Levenskunst
tRICD£NOORMAN: GEVANGENEN DER ROMEfNEN
Mensen op reis
Internationale
Bidweek
Parmentier bevestigde ontvangst
van landingsinstructies
Vijf
Militaire organisatie der
Landen thans geregeld
AKKERTJES
GEEN AZIATISCH BLOK?
Verklaring van Pandit Nehru
VERVOLG
VERLEDEN
Een centenkwestie
a?*
Voorschriften inzake
leesbibliotheken
Centra wapenproductie nog niet besproken
Brusselse conferentie
beëindigd
Communisten èisen het
aftreden van Kwomïntang
Israël en Egypte beloven
elkaar vrede
„Arka" congresseert
Protest-motie aan de
Hongaarse gezant
yrig, koorts
DE NIEUWE FINO-SOEP IS GETROKKEN VAN MERGPUPEN EN VLEES.
*A 2
ZATERDAG 15 JANUARI 1949
He
Geert onbeperkt uitlenen
aan minderjarigen
DE PRESTWIC K-RAMP
West-Europese commentaar
wordt voortgezet
OP HET
door LESLIE FORD
Zeeuwse critiek op Minister
Spitzen
Er zijn weinig onderwerpen, waar
over zo veel en zo vaak geschre
ven en gepraat wordt als de
••Kunst te leven", weinig onderwerpen,
Waarover Jan en alleman zich geroepen
Waant zijn licht te laten schijnen. Te
verwonderen is dat eigenlijk niet. Is
er wel één thema te bedenken, dat
iedere mens onmiddellijker aangaat dan
luist „het leven", en is er iets in deze
wereld, dat meer problemen stelt dan
de vraag, hoe het leven het best ge
leefd kan worden?
Het ligt voor de hand, dat het ant
woord hierop onafscheidelijk -verbon
den is met de opvatting, die een be
paalde spreker of schrijver heeft over
het leven als zodanig, dat zijn wereld
beschouwing de richting bepaalt, waarin
hij de oplossing zoekt van de vele vra-
Sen omtrent de aard en de reden van
de juiste levenshouding. Een redelijk
denkend en handelend mens stemt nu
eenmaal altijd zijn daden af op hun doel.
Maar juist over het doel van het le
ven bestaat er een veelheid van opvat-
hogen, die mén, gezien het allergrootste
gewicht van deze vraag, niet zou ver
dachten. Zonder meer ligt het toch in
de lijn van het redelijke, dat men over
latuur en doel van het grootste bezit
Van de mens, het leven, eenstemmig
heid veronderstellen mag. De omstan
digheden, waaronder iedere indivi
duele mens zijn leven leeft, mogen al
Verschillend zijn; welgestelden en be-
hoeftigen, begaafden en onbegaafden,
§®zonden en zieken zullen er, in aller-
'ei graden steeds blijven met het daar-
hit voortvloeiende onderscheid in het
Persoonlijke bestaan; in één punt even
del zijn alle mensen gelijk: in zoverre
h-h dat allen hetzelfde leven bezit-
dat, na verloop van tijd, voor ieder,
Zonder uitzondering, een einde neemt.
dat leven heeft een doel; er moet
een reden zijn, waarom wij bestaan.
Het zoeken naar deze bestaansgrond
's de grote kwelling van het mensdom.
6der nieuw geslacht heeft zijn denkers
^ehad, die hun leven aan dit probleem
hebben gewijd. Een tijd lang zijn hun
theorieën door geestdriftige volgelingen
111 Practijk gebracht; tot het nuchtere,
'tpgelijkse leven hun ontoereikendheid
ofdoende bewees en de onbevredigde
'Ponselijke geest naar een nieuwe op-
°ssing speurde. Want dit is het hoop-
®evende en troostende in deze doolhof
^ar> wisselende 'stelsels en opvattingen,
at de mens nooit moede wordt ver-
er te zoeken, dat geen voorafgaand
'asco bij machte is hem de moed te
°btnemen steeds weer opnieuw te be-
jhhjien met zijn pogingen de waarheid
e achterhalen. En zo sterk is dit ver-
aPgen, dat hij op zijn speurtocht graag
jjh'ge tijdelijke ontsporingen in werke-
1,1 h dwaze theorieën, als onvermijdelijk,
0p de koop toe neemt.
Diep in ieder mensenhart sluimert
Pt onuitroeibare bewustzijn, dat het
°®1 van het leven ver boven de stof-
®hjke wereld moet uitgaan, en dit be-
,Ustzijn, dat feitelijk niemand verloo-
is in zijn algemeenheid een sterk
^sprekend bewijs, dat het doel van
et leven daarom ook inderdaad niet
lri deze stoffelijke wereld kan liggen.
Het is immers niet aan te nemen,
dat
een zo diep gewortelde overtuiging,
hie gedeeld wordt door alle mensen van
alIe plaatsen en tijden, op een vergis-
5ir>§ zou berusten. Wat men daarom ook
al uitgedacht heeft en nog uitdenken
al aan beschouwingen over het leven,
atlg deze niet geheel in overeenstem-
'Pg zijn met de éne, onveranderlijke
aarheid, zal een innerlijke onbevre-
k Sdheid de mens steeds verder doen zoe-
6ïl- De natuur is sterker dan de leer:
e Patuur, d.i. het geheel van regels
eh
Wetten, die de goede orde in de
Pping bepalen.
Voor een gelovige Christen bestaan
al deze problemen niet. Gods
openbaring heeft over aard en
j°el van het leven niet de minste twij-
Selaten. De mens is geschapen door
y" v o o r God. Dit is zijn diepste wezen.
s aiMaar ook, dat, ongeacht zijn per-
°°hlijke houding tegenover God en
J^sdienst, zijn natuur zijns ondanks
steeds onbevredigd zal zijn, totdat de
ene
Waarheid gevonden is. Hierop
eunt het bekende gezegde: iedere
epsenziel is van nature christen.
2-odra dan ook een overtuigd Chris-
eri het woord „levenskunst" in de
'ri°nd neemt, ziet hij onmiddellijk één
Pote, rechte lijn voor zich, die het
,eVeP met zijn doel direct en onver-
rekbaar verbindt. Zoals het leven
?aar één einddoel heeft, zo is er voor
christen ook maar één levenskunst,
vle h l., welke hem het' zekerst en het
6lligst zijn doel doet bereiken. Het
3 °°ie hierbij is, dat het zoeken naar
kunst ons totaal geen hoofdbre-
fjjhs behoeft te kosten, geen moeizaam
j. °soferen noch experimenteren. Gods
heeft ze ons kant en klaar ge-
0 honken in Zijn tien geboden en de
^Hlprezen bergrede. Of, wilt ge het
j; S korter: in Zijn gebod: „Weest hei-
ky' De grootste en volmaakte levens-
jj.hstenaars zijn dan ook de heiligen,
heeft Hij het echter niet gelaten.
Zij
n ''jn Kerk en genademiddelen schenkt
°hs een voortdurende leiding en
tj Voor het met succes beoefenen van
kunst. Het is alleen zo jammer,
i6v he meesten onder ons hun grote
srijkdom nauwelijks beseffen.
veti:
levenskunst kan alléén dan echt
en waardevol, als zij het hele
omvat, tot in zijn geringste uitin-
hat V h dan nog 'alleen op voorwaarde,
cp gp?ar detail-voorschriften uitsluitend
eel geïnspireerd zijn door het voor
hoej fieldende, gemeenschappelijke eind-
H6' Alléén het Christendom vervult
■v. jC°ndities volkomen. Wellevendheid
6h onder alle omstandigheden goed
Seba, hen, maar slechts wanneer ze
Vah ri6rh is °P het goddelijke gebod
h'tzcm? naastenliefde zal ze nooit een
Hgjhering kennen,
ha jn -Epistel van de tweede Zondag
'Cefy lekoningen is in dit opzicht uiterst
Huifn?' St. Paulus stapelt daarin
rt?tt overlopende rijkdom van zijn
Pie den reeks raadgevingen op elkaar,
v®hsk Domeinen de ware christelijke
k'at jjT-Onst moeten bijbrengen. Maar'
de ee-ste jaren van het Chris-
voor de inwoners van Rome
y®h 'kt-S yoor ons nog precies evenzeer
°r riff0 - Moge Gods genade ons hart
hit
mzicht wijd openstellen.
Verschenen is een wetsontwerp „Voor
schriften inzake leesbibliotheken".. Aan
de Memorie van Toelichting hierop is
het volgende ontleend:
Meer en meer doet zich de behoefte
gevoelen bij de wet enige voorschrif
ten te geven inzake uit winstbejag ge-
exploiteerde leesbibliotheken, met na
me ter bestrijding van de pornografie en
ter bescherming van de jeugd tegen hare
zedelijke gezondheid bedreigende lectuur.
Het inzicht, dat de overheid de exploitatie
van leesbibliotheken als hier bedoeld niet
geheel ongemoeid kan laten, heeft ge
meenten in verschillende provinciën er
toe gebracht, te dezer zake beperkende
bepalingen te stellen. De regering heeft
hier bepaaldelijk op het oog de straf
verordeningen, verbiedende een leesbi
bliotheek te exploiteren zonder vooraf
gaande schriftelijke vergunning van B.
en W. Dat op het gebied van de z.g.
winkelbibliotheken grote misstanden
heersen, was reeds sedert jaar en dag
bekend.
Toen. mr. J. H. van Maarseveen zich
na zijn optreden als minister van Bin
nenlandse Zaken van deze materie re
kenschap gaf en zich de vraag stelde,
over welke bevoegdheden de gemeen
tebesturen te dezer zake dienen te be
schikken, kwam hij na rijp beraad tot
de conclusie, dat de gemeenten, die
daarop prijs stellen, in de gelegenheid
moeten zijn ook in de toekomst een
vergunningstelsel in het leven te roe
pen, hetwelk de mogelijk opent, bepaal
delijk hen, die in zedelijk opzicht slecht
bekend staan, als exploitant van éen
leesbibliotheek te weren. B. en W. moe
ten voorts in de gelegenheid zijn aan
de vergunning verplichtingen voor de
vergunninghouder te verbinden.
De ministers van Binnenlandse Zaken,
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
en Justitie achten het voorts uit een
oogpunt van jeugdbescherming volko
men verantwoord, ja zelfs noodzakelijk,
de mogelijkheid te scheppen aan alle
vergunningen de verplichting te ver
binden, dat aan een minderjarige géén
boeken worden ter hand gesteld, welka
naar het oordeel van B. en W. schade
lijk zijn voor de zedelijke gezondheid
van minderjarigen.
Tenslotte ligt het naar het oordeel van
de ministers op de weg van het Rijk
om door instelling van een commissie,
waarin verschillende geestelijke stro
mingen zijn vertegenwoordigd en waar
in ook aan het regionale en gemeentelij
ke element de nodige stem zal worden
verleend, de mogelijkheid te openen de
gemeentebesturen en andere autoritei
ten, aan wie ter zake enige bemoeienis
toekomt, van voorlichting te dienen bij de
toepassing van deze wet. De ministers
denken hierbij bepaaldelijk ook aan het
oordeel omtrent de vraag, welke boe
ken schadelijk zijn voor de zedelijke ge
zondheid van minderjarigen.
De ministers vertrouwen op deze wij
ze een bijdrage te leveren tot waak
zaamheid tegen het kwaad der onge
zonde lectuur in leesbibliotheken.
21. Het flitste door Eric's hoofd, dat hij overgeleverd was aan de gladiator
Slechts snel handelen kon hem nog van een wisse dood redden. Met een triom
fantelijk gezicht stootte de gladiator toe, doch bliksemsnel liet Eric zich voorover
vallen en op korte afstand scheerde het zwaard over zijn hoofd....! Eric's tegen
stander verioor door deze misslag het evenwicht en wankelde naar voren. Shèl en
met grote tegenwoordigheid van geest handelde Eric, hij besefte dat nu zijn enige
kans, om deze tegenstander te overwinnen, gekomen was. Handig lichtte Eric de
giadiator een been en de man viel, onder het slaken van een angstige gil, ruggelings
in het zand Onmiddellijk poogde de gladiator op te krabbelen, maar Eric was
weer sneller. Hij greep het zwaard, dat zijn tegenstander ontvallen wasen maakte
een einde aan het gevecht.
Na deze voor hem gunstig besliste tweekamp keek Eric rond. Tot zijn ontzetting
bemerkte hij, dat alle slaven hun strijd reeds verloren hadden. Wat hem echter het
meest verontrustte was, dat nu een aantal gladiatoren, ziende dat één van hen
tegen de Noorman het onderspit had moeten delven, onheilspellend naderbij kwam
om hun gevallen makker te wreken
De verhoren naar de oorzaken voor
de ramp van de „Nijmegen" vonden
gistermiddag een nieuw hoogtepunt
toen Van Weegen, officier bij de Air
Traffic Control op het vliegveld Prest-
wick, verklaarde, dat gezagvoerder Par
mentier een nogal vreemdsoortige lan
ding uitvoerde op het ogenblik, dat hij
„binnengepraat" werd op baan 32.
Van Weegen zeide, dat hij op ongeveer
zes mijl afstand van het vliegveld dè
piloot opdracht gaf hoogte te verliezen,
met een val van 500 voet per minuut.
Toen Parmentier op Prestwick aan
kwam dreef hij naar links af; getuige
corrigeerde direct deze fout. Aanvanke
lijk bevond het toestel zich boven de
glijbaan (glide path, waarop de piloot
door het ontvangen van een bepaalde
toonhoogte weet dat hij de goede koers
vliegt) en daarna beneden de glijbaan.
Herhaaldelijk gaf getuige hem instruc
ties zijn dalingshoek te wijzigen. Op een
gegeven ogenblik had het vliegtuig een
afwijking van vijftien graden.
Van Weegen verklaarde verder, dat
hij er toen niet meer zeker van geweest
was, dat de gezagvoerder van de Con
stellation zijn instructies ontving en
vroeg aan Parmentier om zijn bood
schappen te bevestigen. De piloot be
vestigde toen de gegeven instructies en
zei, dat hij baan 32 overschoten was en
landen zou op baan 26 op zicht. Daarop
verzocht Van Weegen de piloot van de
PH-TEN zich in verbinding te willen
stellen met de controletoren om van
hieruit instructies te ontvangen voor
zijn landing. Direct daarna zag ik, al
dus Van Weegen, het toestel recht op
de glide path afkomen en kreeg ik de
indruk, dat de piloot het toestel aan de
grond ging zetten. Ik volgde het toestel
De conferentie te Brussel van de mi
nisters van defensie der vijf landen van
de West-Europese Unie, die, naar men
verwachtte, twee dagen zou duren, heeft
haar werk in vijf uur beëindigd. Behal
ve de delegaties der vijf landen woon
den waarnemers van Amerika en Ca
nada de vergadering bij.
Ramadier, de Franse minister van de
fensie, zeide bij het verlaten der confe
rentie onder meer: „De gehele militaire
organisatie is nu geregeld. Het zal ech
ter nog enige maanden duren voordat
men zich een algemeen beeld zal kunnen
vormen". In Maart of April zouden de
ministers wederom te Den Haag bijeen
komen.
Hij zeide, dat het vraagstuk van de
standaardisatie behandeld was. Op de
vraag of de kwestie der centra voor de
wapenproductie ter sprake was geko
men, antwoordde de minister: „Dit sta
dium is nog niet bereikt". Het Atlanti
sche Pact was niet ter sprake gekomen.
Volgens een officieel communiqué, dat
Vrijdagavond is uitgegeven, hebben de
ministers besprekingen gevoerd over
„practische stappen tot het bereiken van
een gezamenlijke inspanning voor de ver
dediging en de veiligheid van West-Eu
ropa".
Het communiqué zegt dan letterlijk:
„De ministers van defensie gingen het
werk na, dat gedaan is door de defensie
organisatie van de mogendheden van het
Verdrag van Brussel sedert hun laatste
bijeenkomst in Parijs op 27 en 28 Sep
tember. In het bijzonder schonken ztj
aandacht aan de practische stappen die
genomen waren tot het bereiken van
een gemeenschappelijke inspanning voor
de defensieve veiligheid van West-Euro
pa betreffende zowel de strijdkrachten
als de uitrusting. Zij namen zekere aan
bevelingen aan te dien aanzien aan hen
gedaan door de commissie van de chef
van staf (Montgomery) en door de raad
voor militaire bevoorrading. De raad
voor militaire bevoorrading werd door
de ministers van defensie in het leven
geroepen tijdens hun laatste bijeenkomst
in Parijs. Hij behandelt de kwesties van
de productie en voorziening van voor
raden en uitrusting om tegemoet te ko
men aan de behoeften van de strijd
krachten. De raad is samengesteld uit
een hooggeplaatste vertegenwoordiger
van elk van de vijf mogendheden en.
wordt bijgestaan door een permanente
bevoorradingscommissie, die thans in
Londen is opgericht".
Het communiqué gaat dan verder: „De
ministers van defensie kwamen tot over
eenstemming over de soort van organi
satie vereist in elk van de vijf landen
voor het op de been brengen en de trai
ning van de nationale strijdkrachten".
„De ministers namen kennis van de
voortgang tot dusver gemaakt door de
financiële en economische commissie, op
gericht door de ministers van Buiten
landse Zaken op hun bijeenkomst in Pa
rijs op 25 en 26 October, ter bestude
ring van oplossingen van de financiële
en economische vraagstukken, gerezen
met betrekking tot de organisatie van de
verdediging van West-Europa".
In eeri door de radio omgeroepen
proclamatie heeft Mao Tse Tung, de
Chinese communistische leider heton
voorwaardelijk aftreden van de Kwo
Min Tang-regëring geëist als voorlopige
voorwaarde tot elke vredesonderhande
ling.
De communistische strijdkrachten, die
Tientsin in Noord-China belegeren, on
derwierpen de stad gisteren aan een
genadeloos en niet in hevigheid afnemend
artilleriebombardement. Gordon Hall,
zetel van het stadsbestuur, werd door
granaten verwoest en vele personen ge-
op het radarscherm, totdat dé intersec
tie te dik werd. Daarna vloog het toe
stel preoies over de GCA-installatie en
verzocht de piloot de lichten op baan 26
aan te draaien,
Van Weegen deelde mede, dat hij
daarna naar buiten ging om het toestel
te kunnen zien, doch enkele ogenblik
ken later werd hij binnengeroepen on
de mededeling, dat de piloot geezgd had
„verloren" te zijn en hij wilde weten
waar hij zich bevond. Getuige riep
daarop de Constallation op op 'n andere
golflengte dan die gebruikt werd door
de controletoren, doch kreeg geen ant
woord. Daarna trachtte hij zonder suc
ces het toestel op het radarscherm te
vinden.
Over de windsnelheid verklaarde Van
Weegen nog, dat op het ogenblik van de
landing de windsnelheid 15 mijl per uur
was opgegeven. Hij zeide dat bij een
grotere snelheid van de wind de ca
bine, waarin hij zich bevond schudden
zou, hetgeen niet gebeurde die avond.
Voor het begin van de zitting legde
de vertegenwoordiger van de Kroon.
Leslie, een verklaring af. waarin hij
o.m. zeide. dat dit proces niet van par
tijdige aard is. Het is een officiéél on
derzoek inzake de omstandigheden
van het ongeval. In zoverre aantijgin
gen, die thans op grote schaal open;
baar zijn geworden, aantijgingen tegen
hem zouden kunnen inhouden, houden
deze geen verband met de uitoefening
van zijn beroep als advocaat.
Cameron, die voor de K.L.M. op
treedt. repliceerde: „Er zijn geen be
schuldigingen geuit tegen Leslie, maar
wel heb ik alle reden om protest aan
te tekenen tegen verzuimen om bepaal
de documenten ter tafel te brengen die
van vitaal belang kunnen zijn voor
een openbaar onderzoek. Het zal daar
om niemand verbazen, dat ik graag
alle betrokken documenten wil zien."
De Israëlische en Egyptische afge
vaardigden, die op het eiland Rhodos
wapenstilstands-besprekingen voeren,
hebben Vrijdagavond over en weer de
verzekering gegeven, dat geen militaire
offensieven meer ondernomen zullen
worden en dat de partijen elkanders
grondgebied zullen respecteren.
Men kwam tot deze afspraak, vervat
in het eerste punt van de agenda der
besprekingen, na een discussie van niet
langer dan een kwartier.
De overeenkomst zal worden opgeno
men in de preambule van de wapen-
stilstands-overeenkomst, waarover thans
onderhandeld wordt.
De Israëlische en Egyptische afgevaar
digden zijn het verder eens geworden
over de volgende agenda voor de wa
penstilstands-besprekingen:
Waarborgen t.a.v. militaire offensie
ven en nationale veiligheid, uitvoering
van de resoluties van de Veiligheidsraad
van 4 en 16 November, die aandringen
op een bestand en een wapenstilstand,
het ontwerpen van een wapenstilstands
overeenkomst en parafering van deze
overeenkomst.
Dr. Bunche, de bemiddelaar der V. N.
in Palestina, is formeel gekozen tot voor
zitter voor allo vergaderingen van de
conferentie.
dood of gewond. Een Italiaanse club,
die als hospitaal wordt gebruikt, kreeg
twee voltreffers. Het aantal doden en
gewonden is niet bekend. Het Franse
consulaat werd in een kelder onderge
bracht. Vele bekende gebouwen en ka
rakteristieke punten werden getroffen.
Volgens een Reuterbericht uit Sjanghai
ontplofte een granaat in een munitieop
slagplaats in de buurt van het Ameri
kaanse consulaat te Tientsin, waardoor
alle ruiten van het consulaat warden
verbrijzeld en de lichtinstallatie buiten
bedrijf werd gesteld. De telefoondienst
van Tientsin functionneerde niet meer.
Een granaat sloeg vlak bij het Britse
consulaat in.
In restaurant Beekman te 's-Hertogen-
bosch is 'gisteravond het congres be
gonnen van de A.R.K.A., de Algemene
R.K. Ambtenarenvereniging. Ongeveer
driehonderd afgevaardigden van alle
afdelingen uit het land nemen aan dit
congres, dat hedenmorgen om 9 uur
werd voortgezet, deel. In zijn openings-
en welkomstwoord gewaagde de voor
zitter, de heer B. J. van Elk o.a. van de
moeilijkheden, waarmede de ambtena
ren te kampen hebben. Hij waarschuw
de tegen een stakingsmentaliteit.
Naar aanleiding van de arrestatie van
Kardinaal Mindszenty stelde hij de ver-
gadeirng voor openlijk stelling te ne
men tegen deze aanslag.
In een protestmotie, die aan de
Hongaarse gezant te Den Haag zal
worden overhandigd, protesteert de
A.R.K.A. tegen deze anti-godsdien
stige politiek, dringt zij aan op in
vrijheidstelling van de kardinaal ep
doet zij een beroep op de edelmoe
digheid van het Hongaarse volk.
Telegrammen van hulde en trouw
zullen gezonden worden aan H.M. de
Koningin, aan Z. Em. Kardinaal de Jong.
aan de commissaris van de Koningin in
Noord-Brabant en aan de bisschoppen
van Haarlem en 's-Hertogenbosch.
Bij de behandeling van het bestuurs
beleid hadden de vele afgevaardigden
zowel waardering voor als grieven te
gen dit beleid. Een der voornaamste
grieven werd o.a. geuit door de afdeling
Utrecht, wier woordvoerder vaststelde,
dat de motie, aangenomen op het Kur-
hauscongres, om te verkrijgen dat de 2
pet. gratificatie ongelimiteerd zou wor
den uitgekeerd, niet werd uitgevoerd,
ondanks de steun, die reeds bij voorbaat
door de K.V.P. was toegezegd.
Gisteren is te Hilversum de laatste
zitting gehouden van de conferentie van
vertegenwoordigers van de omroep-or-
ganisaties in België, Engeland, Frank
rijk, Luxemburg en Nederland. De con
ferentie besloot tot voortzetting van het
zogenaamde „West-Europese commen
taar" en tot het organiseren van een
nieuw programma-nummer onder de
naam „Open Microfoon-Debat". Voorts
werd besloten een programma in te
stellen, waarbij alle deelnemers gelijk
tijdig eenzelfde muzikale uitvoering
zullen uitzenden. Alle deelnemende or
ganisaties zullen hiervoor een bijdrage
leveren.
Dé BBC heeft zich bereid verklaard,
om in September een uitzending te or
ganiseren volgens het patroon van com
munity singing, zoals dat reeds meer
malen is uitgevoerd door de Nederlandse
radio.
Naar wij vernemen, zou het Rijk over
wegen om het vèrblijfs- en bewarings-
kamp Vught, dat per 1 Maart opgeheven
zal worden, te bestemmen voor de mi
litairen.
De lampenist kwam onze trein
binnen en goochelde met een vlam
metje tegen het donkere plafond. Het
gaslicht floepte aan en toverde met
het macabre schijnsel de coupé om in
een bevolkte doodkist. Alle passa
giers hadden een vaalbleke tint. Het
goed gesneden costuum in de hoek
omhulde een massieve hotelhouder.
Hij was in druk gesprek met een
goedlachse vriend, wiens mond per
manent met een sigaret verlengd was.
„Je weet, wat voor een pechvogel
ik altijd ben, speciaal op reis."
Het Hotel keek gemaakt somber
naar buiten, waar Wolfheze drie pin
kende lichtjes liet zien.
„Zie je, daar heb je het al!" Hotel
boog zich voorover naar zijn schoenen
en constateerde:
„Mijn schoenveter geknapt. Ge
lukkig heb ik een reserve bij mij."
Hij pakte een varkensleren acte-
tas uit het net en verdween op het
toilet. Met een gelukkig gezicht keer
de hij terug. „Dat is weer verhol
pen."
Het gesprek kabbelde weer rustig
verder, tot opeens vriend sigaret
naar zijn hals greep.
„Hemeltje, mijn boordeknoopje
bezwijkt."
Met de actetas verdween ook hij
in het toilet.
„Jullie zijn wel pechvogels," mees
muilde de stucadoor in de hoek.
„Zeg dat wel. Goeie genade, mijn
sokophouder gaat los." Hotel greep
de actetas en verdween.
In het volgende kwartier sneuvel
den bij de twee vrienden nog een
bretelknoop, een butterfly, een man
chetknoop, een hak van een schoen
en werden zij beiden nog een keer
misselijk.
Voor alle kwalen bleek die actetas
plus een kort verblijf achter het
deurtje voldoende om de diverse
euvels te verhelpen.
„En u ziet, mevrouw, toch blijven
wij ondanks al deze rampen goed
gehumeurd," zei Hotel tot de enigste
dame, die niet begrijpend de tonelen
gevolgd had.
Stucadoor bekeek het anders, loosde
een zucht, die eindigde met:
„Hoe bestaat het."
Het tweetal trachtte meerstemmig
het paardenhoofdstel aan de muur te
hangen, terwijl de trein langs het
Driebergense perron tot stilstand
kwam.
„Koffiiieee!" galmde de beroemde
koffiebrigade, die de beste koffie van
Nederland langs de trein verkoopt.
„Ja, hier, twee stuks," bestelde Ho
tel, „hoeveel is dat?"
„Veertig cent, meneer."
„En hier een extra fooi." Hotel
greep iets bruins uit de actetas. „Je
krijgt twee dubbeltjes statiegeld voor
die lege kruik terug."
Te beginnen met a.s. Dinsdag 18
Januari, feest van St. Petrus Stoel
te Rome, tot 25 Januari, feest van
St. Paulus' Bekering, zal over de gehele
wereld, gelijk ieder jaar, de internatio
nale bidweek worden gehouden om van
God de eenheid in het geloof te verkrij
gen voor alle volkeren der wereld.
Dit verlangen naar de eenheid, waar
om Christus in Zijn Hogenriesterlijk ge
bed aan de Vader vroeg, is ook sterk
levend onder de van de Moederkerk
gescheiden Christenen en het Internatio
naal Congres der niet-katholieke kerken,
dat enkele maanden geleden te Amster
dam bijeenkwam e"n waarbij de Wereld
raad der Kerken officieel werd gecon
stitueerd. is daarvan een sprekende
getuigenis.
De Una Sancta. de ene. heilige, katho
lieke en apostolische Kerk verheugt zich
mede over dit verlangen naar de door
Christus gebilde eenheid. Want zou niet
deze verdeelde wereld, die zucht naar
vrede, deze zo verlangde rust der orde
niet sneller terugvinden, wanneer zij niet
langer de aanblik bood van een ver
scheurde 'Christenheid
Om deze eenheid van allen in het
Mystieke Lichaam van Christus zullen
de katholieken en met hen ook vele
niet-katholieke Christenen bidden in de
komende internationale bidweek. De ge
dachte voor deze bidweek is uitgegaan
van een Anglicaans geestelijke Paul J.
Wattson. die daartoe in 1908 het initiatief
nam. Reeds in 1909 verleende Paus Pius X
Z.G. aan deze gebedsactie zijn goed
keuring.
Paul J. Wattson was zelf een der
eersten, die de vruchten der bidweek
heeft geplukt. Want reeds in 1909 vond
hij deze eenheid door zijn terugkeer naar
de Moederkerk. In 1916 midden onder de
eerste wereldoorlog keurde Paus Bene-
dictus XV opnieuw de bidweek plechtig
goed. In 1920 nam het Wereldcongres
van Protestantse en Oosterse Kerkge
nootschappen het idee van de bidweek
over.
Sinds 1916 werd de bidweek in de
Katholieke Kerk steeds meer beleefd. De
Nederlandse katholieken zullen daarbij
niet achterblijven en deze week God
bidden om de eenheid van heel het men
selijk geslacht, gedachtig deze woorden
van Z.H. de Paus op 9 April 1944: „In
onze tijd. waarin onenigheid en tegen
stellingen. door de oorlog opgeroepen,
de geesten over de gehele wereld in
strijd hebben gewikkeld, moet men alle
mensen, bezield met een christelijke
liefde, ertoe brengen al hun krachten in
te spannen voor de eenheid in Christus
en door Christus."
000
Druk de infectie grondig de kop in Neem één
of twee "AKKERTJES",kruiponderde wol
en in korte tijd bent U weeropgeknaptf
helpen direct
De premier van India, Pandit Nehroe,
heeft tegenover de Indische journalis
tenvereniging te Calcutta verklaard, dat
het doel van <de conferentie inzake Indo
nesië te New Delhi was dat het verster
ken van de V.N.
Verwijzend naar de situatie in In
donesië, zeide Nehroe, dat, hetgeen in
dat land geschiedde, betekenis had
voor de volken in Azië en zelfs voor
de wereld. Kwesties van vitaal belang
zijn gerezen, waarvan het antwoord
zeer wel bepalend zou kunnen zijn
voor de wereldvrede en voor het ver
mijden van een ontzettend conflict.
Het ministerie van Buitenlandse Za
ken van India heeft bekend gemaakt,
dat Ethiopië de uitnodiging om de Azia
tische conferentie bij te wonen, heeft
aangenomen.
Van de negentien landen tot wie de
uitnodiging is gericht, heeft alleen Nepai
nog niet geantwoord.
De Siamese democratische partij, de
grootste politieke partij in Siam, waar
van de vroegere premier Luang Kovid
Avhaiwongse de leider is, heeft een re
solutie aangenomen. Hierin wordt het
besluit van de regering om de uitnodi
ging van India tot bijwoning van de
Aziatische conferentie inzake Indonesië
niet te aanvaarden, veroordeeld. De
partij dringt er bij de regering op aan
om tenminste een waarnemer naar de
conferentie te zenden.
Vertaling van Pauline Felfinga
32
Hij begreep me niet. Ik legde hem
uit, dat verscheidene van de heren in
April Harbor hun werk hadden in Phi
ladelphia of New York en iedere zo
mer een vliegtuig charterden. Het pikte
hen Zaterdagmiddag of Vrijdagavond
op en zette hen af op het landingsveld
dat tegelijk het eerste „hole" was van
het golfterrein, en nam hen Zondags te
middernacht weer mee.
„Ik heb begrepen dat Andy aan boord
wou gaan voor New York, toen Parran's
mannen hem tegenhielden," zei ik. „Zeg
niet dat u er niets van wist."
„Ik weet dat ze het oog op hem hou
den. Ik had niet gedacht, dat hij naar
de stad zou willen gaan."
„Ik denk dat Andy's chef niet veel
belang stelt in zijn familie-omstandig
heden," zei ik.
Kolonel Primrose ging naar de deur.
Ik geloof dat wat ik daarjuist gezegd
had, hem meer bezighield dan hij wilde
laten blijken. Hij schrok op toen de te
lefoon weer ging. Eén keer lang, drie
keer kort. We keken elkaar aan, ons
allebei afvragend of er iemand zou zijn
of niet.
„Als u die klok weer hoort en er komt
iemand," zei hij, „wilt u dan zeggen, dat
ik vertrokken ben met het nachtvlieg
tuig?"
Ik keek hem niet-begrijpend aan. De
telefoon belde weer.
„Niet vragen, doèn," zei kolonel Prim
rose beleefd.
„Pardon," zei ik. Ik ging naar ae
hall. Als ik geweten had, dat hij naar
mijn kamer was gebeend en meeluis
terde, zou ik nogal boos zijn geweest.
Maar ik wist het niet. Ik besefte nog
niet ten volle, wat het zeggen wilde,
een detective in je huis te hebben.
Ik luisterde. Het was Jim Gould.
„Grace," zei hij snel. „Luister!"
Ik luisterde naar het tikke tik, tik-
ke-tak; ik hoorde het op de achtergrond.
Nu kwam Jim's dringende stem er weer
doorheen.
„Zeg aan Rosemary, dat ze de tijd ge
steld hebben op één uur, niet twaalf
uur."
Ik had kunnen huilen.
„Ze wèet het al, Jim. En ze heeft ko
lonel Primrose verteld, dat ze toen bij
jou was."
Er was een lange stilte, waarin ik
niets hoorde dan het tikken van die el
lendige klok. Toen kreunde Jim. „O,
mijn hemel," zei hij. Ik wist toen, voor
het eerst sinds het vreselijke gebeurd
was, dat Jim werkelijk iets voelde be
halve ontzetting, woede en vernedering.
„En luister nog eens goed, Jim. Ko
lonel Primrose zei dat ik moest zeggen
dat hij weg was gegaan met 't nacht
vliegtuig."
Er was weer een pauze. De klok tikte
haar eigenaardig rhythme.
„Ja?" zei Jim. „Dag tot ziens."
We haakten af. Ik bleef even staan,
opeens bedenkend, of kolonel Primrose
dat misschien allemaal verzonnen had
van die geheimzinnige opbeller. Het
drong toen tot me door, dat ik sergeant
Buck niet gezien had sinds ik terug was
van de Bishops. Ik keek in de keuken,
overwegend dat Lilac en Julius terug
moesten zijn uit de kerk, maar ze wa
ren er niet. De buitendeur was dicht en
waarschijnlijk op slot. Toch ging ik er
naar toe en probeerde ze. Ik had een
vaag, onrustig gevoel dat maar niet
wilde wijken.
Ik ging weer naar de huiskamer. Ko
lonel Primrose was er niet en hij had
de bewijsstukken van de Officier opge
ruimd.' ïk bedadht toen, dat hij me de
blaadjes blauw fluweel en het tweede
stuk papier, dat opgerold was als een
pijpaansteker, niet had laten zien.
Ik geloof niet, dat het eigenlijk ver
schil gemaakt zou hebben als ik ervan
geweten had, maar dikwijls heb ik toch
gedacht van wel. Het zou zeker geen
verschil gemaakt hebben in wat er die
nacht gebeurde, zoals later bleek.
Sheila, mijn Ierse setter, lag op de
koele stenen voor de haard, waar ze de
hele avond had geslapen. Ze kwam
overeind, terwijl ik midden in de ka
mer stond te aarzelen. Ik wist niet of ik
het licht zou uitdoen en naar boven
gaan of niet daar ik, zoals ik zei, wei
nig notitie had van de huiselijke ge
gewoonten van detectives. Het was
warm en ik had zo tamelijk genoeg
van de hele zaak.
Sheila likte mijn hand en ging naar
de deur, omkijkend, me nodend met
haar naar buiten te gaan. Ik ging naar
de veranda. De sterren stonden aan de
hemel, het was volkomen stil. Ik vergat
kolonel Primrose's herhaalde waarschu
wingen -r~ althans, ik dacht er niet aan
toen ik de verandadeur opendeed en 't
stenen pad afging naar het groepje wit
te tuinstoelen, die als spookschildwach-
ten op het grasveld onder de grote sy
camore stonden.
Sheila snuffelde en gromde. Ik voel
de haar lang, rossig lichaam plotseling
verstrakken. Ik greep naar halsband
beet. Ze bromde weer. Toen hoorde ik
iemand heel zacht bewegen op het gras.
Ik kon niet zeggen waar het geluid
vandaan kwam, maar Sheila keek langs
de boom naar de tuin van de Bishops,
niet naar hun huis.
En toen, zo zeker en diep als een ge
tuigenis van de zinnen maar te voelen
is, wist ik, dat het Paul Dikranov was,
ergens in het rijtje struiken dat mijn
tuin van de hunne scheidt. De flauwe,
onmiskenbare geur van Turkse tabak
dreef zacht door de warme lucht.
Een ogenblik overwoog ik, te roepen,
maar Sheila's diep gegrom leek waar
schuwing genoeg; waarschijnlijk was hij
niet alleen. Ik keerde langzaam terug
naar huis en toen bleef ik plotseling
staan, als versteend.
Ergens achter me, klonk een scherp
gekraak, dat de stilte spleet, en tegelijk
suisde een hete luchtstroom langs mijn
oor. Een plotseling instinct, of misschien
kwam het door de Wild-West verhalen,
die ik mijn kinderen voorgelezen had.
deed me eerst bukken en toen languit
neervallen op het gras. Of misschien
was het enkel de schrik. In ieder geval,
ik deed het en ik was er blij om. om
dat er een tweede krak volgde en er
nog een kogel door de lucht gierde, zo
wat waar mijn schouderbladen hadden
moeten zijn. Sheila, die niets van schie
ten moet hebben, vloog naar het huis,
jankend.
Het ging allemaal bliksemsnel en een
seconde later hoorde ik zware voeten
over het gras rennen en zag ik sergeant
Buck met verbazende vaart aankomen.
Hij gaf me één blik, terwijl ik nog op
het gras lag onder de sterren. Eerst
daoht ik dat hij zei: „Goddank dat u
niet gewond bent," maar dat was niet
zo; hij zei „Goddank dat het de kolonel
niet is" en rende weg in de richting van
de schoten.
Ik ging overeind zitten, haalde onder
zoekend adem zoals George deed
toen hij bijna verdronken was stond
vlug op en rende naar de deur.
Ik geloof niet dat ik ooit in mijn le
ven zo onzinnig bang ben geweest. Ik
wachtte niet tot Buck terug keerde of
tot kolonel Primrose te voorschijn
kwam; en ik vloog naar boven en deed
mijn deur op slot. Ik zou erg graag on
der 't bed gekropen zijn bij Sheila. Ik
deed 't licht uit en lag daar trillend te
bedenken waarom Paul Dikranov mij
had willen doodsohieten, juist mij, van
alle mensen onder de zon.
(Wordt vervolgdJ
(Vervolg van pagina 1)
Romantiek in de Beweging! O. het
zou er nog zo volop kunnen zijn.
Of is het geen echte romantiek,
niet vervalst door sentimentaliteit van
een of ander bioscoopverhaaltje, te vech
ten voor het herstel van het gezonde
gezinsleven. Hebben we niet te vech
ten tegen de concurrentie van de
straat, de bios en de danstent. Hebben
we, staande midden in de samenwer
king met allerlei neutrale instanties,
niet te waken tegen een hopeloze neu
tralisering van het gehele leven?
In de afdelingen, waar men zich dat
bewust is geworden, is het actieve leven
opnieuw opengebloeid en stromen de le
den met hun vrouwen en kinderen naar
de ontwikkelings- en ontspannings
avonden.
De K.A.B.-leden zijn het normaal gaan
vinden, naast hun gulden per week
contributie nog allerlei contributies te
betalen voor verenigingen die in feite
bezig zijn diezelfde K.A.B. uit te hol
len. Denk maar eens aan de buurt- en
personeelsvereniging, ja zelfs aan spe
ciale Katholieke verenigingen, die zijn
opgericht om op een of andere wijze een
doel na Je streven dat geheel overeen
stemt met dat der K.A.B.
En als je daar dan met collega's of
afdelingsbestuurders over praat krijg je
regelmatig te horen: we hebben als
K.A.B. niet voldoende geld om datzelf
de te doen. Welnu, dan zeg ik: dan is
er iets fout in de K.A.B. De K.A.B. is
méér, is anders dan alle andere arbei
derscentrales in ons land. Welnu, dan
heeft zij er ook recht op van haar leden
meer geldelijke offers te vragen dan die
andere centrales. Als de leden het geld.
dat ze nu over hebben voor personeels
verenigingen en clubs, die in feite een
slechts ogenschijnlijk gelijk doel als de
K.A.B. nastreven, bijdroegen voor b.v.
het Meer Vreugde-werk der K.A.B. dan
waren we er zó weer boven op.
Ook sociale en culturele activiteit is
vaak een centenkwestie. Maar nu in een
heel andere zin dan ik straks bedoelde.
Laat men rustig op de K.A.B. steunen
als materieel hulpinstituut, maar laat
men daarnaast begrijpen dat het willen
bereiken van meer doelstellingen het
beschikbaar zijn van meer geld een
voudig noodzakelijk maakt."
De mededeling van* minister Spitzen
in de Memorie van Antwoord voor de
begroting van Verkeer en Waterstaat, dat
de zetel van de „Stoomvaartmij. Zee
land" in Vlissingen zal blijven gevestigd,
maar dat de afvaarten van Hoek van
Holland zullen blijven geschieden, heeft
bij vele Zeeuwen verontwaardiging ge
wekt. Tengevolge van de oorlog verliet
de „Zeeland" Vlissingen. Minister Vos
beloofde echter terugkeer, in ieder op
zicht. Ook wordt critiek op minister
Spitzen uitgeoefend in verband met zijn
opmerking dat een binnenhaven voor
het zwaar getroffen Breskëns niet ver
antwoord zou zijn. Van minister Ringers
ontving het gemeentebestuur in Septem
ber 1946 een brief waarin werd mede
gedeeld, dat de regering in beginsel tot
aanleg van een binnenhaven had beslo
ten en dat aan Rijkswaterstaat opdracht
was gegeven plannen te ontwerpen. Dit
laatste is inderdaad geschied. Toen een
plan was uitgekozen zijn gegadigden op
geroepen voor vestiging van industrie
op de nieuwe haventerreinen. D eburge-
meester van Breskens, de heer J. A.
Eekhout, zei, dat het opgeven van de
binnenhavenplannen een ramp zou zijn,
die, het verlies van mensenlevens bui
ten beschouwing gelaten, erger zou ziin
dan het noodlottig bombardement van
11 September 1944.