.
„Zeg, Jan, heb je gelezen, wat er op
dat bordje daar staat?: Gelieve hier uw
vulpen te ledigen."
„Waar is dat goed voor'"
„Door de luchtdrukverschillen mocht
dat ding in je vestzakje eens leegspui
ten. Kijk maar uit met die zakflacon
cognac. Zou je die hier ook maar niet
leegmaken?"
Verstandige woorden worden maar
zelden gesproken in de wachtkamer
buitenland op Schiphol. Iedereen is
nerveus. Behalve de bemanning van
het vliegtuig, die eveneens, maar vol
komen op haar gemak, zat te dineren.
,J)at zijn nou de mensen, die veertig
passagiers in 22 uur veilig naar Cura
cao moeten brengen," zeiden bewonde
rende ogen in de richting van de crew
tafel.
Cirkeltje, zoals wij haar, die eens haar
naam achter de onze voegde, noemen,
sneed een nieuw chapiter aan.
„Zeg, Jo, in het Stadion heb ik' die
Westindische vrouwen gezien, in die
énorme wijde rokken. Schrijf je eens
gauw, of ze die dingen daar werkelijk
dragen?"
„Natuurlijk! Misschien stuur ik je wel
zo'n ding op."
„Willen de passagiers voor Curagao
zich naar het toestel begeven?" infor
meerde de lieftallige luidsprekerstem.
Het laatste afscheid vond plaats in de
gekippengaasde kuiken-ren. Vertrokken
monden. Een zoen en een handdruk. Een
adamsappel vloog zenuwachtig op en
neer.
„Tot over vijf jaar."
De motoren sloegen stotterend aan.
Een donkere schim trok de blokken
weg.
Op het sein van de starttoren
caxiede de P.H.T.D.E., genaamd „Eind
hoven" naar de startbaan. Om enkele
minuten later brullend de avondhemel
in te stuiven.
In de bus terug waren wij stil. Maar
Cirkeltje hield dat niet zo lang vol:
„Nou hoop ik maar, dat Jo zo'n ruime
Westindische japon opstuurt Daar gaart
best een paar jurkjes voor de kinderei
uit."