Tactisch spelletje van C.F.N.-lcden
£rk de Noorman -HetStenen Beeld
Marshall waarschuwt tegen
Russisch vredesoffensief
Strakkere politiek te verwachten
Strop voor Tojo
Werknemende
Middenstand
Rusland heeft vier millioen man
onder de wapenen
Mensen op reis
GEWICHTIGE JAREN IN EEN
MENSENLEVEN
Levensplicht
P. J. S. Serrarens
Hetplan-Schieveen
H
HET GELUK
DE DWAZEN
Inpoldering Zuiderzee in ket gedrang
onderscheiden
OSBORN valt Sovjet-
Unie
aan
ZATERDAG 13 NOVEMBER 1948
PAGINA 3
DE KAMERDEBATTEN
°ok
m,
Zaak-Lunshof uitgesteld
POLITIEKE COMMISSIE
Samenwerking van
gemeenten
SOCIALE GEZONDHEIDSZORG
PRAKTIJKEXAMENS 1949
IS MET
door JORIS JORISSEN
Al naar gelang van de opvattingen,
welke men voorstond met betrek
king tot oorsprong, aard en doel
van de mens, is er in de loop van de
tijden heel wat gepraat en geschreven
over de juiste wijze van leven, over de
hianier, waarop de mens het best zijn
bestaan kan ordenen om het zo draag-
üjk, zo aangenaam of zo goed mogelijk
te maken. De vele en uiteenlopende me
tingen samen te vatten is een schier on
mogelijke taak. Het moge voldoende
2ijn er aan te herinneren, dat zij zich
bewogen tussen de uitersten van de
meest plat-materialistische genotzucht,
daarvan de aanhangers geen geestelijk
en onvergankelijk levensprincipe in de
mens erkennen, en fanatieke ascese, die
al 't aardse als zonder meer verderfelijk
beschouwt en het accent legt op een vol
komen onderdrukken en afsterven aan
elke menselijke streving, hoe natuurlijk
die ook moge zijn. Niettegenstaande de
grote aanhang, die sommige van deze
bedenksels hebben gehad, is het een feit,
dat na kortere of langere tijd ieder stel
sel, dat de ware aard van de mens mis
kende, aan eigen ontoereikendheid is
doodgebloed. En zo zal het ieder stelsel
Vergaan, dat het doel van het menselijk
'even hier op aarde zoekt en zijn eeuwige
bestemming ontkent of verwaarloost.
Het ligt in de geaardheid van onze
batuur naar het blijvende, het eeuwige
le streven; niets wat vergankelijk is kan
ons hart op de duur voldoen. En dit om
de eenvoudige reden dat de mens door
God voor God geschapen is.
Het is dan ook in het geheel niet ver
wonderlijk, dat het Christendom de
enige levensbeschouwing is, die, door de
stormen van stoffelijke en geestelijke
Revoluties heen, onveranderlijk dezelfde
is gebleven en altijd blijven zal, daar
fcijn goddelijke oorsprong de garantie
Voor zijn waarheid in zich bevat. Chris
tus' Kerk heeft van Godswege de onfeil
bare belofte meegekregen: „Ik zal met U
tijn tot het einde der tijden", en „de
macht der hel zal niets tegen U vermo
gen". Het is goed in tijden van geeste
lijke nood en innerlijke verarming ons
deze goddelijke woorden te herinneren
°mdat ze ons behoeden voor overigens
begrijpelijke vertwijfeling en ons bemoe
digen en versterken in de vaak ongelijke
strijd voor het goede. Maar nog beter
is het te bedenken, dat Gods belofte voor
geen enkele individuele mens de
Zekerheid van zijn persoonlijke redding
betekent zonder dat ieder naar
kracht en mogelijkheid daaraan mee
werkt.
Deze waarheid houdt de H. Kerk ons
°P allerlei wijzen telkens opnieuw voor
°gen. Want niets is voor ons eeuwig wel
pijn van meer belang dan een helder in-
Sicht in onze levensplicht.
De H. Mis van morgen is er weer
vol van. Duidelijk brengt de litur
gie de tweevoudige taak in her
innering, die God ons allen heeft opge
legd. Zo is daar vooreerst de strikte
Plicht van persoonlijke heili
ging. Wat anders immers kan de Col
lecte beogen, die God smeekt ons de
kracht te verlenen daaraan steeds de
Voornaamste plaats in onze belangstel-
ling te schenken en in woord en daad
£ijn H. Wil te volbrengen! En de Secreta
stippelt weer eens precies uit waar het
°m gaat: onze inwendige reiniging van
Slle zonde en kwaad en ononderbroken
geestelijke vernieuwing door de genade-
schenkende invloed van het H. Offer,
Öat wij bijwonen, en waarvan wij voor
°ns verder leven leiding en bescherming
Verwachten. Als dan na de nuttiging van
'3 Heren Lichaam en Bloed de Godheid
°ns hele wezen vervult, dan smeekt de
ï'ostcommunio, dat het verlangen naar
bet waarachtige leven, dat wij nu
Shlaken mogen door de intieme vereni
ging met God zelf, in ons levendig blijve;
Want alleen zo beantwoorden wij vol
komen aan het doel van ons bestaan:
Öoor steeds groter wordende gelijkvor
migheid met Christus het eeuwig leven
Waardig te worden. Zo leefden de Chris
tenen van Thessalonica. aan wie St. Pau-
Ips zulke prijzende woorden wijdt in het
Epistel. Als deze eens op alle Katholieken
Van toepassing waren, de wereld zou er
Wigetwijfeld heel anders uitzien.
De tweede taak die God ons heeft
°Pgelegd is ons apostolaat. Het
évangelie bevat de gelijkenis van mos-
iflrdzaadje en zuurdeeg, waarmee Chris
tus de groei van de Kerk weergeeft,
blaar ook hier is 't niet Christus' bedpe-
'mg, dat de uitbreiding van Zijn Kerk
Alleen het gevolg zal zijn van de god
delijke genadewerking. Voor een groot
de e 1 is hier wel degelijk de menselijke
Activiteit ingeschakeld. Het zout en het
lcht der wereld behoren wij te zijn. En
tvel zozeer, dat Christus, toen Hij deze
Vefgelijking 12zigde, er aan toevoegde,
het licht geroepen is om te schijnen
Au niet om onder de korenmaat te worden
^Plaatst. En zout, dat zijn kracht ver-
°ren hesft, is alleen nog maar goed om
Weggeworpen te worden.
Zo is het wel duidelijk, dat de H. Mis
Vah morgen ons zeer nadrukkelijk op
Ahze levensplicht wijst. Omdat God goed
s' moeten Zijn schepselen, de mensen,
«at
Aard,
goed zijn, en als de mensen niet
zijn, hoe kan men dan verwachten,
de wereld goed is en het leven op
e draaglijk?
Qo».
1 volgen. De zorgzaamste moeder kan
wij toch maar eens de leiding van
Kerk trouw en nauwgezet wil-
Aar kinderen onmogelijk vaker en met
re6ei nadruk waarschuwen voor geva-
d6 en de weg wijzen naar het goede dan
bi- Kerk doet met haar gelovigen.
aar hoe kunnen wij verwachten, dat
®nige goede invloed van ons uitgaat
°hze omgeving en onze naasten, als
Y,j 2elf niet eerst een geestelijk even-
c hebben gevonden in trouw aan
w a geboden? Hoe kunnen wij ver
gif n werelc* te verbeteren als wij
k^Seen eerlijkheid, geen rechtvaardig-
Seen naastenliefde beoefenen? Als
(Van onze parlementaire redacteur)
De Tweede Kamer heeft Vrijdagmid
dag de algemene beschouwingen over
de begroting in een matte stmeming
voltooid. Er werd nog wat na-gerepli
ceerd, waarbij de communisten nog
eens drie moties paarden, de eerste om
de loonbijslag ook uit te strekken tot
gehuwden beneden 23 jaar en daarmee
gelijkgestelden, de tweede om hetzelfde
te doen ten behoeve van gepensionneer-
den sociale rentetrekkers en kleine zelf
standigen, de derde om de inkomens
grens van 3700 gulden te verhogen. Een
doorzichtig tactisch spelletje, nadat de
communisten van sommige andere spre
kers vernomen hadden, dat hun wen
sen eigenlijk dezelfde kant uitgingen.
Over deze motie zal Dinsdag gestemd
worden.
Minister Lieftinck heeft nog me
degedeeld, waarom er op het ogen
blik onmogelijk kon worden voort
gegaan met de inpoldering van de Zui
derzee. Hij zette uiteen, dat het in cul
tuur brengen van de Noord-Oost Pol
der op het moment zoveel geld kost, dat
er voor het onder handen nemen van
een nieuwe polder niets af kan. De
snelste wijze om een uitbreiding van
cultuurgrond te verkrijgen is het werk
aan de Noord-Oost Polder met alle
kracht voort te zetten.
De hoofdstukken I, II, Vila, XIV en
de Wet op de Middelen zijn zonder
stemming goedgekeurd met de aante
kening, dat de communisten geacht wil
len worden tegen te hebben gestemd.
Op een agenda, waarop enige kleine
wetsontwerpjes prijkten, is ook nog
even gedebatteerd over het ontwerp
Sociale Verzekering Reserve-Politie.
Van anti-revolutionnaire, katholieke en
socialistische kant vond men de daarin
(Van onze correspondent)
Tijdens een gisteren te Utrecht ge
houden receptie hebben velen gele
genheid gevonden de heer P. J- S.
Serrarens geluk te wensen met zijn
zestigste verjaardag. De geestelijke ad
viseur van de K.A.B., Mgr. J. G. van
Schaik, deed daarop o.m. de medede
ling van zijn benoeming tot Ridder in
de Orde van de H. Gregorius de Grote.
Op de receptie verschenen: de voor
zitter van de K.V.P., W. J. Andriessen,
Mag. dr. S. Stokman namens het In
ternationaal Christelijk Vakverbond, de
heren Jos Veldman, Dré de Wolf en
Middelhuis namens het K.A.B.-bonds-
bestuur, de heren Verzuu en Vuyster
namens Herwonnen Levenskracht, dr.
W. Bronkhorst, geneesheer-directeur
van het sanatorium Berg en Bosch te
Bilthoven met zijn adjunct-directeur
dr. Heerdes, dr. K. H. Hahn namens het
R.K. Genootschap voor Geestelijke Ver
nieuwing en vele vertegenwoordigers
van de verschillende K.A.B.-organisa-
ties. Waarderende woorden zijn er vele
gesproken. De algemeen adjunct-secre
taris van het I.C.V., de heer A. Vanis-
tendael, sprak over de dertig jaren,
waarin de heer Serrarens nu reeds
werkt voor de Wereldbond van Chris
telijke Arbeiders. Dr. Bronkhorst prees
de jubilaris voor zijn onvermoeid werk
voor Herwonnen Levenskracht en het
sanatorium Berg en Bosch. De heer Jos
van Seggelen getuigde van Serrarens'
leidinggevend werk in de R.K. Vakbe
weging, terwijl tenslotte Mgr. Van
Schaik hem mededeling deed van de
hoge onderscheiding, die hem is toege
kend.
De uitspraak in de zaak tegen H. A.
Lunshof, welke door de Hoge Raad
was vastgesteld op 16 November a.s., is
uitgesteld. De heer Lunshof werd, zo
als bekend, door het Amsterdamse Ge
rechtshof veroordeeld tot een boete
van ƒ10.—, omdat hij de naam niet
wilde noemen van degene, die hem in
dertijd de geheime notulen van Ling-
gadjati had verstrekt.
ook in Katholieke kringen de heiligheid
van het huwelijk voortdurend geschon
den wordt. Met recht verwacht de we
reld van ons Katholieken een andere en
principiëlere houding dan die welke zij
zelf aanneemt. Het moge dan al eens
lijken, alsof men ons meedoen met haar
opvattingen fideel en sportief vindt, wij
kunnen er zeker van zijn, dat in rustige
ogenblikken ons gedrag zeer wordt af
gekeurd, omdat men weet dat wij ons
anders behoren te gedragen.
Veel mogelijk goeds blijft op deze
wijze achterwege. Wie durft de verant
woordelijkheid daarvoor op zich te
nemen?
Moge daarom het Misformulier van
morgen ons Katholieken tot ernstige be
zinning brengen op onze levensplicht.
Voor ieder van ons bevatten deze won
dermooie gebeden een rijke stof tot
vruchtbare overweging.
voorgestelde regeling onvoldoende, zo
danig onvoldoende, dat de heer Stapel
kamp minister Joekes in overweging
wilde geven het wetsontwerp maar te
rug te nemen en met iets beters te ko
men. De andere sprekers zeiden dit
laatste wel niet, doch zij dachten er niet
veel anders over. Minister Joekes kon
echter uiteenzetten, dat de gewone po
litie zelf geen betere ongevallenverze
kering heeft en daar zat ongetwijfeld
wel iets in. Minder bevredigend was de
minister toen hij ook de ziekteverzeke
ring verdedigde. Dit klonk weinig over
tuigend en zelfs nogal aanvechtbaar.
Doch op de verzekering van de minister,
dat hij te zijner tijd nog wel verder
zal zien wat er verbeterd kan worden,
heeft men hem de wet tenslotte maar
gelaten en haar aanvaard.
Het gemeentebestuur van Rotterdam
zendt ons het volgende communique:
In publicaties omtrent de aanleg van
een E-vliegveld in het Westen des_ lands
is meermalen sprake van besprekingen,
welke zouden gevoerd moeten worden,
en een beslissing, welke daarna zou
moeten worden genomen. In verband
daarmede is het dienstig er aan te her
inneren, dat een beslissing ter zake als
vrucht van zeer langdurige overwegin
gen reeds enige tijd geleden is gevallen.
De minister van Verkeer en Waterstaat
heeft n.l. 27 Juli 1948 officieel doen we
ten, dat hij zich met het door B. en W.
van Rotterdam ingediende plan voor
de aanleg van de luchthaven Schieveen
in algemene zin kon verenigen. Wèl
verklaarde de minister, dat nog ver
schillende punten nader bezien dienden
te worden, maar de noodzakelijke ont
eigening van gronden kon reeds wor
den voorbereid. Het nader overleg niet
de Directeur-Generaal van de Rijks
luchtvaartdienst, dat door de minister
werd gewenst, betrof alléén de detaille
ring en uitwerking van het door de
regering aanvaarde plan voor de lucht
haven Schieveen.
COP MABIfN TOONOtC STUDIO'S
10. Dzilah sloeg hem in gespannen verwachting gade. Het scheen dat de drank
hem beviel, want hij ledigde het glas in één teug tot de bodem. Even was hij
als verdoofdhij keek Dzilah aan en lachte wezenloos, het was hem vreemd te
moede. Een langzaam gevoel doorstroomde hem. Flauwtjes herinnerde hv zich dat
hj iets moest vragen, maar hij wist niet meer wat. Dzilah kwam nader en bleef
hem strak aanzien. De door de tovenares gebrouwen toverdrank werkte! Hu wist
niets meer en ook het bestaan van Winonah was hij vergeten. Dzilah had haar doel
bereikt en een triomphantelijk lachje speelde om haar mond. Pum-Pum had intussen
niet stil gezeten en overal naar Winonah gezocht. Hij geloofde helemaal niet dat
zij weg was gegaan om Eric te zoeken. Hij luisterde ook bij de deur van Dzilah',
kamer en lioorde wat daar gebeurde. Wijs knikte het ventje met zijn kopje en
mompelde in zichzelf: „Wij dit wel gedacht, maar dat zo maar niet gaan. Pum-Pum
steken stokje voor streken van lelijke vrouw, wacht maar!" Hij verwijderde zich
zachtjes, zijn besluit stond vast!
Z. D. H. Mgr. Dr. Bern. Eras viert dezer
dagen zijn veertigjarig jubileum als
Procurator van de Nederlandse Bis
schoppen te Rome.
Minister Marshall heeft gisteren op
een persconferentie te Parijs verklaard,
dat de geruchten over vredesmissies naar
Moskou moeten worden veroordeeld,
omdat zij een onderdeel vormen van
een gevaarlijk Russisch vredesoffensief
dat bedoeld is om de Verenigde Staten te
verzwakken.
Het was de eerste persconferentie se
dert minister Marshall twee maanden
geleden in Parijs aankwam.
De persconferentie werd gehouden in
het hoofdkwartier van de Amerikaanse
UNO-delegatie op het moment dat twee
huizenblokken verder de Amerikaan
Frederic Osborn in de politieke com
missie van de UNO een van de tot dus
verre scherpste aanvallen op Rusland
deed.
Uit de woorden van Marshall en uit
de aanval van Osborn valt op te maken
dat na de presidentsverkiezingen de
Verenigde Staten een fellere en strak
kere politiek tegenover Rusland willen
voeren, een ontwikkeling die in strijd
schijnt te zijn met de berichten over de
mogelijkheid van een op handen zijnde
ontmoeting tussen Stalin en Truman.
Marshall onthield zich van concrete
mededelingen over de datum waarop hij
zich uit de politiek zal terugtrekken.
Over Griekenland sprekend zei hij, dat
de U.S.A. tracht het Griekse leger uit
te breiden en te versterken. De deze
week door de politieke commissie van
de U.N.O. inzake Griekenland aange
nomen resolutie, zou volgens hem een
dergelijke ontwikkeling in de hand kun
nen werken. De kracht van de „vertra
gingsactie" in de politieke commissie
van Joegoslavië was volgens hem een
bewijs dat genoemde resolutie bij het
Oostelijke blok in het geheel niet in de
smaak is gevallen.
I Het plan voor hulp aan Europa had
ook zijn aandacht. Minister Marshall
zei. daj veel meer resultaat was bereikt
dan men zich over het algemeen wel
realiseerde. Men behoefde volgens hem
slechts de toestand van het ogen
blik in Frankrijk en Italië te vergelij
ken met die van begin 1947. De werke
lijke vooruitgang door E.R.P. vindt thans
volgens hem zijn beste bewijs in de
hardnekkige strijd die de Oost-Europe-
se staten er tegen voeren.
De Berlijnse kwestie, die thans in de
Veiligheidsraad op de agenda staat, heeft
de volle aandacht van de U.S.A. Mar
shall zei dat de op 27 October doorhem,
Bevin en Schuman afgelegde verklaring,
dat zij zullen vasthouden aan de resolu
tie van de Veiligheidsraad, nog niets
van zijn waarde heeft ingeboet.
Minister Marshall wilde niet zeggen
of de U.S.A. in het komende debat over
Palestina in de Assemblée het verde
lingsplan van Bernadotte zouden steu
nen.
Het internationaal militaire tribunaal
te Tokio, waarin elf landen vertegen
woordigd zijn, heeft uitspraak gedaan in
het proces tegen 25 voormalige Japanse
leiders.
Hideki Tojo, in October 1941 twee
maanden voor de aanval op Pearl
Harbour, minister-president geworden,
verantwoordelijk voor de „misdadige
aanvallen" van Japan op zijn naburen:
dood door de strop.
Tojo werd bovendien schuldig bevon
den aan misdaden tegen de vrede en
verantwordelijk gesteld voor begane
wreedheden. Hij werd niet schuldig be
vonden aan het voeren van oorlog in
1939 tegen de Mongoolse volksrepubliek
en de Sovjet-Unie.
Met hem werden nog zes andere Ja
panse oorlogsleiders tot de strop ver
oordeeld.
Zestien anderen werden veroordeeld
tot levenslange gevangenisstraf. De Ja
panse ambassadeur in Engeland kreeg 7
jaar, zijn collega in Moskou 20 jaar.
In de politieke Commissie van de U.
N. O. heeft de afgevaardigde van de
Verenigde Staten, Osborn, de Sovjet-
Unie aangevallen wegens „haar in ge
breke blijven bij het scheppen van een
atmosfeer van vertrouwen".
Naar zijn mening heeft de Sovjet-
Unie gebieden geannexeerd, „progres
sieve democratische regeringen in O.-
Europa" vernietigd, de onderhandelin
gen over de vrede met Duitsland en Ja
pan belemmerd, geweigerd het atoom-
contröleplan, dat door 48 naties werd
ondersteund, te aanvaarden, 28 keer het
veto-recht in de Veiligheidsraad toege
past en verzoeningspogingen met be
trekking tot de Berlijnse kwestie van de
hand gewezen.
Osborn was van opinie, dat de span
ning in de wereldpolitiek veroorzaakt
wordt do-ar de „terugkeer van de Sov
jet-leiders tot de principes van wereld
revolutie van het Marxisme-Leninisme".
Hij voegde er aan toe, dat de Sovjet-
Unie „vier millioen man" onder de wa
penen had en „de bij de S.-U. aange
sloten staten twee millioen". Daarom,
zo zei hij, wordt door vermindering der
strijdkrachten met een derde het ge
vaar niet weggenomen.
Gistermiddag was de Britse vertegen
woordiger McNeil aan het woord.
McNeil haalde cijfers aan, waar
mee. naar hij zei, de practisohe ont
wapening in Groot-Brittannië bewe
zen werd. In September 1.1. had Gr.-
Brittannië 787.000 man onder de wape
nen. De post Oorlog bedroeg voor
1944/'45 62 procent van de begroting,
voor 1945/'46 53 pCt., voor 1946/'47 20
pCt., voor 1947/'48 10 pCt. Dit zijn, zo
zei McNeil, gepubliceerde en in het
openbaar bediscussieerde cijfers.
Daarentegen waren volgens hem de
Sovjetcijfers karig en voor verschillen
de uitleg vatbaar. McNeil gaf de vol
gende getallen aangaande zijn schat
ting van de sterkte der Sovjetstrijd
krachten: in 1945 7 millioen man, 1946
5 millioen. in 1947 3 millioen 960 dui
zend, in 1948 4 millioen.
Groot-Brittannië heeft zijn troepen
sterkte tot op een zesde verminderd
sinds de oorlog, zei McNeil, terwijl de
Sovjet-Unie tenminste de helft van haar
strijdkrachten gehandhaafd heeft. „En
in deze ongemakkelijke situatie wenst
de Sovjet-Unie, dat wij °nze strijdkrach
ten reduceren tot 520.000 man, terwijl
de Sovjet-Unie zelf er 2 millioen 700
duizend zou behouden, afgezien van
ruime reserves en de legers van andere
landen, die niet in de berekening zijn
opgenomen."
McNeil verklaarde met te kunnen
geloven dat de Sovjet-Unie haar vele
manschappen nodig had om de vrede
binnen eigen territoir te handhaven
Voorts wilde McNeil het aantal gewa
pende politiemannen per hoofd van de
bevolking der USSR weten.
(Vervolg van pag. 1)
oeveel van dergelijke „standen"
zijn er nu in Nederland te on
derscheiden? Wij menen van zes,
t.w.: de arbeiders, de boeren, de zelf
standige handeldrijvende middenstand,
de werkgevers, de intellectuelen en de
zesde. En die zesde stand dat is die
natuurlijk gevormde groep van men
sen, in het maatschappelijk leven goed
te onderscheiden, die niet zoals de ge
wone middenstanders onafhankelijk,
althans zelfstandig zijn, maar die een
afhankelijke positie innemen tussen
de arbeiders en de wèrkgevers en/of
tussen minder en hoger ontwikkelden,
met andere woorden: de werknemende
middenstanders.
Dit zijn b.v. leidinggevende beamb
ten zowel bij overheidsinstellingen als
in dienst van ondernemingen; onder
wijzers afgestudeerde M.T.S.-ers, men
sen met H.B.S.-opleiding.
Is het bestaan van deze stand een
of andere nieuwe uitvinding? Waar
achtig niet. Bismarck verklaarde al in
1872 dat de Duitse overwinning op de
eerste plaats te danken was aan
de onderwijzers. Onze Nederlandse so
cialisten zouden een heel andere ge
schiedenis geschreven hebben en
schrijven, zo ze niet de medewerking
hadden gekend van socialistische on
derwijzers en ambtenaren.
Die stand bestaat dus reeds zeer
lang Aanvankelijk evenwel was het
aantal dezer standgenoten betrekkelijk
„ering. Ongelofelijk snel is het de
laatste 20 jaar vooral toegenomen. De
perfectionnering van ons industriële le
ven invoering van wetenschappelijke
werkmethoden, enz. hebben een steeds
groter wordend aantal leidinggevende
personeelsleden met uitstekende theo
retische vooropleiding noodzakelijk ge
maakt. Zodoende kunnen thans vele
duizenden feitelijk tot wat men de
werknemende middenstand is gaan noe
men worden gerekend.
Men maakt dus geen standen in Ne
derland, men organiseert ze slechts,
teneinde de stands-eigen belangen be
ter te kunnen behartigen. Een der
diepste doelstellingen nu van de
standsorganisatie, de eigenlijke, de ty
pische standsorganisatorische taak is:
het bevorderen van de groei der har
monisch ontwikkelde menselijke per
soonlijkheid Dit is een hoog indivi
dueel èn gemeenschapsbelang.
Feit was en is nu dat velen ofwel
geheel buiten de organisatie (ook bui
ten de vakorganisatie) bleven en blij
ven, omdat zij zich in die „andere
kring" niet thuis gevoelden. We hopen
met het bovenstaande zij het te
kort de redenen daarvan te hebben
aangetoond.
Dit is natuurlijk te betreuren, want
bij het maatschappelijk herstelwerk
kunnen dezulken juist een zeer belang
rijke taak vervullen.
Het is daarom heel logisch, dat de
grote Doctor Poels z.g. in samenwer
king met Henri Hermans en. vooral
ook Pater Colsen in 1933 in Zuid-Lim
burg waar in verband met de mijn
industrie uiteraard een groot aantal
van deze soort mensen is begon,
nogmaals niet met het maken, maar
met het organiseren van deze stand.
En nu is het zó, dat deze personen
vakorganisatorisch deel uitmaken van
de grote nationale K.A.B., maar stands-
organisatorisch, dus voor hun persoon
lijkheidsvorming. het recht, niet de
plicht hebben zich aaneen te sluiten in
een eigen verband.
Wij kunnen hierin geen versnippe
ring zien, wel een versteviging van het
ideale streven der katholieke leken
naar een betere samenleving.
Ja maar en dan volgt als regel
matige tegenwerping het opsommen
van individuele grensgevallen Piet
hoort er toch zeker niet bij. Is zo'n
handelsreizigertje nou een werknemen
de middenstander? Grenzen zijn niet
nauwkeurig aan te geven. Waarom
zouden we het pogen? Het gaat toch
niet om de organisatie, maar om de
mens. En als die mens, die naar onze
vaak kleinburgerlijke opvatting thuis
„behoort" in de K.A.B., zich beter thuis
voelt in de W.M.. welnu, laat hem
daar dan rustig. Omgekeerd zijn er
minstens evenveel gevallen aanwijs
baar.
Laten we denken aan het woord van
het Episcopaat, neergeschreven over de
W.M. in 1940:
„Uw organisatie van de Werknemen
de Middenstand, tot nog toe „de zwak
ste schakel in de ketting, achten Wij
even belangrijk, even noodzakelijk als
de andere!"
„Weet U wat hij tegen mij zei?
„Vooral niet meer dan tien druppels
per keer, anders ga je kapot."
Het gillachje, dat hierop volgde,
klonk hoog door de holle wachtkamer
van station Deurne.
Aan de kale houten tafel wisselden
een enorme veekoopman uit Oss en
een juffrouw uit Utrecht hun ervarin
gen bij de dokter uit. De „dokter van
Deurne", de man met die speciale
middeltjes, zoals kwakzalvers ge
bruiken. Maar ook de man met de
officiële doktersbul in zijn zak.
„Wat een pracht anders, hè, dat
huis."
„Dat is geen wonder. Naast zijn
practijk, schildert en schrijft ie. Èn
voor de afwisseling maakt hij zo nu
nu en dan gebrandschilderde ramen."
„Weet U, dat hij het liefst in een
blauwe boerenkiel loopt? Met een rode
halsdoek en een zwart-zijden petje?"
„Het is toch maar een knappe baas.
Een oomzeggertje van mijn zwa
ger
De Utrechtse juffrouw vertelde in
geuren en kleuren een fantastisch
verhaal. Op gezette tijden deed de
veekoopman of hij geïnteresseerd luis
terde. Als een harmonica deed zijn
stierennek het hoofd knikken.
Nieuwe patiënten kwamen de wacht
kamer binnen.
„Laat die man nou beweren, dat
verse koeienflappen een open been
niet genezen. Deze fles met dat groe
ne watertje zeker wel." De struise
Zeeuwse boerin trok een verontwaar
digd gezicht tussen de gouden oor
ijzers.
„Ik heb een fles met róód spul. Te
gen de rimmetiek."
Het kromgetrokken vrouwtje uit
Nijmegen had blijkbaar al haar hoop
op het „rode spul" gevestigd.
Op de banken langs de kant, de gele
stoelen met gaatjes-zittingen en de
staanplaatsen klonken de verhalen
van menselijke kwalen en bijna bo
vennatuurlijke genezingen.
„Deurne!' Patiënten voor Deurne
uitstappen!" galmde de conducteur,
toen de trein binnenreed.
„Nou chef, rijden maar," adviseerde
de conducteur. „Enne, slik jij soms
ook van dat rooie of groene goedje?
Of misschien kleurloos vocht? Je neus
begint al aardig bij je pet te kleuren."
Binnen korte tijd kan de indiening bij de
Tweede Kamer worden tegemoet gezien
van een wetsontwerp, dat een regeling zal
bevatten tussen gemeenten onderling en
tussen gemeenten met andere lichamen.
Wanneer we de zuigelingensterfte
van nu vergelijken met die van
tachtig jaar geleden, dan wordt
ons duidelijk hoeveel leed er vroeger
nodeloos geleden werd door ouders, die
hun kindje moesten afstaan in zijn
eerste levensjaar. Dat in dit opzicht
zoveel verbetering is bereikt, is voor
het grootste gedeelte te danken aan
het werk der consultatiebureaux voor
zuigelingen, die met zoveel kundigheid
en enthousiasme worden in stand ge
houden door verschillende verenigin
gen, onder andere door het Wit-Gele
Kruis. Wat tot voor kort een uitzon
dering was, is nu regel: elke welden
kende moeder gaat getrouw met babv
naar het bureau, waar haar duidelijk
gemaakt wordt, hoe zij de normale en
voorspoedige ontwikkeling van haar
(Advertentie)
Opleiding voor de Prakt ij k-
examens: Boekhouden, Neder
lands, Frans, Duits. Engels en Moderne
Bedrijfsadministratie. Wenst U in 1949 voor
een dezer diploma's te slagen? Studeer dan
onder de stuwende leiding van: RESA,
HILVERSUM - Telef. 5432 (Bekende
Schriftelijke Cursus). Vraagt ons prospectus.
21)
O, ik wilde alleen je weerstand op
de proef stellen.
Mijnmijnw
Jetty gaf me een kameraadschappe
lijk klapje,
Wind je niet zo op, ouwe jongen,
dat is niet goed voor je arme miskende
hart. En nu zal je moeten uitknijpen,
want ik heb reuze-honger en ik moet
eerst dit pak nog uittrekken. Dat ver
eist de etiquette, hé?
Ik ga niet weg vóór ik weet, welke
houding ik tegenover je moet aanne
men, als de anderen er bij zijn.
Houding?Je mag rechtop lp
pen, net zoals iedereen.
Jetty! Ik smeek er je om, wees
verstandig!
O, je doet maar gewoon.... Je
maakt me het hof en zo.... Ik beloof
je, dat ik je een gelijke kans zal geven
als de andere aanbidders.... Want ik
krijg nu natuurlijk een massa aanbid
ders, denk je niet Mare?
Ik keek haar een beetje onzeker aan
en moest toegeven, dat ze inderdaad een
massa aanbidders zou krijgen. Ze duw
de me met een hartelijk lachje de ka
mer uit. Lichtelijk verdwaasd ging ik
naar de eetzaal, waar ik kennis maak
te met de overige gasten. Het waren er
niet zoveel meer, nu het seizoen zo goed
als afgelopen was. De Duitse fabrikant
en zijn zuster, een jonge Franse dokter,
drie Zwitserse bankbedienden met hun
vrouwen, een knorrige Amerikaan, een
Japanse student en een ziekelijke oude
dame. die voortdurend kuchte.
Daarna stelde Robert me aan Jetty
voor, mijn vrouw van de straat. Ik
lachte witjes, toen ze achter de rug der
anderen, een groot, schitterend oog te
gen mij dichtkneep. En toch was ik blij,
dat ik tenslotte nog meer rechten op
haar had, dan al de anderen en het
hinderde me, dat Robert 't tegenover
gestelde scheen te menen. Toen 't diner
al aan de gang was, kwamen nog vier
Franse jongelui binnen, die met vro
lijke luidruchtigheid beslag legden op
mijn vrouw van de straat. Jetty babbel
de met hen in een vreselijk taaltje dat
hen blijkbaar in verrukking bracht. Ro
bert wierp me verstolen blikken toe,
want wat ze hun in haar met een
Franse vernis overstreken Nederlands
toevoegde, was allesbehalve vleiend. Ik
benijdde Robert, die 't grappig kon vin
den, maar ik schaamde me diep.
Na het diner sleurde Robert me mee
naar het gidsenbureau en toen we te-
rugkwa'men, was Jetty verdwenen met
de vier Franse mannetjes. Ik zag haar
niet meer terug, vóór de avond. Ze
wierp me in het voorbijgaan een stra
lende blik toe en ik kreeg lust om haar
in haar kamer te volgen en haar eens
flink door elkaar te schudden. Maar ik
deed het niet werkelijk. O neenl
Tijdens het danspartijtje dat o-p het
souper volgde, vermeed ik opzettelijk,
haar ten dans te vragen, alhoewel ik
tot mijn verbazing opmerkte, dat ze bij
zonder goed danste. Deze lijdelijke
wraak scheen haar echter niet te hinde
ren. Ik had de indruk, dat ze zich reus
achtig vermaakte, vooral de jonge Duit
ser, met wie ze zich nog enigszins on
derhouden kon, scheen haar gunst te
hebben gewonnen. Ik was het beu. Heel
het stelletje jonge mannen maakte me
akelig en toen ik het niet langer kon
aanzien, ging ik op het koude ter
ras zitten en dacht na over mijn ellen
dig lot. En toen werd ik weer eens
woest, maar ditmaal op mezelf omdat
ik me zenuwachtig maakte, om iets, dat
me eigenlijk moest verheugen, Was het
niet beter voor mij, dat Jetty niet als
mijn vrouw optrad? Als ze nu eens een
flater begin, kon de schande niet op
mii vallen.
En toch bleef die sombere ontevre
denheid in me en ik was te opgewon
den om er een verklaring voor te zoe
ken. Ik was er diep van overtuigd, dat
ik haar niet liefhad en nooit lief zou
krijgen. Plotseling schrok ik uit mijn
gepieker op.
Moppige jongens, hè Mare? Maar
een beetje vermoeiend. Jetty was naast
me komen zitten. Ik snoof verachtelijk.
Ben je altijd zo breedsprakig
Mare?
Ik verschanste me In waardig stil
zwijgen.
Als je ook eens wat vertellen gaat,
laat me het dan weten hè....
Nadat ze tien minuten zwijgend naast
me had gezeten, wendde ik me ver
baasd naar haar toe. Ik was er niet aan
gewoon haar zo stil te zien. Ze zat met
de ellebogen op de knieën en haai" kin
in de handpalmen geleund. Haar 9®^?
glansden mat in het onwezenlijke Lent,
dat van de wazige bergen afstraalde.
Een hoek van haar zijden sjaal wap
perde zacht tegen haar wang. Aangrij
pende stilte steeg uit de diepten van de
horizon.
Vlagen muziek en mensenstemmen
deinden af en aan. Een donkere strook
dennebomen kroop op tegen de berg
wand tct ginder boven, waar smelten
de sneeuw afzonk en het bergwater on
zichtbaar klaterde.
Een avond als deze doet je zelfs
de liefde vergeten, Mare.
Ik begreep, wat er in haar hart om
ging. Ik had het zelf al eens eerder
meegemaakt.
Liefde is menselijk, maar dit
Je mag er niet diep op ingaan, of
je zou gaan betreuren dat je maar eei»
mens bent.
Je mag hier vooral niet te lang
blijven zitten, Jetty. Je zou kou vatten
Ze lachte geluidloos.
Wat ben je toch een domme jon
gen! Maar ik geloof heus, dat je een
goede vriend zou zijn.
Na deze raadselachtige woorden
stond ze op. Ik was niet tot nadenken
in staat. De beklemming, die over me
was gekomen, maakte me onrustig. Ik
had het gevoel, dat ik iets ontdekken
moest. Maar wat?
Stilletjes sloop ik naar mijn kamer.
Veel later werd ik wakker. Ik meende,
dat iemand me goede nacht wenste.
Maar overal heerste diepe stilte. Ver
weg speelde de maan op de schitteren
de toppen.
De volgende morgen had ik Jetty nog
net te pakken, toen zij de deur uit liep.
Ik had nog niet ontbeten, maar ik volg
de haar in de mist, een dikke, huiverige
mist, die alles toedekte in grijze een
tonigheid.
O Mare. ben jij het? Sta je altijd
zo vroeg op?
Neen, ik heb een hekel aan vroeg
opstaan.
En toen ging ik zwijgend naast haar
lopen. Ik geloof, dat zij het prettig vond.
Houd je ook van mist, Mare? Ik
houd bijna evenveel van mist als van
sneeuw, omdat het je de indruk geeft,
dat je elk ogenblik op iets onverwachts
zult stuiten. Ik houd van het onzekere.
Zekerheid is zo saai!
Ik antwoordde niet. Dat verwachtte
ze trouwens niet. Dennenappels raspten
onder onze voeten. Toen zei ik in een
plotselinge opwelling:
Hogerop staat een gemeubileerd
chalet leeg. Jetty. Willen we het hu
ren en hier blijven tot we er genoeg
vap krijgen?
Je moet nooit ergens blijven tot
je er genoeg van krijgt. Je moet weg
gaan eer de verveling het mooier er
van bederft.
(Wordt vervolgd)
spruit kan verzekeren. Daarom be
vreemdt het te meer, dat de consultatie
bureaux voor kleuters in verhouding
veel minder populair zijn. Men kan ge
rust zeggen, dat met betrekking tot de
geneeskundige voorzorg de jaren tus
sen de zuigelingentijd en de leeftijd, dat
de schoolarts zich bezighoudt met het
kind, een soort van vacuum vormen,
een tijd. waar de meerdere of mindere
deskundigheid van de ouders de ontwik
keling van het kind bepaalt.
En nu mag het waar zijn, dat in ver
schillende opzichten de kleuterleeftijd
minder gevaren voor het leven ople
vert dan de zuigelingentijd, waar blijft,
dat menige fout in lichaamshouding, in
lopen en bewegen enz. ontstaat in de
leeftijd tussen één en vijf jaar, en dat
heel veel van dergelijke verworven ge
breken voorkomen hadden kunnen
worden, terwijl ze later moeilijk te
corrigeren zijn. Daarbij komt nog, dat
ook aangeboren gebreken, die zich in
die periode der jeugd openbaren, in
hun ontwikkeling kunnen worden ge
stuit, of. door doelmatige behandeling
kunnen worden teruggebracht tot wei
nig hinderlijke afwijkingen. En tenslotte
staat wel vast, dat deze kleuterleeftijd
een tijdperk in het mensenleven is,
waarin de gevoeligheid voor indrukken
zo groot is, dat tal van geestelijke be
zwaren zouden voorkomen kunnen wor
den, wanneer ook op dit gebied meer
deskundige waakzaamheid aanwezig
was.
Die deskundige waakzaamheid in de
kleuterleeftijd, daar gaat het om. De
ouders zien niet of onvoldoende, wan
neer een of andere afwijking ontstaat.
Dat heeft allerlei oorzaken: in de eer
ste plaats is het contact met kleuter zo
veelvuldig, dat gebreken of afwijkin
gen. die zich heel geleidelijk ontwik
kelen, eerst worden opgemerkt wan
neer ze al vrij ver zijn voortgeschreden.
In de tweede plaats zijn vele van die
funeste aanwensels, die tot afwijkin
gen in houding of beweging leiden,
vaak halfbewuste naaperijen van
ouderen in de omgeving van de kleu
ter. Welnu, het naapen van dergelijke
fouten wordt niet opgemerkt, omdat
juist die fouten geaccepteerd zijn door
degeen, die ze heeft, en door zijn om
geving, die eraan gewend is. Tenslotte
bestaat er een onbegrensd, maar heel
slecht gefundeerd vertrouwen in „het
zal wel vergroeien." Om zeker te zijn
is er maar één weg: geregelde, perio
dieke controle door de specialisten van
het consultatiebureau. Wanneer de le
den der kruisverenigingen, die gratis
gebruik kunnen maken van hun con
sultatiebureaux voor kleuters, dit na
laten, dan zij ze, zoals het heet, „tegen
zichzelf." Erger is, dat ze ook „tegen
hun kind" zijn, en de kleuter beschik
bare en.noodzakelijke zorg ont
houden.