GROTE DADEN VAN GROTE HOUTSTRAA T-
VERENIGING IN VEERTIG JAAR
Zaken doen, feesten, nood lenigen
en vernieuwen
Zaterdagavond in de Grote Houtstraat
GROTE HOUTBRUG ZAKTE IN
lil
4
Zaken gingen, zaken kwamen
Van poort tot oude en moderne brug
Poëzie van een
winkelstraat
Asfaltperikelen
Élp
1MB
ma
75 JAAR GELEDEN EN NU
i
Feestprogramma
E1L S
Kaleidoscoop van
een aloude straat
NS'&A
Gesprek in de Houtstraat
HIER STOPPEN EEN TIENTJE!
40 iaoK
HOUTSTRAAT-V
NION
Als morgenavond feestelijke en doordringende fanfareklanken door onze
voornaamste winkelstraat klinken, als frisse en artistiek verzorgde etalages
tot een kijkje uitnodigen, als overal de rood-witte Haarlemse vlag uitwaait,
dan behoeft niet meer gezegd te worden, dat er weer iets bijzonders aan
de hand is. Zeker, de Grote Houtstraat is al op jaren, zij heeft zelfs eeuwen
getrotseerd. De mensen van 1800 zouden haar niet meer herkennen, zo dikwijls
heeft zij een ander en moderner kleed aangetrokken. Zij heeft iets van haar
intimiteit verloren, maar toch ook weer veel geschonken van wat de heden
daagse mensen van een winkelstraat verwachten. De straat viert geen jubilé,
al kan ze recipiëren vanwege haar mooie nieuwe loper, grijs-egaal van kleur,
doch anti-slip en oersterk.
Het feest betreft de bewoners, die zich veertig jaar geleden in een vereniging
samenvoegden om sterker te staan en door eenheid de beste reclame-resul
taten te verkrijgen. En wij, Haarlemmers, die dagelijks door deze winkelstraat
wandelen, voelen ons ook een beetje van de partij. Dus gaan we straks eens
kijken wat er zo al te koop is en hoe paradoxaal het ook moge klinken
bijzonder wat er niet te koop is.
Wij bereiden ons nu voor op het be
zoek van H. M. Koningin Juliana, zoals
men zich in November 1918 opmaakte
om H. M. Koningin Wilhelmina en de
Koningin-Moeder in de stad te ontvan
gen.
Het bestuur nam aan een betoging
deel en werd na afloop op het stadhuis
aan de vorstinnen voorgesteld.
In 1925 werd de straat met internatio
nale vlaggen versierd tijdens de inter
nationale bloemententoonstelling te
Heemstede. Op 28 Augustus van dat
jaar bracht de koninklijke familie of
ficieel een bezoek aan Haarlem, waar
bij de Grote Houtstraat opgefleurd werd
met oranje-vlaggen en lampions aan
alle gevels. Het was weer het Grote
Houtstraat-orkest, dat voor opgewekte
muziek zorgde. Een succes werd in 1926
de inzameling van goederen ten behoe
ve van de slachtoffers van de waters
nood. Een jaar daarna werd de heer
Van Weerden, thans ere-voorzitter, tot
president gekozen.
Een grote reclame-optocht met ver
sierde auto's en muziek voorop trok in
Mei 1930 door de straat en in het najaar
was er enige feestelijkheid in verband
met het in gebruik nemen van de ver
nieuwde Grote Houtbrug, die een grote
verbetering genoemd mocht worden.
Tevoren was er heel wat gedebatteerd
over het al of niet verdwijnen van de
kommiezenhuisjes, beter bekend als de
Dobbelstenen. Men zal zich herinneren
dat van 16 tot 25 October 1932 een licht-
week georganiseerd werd in onze stad.
Men heeft daar geen spijt van gehad,
want de belangstelling ook van buiten
was enorm en de tulpenverlichting in de
hoofdstraat had aller bewondering.
Dank zij het uitstekend archief van
de achtereenvolgende secretarissen der
Grote Houtstraat-vereniging is net
mogelijk een en ander te vertellen
over de geschiedenis van deze straat
in de afgelopen veertig jaren. De he
ren A. Meijer en J. A. Vermeer namen
op 8 Mei 1909 het initiatief om de be
woners van de hoofdstraat der stad
Haarlem bijeen te roepen, om te ko
men tot een gezamenlijk vieren en een
gemeenschappelijk versieren van de
straat ter gelegenheid van de geboorte
van Prinses Juliana.
Er werd een comité gevormd, bestaan
de uit de heren B. Langeveld, H. J. Leu-
pen, J. C. de Boer, J. C. Peereboom, J.
Mathot, M. Scheer, J. W. Daudeij en C.
Henning. Op 18 Mei werd een groot feest
gevierd, waarbij de particuliere Grote
Houtstraat-kapel stram marcheerde door
de smaakvol opgetooide straat.
Deze samenwerking was zo goed be
vallen, dat op 25 Juni 1909 de vereniging
definitief werd opgericht, met als voor
zitter de heer A. Meijer, secretaris mr.
H. Ph. 't Hooft, penningmeester B. Lan
geveld, leden H. J. Leupen en M. Scheer.
De volgende activiteit werd in 1910
ontplooid, toen een request naar het ge
meentebestuur werd gezonden, om de
straat te asfalteren in verband met het
opbreken van het wegdek voor-de aan
leg van de nieuwe electrische tram. Het
antwoord luidde, zoals ook nu nog wel
gebruikelijk is: B. en W. zullen de zaak
in ernstige overweging nemen. Het duur
de echter tot 31 December 1923 vooraleer
het besluit in de gemeenteraad genomen
werd. En dat alles toen niet zo vlot van
stapel liep als nu, blijkt wel uit ae me
dedeling, dat eerst op 28 November 1924
een feestavond georganiseerd werd, om
dat de Grote Houtstraat geasfalteerd
was.
Daartussenin moest het bestuur heel
wat confereren, want zoals wij onlang?
nog eens in herinnering brachten, de ge
meente wilde de straatbelasting verho
gen voor de bewoners, die van de asfal
tering zouden profiteren. Met andere
verenigingen werd een protest opgesteld
en dit had succes. Het voorstel werd
nooit tot uitvoering gebracht.
Oudere Haarlemmers zullen zich nog
herinneren, hoezeer de bewoners van de
Grote Houtstraat op de bres stonden,
toen in 1914 de oorlog uitbrak en een
actie werd ondernomen, om de Belgi
sche vluchtelingen te helpen. Geld en
kleren werden ingezameld en in talrijke
huizen vonden de vluchtelingen onder
dak.
Als een evenement staat geboekstaafd
de opening van de eerste bioscoop (Pa
lace) op 5 Februari 1915. De eigenaar,
de heer Inpijn, reserveerde de openings
voorstelling voor de leden van de Grote
Houtstraat-vereniging. Een maand daar
na werd de straat weer wat prettiger
voor het winkelend publiek, omdat de
firma Franken een moderne lunchroom
by de Grote Markt opende.
Toen de eerste wettelijke regeling der
Winkelsluiting er door kwam, werd de
sluitingstijd bepaald op 9 uur. Dat be
tekende heel wat, want tot dan toe
mocht iedere winkel zo lang open blij
ven als de eigenaar wilde en de concur
rentie zorgde wel, dat dit uur zo laat
mogelijk gesteld werd. De eerste wereld
oorlog was, zakelijk gesproken, niet
slecht voor de winkeliers.
In de dagen van hoog-conjunctuur,
zoals 1932 die kende, kwamen grootse
vernieuwingen van verschillende
panden tot stand. Wisbrun en Liff-
mann, de firma De Jong, Gebr. Gerzon
en V. en D. openden geheel vernieuw
de zaken. Het jaar daarop volgden
Magazijn Nederland en de firma
Hartje.
Het 25-jarig bestaan van de vereni
ging bracht een tentoonstelling van pla
ten en foto's van oude gebouwen en
gevels van de jubilerende straat, con
certen, receptie, serenade door acht
muziekcorpsen en een reclame-optocht.
De verlichte tulpen vielen zo goed in
de smaak, dat men het in 1935 tijdens de
internationale Flora-tentoonstelling met
verlichte narcissen probeerde, waarbij
tevens de narcis het hoofdmotief in eta
lages vormde.
Een fotowedstrijd staat uit 1936 ge
noteerd en een internationale versiering
in 1937 ter gelegenheid van de Wereld
jamboree in Vogelenzang.
Nadat in het jaar der mobilisatie net
dertigjarig bestaan nog grandioos ge
vierd werd, moest tegen het einde van
dat jaar een wijkcomité gevormd wor
den, ten behoeve van de luchtbescher
ming. Vlak voor de oorlog werd de
heer J. Voogd tot secretaris van de
vereniging benoemd, maar in de bezet
tingstijd is geen enkele actie onderno
men. Nauwelijks hadden de Canadezen
met groot vertoon hun moderne oor
logsmateriaal in de Grote Houtstraat
laten zien, of overal woeien de interna
tionale vlaggen. De Duitsers waren er
echter ook nog en zo staat in de annalen
geboekstaafd, dat enkele uitgestoken
vlaggen vernield werden en met kogels
doorboord. Het zal niet moeilijk zijn
te raden, welke vlaggen dit waren!
De voorzitter nam zitting in het co
mité „Bloemen, tolk van onze dank
baarheid" en de lecfen brachten ruim
f 400 op voor dit mooie doel. De jeugd
werd getracteerd en de bevrijding
werd met een feestavond gevierd.
En nu zijn we dan tot de nieuwste
geschiedenis genaderd. Hoe kon het an
ders, de hoofdstraat kwam bij het 700-
jarig bestaan van de stad zeer goed
voor de dag. Weet u nog, hoe overal
aan de gevels de portretten van de
burgemeesters hingen, die de laatste
eeuwen onze stad hebben bestuurd
guirlandes van gekleurde vlaggetjes er
boven en bouquetten van bloemen aan
de huizen? Het was een dure versei-
ring, die dubbel geld gekost heeft,
omdat een zomerstormpje met een
flinke regen al dat aantrekkelijks zo
beschadigde, dat men als het ware op
nieuw moest beginnen. Maar dat staat
niet geschreven op de gedenkschaal
die de burgemeester werd aangeboden.
Het Regeringsjubileum van Konin
gin Wilhelmina vroeg weer een andere
opsmuk, doch interessanter is te ver
nemen, dat de vereniging f 500 stortte
in het fonds tot bestrijding van kan
ker, dat aan de Koningin werd aan
geboden.
Het tegenwoordige bestuur is als
volgt samengesteld: voorzitter J. Voogd
secretaris C. H. Vogelzang, penning
meester Jac. Oord, commissarissen A.
G. Spaargaren en G. Borgelt.
Toevallig valt het 40-jarig bestaan
samen met de nieuwe asfaltering. Er
is wel eens gezegd, dat de tram de
drukte in de straat maakte en jaren
lang hebben vele winkeliers beweerd,
dat het tegen hun belang zou zijn, als
deze verkeersreus opgeheven zou wor
den. Toen echter de zekerheid werd
verkregen, dat autobuslijnen haar route
tussen de winkels zou kiezen, werd er
niet meer over de tram gerept. Het is
zo goed en het is nog beter, want door
het opbreken van de rails is de straat
als het ware breder gewnrden en heeft
zij een voornamer zakelijker aanzien
gekregen.
Het bestuur van de Grote Houtstraatvereniging. 2e rij van links naar rechts:
C. H. D. Vogelzang (secr.), A. G. Spaargaren (comm.), G. L. Borgelt (comm.).
Voorste rij van links naar rechts: J. Voogd voorzitterG M. Oord (penningm.).
De Grote Houtstraat mag de gehele
week op een druk verkec.r van voer
tuigen en een intense passage van wan
delaars neerzien. Vooral op Zon- en
feestdagen le.vert zij een bont gewoel
en soms vrij luidruchtig gejoel van zo-
velen, die van „heinde en ver" onze
stad en hare heerlijke omstreken komen
bezoeken, en van de band als ze zich
gevoelen, bij hun komst in, maar
meer nog bij hun gang uit de stad,
stationwaarts, hun hart lucht geven in
tal van melodieën, juist niet altijd „op
eene wel aengenaeme voyse" aan hun
„liefelij cke gorghlen" ontgorgeld
En dan die voor zovelen onbetaalbare
„Zaterdags-aventjes''! Ik verzeker u,
dat er dan ook vrij wat gezelschap op
de been was: het zijn dan öf wande
laars, die, om zich te vermeien, de
Grote Houtstraat op-en-neer drentelen,
teneinde het gebied hunner wereldbe
schouwingen ietwat uit te breiden, of
zich in menskundige bespiegelingen
verdiepen, waartoe deze straat, in
trouwe, stoffe te over aanbiedt. Of het,
zijn de hélder aangedane dienstmeisjes
en winkelloopstertjes, die want in
de regel doet men 's Zondags immers
geen boodschappen? Zaterdagsavonds
vooral voor de dag van morgen zorgen,
door de bestellingen te haren plaatse te
brengen, zonder ontvangst waarvan zo
menig ongeduldige de nacht niet gerust
zou kunnen ingaan, uit vreeze, dat er
's morgens het een of ander aan de. ta
fel of erger nog aan het toilet
zou kunnen ontbreken!
En hoe trouw worden die boodschap-
Aan het einde van de Grote Hout
straat stond vroeger een prachtige
poort, de Grote Houtpoort, welke in 1590
gebouwd was, ter vervanging van een
veel oudere en bijna geheel vervallen
poort, die gedurende het beleg van
Haarlem door de Spanjaarden, in 1572
en 1573, wegens haar slechte toestand en
weerloosheid door de belegerden werd
dicht gemaakt en „gebolwerckt", ja,
zelfs schijnt de brug toen weggenomen
te zijn. Later werd ze toch weer ge
opend, n.1. om vierhonderd en vijftig
Engelse en Waalse schutters, die nau
welijks in de stad gekomen waren, door
deze poort weer uit te laten om een
uitval op de Spanjaarden te ondernemen,
die echter op niets uitliep.
Ook is het bekend, dat de Graaf van
Ebersteyn met achttien vendels Duit
sers tijdens het beleg zijn kwartier voor
de Grote Houtpoort hield.
Genoemde poort was groot en veel
schoner dan de Amsterdamse. Het
hoofdgebouw, dat een vrij aanzienlijke
hoogte had en over het algemeen grootse
vormen bezat, was versierd met vier
torens; die op de hoeken waren uitge
bouwd, terwijl de hoofdingang met twee
achtkante torens prijkte, die met ge-
lijkkantige, spitse daken gedekt waren
Op 1 October 1824 werd de poort voor
afbraak verkocht voor f 3500. In De
cember van hetzelfde jaar is daarop
aanbesteed: het leggen van twee stenen
bruggen, ter weerszijden van de oude
brug, het stellen van twee gebouwen
ten behoeve der plaatselijke belastingen
aan beide zijden van de brug (de be
roemde z.g. kommiezenhuisjes, en het
vervaardigen en stellen van een ijzeren
afsluithek, dat de Grote Houtpoort moest
vervangen.
Die aanbesteding en de bouw van
Zoals de Grote Houtstraat er heel vroeger uitzag. Rechts het Proveniershuis met ervoor de stadspomp.
de nieuwe brug zijn toen 'n lijdensge
schiedenis voor de stad Haarlem ge
weest! Wij zullen ze hier maar niet ge
heel meer ophalen, genoeg zij vermeld
dat ten eerste de aanbestedingssommen
veel te hoog voor 't stadsbestuur waren
en ten tweede, dat, toen men een aan
nemer gevonden had, die het voor min
der wilde doen en de brug inderdaad
gebouwd was, deze zó slecht bleek tè
zijn, dat zij precies tien dagen vóór het
begin van de nationale tentoonstelling,
die in 1825 in Haarlem gehouden werd
en ten behoeve waarvan de nieuwe
brug was gebouwd, inzakte en grote
scheuren kreeg. Nauwelijks had dan
ook de laatste bezoeker van genoemde
tentoonstelling de stad verlaten, of on
middellijk begon men de brug te on
derzoeken. Er wqrden heel wat rap
porten en rechtskundige adviezen uit
gebracht en heel wat vergaderingen
belegd (in dat opzicht is thans nog niets
veranderd!) om vast te stellen, wie de
schuld van de brugverzakking had.
Het eind van het lied was, dat men
ze maar weer afbrak en er een nieuwe
(en betere!) voor in de plaats bouwde.
De oude brug is er al lang niet meer.
Toen de kommiezenhuisjes werden af
gebroken, kreeg de toegang tot de
Grote Houtstraat een heel ander aspect.
De nieuwe brug zal deze eeuw waar
schijnlijk nog wel overleven.
Er is poëzie in een winkelstraat. De
etalages zorgen daarvoor op de eerste
plaats. Een goed verzorgde artistiek ge
arrangeerde uitstalkast verdrijft de mujfe
stadssfeer, trekt de voorbijganger on
weerstaanbaar en noopt tot kopen. Thans
kan de winkelier weer met licht wer
ken en zo ook 's avonds belangstelling
voor zijn etalage opwekken. Er is meer
poëzie in een winkelstraat. De poëzie
van de arbeid. Het interieur van een
winkel kan nog zo mooi en luxe zijn,
wanneer het verkopend personeel niet
voor de vereiste stemming zorgt, is het
effect totaal verloren. De beschaafde
manier van optreden, de hulpvaardig
heid en de uiterlijke verzorging van be
diende of winkeljuffrouw vormen teza
men de poëzie van de arbeid. Deze twee
factoren worden begrepen door de men
sen, die de hartader van onze Haarlemse
middenstand genoemd mogen worden.
Onze Grote Houtstraat mag gezien
worden!
stertjes op hare winkeltochten vergezeld
door zo menig verliefd jongeman, die, ge
lukkig bij de gedachte., dat hij vieravond
geniet en morgen „vrij-af" heeft, nu
op geen uurtje ziet, om met zijn uit
verkorene te keuvelen over hun plan
nen voor de dag van morgen, over
Kraantje-Lek, over het Kolkje, over
het Bloemendaalse bos, en-ja, over
wat al niet.op gevaar af, dat het
lie.ve kind een of meer boodschappen
vergeet, of, als zij bij de modiste moet
wezen, bij de mandenmaker arriveert
en, in haar onschuld, eerst dan be
merkt, dat zij verkeerd is. Waarlijk,
mevrouw, het is niet altijd haar schuld,
wanneer ze wat lang uitblijft om bood
schappen te doen, die winkels in de
Grote Houtstraat zijn op Zaterdag
avond altoos zó volmen moet er
altoos zó lang wachten, dat.... Maar,
eilieve! waar dwalen we dan heen....
we schrijven immers geen psysiologie
van de Grote Houtstraat.Och! houd
het mij ten goede, dat ik met mijn ge
dachten zo afdwaalde: het is immers
Zaterdag 25 Juni opening feeste
lijkheden Grote Houtstraatjubileum.
Rondwandeling muziekcorps, waar
op aansluitend concert op de Grote
Markt van 8 tot 10 uur.
Ook Maandag Woensdag en Vrij
dag rondwandelingen.
Dinsdagavond zijn de leden van de
jubilerende vereniging de gast van
de directie van het Luxor-theater.
Donderdag wordt in Den Hout bij
„Dreefzicht" een concert gegeven.
Zaterdag zullen de leden in dit café-
restaurqpt voor een besloten feest
avond bijeenkomen.
Zaterdagavond! Verder dus. Komt, laat
ons deze drukbezochte van Haarlems
straten, als bij uitzondering, eens op en
neer wandelen
Bovenstaande lyrische lofzang op onze
Grote Houtstraat bij avond is niet uit
onze pen gevloeid. Het is al weer drie
kwart e«uw geleden, in 1874, dat een
onzer voorgangers Haarlem's hoofd
straat en haar typische sfeer aldus te
kende. Wij vragen ons af, wat hij nu gc
schreven zou hebben over de Grote
Houtstraat van onze dagen. Och, in som
mige dingen zou hij in herhaling kun
nen vervallen, want zijn ook nu de „Za-
terdags-aventjes" niet onbetaalbaar? De
verliefde jongeman zal er altijd blijven
dwalen, en al is het winkelloopstertje
wellicht wel tengevolge van haar al
te. langdurige slippertjes terugge
drongen achter de toonbank, ook in onze
dagen is zij toch „helder aangedaan".
Wie zal zeggen, hoevelen onnodig pot
loden en briefkaarten gekocht hebben
alléén om het prettige verkoopstertje?
Maar onze vriend van vijf en zeven
tig jaar geleden zou nu toch wel even
stil gestaan hebben bij de bioscopen om
zich verwonderd af te vragen, wat die
„Moord in de prairie" te betekenen
heeft. En hij zou nog niet veel wij
zer zijn geworden wanneer men hem
verteld had, dat he.t zo'n moordfilm
was en dat Gary Cooper minstens tien
man neerschoot.
In die jaren heeft ook de tram weer
haar geschiedenis geschreven, doch hoe
onmisbaar zij tot voor kort scheen in
het gehele straatbeeld, zij werd figuur
lijk aan kant gezet, toen men haar kon
missen, omdat de bus haar plaats me.t
veel triomf innam.
De Zaterdagavond is echter geble
ven, vooral met de flanerende jongelui,
die de Grote Houtstraat mede tot
Haarlems aantrekkelijkste straat zullen
blijven bestempelen.
5S*.
Ja, dit is de Grote Houtstraat, maar in de dagen dat de straatvereniging werd
opgericht.
Hoe zag het er aan
het eind van de
vorige en aan het
begin van deze eeuw in
de Grote Houtstraat uit?
Huis voor huis kunnen
we niet bespreken, maar
de onlangs overleden Jan
Tadema wist over vele
panden interessante bij
zonderheden te vertellen
Wanneer men van de
kant van de Houtbrug de
straat binnenwandelde
vond men links de be
kende stalhouderij Joop
van der Berg. Vlak over
de Korte Houtstraat
oefende André van den
Berg in de Manege het
zelfde bedrijf uit, 'erwijl
hij er tevens een paarden
handel dreef. Tijdens de
zomerpaardenmarkt wa
ren de prijzen bij hem
tentoongesteld. In dit ge
deelte van de Grote Hout
straat was het terrein van
het paard. Daar kon het
verhandeld of verhuurd
worden, hetzij om het te
bestijgen, hetzij om het
voor een koets te span
nen. Naast de Manege
woonde de zadelmaker G.
Boer en even verder de
hoefsmid C. Hermeling
Al die smederijen hadden
haar houten travaljes
waarin de paarden be
slagen werden.
Vele statige van prach
tige gevels voorziene
huizen, waarin bekende
Haarlemmers woonden
sierden de straat. Al die
herenhuizen waren voor
zien vanblauwe stoepen
met smeedijzeren hekken
Het verkeer eiste die
stoepen en hekken op om
ze in karakterloze trot
toirs te doen veranderen
Temidden der huizen
stonden de ouderwetse
degelijke winkels, waar
de oprechte Haarlemmer
zijn inkopen deed. In het
voorlaatste huis naast
het Verwulft met zijn ho
ge stoep troonde voor het
raam de gemeente-ont
vanger J. C. Gerlings, met
zijn eerwaardige bakke
baarden en jaagde, door
tegen het raam te tikken
de jeugd weg, die zich
langs de beren liet glij
den.
Het begin van de noor
der Grote Houtstraat
vertoonde een onaanzien
lijke lage gevel op de hoek
van de Peuzelaarsste<eg.
Daar was de befaamde
meer dan honderdjarige
sociëteit „De Eendracht",
bijgenaamd „Het Zwaan
tje", gevestigd, die door
bloedeloosheid in 1906 de
geest gaf en plaats maak
te om de, winkel van C.
J. Schravendijk te ver
groten. In het door hem
afgebroken huis van de
oogarts A. v. Genderen
Stort werd in 1895 zijn
eerste zaak gevestigd.
Elke middag zat in die
sociëteit een keur van
Haarlemmers achter de
hoge blauwe hor. Blinde
Meijer, zoals dit Haar
lemse type werd ge
noemd, zag men bij de fa
milie Dyserinck op num
mer 39 aanbellen om zijn
centjes op te halen.
Op de hoek van de Ane-
gang en de Grote Hout
straat waren bij de firma
H. C. Louwerse en Zoon
ulevellen, épines en
Grieks brood verkrijg
baar.
Tegenover de Anegang
met de gaper in de gevel
prijkte de drogisterij Van
Veen, thans corsettenwin-
kel van Spruit en Van
Rietschoten. Waar nu
eetgragen fluks geholpen
worden, was tevoren de
oude vishandel van A. van
der Maaren en Co. met
de ijzeren raamroeden.
Even verder voorbij de
Guldebergspoort waren in
de vergulde Halletjesberg
van v. Reeser de onvol
prezen 'rode letters en tu-
rons verkrijgbaar.
In het gat van de
Houtstraat verrees „Trou
moet blij eken", sober en
eenvoudig met een tuin
tje aan de Spekstraat.
Nadat het in 1880 werd
gesloopt, is het in afzich
telijke stijl herrezen.
In 1903 werd de kachel-
handel van de smid Van
der Vaart, hoek Ged.
Oude Gracht en Grote
Houtstraat afgebroken.
En toen V. en D. haar
wolkenkrabber bouwde,
sneuvelde, o.a. ook het
oude huis van W. van
der Pigge, wiens zoon
nu aan de overkant een
zaak heeft, die het vol
gend jaar anderhalve
eeuw bestaat en de oud
ste van de Grote Hout
straat is in familie-op
volging.
Het is heerlijk te wandelen in de
Grote Houtstraat. En daarom zien
we op ongeregelde tijden een re
dactielid verdwijnen met de mededeling
„effe de stad in" een ouwe straatrot
zeggen: mensen ontmoeten, nieuwtjes
horen of uitpersen of soms een luchtje
scheppen.
In de komende dagen zal de door het
railsloze wegdek wat onwennige Hout
straat in het brandpunt der belangstel
ling staan. En daarom betekende mijn
„effe de stad" in een ouwe straatrot
in 't nette onder het mes nemen.
„Woonde u veertig jaar geleden hier
al!" vroeg ik, zo maar, om het gesprek
te openen.
„Ik ben hier geboren" antwoordde de
man, „ik heb buiten gewoond, toen ben
ik teruggekomen en nu woon ik weer
buiten. Kijk eens, dat hangt samen met
de conjunctuur. In zaken gaat het op en
neer, dat weet je nu eenmaal. Hoe het
aanstonds loopt moeten we maar af
wachten."
„Vindt u de straat veel veranderd?"
„Ach, meneer, dan rommelt de een
weer wat en dan de ander. Wie met z'n
tijd mee wil gaan moet op z'n tijd ver
bouwen. Vandaar dat we nooit rijk wor
den. Maar minister Lieftinck.
De aanval op Zijn Excellentie ging niet
door, omdat een kinderwagen de winkel
in gehesen moest worden. Na dit karwei
mij duidelijk bewijzende, dat de klant
en zeker de toekomstige klant weer ko
ning is zetten we ons geanimeerd ge
sprek voort.
„Waar waren we ook weer gebleven?"
vroeg mijn man.
„Bij 'Lieftinck" fluisterde ik.
„Laat rusten" weerde de goedmoedige
af. „We hebben feest, omdat we willen
vergeten. Als je dat mooie asphalt ziet
en de vlotte manier van werken, dan
krijg je 'n prop in je keel, omdat je zo
gesputterd hebt tegen de vermogens-
aanwas-belasting. Wij zakenmensen be
grijpen beter dan wie ook, dat zo'n weg
dek betaald moet worden, nietwaar?"
„Hoe gaat het in zaken?"
„Zo z'n gangetje. Nu we zo goed als
van de distributie af zijn, moet de prijs-
beheersing nog aan de paal. Dan gaan
we weer gezond winkelen, dan zit er
weer leven en muziek in en dan kan
de consument, als ie goed uitkijkt, meer
van z'n gulden maken."
„En hoe zit het met de winkeldoch
ters?''
„Weer in het vaderhuis teruggekeerd,
meneer. .Acht jaar zijn ze op reis ge
weest, maar numoet u ze eens
zien?"
De goedmoedige deed een la open en
haalde een artikel te voorschijn, dat in
1946 een rij veroorzaakte, maar nu niet
meer aangekeken wordt.
„Ja, maarhakkelde ik „uw doch
ters...."
„O" proestte de goedmoedig, „die heb
ben het vaderhuis voor goed verlaten,
ze maken 't best en (hij haalde een foto
uit z'n zak) d i t zijn m'n kleinkinderen."
„Wie is toch je aannemer geweest,
toen je de zaak moderniseerde?"
„Nou, ik kan je hem gerust aanbe
velen. Voor je er erg in had, was de
winkel volkonjen gemoderniseerd, ter
zake kundig, vlot en met begrip voor
mijn verlangens."
„Zeker iemand, die veel gebouwd heeft
en een traditie heeft hoog te houden?.."
„Man, als ik je dat allemaal vertel..."
„Dat hoeft niet, want ik weet toch al,
dat het Philips Bouwbedrijf is
Kom eens praten op ons kantoor
Nassauplein 4, tel. 16902.
(Adv.)
Sinds de tram uit de Grote Hout
straat verdwenen is. hebben en
kele autobuslijnen hun halteplaat
sen in de buurt van de. vroegere tram
halte gekregen. De verkeerspolitie heeft
van de gelegenheid gebruik gemaakt
om een geheel stop- en parkeerverbod
uit te vaardigen met uitzondering
voor vrachtwagens, die goederen moe
ten lossen voor de winkel Nu zijn er
twee partijen in Haarlem. De ene
meent, dat het een zeer goede maat
regel is om in onze smalle hoofdstraat
het parkeren en stoppen te verbieden en
de andere zet daartegenover dat het
winkelend publiek gelegenheid moet
krijgen om, zij het maar een half uur.
boodschappen te kunnen doen en on
dertussen de wagen voor het betrokken
pand te plaatsen. De een zegt', dat in de
Kalverstraat te Amsterdam ook geen
luxe-wagens mogen uitrusten en de
ander merkt op, dat de situatie hier an
ders ligt en dat bijvoorbeeld tot twaalf
uur 's middags geen overwegende be
zwaren kunnen bestaan. De verkeerspo
litie zegt: wij hebben voldoende goede
parkeergelegenheid vlak bij de binnen
stad, o.a. op de beide gedeelten van de
Ged. Oude Gracht, op de Nassaulaan en
niet te vergeten op de Grote Markt.
Hoe het zy, een winkelier in de Grote
Houtstraat blijkt het helemaal niet eens
te zijn met de politie en heeft daar
van blijk gegeven in zijn etalage. Een
grote autobus heeft hij daarin tentoon
gesteld met de originele borden voor
stop- en parkeerverbod. Bij de bus
halte staat: „Stoppen, hier 15 cent" en
by een luxe auto, die aan de overkant
geparkeerd is, staat: „Hier stoppen een
tientje". De man heeft zeker geïnfor
meerd, hoe. hoog de boete is voor over
treders van de verordening.
Zijn protest mag in ieder geval het
praedicaat origineel dragen.