Bidden AKKERTJE Erie de Noorman en de valse koning f Mensen op reis pR0F. ROMME WIJST BEVOEGDHEDEN VAN U.N.C.I. AF Kamer verwerpt Schouten 's motie van wantrouwen met ruime meerderheid In Amerika nog geen accoord over het Atlantisch Pact VERVOLG VERLEDEN Hardnekkig Tweede Kamer-debat °Ver- »rg: Acheson confereert met Senaatscommissie A 2 ZATERDAG 19 FEBRUARI 1949 PAGINA 3 M 7'3? fcater- - i|r- H.H- n? „Dan maar zonder republikeinen" Geen fundamenteel bezwaar Geen middenweg Rapport van Palar Motie van wantrouwen C0NNALLY: Twee-derde meer derheid niet genoeg Kapitein schudde 1200 handjes Een haai en twee zware kabeljauwen OP HET door LESLIE FORD 7ük Iedere kapelaan in Nederland heeft het druk Liturgische weekkalender Heipaalactie van de Bond zonder Naam Oproep aan Hongaren eidse- 7.30, adsp* Fa®' §«óng® uu® t) UU® •chteo H.ft uur; fi ju® nsóaS 5sj UU® Ij da- .van 1 ieu«« I 6-30: li uuri meis' nuf- ilpaaf' 9 e" ngenS cong® leis)6* 5 tot •n ster- 6.30, 5 het eigenlijk niet vreemd, of mis schien zeggen wij beter: „onmo- hern" in een hedendaagse krant een S'hel tegen te komen met dit op- JOhft? Zelfs al is dat dan ook een ka- ij-hek dagblad! Zulke dingen zijn toch JShlijk een zuiver private aangele- flheid, waarover men in het openbaar Jj' meer praat. Wie er iets meer van J Weten, kan in de kerk terecht of giale boeken daarover ter hand ne- - Maar een krant, neen; daar horen *e onderwerpen niet thuis! De grote ssa van de lezers slaat ze immers met (jSt daarvan te zeggen? Och, bijzon- moeilijk is het niet zulke bewe- i Een grondig en werkelijk afdoende .Neerleggen. Maar het lijkt ons beter Sr nu eens niet op in te gaan. Wij leh het er liever eens op wagen, o n- Aks deze bezwaren, tóch dit on- dverp aan te snijden. Dat men zo j ®ekt, is jammer genoeg een feit. En milon velen, die zich nog katholiek 'den, om een o£ andere reden er 'Oot %e yt terugschrikken openlijk een der- mening te verkondigen, in hun I uufl ij'denken zij toch in deze richting, tot feitelijk niet nog erger is dan er J*® voor uit te komen? De gedachte aar- t mrizeïsche schijnheiligheid ligt voor h.Scijpen, zou men zo zeggen. 'J zouden het over bidden hebben. J* vóór wij daarmee van wal steken, (Z het zijn nut hebben even op te tuiten, hoe wij tot de keuze van dit gekomen zijn. Bij het aandach- lezen van het wonderrijke epistel öe H. Mis van morgen, stieten 'S se® erda3 wu- 7.30 ft 8.30 jjondaU |H ooi' SpndaO garde en 1* i uu® geie' (Klé; I 6.30, uu® LOt rijda? van 3 (Paul y 6.30, h. jo#' nsda| en l7 uu® ur. «TE* Zo® grnis' Fa®' garde rijda? van wij het slot op de bekentenis van St. «lus, 5 "Dins' jonPe ,30 3 uur -* 10-15 erdaS tot 9 dat hij in moeilijke omstandig- J® h herhaaldelijk tot God gebeden ..verlost te worden van zijn j.mng. Maar hij kreeg ten antwoord: m genade is genoeg". Want juist ^Wakheid komt de Kracht tot haar d.i. hoe zwakker en ellendiger hd is, hoe krachtiger God door Zijn (("sde helpt. Natuurlijk op voorwaar- "at wij deze hulp verdienen en er- iS! vragen. Is het verwonderlijk, dat tf,, Woorden ons tot nadenken brach- CÜ zijn het er toch allemaal over dat het leven tegenwoordig waar- '8 geen pleziertje is. Ieder gaat hkt onder duizend en één kwellen- !js mrgen, persoonlijke zorgen, %?e,n en zijn gezin elke dag opnieuw y?gen de meeste dingen anders te V han men wel zou willen. En als ^„.uan even verder kijkt, naar de toe- L® w de wereld, dan hangt daar ue samenleving een martelende on- l(1 h omtrent de naaste toekomst. .us niet denkbeeldige dreiging van V»Ieuwe wereldoorlog, waarvan wij !»j n dit zekér weten, dat hij alles ver overtreffen, wat de vorige aan gru- u en ellende over de mensheid gebracht. Het leven ziet er inder- L'et i!e't ),r^ somber uit. somberder wordt het echter door yeigenaardige eigenschap van de if die hem er toe brengt in moei- omstandigheden steeds oppervlak- en onverschilliger te worden en if,, gedragslijn te bepalen in de geest lljj,'aten wij het er maar zoveel mo- Jjj'k van nemen, want morgen is mls- iv®h alles afgelopen! Het noodzakelijk jGE>' ta? hiervan is natuurlijk, dat de en 7'1 ti al 20 Srote, stoffelijke zorgen wor- f 7.^5 it gp??eyul<5, tien-, honderdvoudig, *«- honvf? jke en moreIe ellende. Iede- iu *ast xn het leven raakt men kwijt, waardigheid als mens heeft geen conis meer. Het leven heeft nog fe Waarde voor zover er nog iets gJjCnaams uit te persen is, dat een 1 «blik verdooft en de gedachte afleidt lastig zelfverwijt. 's in meer of minde™, n"t° de levenshouding 'ih-fe mensen van tegenwoo t 11 hiet beweren, dat daarvoor tot i'lden -re ko°gfe geen verklaring te ■t>k n ls, die deze mentaliteit begrijpe- H)nÜiaakt' maar het staat toch ook 'ist chenbaar vast, dat men op die ma- :ilii bezig is zijn lichamelijke en gees- loyj*6 ondergang te bewerken. Onge- en godsdienstig volslagen on- it)> i 'igen mogen zulk gedrag als ?Preken<5 vinden, wij, Christe- die door God zelf zijn ingelicht Za- bol rdeU' 30. Din«' meis; uur, oeflS' :ong® U>1 erdaj; tot 9 tee®' 8.30- laa® .sdaC ,nds^ mis'' e® on g®; bot nne® tot 3 pu' ra'4? 5 to' w«' :°u«j 10 d»',( 45' iV«», r te" 1"' van de ig. Wij te 'h«' be' ee" d" en®' „of uo* 0er- vc® oP n>' roet je"' [1«® 9°!' •ifiê e»" uwi vjri^u. zcii ïii^ciiuxn, de zin en het doel van het leven, Wbiet te verontschuldigen, als wij tij aan meedoen. En toch is ook voor fc et gevaar zeer groot meegesleept gorden door de stroom van de mo- mentaliteit, te meer daar wij uit Ho van onze overtuiging ons verre te houden van zoveel zonde en lichtvaardigheid, waarop het suc- V]j 'h deze wereld is gebaseerd, zodat la bijgevolg als wij dat doen dieper gebukt gaan onder de zor- van deze tijd. Deze waarheid Joo °nprettig zij ook zijn moge be- tot het wezen van ons heilig ge- ij Zij betekent ons aandeel in de die voor de Verlossing van de Itajd moet betaald worden. Maar zij V*ent óók het onderpand voor ons °tnstig geluk. et leven is moeilijk. Vooral voor ons. Katholieken, die ons best willen deen trouw te blijven '<w' onze heilige roeping. Omdat wij tj/Chde bijna onvermijdelijk de dupe t^jWen van onze beginselvastheid in L .samenleving, die géén rekening ti«ut met Gods geboden. Desondanks |h God deze principiële levenshouding Vs °ns- Niet om ons te kwellen, maar wij daardoor onze eeuwige eind- lemming verdienen moeten. De prijs y vaak zeer hoog zijn, maar de be- jVj ég is de moeite meer dan waard. y?> al weten wij dat allemaal ook >t> 1 Zeker, het kan meermalen ernstig L°bs binnenste stormen of zeer don- bitzien. Wij voelen ons vaak hope- C en reddeloos aan onze eigen ellende IjlSelaten: armoede, onrechtvaardig- V, van maatschappelijke toesfhnden, -...^rkomclijke zorgen. En daarnaast nog het plotselinge heldere in- w - _T_ 1 11„«vTf, 1 ril A1 zl A OT" yaald vallen in dezelfde zonde, met W gevoel van Gods afwezigheid, zodat Vft met alles alleen moeten «norttnb- «V. zonder dat Zijn hulp iu?» eens tastbaar wordt. Sp9r begaan wij onze grote vergis- 5C God is nooit afwezig, nooit y^ehillig voor onze moeilijkheden. evenals volgens het goddelijk plan <yb"al voor het kwaad als regel uit- yU6l<i wordt tot later, zo mogen wij biet verwachten, dat wij onmiddel- ,Vi, °or God bevrijd worden van de V'bjkheden van het leven, zelfs als \Jïorn vragen. „Mijn genade is uge- Daar ligt het hele geheim! Maar (vervolg van pag. 1) De heer v. d. Goes jubelde daar bijna over. Een remming was immers wegge vallen en het gemis aan besluitvaardig heid van de regering was nu plotseling helemaal hersteld. De barst zag hij ook totaal niet meer. Zij is er wel geweest, maar zij is dichtgetrokken. Waarom moet men dan ^och, tegen een verklaring van het kabinet zelf in, volhouden, dat er een barst is? Nu, die barst scheen wel ergens anders te zitten, zo kreeg men te verstaan. De socialisten hadden maar eenmaal behoeven te vergaderen, de katholieke fractie herhaaldelijk en met vijf ministers er bij. Zij kon er niet uit komen. En dan moet bovendien nog blijken, dat de reserves, die prof. Rom- me maakte, voor alle fractieleden gel den. Het was duidelijk uit dit soort van venijnigheden, dat de socialistische fractieleider op deze dag het eens aan durfde, zijn tong uit te steken tegen de grote „partner", nu deze zelf een beetje in moeilijkheden zat. Van de midden partijen toonde de heer Tilanus zich verontrust. De heer Oud wuifde het geval een beetje weg. Er is maar een scherf van het kabinet af, die men er wel weer kan aanlijmen. Er is zeker geen aanleiding om te zeggen, dat er een barst in het vertrouwen is gekomen. De heer Schouten vond, dat wij in een schijnwereld leven, waarmede hij een raak woord sprak. Hij kon zich moeilijk aan de indruk onttrekken, dat er krach ten in Nederland en ook in het parle ment werkzaam zijn geweest, die het belejd van het kabinet doorkruisd heb ben. De heer Weiter plaatste zich vier kant achter Sassen en prof. Schermer- horn deed in een hartstochtelijke rede voering niet veel anders. Dit dus wat de kwestie-Sassen en de politieke partijen betreft. Met het In- donenische beleid zelf zag het er als volgt uit: Daar was dan weer prof. Romme, die er behagen in schepte, al zijn posities nog eens tot in de fijnste détails vast te schroeven en daarmee meteen minister Van Maarseveen in het bijzonder bij veel van diens formulerin gen, die voor deze virtuoze formalist, die prof. Romme is, nog maar kinderspel waren, op de vingers te tikken, waarbij hij het hele kabinet door zijn ongenaak bare houding zichtbaar onbehaaglijk stemde. Hij stelde vast, dat de republikeinen tot dusver geen bereidheid hebben ge toond tot de federale interim-regering toe te treden. Wat nu, als daar binnen kort geen verandering in komt? Dan moet het maar zonder republikeinen, zei de heer Romme. Doch de regerings partner Schermerhorn verklaarde na mens zijn fractie, dat zij de regerings- politiek mislukt zou achten, als de re publikeinen er niet bij komen. Minister Van Maarseveen, die om spitse formuleringen waarlijk ook niet verlegen zit en ze in zijn antwoord, dat bijzonder weinig aan materiële inhoud neem een delig is voor onze heiliging en dus voor onze eeuwige toekomst. Als wij de goede houding daartegenover aan nemen. Het komt allemaal neer op een levend geloof. Daartegen is geen aardse, geen t ij d e 1 ij k e beproeving bestand. Dit bewuste geloof in God, dit con tact met Hem, ononderbroken, omdat Hij altijd en overal naast ons staat, dat is bidden. Met of zonder woorden! Deze voortdurende verbinding met God houdt ons geweten wakker en teer. Ze scherpt ons fijne gevoel voor het ongeoorloofde, het verkeerde, het schadelijke. Zo ont wikkelen wij de juiste houding tegen over het leven, doordat wij alles gaan zien in het licht van de enige, eeuwige Waarheid. Wij leren bijzaken van hoofd zaken onderscheiden en komen stilaan tot die innerlijke rust en zekerheid die de voorwaarde is ivoor een evenwichtig en gelukkig leven, ondanks moeilijkhe den en zorgen. Bidden is Godsverering, is het erkennen van de God toekomen de plaats in het leven. Van dit uitgangs punt uit geraken wij tot de bedoelde verhouding tot God van Vriend tot vriend, aan Wie wij alles kunnen vra gen en al onze nood klagen. Helpen doet Hij altijd, meestal op een betere wijze dan wij zelf wensen. Christus heeft eens gezegd, dat wij zonder ophouden bidden moeten, m.a.w. nooit het contact met Hem onderbreken. Leven in het scherpe bewustzijn, dat Hij altijd naast ons staat, dat Hij zelfs in ons hart woont, als de zonde Hem daaruit niet verdrijft. Ligt het niet voor de hand, dat wij dan „van zelf" goed zijn! Dat is dan de eerste en voornaamste directo vrucht van ons bidden. Wat de wereld nodig heeft wij mo gen het gerust zó formuleren is bid den! Omdat zij zonder God geen uitweg weet. Noch de afzonderlijke personen noch de samenleving als zodanig. En daarom is denken en ook bij tijd en wijle praten over bidden juist hoogst- modern en brandend actueel! L. bevatte, met verve en geest bij series weggaf, zei, dat de republikeinen er na tuurlijk in horen, maar dat wij de voort gang van de ontwikkeling toch niet af hankelijk kunnen stellen van de onwil ligheid. Zeer hardnekkig bleef prof. Romme staan op de afwijzing van iedere be voegdheid van de U.N.C.I. Maar hij wil de wel weten, hoe de regering denkt te voorkomen, wat zij onduldbaar ver klaard heeft. Zal de regering in staat blijven, daadwerkelijk te voorkomen, dat de U.N.C.I. onduldbare dingen gaat doen? Neemt zij de verantwoordelijk heid op zich, dat haar „ons onbekende gedragslijn" redelijke kans op succes zal bieden? Volkomen fout achtte prof. Romme de verklaring van minister Van Maarseveen, dat de regering zich zal kunnen verenigen met de komst van de U.N.C.I. naar ons land, ter gelegenheid van de rondetafel-conferentie. Als de regering zich kan verenigen met de komst van de U.N.C.I. als zodanig, dan zijn wij reeds te ver op het hellend vlak. En minister Van Maarseveen: de regering neemt de verantwoorde lijkheid op zich, om naar beste weten en kunnen te handelen, doch men kan toch niet bedoelen, dat ze de verantwoordelijkheid voor de toe komst op zich moet nemen! En hoe kan zij de UNCI uitnodigen, als zij haar niet erkent? Particulier heb ben haar leden generlei kwaliteit. Hoe kan de minister tot de Kamer spreken, als hij haar niet erkent? De regering erkent dus de UNCI. Maar om eens een vraag te stel len als zij de UNCI erkent, er kent zij haar bevoegdheden dan niet? Men kreeg in dit verband nog iets veel merkwaardigers te horen. Tot de fundamentele onaanvaardbaarheden be hoorde, volgens dr. v. Royen, sprekende in de Veiligheidsraad namens de rege ring, ook de meerderheidsbesluitvor ming van de UNCI. De minister zei daar nu over: wat de onaanvaardbaarheid van de meerderheidsbeslissing betekent, ver dient nadere overweging. Het is een practisch bezwaar, doch niet een funda menteel bezwaar. Wij dachten, dat het een fundamenteel bezwaar was. De minister verzekerde daarbij, dat het onze houding onverlet laat. Wij handhaven ons bezwaar tegen discre- tionnaire bevoegdheden, die de UNCI zich aanmatigt. Dit echter is een heel andere kwestie. Vervolgens had prof Romme bezwaar tegen het feit. dat de minister over de republiek had gesproken als een partij in een geschil voor de Veiligheidsraad. Hij had daarbij moeten voegen, dat dit tegen onze wil in is geschied. De minis ter daarop: dat is heel gewoon, in an dere gevallen zijn er ook partijen in geschil door de Veiligheidsraad erkend. Maar prof. Romme ging nog verder: hij had zelfs bezwaar tegen de term als de republikeinse regering". Voor mij zijn al dat soort woorden synoniemen, zei de minister. Men moet nu niet den ken, dat men dit geding kan beslechten met woorden, het zal alleen gaan met de materiële betekenis der dingen. (In stemmend geloei bij de socialisten). De minister, aangemoedigd, ging voort, dat het wel eens voorkomt, dat een profes sor zijn vak niet meer uitoefent. Men noemt hem dan toch professor. Het is verbonden met zijn persoon. Nu kan men het professorale systeem of het andere systeem volgen, doch van groot belang leek dit de minister niet (dave rend gelach, vooral van links). Van belang is nog, dat Prof. Romme, bij de twee door de regering genoemde problemen: de vermijding van chaos in Indonesië en de vermijding van een breuk met de Veiligheidsraad, nog een derde probleem zag, te weten het ver trouwen in Indonesië niet te verliezen, maar het uit te breiden. Hfj vond het' al noodlottig, als dit slechts op de derde plaats genoemd zou worden, en hij voegde daarhan toe: als men dit pro bleem niet oplost, dan zal hij, die het woord „abandonneren" uit zijn woorden boek geschrapt heeft, dit woord op een kwade dag in zijn vergeetboek terug vinden. Ook dit was vol betekenis, maar mi nister Van Maarseveen antwoordde er luchtigjes op, dat niets meer geschikt was gebleken, om het vertrouwen in In donesië te herstellen, den de verzeke ring van de regering, dat zij Indonesië niet aan haar lot zou overlaten. Hoe ge makkelijk gaat zo'n herstellen van ver trouwen in zijn werk! De minister dorst echter nog meer aan op deze avond: hij vertelde tegen prof. Romme, dat de fe deralen er bijzonder prijs op stellen, dat in de eerste plaats met Sukarno en Hat- ta gepraat zal wordèn. Prof. Schermerhom heeft ditmaal het probleem zeer scherp gesteld. De machts- handhaving zo ziet hij natuurlijk ook het plan-Sassen tegenover de uiterste soepelheid en op de kortst mogelijke ter mijn de overdracht van de souvereini- teit. Dit laatste wil hij, zoals men be grijpt, maar hij erkent daarbij zijn be grip voor fundamentele bezwaren tegen zekere voorwaarden in de resolutie. Nu kan men „neen" zeggen en dit vol houden, of men kan trachten de instem- mfng van de andere partijen te krijgen, door mee te werken vertrouwen te win- IUP UJUUU uuwn l ff'. l'*v' 2. Dag na dag, week na week, worstelt het kleine groepje mensen voort door de verlatenheid. Geen mens, geen dier is in de omtrek te bespeuren De machtige bergen liggen stilongenaakbaar en trots, om hen heen. Winonah, die evenals Pum-Pum steeds meer last, krijgt van de koude, is stil en bleek. Haar-ogen vallen sonis toe ran moeheid en pijnVerbeten en zwijgend ploeteren zij voort; er gaan uren,voorbij, waarin geen woord gesproken wordt. De strijd tegen de natuur vergt alles van hun energie Dan eindelijk doemt het felle bruin van dennenstammen op. Hun laatste krachten inspannend, pogen zij ook de dodelijk vermoeide rijdieren tot groter spoed aan te zetten JVa enkele uren zien zij voor het eerst sinds vele weken weer bomen. Zwijgend en verdoofd van vermoeidheid glijden zij van hun paard en na in enkele ogenblikken een slaapplaats te hebben gemaakt, vallen zij in een zware slaap Als Eric zijn ogen weer opslaat, staat de zon hoog aan de hemelNaast hem zit Winonah, die hem glimlachend toekniktPum-Pum vertoont het resultaat van z'n speurtocht, een paar sappige vruchten. Na zich te goed gedaan te heboen, stijgen zij verkwikt weer op de paarden en zetten hun tocht naar het Noorden voortDe bergen schijnen zij achter zich gelaten te hebben. Steeds verder wijken de glinsterende sneeuwtoppen en rijden zij door een zonnige, met hoog gras begroeide bergweide. Argwanend neemt Eric intussen de omgeving opIn een dergelijke liefelijke en vruchtbare vallei is de aanwezigheid van mensen niet uitgesloten en bij een ontmoeting met mogelijke bewoners moet men zeer voorzichtig zijn nen en de anderen van onze redelijkheid te overtuigen. Een middenweg ziet Prof. Schermerhorn niet. Deze komt' neer op een compromis, een tactiek van „neen" zeggen in de ene richting, om een be leid in de andere richting daarmee te camoufleren. Dit was niet onverdienste lijk gezegd menen wij. Ook de heer Schermerhorn constateert, dat de rege ring de U.N.C.I. reeds erkent. Hij had overigens veel critiek op onze eigen houding. Hij stelde, dat wij de C.G.D. door onze eigen houding bedorven heb ben. Daarnaast mat hij de critiek ook ruimschoots toe aan de C.G.D. zelf, aan het optreden van de commissie onmid dellijk na de aanvaarding van de resolu tie door de U.N.O. en inzonderheid ook aan Australië. De heer Welter was het In zoverre met prof. Schermerhorn eens, dat hij ook van een compromis sprak. Hij vertelde lelijke dingen over de anti-Nederlandse gezind heid van de C.G.D., speciaal van haar gewezen secretaris-generaal. De heer Tilanus had tegen alles be zwaren, al is hij regeringspartij. Hij had zelfs bezwaar tegen de naam „Republiek der Verenigde Staten van Indonesië". Die is volgens hem ongrondwettig, maar als men hem in de Grondwet zou willen opnemen, dan zal hij nog bezwaren heb ben. Men zou degenen, die de brede basis nog altijd begeerlijk vinden ter oplos sing van het Indonesische vraagstuk, dit willen voorhouden. Dit blinde reac- tionnaire sentiment heeft men in de re gering gehaald om Indonesië te hervor men. De heer Oud was maar bezorgd om minister Stikker dik te dekken, on danks alles wat er in zijn wereld aan critiek over de heer Stikker wordt ge uit. Voor de buitenlandse politiek, aldus de heer Oud, is de heer Stikker niet alleen verantwoordelijk. Dit is kabi netszaak. De heer Schouten was uiterst gepas- sionneerd. Hij haalde een heel rapport te voorschijn, waaraan hjj de stof ont leende voor boze beweringen over zotets ais bijna land verraderlijke dingen, die de heer Goedhart zou hebben gedaan tegenover de Republiek. Ook dr. Drees werd daarbij enigszins ter sprake ge bracht. Het rapport was van de heer Palar. Het werd een incident, met een persoonlijk feit, dat de voorzitter echter om formele redenen niet erkende. Dr. Drees gaf een alleszins bevredi gende verklaring. Erg betrouwbaar blijkt de heer Palar niet te rapporteren, maar dat begrepen wij wel. Het standpunt van de heer Schouten kent men overigens, maar hij maakte nog een paar rake opmerkingen, behal ve die wij reeds eerder memoreerden. Zo over het plan-Beel: men kan toch op zijn vingers natellen, dat het onmo gelijk is tot vervroegde souvereiniteits- overdracht te komen als men aan dit plan zulke zware condities verbindt! Onreële politiek, die opnieuw getuigt van de gespletenheid in het kabinet, vond de heer Schouten. Er is een essen tieel verschil tussen P.v.d.A. en K.V.P. Minister Van Maarseveen wuifde weer eens. Er is voor de souvereiniteitsover- dracht al zoveel voorbereidend werk gedaan (ook voor de Unie?). En als men in een goede geest onderhandelt, dan draagt ze vrucht. Ja, die goede geest.... De heer Schouten heeft overigens een motie ingediend, zo maar een mo tie van wantrouwen. Dat was een uit komst voor de regering en voor nog enkelen. Als men de zaak had willen opblazen dan had men een listiger spel moeten spelen. Iedereen kon nu gemakkelijk een term vinden, om te gen een motie van wantrouwen te stemmen. Prof. Romme bijvoorbeeld hield vol, dat zijn standpunt wezen lijk anders was. Schouten sprak van ontbreken van vertrouwen. Het meest zeggend was de houding der C.H. De heren Tilanus en Schmal wilden er allebei een korte ver klaring over afleggen, waaruit bleek, dat de laatste het met de materiële in houd van de motie-Schouten nog roe render eens was dan de eerste. Louter op een formeel argument stemden zij tegen. De motie werd verworpen met 15 tegen 76 stemmen. (Voor alleen de A.R., de heer Weiter en de S.G.P.). Vermelden wij tot besluit nog de me dedeling van minister Van Maarseveen, dat de vrijlating van de republikeinen al bij dr. Beel is aangesneden, doch nog niet „doorgesproken". In niet-politieke Cisteren werd in een feestelijke bijeenkomst in het „Eigen huis" van Veritas de R.K. Openbare Leeszaal te Utrecht heropend. Z. E. Kardinaal de Jong tijdens zijn toespraak. V. I. n. r. de heer Bartels, secretaris van Luenen, Kardinaal de Jong, en de heren Jansen, v. d. Wurff, Oremus en prof. Michels uit Nijmegen. Dean Acheson, de Amerikaanse mi nister van Buitenlandse Zaken, heeft het voorlopig ontwerp voor een Noord- Atlantisch veiligheidsverdrag gisteren besproken met de commissie voor Bui tenlandse Betrekkingen van de Ameri kaanse Senaat, die in geheime zitting bijeen was. Men verwacht, dat Acheson amendementsvoorstellen der Senatoren door zal geven aan de commissie van ambassadeurs te Washington der' mo gendheden, die zich by het verdrag wil len aansluiten. De bespreking duurde drie uur, doch er werd geen overeenstemming bereikt, zo meldt Reuter. Tom Connally, voorzitter der commis sie, deelde aan verslaggevers mede: „Men kan niet eens zeggen, dat een voorlopige overeenstemming werd be reikt. Verschillende voorstellen werden gedaan over een zin hier en een woord daar, maar het aal nog wel even duren, voordat tot publicatie kan worden over gegaan." Connally deelde mee, dat ter bespre king van het verdrag nog een bijeen komst met Acheson zal worden gehou den. Eerst zou Acheson het echter be spreken met de commissie van ambas sadeurs. Vóór de besprekingen had Connally een persconferentie gehouden, waarin hij verklaarde, dat zelfs indien het Atlan tisch pact door de Senaat met een tweederde meerderheid wordt geratifi ceerd,adtn iet genoeg zal zijn, omdat naar zijn mening het pact zonder over weldigende steun „erger dan nutteloos" zal zijn. Hij zei minister Dean Acheson in die zin te hebben geadviseerd. Connally deelde aan de verslaggevers verder mede dat het Atlantisch pact de grootste kracht zal moeten putten uit taal betekent dit zoveel als dat men het er nog niet over eens is kunnen worden. Van duplieken zag de Kamer maar liever af. De regering is, zoals viel te voorzien, blijven zitten. De kabinets crisis echter blijft latent. Een grote groep katholieken is practisch tegen de rege ring, maar zegt het niet. Een grote groep socialisten is het om haar eigen redenen ook, maar zegt het evenmin. Bij gebrek aan verinogen om gezamen lijk een synthese te zoeken blijft het kabinet zitten als een compromis. En in dit compromis gaan wij ons nu op maken om de hervorming van het Ko ninkrijk tot stand te brengen. de erkenning in West-Europa dat het Amerikaanse Congres als één man achter de te sluiten overeenkomst zal staan. Ook achtte hij de steun van het Huis van Afgevaardigden nodig, hoewel dat lichaam niet stemt over verdragen. De Noorse premier, Einar Gerhardsen, en de minister van Buitenlandse Zaken, Halvard Lange, hebben een onderhoud van ruim een uur gehad met Tage Er- lander, de Zweedse premier, en Hans Hedtoft, de Deense premier. De bespre- kringen waren consultatief en officieus, zo wordt te Oslo officieel medegedeeld. De Zweedse en Deense premiers zün de gasten van 't congres van de Noorse arbeidersparty, dat thans te Oslo wordt gehouden. Verwacht wordt, dat het partij-con gres van de Noorse socialistische partij die de regeringspartij is met over weldigende meerderheid zijn steun zal geven aan de door mnister Lange voor gestelde deelname aan het Atlantisch pact. De communistische afgevaardigde, Pierre Cot, heeft gisteren in de Franse Nationale Vergadering een motie inge diend voor het houden van een debat over de onderhandelingen over het At lantisch pact en „de oriëntatie van de buitenlandse politiek *van Frankrijk." „Ik heb nog spierpijn van het handjes schudden", vertelde gezagvoerder Van Burken, die met het pelgrimsschip „Ko- ta Agoeng" van de Kon. Rotterdamsche Lloyd eindelijk in Nederland terugkeer de. „Ik had 1220 hadji's, die een bede vaart naar Mekka achter de rug hadden, van Djeddah naar Batavia teruggebracht en bij het ontschepen toonden ze zich al lemaal zo tevreden, dat ze tegen alle ge bruiken in erop stonden me een voor een de hand te komen drukken." Behalve een aantal passagiers bracht de „Kota Agoeng" o.m. nog een millioen liter palmolie mee en 1500 ton copra, be stemd voor Duitsland en Zwitserland. De voor Duitsland bestemde lading zal het schip dezer dagen zelf naar Bremen brengen; de copra voor Zwitserland wordt te Rotterdam in Rijnschepen over geladen. De IJmuidense trawler „De Hoop" voerde een haai van 115 kilo ter markt aan. terwijl bovendien twee zware ka beljauwen, 21 en 18 kilo, te koop waren. Vertaling van Pauline Fellinga is een maar! Om Gods hulp wer- effect te doen sorteren, moeten Kis at willen, moeten wij ernaar Sw 1> erop bouwen, erom vragen. Tel- Jy én telkens weer. Wij moeten de i overtuiging in ons dragen, dat ons nodig hebben, dat wij uit - biets goeds in staat zijn. Als wij k 1 K 'lij onze ervaring te rade gaan, heb- y™ij spoedig zekerheid daaromtrent. r God, zonder uitzicht op de St Jneid heeft het leven geen zin. Keh em krijgt alles zijn volle be- K a's- Daarom is dit het enige, waar K aan komt: in alle omstandighe- "ét God in contact blijven. Weten, y v'éker weten, dat er niets gebeurt, op een of andere wijze voor- 62 Mrs. Lucy Lee Thorp. Eveneens dui delijk. Zich zelf bevrijden van een me dedingster. Mr. Dikranov. Zich ontdoen van ie mand, die te veel van zijn verleden wist. „Tot nu toe hebben al deze motieven één ding gemeen," vervolgde hij rustig. „Ze zijn alle berekend. Sommige zijn zelfzuchtig, sommige onzelfzuchtig. Ze zouden alle in meer of mindere mate moeten leiden tot een welberaamde moord. Er is nóg een moordenaar mo gelijk, die het motief en de gelegenheid had Andy Thorp. Dat motief zou blinde hartstocht, jaloerse woede zijn en het zou het enige niet-beredeneerde motief zijn van de hele reeks." Kolonel Primrose zweeg, licht glim lachend. „Ik heb getracht, een motief te vin den voor mr. Barrol," zei hij. George slikte, ontzet. „Voor mij? hapte hij. „O, hemel!" „We kunnen niet aannemen, dat hij verliefd op Sandra was, omdat hij haar dezelfde dag voor het eerst ontmoet had. Als hij zich, om een vreemde reden, plotseling gedwongen gevoeld had, haar te doden, zou je denken dat hij het had kunnen doen in het water, toen hij al leen maar haar hoofd een poosje onder hoefde te houden." Ik kon me met de beste wil George niet voorstellen, verteerd door een grote hartstocht. Evenmin als George zelf, vrees ik. „Dus was het probleem altijd heel duidelijk," vervolgde kolonel Prim rose. „Het had geen doel te tobben over „een." motief. Het probleem was altijd, hét motief te vinden. Het éne motief, dat direct leidde naar de moord op Sandra Gould juist zoals er een heel eenvoudig motief was, dat naar die op mrs. Potter leidde." „Wat was dat?" vroeg mr. Kaufman bruusk. „Angst. Angst voor wat ze zou ver tellen. En er was nóg een vraag in ver band met de moord op mrs. Potter makkelijk te- beantwoorden in haar ge val. welke voor het geval van Sandra óók beantwoord moet worden. Waarom werd ze gedood op die bepaalde tijd? Waarom niet een maand, of een jaar geleden, of twee weken later? Mrs. Potter werd gedood, omdat haar op staande voet belet moest worden, mij iets mede te delen. Waarom werd San dra echter op die tijd gedood? Nu beseffen we natuurlijk allen, dat miss Rosemary's terugkomst het voor de hand liggende antwoord is. Het is het enige nieuwe dat gebeurd is, dat de dingen tot zo'n crisis kon brengen. Zulke dingen bijvoorbeeld als de wan hopige verbittering in Jim Gould's ziel, in de hare zeer zeker óók, waarschijn lijk eveneens in die van haar vader en van mrs. Gould." De kamer was volmaakt stil. Ik hoor de de staartklok op het portaal gaan, „tik, tak, tik, tak," zwaar en gelijk matig. Plotseling dacht ik aan die andere klok met haar tikketik, tikke- tak; tikketik, tikketak. Ik probeerde wanhopig, ze uit mijn gedachten te bannen. „Een tweede gebeuren, dat een acute crisis had kunnen veroorzaken, was Sandra's ontmoeting met mr. Dikranov. De episode met de boot was een derde voor Andy Thorp en Lucy Lee Thorp. Echter kunnen er ook misdaden voor komen, die niet aan een bepaald tijd stip gebonden zijn; ze kunnen psycho logisch op tijd zijn: de culminatie van een lange reeks emotionele factoren. Het kunnen daden zijn, begaan tenge volge van het plotselinge instorten van iemands uithoudingsvermogen, of als gevolg van bijvoorbeeld voortdurend beledigd worden, of zelfs van langdu rige afgunst of geprikkeldheid. Er is geen bijzondere aanleiding nodig om zulke hartstochten in actie te brengen. Ze stapelen zich op en op een keer barst de dam." „Hier", vervolgde hij langzaam, „kom je in het gebied van blinde hartstocht en onwetendheid en vooroordelen, die uitbarsten in hysterie. Ik zei u, dat één persoon, die de gelegenheid had om Sandra Gould te vermoorden, iemand was, aan wie we geen van allen ge dacht hadden. Die persoon had ook een motief van het soort dat ik zojuist be schreef. Het is vreemd, dat we niet aan hem gedacht hebben, omdat hij van het begin af expres tegen ons gelogen heeft, ten einde ons te misleiden. „Toen we bij de garage kwamen, Za terdagnacht, was er daar al iemand cn deze was er reeds enige tijd geweest. Toen we hier kwamen na de moord op mrs. Potter was die persoon ook hier geweest. Dat hij op die twee plaatsen was, viel niemand op; het werd als ge heel vanzelfsprekend opgevat. En die persoon is de enige van al de personen in de kamer, die gestadig en openlijk Sandra Gould aanklaagde en het bleef doen, gestadig en openlijk, na haar dood zowel als er vóór. Hij heeft getracht, door te liegen omtrent het tijdstip van de moord en de vrouw die hij met Sandra hoorde twisten, Jim Gould en de andere Goulds zowel als zich zelf, on aantastbare alibi's te geven." Kolonel Primrose keerde zich opeens naar een hoek 'van de kamer, zijn stem zwellend in de volstrekte stilte: „Hij is een zeer vroom man, maar zijn God is een God van de wrake, wiens hand de boosdoener neerslaat!" Terwijl kolonel Primrose sprak, ge beurde er iets vreemds en bloedverstij- vends. De oude Hawkins stond op, zijn wit kroeshoofd bevend, zijn ogen exta tisch glanzend door zijn gouden bril, zijn lippen vurig bewegend, zijn handen tegen de borst gedrukt, en toen kolonel Primrose zweeg, riep hij: „Amen, Here, Amen! En toen sergeant Buck een hand op zijn.schouder legde, dreunde zijn oude stem weer, sterk en sonoor: „En de zon dige stad Babyion werd in de as gelegd! Amen, Here, Amen!" Mr. Parran volgde hen naar buiten in een stilte als ik hoop, nooit weer te zullen horen. Toen stond Alice Gould op: „Toch niet Hawkins?" riep ze zacht. „Hoe wist u het?" „Door verscheidene dingen, mrs. Gould", zei kolonel Primrose somber. „Inclusief achtergelaten inlichtingen van de hand van de dode. Ik heb juist ge hoord, dat mrs. Potter die laatste mor gen doorbracht met schrijven, vóór ze hier kwam en de dood in de armen liep. Ik heb nog niet gezien, wat ze geschre ven heeft; het bevindt zich in haar huis. Ik zal het morgen halen. Ik twijfel er niet aan, dat het haar verslag is als ooggetuige van hetgeen ze wist en het geen oorzaak werd van haar dood." Hij haalde vermoeid zijn schouders op. „Wel", zei hij, „ik moet me excuse renEn op dat ogenblik kon ik het niet meer uithouden, dat ik één speciaal ding niet begreep. „Maar kolonel Primrose", riep ik, „de (Wordt vervolgd) „Pets" kletste het ergens tussen Weert en Roermond. Op de knieën van een goed gevuld heer, met zwie rig golvend haar, een Grieks gebo gen neus en jolige ogen-met-pret lichtjes. Hij neuriede een huppelend wijsje, dat begeleid werd door een nagelroffel op de houten bank. ,jSole mio!". Klets! Zelfs achter onze krant voelden wij ons onrustig worden. De man deed bepaald ongewoon. En wij zaten slechts getweeën in de coupé. Het neuriën werd luider en wij herken den vagelijk een operalied, dat ineens oporgelde tot een volume, dat een kathedraal vullen kon: „Gute nacht, ouwe klare, gu-nacht" De paraphrase op de „Arme Wander- gesel" eindigde fluisterend, waarna een bulderend gelach, gevolgd door: „Toet-toet". Dit laatste deed de deur dicht: wij zaten opgesloten met een tamme gek. Achter de krant werkten onze her sens, om de situatie te overzien. Klets' Ditmaal kwam de slag op onze knie neer. „Kijk eens een beetje vrolijker, man!" Het Limburgse accent zong in zijn woorden. „Ja, maar...." vonden wij. „Niets te ja-maren. Vrolijkheid! Lol! 't Is bijna carnaval." En toen spoot er een verhaal los. Van een rasechte Limburger, die voor zijn baan boven de rivieren moest wonen. Die een „Hollandse" vrouw getrouwd had. En vaak heimwee voelde naar zijn dierbaar Limburgs oord. „Maar zo tegen de carnaval ben ik niet meer te houden. Dan ga ik, en spijbel desnoods." Roermond. De trein schoof langs het perron en een luidspreker, die vroeg: „Wil de heer Jansen, zich vermoe delijk op weg bevindend naar Maastricht, zich vervoegen op sein huis P." Onze Limburger kromp in elkaar, werd groenig, hapte naar lucht en zuchtte: „Nou nog maar twee keer." „Wat twee keer?" De tamme gek was nog niet helemaal uit ons hoofd. „Dat luidspreker-verhaal moet ik nu nog twee keer horen: in Sittard en in Maastricht." „Hoe weet u dat zo precies?" „Ik ben die Jansen. En mijn vrouw heeft die stunt al in Utrecht, Den Bosch en Eindhoven om laten roe pen." en toch zijn er in onze vijf Bisdommen 7000 priesters. Maar op de Westkust van Afrika hebben de Paters van Cadier en Keer in 17 Bisdommen en vica riaten slechts 630 priesters. Hun taak wordt nooit volbracht, tenzij 't moederland méér missionarissen zendt. Wie missionaris worden wil vrage inlichtingen bij pater B. Eer den S.M.A., Huize De Tafelberg, Oosterbeek (G.). (Adv.) ZONDAG 20 FEBRUARI: Sexagesima; Mis v. d. dag; 2 tot alle heiligen; 3 naar keuze; (Breda: 2 Kerkwijding; 3 tot de H. Maagd): Credo: pref. v. d. H. Drievul digheid: paars. MAANDAG: Mis v. d. vorige Zondag: 2 tot alle heiligen; 3 voor de overledenen: 4 naar keuze; gewone pref.; paars. Breda: onder octaaf v. Kerkwijding; Mis Terribilis; 2 tot de H. Maagd: 3 voor Kerk of Paus; Credo; gewone pref.; wit. DINSDAG: S. Petrusstoel te Antiochië; eigen Mis; 2 H. Paulus; (Breda: 3 Kerk wijding); Credo; pref. v. d. Apostelen; wit. WOENSDAG: H. Petrus Damianus, bis schop. belijder, kerkleraar; Mis In me dio; 2 vigilie v. d. H. Matthias: (Breda: 2 Kerkwijding; 3 vigilie): Credo, gewone pref.: laatste evang. v. d. vigilie; wit. DONDERDAG: H. Matthias, apostel: eigen Mis: Credo: pref. v. d. Apostelen; rood. VRIJDAG: als Maandag, behalve: 3 naar keuze: Breda: Octaafdag v. Kerkwijding; Mis Terribilis; Credo; gewone pref.; wit. ZATERDAG: Mis v. O. L. Vrouw op Zater dag; Mis Salve; 2 tot de H. Geest; 3 voor Kerk of Paus; pref. v. O. L. Vrouw; wit. ZONDAG £7 FEBRUARI: Quinquagesima; Mis v. d. dag; 2 H. Gabriel v. d- Moeder v. Smarten; Credo; pref. d. H. Drie vuldigheid; paars. De Bond zonder Naam luidt een nieuwe actie in! Het is de „Heipaal- actie"k die tot doel heeft een vaste financiële ondergrond te vormen voor de elfjarige Bond van Naastenliefde en de Straat- en Steegactie. Bij de Bond zonder Naam zijn folders verkrijgbaar, die deze actie omschrijven, terwiji Zaterdag Henri de Greeve over de K.R.O. de nodige commentaar ver strekt. De Algemeen President der Actio Catholica Hungaria te Rome heeft aan Mgr. Dr. Knebel. gedelegeerde in Ne derland van Z. Em. Joseph Kardinaal Mindszenty opgedragen te komen tot de oprichting van een afdeling in Neder land. Alle katholieke Hongaren wor den verzocht hun naam en adres op te geven bij de Stichting Hulpactie voor Hongarije, Huize Zeeburg, Zeeburgerdijk 236 te Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 3