Tactisch spelletje van C.F.N.-lcden £rk de Noorman -HetStenen Beeld Marshall waarschuwt tegen Russisch vredesoffensief Strakkere politiek te verwachten Strop voor Tojo Werknemende Middenstand Rusland heeft vier millioen man onder de wapenen Mensen op reis GEWICHTIGE JAREN IN EEN MENSENLEVEN Levensplicht P. J. S. Serrarens Hetplan-Schieveen H HET GELUK DE DWAZEN Inpoldering Zuiderzee in ket gedrang onderscheiden OSBORN valt Sovjet- Unie aan ZATERDAG 13 NOVEMBER 1948 PAGINA 3 DE KAMERDEBATTEN °ok m, Zaak-Lunshof uitgesteld POLITIEKE COMMISSIE Samenwerking van gemeenten SOCIALE GEZONDHEIDSZORG PRAKTIJKEXAMENS 1949 IS MET door JORIS JORISSEN Al naar gelang van de opvattingen, welke men voorstond met betrek king tot oorsprong, aard en doel van de mens, is er in de loop van de tijden heel wat gepraat en geschreven over de juiste wijze van leven, over de hianier, waarop de mens het best zijn bestaan kan ordenen om het zo draag- üjk, zo aangenaam of zo goed mogelijk te maken. De vele en uiteenlopende me tingen samen te vatten is een schier on mogelijke taak. Het moge voldoende 2ijn er aan te herinneren, dat zij zich bewogen tussen de uitersten van de meest plat-materialistische genotzucht, daarvan de aanhangers geen geestelijk en onvergankelijk levensprincipe in de mens erkennen, en fanatieke ascese, die al 't aardse als zonder meer verderfelijk beschouwt en het accent legt op een vol komen onderdrukken en afsterven aan elke menselijke streving, hoe natuurlijk die ook moge zijn. Niettegenstaande de grote aanhang, die sommige van deze bedenksels hebben gehad, is het een feit, dat na kortere of langere tijd ieder stel sel, dat de ware aard van de mens mis kende, aan eigen ontoereikendheid is doodgebloed. En zo zal het ieder stelsel Vergaan, dat het doel van het menselijk 'even hier op aarde zoekt en zijn eeuwige bestemming ontkent of verwaarloost. Het ligt in de geaardheid van onze batuur naar het blijvende, het eeuwige le streven; niets wat vergankelijk is kan ons hart op de duur voldoen. En dit om de eenvoudige reden dat de mens door God voor God geschapen is. Het is dan ook in het geheel niet ver wonderlijk, dat het Christendom de enige levensbeschouwing is, die, door de stormen van stoffelijke en geestelijke Revoluties heen, onveranderlijk dezelfde is gebleven en altijd blijven zal, daar fcijn goddelijke oorsprong de garantie Voor zijn waarheid in zich bevat. Chris tus' Kerk heeft van Godswege de onfeil bare belofte meegekregen: „Ik zal met U tijn tot het einde der tijden", en „de macht der hel zal niets tegen U vermo gen". Het is goed in tijden van geeste lijke nood en innerlijke verarming ons deze goddelijke woorden te herinneren °mdat ze ons behoeden voor overigens begrijpelijke vertwijfeling en ons bemoe digen en versterken in de vaak ongelijke strijd voor het goede. Maar nog beter is het te bedenken, dat Gods belofte voor geen enkele individuele mens de Zekerheid van zijn persoonlijke redding betekent zonder dat ieder naar kracht en mogelijkheid daaraan mee werkt. Deze waarheid houdt de H. Kerk ons °P allerlei wijzen telkens opnieuw voor °gen. Want niets is voor ons eeuwig wel pijn van meer belang dan een helder in- Sicht in onze levensplicht. De H. Mis van morgen is er weer vol van. Duidelijk brengt de litur gie de tweevoudige taak in her innering, die God ons allen heeft opge legd. Zo is daar vooreerst de strikte Plicht van persoonlijke heili ging. Wat anders immers kan de Col lecte beogen, die God smeekt ons de kracht te verlenen daaraan steeds de Voornaamste plaats in onze belangstel- ling te schenken en in woord en daad £ijn H. Wil te volbrengen! En de Secreta stippelt weer eens precies uit waar het °m gaat: onze inwendige reiniging van Slle zonde en kwaad en ononderbroken geestelijke vernieuwing door de genade- schenkende invloed van het H. Offer, Öat wij bijwonen, en waarvan wij voor °ns verder leven leiding en bescherming Verwachten. Als dan na de nuttiging van '3 Heren Lichaam en Bloed de Godheid °ns hele wezen vervult, dan smeekt de ï'ostcommunio, dat het verlangen naar bet waarachtige leven, dat wij nu Shlaken mogen door de intieme vereni ging met God zelf, in ons levendig blijve; Want alleen zo beantwoorden wij vol komen aan het doel van ons bestaan: Öoor steeds groter wordende gelijkvor migheid met Christus het eeuwig leven Waardig te worden. Zo leefden de Chris tenen van Thessalonica. aan wie St. Pau- Ips zulke prijzende woorden wijdt in het Epistel. Als deze eens op alle Katholieken Van toepassing waren, de wereld zou er Wigetwijfeld heel anders uitzien. De tweede taak die God ons heeft °Pgelegd is ons apostolaat. Het évangelie bevat de gelijkenis van mos- iflrdzaadje en zuurdeeg, waarmee Chris tus de groei van de Kerk weergeeft, blaar ook hier is 't niet Christus' bedpe- 'mg, dat de uitbreiding van Zijn Kerk Alleen het gevolg zal zijn van de god delijke genadewerking. Voor een groot de e 1 is hier wel degelijk de menselijke Activiteit ingeschakeld. Het zout en het lcht der wereld behoren wij te zijn. En tvel zozeer, dat Christus, toen Hij deze Vefgelijking 12zigde, er aan toevoegde, het licht geroepen is om te schijnen Au niet om onder de korenmaat te worden ^Plaatst. En zout, dat zijn kracht ver- °ren hesft, is alleen nog maar goed om Weggeworpen te worden. Zo is het wel duidelijk, dat de H. Mis Vah morgen ons zeer nadrukkelijk op Ahze levensplicht wijst. Omdat God goed s' moeten Zijn schepselen, de mensen, «at Aard, goed zijn, en als de mensen niet zijn, hoe kan men dan verwachten, de wereld goed is en het leven op e draaglijk? Qo». 1 volgen. De zorgzaamste moeder kan wij toch maar eens de leiding van Kerk trouw en nauwgezet wil- Aar kinderen onmogelijk vaker en met re6ei nadruk waarschuwen voor geva- d6 en de weg wijzen naar het goede dan bi- Kerk doet met haar gelovigen. aar hoe kunnen wij verwachten, dat ®nige goede invloed van ons uitgaat °hze omgeving en onze naasten, als Y,j 2elf niet eerst een geestelijk even- c hebben gevonden in trouw aan w a geboden? Hoe kunnen wij ver gif n werelc* te verbeteren als wij k^Seen eerlijkheid, geen rechtvaardig- Seen naastenliefde beoefenen? Als (Van onze parlementaire redacteur) De Tweede Kamer heeft Vrijdagmid dag de algemene beschouwingen over de begroting in een matte stmeming voltooid. Er werd nog wat na-gerepli ceerd, waarbij de communisten nog eens drie moties paarden, de eerste om de loonbijslag ook uit te strekken tot gehuwden beneden 23 jaar en daarmee gelijkgestelden, de tweede om hetzelfde te doen ten behoeve van gepensionneer- den sociale rentetrekkers en kleine zelf standigen, de derde om de inkomens grens van 3700 gulden te verhogen. Een doorzichtig tactisch spelletje, nadat de communisten van sommige andere spre kers vernomen hadden, dat hun wen sen eigenlijk dezelfde kant uitgingen. Over deze motie zal Dinsdag gestemd worden. Minister Lieftinck heeft nog me degedeeld, waarom er op het ogen blik onmogelijk kon worden voort gegaan met de inpoldering van de Zui derzee. Hij zette uiteen, dat het in cul tuur brengen van de Noord-Oost Pol der op het moment zoveel geld kost, dat er voor het onder handen nemen van een nieuwe polder niets af kan. De snelste wijze om een uitbreiding van cultuurgrond te verkrijgen is het werk aan de Noord-Oost Polder met alle kracht voort te zetten. De hoofdstukken I, II, Vila, XIV en de Wet op de Middelen zijn zonder stemming goedgekeurd met de aante kening, dat de communisten geacht wil len worden tegen te hebben gestemd. Op een agenda, waarop enige kleine wetsontwerpjes prijkten, is ook nog even gedebatteerd over het ontwerp Sociale Verzekering Reserve-Politie. Van anti-revolutionnaire, katholieke en socialistische kant vond men de daarin (Van onze correspondent) Tijdens een gisteren te Utrecht ge houden receptie hebben velen gele genheid gevonden de heer P. J- S. Serrarens geluk te wensen met zijn zestigste verjaardag. De geestelijke ad viseur van de K.A.B., Mgr. J. G. van Schaik, deed daarop o.m. de medede ling van zijn benoeming tot Ridder in de Orde van de H. Gregorius de Grote. Op de receptie verschenen: de voor zitter van de K.V.P., W. J. Andriessen, Mag. dr. S. Stokman namens het In ternationaal Christelijk Vakverbond, de heren Jos Veldman, Dré de Wolf en Middelhuis namens het K.A.B.-bonds- bestuur, de heren Verzuu en Vuyster namens Herwonnen Levenskracht, dr. W. Bronkhorst, geneesheer-directeur van het sanatorium Berg en Bosch te Bilthoven met zijn adjunct-directeur dr. Heerdes, dr. K. H. Hahn namens het R.K. Genootschap voor Geestelijke Ver nieuwing en vele vertegenwoordigers van de verschillende K.A.B.-organisa- ties. Waarderende woorden zijn er vele gesproken. De algemeen adjunct-secre taris van het I.C.V., de heer A. Vanis- tendael, sprak over de dertig jaren, waarin de heer Serrarens nu reeds werkt voor de Wereldbond van Chris telijke Arbeiders. Dr. Bronkhorst prees de jubilaris voor zijn onvermoeid werk voor Herwonnen Levenskracht en het sanatorium Berg en Bosch. De heer Jos van Seggelen getuigde van Serrarens' leidinggevend werk in de R.K. Vakbe weging, terwijl tenslotte Mgr. Van Schaik hem mededeling deed van de hoge onderscheiding, die hem is toege kend. De uitspraak in de zaak tegen H. A. Lunshof, welke door de Hoge Raad was vastgesteld op 16 November a.s., is uitgesteld. De heer Lunshof werd, zo als bekend, door het Amsterdamse Ge rechtshof veroordeeld tot een boete van ƒ10.—, omdat hij de naam niet wilde noemen van degene, die hem in dertijd de geheime notulen van Ling- gadjati had verstrekt. ook in Katholieke kringen de heiligheid van het huwelijk voortdurend geschon den wordt. Met recht verwacht de we reld van ons Katholieken een andere en principiëlere houding dan die welke zij zelf aanneemt. Het moge dan al eens lijken, alsof men ons meedoen met haar opvattingen fideel en sportief vindt, wij kunnen er zeker van zijn, dat in rustige ogenblikken ons gedrag zeer wordt af gekeurd, omdat men weet dat wij ons anders behoren te gedragen. Veel mogelijk goeds blijft op deze wijze achterwege. Wie durft de verant woordelijkheid daarvoor op zich te nemen? Moge daarom het Misformulier van morgen ons Katholieken tot ernstige be zinning brengen op onze levensplicht. Voor ieder van ons bevatten deze won dermooie gebeden een rijke stof tot vruchtbare overweging. voorgestelde regeling onvoldoende, zo danig onvoldoende, dat de heer Stapel kamp minister Joekes in overweging wilde geven het wetsontwerp maar te rug te nemen en met iets beters te ko men. De andere sprekers zeiden dit laatste wel niet, doch zij dachten er niet veel anders over. Minister Joekes kon echter uiteenzetten, dat de gewone po litie zelf geen betere ongevallenverze kering heeft en daar zat ongetwijfeld wel iets in. Minder bevredigend was de minister toen hij ook de ziekteverzeke ring verdedigde. Dit klonk weinig over tuigend en zelfs nogal aanvechtbaar. Doch op de verzekering van de minister, dat hij te zijner tijd nog wel verder zal zien wat er verbeterd kan worden, heeft men hem de wet tenslotte maar gelaten en haar aanvaard. Het gemeentebestuur van Rotterdam zendt ons het volgende communique: In publicaties omtrent de aanleg van een E-vliegveld in het Westen des_ lands is meermalen sprake van besprekingen, welke zouden gevoerd moeten worden, en een beslissing, welke daarna zou moeten worden genomen. In verband daarmede is het dienstig er aan te her inneren, dat een beslissing ter zake als vrucht van zeer langdurige overwegin gen reeds enige tijd geleden is gevallen. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft n.l. 27 Juli 1948 officieel doen we ten, dat hij zich met het door B. en W. van Rotterdam ingediende plan voor de aanleg van de luchthaven Schieveen in algemene zin kon verenigen. Wèl verklaarde de minister, dat nog ver schillende punten nader bezien dienden te worden, maar de noodzakelijke ont eigening van gronden kon reeds wor den voorbereid. Het nader overleg niet de Directeur-Generaal van de Rijks luchtvaartdienst, dat door de minister werd gewenst, betrof alléén de detaille ring en uitwerking van het door de regering aanvaarde plan voor de lucht haven Schieveen. COP MABIfN TOONOtC STUDIO'S 10. Dzilah sloeg hem in gespannen verwachting gade. Het scheen dat de drank hem beviel, want hij ledigde het glas in één teug tot de bodem. Even was hij als verdoofdhij keek Dzilah aan en lachte wezenloos, het was hem vreemd te moede. Een langzaam gevoel doorstroomde hem. Flauwtjes herinnerde hv zich dat hj iets moest vragen, maar hij wist niet meer wat. Dzilah kwam nader en bleef hem strak aanzien. De door de tovenares gebrouwen toverdrank werkte! Hu wist niets meer en ook het bestaan van Winonah was hij vergeten. Dzilah had haar doel bereikt en een triomphantelijk lachje speelde om haar mond. Pum-Pum had intussen niet stil gezeten en overal naar Winonah gezocht. Hij geloofde helemaal niet dat zij weg was gegaan om Eric te zoeken. Hij luisterde ook bij de deur van Dzilah', kamer en lioorde wat daar gebeurde. Wijs knikte het ventje met zijn kopje en mompelde in zichzelf: „Wij dit wel gedacht, maar dat zo maar niet gaan. Pum-Pum steken stokje voor streken van lelijke vrouw, wacht maar!" Hij verwijderde zich zachtjes, zijn besluit stond vast! Z. D. H. Mgr. Dr. Bern. Eras viert dezer dagen zijn veertigjarig jubileum als Procurator van de Nederlandse Bis schoppen te Rome. Minister Marshall heeft gisteren op een persconferentie te Parijs verklaard, dat de geruchten over vredesmissies naar Moskou moeten worden veroordeeld, omdat zij een onderdeel vormen van een gevaarlijk Russisch vredesoffensief dat bedoeld is om de Verenigde Staten te verzwakken. Het was de eerste persconferentie se dert minister Marshall twee maanden geleden in Parijs aankwam. De persconferentie werd gehouden in het hoofdkwartier van de Amerikaanse UNO-delegatie op het moment dat twee huizenblokken verder de Amerikaan Frederic Osborn in de politieke com missie van de UNO een van de tot dus verre scherpste aanvallen op Rusland deed. Uit de woorden van Marshall en uit de aanval van Osborn valt op te maken dat na de presidentsverkiezingen de Verenigde Staten een fellere en strak kere politiek tegenover Rusland willen voeren, een ontwikkeling die in strijd schijnt te zijn met de berichten over de mogelijkheid van een op handen zijnde ontmoeting tussen Stalin en Truman. Marshall onthield zich van concrete mededelingen over de datum waarop hij zich uit de politiek zal terugtrekken. Over Griekenland sprekend zei hij, dat de U.S.A. tracht het Griekse leger uit te breiden en te versterken. De deze week door de politieke commissie van de U.N.O. inzake Griekenland aange nomen resolutie, zou volgens hem een dergelijke ontwikkeling in de hand kun nen werken. De kracht van de „vertra gingsactie" in de politieke commissie van Joegoslavië was volgens hem een bewijs dat genoemde resolutie bij het Oostelijke blok in het geheel niet in de smaak is gevallen. I Het plan voor hulp aan Europa had ook zijn aandacht. Minister Marshall zei. daj veel meer resultaat was bereikt dan men zich over het algemeen wel realiseerde. Men behoefde volgens hem slechts de toestand van het ogen blik in Frankrijk en Italië te vergelij ken met die van begin 1947. De werke lijke vooruitgang door E.R.P. vindt thans volgens hem zijn beste bewijs in de hardnekkige strijd die de Oost-Europe- se staten er tegen voeren. De Berlijnse kwestie, die thans in de Veiligheidsraad op de agenda staat, heeft de volle aandacht van de U.S.A. Mar shall zei dat de op 27 October doorhem, Bevin en Schuman afgelegde verklaring, dat zij zullen vasthouden aan de resolu tie van de Veiligheidsraad, nog niets van zijn waarde heeft ingeboet. Minister Marshall wilde niet zeggen of de U.S.A. in het komende debat over Palestina in de Assemblée het verde lingsplan van Bernadotte zouden steu nen. Het internationaal militaire tribunaal te Tokio, waarin elf landen vertegen woordigd zijn, heeft uitspraak gedaan in het proces tegen 25 voormalige Japanse leiders. Hideki Tojo, in October 1941 twee maanden voor de aanval op Pearl Harbour, minister-president geworden, verantwoordelijk voor de „misdadige aanvallen" van Japan op zijn naburen: dood door de strop. Tojo werd bovendien schuldig bevon den aan misdaden tegen de vrede en verantwordelijk gesteld voor begane wreedheden. Hij werd niet schuldig be vonden aan het voeren van oorlog in 1939 tegen de Mongoolse volksrepubliek en de Sovjet-Unie. Met hem werden nog zes andere Ja panse oorlogsleiders tot de strop ver oordeeld. Zestien anderen werden veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. De Ja panse ambassadeur in Engeland kreeg 7 jaar, zijn collega in Moskou 20 jaar. In de politieke Commissie van de U. N. O. heeft de afgevaardigde van de Verenigde Staten, Osborn, de Sovjet- Unie aangevallen wegens „haar in ge breke blijven bij het scheppen van een atmosfeer van vertrouwen". Naar zijn mening heeft de Sovjet- Unie gebieden geannexeerd, „progres sieve democratische regeringen in O.- Europa" vernietigd, de onderhandelin gen over de vrede met Duitsland en Ja pan belemmerd, geweigerd het atoom- contröleplan, dat door 48 naties werd ondersteund, te aanvaarden, 28 keer het veto-recht in de Veiligheidsraad toege past en verzoeningspogingen met be trekking tot de Berlijnse kwestie van de hand gewezen. Osborn was van opinie, dat de span ning in de wereldpolitiek veroorzaakt wordt do-ar de „terugkeer van de Sov jet-leiders tot de principes van wereld revolutie van het Marxisme-Leninisme". Hij voegde er aan toe, dat de Sovjet- Unie „vier millioen man" onder de wa penen had en „de bij de S.-U. aange sloten staten twee millioen". Daarom, zo zei hij, wordt door vermindering der strijdkrachten met een derde het ge vaar niet weggenomen. Gistermiddag was de Britse vertegen woordiger McNeil aan het woord. McNeil haalde cijfers aan, waar mee. naar hij zei, de practisohe ont wapening in Groot-Brittannië bewe zen werd. In September 1.1. had Gr.- Brittannië 787.000 man onder de wape nen. De post Oorlog bedroeg voor 1944/'45 62 procent van de begroting, voor 1945/'46 53 pCt., voor 1946/'47 20 pCt., voor 1947/'48 10 pCt. Dit zijn, zo zei McNeil, gepubliceerde en in het openbaar bediscussieerde cijfers. Daarentegen waren volgens hem de Sovjetcijfers karig en voor verschillen de uitleg vatbaar. McNeil gaf de vol gende getallen aangaande zijn schat ting van de sterkte der Sovjetstrijd krachten: in 1945 7 millioen man, 1946 5 millioen. in 1947 3 millioen 960 dui zend, in 1948 4 millioen. Groot-Brittannië heeft zijn troepen sterkte tot op een zesde verminderd sinds de oorlog, zei McNeil, terwijl de Sovjet-Unie tenminste de helft van haar strijdkrachten gehandhaafd heeft. „En in deze ongemakkelijke situatie wenst de Sovjet-Unie, dat wij °nze strijdkrach ten reduceren tot 520.000 man, terwijl de Sovjet-Unie zelf er 2 millioen 700 duizend zou behouden, afgezien van ruime reserves en de legers van andere landen, die niet in de berekening zijn opgenomen." McNeil verklaarde met te kunnen geloven dat de Sovjet-Unie haar vele manschappen nodig had om de vrede binnen eigen territoir te handhaven Voorts wilde McNeil het aantal gewa pende politiemannen per hoofd van de bevolking der USSR weten. (Vervolg van pag. 1) oeveel van dergelijke „standen" zijn er nu in Nederland te on derscheiden? Wij menen van zes, t.w.: de arbeiders, de boeren, de zelf standige handeldrijvende middenstand, de werkgevers, de intellectuelen en de zesde. En die zesde stand dat is die natuurlijk gevormde groep van men sen, in het maatschappelijk leven goed te onderscheiden, die niet zoals de ge wone middenstanders onafhankelijk, althans zelfstandig zijn, maar die een afhankelijke positie innemen tussen de arbeiders en de wèrkgevers en/of tussen minder en hoger ontwikkelden, met andere woorden: de werknemende middenstanders. Dit zijn b.v. leidinggevende beamb ten zowel bij overheidsinstellingen als in dienst van ondernemingen; onder wijzers afgestudeerde M.T.S.-ers, men sen met H.B.S.-opleiding. Is het bestaan van deze stand een of andere nieuwe uitvinding? Waar achtig niet. Bismarck verklaarde al in 1872 dat de Duitse overwinning op de eerste plaats te danken was aan de onderwijzers. Onze Nederlandse so cialisten zouden een heel andere ge schiedenis geschreven hebben en schrijven, zo ze niet de medewerking hadden gekend van socialistische on derwijzers en ambtenaren. Die stand bestaat dus reeds zeer lang Aanvankelijk evenwel was het aantal dezer standgenoten betrekkelijk „ering. Ongelofelijk snel is het de laatste 20 jaar vooral toegenomen. De perfectionnering van ons industriële le ven invoering van wetenschappelijke werkmethoden, enz. hebben een steeds groter wordend aantal leidinggevende personeelsleden met uitstekende theo retische vooropleiding noodzakelijk ge maakt. Zodoende kunnen thans vele duizenden feitelijk tot wat men de werknemende middenstand is gaan noe men worden gerekend. Men maakt dus geen standen in Ne derland, men organiseert ze slechts, teneinde de stands-eigen belangen be ter te kunnen behartigen. Een der diepste doelstellingen nu van de standsorganisatie, de eigenlijke, de ty pische standsorganisatorische taak is: het bevorderen van de groei der har monisch ontwikkelde menselijke per soonlijkheid Dit is een hoog indivi dueel èn gemeenschapsbelang. Feit was en is nu dat velen ofwel geheel buiten de organisatie (ook bui ten de vakorganisatie) bleven en blij ven, omdat zij zich in die „andere kring" niet thuis gevoelden. We hopen met het bovenstaande zij het te kort de redenen daarvan te hebben aangetoond. Dit is natuurlijk te betreuren, want bij het maatschappelijk herstelwerk kunnen dezulken juist een zeer belang rijke taak vervullen. Het is daarom heel logisch, dat de grote Doctor Poels z.g. in samenwer king met Henri Hermans en. vooral ook Pater Colsen in 1933 in Zuid-Lim burg waar in verband met de mijn industrie uiteraard een groot aantal van deze soort mensen is begon, nogmaals niet met het maken, maar met het organiseren van deze stand. En nu is het zó, dat deze personen vakorganisatorisch deel uitmaken van de grote nationale K.A.B., maar stands- organisatorisch, dus voor hun persoon lijkheidsvorming. het recht, niet de plicht hebben zich aaneen te sluiten in een eigen verband. Wij kunnen hierin geen versnippe ring zien, wel een versteviging van het ideale streven der katholieke leken naar een betere samenleving. Ja maar en dan volgt als regel matige tegenwerping het opsommen van individuele grensgevallen Piet hoort er toch zeker niet bij. Is zo'n handelsreizigertje nou een werknemen de middenstander? Grenzen zijn niet nauwkeurig aan te geven. Waarom zouden we het pogen? Het gaat toch niet om de organisatie, maar om de mens. En als die mens, die naar onze vaak kleinburgerlijke opvatting thuis „behoort" in de K.A.B., zich beter thuis voelt in de W.M.. welnu, laat hem daar dan rustig. Omgekeerd zijn er minstens evenveel gevallen aanwijs baar. Laten we denken aan het woord van het Episcopaat, neergeschreven over de W.M. in 1940: „Uw organisatie van de Werknemen de Middenstand, tot nog toe „de zwak ste schakel in de ketting, achten Wij even belangrijk, even noodzakelijk als de andere!" „Weet U wat hij tegen mij zei? „Vooral niet meer dan tien druppels per keer, anders ga je kapot." Het gillachje, dat hierop volgde, klonk hoog door de holle wachtkamer van station Deurne. Aan de kale houten tafel wisselden een enorme veekoopman uit Oss en een juffrouw uit Utrecht hun ervarin gen bij de dokter uit. De „dokter van Deurne", de man met die speciale middeltjes, zoals kwakzalvers ge bruiken. Maar ook de man met de officiële doktersbul in zijn zak. „Wat een pracht anders, hè, dat huis." „Dat is geen wonder. Naast zijn practijk, schildert en schrijft ie. Èn voor de afwisseling maakt hij zo nu nu en dan gebrandschilderde ramen." „Weet U, dat hij het liefst in een blauwe boerenkiel loopt? Met een rode halsdoek en een zwart-zijden petje?" „Het is toch maar een knappe baas. Een oomzeggertje van mijn zwa ger De Utrechtse juffrouw vertelde in geuren en kleuren een fantastisch verhaal. Op gezette tijden deed de veekoopman of hij geïnteresseerd luis terde. Als een harmonica deed zijn stierennek het hoofd knikken. Nieuwe patiënten kwamen de wacht kamer binnen. „Laat die man nou beweren, dat verse koeienflappen een open been niet genezen. Deze fles met dat groe ne watertje zeker wel." De struise Zeeuwse boerin trok een verontwaar digd gezicht tussen de gouden oor ijzers. „Ik heb een fles met róód spul. Te gen de rimmetiek." Het kromgetrokken vrouwtje uit Nijmegen had blijkbaar al haar hoop op het „rode spul" gevestigd. Op de banken langs de kant, de gele stoelen met gaatjes-zittingen en de staanplaatsen klonken de verhalen van menselijke kwalen en bijna bo vennatuurlijke genezingen. „Deurne!' Patiënten voor Deurne uitstappen!" galmde de conducteur, toen de trein binnenreed. „Nou chef, rijden maar," adviseerde de conducteur. „Enne, slik jij soms ook van dat rooie of groene goedje? Of misschien kleurloos vocht? Je neus begint al aardig bij je pet te kleuren." Binnen korte tijd kan de indiening bij de Tweede Kamer worden tegemoet gezien van een wetsontwerp, dat een regeling zal bevatten tussen gemeenten onderling en tussen gemeenten met andere lichamen. Wanneer we de zuigelingensterfte van nu vergelijken met die van tachtig jaar geleden, dan wordt ons duidelijk hoeveel leed er vroeger nodeloos geleden werd door ouders, die hun kindje moesten afstaan in zijn eerste levensjaar. Dat in dit opzicht zoveel verbetering is bereikt, is voor het grootste gedeelte te danken aan het werk der consultatiebureaux voor zuigelingen, die met zoveel kundigheid en enthousiasme worden in stand ge houden door verschillende verenigin gen, onder andere door het Wit-Gele Kruis. Wat tot voor kort een uitzon dering was, is nu regel: elke welden kende moeder gaat getrouw met babv naar het bureau, waar haar duidelijk gemaakt wordt, hoe zij de normale en voorspoedige ontwikkeling van haar (Advertentie) Opleiding voor de Prakt ij k- examens: Boekhouden, Neder lands, Frans, Duits. Engels en Moderne Bedrijfsadministratie. Wenst U in 1949 voor een dezer diploma's te slagen? Studeer dan onder de stuwende leiding van: RESA, HILVERSUM - Telef. 5432 (Bekende Schriftelijke Cursus). Vraagt ons prospectus. 21) O, ik wilde alleen je weerstand op de proef stellen. Mijnmijnw Jetty gaf me een kameraadschappe lijk klapje, Wind je niet zo op, ouwe jongen, dat is niet goed voor je arme miskende hart. En nu zal je moeten uitknijpen, want ik heb reuze-honger en ik moet eerst dit pak nog uittrekken. Dat ver eist de etiquette, hé? Ik ga niet weg vóór ik weet, welke houding ik tegenover je moet aanne men, als de anderen er bij zijn. Houding?Je mag rechtop lp pen, net zoals iedereen. Jetty! Ik smeek er je om, wees verstandig! O, je doet maar gewoon.... Je maakt me het hof en zo.... Ik beloof je, dat ik je een gelijke kans zal geven als de andere aanbidders.... Want ik krijg nu natuurlijk een massa aanbid ders, denk je niet Mare? Ik keek haar een beetje onzeker aan en moest toegeven, dat ze inderdaad een massa aanbidders zou krijgen. Ze duw de me met een hartelijk lachje de ka mer uit. Lichtelijk verdwaasd ging ik naar de eetzaal, waar ik kennis maak te met de overige gasten. Het waren er niet zoveel meer, nu het seizoen zo goed als afgelopen was. De Duitse fabrikant en zijn zuster, een jonge Franse dokter, drie Zwitserse bankbedienden met hun vrouwen, een knorrige Amerikaan, een Japanse student en een ziekelijke oude dame. die voortdurend kuchte. Daarna stelde Robert me aan Jetty voor, mijn vrouw van de straat. Ik lachte witjes, toen ze achter de rug der anderen, een groot, schitterend oog te gen mij dichtkneep. En toch was ik blij, dat ik tenslotte nog meer rechten op haar had, dan al de anderen en het hinderde me, dat Robert 't tegenover gestelde scheen te menen. Toen 't diner al aan de gang was, kwamen nog vier Franse jongelui binnen, die met vro lijke luidruchtigheid beslag legden op mijn vrouw van de straat. Jetty babbel de met hen in een vreselijk taaltje dat hen blijkbaar in verrukking bracht. Ro bert wierp me verstolen blikken toe, want wat ze hun in haar met een Franse vernis overstreken Nederlands toevoegde, was allesbehalve vleiend. Ik benijdde Robert, die 't grappig kon vin den, maar ik schaamde me diep. Na het diner sleurde Robert me mee naar het gidsenbureau en toen we te- rugkwa'men, was Jetty verdwenen met de vier Franse mannetjes. Ik zag haar niet meer terug, vóór de avond. Ze wierp me in het voorbijgaan een stra lende blik toe en ik kreeg lust om haar in haar kamer te volgen en haar eens flink door elkaar te schudden. Maar ik deed het niet werkelijk. O neenl Tijdens het danspartijtje dat o-p het souper volgde, vermeed ik opzettelijk, haar ten dans te vragen, alhoewel ik tot mijn verbazing opmerkte, dat ze bij zonder goed danste. Deze lijdelijke wraak scheen haar echter niet te hinde ren. Ik had de indruk, dat ze zich reus achtig vermaakte, vooral de jonge Duit ser, met wie ze zich nog enigszins on derhouden kon, scheen haar gunst te hebben gewonnen. Ik was het beu. Heel het stelletje jonge mannen maakte me akelig en toen ik het niet langer kon aanzien, ging ik op het koude ter ras zitten en dacht na over mijn ellen dig lot. En toen werd ik weer eens woest, maar ditmaal op mezelf omdat ik me zenuwachtig maakte, om iets, dat me eigenlijk moest verheugen, Was het niet beter voor mij, dat Jetty niet als mijn vrouw optrad? Als ze nu eens een flater begin, kon de schande niet op mii vallen. En toch bleef die sombere ontevre denheid in me en ik was te opgewon den om er een verklaring voor te zoe ken. Ik was er diep van overtuigd, dat ik haar niet liefhad en nooit lief zou krijgen. Plotseling schrok ik uit mijn gepieker op. Moppige jongens, hè Mare? Maar een beetje vermoeiend. Jetty was naast me komen zitten. Ik snoof verachtelijk. Ben je altijd zo breedsprakig Mare? Ik verschanste me In waardig stil zwijgen. Als je ook eens wat vertellen gaat, laat me het dan weten hè.... Nadat ze tien minuten zwijgend naast me had gezeten, wendde ik me ver baasd naar haar toe. Ik was er niet aan gewoon haar zo stil te zien. Ze zat met de ellebogen op de knieën en haai" kin in de handpalmen geleund. Haar 9®^? glansden mat in het onwezenlijke Lent, dat van de wazige bergen afstraalde. Een hoek van haar zijden sjaal wap perde zacht tegen haar wang. Aangrij pende stilte steeg uit de diepten van de horizon. Vlagen muziek en mensenstemmen deinden af en aan. Een donkere strook dennebomen kroop op tegen de berg wand tct ginder boven, waar smelten de sneeuw afzonk en het bergwater on zichtbaar klaterde. Een avond als deze doet je zelfs de liefde vergeten, Mare. Ik begreep, wat er in haar hart om ging. Ik had het zelf al eens eerder meegemaakt. Liefde is menselijk, maar dit Je mag er niet diep op ingaan, of je zou gaan betreuren dat je maar eei» mens bent. Je mag hier vooral niet te lang blijven zitten, Jetty. Je zou kou vatten Ze lachte geluidloos. Wat ben je toch een domme jon gen! Maar ik geloof heus, dat je een goede vriend zou zijn. Na deze raadselachtige woorden stond ze op. Ik was niet tot nadenken in staat. De beklemming, die over me was gekomen, maakte me onrustig. Ik had het gevoel, dat ik iets ontdekken moest. Maar wat? Stilletjes sloop ik naar mijn kamer. Veel later werd ik wakker. Ik meende, dat iemand me goede nacht wenste. Maar overal heerste diepe stilte. Ver weg speelde de maan op de schitteren de toppen. De volgende morgen had ik Jetty nog net te pakken, toen zij de deur uit liep. Ik had nog niet ontbeten, maar ik volg de haar in de mist, een dikke, huiverige mist, die alles toedekte in grijze een tonigheid. O Mare. ben jij het? Sta je altijd zo vroeg op? Neen, ik heb een hekel aan vroeg opstaan. En toen ging ik zwijgend naast haar lopen. Ik geloof, dat zij het prettig vond. Houd je ook van mist, Mare? Ik houd bijna evenveel van mist als van sneeuw, omdat het je de indruk geeft, dat je elk ogenblik op iets onverwachts zult stuiten. Ik houd van het onzekere. Zekerheid is zo saai! Ik antwoordde niet. Dat verwachtte ze trouwens niet. Dennenappels raspten onder onze voeten. Toen zei ik in een plotselinge opwelling: Hogerop staat een gemeubileerd chalet leeg. Jetty. Willen we het hu ren en hier blijven tot we er genoeg vap krijgen? Je moet nooit ergens blijven tot je er genoeg van krijgt. Je moet weg gaan eer de verveling het mooier er van bederft. (Wordt vervolgd) spruit kan verzekeren. Daarom be vreemdt het te meer, dat de consultatie bureaux voor kleuters in verhouding veel minder populair zijn. Men kan ge rust zeggen, dat met betrekking tot de geneeskundige voorzorg de jaren tus sen de zuigelingentijd en de leeftijd, dat de schoolarts zich bezighoudt met het kind, een soort van vacuum vormen, een tijd. waar de meerdere of mindere deskundigheid van de ouders de ontwik keling van het kind bepaalt. En nu mag het waar zijn, dat in ver schillende opzichten de kleuterleeftijd minder gevaren voor het leven ople vert dan de zuigelingentijd, waar blijft, dat menige fout in lichaamshouding, in lopen en bewegen enz. ontstaat in de leeftijd tussen één en vijf jaar, en dat heel veel van dergelijke verworven ge breken voorkomen hadden kunnen worden, terwijl ze later moeilijk te corrigeren zijn. Daarbij komt nog, dat ook aangeboren gebreken, die zich in die periode der jeugd openbaren, in hun ontwikkeling kunnen worden ge stuit, of. door doelmatige behandeling kunnen worden teruggebracht tot wei nig hinderlijke afwijkingen. En tenslotte staat wel vast, dat deze kleuterleeftijd een tijdperk in het mensenleven is, waarin de gevoeligheid voor indrukken zo groot is, dat tal van geestelijke be zwaren zouden voorkomen kunnen wor den, wanneer ook op dit gebied meer deskundige waakzaamheid aanwezig was. Die deskundige waakzaamheid in de kleuterleeftijd, daar gaat het om. De ouders zien niet of onvoldoende, wan neer een of andere afwijking ontstaat. Dat heeft allerlei oorzaken: in de eer ste plaats is het contact met kleuter zo veelvuldig, dat gebreken of afwijkin gen. die zich heel geleidelijk ontwik kelen, eerst worden opgemerkt wan neer ze al vrij ver zijn voortgeschreden. In de tweede plaats zijn vele van die funeste aanwensels, die tot afwijkin gen in houding of beweging leiden, vaak halfbewuste naaperijen van ouderen in de omgeving van de kleu ter. Welnu, het naapen van dergelijke fouten wordt niet opgemerkt, omdat juist die fouten geaccepteerd zijn door degeen, die ze heeft, en door zijn om geving, die eraan gewend is. Tenslotte bestaat er een onbegrensd, maar heel slecht gefundeerd vertrouwen in „het zal wel vergroeien." Om zeker te zijn is er maar één weg: geregelde, perio dieke controle door de specialisten van het consultatiebureau. Wanneer de le den der kruisverenigingen, die gratis gebruik kunnen maken van hun con sultatiebureaux voor kleuters, dit na laten, dan zij ze, zoals het heet, „tegen zichzelf." Erger is, dat ze ook „tegen hun kind" zijn, en de kleuter beschik bare en.noodzakelijke zorg ont houden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1948 | | pagina 3