in PSYCHOTECHNIEK hoogste wijsheid
me DE NOORMAN: GEVANGENEN DEK
1
JoeH
BtUSÏk'MP
Uiting van erkentelijkheid van het
georganiseerde bedrijfsleven
VERLEDEN
Hoogoven schaak-
tournooi 1
Roeping belangrijker dan beroep
benauwde
Goede samenwerking tassen regering,
ondernemers en werknemers gewenst
VERVOLG
GRENSWIJZIGINGEN IN
FEBRUARI?
Wie en wat is een bekwaampsycholoog?
MILITAIRE HULP VOOR
WEST-EUROPA
Ook ten gunste van Benelux
„Gezellig Samenzijn"
districts-clubkampioen
VRIJDAG 14 JANUARI 1949
PAGINA 3
Toepassing der graphologie
geoorloofd?
Wat is een „bekwaam"
psycholoog
heV°& graphologie of géén graphologie,
antwni 1 twijfelachtig of het ooit ver
rest) d' zal zijn, dat de psychologen,
het Psychotechnici, zich begeven op
t°ch -rei-n der „stoornissen". Het lijkt
fi)n„n„„at.Ion,eel stoornissen in normale
do 5? hlijven rangschikken onder
pathologie (ziektenleer); in elk geval
j ab iedere stoornis, die door de psycho-
2?S worden geconstateerd, pathologisch
n.L samenhangen met lichamelijke
Sceptisch
Vragen
Truman keurt hulpplan goed
Meningsverschil met V.S.
over Palestina
Engeland bezorgd
AC HE SON VERKLAART:
Buitenlandse politiek
blijft ongewijzigd
HET MARSHALLjCONGRES TE UTRECHT
Politiek van Nederland wordt
niet goed begrepen
PENSIOEN VOOR
RESERVE-OFFICIEREN
Het leven wordt duurder
OP HET
door LESLIE FORD
Vertaling van Pauline Fellinga
Analyse Bergsma—0' Kelly
13/1
34%
32%
S'6%
39 v»
3d?»
13 V»
56
55%
16%
13 -A
26%
38'4
48W
38%
24%
71%
se
160V4
266
226
311%
168i.3b
168
175
158
(Van een bijzondere medewerker)
Van de twintigste eeuw, de eeuw der
techniek, is ook de psychotechniek een
Product,
Hoewel niet nieuw, is de psychotech-
"lek na de tweede wereldoorlog een
■node geworden. Afgezien van de naoor
logse beunhazerij op het gebied der
Psychotechniek, welke een chaos heeft
geschapen, waarin een wettelijke rege-
ijbg binnenkort orde moet scheppen,
giiJPt de practische nsyohotechniek der
ate 0p- maatschappelijke verhou-
j ngen in, .dat het dringend noodzakelijk
A 1dat men zich over de werkelijke be-
ickenis en waarde ervan degelijk be-
'int.
Aanleiding tot enkele opmerkingen
seeft de beschouwing over psychotech-
jilek in de Volkskrant van 7 Januari 1.1.
je redactie van dit artikel suggereert,
r*t de inhoud het standpunt van de ge-
zienlijke bonafid,e psychotechnici en
psychologen weergeeft
tie vermeld te hebben, dat de func-
os, die bij het psychotechnisch onder
op. worden onderzocht, ziin: inteïli-
;;fotie (uitgedrukt in het intelligentie
quotiënt), geheugen, tempo en concen-
ratie-vermogen, gaat de schrijver over op
oet onderwerp: stoornissen. De stoomis-
van het geheugen en het tempo
oorbijgaande, geeft hij een summier
verzicht van de stoornissen van het
oncentratievermogen, en zegt dan,
-j ha het constateren van deze stoor-
0 het psychotechnisch onderzoek
Phoudt en het karakteronderzoek be-
n dat de oorzaken der stoornissen
^htoont. Van de hierbij ten dienste
®ahde middelen noemt de schrijver al-
jeh de graphologie (handschriftkun-
g?' bij naam. Hierna zegt hij, dat de
«apholoog, indien hij een ernstige
hornis in het concentratievermogen
(jJ^ateert, „moet verwijzen naar een
*waam psycholoog of psychiater."
^Alvorens nu enkele opmerkingen te
UjjKon wijzen wij erop, dat 't in dezen
j'oraard niet gaat om de psychologie
te;P- psychotechniek als speciële we-
i^J^chap. Tot critiek zouden wij onvol-
oj^hde bevoegd zijn. Het gaat in dezen
?J2 oe toepassing in de praktijk, en voor
l„.,or de opmerkingen critiek zullen in-
fiat z'i er nadrukkelijk op gewezen,
r* deze de toegepaste psychotechniek
hew' Psychologie betreft, zoals ze in het
wuste artikel wordt beschreven.
genomen, dat de graphologie in
'c tijd zodanig als wetenschap
p^cvorderd, dat haar practische toe-
suil I'8' (kans tot volkomen exacte re-
liel leidt. Dan zou het wellicht toch
Sr,r overbodig zijn geweest indien de
jUetfver bedacht had, dat de practi
sed toepassing door velen nog be-
j^pOOwd wordt als ten avontuurlijke
node, die voorlopig nog dient te
eia? n °P Pen vluchtheuvel tussen
i|a 'jvoyance en wetenschap. Menig aan-
Phni - 'czer zaI- wanneer hij de gra-
Ijj. 'ogic vermeid ziet als een methode
]j' (jen onderzoek, dat zulke allerbe-
wSftökste practische consequenties
™t, huiveren.
1 geestelijke ziekten, zodat hij de
rftekenis der gevonden stoornissen nooit
(j ®t zekerheid kan beoordelen. Alle
Sr,i?r. kern gevonden stoornissen (door de
6rijver in kort bestek vermeld) kun-
bijvoorbeeld verband houden met
tuberculeuze hersenvliesontsteking
'n beginnende psychose (krank-
^t, zoals gezegd wordt, de grapho-
S eventueel „moet verwijzen naar
'CO;
lu^kekwaam psycholoog of psychiater",
w' de onaanvaardbaarheid van de
4ffl ckoloog op bedoeld terrein reeds
t>sv "de 33,1 te tonen, want wat hij de
6i„ k'ater thuis hoort, hoort beslist
W. bij de psycholoog thuis. Eigenlijk
Seh a''t het, dat de schrijver de medi-
(jJ'e opleiding ais essentiële factor zon-
t)i„ hleer verwaarloost, hetgeen boven
ra?;1 impliceert, dat hij de onmisbare
tcv» die in het ambtsgeheim schuilt,
y0 bs verwaarloost. Dat i.p.v. „be-
®hi>i psycholoog van „bekwaam" psy-
<Jit R wordt gesproken, betekent in
Zej^n^'band meer, dan oppervlakkig
het slot van het betoog' wijst de
tg.u'iyer op de winst, die het psycho-
onderzoek verschaft; hij
be;SeHt van „de beste kansen op ar-
Vi- vreuSde" (bij opvolgen van het ad-
s inzake het te kiezen beroep).
b fr Wordt echter gezwegen over een der
«ijfh&rijkste en ingrijpendste toepassin-
van het psychotechnisch onderzoek,
óe. de inmenging van dit onderzoek bij
/.aanstellen van personeel.
1 is tegenwoordig gewoon, dat ad-
vjjenties, die sollicitanten oproepen,
gelden, dat psychotechnisch onder-
het is vereist. Men realisere zich, dat
is dus aan de psychotechnische bureau s
overgelaten carrières te maken, maar
bo Ze> eventueel voor goed, te breken,
tp- Uitkomsten van het onderzoek moe-
ipa, daarom exacte conclusies mogelijk
is *eh; zou dit niet het geval zijn, dan
Psvpu26 Practische toepassing van het
v6ra otechnisch onderzoek zedelijk niet
in btwoord en is de overheid verplicht
V0,y grijpen. Dat de beschouwing in de
chot ant van 7 Januari 1.1. het psy-
\vii ®cdnisch onderzoek op aanvaardbare
Vraae z°u verantwoorden, lijkt zeer de
Ti
bp(i®i volgende voorbeeld uit de praktijk
heirt door een toevallige omslandig-
het, e mate van betrouwbaarheid van
sti-uefychotechmsch onderzoek op in-
QVp,, ev'e wijze (uiteraard zullen tegen-
eU(lst veie ongunstige voorbeelden vele
erorn Z1in te noemen; maar het gaat
j«n/ T dal de conclusies niet mogen fa-
iemand, die reeds een tiental jaren
leisteen een zeer bekwaam bedrijfs-
bo0(,r is op een en hetzelfde bedrijf, die
ci6e zyn chefs uitermate wordt geappre-
ti„. 1, solliciteert elders, alleen om zijn
Po;
ftlo6t'e te verbeteren. De sollicitanten
der2 ®h zich aan een psychotechnisch on-
Üge e* onderwerpen. Door een toeval-
laats.°mstandigheid is onze man op- de
bindPe middag van net onderzoek ver
ben J moet zijn sollicitatie intrek-
°p èip°ch uit nieuwsgierigheid laat hij
kosten later het onderzoek af-
batiden' krijgt het rapport dus in
Jbheia constateert in zijn persoon-
Scbikt eigenschappen, die hem onge-
"'t ran,niaken voor bedrijfsleider; met
^'°ordin 1rt zou ook bij zijn tegen-
V°orbefii3edr«f niet z«n aangesteld. Dit
Het sPreekt voor zich zelf.
*ecbtvi?jr een uit vele, die twijfel
Plichten uSen en tot bezinning ver-
"et rechtvaardigt de vraag of
ïeha«te SCeptisch "'j"' en ZÜ die het toe-
Psychotechnisch onderzoek een
„schandelijke" methode vinden, omdat
de beste krachten er door gedupeerd
kunnen worden, geheel ongelijk hebben.
Het artikel wijst nu op „de beste kan
sen op arbeidsvreugde", die de vruchten
zouden zijn van het psychotechnisch on
derzoek. Verondersteld, dat het inder
daad deze vruchten afwerpt, dan rest er
nog een vraag, die eigenlijk a priori
dient te worden gesteld, daar zij funda
menteel is: Zijn deze vruchten werkelijk
zo waardevol?
In het algemeen heeft men het tot nu
toe volkomen vanzelfsprekend gevonden
dat het vaststellen van het individueel
meest geschikte beroep een vooruitgang
betekent, zo vanzelfsprekend, dat het
zonder enig bedenken aanvaard werd.
In de slotbeschouwing van het bewuste
artikel wordt een en ander eveneens als
volkomen vanzelfsprekend aangeduid.
En inderdaad lijkt het volkomen ratio
neel!
Bij dieper nadenken rijzen echter vra
gen, die door hun biologisch-philoso-
phische aspecten niet zo maar zijn te
beantwoorden. Zelfs zijn zij niet gemak
kelijk te formuleren, zeker niet in kort
bestek.
Hier komt nu te hulp een citaat uit het
werk „De Nederlandsche Vlag op We-
reldzeeëen van J. C. Mollema: „Een
energiek volk brengt zo nu en dan een
zeer merkwaardig type mannen voort-
Wij bedoelen den „all-round" mens, die
thuis is op velerlei gebied, niet als 'n ama
teurachtig manusje van alles, maar die
als het ware voor de meest uit elkaar
liggende taken bevoegd blijkt te zijn,
omdat hij gezegend is met nooit falende
intuïtie, vruchtbare verbeeldingskracht
en zulk een zekerheidsgevoel," dat hij
de moed heeft alles in en op te zetten
voor de verwerkelijking van zijn ideeën.
Hij twijfelt nooit, ook niet na misluk
kingen."
Het lijkt ons toe, dat dit citaat niet
slechts de vragen opdringt, maar ze
tevens beantwoordt, zodat een goed ver
staander geen nadere aanduiding behoeft.
Zo lijkt de psychotechniek met het
mogelijk voorkomen van zulke mannen
geen rekening te houden, en dus ook
niet met het feit, dat slechts uit het
midden van veelzijdigen zulk een all
round mens voortkomt. Omdat zij uit de
actuele persoonlijkheid haar toekomstige
potentie bepaalt, lijkt de psychotechniek
het feit te negeren, dat de mens boven
zich zelf uitgroeit en tot onverwachte
prstaties komt, wanneer de (bittere)
noodzaak hem dwingt. De psychotech
niek lijkt het standpunt te huldigen dat
de omstandigheden dienen te worden aan
gepast aan de persoonlijkheid i.p. dat de
persoonlijkheid, zich dient aan te passen
aan de omstandigheden. Zou dit inder
daad zo zijn, dan staat de psychotechniek
wezenlijk in dienst van de decadentie.
De psychotechniek lijkt de geteste
mens a priori relatief insufficiënt te stem
pelen voor de onbepaalde taakwaar
voor onvoorziene omstandigheden hem
plaatsen, hetgeen zijn verantwoordelijk
heid verkleint. Zij lijkt de geteste mens
te verhinderen ziin kracht'te vinden in
zijn zwakheid. Zodat de essentiële vraag
rijst: wordt niet geheel over het hoofd
gezien, dat het in eerste instantie gaat
om de roeping en niet om het beroep?
De maatschappelijke roeping is het ver
vullen van de plicht waarvoor ieder zich
door omstandigheden geplaatst ziet.
President Truman heeft een program
voor militaire hulp aan de landen van
West-Europa goedgekeurd, aldus een
verklaring van James Forrestal, Ameri
kaans minister van Defensie. Forrestal
zei, dat het program ook was goedge
keurd door de Nationale Veiligheidsraad,
het orgaan, dat de militaire en buiten
landse politiek coördineert.
Forrestal voegde hieraan toe, dat Tru
man zich binnenkort terzake met een
verzoek tot het congres zou wenden.
De kwestie werd onthuld in een brief
van Forrestal aan senator Harry Cain
(Republikein), waarin hij de berichten
tegenspreekt, dat hij naar bevoegdheden
streefde „om Amerika in een oorlog te
storten zonder het congres daarvan ook
maar op de hoogte te stellen".
Forrestal noemde geen geldbedrag
voor de kosten van de hulp. Men schat
het echter op 1 a 2 milliard dollar.
Het Amerikaanse ministerie van Bui
tenlandse Zaken heeft de juistheid van
een verklaring van het Britse Foreign
Office ontkend, dat Engeland er eerst
na besprekingen met de V.S. toe is over
gegaan verkenningsvliegtuigen naar het
Israëlisch-Egyptisch grondgebied te zen
den. „Wfj blijven bij wat we gezegd heb
ben," was het commentaar van een
woordvoerder van het Britse ministerie
van Buitenlandse Zaken.
•Sir Oliver Franks, Brits ambassadeur
in Washington, heeft gisteren een onder
houd gehad met Truman. Hij deelde aan
verslaggevers mede, dat hij de president
„de meningen van zijn regering ten aan
zien van de Palestijnse kwestie" had
medegedeeld.
Functionarissen te Washington zeiden,
dat dé ambassadeur getracht heeft van
president Truman een volledige en ac
tuele uiteenzetting te verkrijgen van de
Amerikaanse politiek ten aanzien van
Palestina en een nadere uiteenzetting
omtrent de jongste stappen der Ameri
kaanse regering bij Engeland, Egypte en
Israël.
Een woordvoerder van het Foreign
Office gaf openlijk toe, dat in Britse re
geringskringen bezorgdheid heerst over
de Brits-Amerikaanse geschillen inzake
Palestina. President Truman heeft ont
kend, dat de betrekkingen tussen de V.S.
en Engeland gespannen waren tengevol
ge van de ontwikkelingen in Palestina.
De fungerende bemiddelaar der V.N.
in het Palestijnse conflict, dr. Ralph
Bunche, opende gisteren de Israëlisch-
Egyptische vredesbesprekingen met een
beroep op alle regeringen om „elk inci
dent te vermijden en elke handelwijze
na te laten, waardoor het opbouwende
proces van beraadslagingen, welke moe
ten leiden tot het sluiten van een wa
penstilstandsverdrag, in gevaar wordt
gebracht."
In diplomatieke kringen te Washington
staat men nog steeds vrij sceptisch te
genover de kansen van welslagen der
Joods-Arabische besprekingen op Rho-
dos. Het Amerikaanse scepticisme is
voornamelijk gebaseerd op de Britse cri
tiek op het Amerikaanse standpunt in
zake de strijd in het Nabije Oosten en
in de tweede plaats op een rapport van
Joodse zijde, waarin werd gezegd, dat
Engeland op de Arabieren druk uit
oefende om de Joodse vredespogingen te
doen mislukken.
Van gezaghebbende zijde te Londen
wordt vernomen, dat kleine wijzigingen
in de Duitse Westgrens ten gunste van
Frankrijk en de Benelux-landen waar
schijnlijk van kracht zullen wórden in
een bestuursdecreet van de Westelijke
bezetingsmogendheden voor het eind
van Februari.
Het rappoort van de werkgroep der
zes mogendheden, welke te Parijs bij
een is om onmiddellijke kleine grens
wijzigingen aan te bevelen, is thans door
de zes betrokken regeringen, Engeland,
Frankrijk, de V.S. en de drie Benelux-
landen, goedgekeurd.
Gisteren werd door enige Berlijnse
dagbladen commentaar geleverd op de
eisen van Nederland en België tot wijzi
ging van de West-Duitse grens. In de
commentaren worden deze eisen zender
meer van de hand gewezen.
Het in de Britse sector verschijnende
dagblad „Der Tag" schrijft: „Het aan
grondstoffen arme en door het toestro
men van vluchtelingen overbevolkte en
economisch ontredderde Duitsland zal
nimmer begrijpen, dat landen, met gro
te mogelijkheden op koloniaal gebied,
zoals België en Nederland, het nog van
enige van zijn karige bodemschatten
willen beroven, welke, zoals in het ge
bied van de Eems, waar olie wordt, aan
getroffen, speciaal langs de West-Duitse
grens van uiterst groot belang zijn."
Dean Acheson, die tot minister van
Buitenlandse Zaken der V. S. is be
noemd, heeft gisteren verklaard, dat hij
vastbesloten is „de standvastigheid en
continuïteit' in de Amerikaanse buiten
landse politiek voort te zetten en het
voorbeeld van George Marshall ten aan
zien van de betrekkingen van het land
met de Sovjet-XJnie te volgen.
Acheson voegde hieraan toe: „Het
schijnt overvloedig duidelijk dat nie
mand Marshali's plaats kan innemen,
maar iemand, die onder hem .werkte,
kan Marshall's voorbeeld volgen."
Er de nadruk op leggend, dat de
president zelf in de eerste plaats ver
antwoordelijk is voor de politiek van
de V. S., zei Acheson dat „Truman in
de meest positieve termen heeft ver
klaard, dat hij in het geheel geen
verandering in de buitenlandse poli
tiek der V. S. verwacht."
Acheson's verklaring werd uitgelokt
door vragen van de republikeinse sena
tor Arthur Vandenbferg, naar aanleiding
van de speculaties over mogelijke ver
anderingen in de politiek.
Nadat de enquête was afgelopen,
voorspelde de voorzitter, de democra
tische senator Tom Connally, dat de
commmissie vandaag Acheson's benoe
ming tijdens een besloten zitting zóu
bevestigen.
Ab andere middelen ge>
faald hebben Uw hoestaan-
vallen minder benauwd te
maken, neem dan het middel
waarop nog alecht» zeiden
vergeefs 'n beroep is gedaan
s
20. Vanuit zijn loge sloeg de genadeloze keizer Commodus het binnentreden van de
slaven gade De grijns om zijn smalle lippen en de flikkering in zijn ogen verrieden
hoezeer hv naar het schouwspel verlangde. Behalve de keizer bevonden zich een
oude, streng uitziende man en de commandant van de Pretoriaanse garde in de loge.
Zich tot de eerste richtende, zei Commodus met luide stem: „Een pracht stel slaven,
Pertilax, het zal een goed gevecht worden, ik verlang er naar en verheug mij er
zéér op De oude Pertilax staarde zijn gebieder zwijgend aan, geen antwoord
kwam over zijn lippen
Inmiddels waren de slaven door de Romeinse soldaten de arena ingejaagd en onder
het gejoel van de duizenden toeschouwers ving de strijd aanZijn speer en vang
net stevig omknellend naderde Eric een grote gladiator, die met een grijns op zijn
gelaat, het zwaard voor een snelle slag gereed hield. Al spoedig bemerkte Eric, dat
het net hem hinderde bij het lopen en dit „wapen" ter zijde gooiend, deed hij met
de speer een snelle uitval naar de ongedekte schouder van zijn tegenstander Deze
wist echter de stoot te ontwijken en sprong meteen naar vorenVóór Eric er op
verdacht was, suisde het zwaard door de lucht en met een geweldige slag werd de
houten speer in stukken en uit zijn hand geslagen
Onder auspiciën van de Stiehtingr van de Arbeid is gisteren te Utrecht een
congres gehouden, gewijd aan het Europese herstelprogramma. Een Marshall
congres, zoals de voorzitter, de heer E. Kupers, het karakteriseerde, omdat
geen naam beter van toepassing is op deze bijeenkomst dan die van de ont-
werper van het plan tot hulpverlening aan Europa. Z. K. H. Prins Bernhard,
de ministers Lieftinck, Spitzen, Stikker, Joekes, In 't Veld, Götzen en Van den
Brink, de Britse ambassadeur en andere leden van het corps diplomatique
woonden het congres bij, dat zowel van de administrateur van het Marshall
plan, Paul Hoffman, als van de reizende ambassadeur, Harrinian, telegrammen
van medeleven mocht ontvangen.
De heer E. Kupers. voorzitter van de
Stichting van de Arbeid en van het
N.V.V. zei in zijn openingswoord, dat
dit congres is gehouden, omdat het ge
organiseerde bedrijfsleven uiting wenst
te geven aan zijn erkentelijkheid voor
de economische hulp, die door de V.S.
wordt verleend. De omstandigheid, dat
de Sovjet-Unie en de overige landen van
Oost-Europa niet hun medewerking
aan het plan-Marshall wensten te ver
lenen, is te betreuren, want het zou de
internationale verstandhouding ten
goede komen. Hij bracht vervolgens
het opschorten van de C. A.-hulp
aan Indonesië ter sprake en zeide te
hopen, dat Amerika zich zal houden
aan het beginsel, dat het plan-Mar
shall geen inmenging betekent in de
interne aangelegenheden van de hulp-
ontvangende landen. De heer Kupers
zou het in ernstige mate betreuren, in
dien Amerika de economische hulp zou
gebruiken om politieke druk uit te
oefenen, daar dit in de kaart zou spe
len van hen, die de V. S, ervan be
schuldigen met het plan-Marshall im
perialistische doeleinden na te streven.
De heer drs. E. H. van der Beugel,
directeur van het bureau van de rege
ringscommissaris van het Europese
herstelprogramma, schetste vervolgens
in korte trekken de geschiedenis van
het tot stand komen van het Europees
herstelprogramma.
De dollarcrisis in Europa is naar zijn
mening niet alleen het gevolg van de
schok van de tweede wereldoorlog, doch
slechts het uiterlijke teken van diepere
veranderingen en verstoringen, die
voor een deel terug te voeren zijn tot
ver vóór de tweede en zelfs de eerste
wereldoorlog. Het goederenverkeer tus
sen het Westelijke halfrond en Europa
vertoonde reeds voor de oorlog een
sterke onevenwichtigheid in die zin,
dat West-Europa meer importeerde dan
exporteerde ten aanzien van Amerika.
Het is misschien goed. aldus dr. Van
der Béugel, op deze plaats nog eens met
nadruk te zeggen, hoe gevaarlijk en
kortzichtig het naar mijn mening is om
een zo groot opgezet politiek program
ma waarvan het Europese herstelpro
gramma getuigt, terug te willen voeren
op een ongecompliceerd motief. Het is
even naïef om te beweren, dat het plan
Marshall is geboren ter bevordering van
de Amerikaanse exportbelangen als het
naïef is te veronderstellen, dat slechts
Sinterklaasgedachten bij de regering en
het volk van de V. S. een rol hebben
gespeeld
De Europese landen zijn nog niet zo
ver, dat zij bereid zijn een meerder
heids-besluit te erkennen van andere
Europese landen, wat op economisch
gebied in eigen land gevolgen zou heb
ben, welke indruisen tegen wat men als
juist voor het eigen land erkent. Men
mag deze onrijpheid betreuren. Men
moet op verdere integratie hopen, maar
het zou een gevaarlijke illusie zijn deze
realiteiten te negeren.
Vervolgens sprak dr. A. Valentine, het
hoofd van dé E.C.A.-missie in Neder
land.
De rede, die vervolgens door ir. Ingen
Housz, president-directeur van de Kon.
Nederl. Hoogovens en Staalfabrieken
N.V, werd gehouden, gaf het standpunt
weer van de Nederlandse ondernemers
tegenover het Europees herstelprogram
ma. Volgens ir. Ingen Housz kunnen er
tegen enkele onderdelen van de Mars-
hall-hulp bezwaren worden geopperd.
Hij noemde in dit verband o.m. de ver
eiste zeer omvangrijke documentatie, en
besloot zijn toespraak met te wijzen op
de noodzakelijkheid van goede samen
werking tussen regering, ondernemers
en werknemers.
De heer A. C. de Bruijn. voorzitter
van de K.A.B., belichtte de sociale as
pecten van het Europese herstelpro
gramma. Hij wees op het belang, dat dit
programma heeft voor het gehele Ne
derlandse volk, ook voor de arbeiders,
hetgeen naar hij zeide, de reden is,
waarom de Nederlandse Arbeidersbe
weging zich voortdurend en intens voor
de uitvoering van het plan Marshall in
teresseert.
De bonafide Nederlandse Arbeiders
beweging aanvaardt weloverwogen de
verantwoordelijkheid voor et slagen
van het plan, aldus de heer De Bruijn,
omdat zij zich allereerst verantwoorde
lijk voelt voor de economische, sociale
en culturele belangen van de circa drie
miilioen Nederlandse arbeiders en hun
gezinnen, welke zij heeft te behartigen.
Zij zou plicht en taak schromelijk ver
waarlozen, indien zij geen of onvoldoen
de belangstelling' toonde voor de door
Amerika geboden gelegenheid 't ook eco
nomisch zo zwaar getroffen Nederlandse
volk weer op de been te helpen.
Het congres werd daarop met een
kort woord gesloten door ir. M. H.
Damme, voorzitter van de Stichting van
de Arbeid en van het Centraal-Sociaal
W erkgeversverbond.
Dr. A. Valentine, het hoofd van de
E. C. A. Mission voor Nederland, die
het woord voerde op het jaarlijkse
congres van de Stichting van de Ar
beid te Utrecht, heeft aldaar in een
rede zijn waardering geuit voor de
Nederlandse bereidheid tot samenwer
king. Hij sprak als zijn mening uit,
dat de komende jaren verre van ge
makkelijk zullen zijn. Er moet nog
nauwere samenwerking komen tussen
de landen, nog grotere productie, nog
grotere export en misschien minder
import en minder verbruik van goe
deren, die in het plan zijn aangege
ven.
Een van de meest pijnlijke misver
standen is het grote probleem in Indo
nesië. Maar daar ik noch de kennis heb,
nóch het inzicht, daar een nieuw licht
op te werpen, noch het gezag, mijn
land te vertegenwoordigen, wanneer ik
er over spreek, moet ik u met nadruk
zeggen, dat ik heel persoonlijk spreek.
De koers, die Nederland genomen heeft,
zal ongetwijfeld zijn genomen in het
volle bewustzijn van de internationale
moeilijkheden, die er uit voort zouden
komen.
Al is er nu geen reden voor kwaad
heid. het begrip en de uiteindelijke op
lossing worden er door vertraagd.
De politiek van Nederland en de re
denen er voor worden, naar ik meen,
niet goed begrepen.
Dezer dagen vergaderde de Commissie
Georganiseerd Overleg Personeel Land
macht A. (officieren) ter bespreking
van een ontwerp pensioenwet voor
reserve-officieren der Koninklijke
Landmacht, die zich, krachtens een
daartoe door hen gesloten vrijwillige
verbintenis, voor onbepaalde tijd in
actieve dienst bevinden, alsmede voor
hun weduwen, kinderen en nabestaan
den. De strekking van het ontwerp is
aan bedoelde reserve-officieren en hun
eventuele nabestaanden pensioenrech
ten te verzekeren, overeenkomende
met die van de beroepsofficieren van
de Koninklijke Landmacht. Het door
de minister van Oorlog ter tafel ge
brachte voorstel werd door de verte
genwoordigers van de verschillende
officiersverenigingen met veel instem-;
mingj aanvaard.
(Van onze Haagse redactie)
Het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek heeft becijferd, dat per 15 No
vember 1948 het totale prijzenindex-
cijfer van het gezinsverbruik, op basis
van 100 in 19381939, als volgt was:
Volgens huishoudrekeningen Juli 1947
Juni 1948 voor gezinnen met een
inkomen van f 40 tot f 50 per week 190
en volgens huishoudrekeningen 1935
1936, \«oor gezinnen met een inkomen
beneden de f 1800 per jaar, 208. Ter
vergelijking met de opgaven van Oc
tober 1948 diene, dat toen voor beide
categorieën het totale prijzenindexcijfer
resp. bedroeg: 187 en 205.
Schoeisel is in verhouding nog altijd
het meest gestegen: het cijfer voor de
eerste categorie is 323, voor de tweede
336. Direct daarnaast volgt het cijfer
voor reiniging: 278 volgens huishoud-
rekening 19471948 en 321 volgens huis-
houdrekening 19351936.
De grote strijd tussen de damclubs
„Gezellig Samenzijn" en Joseph Blan
kenaar", welke de beslissing moest
brengen voor het districtskampioen
schap dammen, is wat tegengevallen.
Deze tegenvaller kwam in hoofdzaak
door het falen der Blankenaren, bij wie
Metz wel een heel slechte partij
speelde. In een gave hekstellingspartij
werd hij door Keiler van het bord ge
vaagd. Typisch was, dat ook de ove
rige puntenbrengers van Blankenaar
nu geslagen werden. Slechts Van der
Sleen en Brouwer wisten een keurige
twee te scoren. Vooral de partij van
Van der Sleen tegen Herman de Jongh
was van zeer goed gehalte. Met 13—7
wist „Gezellig Samenzijn" tenslotte te
zegevieren en behaalde daarmee het
districtskampioenschap. Het komt nu
uit in de wedstrijd om het clubkam
pioenschap dammen van Nederland. In
Utrecht wist „Ons Genoegen" wederom
ongeslagen te zegevieren.
Gisteren is het congres geopend van de Stichting van de Arbeid in de Stads
schouwburg te Utrecht inzake het Europees Herstel Programma. V. r. n. L
Dr. Valentine, Z. K. H. Prins Bernhard, Reinalda (comm. Koningin), prof. v. d.
Brink, mr. Lee Smith, min. Joekes, mr. Julian Street, min. Götzen en min. Spitzen.
31
„Dat weet ik. Hij herhaalt maar steeds,
dat ze een heel gewoon type is in het
Oosten wat volkomen waar is, na
tuurlijk."
„Waar komt hij vandaan?"
„Uit Georgië. Geld gemaakt met pe-
troleumconcessies en ook, geloof ik, met
wapenleveranties aan de inboorlingen
nier en daar."
„Heeft hij opgehelderd, waarom hl;
om drie uur 's nachts in mijn tuin rond
spookte?"
Kolonel Primrose gaf me een geamu
seerde zijdelingse blik. Twijfelt u er
aan, mrs. Latham, dat hij de overledene
mrs. Gould wilde spreken?"
Ik staarde hem aan. „Gelooft u dat?"
„Ik weet het niet, mrs. Latham. Trou
wens, ik vond het belangrijker om op
heldering te krijgen van alle mensen,
die om één uur rondspookten bij de ga
rage van de Goulds."
Ik zei: „O! En hebt u die?"
„Niet zulke bevredigende, gaf hij
vrolijk toe. „Neen. Ik weet bijvoorbeeld
nog niet, wie de vrouw was. die Haw
kins hoorde twisten met Sandra. Of het
Rosemary was
Hij wachtte even. Ik deed erg mijn
best om niet naar de blauwe blaadjes
op tafel te kijken. Ze leken me zo groot,
als pioenen.
„Of Lucie Lee. Jaloezie is een van de
krachtigste motieven. Of
Hij zag me even vast aan. voor hij er
bij voegde: „Mrs. Alice Gould."
„Was er werkelijk een vrouw?" zei ik.
„Zou Hawkins het niet verzonnen heb
ben?"
Kolonel Primrose knikte. „Dat zal het
standpunt van de verdediging zijn, ze
ker. Maar tot nu toe is er geen reden
te geloven, dat Hawkins ons misleid
heeft."
„Weet u het zeker?" zei ik. „Hij haat
te Sandra. Zoals iedereen was hij over
tuigd, dat ze Jim's leven verwoestte.
Hij noemde haar altijd die duivelse
vreemdelinge. Kan hij voorts geen ru
zie 'hebben gehoord in een radiohoor
spel, zoals hij zich verbeeldde, dat hij
Jim de tijd hoorde omroepen?"
„Bent u de verdedigster, mrs. La
tham?" vroeg hij grinnikend.
„Ik wil u maar behoeden voor het
maken van een fout. Ik heb van uw
sergeant gehoord, dat u er nog nooit
een begaan hebt."
Hij lachte.
„Ik voor mij geloof in de vrouw van
Hawkins. U weet natuurlijk, dat de hele
moord een uitgesproken vrouwelijk ka
rakter draagt.''
Ik keek hem ontzet aan.
„Het was makkelijk te doen voor een
vrouw. Niets typisch-mannelijks werd
vereist. De gemorste whisky, de slag op
het hoofd met de schroefsleutel een
lichte slag, mrs. Latham; je zoudt den
ken dat een sterk iemand wel harder
had geslagen. Dan die telefoon-onzin.
Ook het motief. Ik voor mij zou zeg
gen, dat er meer vrouwen reden had
den, Sandra te haten dan mannen
■behalve haar eigen man dan."
„Bedoelt u, dat u hem niet uitgezon
derd hebt?"
„We bekijken de zaak van alle kan
ten, mrs. Latham, om Nathan Kaufman
vóór te zijn als hij morgen komt. Hij is
een knap advocaat.
Kolonel Primrose zweeg enigszins
plotseling."
„Maar zei ik.
„Maar de mensen nemen hem gewoon
lijk niet, tenzij ze zo schuldig zijn .als
de duivel, mrs. Latham."
„Jim Gould heeft hem niet genomen,"
zei ik.
Kolonel Primrose glimlachte, zodat
zjjn zwarte ogen bijna helemaal ver
dwenen in een netwerk van rimpels.
„Neen, maar mr. Bishop."
Een paar seconden lang begreep ik de
mogelijke betekenis van die woorden
niet, en toen ik het deed was mijn kans
voorbij.
HOOFDSTUK XII.
Plotseling rinkelde mijn telefoonbel.
spookachtig m het stille huis. Eén
lange bel. drie korte, die tegelijk zou
den klinken in ieder huis van onze
buurt. Ik keek kolonel Primrose aan.
Er was bepaald iets onheilspellends in
naar de tqjefoon te gaan en geen
antwoord te krijgen; geen geluid te ho
ren dan een tikkende klok.
Hij knikte me toe. Ik stond langzaam
op.
„U luistert naar de klok, hè?" zei
hij rustig.
Ik had opeens lust te schreeuwen en
te zeggen: neen, neen, dat ik niet wilde,
dat ik niet kon. maar er was iets als
een onverbiddelijk bevel in zijn vrien
delijke aanmaning. Ik ging. De tele
foon belde weer. Het was vreemd, dacht
ik, hoe een onbezield voorwerp een
plotselinge, schrikwekkende boosaardig
heid kon krijgen. Mijn handen waren
ijskoud toen ik de hoorn opnam en aan
mijn oor hield, even luisterend voor
ik „Hallo" zei.
Kolonel Primrose had gelijk. Het was
er weer; ik hoorde het duidelijk. Tikke-
tik, tikke-tak; tikke-tik, tik-tak.
„Hallo," zei ik, zo natuurlijk als ik
kon.
Dadelijk kwam er een radeloze, be
kende stem;
„O, Grace, ze hebben Andy tegenge
houden bij de vliegmachine! Ze wilden
hem niet laten gaan! Wat is er gaande?
Grace, jij moet het voor me ontdek
ken!"
Het was de stem van Lucy Lée en
daarachter het tikke-tak, tikke-tak.
„Ik zal het aan kolonel Primrose vra
gen, lieve kind," zei ik, veel kalmer dan
ik in werkelijkheid was, met dat tikke-
tik, tikke-tak hamerend in mijn oren;
op zichzelf eigenlijk nauwelijks hoor
baar, maar voor mij klonk het abnor
maal scherp en luid. „Waarschijnlijk
willen ze dat hij morgen hier is, voor
het geval ze de lijkschouwing weer
overdoen."
En toen deed ik iets waardoor ik me
voelde als een adder in het gras.
Ik zei „Waar ben je Lucy?"
„Ik ben thuis, bij moeder. Maar Grace,
zeg aan kolonel Primrose, dat Andy in
huis was om twaalf uur gisternacht.
Het is heus, Grace!"
„Ik zal het hem zeggen, Lucy Lee. Ga
jij maar naar bed. Het komt in orde."
Tikke-tik, tikke-tak; tikke-tik, tikke-
tak.
Het klonk nog in mijn oren toen Lucy
ophing en ik zelf eveneens had opge
hangen. Ik probeerde het kwijt te ra
ken vóór ik terug ging naar kolonel
Primrose. Eerst dacht ik dat ik hem
misschien beter niet kon laten merken,
dat ik het ook gehoord had. Maar hij
wist het, zonder dat ik het zei, hoewel
hij er niet over sprak.
„Waarom hebben ze Andy aangehou
den?"
Hij keek vragend op.
„Was het Lucy Lee?"
Ik knikte.
„Hij wou met het vliegtuig vertrek
ken."
(Wordt vervólgd)
(Vervolg van pagina 1)
Hieronder volgt een analyse van een
fraaie en interessante partij uit de vier
de ronde:
Wit Dr. BergsmaZwart: A. «O'Kelly.
Hollandse verdediging.
1. d2d4 f7f5; 2. c2c4 e7e6' 3.
e2e3 Pg8—f6; 4. Lfl—d3 b7—b6; 5.
Pglf3 Lc8b7; 6. 00 Lf8d6. Zwart
bekommert zich er niet om. dat zijn cen
trumpionnen wat achterblijven en stelt
zijn lopers in de meest gunstige positie
op voor een koningsaanval. 7. Pblc3
0—0; 8. b2b3 Pf6e4; 9. Lel—b2 Tf8
f6; Ook de toren wordt in stelling ge
bracht 10. Pf3eö.
Onderbreekt de diagonaal van Ld6 mi
geeft ook gelegenheid om met f3 het
zwarte paard uit zijn sterke positie te
verdrijven. Na afloop van de partij gaf
O'Kelly een interessante variant aan. als
wit inplaats van met Pe5, met Pb5 had
getracht loper d6 onschadelijk te maken,
b.v. 10. Pb5 Pd2! 11. Pd2: Lh2:f; 12. Kh2l
Th6t; 13. Kgl Lg2: enz. of 11. Dd2: Lf3:,
12. Pd6: Tg6; 13. g3 Dh4 gevolgd door
Dh2: enz.
10. Tf6h6; 11. f2—f3 Dd8—h4!
12. f3xe4 Dh4xh2t; 13. Kgl—f2 f5xe4;
14. Ld3—e2 Th6—g6; 15. Kf2—el. Na
tuurlijk niet 15. Pe5xg6 wegens Lg3 mat
15Tg6xg2, 16. Kei—d2 Ld6xe5;
17. d4xe5 Pb«—c6; 18. Tfl—hl Dh2—g3;
19. Thl—gl Pc6xe5; 20. Tglxg2. Op 20.
Pc3xe4 vervolgt zwart met Dg3g6 enz.
20Dg3xg2; 21. Ddl—fl Pe5—f3t;
22. Kd2c2 Dg3—g6; 23. Tal—dl Ta8—f8;
24. Dfl—h3 Lb7c6; 25. Pc3—b5 Lc6xb5!
26. c4xb5 d7d5; 27. Lb2—a3 Tf8—fa;
28. Kc2bl Tf5h5; 29. Dh3—fl Tha—h2.
Wit is er in geslaagd één toren onscha
delijk te maken, maar nu komt de twee
de onheil stichten in de witte stelling.
30. Kbl—al h7—h5; 31. La3—b2 DgÜ—g2;
32. Dflxg2 Th2xg2; 33. Le2—il Tg2—gl;
34. Tdlcl g7g5; 35. a2a4 g5g4;
36. Kala2 h5h4; 37. Tclxc7 Tglxfl;
38. Tc7—g7f Kg8—f8; 39. Tg7xg4 h4—h3;
40. Tg4f4? Kt8e8; 41. Lb2—a3 e6—ea.
Wit geeft op. Een fraaie prestatie van
O'Kelly.
De uitslagen van de zesde ronde lui
den: Hoofdgroep: Ir. H. van SteenisDr,
K. M. Bergsma y,'AP. SchmidtA.
O'Kelly 01; Dr. X. TartakowerJ. G.
Baay 1—0; Th. D. van ScheltingaH.
Golombek 1—0; R. G.. Wade—F. Hen-
neberke y3>J.
Tienkamp A: J. DonnerJ. J. v. Oos-
terwijk-Bruyn 10; J BosG. Prahl
10; M. SandifortJ. v. d. Zanden 10;
J. G. DonkMevr. F. Heemskerk afg.;
G. KrooneK. D. Mulder van Leens
Dijkstra AA-
Tienkamp B: R. GigengackM. Bei-
nema 01; Th. SellenraadM. Soeta-
man 10; B. BulmsW. Steeman y:
y3, D. BijkerkM. Pranger 10; A. v. d.
BiessenH. Zadek 01.
4e ronde achtkampen, achtkamp A:
A. P. de BruinTh. Spijker 01; F. T.
GroosW. Cordan 10; M. JonkmanJ.
Brugman 1O; J. BeentjesP. Hart
1—0.
Achtkamp B: A. SlingsH. v. 't Hoff
10; Mevr. Klijn de BruyneC. J.
Krijgsman 10; Ds. van Dorp—D. Ver-
gunst 10; J. v. d. SteegA. Kruithof
0—1.
2e ronde zeskampen, zeskamp A: M.
SchenkG. W. v. Vloten 01; A. Peekei
J. Nijman 'Al C. KoomenJ. Cole-
ment 10.
Zeskamp B: H. de SmaleW. Uhl
X>'Al J- MuyenMevr. van Aalst afg.;
Jhr. Bosch v. DrakesteinB. P. Meijer
0—1.
Zeskamp C: H. TiemstraP. Siebers
10; N. HendriksD. Oort 1—0; J. v. d.
DoesP. de Boer A.