int de,Noonmn 'MetStenen Beeld
Grondwetsherziening 1848
plechtig herdacht
Redevoering van min.-president
en prof. Kranenburg
Onderverhuurder staat
rechteloos
Dr. Beel in Batavia
VARIATIES
het geluk
Honderd jt
geleden
Vorlopig verslag Tweede Kamer over
begroting van Binnenlandse Zaken
Nationaal Huldeblijk
Diamantsmokkelaars
opgespoord
eeuwige rust!
Verwelkoming door
de autoriteiten
RICHARD DEP00RTER
WERD OVERREDEN
ALK ALI VRIJ
PAGINA 3
WOENSDAG 3 NOVEMBER' 1948
Nieuwe functie voor,
oud-minister Vos
geef hun de
De situatie in Atjeh
Henri de Greeve naar Rome
Snelle zege Van Klaveren
or JORIS JORISSEN
Op velerlei wijze heeft het Nederland
se volk uiting gegeven aan zijn dank
baarheid en waardering voor het vijf
tigjarig wijs beleid van Koningin Wil-
helmina, zo o.a. door het bijeenbrengen
van gelden voor het Nationale Hulde
blijk, het fonds, dat H.M. zelf bestemde
voor de Kankerbestrijding. Alhoewel
velen een flinke bijdrage afstonden, is
in sommige gemeenten daarentegen de
opbrengst bepaald teleurstellend. Om
de bestrijding van de kanker in ons
land met kracht ter hand te kunnen ne
men is eèn groot, zeer groot bedrag
nodig.
Het Uitvoerend Comité van het Na
tionale Huldeblijk doet alsnog een be
roep op de talrijke landgenoten, die zich
tot nu toe afzijdig hebben.gehouden of
zich hebben beperkt tot het kopen van
een jubileuminsigne, om.alsnog een bij
drage te storten op de postrekening
van het Comité Nr. 26000, of op haar
rekening bij de Ned. Hendel Mij., te
•Amsterdam, de Kasvereeniging te Am
sterdam, of bij het Girokantoor der ge
meente Amsterdam, C. 600. Ook post
wissels worden gaarne ontvangen aan
het Centraal Bureau van het Uitvoe
rend Comité, Herengracht 478 te Am
sterdam. Jubileuminsignes zijn aan - dit
adres nog verkrijgbaar. De aandacht
wordt er op gevestigd, dat bedragen van
f 500 en hoger in geblokkeerd geld kun
nen worden overgemaakt, als daartegen
geen fiscale bezwaren bestaan. Ook in
schrijvingen in het Grootboek 1946 kun
nen aan het Comité worden overgedra
gen.
Enkele dagen geleden -probeerden
twee in Nederland wonende buitenlan
ders twee twintig dollarbiljetten in Am
sterdam van de hand te doen. De politie
greep echter in en arresteerde het twee
tal. Men ontdekte toen, dat de twintig
dollarbiljetten vervalst waren. De twee
buitenlanders verklaarden de bankbil
jetten in Antwerpen gekocht te hebben.
Dank zij de samenwerking tussen de
Nederlandse en Belgische politie kon
den daarop in Antwerpen twee uit Po
len afkomstige Joden, B. en J., die de
dollars verkocht hadden, gearresteerd
worden. Zij bleken juist wegens een
hooglopende ruzie hun compagnonschap
verbroken te hebben. Tijdens het ver
hoor vlogen de beschuldigingen over en
weer en op deze wijze kwam de politie
er ook achter, dat B. en J. diamanten
naar de V.S. smokkelden. Zij leverden
diamanten op bestelling. Het onderzoek
is thans geheel in handen van de Belgi-
sche politie.
van in de volgende decennia.
Thans aldus eindigde de voorzitter
wachten ons nieiyve taken. Een ver
dere ontwikkeling moet zich voltrekken.
Al met al kan de terugblik het zelfver
trouwen van het Nederlandse volk en
zijn vertegenwoordiging schragen.
Hierop - nam minister-president
Drees het woord.
Hij zeide het op prijs te stellen
zich namens de regering aan te slui
ten bij de getuigenis van de voor
zitter omtrent de hoge waarde van
de staatkundige hervormingen, die
honderd jaar geleden werden tot
stand gebracht.
De veranderingen betekenden een fun
damentele wijziging van ops staatsrecht
en hebben, gepaard aan de gedachte van
de geestelijke vrijheid, die daarbij te
vens tot uiting kwam, een zegenrijke
ontwikkeling van ons staats- en volks
leven mogelijk gemaakt.
Het is de grootheid van Thorbecke
geweest, dat hij zo voortreffelijk en zo
snel practische vorm wist te geven aan
wat de tijd eiste. Meer echter nog
spreekt het van zijn grootheid, dat hij,
bij een sterk besef omtrent de verre
strekking van hetgeen allereerst onder
zijn invloed tot stand kwam, zich tevens
be.Wust was van de begrensdheid der
verwezenlijkte hervormingen.
Ook 1948 zelf zal in komende tijden
bekend staan als het jaar van een diep
ingrijpende grondwetsherziening. In
deze tijd gaan grote schokken en niet
slechts door Europa, maar door de we
reld, en weer hangt daarmede samen
ook wat in onze Grondwet werd gewij
zigd.
Voor- en tegenstanders zullen met mij
instemmen wanneer ik bij deze herden
king van 1848 de hoop uitspreek, dat
wat in 1948 uit strijd en nood geboren
is, tenslotte voor de volkeren, die er bij
betrokken zijn, een ontwikkeling moge
inleiden, even vruchtbaar en zegenrijk
als die zich na de herziening van 1848
in Nederland heeft voltrokken.
Winonah daarentegen was stil en in zichzelf gekeerd en kon zich niet ontveinzen
dat Dzilah een,zeer gevaarlijke vrouw was. Na een uitgelezen maaltijd genoten te
hebben waarbij Dzilah al haar krachten had ingespannen om een goede stemming
e bereiken, begon Eric in ernst bij zichzelf te overwegen hun vèrtrek uit te stellen
en zei: „Ofschoon wij inderdaad zeer verlangend zijn naar mijn vaderland te ver
trekken, waar mijn vader, koning Wogram, mij verwacht, kan ik uw vriendelijke
uitnodiging niet afslaan en ben ik, zo mijn gemalin er niets op tegen heeft, besloten
ons vertrek nog wat uit-te stellen
Winonah keek Eric ernstig aan, zij zei niets. Hoe kon zij spreken van het bange
voorgevoel dat haar bekroop?
1. Nadat Eric erin geslaagd was, het water van de geheimzinnige bron bij Dzilah,
dc tovenares te brengen, gaf deze Eric te kennen, dat het hem weliswaar vrij stond
te vertrekken naar zijn land, maar dat ze zich gevleid zou voelen, wanneer hij en
zijn metgezellen nog een tijdlang haar gast wilden blijven. Aan tafel werd de kwestie
van het vertrek nog eens besproken. Dzilah liet zich van haar beminnelijkste kant
zien, zij babbelde geestig, was vrolijk en bedacht allerlei om Eric afleiding te be
zorgen en te maken, dat hij zijn vertrek zou uitstellen. Pum-Pum was dit niet naar
ae zin. Van het begin af had hij een afschuw van de tovenares gehad en vaak had
hij tegen Winonah gezegd: „Maak toch, dat hij met ons wegg'aat. Pum-Pum vinden
Dzilah gek wijf". Eric kwam echter geheel onder de indruk van de tovenares.
Ir. H. Vos, oud-minister van Verkeer
en Waterstaat, is met ingang van 1 Ja
nuari benoemd tot directeur van de
N.V. Centrale Arbeidersverzekerings-
en Depositobank, van welke' N.V. hij
van 1937 tot de oorlog commissaris was.
In de oorlog trad hij uit in verband met
het beheer door Rost van Tonningen. De
tegenwoordige directeur, de heer C. M.
Simonsz, die wegens zijn leeftijd ontslag
heeft genomen is thans tot commissaris
benoemd.
De heer Vos heeft nog niet beslist, of
hij in verband met zijn nieuwe functie
het lidmaatschap van de Tweede Kamer
zal neerleggen.
De volgende week zullen
in Amsterdam de etalages
der 'modemagazijnen op z'n
best zijn, want die week
verwacht men veel buiten
landse textiel-inkopers, die
hier de voorjaarscollecties
komen zien, welke de con-
fectiefabrikanten al klaar
hebben.
Ter gelegenheid van deze
„Fashion-week", zoals men
de export-week thans noemt,
werden aan de pers enige
voorjaarsmodellen getoond,
zoals die nu in ons land ge
maakt worden, in de goede
confectie-klasse. Daaruit
blijkt, dat de mode zich aan
het matigen is en dat de rok
verstrakt. Wie een nieuwe
jurk wil laten maken, doet
verstandig daar rekening
mee te houden. Het zeer
lange en zeer wijde is alweer
aan het verdwijnen. Een
mantelpakje, dat we zagen,
had nog wel een duidelijk
gemarkeerde taille, maar het
schootje aan het jasje was
zeer bescheiden en de rok,
niet te lang, slechts .even
klokkend.
De zomermantels in het
zeer draagbare genre, van
Ijoven aangesloten en met
ruimte beneden de taille, wa
ren gematigder en minder
wijd, zwarte mantels waren
met zijde ingelegd, aan de
kraag en in het voorpand.
Van de eenvoudige wollen
jurkjes viel de kraag op, die
November. Allerzielen-
maand! Is er een maand
meer geëigend om on
ze doden te herdenken, dan
juist November. Alles in de
natuur toont ons de vergan
kelijkheid v§n het leven,
maar wijst ons tevens, als
wij willen zien, op de we
dergeboorte. die daarop volgt.
In een stralende pracht van
rood, bruin en goud sterven
de bladeren, maar door te
sterven voeden «zij de bo
dem, waaruit de boom het
volgend jaar het nieuwe le
ven put.
Ook onze doden zijn niet
voor goed gestorven. Zij le
ven verder en blijven door
de Gemeenschap der Heili
gen met ons verbonden. Wij
zijn in staat hen door ons
gebed te helpen en bij te
staan, nu zij zelf onmachtig
zijn iets te doen. Dit kunnen
wij iedere dag van het jaar,
maar onze Moeder de H.
Kerk, die wel weet hoe door
allerlei beslommeringen ook
de gedachte aan de afgestor
venen wel eens in het ge
drang komt, heeft een spe
ciale dag ingesteld, waarop
zij al haar aandacht en zor
gen wijdt aan de gelovige
zielen. Allerzielendag.
De gelovigen hebben de
devotie voor de gestorven
zielen uitgebreid over de
hele maand November, een
gebruik dat zeer te prijzen
valt. Het is immers onze
plicht als christenen voor de
zielen van onze medemensen
te bidden. Een dierbare af
gestorvene zullen wij uiter
aard niet zo licht vergeten
en misschien toch nog te
snel, want wie weet hoe lang
de straffen in het vagevuur
duren? Een mensenleven is
immers niets gezien met be
trekking tot de eeuwigheid
maar ook voor de zielen
van anderen moeten wij hid
den. Hoevelen zijn niet ge
storven, die niemand ach
terlaten die voor hen bidt?
Uit deze overweging is het
liefdewerk voor de meest
verlaten zielen geboren,
waarvan de leden zich ver
plichten elke dag een gebed
te storten voor deze zielen.
Laten wij deze maand nog
eens extra bidden voor hen,
die in het vagevuur lijden.
Iedere avond een Onze Va
der en een Wees Gegroet bij
het avondgebed, ook van de
kinderen, is een goede ge
woonte, die niet veel tijd
vraagt en toch grote ver
diensten heeft.
De correspondent van Aneta uit Me-
dan verneemt, dat des ituatië in Atjeh
gekenmerkt wordt door grote monetaire
moeilijkheden. De Atjehspoor loopt nog,
maar het traject Kwala-Simpang legt
men in tien dagen af, terwijl men er
voor de oorlog een ncaht over deed. In
het Aatjehse zijn voortdurend gevechten
tussen de diverse bevolkingsgroepen.
(Vervolg van pag. 1)
Koning Willem II heeft de uitwerking
»an deze grondwetsherziening in de
traktijk niet meer mogen aanschouwen.
Jeeds in 1848 stierf hij. BAit hij ver
wensten ten opzichte van een herzie-
•Ahg, die, naar men gerust kan aanne
men, op zijn tegenzin het langste is ge
muit? Men kan de verdienste van Wil-
Vfli II hierin erkennen, dat hij tijdig
■J°orzag wat hij riskeerde wanneer hij
herziening bleef tegenwerken. De
,°orbeelden lagen voor het grijpen. Wil-
>011 n maakte, toen hij ingreep, haast,
got is deze haast, die erger voorkwam.
W°n men zijn vader nog rekenen tot de
^firlichte despoten, die geen inmenging
Vaij zijn onderdanen in staatszaken
fluldde, Willem II bleek, toen het erop
aan kwam, realist genoeg om te besef-
'en, dat het een gebiedende eis van de
wjd was deze inmenging toe te staan
dat met louter uit eigenbelang. Zijn
opmerking, dat hij in vier en twintig
"Ur van volslagen conservatief was om
gezwaaid naar zeer liberaal, legt een
openhartigheid aan de dag, die, tegelijk
JPet de zelfironie, waarvan zij is door
fokken, getuigt van een doelbewuste
Politiek, welke de vorst van stonde af
®an wenste te volgen.
Hij hield, tot de herziening kwam, de
'eugels strak in handen. Maar hij zorgde
or wei vóór, dat er geen karretje meer
langs de zandweg reed. In 1847 bracht
hij een herzieningsvoorstel op het tapijt,
flat door Thorbecke „een mager schepje
bit de liberale pot" werd genoemd. Een
3aar later gaf hij zijn sou-vereiniteit
Prijs voor die van het volk. Op 12 Mei
1849 bekrachtigde zijn zoon met zijn
|ed de nieuwe grondwet. Zij werd het
♦undament van ons huidig staatsbestel.
ontwikkeling heeft zich in twee lij-
flen voltrokken.
He mate en wijze, waarop de natie in
Staten-Generaal is vertegenwoordigd,
W^s in 1848 geregeld, maar er zijn toch
"°g zes grondwetswijzigingen nodig ge
feest voor de toestand was geschapen,
welke wij thans kennen. Het kiesrecht
merd uitgebreider, het algemeen kies
recht tenslotte bereikt. Sinds 1919, het
J3ar, waarin de Nederlandse vrouw kies
recht kreeg, is het gehele Nedterlandse
v°lk in de Staten-Generaal vertegen
woordigd. Dank zij de soepelheid van
*ijn staatsvorm heeft Nederland langs
flvolutionnaire weg binnen het kader der
™et een geleidelijke politieke groei door
gemaakt, die het een bestuursvorm
®ehonk in overeenstemming met de op
vattingen van de tijd. De laatste staats
rechtelijke hervormingen ten aanzien van
■mdonesië en de West onderstrepen deze
gedachte. Daarnaast is sinds de instelling
\an de Koninklijke onschendbaarheid,
"'a in 1848 de positie van het Nederland-
Koningschap bepaalde, de macht des
Konings beperkt, maar de positie van
"at koningschap versterkt. De Koning
jkaat boven de partijen. Hij symboliseert
fle eenheid van het land en het voortbe-
staan der natie. Zijn invloed is nog altijd
Werkzaam. Zijn opvattingen veronacht
zaamt men niet. De Nederlandse consti
tutionele monarchie, steunend op de
grondwet van 1848, is ongeschokt en on
gebroken. 1
Het is daarom, dat aan de grondwets
herziening van 1848 een meer dan ge-
™one aandacht wordt geschonken. Zij
jWflgt te meer relief nu honderd jaar
eter een evenzeer belangrijke en beslis-
vnfle wijziging heeft plaatsgevonden.
>ji0g onlangs spraken zich de leden der
tweede Kamer in die zin uit. De her-
h«nking van de grondwetsherziening
jUfl 1848 is daarom niet min of meer
bevallig.
De Hoge Vetegenwoordiger van de
Kroon dr. L. Beel is hedenmorgen op 't
vliegveld „Kemajoran" bij Batavia
aangekomen. Tot de persvertegen
woordigers zeide hij het volgende:
„Het verheugt mij, wederom dit mooie
land te betreden. Ik ben er mij van
bewust, dat mij liier een zware taak
wacht, doch ik zie de toekomst met
vertrouwen tegemoet, omdat ik reken
op toegewijde medewerkers en op een
hartelijke samenwerking met de lei
ders der volken en bevolkingsgroepen
in Indonesië. Ik weet, dat de moeilijk
heden, die van de aanvang af de ves
tiging ener. nieuwe rechtsorde hebben
doorkruist, nog niet zijn opgelost, doch
ik koester de hoop, dat de stappen, die
minister Stikker thans namens de Ne
derlandse regering onderneemt, zullen
leiden-tot een zeer spoedige oplossing,
die naar mijn overtuiging dringend
noodzakelijk is.
De taak, die mij als Hoge Vetegen
woordiger der 4troon wacht, is bekend.
Zij komt allereerst neer op het treffen
van die voorbereidingen, welke tot een
zeer spoedige instelling der federale in
terim-regering zullen leiden. Daarna zal
het bestel, zoals dit in gemeenschappe
lijk overleg is gedacht voor de over
gangsperiode, op de juiste wijze kunnen
functionneren. Het ambt van Hoge Ver
tegenwoordiger der Kroon draagt een
geheel ander karakter dan dat van Land
voogd, dat' heden een einde neemt. Gaar
ne breng ik hulde aan hem, die als Lui
tenant-Gouverneur-Generaal zich in zeer
moeilijke jaren met uitzonderlijke be
kwaamheid en grote topwijding: van zijn
taak heeft "gekweten en die hëaen zijn
ambt neerlegt."
Dr. Beel werd aan de Constellation,
die op het laatste traject door zes jagers
was geëscorteerd, verwelkomd door dr.
Van Mook, minister Stikker, de heer
Neher, vice-admiraal Pinke en generaal
Spoor. Na de begroeting klonk het Wil
helmus over het vliegveld. De heer Beel
inspecteerde de erewacht, waarna de be
groeting volgde door de talrijke autori
teiten, die in het restaurant van het
vliegveld waren verzameld, onder wie
zich bevonden: secretarissen van Staat,
de premier van Pasoendan, Adil Poeradi-
redja, de pauselijke delegaat, leden van
het corps consulaire, de gouverneur, de
resident, de burgemeester en vele ande
ren.
Hedenmiddag vjjf uur zouden in
een besloten vergadering van de
voorlopige Federale Begering door
de luitenant-G.-G. en de Hoge Ver
tegenwoordiger der Kroon toespra
ken worden gehouden, waarna in
deze vergadering de bevoegdheden
zullen worden overgedragen.
Van verschillende zijden wordt de
vraag gesteld of de minister niet door
drongen is van de noodzaak de Zon
dagswet op korte termijn aan een her
ziening te onderwerpen. De bestaande
wet wordt met voeten getreden.
Er wordt op gewezen, dat de hui
dige situatie, waarbij de wet de cre
matie niet toelaat en er tqch lijkver
brandingen plaats vinden, onbevredi
gend is.
Verschillende leden zouden gaarne
willen vernemen of de minister bereid
is een wijziging te bevorderen van de
kieswet, zodat de verkorting van de zit
tingsduur van de thans fungerende ge
meenteraden wordt tenietgedaan.
Vele leden wijzen op de noodzakelijk
heid richtlijnen vast te stellen voor over
heidsdienaren. waarnaar zij zich in ttjd
van oorlog of bezetting zouden hebben
te gedragen.
Verscheidene leden geven als hun me
ning te kennen, dat de uitvoering van
de woningwet vooral in kleinere ge
meenten' veel te wensen overlaat.
Ook ten aanzien van de rechtspositie
van de onderhuurderdient een behoor
lijke regeling te worden getroffen.
Rechteloos staat de onderhuurder even
eens in het geval hij kosten heeft moe
ten maken. Immers, de aanspraak op
vergoeding komt hem niet toe, daar de
vordering niet tot hem is gericht.
Verschenen is het voorlopig ver
slag van de Tweede Kamer over
het ontwerp van wet tot vaststel
ling van de begroting van het mi
nisterie van binnenlandse zaken
over 1949.
Vele leden wijzen op de noodzakelijk
heid om maatregelen te treffen tegen
de zedenverwildering in het algemeen
en tegen ontaarding op het gebied van
het tourisme, de kleding, zwem- en
kam'peergelegenheden en ter bevorde
ring van de Zondagsrust. Bijzondere
aandacht werd gevraagd voor de on
rustwekkende euvelen bij sommige
uitleenbibliotheken (z.g. winkelbiblio
theken), die op het gebied van lectuur
rijp en groen ook aan jeugdige perso
nen ter lezing verstrekken.
Verschillende leden maken ernstig
'bezwaar tegen het toenemend verschijn
sel van het regeren per circulaire.
Vele leden stellen de vraag, hoe de
minister in algemene zin staat tegen
over het vraagstuk van de verant
woordingsplicht van het college van
burgemeester en wethouders aan de
raad.
Verschillende leden stelden de vraag,
of de minister een grenswijziging zou
willen bevorderen voor Urk, waarbij
aan deze gemeente enig terrein van de
Noordoostpolder zal worden toegewe
zen.
Vele leden zouden het op prijs stellen
het standpunt van de minister te ver
nemen ten aanzien van de plaats, welke
de publieke nutsbedrijven zullen gaan
innemen in het kader van de publiek
rechtelijke bedrijfsorganisatie.
Vele leden stelden de vraag, of het
juist is, dat de regering bij benoeming
van burgemeesters van grotere gemeeh-
ten als eis heeft gesteld, dat zij, ten ein
de zich geheel aan hun taak te kunnen
wijden zich onthouden van het ver
vuilen van andere belangrijke functies,
als b.v. lid van de Tweede Kamer.
Ook zouden zij gaarne willen verne
men, naar welke maatstaven de rege
ring bij benoeming van burgemeesters
handelt.
Hoe staat het met de voorziening in
de vacature-Utrecht?
Gewezen wordt op het feit, dat de
burgemeester van Haaksbergen onlangs
veroordeeld is wegens mishandeling van
een rijksambtenaar in functié.
Gevraagd wordt naar volledige ophel
dering inzake de herhaaldelijk opdui
kende berichten over de burgemeester
van Maastricht met betrekking tot diens
houding in 1940. Tenslotte zou men gaar
ne van de minister vernemen, waarom
de burgemeestersbenoeming in Vianen
en Lexmond zo lang op zich laat wach
ten.
U als huismoeder weet, dat wol in de
was op de duur krjmpt en hard wordt,
ook al gebruikt U de beste zeepsoorten.
De oorzaak hiervan is degevormd*
loog en kalkzeep.
Alleen een alkallvrije zeep heeft deze
nadelen niet. Zulk een alkalivrije zeep
is Echfalon.
Dit klinkt U misschien wat geleerd,
maar het is de verklaring van het feit,
dat U kunt zeggen:
Een dezer dagen vertrekt Henri de
Greeve, in gezelschap van pater Dito,
naar Rome, in verband met het offen
sief van de naastenliefde van de
U.N.D.A., de internationale katholieke
organisatie voor radio.
De Nederlandse middengewicht Bep
van Klaveren heeft gisteren in het
Rubenspaleis te Antwerpen een snelle
overwinning behaald op de Belgische
comingman Albert Heyen. Binnen
anderhalve minuut had de felle strijd-
methode van de Rotterdammer de Belg
tweemaal gevloerd en toen deze voor
de tweede maal opstond, vond zijn hel
per het maar beter de handdoek in de
ring te werpen. Het gevecht had pre
cies anderhalve minuut, ofwel een
halve ronde, geduurd.
bang kon maken, dat je mijn hart aan
het kloppen kon brengen, dat ik me
verliezen kon in ongekende verten
De heftigheid van haar stem gaf me
een vreemd opwindend gevoel. Dan
gaf ik gevolg aan haar uitnodiging.
Links en rechts schoot de weg in
vluchtige lijnen aan ons vborbij. Ik liet
het raampje neer, zodat de dolle wind
haar haren greep en ze met een gille
tje achterover ging leunen. Daar bleef
ze roerloos zitten en alhoewel ik het
hoofd niet durfde omwenden, voelde
ik, dat ze naar mij keekBij de
ingang van een dorp stopte ik voor een
landelijk restaurant.
Hier kunnen we wat eten, Jetty.
We gebruikten een licht diner en
wisselden ondertussen slechts een paar
vage opmerkingen. Niettemin kreeg ik
een idee van gezelligheid. Op een ge
geven ogenblik viel het mij op, hoe
Jetty haar best deed om mijn onbe
vangen manier van bedienen na te
doen.
Ik begreep, dat het haar heel wat in
spanning kostte om zich ongedwongen
voor te doen. Ik glimlachte onwille
keurig en dankte de hemel, dat ze het
niet merkte. Aan het dessert vroeg ze
bijna aarzelend:
Wéét je, Mare, dat de bruiloft bij
mij thuis gevierd moet worden?
Ik kreeg eep schok. Mijn stemming
sloeg om. Was dit een poging om me
te vernederen?
Geen sprake van, zei ik hard. Dat
laat ik me niet welgevallen.
nen houden. Ik begon het steeds min
der te begrijpen.
ZESDE HOOFDSTUK
Een vrolijke tragedie
Mijn bruiloft was een hele tragedie.
Een vrolijke tragediebehalve
voor mezelf. Jetty zei „ja" en ik zei
„ja" en daarmee was haar en mijn lot
beslist. Ik voelde me een beetje ellen
dig, maar .ik had onmogelijk kunnen
zeggen waarom juist. Ik kreeg de in
druk, dat ik iets heel moois had ge
schonden.
Toen Jetty in haar witte bruidskleed
naast me terug reed naar hijis, voelde
ik mijn ogen vochtig worden. Ze was
stiller dan ik van haar verwacht had.
Het deed me genoegen, dat ze toch een
beejje onder de indruk scheen te ko
men.
Ik had niemand van mijn vrienden
of kennissen uitgenodigd. Ik had mijn
aanstaande huwelijk zelfs angstvallig
voor hen verborgen gehouden. Ik
dacht er liever nog niet aan, hoe ik het
hun later verklaren zou. Alleen Victor
nam als getuige aan de plechtigheid
deel. Maar dadelijk na afloop daarvan
maakte hij zich uit de voeten. Hij wil
de de intimiteit niet storen, zei hij
met ondoorgrondelijk gezicht. Ik had
hem wel kunnen hatèn, omdat hij me
zo schandelijk in de steek liet.
(Wordt vervolgd,