GROTE DADEN VAN GROTE HOUTSTRAA T- VERENIGING IN VEERTIG JAAR Zaken doen, feesten, nood lenigen en vernieuwen Zaterdagavond in de Grote Houtstraat GROTE HOUTBRUG ZAKTE IN lil 4 Zaken gingen, zaken kwamen Van poort tot oude en moderne brug Poëzie van een winkelstraat Asfaltperikelen Élp 1MB ma 75 JAAR GELEDEN EN NU i Feestprogramma E1L S Kaleidoscoop van een aloude straat NS'&A Gesprek in de Houtstraat HIER STOPPEN EEN TIENTJE! 40 iaoK HOUTSTRAAT-V NION Als morgenavond feestelijke en doordringende fanfareklanken door onze voornaamste winkelstraat klinken, als frisse en artistiek verzorgde etalages tot een kijkje uitnodigen, als overal de rood-witte Haarlemse vlag uitwaait, dan behoeft niet meer gezegd te worden, dat er weer iets bijzonders aan de hand is. Zeker, de Grote Houtstraat is al op jaren, zij heeft zelfs eeuwen getrotseerd. De mensen van 1800 zouden haar niet meer herkennen, zo dikwijls heeft zij een ander en moderner kleed aangetrokken. Zij heeft iets van haar intimiteit verloren, maar toch ook weer veel geschonken van wat de heden daagse mensen van een winkelstraat verwachten. De straat viert geen jubilé, al kan ze recipiëren vanwege haar mooie nieuwe loper, grijs-egaal van kleur, doch anti-slip en oersterk. Het feest betreft de bewoners, die zich veertig jaar geleden in een vereniging samenvoegden om sterker te staan en door eenheid de beste reclame-resul taten te verkrijgen. En wij, Haarlemmers, die dagelijks door deze winkelstraat wandelen, voelen ons ook een beetje van de partij. Dus gaan we straks eens kijken wat er zo al te koop is en hoe paradoxaal het ook moge klinken bijzonder wat er niet te koop is. Wij bereiden ons nu voor op het be zoek van H. M. Koningin Juliana, zoals men zich in November 1918 opmaakte om H. M. Koningin Wilhelmina en de Koningin-Moeder in de stad te ontvan gen. Het bestuur nam aan een betoging deel en werd na afloop op het stadhuis aan de vorstinnen voorgesteld. In 1925 werd de straat met internatio nale vlaggen versierd tijdens de inter nationale bloemententoonstelling te Heemstede. Op 28 Augustus van dat jaar bracht de koninklijke familie of ficieel een bezoek aan Haarlem, waar bij de Grote Houtstraat opgefleurd werd met oranje-vlaggen en lampions aan alle gevels. Het was weer het Grote Houtstraat-orkest, dat voor opgewekte muziek zorgde. Een succes werd in 1926 de inzameling van goederen ten behoe ve van de slachtoffers van de waters nood. Een jaar daarna werd de heer Van Weerden, thans ere-voorzitter, tot president gekozen. Een grote reclame-optocht met ver sierde auto's en muziek voorop trok in Mei 1930 door de straat en in het najaar was er enige feestelijkheid in verband met het in gebruik nemen van de ver nieuwde Grote Houtbrug, die een grote verbetering genoemd mocht worden. Tevoren was er heel wat gedebatteerd over het al of niet verdwijnen van de kommiezenhuisjes, beter bekend als de Dobbelstenen. Men zal zich herinneren dat van 16 tot 25 October 1932 een licht- week georganiseerd werd in onze stad. Men heeft daar geen spijt van gehad, want de belangstelling ook van buiten was enorm en de tulpenverlichting in de hoofdstraat had aller bewondering. Dank zij het uitstekend archief van de achtereenvolgende secretarissen der Grote Houtstraat-vereniging is net mogelijk een en ander te vertellen over de geschiedenis van deze straat in de afgelopen veertig jaren. De he ren A. Meijer en J. A. Vermeer namen op 8 Mei 1909 het initiatief om de be woners van de hoofdstraat der stad Haarlem bijeen te roepen, om te ko men tot een gezamenlijk vieren en een gemeenschappelijk versieren van de straat ter gelegenheid van de geboorte van Prinses Juliana. Er werd een comité gevormd, bestaan de uit de heren B. Langeveld, H. J. Leu- pen, J. C. de Boer, J. C. Peereboom, J. Mathot, M. Scheer, J. W. Daudeij en C. Henning. Op 18 Mei werd een groot feest gevierd, waarbij de particuliere Grote Houtstraat-kapel stram marcheerde door de smaakvol opgetooide straat. Deze samenwerking was zo goed be vallen, dat op 25 Juni 1909 de vereniging definitief werd opgericht, met als voor zitter de heer A. Meijer, secretaris mr. H. Ph. 't Hooft, penningmeester B. Lan geveld, leden H. J. Leupen en M. Scheer. De volgende activiteit werd in 1910 ontplooid, toen een request naar het ge meentebestuur werd gezonden, om de straat te asfalteren in verband met het opbreken van het wegdek voor-de aan leg van de nieuwe electrische tram. Het antwoord luidde, zoals ook nu nog wel gebruikelijk is: B. en W. zullen de zaak in ernstige overweging nemen. Het duur de echter tot 31 December 1923 vooraleer het besluit in de gemeenteraad genomen werd. En dat alles toen niet zo vlot van stapel liep als nu, blijkt wel uit ae me dedeling, dat eerst op 28 November 1924 een feestavond georganiseerd werd, om dat de Grote Houtstraat geasfalteerd was. Daartussenin moest het bestuur heel wat confereren, want zoals wij onlang? nog eens in herinnering brachten, de ge meente wilde de straatbelasting verho gen voor de bewoners, die van de asfal tering zouden profiteren. Met andere verenigingen werd een protest opgesteld en dit had succes. Het voorstel werd nooit tot uitvoering gebracht. Oudere Haarlemmers zullen zich nog herinneren, hoezeer de bewoners van de Grote Houtstraat op de bres stonden, toen in 1914 de oorlog uitbrak en een actie werd ondernomen, om de Belgi sche vluchtelingen te helpen. Geld en kleren werden ingezameld en in talrijke huizen vonden de vluchtelingen onder dak. Als een evenement staat geboekstaafd de opening van de eerste bioscoop (Pa lace) op 5 Februari 1915. De eigenaar, de heer Inpijn, reserveerde de openings voorstelling voor de leden van de Grote Houtstraat-vereniging. Een maand daar na werd de straat weer wat prettiger voor het winkelend publiek, omdat de firma Franken een moderne lunchroom by de Grote Markt opende. Toen de eerste wettelijke regeling der Winkelsluiting er door kwam, werd de sluitingstijd bepaald op 9 uur. Dat be tekende heel wat, want tot dan toe mocht iedere winkel zo lang open blij ven als de eigenaar wilde en de concur rentie zorgde wel, dat dit uur zo laat mogelijk gesteld werd. De eerste wereld oorlog was, zakelijk gesproken, niet slecht voor de winkeliers. In de dagen van hoog-conjunctuur, zoals 1932 die kende, kwamen grootse vernieuwingen van verschillende panden tot stand. Wisbrun en Liff- mann, de firma De Jong, Gebr. Gerzon en V. en D. openden geheel vernieuw de zaken. Het jaar daarop volgden Magazijn Nederland en de firma Hartje. Het 25-jarig bestaan van de vereni ging bracht een tentoonstelling van pla ten en foto's van oude gebouwen en gevels van de jubilerende straat, con certen, receptie, serenade door acht muziekcorpsen en een reclame-optocht. De verlichte tulpen vielen zo goed in de smaak, dat men het in 1935 tijdens de internationale Flora-tentoonstelling met verlichte narcissen probeerde, waarbij tevens de narcis het hoofdmotief in eta lages vormde. Een fotowedstrijd staat uit 1936 ge noteerd en een internationale versiering in 1937 ter gelegenheid van de Wereld jamboree in Vogelenzang. Nadat in het jaar der mobilisatie net dertigjarig bestaan nog grandioos ge vierd werd, moest tegen het einde van dat jaar een wijkcomité gevormd wor den, ten behoeve van de luchtbescher ming. Vlak voor de oorlog werd de heer J. Voogd tot secretaris van de vereniging benoemd, maar in de bezet tingstijd is geen enkele actie onderno men. Nauwelijks hadden de Canadezen met groot vertoon hun moderne oor logsmateriaal in de Grote Houtstraat laten zien, of overal woeien de interna tionale vlaggen. De Duitsers waren er echter ook nog en zo staat in de annalen geboekstaafd, dat enkele uitgestoken vlaggen vernield werden en met kogels doorboord. Het zal niet moeilijk zijn te raden, welke vlaggen dit waren! De voorzitter nam zitting in het co mité „Bloemen, tolk van onze dank baarheid" en de lecfen brachten ruim f 400 op voor dit mooie doel. De jeugd werd getracteerd en de bevrijding werd met een feestavond gevierd. En nu zijn we dan tot de nieuwste geschiedenis genaderd. Hoe kon het an ders, de hoofdstraat kwam bij het 700- jarig bestaan van de stad zeer goed voor de dag. Weet u nog, hoe overal aan de gevels de portretten van de burgemeesters hingen, die de laatste eeuwen onze stad hebben bestuurd guirlandes van gekleurde vlaggetjes er boven en bouquetten van bloemen aan de huizen? Het was een dure versei- ring, die dubbel geld gekost heeft, omdat een zomerstormpje met een flinke regen al dat aantrekkelijks zo beschadigde, dat men als het ware op nieuw moest beginnen. Maar dat staat niet geschreven op de gedenkschaal die de burgemeester werd aangeboden. Het Regeringsjubileum van Konin gin Wilhelmina vroeg weer een andere opsmuk, doch interessanter is te ver nemen, dat de vereniging f 500 stortte in het fonds tot bestrijding van kan ker, dat aan de Koningin werd aan geboden. Het tegenwoordige bestuur is als volgt samengesteld: voorzitter J. Voogd secretaris C. H. Vogelzang, penning meester Jac. Oord, commissarissen A. G. Spaargaren en G. Borgelt. Toevallig valt het 40-jarig bestaan samen met de nieuwe asfaltering. Er is wel eens gezegd, dat de tram de drukte in de straat maakte en jaren lang hebben vele winkeliers beweerd, dat het tegen hun belang zou zijn, als deze verkeersreus opgeheven zou wor den. Toen echter de zekerheid werd verkregen, dat autobuslijnen haar route tussen de winkels zou kiezen, werd er niet meer over de tram gerept. Het is zo goed en het is nog beter, want door het opbreken van de rails is de straat als het ware breder gewnrden en heeft zij een voornamer zakelijker aanzien gekregen. Het bestuur van de Grote Houtstraatvereniging. 2e rij van links naar rechts: C. H. D. Vogelzang (secr.), A. G. Spaargaren (comm.), G. L. Borgelt (comm.). Voorste rij van links naar rechts: J. Voogd voorzitterG M. Oord (penningm.). De Grote Houtstraat mag de gehele week op een druk verkec.r van voer tuigen en een intense passage van wan delaars neerzien. Vooral op Zon- en feestdagen le.vert zij een bont gewoel en soms vrij luidruchtig gejoel van zo- velen, die van „heinde en ver" onze stad en hare heerlijke omstreken komen bezoeken, en van de band als ze zich gevoelen, bij hun komst in, maar meer nog bij hun gang uit de stad, stationwaarts, hun hart lucht geven in tal van melodieën, juist niet altijd „op eene wel aengenaeme voyse" aan hun „liefelij cke gorghlen" ontgorgeld En dan die voor zovelen onbetaalbare „Zaterdags-aventjes''! Ik verzeker u, dat er dan ook vrij wat gezelschap op de been was: het zijn dan öf wande laars, die, om zich te vermeien, de Grote Houtstraat op-en-neer drentelen, teneinde het gebied hunner wereldbe schouwingen ietwat uit te breiden, of zich in menskundige bespiegelingen verdiepen, waartoe deze straat, in trouwe, stoffe te over aanbiedt. Of het, zijn de hélder aangedane dienstmeisjes en winkelloopstertjes, die want in de regel doet men 's Zondags immers geen boodschappen? Zaterdagsavonds vooral voor de dag van morgen zorgen, door de bestellingen te haren plaatse te brengen, zonder ontvangst waarvan zo menig ongeduldige de nacht niet gerust zou kunnen ingaan, uit vreeze, dat er 's morgens het een of ander aan de. ta fel of erger nog aan het toilet zou kunnen ontbreken! En hoe trouw worden die boodschap- Aan het einde van de Grote Hout straat stond vroeger een prachtige poort, de Grote Houtpoort, welke in 1590 gebouwd was, ter vervanging van een veel oudere en bijna geheel vervallen poort, die gedurende het beleg van Haarlem door de Spanjaarden, in 1572 en 1573, wegens haar slechte toestand en weerloosheid door de belegerden werd dicht gemaakt en „gebolwerckt", ja, zelfs schijnt de brug toen weggenomen te zijn. Later werd ze toch weer ge opend, n.1. om vierhonderd en vijftig Engelse en Waalse schutters, die nau welijks in de stad gekomen waren, door deze poort weer uit te laten om een uitval op de Spanjaarden te ondernemen, die echter op niets uitliep. Ook is het bekend, dat de Graaf van Ebersteyn met achttien vendels Duit sers tijdens het beleg zijn kwartier voor de Grote Houtpoort hield. Genoemde poort was groot en veel schoner dan de Amsterdamse. Het hoofdgebouw, dat een vrij aanzienlijke hoogte had en over het algemeen grootse vormen bezat, was versierd met vier torens; die op de hoeken waren uitge bouwd, terwijl de hoofdingang met twee achtkante torens prijkte, die met ge- lijkkantige, spitse daken gedekt waren Op 1 October 1824 werd de poort voor afbraak verkocht voor f 3500. In De cember van hetzelfde jaar is daarop aanbesteed: het leggen van twee stenen bruggen, ter weerszijden van de oude brug, het stellen van twee gebouwen ten behoeve der plaatselijke belastingen aan beide zijden van de brug (de be roemde z.g. kommiezenhuisjes, en het vervaardigen en stellen van een ijzeren afsluithek, dat de Grote Houtpoort moest vervangen. Die aanbesteding en de bouw van Zoals de Grote Houtstraat er heel vroeger uitzag. Rechts het Proveniershuis met ervoor de stadspomp. de nieuwe brug zijn toen 'n lijdensge schiedenis voor de stad Haarlem ge weest! Wij zullen ze hier maar niet ge heel meer ophalen, genoeg zij vermeld dat ten eerste de aanbestedingssommen veel te hoog voor 't stadsbestuur waren en ten tweede, dat, toen men een aan nemer gevonden had, die het voor min der wilde doen en de brug inderdaad gebouwd was, deze zó slecht bleek tè zijn, dat zij precies tien dagen vóór het begin van de nationale tentoonstelling, die in 1825 in Haarlem gehouden werd en ten behoeve waarvan de nieuwe brug was gebouwd, inzakte en grote scheuren kreeg. Nauwelijks had dan ook de laatste bezoeker van genoemde tentoonstelling de stad verlaten, of on middellijk begon men de brug te on derzoeken. Er wqrden heel wat rap porten en rechtskundige adviezen uit gebracht en heel wat vergaderingen belegd (in dat opzicht is thans nog niets veranderd!) om vast te stellen, wie de schuld van de brugverzakking had. Het eind van het lied was, dat men ze maar weer afbrak en er een nieuwe (en betere!) voor in de plaats bouwde. De oude brug is er al lang niet meer. Toen de kommiezenhuisjes werden af gebroken, kreeg de toegang tot de Grote Houtstraat een heel ander aspect. De nieuwe brug zal deze eeuw waar schijnlijk nog wel overleven. Er is poëzie in een winkelstraat. De etalages zorgen daarvoor op de eerste plaats. Een goed verzorgde artistiek ge arrangeerde uitstalkast verdrijft de mujfe stadssfeer, trekt de voorbijganger on weerstaanbaar en noopt tot kopen. Thans kan de winkelier weer met licht wer ken en zo ook 's avonds belangstelling voor zijn etalage opwekken. Er is meer poëzie in een winkelstraat. De poëzie van de arbeid. Het interieur van een winkel kan nog zo mooi en luxe zijn, wanneer het verkopend personeel niet voor de vereiste stemming zorgt, is het effect totaal verloren. De beschaafde manier van optreden, de hulpvaardig heid en de uiterlijke verzorging van be diende of winkeljuffrouw vormen teza men de poëzie van de arbeid. Deze twee factoren worden begrepen door de men sen, die de hartader van onze Haarlemse middenstand genoemd mogen worden. Onze Grote Houtstraat mag gezien worden! stertjes op hare winkeltochten vergezeld door zo menig verliefd jongeman, die, ge lukkig bij de gedachte., dat hij vieravond geniet en morgen „vrij-af" heeft, nu op geen uurtje ziet, om met zijn uit verkorene te keuvelen over hun plan nen voor de dag van morgen, over Kraantje-Lek, over het Kolkje, over het Bloemendaalse bos, en-ja, over wat al niet.op gevaar af, dat het lie.ve kind een of meer boodschappen vergeet, of, als zij bij de modiste moet wezen, bij de mandenmaker arriveert en, in haar onschuld, eerst dan be merkt, dat zij verkeerd is. Waarlijk, mevrouw, het is niet altijd haar schuld, wanneer ze wat lang uitblijft om bood schappen te doen, die winkels in de Grote Houtstraat zijn op Zaterdag avond altoos zó volmen moet er altoos zó lang wachten, dat.... Maar, eilieve! waar dwalen we dan heen.... we schrijven immers geen psysiologie van de Grote Houtstraat.Och! houd het mij ten goede, dat ik met mijn ge dachten zo afdwaalde: het is immers Zaterdag 25 Juni opening feeste lijkheden Grote Houtstraatjubileum. Rondwandeling muziekcorps, waar op aansluitend concert op de Grote Markt van 8 tot 10 uur. Ook Maandag Woensdag en Vrij dag rondwandelingen. Dinsdagavond zijn de leden van de jubilerende vereniging de gast van de directie van het Luxor-theater. Donderdag wordt in Den Hout bij „Dreefzicht" een concert gegeven. Zaterdag zullen de leden in dit café- restaurqpt voor een besloten feest avond bijeenkomen. Zaterdagavond! Verder dus. Komt, laat ons deze drukbezochte van Haarlems straten, als bij uitzondering, eens op en neer wandelen Bovenstaande lyrische lofzang op onze Grote Houtstraat bij avond is niet uit onze pen gevloeid. Het is al weer drie kwart e«uw geleden, in 1874, dat een onzer voorgangers Haarlem's hoofd straat en haar typische sfeer aldus te kende. Wij vragen ons af, wat hij nu gc schreven zou hebben over de Grote Houtstraat van onze dagen. Och, in som mige dingen zou hij in herhaling kun nen vervallen, want zijn ook nu de „Za- terdags-aventjes" niet onbetaalbaar? De verliefde jongeman zal er altijd blijven dwalen, en al is het winkelloopstertje wellicht wel tengevolge van haar al te. langdurige slippertjes terugge drongen achter de toonbank, ook in onze dagen is zij toch „helder aangedaan". Wie zal zeggen, hoevelen onnodig pot loden en briefkaarten gekocht hebben alléén om het prettige verkoopstertje? Maar onze vriend van vijf en zeven tig jaar geleden zou nu toch wel even stil gestaan hebben bij de bioscopen om zich verwonderd af te vragen, wat die „Moord in de prairie" te betekenen heeft. En hij zou nog niet veel wij zer zijn geworden wanneer men hem verteld had, dat he.t zo'n moordfilm was en dat Gary Cooper minstens tien man neerschoot. In die jaren heeft ook de tram weer haar geschiedenis geschreven, doch hoe onmisbaar zij tot voor kort scheen in het gehele straatbeeld, zij werd figuur lijk aan kant gezet, toen men haar kon missen, omdat de bus haar plaats me.t veel triomf innam. De Zaterdagavond is echter geble ven, vooral met de flanerende jongelui, die de Grote Houtstraat mede tot Haarlems aantrekkelijkste straat zullen blijven bestempelen. 5S*. Ja, dit is de Grote Houtstraat, maar in de dagen dat de straatvereniging werd opgericht. Hoe zag het er aan het eind van de vorige en aan het begin van deze eeuw in de Grote Houtstraat uit? Huis voor huis kunnen we niet bespreken, maar de onlangs overleden Jan Tadema wist over vele panden interessante bij zonderheden te vertellen Wanneer men van de kant van de Houtbrug de straat binnenwandelde vond men links de be kende stalhouderij Joop van der Berg. Vlak over de Korte Houtstraat oefende André van den Berg in de Manege het zelfde bedrijf uit, 'erwijl hij er tevens een paarden handel dreef. Tijdens de zomerpaardenmarkt wa ren de prijzen bij hem tentoongesteld. In dit ge deelte van de Grote Hout straat was het terrein van het paard. Daar kon het verhandeld of verhuurd worden, hetzij om het te bestijgen, hetzij om het voor een koets te span nen. Naast de Manege woonde de zadelmaker G. Boer en even verder de hoefsmid C. Hermeling Al die smederijen hadden haar houten travaljes waarin de paarden be slagen werden. Vele statige van prach tige gevels voorziene huizen, waarin bekende Haarlemmers woonden sierden de straat. Al die herenhuizen waren voor zien vanblauwe stoepen met smeedijzeren hekken Het verkeer eiste die stoepen en hekken op om ze in karakterloze trot toirs te doen veranderen Temidden der huizen stonden de ouderwetse degelijke winkels, waar de oprechte Haarlemmer zijn inkopen deed. In het voorlaatste huis naast het Verwulft met zijn ho ge stoep troonde voor het raam de gemeente-ont vanger J. C. Gerlings, met zijn eerwaardige bakke baarden en jaagde, door tegen het raam te tikken de jeugd weg, die zich langs de beren liet glij den. Het begin van de noor der Grote Houtstraat vertoonde een onaanzien lijke lage gevel op de hoek van de Peuzelaarsste<eg. Daar was de befaamde meer dan honderdjarige sociëteit „De Eendracht", bijgenaamd „Het Zwaan tje", gevestigd, die door bloedeloosheid in 1906 de geest gaf en plaats maak te om de, winkel van C. J. Schravendijk te ver groten. In het door hem afgebroken huis van de oogarts A. v. Genderen Stort werd in 1895 zijn eerste zaak gevestigd. Elke middag zat in die sociëteit een keur van Haarlemmers achter de hoge blauwe hor. Blinde Meijer, zoals dit Haar lemse type werd ge noemd, zag men bij de fa milie Dyserinck op num mer 39 aanbellen om zijn centjes op te halen. Op de hoek van de Ane- gang en de Grote Hout straat waren bij de firma H. C. Louwerse en Zoon ulevellen, épines en Grieks brood verkrijg baar. Tegenover de Anegang met de gaper in de gevel prijkte de drogisterij Van Veen, thans corsettenwin- kel van Spruit en Van Rietschoten. Waar nu eetgragen fluks geholpen worden, was tevoren de oude vishandel van A. van der Maaren en Co. met de ijzeren raamroeden. Even verder voorbij de Guldebergspoort waren in de vergulde Halletjesberg van v. Reeser de onvol prezen 'rode letters en tu- rons verkrijgbaar. In het gat van de Houtstraat verrees „Trou moet blij eken", sober en eenvoudig met een tuin tje aan de Spekstraat. Nadat het in 1880 werd gesloopt, is het in afzich telijke stijl herrezen. In 1903 werd de kachel- handel van de smid Van der Vaart, hoek Ged. Oude Gracht en Grote Houtstraat afgebroken. En toen V. en D. haar wolkenkrabber bouwde, sneuvelde, o.a. ook het oude huis van W. van der Pigge, wiens zoon nu aan de overkant een zaak heeft, die het vol gend jaar anderhalve eeuw bestaat en de oud ste van de Grote Hout straat is in familie-op volging. Het is heerlijk te wandelen in de Grote Houtstraat. En daarom zien we op ongeregelde tijden een re dactielid verdwijnen met de mededeling „effe de stad in" een ouwe straatrot zeggen: mensen ontmoeten, nieuwtjes horen of uitpersen of soms een luchtje scheppen. In de komende dagen zal de door het railsloze wegdek wat onwennige Hout straat in het brandpunt der belangstel ling staan. En daarom betekende mijn „effe de stad" in een ouwe straatrot in 't nette onder het mes nemen. „Woonde u veertig jaar geleden hier al!" vroeg ik, zo maar, om het gesprek te openen. „Ik ben hier geboren" antwoordde de man, „ik heb buiten gewoond, toen ben ik teruggekomen en nu woon ik weer buiten. Kijk eens, dat hangt samen met de conjunctuur. In zaken gaat het op en neer, dat weet je nu eenmaal. Hoe het aanstonds loopt moeten we maar af wachten." „Vindt u de straat veel veranderd?" „Ach, meneer, dan rommelt de een weer wat en dan de ander. Wie met z'n tijd mee wil gaan moet op z'n tijd ver bouwen. Vandaar dat we nooit rijk wor den. Maar minister Lieftinck. De aanval op Zijn Excellentie ging niet door, omdat een kinderwagen de winkel in gehesen moest worden. Na dit karwei mij duidelijk bewijzende, dat de klant en zeker de toekomstige klant weer ko ning is zetten we ons geanimeerd ge sprek voort. „Waar waren we ook weer gebleven?" vroeg mijn man. „Bij 'Lieftinck" fluisterde ik. „Laat rusten" weerde de goedmoedige af. „We hebben feest, omdat we willen vergeten. Als je dat mooie asphalt ziet en de vlotte manier van werken, dan krijg je 'n prop in je keel, omdat je zo gesputterd hebt tegen de vermogens- aanwas-belasting. Wij zakenmensen be grijpen beter dan wie ook, dat zo'n weg dek betaald moet worden, nietwaar?" „Hoe gaat het in zaken?" „Zo z'n gangetje. Nu we zo goed als van de distributie af zijn, moet de prijs- beheersing nog aan de paal. Dan gaan we weer gezond winkelen, dan zit er weer leven en muziek in en dan kan de consument, als ie goed uitkijkt, meer van z'n gulden maken." „En hoe zit het met de winkeldoch ters?'' „Weer in het vaderhuis teruggekeerd, meneer. .Acht jaar zijn ze op reis ge weest, maar numoet u ze eens zien?" De goedmoedige deed een la open en haalde een artikel te voorschijn, dat in 1946 een rij veroorzaakte, maar nu niet meer aangekeken wordt. „Ja, maarhakkelde ik „uw doch ters...." „O" proestte de goedmoedig, „die heb ben het vaderhuis voor goed verlaten, ze maken 't best en (hij haalde een foto uit z'n zak) d i t zijn m'n kleinkinderen." „Wie is toch je aannemer geweest, toen je de zaak moderniseerde?" „Nou, ik kan je hem gerust aanbe velen. Voor je er erg in had, was de winkel volkonjen gemoderniseerd, ter zake kundig, vlot en met begrip voor mijn verlangens." „Zeker iemand, die veel gebouwd heeft en een traditie heeft hoog te houden?.." „Man, als ik je dat allemaal vertel..." „Dat hoeft niet, want ik weet toch al, dat het Philips Bouwbedrijf is Kom eens praten op ons kantoor Nassauplein 4, tel. 16902. (Adv.) Sinds de tram uit de Grote Hout straat verdwenen is. hebben en kele autobuslijnen hun halteplaat sen in de buurt van de. vroegere tram halte gekregen. De verkeerspolitie heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om een geheel stop- en parkeerverbod uit te vaardigen met uitzondering voor vrachtwagens, die goederen moe ten lossen voor de winkel Nu zijn er twee partijen in Haarlem. De ene meent, dat het een zeer goede maat regel is om in onze smalle hoofdstraat het parkeren en stoppen te verbieden en de andere zet daartegenover dat het winkelend publiek gelegenheid moet krijgen om, zij het maar een half uur. boodschappen te kunnen doen en on dertussen de wagen voor het betrokken pand te plaatsen. De een zegt', dat in de Kalverstraat te Amsterdam ook geen luxe-wagens mogen uitrusten en de ander merkt op, dat de situatie hier an ders ligt en dat bijvoorbeeld tot twaalf uur 's middags geen overwegende be zwaren kunnen bestaan. De verkeerspo litie zegt: wij hebben voldoende goede parkeergelegenheid vlak bij de binnen stad, o.a. op de beide gedeelten van de Ged. Oude Gracht, op de Nassaulaan en niet te vergeten op de Grote Markt. Hoe het zy, een winkelier in de Grote Houtstraat blijkt het helemaal niet eens te zijn met de politie en heeft daar van blijk gegeven in zijn etalage. Een grote autobus heeft hij daarin tentoon gesteld met de originele borden voor stop- en parkeerverbod. Bij de bus halte staat: „Stoppen, hier 15 cent" en by een luxe auto, die aan de overkant geparkeerd is, staat: „Hier stoppen een tientje". De man heeft zeker geïnfor meerd, hoe. hoog de boete is voor over treders van de verordening. Zijn protest mag in ieder geval het praedicaat origineel dragen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 5