E
it
I
Priesters als landarbeiders vermomd
Hetf
G
Het Britse Lagerhuis spreekt over
nationalisatie
Egypt, regering
treedt af
Bonifatiusbedevaart te
^oefbaaf^-'
HET GEZEGEND
GESLACHT
Een zware, maar
aangename tijd
Boeken venster j
Regering wil een be
slissing forceren
Verkeer van en naar
Berlijn zal doorgaan
Woensdag komen de
commandanten bijeen
^egeringscrisis in
Frankrijk?
Speciale bedevaart
naar Lourdes
Tweehonderd in de
Harskamp bijeen
Rallye van de K.A.
Koning Faroek benoemt
reeds kabinetsformateur
De nieuwe internationale
vakbondsorganisatie
Geleid door bisschop van Den Bosch
Gods ondergrondse
Een oud vrouwtje
ging naar de kerk
2
DINSDAG 36 JULI 1949
PAGINA 3
'S
Russen halen bakzeil
°t steun ixtn de politiek
vervolgden
Besprekingen te Londen
over een constitutie
pleister
MdWeutta weViert»800
1
Nieuwe Nederlandse vinding
maakt geweldig opgang
„Actief Wit.... de toeverlaat
van talloze huisvrouwen"
Roman door
G. ASTER O.f.m. Cap.
verfris
l! dan
met
ide
vel
net
•Xe'
et'
*n)
ten
in g
gs-
sen
en-
sen
nt-
ko-
ing
er-
er-
ten
id-
zal
ijn-
ten
de
ran
be-
ve-
ran
sen
el-
jen
er-
:et,
les
in
de
en
nd
da
et
en
ti-
ats
eft
26
en
re-
ait
ia)
e»
ig-
ng
'Telefonisch van pnze Londense
correspondent)
LONDEN, hedenmorgen.
J*'stermiddag kort na drie uur, op de
tolf vf dag die in de huidige hitte-
tu hebben meegemaakt met tempera-
huien tot 89 graden, begon het Lager-
tio *en de',at °ver de wet op de na-
jj na,isatie van staal en ijzer, een wet,
vanuit het Hogerhuis was terug-
°iden, verrijkt met 60 amendemen-
t®ïl
bpfl V'aa ronder enige, die zichtbaar de
S(v0el'ng hadden de gehele socialisti-
°P^et van de wet te verijdelen,
«nmorgen om zes uur zaten de leden
,h het Lagerhuis nog steeds te her-
ftven over de amendementen) en de
•'Bister van Binnenlandse Zaken deel
de
Wede, dat men het debat voort zou
j VUC| uat U1C1I Hv V UcUd't VUUrii ZUU
Iom11 -tot 12 uur hedenmiddag om de
l in staat te stellen hun houding
j Bepalen ten opzichte van de wet
a's deze terug gezonden zal worden
het Lagerhuis.
De regering heeft inderdaad haast
y.e'deze wet. Zij wenst een eindbe-
l)'®shig van de Lords voordat men aan
eind van deze of aan het begin van
volgende week op reces gaat. Deze
"dbeslissing zal n.l. zijn, dat de Lords
van amendementen ontdane wet
tic k verwerpen. Dit brengt automa-
Sch niet zich mee, dat men in de vol-
«nde zittingsperiode de gehele staal-
Wederom in alle drie stadia in be-
yideiing zal moeten nemen. Daarna
v. Wen, bij een volhoudende weigering
de Lords, de wet doordrijven op
jjjWld van het parlementair statuut,
tot heden aan de Lords een veto
/leende van twee jaren, doch dat
wk zij de nieuwe socialistische wet-
Sev;
'ng het volgend jaar zal worden be
ft:tot een tijdsduur van één jaar
terugwerkende kracht, zodat de
//'nationalisatie wet kan worden ge-
v= jdig met het in werking treden
ja de nieuwe, verkorte, veto-periode.
jjDe Lords hadden de staalwet ver-
Jst met zestig amendementen, waar
na1 de regering bereid was acht en
/'Wtig ongeva%rlijke over te nemen; de
Rdere twee en dertig weigerde zij te
/"vaarden. Onder deze twee en dertig
/vindt zich het voornaamste amende-
v eBt, n.l. een voorstel de nationalisatie
d h staal en ijzer niet in werking te
,°®n treden voordat het directoraat
uit kan spreken over dit wets-
"ttyerp in een algemene verkiezing.
niet-onredelijke eis, gezien im-
ïï6rs het feit dat de algemene verkie-
{•"gen in het zicht zijn, wordt door de
gdhstanders van de staalwet geba-
..Deneraal Mihail Dratvin, de Russische
pitsvervangende gouverneur van Ber-
ft heeft gisteren in een brief aan zijn
j.h'tse collega, generaal McLean, ver-
h-pS*"'1-. daI alle verkeersposten langs de
J,., }s van de Russische zone instructie
V ®n gekregen het verkeer naar en
n Berlijn door te laten.
.Generaal McLean had geprotesteerd
het feit, dat alle posten op Helm-
t Bt na door de Sovjet-autoriteiten wa
ft/ gesloten voor verkeer naar West-
n in-
kue Britse en de Amerikaanse com-
a"dant van Berlijn hebben gistermor-
het voorstel der Russen aangeno-
stM °.m Woensdag een zitting der vier
ft/wlijke commandanten te beleggen.
verwachting is, dat ook de Fransen
W. hit voorstel zullen instemmen. Vier
tLgeleden kwamen de commandan-
50ü "ijeen in opdracht van de militaire
v vernours, teneinde een modus vi-
'"in 4te verwezenlijken, waartoe de vier
hun s*ers van Buitenlandse Zaken bij
nabesprekingen te Parijs hadden be-
Franse premier Henry Queuille
hedenochtend een speciale kabi-
>e„2\tting beleggen, waarop de Franse
irj^'wg de critieke politieke situatie
bespreken, die is geschapen door
tpj, besluit van de socialistische minis-
tr.j. van Arbeid. Daniël Mayer, om het
s°heel van de nationale organisatie
(au"sociale zekerheid een belangrijke
<i5j Dsverhoging toe te kennen, zonder
n, "ij daarvoor eerst het advies van de
K6re ministers heeft gevraagd.
Vfj.® rechtse republikeinse partij van de
b/heid heeft reeds gedreigd haar twee
testers uit het kabinet te zullen
"Strekken als het besluit van minister
er niet ongedaan wordt gemaakt-
®'grims uit de Verenigde Staten, En-
seerd op de omstandigheid, dat de hui
dige regering geen mandaat bezit voor
de nationalisatie van staal en ijzer.
Doch de regering wil van uitstel niet
weten. Zij is socialistisch, derhalve kan
zij van nationaliseren niet ophouden,
zelfs al bestaat er geen grote reden tot
tevredenheid over reeds genationali
seerde industrieën, zelfs ofschoon de
met nationalisatie bedreigde staal
industrieën alle productierecords heb
ben, zelfs ofschoon de dollargevende
Amerikanen grimmiger worden over
zoveel doctrinaire kortzichtigheid.
Staal moet en zal genationaliseerd
worden.
Het nieuwe Katholieke Militaire Tehuis
in de Harskamp herbergde vorige week twee
dagen lang een kleine tweehonderd mili
tairen. Uit alle delen van het land waren
zij bijeengekomen om de jaarlijkse Rally
van de „K. A. in militaire dienst" te vie
ren. Na zijn welkomstwoord zette overste
aalmoezenier P. G. M. Schoonebeek, hoofd
van de Katholieke Actie in het leger, op
bondige wijze de bijzondere vorm van deze
beweging uiteen. De beweging draagt de
naam G 3 of wel „Gemeenschap van de
Goede Geest". Hij wees er op, hoe deze rui
me enthousiaste opkomst van onze militai
ren samenvalt met het verlangen naar een
renouveau, dat onder de Katholieke jonge
ren leeft.
Verscheidene sprekers belichtten geduren
de deze twee dagen speciale aspecten van
de Katholieke Actie in het leger. De heer
Vloedbeld hield een rede over de persoon
lijkheid als het enige middel tegen massifi
catie, Jan Leyten over de blijmoedigheid
als het diepste fundament van de Christe
lijke levenshouding. Mgr. K. A. van Straelen,
hoofdaalmoezenier van het leger, sprak ten
slotte over het drievodig apostolaat van de
G 3-man n.l. het offer, het gebed en de daad.
Abdel Hadi Pasja, sedert 28 December
van het vorig jaar premier van Egypte,
heeft gisteren zoals wij reeds in een
deel van onze vorige oplage meldden
aan koning Faroek het ontslag van zijn
kabinet aangeboden. Deze heeft het
ontslag aanvaard en inmiddels Hoessein
Sirry Pasja, die partijloos is, ais kabi-
nets-formateur aangewezen.
De ontslagaanvrage van Hadi Pasja
kwam in officiële Egyptische kringen
niet onverwacht. De premier schijnt het
pad te willen effenen voor 'een coalitie
regering, bestaande uit Saadisten, Con
stitutionele liberalen en Waafdisten. Op
deze wijze zal Egypte een hoger aan
zien in het buitenland verkrijgen, daar
de politiek van de d#missionnaire re
gering voornamelijk gericht was op het
oplossen van inter-Arabische kwesties.
De Waafdistische partij heeft gister
avond reeds besloten onvoorwaardelijk
aan een nieuwe nationale regering
deel te nemen,
In Londen zijn gisteren vijftien vak
bondsleiders bijeengekomen ten einde
een aanvang te maken met de samen
stelling van een constitutie voor een
nieuwe internationale vakbondsorgani
satie, die tot dusver bekend is onder
de naam „Voorbereidende Internationale
Organisatie van Vakverenigingen". Tot
de oprichting van deze organisatie
heeft men de vorige rrraand te Genève
besloten als. protest tegen het door de
communisten overheerste Wereldvak
verbond. De leiders vertegenwoordigen
tezamen 50.000.000 arbeiders in Europa,
Noord- en Zuid-Amerika, het Midden-
Oosten en het Verre Oosten.
De zittingen worden achter gesloten
deuren gehouden. Zij zullen voortduren
tot Vrijdag. Voor Nederland neemt
Evert Kupers aan de besprekingen deel.
Kapitein G. Sonderman, piloot van
Z. K. H. Prins Bernhard, heeft in Gat-
wich in Engeland deelgenomen aan een
demonstratie, waarhij sterke staaltjes
van vliegkunst ten beste werden gegeven.
'n Vleugje tocht - kou of vocht -
en het begint met 'n voorbijgaande
stramheid.
Maar als ge niet dadelijk Uw maatregelen
neemt, voelt ge U met Rheumatische pij
nen allengs tot lamheid geslagen en ge-
doeitid tot eindeloze pijn, slapeloze nachten
en een ongenietbaar humeur. Kruschen Salts
stimuleert op weldadige wijze de natuur
lijke werking Uwer bloedzuiverende orga
nen en naarmate die weer naar behoren
hun functies verrichten, nemen Uw pijnen
allengs af en maakt Uw neerslachtigheid
weer plaats voor een montere kijk op het
leven: durft ge Uw dagtaak met vreugde
weer aan. Waarom zoudt ge het niet eens
met Kruschen proberen? Ge zult verbaasd
zijn over het resultaat en verrukt over het
wonder, dat over U kwam en waardoor ge
Uzelf weer leert kennen als een ander -
herboren - mens. Kruschen is verkrijgbaar
bij alle Apothekers en Drogisten.
(Adv.)
(Van onze correspondent)
„Bevordering van de goede verstand
houding tussen katholieken en niet-
katholieken in Nederland," zo luidde
de intentie van de 18e Nationale St.
Bonifatiusbedevaart, die gisteren te
Dokkum werd gehouden.
De geestelijke leiding van deze bede
vaart berustte bij de Bisschop van
's-Hertogenbosch, Z. H. Exc Mgr. W.
P. A. M. Mutsaers, welke leiding haast
symbolisch was als schakel tussen ka
tholieken en niet-katholieken, het ka
tholieke Zuiden en het grotendeels
niet-katholieke Noorden
Mgr. Mutsaerts, die Zondagavond
reeds in Dokkum arriveerde, leidde als
inzet van deze dag, de openbare bede
gang door de. nauwe straten van Dok
kum. Onder de talrijke bedevaartgan
gers waren er verscheidene uit Bra
bant, evenals uit het Gooi en Overijsel.
Zo was deze tocht een herinnering
aan de tocht van een andere Bisschop,
die in 754 hier met zijn gezellen werd
vermoord.
Thans is, deze martelaar ter ere,
Dokkum er herhaaldelijk getuige van
hoe men dit martelaarschap eert. De
Nationale Bedevaart is van deze ge-
loofsmanifestaties zeker het hoogtepunt
en zo was de Pontificale H. Mis in de
kapel op de martelplaats van indruk
wekkende pracht. Z. H. Exc. Mgr
Mutsaerts werd bij dit Pontificaal of
fer geassisteerd door de zeereerw. heer
J. van Galkom, deken van Sneek, als
presbyter-assistens, door father L. v. d.
Mey en deken G. C. Smit van Amers
foort, als -diaken en subdiaken ad mis-
sam, door de zeereerw. heren L. J. D.
B. Buve, deken van Groningen en Th
Holtman, deken van Leeuwarden, als
diaken en subdiaken ad thronam, ter
wijl de secretaris van de Bisschop van
Den Bosch, de zeereerw. heer P. Coo-
len, ceremoniarius was. Fraters van
het Augustijnerklooster te Witmarsum
verzorgden de lagere functies en vorm
den ook het koor dat de wisselende
gezangen verzorgde.
„Het grootste en het beste soort van
(ja Ierland, Duitsland, België, Cana-
j' frankrijk, Zwitserland en Nederland
en van 8 tot 10 October een bijzon-
bedevaart naar Lourdes houden. Zij
daar bidden voor al degenen, die
Vg^htvaardig zijn getroffen om wille
'B politieke overtuiging en lijden
6 concentratiekampen en de ver-
1)^. lelijke onderaardse kelders in
sl®nd, Rusland, China en elders,
bedevaart wordt gehouden op ini-
v,,^ van de Nederlandse Broederschap
L. Vrouw van Barmhartigheid en
auspiciën van het .Internationaal
hut,*
'ijl? 6 'er Verdediging van de Christe-
beschaving te Parijs, met de zegen
tf, steun van de bisschop van Tarbes
^"urdes, mgr. Pierre Marie Théas.
6 ^tholieken, van welke nationali-
°ok mogen zijn, worden drin-
°Pgeroepen aan deze bedevaart
nemen. Bijzonderheden zullen
bek,
end gemaakt worden.
overwinnaars zijn de martelaren," zo
ving Mgr. Mutsaerts zijn toespraak onder
de Pontificale H. Mis aan. Van deze
grootsten was Sint Bonifatius een inter
nationale held, wiens vechtlust voor
Christus ons nog ten voorbeeld strekt.
Kent uw geloof, zo vermaande de
Bossche herder, want 't geloof is de
grootste schat. Het doet ons weten
dat wij kinderen zijn van één Vader.
Als met een in bloed gedrenkte vin
ger schreef Bonifatius zijn Credo in
deze grond en voor dit Credo moeten
wij willen leven, werken en sterven.
In verband met de oproep van Henri
de Greave inzake een massale bedevaart
van 400 millioen katholieken over de ge
hele wereld, overweegt men, zo verne
men wij, ook in pokkum plannen ter
.verwerkelijking op korte termijn.
Binnenkort verschijnt Gods Onder
grondse, zoals Father George het
vertelde aan Gretta Palmer; ver
taald uit het Amerikaans door
H. Bronkhorst, 300 blz. compres gedrukt,
prijs gebonden in heel linnen band
f 4.90. Bestelt reeds thans bij Uw boek
handelaar. (Adv.)
CO. MMTSM TOOWCI fTUDKW
47. Doch terwijl het vlot met zijn kostbare goudlading, onder bevel van Eric, ver
der zeilde over de wijde oceaan, voelde een jonge vrouw in het verre Noorwegen zich
tedere dag neerslachtiger worden.
Eindeloos regen de dagen zich voor Winonah aaneen, en nog steeds was er geen
enkel bericht van haar echtgenoot gekomen. Haar enig geluk vond zij nog in de kleine.
Erwin, Eric's jongste zoontje, dat tha^s een jaar oud was geworden. Doch ook dit
geluk, was vermengd met bitterheid. Als een afschuwelijke dreiging, welke haar dagen
versomberde en haar nachtenlang uit de slaap hield, zweefde Winonah de mededeling
van Lauri, de tovenaar, voor de geest. Indien Eric binnen twee jaar niet met een
scheepslading goud was teruggekeerd zou Lauri, volgens zijn verraderlijke afspraak
met de koning, het recht hebben haar oogappel, haar Erwin, op te eisen. In het begin
had zij iedere dag een boodschapper verwacht, die haar Eric's behouden terugkomst
kwam mededelen. Haar echtgenoot had immers nog nimmer gefaald? Doch naarmate
de tijd verstreek begon een diepe moedeloosheid zich van haar meester te maken.
Nog één jaar', nog minder zelfsen als Eric dan niet terugkeerdezij durfde niet
verder te denken.
Op het vlot, dat duizenden mijlen van haar vandaan zijn weg door de golven zocht
verwijlden ook Eric's gedachten dikwijls bij het gelukkige ogenblik van zijn terugkeer.
Doch bij hem was van neerslachtigheid geen sprake. Voldaan, in het tevreden besef
dat hij zijn opdracht had volvoerd, was er niets dat hem onrustig maakte dan zijn
verlangen naar Winonah.... en een enkele maal de snelle blik van verstandhouding, die
hij Baldon en Adler met elkaor zag wisselen. Een blik, die hem, indachtig de waar
schuwing van de oude koning der Ozmecs, tot de uiterste oplettendheid aanzette
JT) eizend op de harde banken (derde klas) van een van de boemeltreinen die
J\ Rusland doorkruisen, knoopte ik een gesprek aan met een ambtenaar
van een kolkhoz of collectieve boerderij. Ik vroeg of hij partijlid was.
„O ja," zei hij. „Maar waar ik woon zijn er niet veel. Het is ondankbaar
werk om deze achterlijke kulaks gezond verstand en revolutionnaire geest bij
te brengen. U zult het niet geloven, maar de vorige week ontdekte ik, dat een
van mijn beste landarbeiders een priester was en dat hij jarenlang onder mijn
ogen zijn hokus pokus had kunnen bedrijven."
„Hoe kan het!" zei ik. „Hoe deed hij dat?"
„O," zei hij, „er. zijn nog andere gevallen geweest. Ze zijn slim die priesters.
Ik kan niet aldoor in de barakken rondneuzen als de mensen in bed moeten
liggen en de halve bevolking van de boerderij scheen tegen middernacht bij hem
naar de Mis te gaan. Hij verklaarde, dat hij jarenlang burgers had gedoopt en
getrouwd.
de kerk werd aangehouden, wist ik
minstens zes manieren om hem in een
zo grote stad als deze kwijt te raken.
In de sacristie zag ik tot mijn grote
verbazing een Russische jongen van
negen a tien jaar. Daar ik wist wat er
voor strenge straffen jtonden op gods
dienstonderricht aan rtussische kinde
ren, zei ik: „Wat doe jij hier?"
„Ik wacht op de pastoor," zei hij
heel rustig.
„Wie heeft 3°u godsdienstonderricht
gegeven?" vroeg ik.
„Mijn kameraad."
„En wie gaf het hem?"
„Een andere kameraad."
De priester was er nu ook bijgeko
men. Nadat we elkaar gegroet hadden
en de kleine jongen had' opgemerkt, dat
ik goed ontvangen werd. zei hij: „Zal
ik het hem vertellen?"
Misschien zouden we hem nooit ge
pakt hebben als er nie.t een ongeluk op
het land was gebeurd. Er raakte een
man in een maaimachine en iedereen
kon zien dat hij stervend was. De
priester kwam over het land naar hem
toe, knielde naast hem neer en maakte
een kruisteken over hem. Ik riep: „Wat
doe je daar?" Hij antwoordde me niet
voor de man was gestorven en al die
tijd mompelde hij daar iets in het ko
ren. Toen stond hij op en zei: „Ivan
was een Christen. Hij wou in vrede met
God sterven."
Ik leverde hem direct aan de poli
tie over, dat kunt u wel denken. Maar
hoeveel zijn er die we niet gepakt
hebben?"
Hij ging door: „Ik sprak er met
sommige andere partijleden over. Zij
vertelden me, dat er nog wel erger
dingen ontdekt zijn. Een man met een
verantwoordelijke positie in een zie
kenhuis, een tashkent, stierf on
langs en kreeg tegen alle voorschrif
ten in ëen kerkelijke begrafenis. Toen
de autoriteiten de zaak onderzochten,
ontdekten zij, dat hij een vermomde
aartsbissch p was geweestl
O, ze zijn zo slim," zei hij. „Neem
hen hun bonkaarten af, stuur ze naar
Siberië, vermoord ze, niets schijnt
hen te ontmoedigen.
Naar hun ijver te oordelen zou je
bijna zeggen dat ze zelf in hun gods
dienst geloven. Wat is het zonde, ka
meraad, dat deze mensen zo hard en
zo onzelfzuchtig aan de verkeerde
kant werken. Als zij maar eens ont
wikkelde mensen waren, wat zouden
het goede communisten zijn!"
Ik had werkelijk medelijden met deze
man; zijn strijd was al verloren.
Bij de volgende halte van de trein
kreeg ik meteen al een ander bewijs.
Het was een stad waar nog een paar
Orthodoxe kerken open waren. Ik
woonde de Zondagsmis bij en besloot
het risico te lopen zo maar naar de
dienstdoende geestelijke te gaan. Ik zou
natuurlijk door spionnen worden op
gemerkt, die altijd b'J de kerken op
jacht zijn. Maaf ik kon in deze stad
wel enigszins stoutmoedig zijn. Ik wist
dat mijn bagage doorzocht was. Alles
zat nog precies zo in mijn koffer zoals
ik het er in gedaan had. Ik was er vrij
wel zeker van, dat ik nog niet gescha
duwd werd. Ik kon zulke dingen lang
zamerhand tamelijk goed constateren.
Als ik door een spion van de politie bij
De priester knikte. „Nou", zei het
kind. „We doen het zo". Hij hield de
vingers van zijn linkerhand uitge
spreid. „Ik heb vijf vrienden. Ik heb
de catechismus geleerd van mijn ka
meraad, die het van zijn grootmoeder
leerde. Ik moet het weer leren aan
vijf vrienden. Als ik dat gedaan heb
neem ik ze een examen af. Dan, als
zij er door komen, worden zij onder
wijzers. Ieder van hen moet het weer
aan vijf andere vrienden leren, en zo
gaat het door."
„Maar ben je niet bang voor de po
litie?" vroeg ik. De kleine jongen
haalde zijn schouder eens op en zei:
„Nichevo".
„Zou de politie je niet arresteren,
als ze het wist?"
„O ja," zei hij. „Nichevo".
„Zouden zet je niet ter dood kunnen
brengen?"
„Nichevo". Toen werd hij ernstig. Heel
serieus zei hij: „Ze kunnen me vermoor
den en hij legde zijn hand op zijn hart,
in een onbewust dramatisch gebaar,
maar ze kunnen Christus nooit in me
doden.
Dit onbedorven kind had zijn eigen
„ondergrondse" gevormd. In de scha
duw van een open kerk.
Zo ontmoette ik eens helemaal bij toe
val Maria. Terwijl ik op zekere dag door
een vreemde stad trok en de schamele
koopwaar in de étalages bekeek, ver
dwaalde ik. Het was een rustige wijk,
er scheen niemand op straat te zijn. In
een van de flatgebouwen hoorde ik
iemand viool spelen en ik besloot aan
de musicus te vragen hoe ik mijn barak
kon terugvinden.
Ik klopte aan. Ik werd opengedaan
door een knap zeventienjarig meisje,
haar strijkstok nog in de hand. Terwijl
ik haar de weg vroeg, hoorde ik in de
kamer daarnaast een man roepen: „Ma
ria, Maria, wie is het?"
„Een officier van het leger, papa,"
riep ze. Toen glimlachte ze. „Mijn va
der is invalide. Hij heeft maar weinig
afleiding. Zou u binnen willen komen
om een glas thee met hem te drinken?
Hij zou graag eens met iemand willen
praten, die uit de oorlog komt."
Ik zei, dat ik dat maar al te graag eens
doen zou. De vader was een man van
een jaar of vijftig, versleten, ziek, uit
gemergeld. In de kamer stond een wan
kele tafel en een kapotte stoel. De kalk
viel van de muur. Ik ging bij het bed
zitten en Maria haalde thee.
„U komt uit Slowakije?" zei hij, toen
ik hem vertelde, waar ik gevochten had
„Ik was daar eens, lang geleden op kost
school" Hij sprak nu Slowaaks, aarze
lend, zoekend naar de woorden, maar
met kennelijk groot plezier over deze
kans om zijn kennis, die zolang onge
bruikt was gebleven, weer eens aan te
wenden.
„Op welkê school was u?" vroeg ik
Hij toonde zich een beetje verward
Toen noemde hij de naam van een ka
tholieke jongensschool.
„Ik ben ook bij de paters op schooi
geweest," zei ik rustig, maar sinds de
oorlog zijn die scholen gesloten."
Hij keek me onderzoekend aan
„Herinnert u zich dit nog?" En hij zei
een van de bekende gebeden in het Slo
waaks ^op.
,;Natuurlijk", zei ik, terwijl ik bij de
laatste woorden meedeed. „Het is erg
mooi", voegde ik er aan toe.
Bij iedere zin een beetje verder gaand,
waren we al gauw zover dat we elkaar ver
trouwden. Hij vertelde mij zijn droevige
levensgeschiedenis. Hij was vóór de revo
lutie onderwijzer geweest en onder alle
veranderingen van het regiem was hij op
zijn post gebleven. Hij was verschillende
keren door de M.V.D. onaer handen geno
men. Zijn ziekte was het gevolg van een
hevige mishandeling een paar jaar geleden.
„Die overvallen van de geheime politie!"
gromde hij. „U weet niet onder wat voor
schrikbewind wij leven. Het is nacht. We
horen een auto remmen op straat voor ons
huis. Er komen gewapende mannen uit.
Iedereen in de hele omgeving is plotseling
klaar wakker, iedereen siddert, iedereen zegt
bij zichzelf: „Wie zal nu het slachtoffer
zijn? Zijn ze voor mij gekomen?" Dan hoor
je ergens vechten, er wordt een deur toe
geslagen, er gilt een vrouw. Voetstappen.
De motor wordt weer aangezet en er is
weer een Rus naar de dood geleid of naar
de levende dood wan de concentratiekam
pen.
In de ergste periodes, toen de zuivering
op volle gang was, sliepen we iedere nacht
met wat voedsel en toiletartikelen onder
onze kussens, voor het geval we gearres
teerd zouden worden. En als er een ver
dwenen is rouwt zijn gezin alsof hij dood
is. Nooit keert iemand van deze midder
nachtelijke verdwijningen terug
We spraken in het Slowaaks. Maria Kwam
terug met de thee. Haar vader zei: „U kunt
gerust in het Russisch doorgaan. Zij is een
goed, vroom meisje, en geen communiste".
„Maar dat is prachtig. Maria," zei ik.
„Ben je ooit in een kerk geweest?"
„Vaak," zei ze.
„Maar hoe kan dat? Je bent nog zo
jong?"
Ze glimlachte. „In de stad, waar ik
ben opgegroeid, was er nog maar één
kerk overgebleven," zei ze. „Het was
een heel eind weg. Op een kerkhof aan
de rand' van de stad. Het was eigenlijk
maar een schuur, waar een oude pries
ter iedere Zondag om zes uur 's mor
gens de Mig opdroeg.
„XJ weet natuurlijk, dat kinderen
onder de achttien jaar niet naar de kerk
mogen gaan. Maar mijn moeder wou
me niet alleen achterlaten. Vanaf mijn
twaalfde jaar nam ze me altijd mee. Ze
trok me oude-vrouwenkleren aan, met
een doek om mijn hoofd en een stok in
mijn hand. Ze leerde me hoe ik gebo
gen moest lopen en de doek over mijn
gezicht moest houden. Iedere Zondag
gingen we zo op weg, tot ik oud genoeg
was om openlijk naar de kerk te gaan."
Zoals wij reeds meldden, is het laborato
rium van Dobbelman-Nijmegen er in ge
slaagd, de geheel nieuwe methode van „op
tisch bleken", tot nog toe alleen bekend in
de wereld der chemici, voor haar „Castella"
Zelfwerkend Wasmiddel toe te passen. De
hiervoor gebruikte stof draagt de naam
„Actief Wit".
Het succes van dit nieuwe wasmiddel mag
sensationeel worden genoemd. Dit kan nie
mand verwonderen, die de uitwerking van
het „Actief Wit" heeft gadegeslagen. De
witte was wordt vele malen witter, kleuren
gaan schitteren in nieuwe gloed, weefsejs
worden zachter.
Dit wasmiddel zet ongetwijfeld nieuwe
luister bij aan de naam „Castella", een
naam, die reeds met zoveel eer gedragen
wordt door de bekende andere producten
van dezelfde fabrikant, zoals schoonheids-
zeep, huishoudzep en tandpasta.
(Adv.)
52
Toon zat achter het stuur om in de
stad alles op te halen wat hij versjache
ren kon. Als het maar oud was kon hij
het gebruiken. Het houten schuurtje
werd na een paar jaar afgebroken. Een
ijzeren loods kwam er voor in de plaats
met een rood-stenen voorgevel en in
zwarte letters op een wit veld': A. L.
Verschuren en Zn. Tweedehands goede
ren.
Toon nam een knecht in dienst om
met de auto te rijden. Zelf zat hij op
het kantoor. Hij droeg een gouden hor-
logekettitg, rookte dikke sigaren, en had
een telefoon op zijn lessenaar. De vrouw
had zich uit de winkel teruggetrokken.
Er stonden vlotte meisjes bij d'e huis
houdelijke artikelen en jongemannen
bij de ijzerwaren en gereedschappen.
Met rode letters stond op het raam ge
schilderd: „Bazaar" en iedere morgen
kwam er een nieuw papier onder te
hangen met extra-aanbiedingen tegen
spotprijs.
Dat was Toon Tod.
Hij had drie kinderen. Enkele jaren
gingen zij naar school, maar het haalde
weinig uit. Toon nam ze spoedig in zijn
zaak: zij moesten maar van het leven
leren. Alleen moesten ze kunnen schrij
ven, want dat had hij in zichzelf steeds
als een gemis beschouwd en bovenal
rekenen.
Het waren gewiekste mensen, het
meisje zowel als de jongens. Ze hadden
■fijnere manieren dan vader en moeder
aroegen betere kleren en als ze met hun
ouders in het openbaar kwamen lieten
ze dikwijls merken hoe'ze zich voor hen
schaamden. Maar als het over de zaak
ging, was het vijftal het steeds onder
ling eens.
Wij wisten van die verandering niets.
Nadat Toon Tod niet meer bij ons kwam
om vodden op te halen kwamen er an
deren en toen wij aan hen gewend
waren bleken het even geschikte men
sen te zijn. Hun voorgangers waren
spoedig vergeten.
Er kwam bij ons een school, een win
kel, een boterfabriek, jeen graanhandel,
een molen, een kerk. Er werc.' een dorp
geboren en het bracht voldoening bij
ons. Maar ook vergde het zoveel van
onze aandacht, dat wij op de rest van de
wereld geen acht meer sloegen.
Op een dag vernam ik, dat Willem
Dekkers een stuk van zijn boomgaard
verkocht had. Het werd mij meegedeeld
door iemand, die juist bij hem op het
erf stond om een vergadering aan te
zeggen. Toen was hij om een praatje
verlegen en kwam naar mij.
Willem Dekkers had zijn erf vlak
langs de kerk liggen.
„Aan wie?" vroeg ik. Want men ver
koopt niet gauw grond dat vlak bü huis
ligt.
„Aan een vreemde vertelde hij. „Ik
ken hem niet. Hij kwam uit de stad, zei
Willem en had aan een beetje grond
genoeg."
Enkele dagen later had ik kans Wil
lem te spreken. Of hij zijn boomgaard
verkocht had?
„Welnee", antwoorde hij, „alleen maar
het achterste stuk."
„Dat ligt- vlakbij de kerk."
„Daarom. Het is toch niets waard. De
bomen willen er niet en voor wei is het
te klein. En er werd' veel geld voor ge
boden."
„Wie heeft het?"
„Iemand uit de stad. Ik ken hem niet.
Hij moest en zou een stuk grond hebben.
Het hoefde niet groot te zijn. Ik zei nog:
ik doe het niet, het is grond die altijd
in de familie geweest is. Hij hield maar
aan. Ik zeg: in de Peel is grond genoeg
en veel goedkoper, maar hij wilde al
leen mijn bogerd en bood steeds meer
geld. Wel tien keer kwam hij terug. Het
was een schone som. Ik heb het ge
geven."
„Wat wil hij daarmee doen?"
„Ik weet het niet. Het kan me ook
niet schelen. Als hij voor slechte grond
zoveel geeft, moet hij het zelf weten."
Daarmee was ons gesprek afgelopen.
Willem Dekkers was een stukje grond
van .tien bij zestien meter kwijt. Zijn
boerderij zou er niet minder op wor
den. En iedereen giste wat ermee zou
gebeuren. Misschien komt er wel een
woning op te staan, was de algemene
gedachte, van iemand uit de stad, die op
een rustig dorp wil gaan wonen en
graag dicht bij de kerk zit.
In de herfst gebeurde er nog niet
veel. Op de nieuwe scheiding werd een
heg geplant. Een lange draad hield ze
recht.
Maar in de lente kwam iemand de
fruitbomen omdoen, ze tot brandhout
kappen en. de puisten uitgraven. Enke
le dagen later verscheen er een op
zichter met hoge laarzen en een duim
stok en toen hij enige tijd bezig was,
stopte er een auto, waar een deftig oud
heer uit stapte met een bolhoed op. Hij
liep het terein op en toen ik voorbij
ging, wuifde hij joviaal met de hand.
Ik kende hem niet. Met grote passen
kwam hij op mij af: „Ken je Toon Tod
niet meer?"
„Toon Tod?"
„Ja, ja, Toon Tod. Lang geleden, dat
ik hier geweest ben. Maar Gerrits ken
ik nog wel. Niks ben je veranderd.
Maar het dorp is heel wat vooruit ge
gaan sinds mijn jonge tijd. Tsjonge."
„Ja, ja".
„Een schoon gedoetje is het gewor
den."
„Och."
„Nee, schoon. Ik hou van mensen,
die aanpakken en niet alles bij het oude
laten. Daar moet de wereld het van
hebben."
„U hebt uw karretje ook aan de. kant
gedaan," merkte ik op, terwijl ik knik
te naar de auto.
„O, allang. Het moet tegenwoordig
vlug gaan. Je moet overal tegelijk zijn.
Wat dunkt h van die grond?"
mum
„Is hij van u?"
„Ja." Hij lachte vergenoegd. Blijkbaar
had hij er een goed zaakje mee ge
daan. „Ja,de kleintjes worden groot.
En als ze eenmaal een meisje gezien
hebben, kun je ze niet meer thuishou
den."
Ik wist geen antwoord.
„Er zal hier nogal gekocht worden.
En er is nog maar ènè winkel."
„Maar die levert alles. Wij hebben hem
zelf opgericht."
„Ik weet het. Prachtig van jullie. De
kerk vaart er wel bij. Maar me dunkt:
bij al die uitbreiding is er nog wel
voor een tweede winkel plaats."
Ik stond perplex. „Gaat u die bou
wen?"
„Juist. Huwelijkscadeautje voor mijn
zoon. In de stad heb ik voor alle drie
geen werk. En ook de dorpen zitten
overal vol. Hier alleen niet. Van de
herfst trouwt hij."
„Ik dacht dat u opkoper was.".
„Dat neemt mijn zwager over. Mijn
oudste zoon heeft de bazaar. De jongste
zet ik hier neer, ook een bezwaar.
Ik keek vrij argwanend. Iemand kwam
onze vrede verstoren. Een vreemdeling
wilde onze inkomsten binnenhalen.
„U is hier zoveel als burgemeester,
meen ik. Ja. ja, burgemeester. Ik weet
het wel. Mijn zoon wordt uw onder
daan. Hij wordt lid van het dorp. Hier,
neem dit aan. Voor de kerk." Hij gaf
me een briefje van vijfentwintig „Tot
lateF," nam hij afscheid en stapte naar
het terrein terug.
fWorét vervolgd)
(Vervolg van pag. 1)
Moeilijker wordt het, als vader en
moeder beiden niet thuis zijn, als
dus moeder uit werken moet
gaan. Voor de kinderen uit deze gezin
nen wordt de vacantie inderdaad een
zeer groot probleem en zullen anderen
moeten bijspringen en helpen, willen er
niet te veel brokken gemaakt worden.
Het lijkt ons goed hier terloops even de
nadruk te leggen op het .moeten" uit
werken gaan. Als moeder alleen maar
wat bij verdienen wil, om daardoor wat
meer weelde te hebben, een weelde, die
zich soms demonstreert in het kopen van
dure luxe dingen voor zich en de kin
deren, zoals b.v. de aanschaf van grote
poppen en autopeds (heus geen denk
beeldige gevallen), dan rijst toch de
vraag, of de moeder voldoende verant
woord is, om die reden uit het gezin te
trekken en haar kinderen aan hun lot
of de ontferming van anderen over te
laten. Om alle misverstand te voorkomen
zeggen wij hier uitdrukkelijk bij, dat
wij het ten zeerste toejuichen, dat aller
wegen getracht wordt, de zorgen van de
ouders in de vacantie te verlichten, door
voor de kinderen allerlei gezellige af
leidingen te organiseren. Wij juichen toe,
wat b.v. in Amsterdam al gaat gebeuren,
dat er gedurende veertien dagen extra
voor de jeugd gezorgd wordt, zowel van
gemeentewege als van particulieren.
Maar we blijven bij onze allereerste eis:
de ouders dienen zoveel mogelijk voor
hun eigen kinderen te zorgen. Alles wat
anderen doen is tegemoetkomen. Van
deze tegemoetkoming kan al of niet, dat
ligt aan tal van omstandigheden, een
dankbaar gebruik gemaakt worden.
Tenslotte willen we nog even wijzen
op een belangrijke factor, die de ouders
ook tot een grotere zorg moet aansporen.
Het toenemende snelverkeer over wegen
en straten levert vooral voor jongere
kinderen 'n steeds stijgend gevaar op. De
dodelijke ongelukken, waarvan de kran
ten de laatste dagen melding maakten,
bewijzen het. Dit verkeersgevaar alleen
al moest vele ouders duidelijk maken,
dat zij, vooral in de vacantie, hun kin
deren niet zo maar de straat op kunnen
sturen. Zo dwingt van alle kanten de
eis: ouders zorgt meer en beter voor uw
kinderen; tracht ondanks alle moeilijk
heden van de komende vacantie, die on
tegenzeglijk een zware tijd zal wor
den, toch ook een aangename tijd te ma
ken. Wellicht kunnen wij in een volgend
artikel er iets toe bijdragen, door enkele
eenvoudige richtlijnen aan te geven, die
vacantie iets te veraangenamen.
Wild is de stroom heet het door H.
N. Brunt vertaalde boek Wild is the
River van de Amerikaanse schrijver
Louis Bromfield. Tom Bedloe. die deel
uitmaakt van het Noord-Amerikaanse
bezettingsleger dat in de burgeroorlog
New Orleans bezet, is een gewetenloze
ladykiller. Een onbedorven meisje, dat
(natuurlijk) Agnes heet en (natuurlijk)
uit Boston komt, is sinds ze hem een
maal ontmoet heeft zo onder de in
druk dat ze hem prompt nareist, in de
stellige verwachting dat hij na een
huwelijk met haar wel een oppassend
heer zal worden. De goede Agnes
wordt op het nippertje voor de onder
gang gespaard, terwijl Tom, de schurk,
door een van zijn minnaressen van kant
wordt gemaakt hetgeen Agnes toch
wel een beetje spijt Van dit door J.
Philip Kruseman te Den Haag uit
gegeven boek ontvingen wij een, niet
eens zo goedkope, ingenaaide uitgave
ter bespreking. Er schijnt ook een, wel
licht wat meer solide, gebonden edi
tie op de markt gebracht te zijn, maar
die is ons niet toegestuurd. Overigens
vinden wij dat in dit geval niet zo erg,
want ook als wij een ingebonden exem
plaar gekregen hadden, zouden we het
niet in onze boekenkast hebben gezet
H. Br.
Myn grote dag. Van deze twee ver
halenbundels. resp. voor jong-ms en
voor meisjes, die hun plechtige tl. Com
munie doen, verzameld door V. J. Gen-
sen, verscheen een tweede druk. Beide
boeken bevatten een vijftal avontuur
lijke, zo niet sensationele verhalen, waar
in een meisje of jongen, dat zich op de
hernieuwing der Doopbeloften voorbe
reidt, de heldin of held is. Truos van
Arnhem hoort tot de medewerksters. Uit
geverij Sint Gregoriushuis, Utrecht
A. Bgl.