in PSYCHOTECHNIEK hoogste wijsheid me DE NOORMAN: GEVANGENEN DEK 1 JoeH BtUSÏk'MP Uiting van erkentelijkheid van het georganiseerde bedrijfsleven VERLEDEN Hoogoven schaak- tournooi 1 Roeping belangrijker dan beroep benauwde Goede samenwerking tassen regering, ondernemers en werknemers gewenst VERVOLG GRENSWIJZIGINGEN IN FEBRUARI? Wie en wat is een bekwaampsycholoog? MILITAIRE HULP VOOR WEST-EUROPA Ook ten gunste van Benelux „Gezellig Samenzijn" districts-clubkampioen VRIJDAG 14 JANUARI 1949 PAGINA 3 Toepassing der graphologie geoorloofd? Wat is een „bekwaam" psycholoog heV°& graphologie of géén graphologie, antwni 1 twijfelachtig of het ooit ver rest) d' zal zijn, dat de psychologen, het Psychotechnici, zich begeven op t°ch -rei-n der „stoornissen". Het lijkt fi)n„n„„at.Ion,eel stoornissen in normale do 5? hlijven rangschikken onder pathologie (ziektenleer); in elk geval j ab iedere stoornis, die door de psycho- 2?S worden geconstateerd, pathologisch n.L samenhangen met lichamelijke Sceptisch Vragen Truman keurt hulpplan goed Meningsverschil met V.S. over Palestina Engeland bezorgd AC HE SON VERKLAART: Buitenlandse politiek blijft ongewijzigd HET MARSHALLjCONGRES TE UTRECHT Politiek van Nederland wordt niet goed begrepen PENSIOEN VOOR RESERVE-OFFICIEREN Het leven wordt duurder OP HET door LESLIE FORD Vertaling van Pauline Fellinga Analyse Bergsma—0' Kelly 13/1 34% 32% S'6% 39 v» 3d?» 13 V» 56 55% 16% 13 -A 26% 38'4 48W 38% 24% 71% se 160V4 266 226 311% 168i.3b 168 175 158 (Van een bijzondere medewerker) Van de twintigste eeuw, de eeuw der techniek, is ook de psychotechniek een Product, Hoewel niet nieuw, is de psychotech- "lek na de tweede wereldoorlog een ■node geworden. Afgezien van de naoor logse beunhazerij op het gebied der Psychotechniek, welke een chaos heeft geschapen, waarin een wettelijke rege- ijbg binnenkort orde moet scheppen, giiJPt de practische nsyohotechniek der ate 0p- maatschappelijke verhou- j ngen in, .dat het dringend noodzakelijk A 1dat men zich over de werkelijke be- ickenis en waarde ervan degelijk be- 'int. Aanleiding tot enkele opmerkingen seeft de beschouwing over psychotech- jilek in de Volkskrant van 7 Januari 1.1. je redactie van dit artikel suggereert, r*t de inhoud het standpunt van de ge- zienlijke bonafid,e psychotechnici en psychologen weergeeft tie vermeld te hebben, dat de func- os, die bij het psychotechnisch onder op. worden onderzocht, ziin: inteïli- ;;fotie (uitgedrukt in het intelligentie quotiënt), geheugen, tempo en concen- ratie-vermogen, gaat de schrijver over op oet onderwerp: stoornissen. De stoomis- van het geheugen en het tempo oorbijgaande, geeft hij een summier verzicht van de stoornissen van het oncentratievermogen, en zegt dan, -j ha het constateren van deze stoor- 0 het psychotechnisch onderzoek Phoudt en het karakteronderzoek be- n dat de oorzaken der stoornissen ^htoont. Van de hierbij ten dienste ®ahde middelen noemt de schrijver al- jeh de graphologie (handschriftkun- g?' bij naam. Hierna zegt hij, dat de «apholoog, indien hij een ernstige hornis in het concentratievermogen (jJ^ateert, „moet verwijzen naar een *waam psycholoog of psychiater." ^Alvorens nu enkele opmerkingen te UjjKon wijzen wij erop, dat 't in dezen j'oraard niet gaat om de psychologie te;P- psychotechniek als speciële we- i^J^chap. Tot critiek zouden wij onvol- oj^hde bevoegd zijn. Het gaat in dezen ?J2 oe toepassing in de praktijk, en voor l„.,or de opmerkingen critiek zullen in- fiat z'i er nadrukkelijk op gewezen, r* deze de toegepaste psychotechniek hew' Psychologie betreft, zoals ze in het wuste artikel wordt beschreven. genomen, dat de graphologie in 'c tijd zodanig als wetenschap p^cvorderd, dat haar practische toe- suil I'8' (kans tot volkomen exacte re- liel leidt. Dan zou het wellicht toch Sr,r overbodig zijn geweest indien de jUetfver bedacht had, dat de practi sed toepassing door velen nog be- j^pOOwd wordt als ten avontuurlijke node, die voorlopig nog dient te eia? n °P Pen vluchtheuvel tussen i|a 'jvoyance en wetenschap. Menig aan- Phni - 'czer zaI- wanneer hij de gra- Ijj. 'ogic vermeid ziet als een methode ]j' (jen onderzoek, dat zulke allerbe- wSftökste practische consequenties ™t, huiveren. 1 geestelijke ziekten, zodat hij de rftekenis der gevonden stoornissen nooit (j ®t zekerheid kan beoordelen. Alle Sr,i?r. kern gevonden stoornissen (door de 6rijver in kort bestek vermeld) kun- bijvoorbeeld verband houden met tuberculeuze hersenvliesontsteking 'n beginnende psychose (krank- ^t, zoals gezegd wordt, de grapho- S eventueel „moet verwijzen naar 'CO; lu^kekwaam psycholoog of psychiater", w' de onaanvaardbaarheid van de 4ffl ckoloog op bedoeld terrein reeds t>sv "de 33,1 te tonen, want wat hij de 6i„ k'ater thuis hoort, hoort beslist W. bij de psycholoog thuis. Eigenlijk Seh a''t het, dat de schrijver de medi- (jJ'e opleiding ais essentiële factor zon- t)i„ hleer verwaarloost, hetgeen boven ra?;1 impliceert, dat hij de onmisbare tcv» die in het ambtsgeheim schuilt, y0 bs verwaarloost. Dat i.p.v. „be- ®hi>i psycholoog van „bekwaam" psy- <Jit R wordt gesproken, betekent in Zej^n^'band meer, dan oppervlakkig het slot van het betoog' wijst de tg.u'iyer op de winst, die het psycho- onderzoek verschaft; hij be;SeHt van „de beste kansen op ar- Vi- vreuSde" (bij opvolgen van het ad- s inzake het te kiezen beroep). b fr Wordt echter gezwegen over een der «ijfh&rijkste en ingrijpendste toepassin- van het psychotechnisch onderzoek, óe. de inmenging van dit onderzoek bij /.aanstellen van personeel. 1 is tegenwoordig gewoon, dat ad- vjjenties, die sollicitanten oproepen, gelden, dat psychotechnisch onder- het is vereist. Men realisere zich, dat is dus aan de psychotechnische bureau s overgelaten carrières te maken, maar bo Ze> eventueel voor goed, te breken, tp- Uitkomsten van het onderzoek moe- ipa, daarom exacte conclusies mogelijk is *eh; zou dit niet het geval zijn, dan Psvpu26 Practische toepassing van het v6ra otechnisch onderzoek zedelijk niet in btwoord en is de overheid verplicht V0,y grijpen. Dat de beschouwing in de chot ant van 7 Januari 1.1. het psy- \vii ®cdnisch onderzoek op aanvaardbare Vraae z°u verantwoorden, lijkt zeer de Ti bp(i®i volgende voorbeeld uit de praktijk heirt door een toevallige omslandig- het, e mate van betrouwbaarheid van sti-uefychotechmsch onderzoek op in- QVp,, ev'e wijze (uiteraard zullen tegen- eU(lst veie ongunstige voorbeelden vele erorn Z1in te noemen; maar het gaat j«n/ T dal de conclusies niet mogen fa- iemand, die reeds een tiental jaren leisteen een zeer bekwaam bedrijfs- bo0(,r is op een en hetzelfde bedrijf, die ci6e zyn chefs uitermate wordt geappre- ti„. 1, solliciteert elders, alleen om zijn Po; ftlo6t'e te verbeteren. De sollicitanten der2 ®h zich aan een psychotechnisch on- Üge e* onderwerpen. Door een toeval- laats.°mstandigheid is onze man op- de bindPe middag van net onderzoek ver ben J moet zijn sollicitatie intrek- °p èip°ch uit nieuwsgierigheid laat hij kosten later het onderzoek af- batiden' krijgt het rapport dus in Jbheia constateert in zijn persoon- Scbikt eigenschappen, die hem onge- "'t ran,niaken voor bedrijfsleider; met ^'°ordin 1rt zou ook bij zijn tegen- V°orbefii3edr«f niet z«n aangesteld. Dit Het sPreekt voor zich zelf. *ecbtvi?jr een uit vele, die twijfel Plichten uSen en tot bezinning ver- "et rechtvaardigt de vraag of ïeha«te SCeptisch "'j"' en ZÜ die het toe- Psychotechnisch onderzoek een „schandelijke" methode vinden, omdat de beste krachten er door gedupeerd kunnen worden, geheel ongelijk hebben. Het artikel wijst nu op „de beste kan sen op arbeidsvreugde", die de vruchten zouden zijn van het psychotechnisch on derzoek. Verondersteld, dat het inder daad deze vruchten afwerpt, dan rest er nog een vraag, die eigenlijk a priori dient te worden gesteld, daar zij funda menteel is: Zijn deze vruchten werkelijk zo waardevol? In het algemeen heeft men het tot nu toe volkomen vanzelfsprekend gevonden dat het vaststellen van het individueel meest geschikte beroep een vooruitgang betekent, zo vanzelfsprekend, dat het zonder enig bedenken aanvaard werd. In de slotbeschouwing van het bewuste artikel wordt een en ander eveneens als volkomen vanzelfsprekend aangeduid. En inderdaad lijkt het volkomen ratio neel! Bij dieper nadenken rijzen echter vra gen, die door hun biologisch-philoso- phische aspecten niet zo maar zijn te beantwoorden. Zelfs zijn zij niet gemak kelijk te formuleren, zeker niet in kort bestek. Hier komt nu te hulp een citaat uit het werk „De Nederlandsche Vlag op We- reldzeeëen van J. C. Mollema: „Een energiek volk brengt zo nu en dan een zeer merkwaardig type mannen voort- Wij bedoelen den „all-round" mens, die thuis is op velerlei gebied, niet als 'n ama teurachtig manusje van alles, maar die als het ware voor de meest uit elkaar liggende taken bevoegd blijkt te zijn, omdat hij gezegend is met nooit falende intuïtie, vruchtbare verbeeldingskracht en zulk een zekerheidsgevoel," dat hij de moed heeft alles in en op te zetten voor de verwerkelijking van zijn ideeën. Hij twijfelt nooit, ook niet na misluk kingen." Het lijkt ons toe, dat dit citaat niet slechts de vragen opdringt, maar ze tevens beantwoordt, zodat een goed ver staander geen nadere aanduiding behoeft. Zo lijkt de psychotechniek met het mogelijk voorkomen van zulke mannen geen rekening te houden, en dus ook niet met het feit, dat slechts uit het midden van veelzijdigen zulk een all round mens voortkomt. Omdat zij uit de actuele persoonlijkheid haar toekomstige potentie bepaalt, lijkt de psychotechniek het feit te negeren, dat de mens boven zich zelf uitgroeit en tot onverwachte prstaties komt, wanneer de (bittere) noodzaak hem dwingt. De psychotech niek lijkt het standpunt te huldigen dat de omstandigheden dienen te worden aan gepast aan de persoonlijkheid i.p. dat de persoonlijkheid, zich dient aan te passen aan de omstandigheden. Zou dit inder daad zo zijn, dan staat de psychotechniek wezenlijk in dienst van de decadentie. De psychotechniek lijkt de geteste mens a priori relatief insufficiënt te stem pelen voor de onbepaalde taakwaar voor onvoorziene omstandigheden hem plaatsen, hetgeen zijn verantwoordelijk heid verkleint. Zij lijkt de geteste mens te verhinderen ziin kracht'te vinden in zijn zwakheid. Zodat de essentiële vraag rijst: wordt niet geheel over het hoofd gezien, dat het in eerste instantie gaat om de roeping en niet om het beroep? De maatschappelijke roeping is het ver vullen van de plicht waarvoor ieder zich door omstandigheden geplaatst ziet. President Truman heeft een program voor militaire hulp aan de landen van West-Europa goedgekeurd, aldus een verklaring van James Forrestal, Ameri kaans minister van Defensie. Forrestal zei, dat het program ook was goedge keurd door de Nationale Veiligheidsraad, het orgaan, dat de militaire en buiten landse politiek coördineert. Forrestal voegde hieraan toe, dat Tru man zich binnenkort terzake met een verzoek tot het congres zou wenden. De kwestie werd onthuld in een brief van Forrestal aan senator Harry Cain (Republikein), waarin hij de berichten tegenspreekt, dat hij naar bevoegdheden streefde „om Amerika in een oorlog te storten zonder het congres daarvan ook maar op de hoogte te stellen". Forrestal noemde geen geldbedrag voor de kosten van de hulp. Men schat het echter op 1 a 2 milliard dollar. Het Amerikaanse ministerie van Bui tenlandse Zaken heeft de juistheid van een verklaring van het Britse Foreign Office ontkend, dat Engeland er eerst na besprekingen met de V.S. toe is over gegaan verkenningsvliegtuigen naar het Israëlisch-Egyptisch grondgebied te zen den. „Wfj blijven bij wat we gezegd heb ben," was het commentaar van een woordvoerder van het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken. •Sir Oliver Franks, Brits ambassadeur in Washington, heeft gisteren een onder houd gehad met Truman. Hij deelde aan verslaggevers mede, dat hij de president „de meningen van zijn regering ten aan zien van de Palestijnse kwestie" had medegedeeld. Functionarissen te Washington zeiden, dat dé ambassadeur getracht heeft van president Truman een volledige en ac tuele uiteenzetting te verkrijgen van de Amerikaanse politiek ten aanzien van Palestina en een nadere uiteenzetting omtrent de jongste stappen der Ameri kaanse regering bij Engeland, Egypte en Israël. Een woordvoerder van het Foreign Office gaf openlijk toe, dat in Britse re geringskringen bezorgdheid heerst over de Brits-Amerikaanse geschillen inzake Palestina. President Truman heeft ont kend, dat de betrekkingen tussen de V.S. en Engeland gespannen waren tengevol ge van de ontwikkelingen in Palestina. De fungerende bemiddelaar der V.N. in het Palestijnse conflict, dr. Ralph Bunche, opende gisteren de Israëlisch- Egyptische vredesbesprekingen met een beroep op alle regeringen om „elk inci dent te vermijden en elke handelwijze na te laten, waardoor het opbouwende proces van beraadslagingen, welke moe ten leiden tot het sluiten van een wa penstilstandsverdrag, in gevaar wordt gebracht." In diplomatieke kringen te Washington staat men nog steeds vrij sceptisch te genover de kansen van welslagen der Joods-Arabische besprekingen op Rho- dos. Het Amerikaanse scepticisme is voornamelijk gebaseerd op de Britse cri tiek op het Amerikaanse standpunt in zake de strijd in het Nabije Oosten en in de tweede plaats op een rapport van Joodse zijde, waarin werd gezegd, dat Engeland op de Arabieren druk uit oefende om de Joodse vredespogingen te doen mislukken. Van gezaghebbende zijde te Londen wordt vernomen, dat kleine wijzigingen in de Duitse Westgrens ten gunste van Frankrijk en de Benelux-landen waar schijnlijk van kracht zullen wórden in een bestuursdecreet van de Westelijke bezetingsmogendheden voor het eind van Februari. Het rappoort van de werkgroep der zes mogendheden, welke te Parijs bij een is om onmiddellijke kleine grens wijzigingen aan te bevelen, is thans door de zes betrokken regeringen, Engeland, Frankrijk, de V.S. en de drie Benelux- landen, goedgekeurd. Gisteren werd door enige Berlijnse dagbladen commentaar geleverd op de eisen van Nederland en België tot wijzi ging van de West-Duitse grens. In de commentaren worden deze eisen zender meer van de hand gewezen. Het in de Britse sector verschijnende dagblad „Der Tag" schrijft: „Het aan grondstoffen arme en door het toestro men van vluchtelingen overbevolkte en economisch ontredderde Duitsland zal nimmer begrijpen, dat landen, met gro te mogelijkheden op koloniaal gebied, zoals België en Nederland, het nog van enige van zijn karige bodemschatten willen beroven, welke, zoals in het ge bied van de Eems, waar olie wordt, aan getroffen, speciaal langs de West-Duitse grens van uiterst groot belang zijn." Dean Acheson, die tot minister van Buitenlandse Zaken der V. S. is be noemd, heeft gisteren verklaard, dat hij vastbesloten is „de standvastigheid en continuïteit' in de Amerikaanse buiten landse politiek voort te zetten en het voorbeeld van George Marshall ten aan zien van de betrekkingen van het land met de Sovjet-XJnie te volgen. Acheson voegde hieraan toe: „Het schijnt overvloedig duidelijk dat nie mand Marshali's plaats kan innemen, maar iemand, die onder hem .werkte, kan Marshall's voorbeeld volgen." Er de nadruk op leggend, dat de president zelf in de eerste plaats ver antwoordelijk is voor de politiek van de V. S., zei Acheson dat „Truman in de meest positieve termen heeft ver klaard, dat hij in het geheel geen verandering in de buitenlandse poli tiek der V. S. verwacht." Acheson's verklaring werd uitgelokt door vragen van de republikeinse sena tor Arthur Vandenbferg, naar aanleiding van de speculaties over mogelijke ver anderingen in de politiek. Nadat de enquête was afgelopen, voorspelde de voorzitter, de democra tische senator Tom Connally, dat de commmissie vandaag Acheson's benoe ming tijdens een besloten zitting zóu bevestigen. Ab andere middelen ge> faald hebben Uw hoestaan- vallen minder benauwd te maken, neem dan het middel waarop nog alecht» zeiden vergeefs 'n beroep is gedaan s 20. Vanuit zijn loge sloeg de genadeloze keizer Commodus het binnentreden van de slaven gade De grijns om zijn smalle lippen en de flikkering in zijn ogen verrieden hoezeer hv naar het schouwspel verlangde. Behalve de keizer bevonden zich een oude, streng uitziende man en de commandant van de Pretoriaanse garde in de loge. Zich tot de eerste richtende, zei Commodus met luide stem: „Een pracht stel slaven, Pertilax, het zal een goed gevecht worden, ik verlang er naar en verheug mij er zéér op De oude Pertilax staarde zijn gebieder zwijgend aan, geen antwoord kwam over zijn lippen Inmiddels waren de slaven door de Romeinse soldaten de arena ingejaagd en onder het gejoel van de duizenden toeschouwers ving de strijd aanZijn speer en vang net stevig omknellend naderde Eric een grote gladiator, die met een grijns op zijn gelaat, het zwaard voor een snelle slag gereed hield. Al spoedig bemerkte Eric, dat het net hem hinderde bij het lopen en dit „wapen" ter zijde gooiend, deed hij met de speer een snelle uitval naar de ongedekte schouder van zijn tegenstander Deze wist echter de stoot te ontwijken en sprong meteen naar vorenVóór Eric er op verdacht was, suisde het zwaard door de lucht en met een geweldige slag werd de houten speer in stukken en uit zijn hand geslagen Onder auspiciën van de Stiehtingr van de Arbeid is gisteren te Utrecht een congres gehouden, gewijd aan het Europese herstelprogramma. Een Marshall congres, zoals de voorzitter, de heer E. Kupers, het karakteriseerde, omdat geen naam beter van toepassing is op deze bijeenkomst dan die van de ont- werper van het plan tot hulpverlening aan Europa. Z. K. H. Prins Bernhard, de ministers Lieftinck, Spitzen, Stikker, Joekes, In 't Veld, Götzen en Van den Brink, de Britse ambassadeur en andere leden van het corps diplomatique woonden het congres bij, dat zowel van de administrateur van het Marshall plan, Paul Hoffman, als van de reizende ambassadeur, Harrinian, telegrammen van medeleven mocht ontvangen. De heer E. Kupers. voorzitter van de Stichting van de Arbeid en van het N.V.V. zei in zijn openingswoord, dat dit congres is gehouden, omdat het ge organiseerde bedrijfsleven uiting wenst te geven aan zijn erkentelijkheid voor de economische hulp, die door de V.S. wordt verleend. De omstandigheid, dat de Sovjet-Unie en de overige landen van Oost-Europa niet hun medewerking aan het plan-Marshall wensten te ver lenen, is te betreuren, want het zou de internationale verstandhouding ten goede komen. Hij bracht vervolgens het opschorten van de C. A.-hulp aan Indonesië ter sprake en zeide te hopen, dat Amerika zich zal houden aan het beginsel, dat het plan-Mar shall geen inmenging betekent in de interne aangelegenheden van de hulp- ontvangende landen. De heer Kupers zou het in ernstige mate betreuren, in dien Amerika de economische hulp zou gebruiken om politieke druk uit te oefenen, daar dit in de kaart zou spe len van hen, die de V. S, ervan be schuldigen met het plan-Marshall im perialistische doeleinden na te streven. De heer drs. E. H. van der Beugel, directeur van het bureau van de rege ringscommissaris van het Europese herstelprogramma, schetste vervolgens in korte trekken de geschiedenis van het tot stand komen van het Europees herstelprogramma. De dollarcrisis in Europa is naar zijn mening niet alleen het gevolg van de schok van de tweede wereldoorlog, doch slechts het uiterlijke teken van diepere veranderingen en verstoringen, die voor een deel terug te voeren zijn tot ver vóór de tweede en zelfs de eerste wereldoorlog. Het goederenverkeer tus sen het Westelijke halfrond en Europa vertoonde reeds voor de oorlog een sterke onevenwichtigheid in die zin, dat West-Europa meer importeerde dan exporteerde ten aanzien van Amerika. Het is misschien goed. aldus dr. Van der Béugel, op deze plaats nog eens met nadruk te zeggen, hoe gevaarlijk en kortzichtig het naar mijn mening is om een zo groot opgezet politiek program ma waarvan het Europese herstelpro gramma getuigt, terug te willen voeren op een ongecompliceerd motief. Het is even naïef om te beweren, dat het plan Marshall is geboren ter bevordering van de Amerikaanse exportbelangen als het naïef is te veronderstellen, dat slechts Sinterklaasgedachten bij de regering en het volk van de V. S. een rol hebben gespeeld De Europese landen zijn nog niet zo ver, dat zij bereid zijn een meerder heids-besluit te erkennen van andere Europese landen, wat op economisch gebied in eigen land gevolgen zou heb ben, welke indruisen tegen wat men als juist voor het eigen land erkent. Men mag deze onrijpheid betreuren. Men moet op verdere integratie hopen, maar het zou een gevaarlijke illusie zijn deze realiteiten te negeren. Vervolgens sprak dr. A. Valentine, het hoofd van dé E.C.A.-missie in Neder land. De rede, die vervolgens door ir. Ingen Housz, president-directeur van de Kon. Nederl. Hoogovens en Staalfabrieken N.V, werd gehouden, gaf het standpunt weer van de Nederlandse ondernemers tegenover het Europees herstelprogram ma. Volgens ir. Ingen Housz kunnen er tegen enkele onderdelen van de Mars- hall-hulp bezwaren worden geopperd. Hij noemde in dit verband o.m. de ver eiste zeer omvangrijke documentatie, en besloot zijn toespraak met te wijzen op de noodzakelijkheid van goede samen werking tussen regering, ondernemers en werknemers. De heer A. C. de Bruijn. voorzitter van de K.A.B., belichtte de sociale as pecten van het Europese herstelpro gramma. Hij wees op het belang, dat dit programma heeft voor het gehele Ne derlandse volk, ook voor de arbeiders, hetgeen naar hij zeide, de reden is, waarom de Nederlandse Arbeidersbe weging zich voortdurend en intens voor de uitvoering van het plan Marshall in teresseert. De bonafide Nederlandse Arbeiders beweging aanvaardt weloverwogen de verantwoordelijkheid voor et slagen van het plan, aldus de heer De Bruijn, omdat zij zich allereerst verantwoorde lijk voelt voor de economische, sociale en culturele belangen van de circa drie miilioen Nederlandse arbeiders en hun gezinnen, welke zij heeft te behartigen. Zij zou plicht en taak schromelijk ver waarlozen, indien zij geen of onvoldoen de belangstelling' toonde voor de door Amerika geboden gelegenheid 't ook eco nomisch zo zwaar getroffen Nederlandse volk weer op de been te helpen. Het congres werd daarop met een kort woord gesloten door ir. M. H. Damme, voorzitter van de Stichting van de Arbeid en van het Centraal-Sociaal W erkgeversverbond. Dr. A. Valentine, het hoofd van de E. C. A. Mission voor Nederland, die het woord voerde op het jaarlijkse congres van de Stichting van de Ar beid te Utrecht, heeft aldaar in een rede zijn waardering geuit voor de Nederlandse bereidheid tot samenwer king. Hij sprak als zijn mening uit, dat de komende jaren verre van ge makkelijk zullen zijn. Er moet nog nauwere samenwerking komen tussen de landen, nog grotere productie, nog grotere export en misschien minder import en minder verbruik van goe deren, die in het plan zijn aangege ven. Een van de meest pijnlijke misver standen is het grote probleem in Indo nesië. Maar daar ik noch de kennis heb, nóch het inzicht, daar een nieuw licht op te werpen, noch het gezag, mijn land te vertegenwoordigen, wanneer ik er over spreek, moet ik u met nadruk zeggen, dat ik heel persoonlijk spreek. De koers, die Nederland genomen heeft, zal ongetwijfeld zijn genomen in het volle bewustzijn van de internationale moeilijkheden, die er uit voort zouden komen. Al is er nu geen reden voor kwaad heid. het begrip en de uiteindelijke op lossing worden er door vertraagd. De politiek van Nederland en de re denen er voor worden, naar ik meen, niet goed begrepen. Dezer dagen vergaderde de Commissie Georganiseerd Overleg Personeel Land macht A. (officieren) ter bespreking van een ontwerp pensioenwet voor reserve-officieren der Koninklijke Landmacht, die zich, krachtens een daartoe door hen gesloten vrijwillige verbintenis, voor onbepaalde tijd in actieve dienst bevinden, alsmede voor hun weduwen, kinderen en nabestaan den. De strekking van het ontwerp is aan bedoelde reserve-officieren en hun eventuele nabestaanden pensioenrech ten te verzekeren, overeenkomende met die van de beroepsofficieren van de Koninklijke Landmacht. Het door de minister van Oorlog ter tafel ge brachte voorstel werd door de verte genwoordigers van de verschillende officiersverenigingen met veel instem-; mingj aanvaard. (Van onze Haagse redactie) Het Centraal Bureau voor de Sta tistiek heeft becijferd, dat per 15 No vember 1948 het totale prijzenindex- cijfer van het gezinsverbruik, op basis van 100 in 19381939, als volgt was: Volgens huishoudrekeningen Juli 1947 Juni 1948 voor gezinnen met een inkomen van f 40 tot f 50 per week 190 en volgens huishoudrekeningen 1935 1936, \«oor gezinnen met een inkomen beneden de f 1800 per jaar, 208. Ter vergelijking met de opgaven van Oc tober 1948 diene, dat toen voor beide categorieën het totale prijzenindexcijfer resp. bedroeg: 187 en 205. Schoeisel is in verhouding nog altijd het meest gestegen: het cijfer voor de eerste categorie is 323, voor de tweede 336. Direct daarnaast volgt het cijfer voor reiniging: 278 volgens huishoud- rekening 19471948 en 321 volgens huis- houdrekening 19351936. De grote strijd tussen de damclubs „Gezellig Samenzijn" en Joseph Blan kenaar", welke de beslissing moest brengen voor het districtskampioen schap dammen, is wat tegengevallen. Deze tegenvaller kwam in hoofdzaak door het falen der Blankenaren, bij wie Metz wel een heel slechte partij speelde. In een gave hekstellingspartij werd hij door Keiler van het bord ge vaagd. Typisch was, dat ook de ove rige puntenbrengers van Blankenaar nu geslagen werden. Slechts Van der Sleen en Brouwer wisten een keurige twee te scoren. Vooral de partij van Van der Sleen tegen Herman de Jongh was van zeer goed gehalte. Met 13—7 wist „Gezellig Samenzijn" tenslotte te zegevieren en behaalde daarmee het districtskampioenschap. Het komt nu uit in de wedstrijd om het clubkam pioenschap dammen van Nederland. In Utrecht wist „Ons Genoegen" wederom ongeslagen te zegevieren. Gisteren is het congres geopend van de Stichting van de Arbeid in de Stads schouwburg te Utrecht inzake het Europees Herstel Programma. V. r. n. L Dr. Valentine, Z. K. H. Prins Bernhard, Reinalda (comm. Koningin), prof. v. d. Brink, mr. Lee Smith, min. Joekes, mr. Julian Street, min. Götzen en min. Spitzen. 31 „Dat weet ik. Hij herhaalt maar steeds, dat ze een heel gewoon type is in het Oosten wat volkomen waar is, na tuurlijk." „Waar komt hij vandaan?" „Uit Georgië. Geld gemaakt met pe- troleumconcessies en ook, geloof ik, met wapenleveranties aan de inboorlingen nier en daar." „Heeft hij opgehelderd, waarom hl; om drie uur 's nachts in mijn tuin rond spookte?" Kolonel Primrose gaf me een geamu seerde zijdelingse blik. Twijfelt u er aan, mrs. Latham, dat hij de overledene mrs. Gould wilde spreken?" Ik staarde hem aan. „Gelooft u dat?" „Ik weet het niet, mrs. Latham. Trou wens, ik vond het belangrijker om op heldering te krijgen van alle mensen, die om één uur rondspookten bij de ga rage van de Goulds." Ik zei: „O! En hebt u die?" „Niet zulke bevredigende, gaf hij vrolijk toe. „Neen. Ik weet bijvoorbeeld nog niet, wie de vrouw was. die Haw kins hoorde twisten met Sandra. Of het Rosemary was Hij wachtte even. Ik deed erg mijn best om niet naar de blauwe blaadjes op tafel te kijken. Ze leken me zo groot, als pioenen. „Of Lucie Lee. Jaloezie is een van de krachtigste motieven. Of Hij zag me even vast aan. voor hij er bij voegde: „Mrs. Alice Gould." „Was er werkelijk een vrouw?" zei ik. „Zou Hawkins het niet verzonnen heb ben?" Kolonel Primrose knikte. „Dat zal het standpunt van de verdediging zijn, ze ker. Maar tot nu toe is er geen reden te geloven, dat Hawkins ons misleid heeft." „Weet u het zeker?" zei ik. „Hij haat te Sandra. Zoals iedereen was hij over tuigd, dat ze Jim's leven verwoestte. Hij noemde haar altijd die duivelse vreemdelinge. Kan hij voorts geen ru zie 'hebben gehoord in een radiohoor spel, zoals hij zich verbeeldde, dat hij Jim de tijd hoorde omroepen?" „Bent u de verdedigster, mrs. La tham?" vroeg hij grinnikend. „Ik wil u maar behoeden voor het maken van een fout. Ik heb van uw sergeant gehoord, dat u er nog nooit een begaan hebt." Hij lachte. „Ik voor mij geloof in de vrouw van Hawkins. U weet natuurlijk, dat de hele moord een uitgesproken vrouwelijk ka rakter draagt.'' Ik keek hem ontzet aan. „Het was makkelijk te doen voor een vrouw. Niets typisch-mannelijks werd vereist. De gemorste whisky, de slag op het hoofd met de schroefsleutel een lichte slag, mrs. Latham; je zoudt den ken dat een sterk iemand wel harder had geslagen. Dan die telefoon-onzin. Ook het motief. Ik voor mij zou zeg gen, dat er meer vrouwen reden had den, Sandra te haten dan mannen ■behalve haar eigen man dan." „Bedoelt u, dat u hem niet uitgezon derd hebt?" „We bekijken de zaak van alle kan ten, mrs. Latham, om Nathan Kaufman vóór te zijn als hij morgen komt. Hij is een knap advocaat. Kolonel Primrose zweeg enigszins plotseling." „Maar zei ik. „Maar de mensen nemen hem gewoon lijk niet, tenzij ze zo schuldig zijn .als de duivel, mrs. Latham." „Jim Gould heeft hem niet genomen," zei ik. Kolonel Primrose glimlachte, zodat zjjn zwarte ogen bijna helemaal ver dwenen in een netwerk van rimpels. „Neen, maar mr. Bishop." Een paar seconden lang begreep ik de mogelijke betekenis van die woorden niet, en toen ik het deed was mijn kans voorbij. HOOFDSTUK XII. Plotseling rinkelde mijn telefoonbel. spookachtig m het stille huis. Eén lange bel. drie korte, die tegelijk zou den klinken in ieder huis van onze buurt. Ik keek kolonel Primrose aan. Er was bepaald iets onheilspellends in naar de tqjefoon te gaan en geen antwoord te krijgen; geen geluid te ho ren dan een tikkende klok. Hij knikte me toe. Ik stond langzaam op. „U luistert naar de klok, hè?" zei hij rustig. Ik had opeens lust te schreeuwen en te zeggen: neen, neen, dat ik niet wilde, dat ik niet kon. maar er was iets als een onverbiddelijk bevel in zijn vrien delijke aanmaning. Ik ging. De tele foon belde weer. Het was vreemd, dacht ik, hoe een onbezield voorwerp een plotselinge, schrikwekkende boosaardig heid kon krijgen. Mijn handen waren ijskoud toen ik de hoorn opnam en aan mijn oor hield, even luisterend voor ik „Hallo" zei. Kolonel Primrose had gelijk. Het was er weer; ik hoorde het duidelijk. Tikke- tik, tikke-tak; tikke-tik, tik-tak. „Hallo," zei ik, zo natuurlijk als ik kon. Dadelijk kwam er een radeloze, be kende stem; „O, Grace, ze hebben Andy tegenge houden bij de vliegmachine! Ze wilden hem niet laten gaan! Wat is er gaande? Grace, jij moet het voor me ontdek ken!" Het was de stem van Lucy Lée en daarachter het tikke-tak, tikke-tak. „Ik zal het aan kolonel Primrose vra gen, lieve kind," zei ik, veel kalmer dan ik in werkelijkheid was, met dat tikke- tik, tikke-tak hamerend in mijn oren; op zichzelf eigenlijk nauwelijks hoor baar, maar voor mij klonk het abnor maal scherp en luid. „Waarschijnlijk willen ze dat hij morgen hier is, voor het geval ze de lijkschouwing weer overdoen." En toen deed ik iets waardoor ik me voelde als een adder in het gras. Ik zei „Waar ben je Lucy?" „Ik ben thuis, bij moeder. Maar Grace, zeg aan kolonel Primrose, dat Andy in huis was om twaalf uur gisternacht. Het is heus, Grace!" „Ik zal het hem zeggen, Lucy Lee. Ga jij maar naar bed. Het komt in orde." Tikke-tik, tikke-tak; tikke-tik, tikke- tak. Het klonk nog in mijn oren toen Lucy ophing en ik zelf eveneens had opge hangen. Ik probeerde het kwijt te ra ken vóór ik terug ging naar kolonel Primrose. Eerst dacht ik dat ik hem misschien beter niet kon laten merken, dat ik het ook gehoord had. Maar hij wist het, zonder dat ik het zei, hoewel hij er niet over sprak. „Waarom hebben ze Andy aangehou den?" Hij keek vragend op. „Was het Lucy Lee?" Ik knikte. „Hij wou met het vliegtuig vertrek ken." (Wordt vervólgd) (Vervolg van pagina 1) Hieronder volgt een analyse van een fraaie en interessante partij uit de vier de ronde: Wit Dr. BergsmaZwart: A. «O'Kelly. Hollandse verdediging. 1. d2d4 f7f5; 2. c2c4 e7e6' 3. e2e3 Pg8—f6; 4. Lfl—d3 b7—b6; 5. Pglf3 Lc8b7; 6. 00 Lf8d6. Zwart bekommert zich er niet om. dat zijn cen trumpionnen wat achterblijven en stelt zijn lopers in de meest gunstige positie op voor een koningsaanval. 7. Pblc3 0—0; 8. b2b3 Pf6e4; 9. Lel—b2 Tf8 f6; Ook de toren wordt in stelling ge bracht 10. Pf3eö. Onderbreekt de diagonaal van Ld6 mi geeft ook gelegenheid om met f3 het zwarte paard uit zijn sterke positie te verdrijven. Na afloop van de partij gaf O'Kelly een interessante variant aan. als wit inplaats van met Pe5, met Pb5 had getracht loper d6 onschadelijk te maken, b.v. 10. Pb5 Pd2! 11. Pd2: Lh2:f; 12. Kh2l Th6t; 13. Kgl Lg2: enz. of 11. Dd2: Lf3:, 12. Pd6: Tg6; 13. g3 Dh4 gevolgd door Dh2: enz. 10. Tf6h6; 11. f2—f3 Dd8—h4! 12. f3xe4 Dh4xh2t; 13. Kgl—f2 f5xe4; 14. Ld3—e2 Th6—g6; 15. Kf2—el. Na tuurlijk niet 15. Pe5xg6 wegens Lg3 mat 15Tg6xg2, 16. Kei—d2 Ld6xe5; 17. d4xe5 Pb«—c6; 18. Tfl—hl Dh2—g3; 19. Thl—gl Pc6xe5; 20. Tglxg2. Op 20. Pc3xe4 vervolgt zwart met Dg3g6 enz. 20Dg3xg2; 21. Ddl—fl Pe5—f3t; 22. Kd2c2 Dg3—g6; 23. Tal—dl Ta8—f8; 24. Dfl—h3 Lb7c6; 25. Pc3—b5 Lc6xb5! 26. c4xb5 d7d5; 27. Lb2—a3 Tf8—fa; 28. Kc2bl Tf5h5; 29. Dh3—fl Tha—h2. Wit is er in geslaagd één toren onscha delijk te maken, maar nu komt de twee de onheil stichten in de witte stelling. 30. Kbl—al h7—h5; 31. La3—b2 DgÜ—g2; 32. Dflxg2 Th2xg2; 33. Le2—il Tg2—gl; 34. Tdlcl g7g5; 35. a2a4 g5g4; 36. Kala2 h5h4; 37. Tclxc7 Tglxfl; 38. Tc7—g7f Kg8—f8; 39. Tg7xg4 h4—h3; 40. Tg4f4? Kt8e8; 41. Lb2—a3 e6—ea. Wit geeft op. Een fraaie prestatie van O'Kelly. De uitslagen van de zesde ronde lui den: Hoofdgroep: Ir. H. van SteenisDr, K. M. Bergsma y,'AP. SchmidtA. O'Kelly 01; Dr. X. TartakowerJ. G. Baay 1—0; Th. D. van ScheltingaH. Golombek 1—0; R. G.. Wade—F. Hen- neberke y3>J. Tienkamp A: J. DonnerJ. J. v. Oos- terwijk-Bruyn 10; J BosG. Prahl 10; M. SandifortJ. v. d. Zanden 10; J. G. DonkMevr. F. Heemskerk afg.; G. KrooneK. D. Mulder van Leens Dijkstra AA- Tienkamp B: R. GigengackM. Bei- nema 01; Th. SellenraadM. Soeta- man 10; B. BulmsW. Steeman y: y3, D. BijkerkM. Pranger 10; A. v. d. BiessenH. Zadek 01. 4e ronde achtkampen, achtkamp A: A. P. de BruinTh. Spijker 01; F. T. GroosW. Cordan 10; M. JonkmanJ. Brugman 1O; J. BeentjesP. Hart 1—0. Achtkamp B: A. SlingsH. v. 't Hoff 10; Mevr. Klijn de BruyneC. J. Krijgsman 10; Ds. van Dorp—D. Ver- gunst 10; J. v. d. SteegA. Kruithof 0—1. 2e ronde zeskampen, zeskamp A: M. SchenkG. W. v. Vloten 01; A. Peekei J. Nijman 'Al C. KoomenJ. Cole- ment 10. Zeskamp B: H. de SmaleW. Uhl X>'Al J- MuyenMevr. van Aalst afg.; Jhr. Bosch v. DrakesteinB. P. Meijer 0—1. Zeskamp C: H. TiemstraP. Siebers 10; N. HendriksD. Oort 1—0; J. v. d. DoesP. de Boer A.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 3