Bidden
AKKERTJE
Erie de Noorman en de valse koning
f
Mensen op reis
pR0F. ROMME WIJST BEVOEGDHEDEN VAN U.N.C.I. AF
Kamer verwerpt Schouten 's motie van
wantrouwen met ruime meerderheid
In Amerika nog geen accoord
over het Atlantisch Pact
VERVOLG
VERLEDEN
Hardnekkig Tweede Kamer-debat
°Ver-
»rg:
Acheson confereert met Senaatscommissie
A 2
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1949
PAGINA 3
M 7'3?
fcater-
-
i|r-
H.H-
n?
„Dan maar zonder
republikeinen"
Geen fundamenteel bezwaar
Geen middenweg
Rapport van Palar
Motie van wantrouwen
C0NNALLY: Twee-derde meer
derheid niet genoeg
Kapitein schudde 1200
handjes
Een haai en twee zware
kabeljauwen
OP HET
door LESLIE FORD
7ük
Iedere kapelaan in
Nederland heeft het druk
Liturgische weekkalender
Heipaalactie van de Bond
zonder Naam
Oproep aan Hongaren
eidse-
7.30,
adsp*
Fa®'
§«óng®
uu®
t) UU®
•chteo
H.ft
uur;
fi ju®
nsóaS
5sj UU®
Ij da-
.van 1
ieu««
I 6-30:
li uuri
meis'
nuf-
ilpaaf'
9 e"
ngenS
cong®
leis)6*
5 tot
•n ster-
6.30,
5 het eigenlijk niet vreemd, of mis
schien zeggen wij beter: „onmo-
hern" in een hedendaagse krant een
S'hel tegen te komen met dit op-
JOhft? Zelfs al is dat dan ook een ka-
ij-hek dagblad! Zulke dingen zijn toch
JShlijk een zuiver private aangele-
flheid, waarover men in het openbaar
Jj' meer praat. Wie er iets meer van
J Weten, kan in de kerk terecht of
giale boeken daarover ter hand ne-
- Maar een krant, neen; daar horen
*e onderwerpen niet thuis! De grote
ssa van de lezers slaat ze immers met
(jSt daarvan te zeggen? Och, bijzon-
moeilijk is het niet zulke bewe-
i Een grondig en werkelijk afdoende
.Neerleggen. Maar het lijkt ons beter
Sr nu eens niet op in te gaan. Wij
leh het er liever eens op wagen, o n-
Aks deze bezwaren, tóch dit on-
dverp aan te snijden. Dat men zo
j ®ekt, is jammer genoeg een feit. En
milon velen, die zich nog katholiek
'den, om een o£ andere reden er
'Oot
%e
yt
terugschrikken openlijk een der-
mening te verkondigen, in hun
I uufl ij'denken zij toch in deze richting,
tot feitelijk niet nog erger is dan er
J*® voor uit te komen? De gedachte
aar- t mrizeïsche schijnheiligheid ligt voor
h.Scijpen, zou men zo zeggen.
'J zouden het over bidden hebben.
J* vóór wij daarmee van wal steken,
(Z het zijn nut hebben even op te
tuiten, hoe wij tot de keuze van dit
gekomen zijn. Bij het aandach-
lezen van het wonderrijke epistel
öe H. Mis van morgen, stieten
'S se®
erda3
wu-
7.30
ft 8.30
jjondaU
|H ooi'
SpndaO
garde
en 1*
i uu®
geie'
(Klé;
I 6.30,
uu®
LOt
rijda?
van 3
(Paul
y 6.30,
h. jo#'
nsda|
en l7
uu®
ur.
«TE*
Zo®
grnis'
Fa®'
garde
rijda?
van
wij
het slot op de bekentenis van St.
«lus,
5
"Dins'
jonPe
,30
3 uur
-*
10-15
erdaS
tot 9
dat hij in moeilijke omstandig-
J® h herhaaldelijk tot God gebeden
..verlost te worden van zijn
j.mng. Maar hij kreeg ten antwoord:
m genade is genoeg". Want juist
^Wakheid komt de Kracht tot haar
d.i. hoe zwakker en ellendiger
hd is, hoe krachtiger God door Zijn
(("sde helpt. Natuurlijk op voorwaar-
"at wij deze hulp verdienen en er-
iS! vragen. Is het verwonderlijk, dat
tf,, Woorden ons tot nadenken brach-
CÜ zijn het er toch allemaal over
dat het leven tegenwoordig waar-
'8 geen pleziertje is. Ieder gaat
hkt onder duizend en één kwellen-
!js mrgen, persoonlijke zorgen,
%?e,n en zijn gezin elke dag opnieuw
y?gen de meeste dingen anders te
V han men wel zou willen. En als
^„.uan even verder kijkt, naar de toe-
L® w de wereld, dan hangt daar
ue samenleving een martelende on-
l(1 h omtrent de naaste toekomst.
.us niet denkbeeldige dreiging van
V»Ieuwe wereldoorlog, waarvan wij
!»j n dit zekér weten, dat hij alles ver
overtreffen, wat de vorige aan gru-
u en ellende over de mensheid
gebracht. Het leven ziet er inder-
L'et
i!e't
),r^ somber uit.
somberder wordt het echter door
yeigenaardige eigenschap van de
if die hem er toe brengt in moei-
omstandigheden steeds oppervlak-
en onverschilliger te worden en
if,, gedragslijn te bepalen in de geest
lljj,'aten wij het er maar zoveel mo-
Jjj'k van nemen, want morgen is mls-
iv®h alles afgelopen! Het noodzakelijk
jGE>' ta? hiervan is natuurlijk, dat de
en 7'1 ti al 20 Srote, stoffelijke zorgen wor-
f 7.^5 it gp??eyul<5, tien-, honderdvoudig,
*«- honvf? jke en moreIe ellende. Iede-
iu *ast xn het leven raakt men kwijt,
waardigheid als mens heeft geen
conis meer. Het leven heeft nog
fe Waarde voor zover er nog iets
gJjCnaams uit te persen is, dat een
1 «blik verdooft en de gedachte afleidt
lastig zelfverwijt.
's in meer of minde™, n"t°
de levenshouding
'ih-fe mensen van tegenwoo
t 11 hiet beweren, dat daarvoor tot
i'lden -re ko°gfe geen verklaring te
■t>k n ls, die deze mentaliteit begrijpe-
H)nÜiaakt' maar het staat toch ook
'ist chenbaar vast, dat men op die ma-
:ilii bezig is zijn lichamelijke en gees-
loyj*6 ondergang te bewerken. Onge-
en godsdienstig volslagen on-
it)> i 'igen mogen zulk gedrag als
?Preken<5 vinden, wij, Christe-
die door God zelf zijn ingelicht
Za-
bol
rdeU'
30.
Din«'
meis;
uur,
oeflS'
:ong®
U>1
erdaj;
tot 9
tee®'
8.30-
laa®
.sdaC
,nds^
mis''
e®
on g®;
bot
nne®
tot 3
pu'
ra'4?
5 to'
w«'
:°u«j
10
d»',(
45'
iV«»,
r
te"
1"'
van de
ig. Wij
te
'h«'
be'
ee"
d"
en®'
„of
uo*
0er-
vc®
oP
n>'
roet
je"'
[1«®
9°!'
•ifiê
e»"
uwi vjri^u. zcii ïii^ciiuxn,
de zin en het doel van het leven,
Wbiet te verontschuldigen, als wij
tij aan meedoen. En toch is ook voor
fc et gevaar zeer groot meegesleept
gorden door de stroom van de mo-
mentaliteit, te meer daar wij uit
Ho van onze overtuiging ons verre
te houden van zoveel zonde en
lichtvaardigheid, waarop het suc-
V]j 'h deze wereld is gebaseerd, zodat
la bijgevolg als wij dat doen
dieper gebukt gaan onder de zor-
van deze tijd. Deze waarheid
Joo °nprettig zij ook zijn moge be-
tot het wezen van ons heilig ge-
ij Zij betekent ons aandeel in de
die voor de Verlossing van de
Itajd moet betaald worden. Maar zij
V*ent óók het onderpand voor ons
°tnstig geluk.
et leven is moeilijk. Vooral voor
ons. Katholieken, die ons best
willen deen trouw te blijven
'<w' onze heilige roeping. Omdat wij
tj/Chde bijna onvermijdelijk de dupe
t^jWen van onze beginselvastheid in
L .samenleving, die géén rekening
ti«ut met Gods geboden. Desondanks
|h God deze principiële levenshouding
Vs °ns- Niet om ons te kwellen, maar
wij daardoor onze eeuwige eind-
lemming verdienen moeten. De prijs
y vaak zeer hoog zijn, maar de be-
jVj ég is de moeite meer dan waard.
y?> al weten wij dat allemaal ook
>t> 1 Zeker, het kan meermalen ernstig
L°bs binnenste stormen of zeer don-
bitzien. Wij voelen ons vaak hope-
C en reddeloos aan onze eigen ellende
IjlSelaten: armoede, onrechtvaardig-
V, van maatschappelijke toesfhnden,
-...^rkomclijke zorgen. En daarnaast
nog het plotselinge heldere in-
w - _T_ 1 11„«vTf, 1 ril A1 zl A OT"
yaald vallen in dezelfde zonde, met
W gevoel van Gods afwezigheid, zodat
Vft met alles alleen moeten «norttnb-
«V. zonder dat Zijn hulp
iu?» eens tastbaar wordt.
Sp9r begaan wij onze grote vergis-
5C God is nooit afwezig, nooit
y^ehillig voor onze moeilijkheden.
evenals volgens het goddelijk plan
<yb"al voor het kwaad als regel uit-
yU6l<i wordt tot later, zo mogen wij
biet verwachten, dat wij onmiddel-
,Vi, °or God bevrijd worden van de
V'bjkheden van het leven, zelfs als
\Jïorn vragen. „Mijn genade is uge-
Daar ligt het hele geheim! Maar
(vervolg van pag. 1)
De heer v. d. Goes jubelde daar bijna
over. Een remming was immers wegge
vallen en het gemis aan besluitvaardig
heid van de regering was nu plotseling
helemaal hersteld. De barst zag hij ook
totaal niet meer. Zij is er wel geweest,
maar zij is dichtgetrokken. Waarom
moet men dan ^och, tegen een verklaring
van het kabinet zelf in, volhouden, dat
er een barst is? Nu, die barst scheen wel
ergens anders te zitten, zo kreeg men te
verstaan. De socialisten hadden maar
eenmaal behoeven te vergaderen, de
katholieke fractie herhaaldelijk en met
vijf ministers er bij. Zij kon er niet uit
komen. En dan moet bovendien nog
blijken, dat de reserves, die prof. Rom-
me maakte, voor alle fractieleden gel
den. Het was duidelijk uit dit soort van
venijnigheden, dat de socialistische
fractieleider op deze dag het eens aan
durfde, zijn tong uit te steken tegen de
grote „partner", nu deze zelf een beetje
in moeilijkheden zat. Van de midden
partijen toonde de heer Tilanus zich
verontrust. De heer Oud wuifde het
geval een beetje weg. Er is maar een
scherf van het kabinet af, die men er
wel weer kan aanlijmen. Er is zeker
geen aanleiding om te zeggen, dat er een
barst in het vertrouwen is gekomen. De
heer Schouten vond, dat wij in een
schijnwereld leven, waarmede hij een
raak woord sprak. Hij kon zich moeilijk
aan de indruk onttrekken, dat er krach
ten in Nederland en ook in het parle
ment werkzaam zijn geweest, die het
belejd van het kabinet doorkruisd heb
ben. De heer Weiter plaatste zich vier
kant achter Sassen en prof. Schermer-
horn deed in een hartstochtelijke rede
voering niet veel anders.
Dit dus wat de kwestie-Sassen en de
politieke partijen betreft. Met het In-
donenische beleid zelf zag het er als
volgt uit: Daar was dan weer prof.
Romme, die er behagen in schepte, al
zijn posities nog eens tot in de fijnste
détails vast te schroeven en daarmee
meteen minister Van Maarseveen in het
bijzonder bij veel van diens formulerin
gen, die voor deze virtuoze formalist,
die prof. Romme is, nog maar kinderspel
waren, op de vingers te tikken, waarbij
hij het hele kabinet door zijn ongenaak
bare houding zichtbaar onbehaaglijk
stemde.
Hij stelde vast, dat de republikeinen
tot dusver geen bereidheid hebben ge
toond tot de federale interim-regering
toe te treden. Wat nu, als daar binnen
kort geen verandering in komt? Dan
moet het maar zonder republikeinen,
zei de heer Romme. Doch de regerings
partner Schermerhorn verklaarde na
mens zijn fractie, dat zij de regerings-
politiek mislukt zou achten, als de re
publikeinen er niet bij komen.
Minister Van Maarseveen, die om
spitse formuleringen waarlijk ook niet
verlegen zit en ze in zijn antwoord, dat
bijzonder weinig aan materiële inhoud
neem een
delig is voor onze heiliging en dus
voor onze eeuwige toekomst. Als wij
de goede houding daartegenover aan
nemen. Het komt allemaal neer op een
levend geloof. Daartegen is geen aardse,
geen t ij d e 1 ij k e beproeving bestand.
Dit bewuste geloof in God, dit con
tact met Hem, ononderbroken, omdat
Hij altijd en overal naast ons staat, dat
is bidden. Met of zonder woorden! Deze
voortdurende verbinding met God houdt
ons geweten wakker en teer. Ze scherpt
ons fijne gevoel voor het ongeoorloofde,
het verkeerde, het schadelijke. Zo ont
wikkelen wij de juiste houding tegen
over het leven, doordat wij alles gaan
zien in het licht van de enige, eeuwige
Waarheid. Wij leren bijzaken van hoofd
zaken onderscheiden en komen stilaan
tot die innerlijke rust en zekerheid die
de voorwaarde is ivoor een evenwichtig
en gelukkig leven, ondanks moeilijkhe
den en zorgen. Bidden is Godsverering,
is het erkennen van de God toekomen
de plaats in het leven. Van dit uitgangs
punt uit geraken wij tot de bedoelde
verhouding tot God van Vriend tot
vriend, aan Wie wij alles kunnen vra
gen en al onze nood klagen. Helpen doet
Hij altijd, meestal op een betere wijze
dan wij zelf wensen. Christus heeft eens
gezegd, dat wij zonder ophouden bidden
moeten, m.a.w. nooit het contact met
Hem onderbreken. Leven in het scherpe
bewustzijn, dat Hij altijd naast ons staat,
dat Hij zelfs in ons hart woont, als de
zonde Hem daaruit niet verdrijft. Ligt
het niet voor de hand, dat wij dan „van
zelf" goed zijn! Dat is dan de eerste en
voornaamste directo vrucht van ons
bidden.
Wat de wereld nodig heeft wij mo
gen het gerust zó formuleren is bid
den! Omdat zij zonder God geen uitweg
weet. Noch de afzonderlijke personen
noch de samenleving als zodanig. En
daarom is denken en ook bij tijd en
wijle praten over bidden juist hoogst-
modern en brandend actueel! L.
bevatte, met verve en geest bij series
weggaf, zei, dat de republikeinen er na
tuurlijk in horen, maar dat wij de voort
gang van de ontwikkeling toch niet af
hankelijk kunnen stellen van de onwil
ligheid.
Zeer hardnekkig bleef prof. Romme
staan op de afwijzing van iedere be
voegdheid van de U.N.C.I. Maar hij wil
de wel weten, hoe de regering denkt
te voorkomen, wat zij onduldbaar ver
klaard heeft. Zal de regering in staat
blijven, daadwerkelijk te voorkomen,
dat de U.N.C.I. onduldbare dingen gaat
doen? Neemt zij de verantwoordelijk
heid op zich, dat haar „ons onbekende
gedragslijn" redelijke kans op succes zal
bieden? Volkomen fout achtte prof.
Romme de verklaring van minister Van
Maarseveen, dat de regering zich zal
kunnen verenigen met de komst van de
U.N.C.I. naar ons land, ter gelegenheid
van de rondetafel-conferentie. Als de
regering zich kan verenigen met de
komst van de U.N.C.I. als zodanig, dan
zijn wij reeds te ver op het hellend
vlak.
En minister Van Maarseveen: de
regering neemt de verantwoorde
lijkheid op zich, om naar beste weten
en kunnen te handelen, doch men
kan toch niet bedoelen, dat ze de
verantwoordelijkheid voor de toe
komst op zich moet nemen! En hoe
kan zij de UNCI uitnodigen, als zij
haar niet erkent? Particulier heb
ben haar leden generlei kwaliteit.
Hoe kan de minister tot de Kamer
spreken, als hij haar niet erkent?
De regering erkent dus de UNCI.
Maar om eens een vraag te stel
len als zij de UNCI erkent, er
kent zij haar bevoegdheden dan
niet?
Men kreeg in dit verband nog iets
veel merkwaardigers te horen. Tot de
fundamentele onaanvaardbaarheden be
hoorde, volgens dr. v. Royen, sprekende
in de Veiligheidsraad namens de rege
ring, ook de meerderheidsbesluitvor
ming van de UNCI. De minister zei daar
nu over: wat de onaanvaardbaarheid van
de meerderheidsbeslissing betekent, ver
dient nadere overweging. Het is een
practisch bezwaar, doch niet een funda
menteel bezwaar. Wij dachten, dat het
een fundamenteel bezwaar was.
De minister verzekerde daarbij, dat
het onze houding onverlet laat. Wij
handhaven ons bezwaar tegen discre-
tionnaire bevoegdheden, die de UNCI
zich aanmatigt. Dit echter is een heel
andere kwestie.
Vervolgens had prof Romme bezwaar
tegen het feit. dat de minister over de
republiek had gesproken als een partij
in een geschil voor de Veiligheidsraad.
Hij had daarbij moeten voegen, dat dit
tegen onze wil in is geschied. De minis
ter daarop: dat is heel gewoon, in an
dere gevallen zijn er ook partijen in
geschil door de Veiligheidsraad erkend.
Maar prof. Romme ging nog verder: hij
had zelfs bezwaar tegen de term als
de republikeinse regering". Voor mij
zijn al dat soort woorden synoniemen,
zei de minister. Men moet nu niet den
ken, dat men dit geding kan beslechten
met woorden, het zal alleen gaan met
de materiële betekenis der dingen. (In
stemmend geloei bij de socialisten). De
minister, aangemoedigd, ging voort, dat
het wel eens voorkomt, dat een profes
sor zijn vak niet meer uitoefent. Men
noemt hem dan toch professor. Het is
verbonden met zijn persoon. Nu kan
men het professorale systeem of het
andere systeem volgen, doch van groot
belang leek dit de minister niet (dave
rend gelach, vooral van links).
Van belang is nog, dat Prof. Romme,
bij de twee door de regering genoemde
problemen: de vermijding van chaos in
Indonesië en de vermijding van een
breuk met de Veiligheidsraad, nog een
derde probleem zag, te weten het ver
trouwen in Indonesië niet te verliezen,
maar het uit te breiden. Hfj vond het'
al noodlottig, als dit slechts op de derde
plaats genoemd zou worden, en hij
voegde daarhan toe: als men dit pro
bleem niet oplost, dan zal hij, die het
woord „abandonneren" uit zijn woorden
boek geschrapt heeft, dit woord op een
kwade dag in zijn vergeetboek terug
vinden.
Ook dit was vol betekenis, maar mi
nister Van Maarseveen antwoordde er
luchtigjes op, dat niets meer geschikt
was gebleken, om het vertrouwen in In
donesië te herstellen, den de verzeke
ring van de regering, dat zij Indonesië
niet aan haar lot zou overlaten. Hoe ge
makkelijk gaat zo'n herstellen van ver
trouwen in zijn werk! De minister dorst
echter nog meer aan op deze avond: hij
vertelde tegen prof. Romme, dat de fe
deralen er bijzonder prijs op stellen, dat
in de eerste plaats met Sukarno en Hat-
ta gepraat zal wordèn.
Prof. Schermerhom heeft ditmaal het
probleem zeer scherp gesteld. De machts-
handhaving zo ziet hij natuurlijk ook
het plan-Sassen tegenover de uiterste
soepelheid en op de kortst mogelijke ter
mijn de overdracht van de souvereini-
teit. Dit laatste wil hij, zoals men be
grijpt, maar hij erkent daarbij zijn be
grip voor fundamentele bezwaren tegen
zekere voorwaarden in de resolutie.
Nu kan men „neen" zeggen en dit vol
houden, of men kan trachten de instem-
mfng van de andere partijen te krijgen,
door mee te werken vertrouwen te win-
IUP UJUUU uuwn
l ff'. l'*v'
2. Dag na dag, week na week, worstelt het kleine groepje mensen voort door de
verlatenheid. Geen mens, geen dier is in de omtrek te bespeuren De machtige
bergen liggen stilongenaakbaar en trots, om hen heen. Winonah, die evenals
Pum-Pum steeds meer last, krijgt van de koude, is stil en bleek. Haar-ogen vallen
sonis toe ran moeheid en pijnVerbeten en zwijgend ploeteren zij voort; er gaan
uren,voorbij, waarin geen woord gesproken wordt. De strijd tegen de natuur vergt
alles van hun energie Dan eindelijk doemt het felle bruin van dennenstammen
op. Hun laatste krachten inspannend, pogen zij ook de dodelijk vermoeide rijdieren
tot groter spoed aan te zetten JVa enkele uren zien zij voor het eerst sinds vele
weken weer bomen. Zwijgend en verdoofd van vermoeidheid glijden zij van hun
paard en na in enkele ogenblikken een slaapplaats te hebben gemaakt, vallen zij
in een zware slaap Als Eric zijn ogen weer opslaat, staat de zon hoog aan de
hemelNaast hem zit Winonah, die hem glimlachend toekniktPum-Pum
vertoont het resultaat van z'n speurtocht, een paar sappige vruchten. Na zich te goed
gedaan te heboen, stijgen zij verkwikt weer op de paarden en zetten hun tocht
naar het Noorden voortDe bergen schijnen zij achter zich gelaten te hebben.
Steeds verder wijken de glinsterende sneeuwtoppen en rijden zij door een zonnige,
met hoog gras begroeide bergweide. Argwanend neemt Eric intussen de omgeving
opIn een dergelijke liefelijke en vruchtbare vallei is de aanwezigheid van
mensen niet uitgesloten en bij een ontmoeting met mogelijke bewoners moet men
zeer voorzichtig zijn
nen en de anderen van onze redelijkheid
te overtuigen. Een middenweg ziet Prof.
Schermerhorn niet. Deze komt' neer op
een compromis, een tactiek van „neen"
zeggen in de ene richting, om een be
leid in de andere richting daarmee te
camoufleren. Dit was niet onverdienste
lijk gezegd menen wij. Ook de heer
Schermerhorn constateert, dat de rege
ring de U.N.C.I. reeds erkent. Hij had
overigens veel critiek op onze eigen
houding. Hij stelde, dat wij de C.G.D.
door onze eigen houding bedorven heb
ben. Daarnaast mat hij de critiek ook
ruimschoots toe aan de C.G.D. zelf, aan
het optreden van de commissie onmid
dellijk na de aanvaarding van de resolu
tie door de U.N.O. en inzonderheid ook
aan Australië.
De heer Welter was het In zoverre met
prof. Schermerhorn eens, dat hij ook van
een compromis sprak. Hij vertelde lelijke
dingen over de anti-Nederlandse gezind
heid van de C.G.D., speciaal van haar
gewezen secretaris-generaal.
De heer Tilanus had tegen alles be
zwaren, al is hij regeringspartij. Hij had
zelfs bezwaar tegen de naam „Republiek
der Verenigde Staten van Indonesië".
Die is volgens hem ongrondwettig, maar
als men hem in de Grondwet zou willen
opnemen, dan zal hij nog bezwaren heb
ben.
Men zou degenen, die de brede basis
nog altijd begeerlijk vinden ter oplos
sing van het Indonesische vraagstuk, dit
willen voorhouden. Dit blinde reac-
tionnaire sentiment heeft men in de re
gering gehaald om Indonesië te hervor
men. De heer Oud was maar bezorgd
om minister Stikker dik te dekken, on
danks alles wat er in zijn wereld aan
critiek over de heer Stikker wordt ge
uit. Voor de buitenlandse politiek, aldus
de heer Oud, is de heer Stikker niet
alleen verantwoordelijk. Dit is kabi
netszaak.
De heer Schouten was uiterst gepas-
sionneerd. Hij haalde een heel rapport
te voorschijn, waaraan hjj de stof ont
leende voor boze beweringen over zotets
ais bijna land verraderlijke dingen, die
de heer Goedhart zou hebben gedaan
tegenover de Republiek. Ook dr. Drees
werd daarbij enigszins ter sprake ge
bracht. Het rapport was van de heer
Palar. Het werd een incident, met een
persoonlijk feit, dat de voorzitter echter
om formele redenen niet erkende.
Dr. Drees gaf een alleszins bevredi
gende verklaring. Erg betrouwbaar
blijkt de heer Palar niet te rapporteren,
maar dat begrepen wij wel.
Het standpunt van de heer Schouten
kent men overigens, maar hij maakte
nog een paar rake opmerkingen, behal
ve die wij reeds eerder memoreerden.
Zo over het plan-Beel: men kan toch
op zijn vingers natellen, dat het onmo
gelijk is tot vervroegde souvereiniteits-
overdracht te komen als men aan dit
plan zulke zware condities verbindt!
Onreële politiek, die opnieuw getuigt
van de gespletenheid in het kabinet,
vond de heer Schouten. Er is een essen
tieel verschil tussen P.v.d.A. en K.V.P.
Minister Van Maarseveen wuifde weer
eens. Er is voor de souvereiniteitsover-
dracht al zoveel voorbereidend werk
gedaan (ook voor de Unie?). En als men
in een goede geest onderhandelt, dan
draagt ze vrucht. Ja, die goede geest....
De heer Schouten heeft overigens
een motie ingediend, zo maar een mo
tie van wantrouwen. Dat was een uit
komst voor de regering en voor nog
enkelen. Als men de zaak had willen
opblazen dan had men een listiger
spel moeten spelen. Iedereen kon nu
gemakkelijk een term vinden, om te
gen een motie van wantrouwen te
stemmen. Prof. Romme bijvoorbeeld
hield vol, dat zijn standpunt wezen
lijk anders was.
Schouten sprak van ontbreken van
vertrouwen. Het meest zeggend was de
houding der C.H. De heren Tilanus en
Schmal wilden er allebei een korte ver
klaring over afleggen, waaruit bleek,
dat de laatste het met de materiële in
houd van de motie-Schouten nog roe
render eens was dan de eerste. Louter
op een formeel argument stemden zij
tegen. De motie werd verworpen met
15 tegen 76 stemmen. (Voor alleen de
A.R., de heer Weiter en de S.G.P.).
Vermelden wij tot besluit nog de me
dedeling van minister Van Maarseveen,
dat de vrijlating van de republikeinen
al bij dr. Beel is aangesneden, doch nog
niet „doorgesproken". In niet-politieke
Cisteren werd in een feestelijke bijeenkomst in het „Eigen huis" van Veritas de
R.K. Openbare Leeszaal te Utrecht heropend. Z. E. Kardinaal de Jong tijdens
zijn toespraak. V. I. n. r. de heer Bartels, secretaris van Luenen, Kardinaal de
Jong, en de heren Jansen, v. d. Wurff, Oremus en prof. Michels uit Nijmegen.
Dean Acheson, de Amerikaanse mi
nister van Buitenlandse Zaken, heeft
het voorlopig ontwerp voor een Noord-
Atlantisch veiligheidsverdrag gisteren
besproken met de commissie voor Bui
tenlandse Betrekkingen van de Ameri
kaanse Senaat, die in geheime zitting
bijeen was. Men verwacht, dat Acheson
amendementsvoorstellen der Senatoren
door zal geven aan de commissie van
ambassadeurs te Washington der' mo
gendheden, die zich by het verdrag wil
len aansluiten.
De bespreking duurde drie uur, doch
er werd geen overeenstemming bereikt,
zo meldt Reuter.
Tom Connally, voorzitter der commis
sie, deelde aan verslaggevers mede:
„Men kan niet eens zeggen, dat een
voorlopige overeenstemming werd be
reikt. Verschillende voorstellen werden
gedaan over een zin hier en een woord
daar, maar het aal nog wel even duren,
voordat tot publicatie kan worden over
gegaan."
Connally deelde mee, dat ter bespre
king van het verdrag nog een bijeen
komst met Acheson zal worden gehou
den. Eerst zou Acheson het echter be
spreken met de commissie van ambas
sadeurs.
Vóór de besprekingen had Connally
een persconferentie gehouden, waarin hij
verklaarde, dat zelfs indien het Atlan
tisch pact door de Senaat met een
tweederde meerderheid wordt geratifi
ceerd,adtn iet genoeg zal zijn, omdat
naar zijn mening het pact zonder over
weldigende steun „erger dan nutteloos"
zal zijn. Hij zei minister Dean Acheson
in die zin te hebben geadviseerd.
Connally deelde aan de verslaggevers
verder mede dat het Atlantisch pact de
grootste kracht zal moeten putten uit
taal betekent dit zoveel als dat men het
er nog niet over eens is kunnen worden.
Van duplieken zag de Kamer maar
liever af. De regering is, zoals viel te
voorzien, blijven zitten. De kabinets
crisis echter blijft latent. Een grote groep
katholieken is practisch tegen de rege
ring, maar zegt het niet. Een grote
groep socialisten is het om haar eigen
redenen ook, maar zegt het evenmin.
Bij gebrek aan verinogen om gezamen
lijk een synthese te zoeken blijft het
kabinet zitten als een compromis. En
in dit compromis gaan wij ons nu op
maken om de hervorming van het Ko
ninkrijk tot stand te brengen.
de erkenning in West-Europa dat het
Amerikaanse Congres als één man
achter de te sluiten overeenkomst zal
staan. Ook achtte hij de steun van het
Huis van Afgevaardigden nodig, hoewel
dat lichaam niet stemt over verdragen.
De Noorse premier, Einar Gerhardsen,
en de minister van Buitenlandse Zaken,
Halvard Lange, hebben een onderhoud
van ruim een uur gehad met Tage Er-
lander, de Zweedse premier, en Hans
Hedtoft, de Deense premier. De bespre-
kringen waren consultatief en officieus,
zo wordt te Oslo officieel medegedeeld.
De Zweedse en Deense premiers zün
de gasten van 't congres van de Noorse
arbeidersparty, dat thans te Oslo wordt
gehouden.
Verwacht wordt, dat het partij-con
gres van de Noorse socialistische partij
die de regeringspartij is met over
weldigende meerderheid zijn steun zal
geven aan de door mnister Lange voor
gestelde deelname aan het Atlantisch
pact.
De communistische afgevaardigde,
Pierre Cot, heeft gisteren in de Franse
Nationale Vergadering een motie inge
diend voor het houden van een debat
over de onderhandelingen over het At
lantisch pact en „de oriëntatie van de
buitenlandse politiek *van Frankrijk."
„Ik heb nog spierpijn van het handjes
schudden", vertelde gezagvoerder Van
Burken, die met het pelgrimsschip „Ko-
ta Agoeng" van de Kon. Rotterdamsche
Lloyd eindelijk in Nederland terugkeer
de. „Ik had 1220 hadji's, die een bede
vaart naar Mekka achter de rug hadden,
van Djeddah naar Batavia teruggebracht
en bij het ontschepen toonden ze zich al
lemaal zo tevreden, dat ze tegen alle ge
bruiken in erop stonden me een voor
een de hand te komen drukken."
Behalve een aantal passagiers bracht
de „Kota Agoeng" o.m. nog een millioen
liter palmolie mee en 1500 ton copra, be
stemd voor Duitsland en Zwitserland. De
voor Duitsland bestemde lading zal het
schip dezer dagen zelf naar Bremen
brengen; de copra voor Zwitserland
wordt te Rotterdam in Rijnschepen over
geladen.
De IJmuidense trawler „De Hoop"
voerde een haai van 115 kilo ter markt
aan. terwijl bovendien twee zware ka
beljauwen, 21 en 18 kilo, te koop waren.
Vertaling van Pauline Fellinga
is een maar! Om Gods hulp wer-
effect te doen sorteren, moeten
Kis at willen, moeten wij ernaar
Sw 1> erop bouwen, erom vragen. Tel-
Jy én telkens weer. Wij moeten de
i overtuiging in ons dragen, dat
ons
nodig hebben, dat wij uit
- biets goeds in staat zijn. Als wij
k 1
K 'lij onze ervaring te rade gaan, heb-
y™ij spoedig zekerheid daaromtrent.
r God, zonder uitzicht op de
St Jneid heeft het leven geen zin.
Keh em krijgt alles zijn volle be-
K a's- Daarom is dit het enige, waar
K aan komt: in alle omstandighe-
"ét God in contact blijven. Weten,
y v'éker weten, dat er niets gebeurt,
op een of andere wijze voor-
62
Mrs. Lucy Lee Thorp. Eveneens dui
delijk. Zich zelf bevrijden van een me
dedingster.
Mr. Dikranov. Zich ontdoen van ie
mand, die te veel van zijn verleden
wist.
„Tot nu toe hebben al deze motieven
één ding gemeen," vervolgde hij rustig.
„Ze zijn alle berekend. Sommige zijn
zelfzuchtig, sommige onzelfzuchtig. Ze
zouden alle in meer of mindere mate
moeten leiden tot een welberaamde
moord. Er is nóg een moordenaar mo
gelijk, die het motief en de gelegenheid
had Andy Thorp. Dat motief zou
blinde hartstocht, jaloerse woede zijn
en het zou het enige niet-beredeneerde
motief zijn van de hele reeks."
Kolonel Primrose zweeg, licht glim
lachend.
„Ik heb getracht, een motief te vin
den voor mr. Barrol," zei hij.
George slikte, ontzet. „Voor mij?
hapte hij. „O, hemel!"
„We kunnen niet aannemen, dat hij
verliefd op Sandra was, omdat hij haar
dezelfde dag voor het eerst ontmoet had.
Als hij zich, om een vreemde reden,
plotseling gedwongen gevoeld had, haar
te doden, zou je denken dat hij het had
kunnen doen in het water, toen hij al
leen maar haar hoofd een poosje onder
hoefde te houden."
Ik kon me met de beste wil George
niet voorstellen, verteerd door een
grote hartstocht. Evenmin als George
zelf, vrees ik.
„Dus was het probleem altijd heel
duidelijk," vervolgde kolonel Prim
rose. „Het had geen doel te tobben over
„een." motief. Het probleem was altijd,
hét motief te vinden. Het éne motief,
dat direct leidde naar de moord op
Sandra Gould juist zoals er een heel
eenvoudig motief was, dat naar die op
mrs. Potter leidde."
„Wat was dat?" vroeg mr. Kaufman
bruusk.
„Angst. Angst voor wat ze zou ver
tellen. En er was nóg een vraag in ver
band met de moord op mrs. Potter
makkelijk te- beantwoorden in haar ge
val. welke voor het geval van Sandra
óók beantwoord moet worden. Waarom
werd ze gedood op die bepaalde tijd?
Waarom niet een maand, of een jaar
geleden, of twee weken later? Mrs.
Potter werd gedood, omdat haar op
staande voet belet moest worden, mij
iets mede te delen. Waarom werd San
dra echter op die tijd gedood?
Nu beseffen we natuurlijk allen, dat
miss Rosemary's terugkomst het voor
de hand liggende antwoord is. Het is
het enige nieuwe dat gebeurd is, dat de
dingen tot zo'n crisis kon brengen.
Zulke dingen bijvoorbeeld als de wan
hopige verbittering in Jim Gould's ziel,
in de hare zeer zeker óók, waarschijn
lijk eveneens in die van haar vader en
van mrs. Gould."
De kamer was volmaakt stil. Ik hoor
de de staartklok op het portaal gaan,
„tik, tak, tik, tak," zwaar en gelijk
matig. Plotseling dacht ik aan die
andere klok met haar tikketik, tikke-
tak; tikketik, tikketak. Ik probeerde
wanhopig, ze uit mijn gedachten te
bannen.
„Een tweede gebeuren, dat een acute
crisis had kunnen veroorzaken, was
Sandra's ontmoeting met mr. Dikranov.
De episode met de boot was een derde
voor Andy Thorp en Lucy Lee Thorp.
Echter kunnen er ook misdaden voor
komen, die niet aan een bepaald tijd
stip gebonden zijn; ze kunnen psycho
logisch op tijd zijn: de culminatie van
een lange reeks emotionele factoren.
Het kunnen daden zijn, begaan tenge
volge van het plotselinge instorten van
iemands uithoudingsvermogen, of als
gevolg van bijvoorbeeld voortdurend
beledigd worden, of zelfs van langdu
rige afgunst of geprikkeldheid. Er is
geen bijzondere aanleiding nodig om
zulke hartstochten in actie te brengen.
Ze stapelen zich op en op een keer barst
de dam."
„Hier", vervolgde hij langzaam, „kom
je in het gebied van blinde hartstocht
en onwetendheid en vooroordelen, die
uitbarsten in hysterie. Ik zei u, dat één
persoon, die de gelegenheid had om
Sandra Gould te vermoorden, iemand
was, aan wie we geen van allen ge
dacht hadden. Die persoon had ook een
motief van het soort dat ik zojuist be
schreef. Het is vreemd, dat we niet aan
hem gedacht hebben, omdat hij van het
begin af expres tegen ons gelogen heeft,
ten einde ons te misleiden.
„Toen we bij de garage kwamen, Za
terdagnacht, was er daar al iemand cn
deze was er reeds enige tijd geweest.
Toen we hier kwamen na de moord op
mrs. Potter was die persoon ook hier
geweest. Dat hij op die twee plaatsen
was, viel niemand op; het werd als ge
heel vanzelfsprekend opgevat. En die
persoon is de enige van al de personen
in de kamer, die gestadig en openlijk
Sandra Gould aanklaagde en het bleef
doen, gestadig en openlijk, na haar dood
zowel als er vóór. Hij heeft getracht,
door te liegen omtrent het tijdstip van
de moord en de vrouw die hij met
Sandra hoorde twisten, Jim Gould en de
andere Goulds zowel als zich zelf, on
aantastbare alibi's te geven."
Kolonel Primrose keerde zich opeens
naar een hoek 'van de kamer, zijn stem
zwellend in de volstrekte stilte:
„Hij is een zeer vroom man, maar zijn
God is een God van de wrake, wiens
hand de boosdoener neerslaat!"
Terwijl kolonel Primrose sprak, ge
beurde er iets vreemds en bloedverstij-
vends. De oude Hawkins stond op, zijn
wit kroeshoofd bevend, zijn ogen exta
tisch glanzend door zijn gouden bril,
zijn lippen vurig bewegend, zijn handen
tegen de borst gedrukt, en toen kolonel
Primrose zweeg, riep hij: „Amen, Here,
Amen!
En toen sergeant Buck een hand op
zijn.schouder legde, dreunde zijn oude
stem weer, sterk en sonoor: „En de zon
dige stad Babyion werd in de as gelegd!
Amen, Here, Amen!"
Mr. Parran volgde hen naar buiten
in een stilte als ik hoop, nooit weer
te zullen horen.
Toen stond Alice Gould op: „Toch
niet Hawkins?" riep ze zacht. „Hoe wist
u het?"
„Door verscheidene dingen, mrs.
Gould", zei kolonel Primrose somber.
„Inclusief achtergelaten inlichtingen van
de hand van de dode. Ik heb juist ge
hoord, dat mrs. Potter die laatste mor
gen doorbracht met schrijven, vóór ze
hier kwam en de dood in de armen liep.
Ik heb nog niet gezien, wat ze geschre
ven heeft; het bevindt zich in haar huis.
Ik zal het morgen halen. Ik twijfel er
niet aan, dat het haar verslag is als
ooggetuige van hetgeen ze wist en het
geen oorzaak werd van haar dood."
Hij haalde vermoeid zijn schouders op.
„Wel", zei hij, „ik moet me excuse
renEn op dat ogenblik kon ik het
niet meer uithouden, dat ik één speciaal
ding niet begreep.
„Maar kolonel Primrose", riep ik, „de
(Wordt vervolgd)
„Pets" kletste het ergens tussen
Weert en Roermond. Op de knieën
van een goed gevuld heer, met zwie
rig golvend haar, een Grieks gebo
gen neus en jolige ogen-met-pret
lichtjes. Hij neuriede een huppelend
wijsje, dat begeleid werd door een
nagelroffel op de houten bank.
,jSole mio!". Klets!
Zelfs achter onze krant voelden wij
ons onrustig worden. De man deed
bepaald ongewoon. En wij zaten
slechts getweeën in de coupé. Het
neuriën werd luider en wij herken
den vagelijk een operalied, dat ineens
oporgelde tot een volume, dat een
kathedraal vullen kon:
„Gute nacht, ouwe klare, gu-nacht"
De paraphrase op de „Arme Wander-
gesel" eindigde fluisterend, waarna
een bulderend gelach, gevolgd door:
„Toet-toet". Dit laatste deed de deur
dicht: wij zaten opgesloten met een
tamme gek.
Achter de krant werkten onze her
sens, om de situatie te overzien.
Klets'
Ditmaal kwam de slag op onze knie
neer.
„Kijk eens een beetje vrolijker,
man!"
Het Limburgse accent zong in zijn
woorden.
„Ja, maar...." vonden wij.
„Niets te ja-maren. Vrolijkheid!
Lol! 't Is bijna carnaval."
En toen spoot er een verhaal los.
Van een rasechte Limburger, die voor
zijn baan boven de rivieren moest
wonen. Die een „Hollandse" vrouw
getrouwd had. En vaak heimwee
voelde naar zijn dierbaar Limburgs
oord.
„Maar zo tegen de carnaval ben ik
niet meer te houden. Dan ga ik, en
spijbel desnoods."
Roermond. De trein schoof langs
het perron en een luidspreker, die
vroeg:
„Wil de heer Jansen, zich vermoe
delijk op weg bevindend naar
Maastricht, zich vervoegen op sein
huis P."
Onze Limburger kromp in elkaar,
werd groenig, hapte naar lucht en
zuchtte:
„Nou nog maar twee keer."
„Wat twee keer?" De tamme gek
was nog niet helemaal uit ons hoofd.
„Dat luidspreker-verhaal moet ik
nu nog twee keer horen: in Sittard
en in Maastricht."
„Hoe weet u dat zo precies?"
„Ik ben die Jansen. En mijn vrouw
heeft die stunt al in Utrecht, Den
Bosch en Eindhoven om laten roe
pen."
en toch zijn er in onze vijf
Bisdommen 7000 priesters.
Maar op de Westkust van Afrika
hebben de Paters van Cadier en
Keer in 17 Bisdommen en vica
riaten slechts 630 priesters. Hun
taak wordt nooit volbracht, tenzij
't moederland méér missionarissen
zendt. Wie missionaris worden wil
vrage inlichtingen bij pater B. Eer
den S.M.A., Huize De Tafelberg,
Oosterbeek (G.).
(Adv.)
ZONDAG 20 FEBRUARI: Sexagesima; Mis
v. d. dag; 2 tot alle heiligen; 3 naar keuze;
(Breda: 2 Kerkwijding; 3 tot de H.
Maagd): Credo: pref. v. d. H. Drievul
digheid: paars.
MAANDAG: Mis v. d. vorige Zondag: 2 tot
alle heiligen; 3 voor de overledenen: 4
naar keuze; gewone pref.; paars.
Breda: onder octaaf v. Kerkwijding; Mis
Terribilis; 2 tot de H. Maagd: 3 voor Kerk
of Paus; Credo; gewone pref.; wit.
DINSDAG: S. Petrusstoel te Antiochië;
eigen Mis; 2 H. Paulus; (Breda: 3 Kerk
wijding); Credo; pref. v. d. Apostelen;
wit.
WOENSDAG: H. Petrus Damianus, bis
schop. belijder, kerkleraar; Mis In me
dio; 2 vigilie v. d. H. Matthias: (Breda:
2 Kerkwijding; 3 vigilie): Credo, gewone
pref.: laatste evang. v. d. vigilie; wit.
DONDERDAG: H. Matthias, apostel: eigen
Mis: Credo: pref. v. d. Apostelen; rood.
VRIJDAG: als Maandag, behalve: 3 naar
keuze: Breda: Octaafdag v. Kerkwijding;
Mis Terribilis; Credo; gewone pref.;
wit.
ZATERDAG: Mis v. O. L. Vrouw op Zater
dag; Mis Salve; 2 tot de H. Geest; 3 voor
Kerk of Paus; pref. v. O. L. Vrouw;
wit.
ZONDAG £7 FEBRUARI: Quinquagesima;
Mis v. d. dag; 2 H. Gabriel v. d- Moeder
v. Smarten; Credo; pref. d. H. Drie
vuldigheid; paars.
De Bond zonder Naam luidt een
nieuwe actie in! Het is de „Heipaal-
actie"k die tot doel heeft een vaste
financiële ondergrond te vormen voor
de elfjarige Bond van Naastenliefde en
de Straat- en Steegactie. Bij de Bond
zonder Naam zijn folders verkrijgbaar,
die deze actie omschrijven, terwiji
Zaterdag Henri de Greeve over de
K.R.O. de nodige commentaar ver
strekt.
De Algemeen President der Actio
Catholica Hungaria te Rome heeft aan
Mgr. Dr. Knebel. gedelegeerde in Ne
derland van Z. Em. Joseph Kardinaal
Mindszenty opgedragen te komen tot de
oprichting van een afdeling in Neder
land. Alle katholieke Hongaren wor
den verzocht hun naam en adres op te
geven bij de Stichting Hulpactie voor
Hongarije, Huize Zeeburg, Zeeburgerdijk
236 te Amsterdam.