E it I Priesters als landarbeiders vermomd Hetf G Het Britse Lagerhuis spreekt over nationalisatie Egypt, regering treedt af Bonifatiusbedevaart te ^oefbaaf^-' HET GEZEGEND GESLACHT Een zware, maar aangename tijd Boeken venster j Regering wil een be slissing forceren Verkeer van en naar Berlijn zal doorgaan Woensdag komen de commandanten bijeen ^egeringscrisis in Frankrijk? Speciale bedevaart naar Lourdes Tweehonderd in de Harskamp bijeen Rallye van de K.A. Koning Faroek benoemt reeds kabinetsformateur De nieuwe internationale vakbondsorganisatie Geleid door bisschop van Den Bosch Gods ondergrondse Een oud vrouwtje ging naar de kerk 2 DINSDAG 36 JULI 1949 PAGINA 3 'S Russen halen bakzeil °t steun ixtn de politiek vervolgden Besprekingen te Londen over een constitutie pleister MdWeutta weViert»800 1 Nieuwe Nederlandse vinding maakt geweldig opgang „Actief Wit.... de toeverlaat van talloze huisvrouwen" Roman door G. ASTER O.f.m. Cap. verfris l! dan met ide vel net •Xe' et' *n) ten in g gs- sen en- sen nt- ko- ing er- er- ten id- zal ijn- ten de ran be- ve- ran sen el- jen er- :et, les in de en nd da et en ti- ats eft 26 en re- ait ia) e» ig- ng 'Telefonisch van pnze Londense correspondent) LONDEN, hedenmorgen. J*'stermiddag kort na drie uur, op de tolf vf dag die in de huidige hitte- tu hebben meegemaakt met tempera- huien tot 89 graden, begon het Lager- tio *en de',at °ver de wet op de na- jj na,isatie van staal en ijzer, een wet, vanuit het Hogerhuis was terug- °iden, verrijkt met 60 amendemen- t®ïl bpfl V'aa ronder enige, die zichtbaar de S(v0el'ng hadden de gehele socialisti- °P^et van de wet te verijdelen, «nmorgen om zes uur zaten de leden ,h het Lagerhuis nog steeds te her- ftven over de amendementen) en de •'Bister van Binnenlandse Zaken deel de Wede, dat men het debat voort zou j VUC| uat U1C1I Hv V UcUd't VUUrii ZUU Iom11 -tot 12 uur hedenmiddag om de l in staat te stellen hun houding j Bepalen ten opzichte van de wet a's deze terug gezonden zal worden het Lagerhuis. De regering heeft inderdaad haast y.e'deze wet. Zij wenst een eindbe- l)'®shig van de Lords voordat men aan eind van deze of aan het begin van volgende week op reces gaat. Deze "dbeslissing zal n.l. zijn, dat de Lords van amendementen ontdane wet tic k verwerpen. Dit brengt automa- Sch niet zich mee, dat men in de vol- «nde zittingsperiode de gehele staal- Wederom in alle drie stadia in be- yideiing zal moeten nemen. Daarna v. Wen, bij een volhoudende weigering de Lords, de wet doordrijven op jjjWld van het parlementair statuut, tot heden aan de Lords een veto /leende van twee jaren, doch dat wk zij de nieuwe socialistische wet- Sev; 'ng het volgend jaar zal worden be ft:tot een tijdsduur van één jaar terugwerkende kracht, zodat de //'nationalisatie wet kan worden ge- v= jdig met het in werking treden ja de nieuwe, verkorte, veto-periode. jjDe Lords hadden de staalwet ver- Jst met zestig amendementen, waar na1 de regering bereid was acht en /'Wtig ongeva%rlijke over te nemen; de Rdere twee en dertig weigerde zij te /"vaarden. Onder deze twee en dertig /vindt zich het voornaamste amende- v eBt, n.l. een voorstel de nationalisatie d h staal en ijzer niet in werking te ,°®n treden voordat het directoraat uit kan spreken over dit wets- "ttyerp in een algemene verkiezing. niet-onredelijke eis, gezien im- ïï6rs het feit dat de algemene verkie- {•"gen in het zicht zijn, wordt door de gdhstanders van de staalwet geba- ..Deneraal Mihail Dratvin, de Russische pitsvervangende gouverneur van Ber- ft heeft gisteren in een brief aan zijn j.h'tse collega, generaal McLean, ver- h-pS*"'1-. daI alle verkeersposten langs de J,., }s van de Russische zone instructie V ®n gekregen het verkeer naar en n Berlijn door te laten. .Generaal McLean had geprotesteerd het feit, dat alle posten op Helm- t Bt na door de Sovjet-autoriteiten wa ft/ gesloten voor verkeer naar West- n in- kue Britse en de Amerikaanse com- a"dant van Berlijn hebben gistermor- het voorstel der Russen aangeno- stM °.m Woensdag een zitting der vier ft/wlijke commandanten te beleggen. verwachting is, dat ook de Fransen W. hit voorstel zullen instemmen. Vier tLgeleden kwamen de commandan- 50ü "ijeen in opdracht van de militaire v vernours, teneinde een modus vi- '"in 4te verwezenlijken, waartoe de vier hun s*ers van Buitenlandse Zaken bij nabesprekingen te Parijs hadden be- Franse premier Henry Queuille hedenochtend een speciale kabi- >e„2\tting beleggen, waarop de Franse irj^'wg de critieke politieke situatie bespreken, die is geschapen door tpj, besluit van de socialistische minis- tr.j. van Arbeid. Daniël Mayer, om het s°heel van de nationale organisatie (au"sociale zekerheid een belangrijke <i5j Dsverhoging toe te kennen, zonder n, "ij daarvoor eerst het advies van de K6re ministers heeft gevraagd. Vfj.® rechtse republikeinse partij van de b/heid heeft reeds gedreigd haar twee testers uit het kabinet te zullen "Strekken als het besluit van minister er niet ongedaan wordt gemaakt- ®'grims uit de Verenigde Staten, En- seerd op de omstandigheid, dat de hui dige regering geen mandaat bezit voor de nationalisatie van staal en ijzer. Doch de regering wil van uitstel niet weten. Zij is socialistisch, derhalve kan zij van nationaliseren niet ophouden, zelfs al bestaat er geen grote reden tot tevredenheid over reeds genationali seerde industrieën, zelfs ofschoon de met nationalisatie bedreigde staal industrieën alle productierecords heb ben, zelfs ofschoon de dollargevende Amerikanen grimmiger worden over zoveel doctrinaire kortzichtigheid. Staal moet en zal genationaliseerd worden. Het nieuwe Katholieke Militaire Tehuis in de Harskamp herbergde vorige week twee dagen lang een kleine tweehonderd mili tairen. Uit alle delen van het land waren zij bijeengekomen om de jaarlijkse Rally van de „K. A. in militaire dienst" te vie ren. Na zijn welkomstwoord zette overste aalmoezenier P. G. M. Schoonebeek, hoofd van de Katholieke Actie in het leger, op bondige wijze de bijzondere vorm van deze beweging uiteen. De beweging draagt de naam G 3 of wel „Gemeenschap van de Goede Geest". Hij wees er op, hoe deze rui me enthousiaste opkomst van onze militai ren samenvalt met het verlangen naar een renouveau, dat onder de Katholieke jonge ren leeft. Verscheidene sprekers belichtten geduren de deze twee dagen speciale aspecten van de Katholieke Actie in het leger. De heer Vloedbeld hield een rede over de persoon lijkheid als het enige middel tegen massifi catie, Jan Leyten over de blijmoedigheid als het diepste fundament van de Christe lijke levenshouding. Mgr. K. A. van Straelen, hoofdaalmoezenier van het leger, sprak ten slotte over het drievodig apostolaat van de G 3-man n.l. het offer, het gebed en de daad. Abdel Hadi Pasja, sedert 28 December van het vorig jaar premier van Egypte, heeft gisteren zoals wij reeds in een deel van onze vorige oplage meldden aan koning Faroek het ontslag van zijn kabinet aangeboden. Deze heeft het ontslag aanvaard en inmiddels Hoessein Sirry Pasja, die partijloos is, ais kabi- nets-formateur aangewezen. De ontslagaanvrage van Hadi Pasja kwam in officiële Egyptische kringen niet onverwacht. De premier schijnt het pad te willen effenen voor 'een coalitie regering, bestaande uit Saadisten, Con stitutionele liberalen en Waafdisten. Op deze wijze zal Egypte een hoger aan zien in het buitenland verkrijgen, daar de politiek van de d#missionnaire re gering voornamelijk gericht was op het oplossen van inter-Arabische kwesties. De Waafdistische partij heeft gister avond reeds besloten onvoorwaardelijk aan een nieuwe nationale regering deel te nemen, In Londen zijn gisteren vijftien vak bondsleiders bijeengekomen ten einde een aanvang te maken met de samen stelling van een constitutie voor een nieuwe internationale vakbondsorgani satie, die tot dusver bekend is onder de naam „Voorbereidende Internationale Organisatie van Vakverenigingen". Tot de oprichting van deze organisatie heeft men de vorige rrraand te Genève besloten als. protest tegen het door de communisten overheerste Wereldvak verbond. De leiders vertegenwoordigen tezamen 50.000.000 arbeiders in Europa, Noord- en Zuid-Amerika, het Midden- Oosten en het Verre Oosten. De zittingen worden achter gesloten deuren gehouden. Zij zullen voortduren tot Vrijdag. Voor Nederland neemt Evert Kupers aan de besprekingen deel. Kapitein G. Sonderman, piloot van Z. K. H. Prins Bernhard, heeft in Gat- wich in Engeland deelgenomen aan een demonstratie, waarhij sterke staaltjes van vliegkunst ten beste werden gegeven. 'n Vleugje tocht - kou of vocht - en het begint met 'n voorbijgaande stramheid. Maar als ge niet dadelijk Uw maatregelen neemt, voelt ge U met Rheumatische pij nen allengs tot lamheid geslagen en ge- doeitid tot eindeloze pijn, slapeloze nachten en een ongenietbaar humeur. Kruschen Salts stimuleert op weldadige wijze de natuur lijke werking Uwer bloedzuiverende orga nen en naarmate die weer naar behoren hun functies verrichten, nemen Uw pijnen allengs af en maakt Uw neerslachtigheid weer plaats voor een montere kijk op het leven: durft ge Uw dagtaak met vreugde weer aan. Waarom zoudt ge het niet eens met Kruschen proberen? Ge zult verbaasd zijn over het resultaat en verrukt over het wonder, dat over U kwam en waardoor ge Uzelf weer leert kennen als een ander - herboren - mens. Kruschen is verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten. (Adv.) (Van onze correspondent) „Bevordering van de goede verstand houding tussen katholieken en niet- katholieken in Nederland," zo luidde de intentie van de 18e Nationale St. Bonifatiusbedevaart, die gisteren te Dokkum werd gehouden. De geestelijke leiding van deze bede vaart berustte bij de Bisschop van 's-Hertogenbosch, Z. H. Exc Mgr. W. P. A. M. Mutsaers, welke leiding haast symbolisch was als schakel tussen ka tholieken en niet-katholieken, het ka tholieke Zuiden en het grotendeels niet-katholieke Noorden Mgr. Mutsaerts, die Zondagavond reeds in Dokkum arriveerde, leidde als inzet van deze dag, de openbare bede gang door de. nauwe straten van Dok kum. Onder de talrijke bedevaartgan gers waren er verscheidene uit Bra bant, evenals uit het Gooi en Overijsel. Zo was deze tocht een herinnering aan de tocht van een andere Bisschop, die in 754 hier met zijn gezellen werd vermoord. Thans is, deze martelaar ter ere, Dokkum er herhaaldelijk getuige van hoe men dit martelaarschap eert. De Nationale Bedevaart is van deze ge- loofsmanifestaties zeker het hoogtepunt en zo was de Pontificale H. Mis in de kapel op de martelplaats van indruk wekkende pracht. Z. H. Exc. Mgr Mutsaerts werd bij dit Pontificaal of fer geassisteerd door de zeereerw. heer J. van Galkom, deken van Sneek, als presbyter-assistens, door father L. v. d. Mey en deken G. C. Smit van Amers foort, als -diaken en subdiaken ad mis- sam, door de zeereerw. heren L. J. D. B. Buve, deken van Groningen en Th Holtman, deken van Leeuwarden, als diaken en subdiaken ad thronam, ter wijl de secretaris van de Bisschop van Den Bosch, de zeereerw. heer P. Coo- len, ceremoniarius was. Fraters van het Augustijnerklooster te Witmarsum verzorgden de lagere functies en vorm den ook het koor dat de wisselende gezangen verzorgde. „Het grootste en het beste soort van (ja Ierland, Duitsland, België, Cana- j' frankrijk, Zwitserland en Nederland en van 8 tot 10 October een bijzon- bedevaart naar Lourdes houden. Zij daar bidden voor al degenen, die Vg^htvaardig zijn getroffen om wille 'B politieke overtuiging en lijden 6 concentratiekampen en de ver- 1)^. lelijke onderaardse kelders in sl®nd, Rusland, China en elders, bedevaart wordt gehouden op ini- v,,^ van de Nederlandse Broederschap L. Vrouw van Barmhartigheid en auspiciën van het .Internationaal hut,* 'ijl? 6 'er Verdediging van de Christe- beschaving te Parijs, met de zegen tf, steun van de bisschop van Tarbes ^"urdes, mgr. Pierre Marie Théas. 6 ^tholieken, van welke nationali- °ok mogen zijn, worden drin- °Pgeroepen aan deze bedevaart nemen. Bijzonderheden zullen bek, end gemaakt worden. overwinnaars zijn de martelaren," zo ving Mgr. Mutsaerts zijn toespraak onder de Pontificale H. Mis aan. Van deze grootsten was Sint Bonifatius een inter nationale held, wiens vechtlust voor Christus ons nog ten voorbeeld strekt. Kent uw geloof, zo vermaande de Bossche herder, want 't geloof is de grootste schat. Het doet ons weten dat wij kinderen zijn van één Vader. Als met een in bloed gedrenkte vin ger schreef Bonifatius zijn Credo in deze grond en voor dit Credo moeten wij willen leven, werken en sterven. In verband met de oproep van Henri de Greave inzake een massale bedevaart van 400 millioen katholieken over de ge hele wereld, overweegt men, zo verne men wij, ook in pokkum plannen ter .verwerkelijking op korte termijn. Binnenkort verschijnt Gods Onder grondse, zoals Father George het vertelde aan Gretta Palmer; ver taald uit het Amerikaans door H. Bronkhorst, 300 blz. compres gedrukt, prijs gebonden in heel linnen band f 4.90. Bestelt reeds thans bij Uw boek handelaar. (Adv.) CO. MMTSM TOOWCI fTUDKW 47. Doch terwijl het vlot met zijn kostbare goudlading, onder bevel van Eric, ver der zeilde over de wijde oceaan, voelde een jonge vrouw in het verre Noorwegen zich tedere dag neerslachtiger worden. Eindeloos regen de dagen zich voor Winonah aaneen, en nog steeds was er geen enkel bericht van haar echtgenoot gekomen. Haar enig geluk vond zij nog in de kleine. Erwin, Eric's jongste zoontje, dat tha^s een jaar oud was geworden. Doch ook dit geluk, was vermengd met bitterheid. Als een afschuwelijke dreiging, welke haar dagen versomberde en haar nachtenlang uit de slaap hield, zweefde Winonah de mededeling van Lauri, de tovenaar, voor de geest. Indien Eric binnen twee jaar niet met een scheepslading goud was teruggekeerd zou Lauri, volgens zijn verraderlijke afspraak met de koning, het recht hebben haar oogappel, haar Erwin, op te eisen. In het begin had zij iedere dag een boodschapper verwacht, die haar Eric's behouden terugkomst kwam mededelen. Haar echtgenoot had immers nog nimmer gefaald? Doch naarmate de tijd verstreek begon een diepe moedeloosheid zich van haar meester te maken. Nog één jaar', nog minder zelfsen als Eric dan niet terugkeerdezij durfde niet verder te denken. Op het vlot, dat duizenden mijlen van haar vandaan zijn weg door de golven zocht verwijlden ook Eric's gedachten dikwijls bij het gelukkige ogenblik van zijn terugkeer. Doch bij hem was van neerslachtigheid geen sprake. Voldaan, in het tevreden besef dat hij zijn opdracht had volvoerd, was er niets dat hem onrustig maakte dan zijn verlangen naar Winonah.... en een enkele maal de snelle blik van verstandhouding, die hij Baldon en Adler met elkaor zag wisselen. Een blik, die hem, indachtig de waar schuwing van de oude koning der Ozmecs, tot de uiterste oplettendheid aanzette JT) eizend op de harde banken (derde klas) van een van de boemeltreinen die J\ Rusland doorkruisen, knoopte ik een gesprek aan met een ambtenaar van een kolkhoz of collectieve boerderij. Ik vroeg of hij partijlid was. „O ja," zei hij. „Maar waar ik woon zijn er niet veel. Het is ondankbaar werk om deze achterlijke kulaks gezond verstand en revolutionnaire geest bij te brengen. U zult het niet geloven, maar de vorige week ontdekte ik, dat een van mijn beste landarbeiders een priester was en dat hij jarenlang onder mijn ogen zijn hokus pokus had kunnen bedrijven." „Hoe kan het!" zei ik. „Hoe deed hij dat?" „O," zei hij, „er. zijn nog andere gevallen geweest. Ze zijn slim die priesters. Ik kan niet aldoor in de barakken rondneuzen als de mensen in bed moeten liggen en de halve bevolking van de boerderij scheen tegen middernacht bij hem naar de Mis te gaan. Hij verklaarde, dat hij jarenlang burgers had gedoopt en getrouwd. de kerk werd aangehouden, wist ik minstens zes manieren om hem in een zo grote stad als deze kwijt te raken. In de sacristie zag ik tot mijn grote verbazing een Russische jongen van negen a tien jaar. Daar ik wist wat er voor strenge straffen jtonden op gods dienstonderricht aan rtussische kinde ren, zei ik: „Wat doe jij hier?" „Ik wacht op de pastoor," zei hij heel rustig. „Wie heeft 3°u godsdienstonderricht gegeven?" vroeg ik. „Mijn kameraad." „En wie gaf het hem?" „Een andere kameraad." De priester was er nu ook bijgeko men. Nadat we elkaar gegroet hadden en de kleine jongen had' opgemerkt, dat ik goed ontvangen werd. zei hij: „Zal ik het hem vertellen?" Misschien zouden we hem nooit ge pakt hebben als er nie.t een ongeluk op het land was gebeurd. Er raakte een man in een maaimachine en iedereen kon zien dat hij stervend was. De priester kwam over het land naar hem toe, knielde naast hem neer en maakte een kruisteken over hem. Ik riep: „Wat doe je daar?" Hij antwoordde me niet voor de man was gestorven en al die tijd mompelde hij daar iets in het ko ren. Toen stond hij op en zei: „Ivan was een Christen. Hij wou in vrede met God sterven." Ik leverde hem direct aan de poli tie over, dat kunt u wel denken. Maar hoeveel zijn er die we niet gepakt hebben?" Hij ging door: „Ik sprak er met sommige andere partijleden over. Zij vertelden me, dat er nog wel erger dingen ontdekt zijn. Een man met een verantwoordelijke positie in een zie kenhuis, een tashkent, stierf on langs en kreeg tegen alle voorschrif ten in ëen kerkelijke begrafenis. Toen de autoriteiten de zaak onderzochten, ontdekten zij, dat hij een vermomde aartsbissch p was geweestl O, ze zijn zo slim," zei hij. „Neem hen hun bonkaarten af, stuur ze naar Siberië, vermoord ze, niets schijnt hen te ontmoedigen. Naar hun ijver te oordelen zou je bijna zeggen dat ze zelf in hun gods dienst geloven. Wat is het zonde, ka meraad, dat deze mensen zo hard en zo onzelfzuchtig aan de verkeerde kant werken. Als zij maar eens ont wikkelde mensen waren, wat zouden het goede communisten zijn!" Ik had werkelijk medelijden met deze man; zijn strijd was al verloren. Bij de volgende halte van de trein kreeg ik meteen al een ander bewijs. Het was een stad waar nog een paar Orthodoxe kerken open waren. Ik woonde de Zondagsmis bij en besloot het risico te lopen zo maar naar de dienstdoende geestelijke te gaan. Ik zou natuurlijk door spionnen worden op gemerkt, die altijd b'J de kerken op jacht zijn. Maaf ik kon in deze stad wel enigszins stoutmoedig zijn. Ik wist dat mijn bagage doorzocht was. Alles zat nog precies zo in mijn koffer zoals ik het er in gedaan had. Ik was er vrij wel zeker van, dat ik nog niet gescha duwd werd. Ik kon zulke dingen lang zamerhand tamelijk goed constateren. Als ik door een spion van de politie bij De priester knikte. „Nou", zei het kind. „We doen het zo". Hij hield de vingers van zijn linkerhand uitge spreid. „Ik heb vijf vrienden. Ik heb de catechismus geleerd van mijn ka meraad, die het van zijn grootmoeder leerde. Ik moet het weer leren aan vijf vrienden. Als ik dat gedaan heb neem ik ze een examen af. Dan, als zij er door komen, worden zij onder wijzers. Ieder van hen moet het weer aan vijf andere vrienden leren, en zo gaat het door." „Maar ben je niet bang voor de po litie?" vroeg ik. De kleine jongen haalde zijn schouder eens op en zei: „Nichevo". „Zou de politie je niet arresteren, als ze het wist?" „O ja," zei hij. „Nichevo". „Zouden zet je niet ter dood kunnen brengen?" „Nichevo". Toen werd hij ernstig. Heel serieus zei hij: „Ze kunnen me vermoor den en hij legde zijn hand op zijn hart, in een onbewust dramatisch gebaar, maar ze kunnen Christus nooit in me doden. Dit onbedorven kind had zijn eigen „ondergrondse" gevormd. In de scha duw van een open kerk. Zo ontmoette ik eens helemaal bij toe val Maria. Terwijl ik op zekere dag door een vreemde stad trok en de schamele koopwaar in de étalages bekeek, ver dwaalde ik. Het was een rustige wijk, er scheen niemand op straat te zijn. In een van de flatgebouwen hoorde ik iemand viool spelen en ik besloot aan de musicus te vragen hoe ik mijn barak kon terugvinden. Ik klopte aan. Ik werd opengedaan door een knap zeventienjarig meisje, haar strijkstok nog in de hand. Terwijl ik haar de weg vroeg, hoorde ik in de kamer daarnaast een man roepen: „Ma ria, Maria, wie is het?" „Een officier van het leger, papa," riep ze. Toen glimlachte ze. „Mijn va der is invalide. Hij heeft maar weinig afleiding. Zou u binnen willen komen om een glas thee met hem te drinken? Hij zou graag eens met iemand willen praten, die uit de oorlog komt." Ik zei, dat ik dat maar al te graag eens doen zou. De vader was een man van een jaar of vijftig, versleten, ziek, uit gemergeld. In de kamer stond een wan kele tafel en een kapotte stoel. De kalk viel van de muur. Ik ging bij het bed zitten en Maria haalde thee. „U komt uit Slowakije?" zei hij, toen ik hem vertelde, waar ik gevochten had „Ik was daar eens, lang geleden op kost school" Hij sprak nu Slowaaks, aarze lend, zoekend naar de woorden, maar met kennelijk groot plezier over deze kans om zijn kennis, die zolang onge bruikt was gebleven, weer eens aan te wenden. „Op welkê school was u?" vroeg ik Hij toonde zich een beetje verward Toen noemde hij de naam van een ka tholieke jongensschool. „Ik ben ook bij de paters op schooi geweest," zei ik rustig, maar sinds de oorlog zijn die scholen gesloten." Hij keek me onderzoekend aan „Herinnert u zich dit nog?" En hij zei een van de bekende gebeden in het Slo waaks ^op. ,;Natuurlijk", zei ik, terwijl ik bij de laatste woorden meedeed. „Het is erg mooi", voegde ik er aan toe. Bij iedere zin een beetje verder gaand, waren we al gauw zover dat we elkaar ver trouwden. Hij vertelde mij zijn droevige levensgeschiedenis. Hij was vóór de revo lutie onderwijzer geweest en onder alle veranderingen van het regiem was hij op zijn post gebleven. Hij was verschillende keren door de M.V.D. onaer handen geno men. Zijn ziekte was het gevolg van een hevige mishandeling een paar jaar geleden. „Die overvallen van de geheime politie!" gromde hij. „U weet niet onder wat voor schrikbewind wij leven. Het is nacht. We horen een auto remmen op straat voor ons huis. Er komen gewapende mannen uit. Iedereen in de hele omgeving is plotseling klaar wakker, iedereen siddert, iedereen zegt bij zichzelf: „Wie zal nu het slachtoffer zijn? Zijn ze voor mij gekomen?" Dan hoor je ergens vechten, er wordt een deur toe geslagen, er gilt een vrouw. Voetstappen. De motor wordt weer aangezet en er is weer een Rus naar de dood geleid of naar de levende dood wan de concentratiekam pen. In de ergste periodes, toen de zuivering op volle gang was, sliepen we iedere nacht met wat voedsel en toiletartikelen onder onze kussens, voor het geval we gearres teerd zouden worden. En als er een ver dwenen is rouwt zijn gezin alsof hij dood is. Nooit keert iemand van deze midder nachtelijke verdwijningen terug We spraken in het Slowaaks. Maria Kwam terug met de thee. Haar vader zei: „U kunt gerust in het Russisch doorgaan. Zij is een goed, vroom meisje, en geen communiste". „Maar dat is prachtig. Maria," zei ik. „Ben je ooit in een kerk geweest?" „Vaak," zei ze. „Maar hoe kan dat? Je bent nog zo jong?" Ze glimlachte. „In de stad, waar ik ben opgegroeid, was er nog maar één kerk overgebleven," zei ze. „Het was een heel eind weg. Op een kerkhof aan de rand' van de stad. Het was eigenlijk maar een schuur, waar een oude pries ter iedere Zondag om zes uur 's mor gens de Mig opdroeg. „XJ weet natuurlijk, dat kinderen onder de achttien jaar niet naar de kerk mogen gaan. Maar mijn moeder wou me niet alleen achterlaten. Vanaf mijn twaalfde jaar nam ze me altijd mee. Ze trok me oude-vrouwenkleren aan, met een doek om mijn hoofd en een stok in mijn hand. Ze leerde me hoe ik gebo gen moest lopen en de doek over mijn gezicht moest houden. Iedere Zondag gingen we zo op weg, tot ik oud genoeg was om openlijk naar de kerk te gaan." Zoals wij reeds meldden, is het laborato rium van Dobbelman-Nijmegen er in ge slaagd, de geheel nieuwe methode van „op tisch bleken", tot nog toe alleen bekend in de wereld der chemici, voor haar „Castella" Zelfwerkend Wasmiddel toe te passen. De hiervoor gebruikte stof draagt de naam „Actief Wit". Het succes van dit nieuwe wasmiddel mag sensationeel worden genoemd. Dit kan nie mand verwonderen, die de uitwerking van het „Actief Wit" heeft gadegeslagen. De witte was wordt vele malen witter, kleuren gaan schitteren in nieuwe gloed, weefsejs worden zachter. Dit wasmiddel zet ongetwijfeld nieuwe luister bij aan de naam „Castella", een naam, die reeds met zoveel eer gedragen wordt door de bekende andere producten van dezelfde fabrikant, zoals schoonheids- zeep, huishoudzep en tandpasta. (Adv.) 52 Toon zat achter het stuur om in de stad alles op te halen wat hij versjache ren kon. Als het maar oud was kon hij het gebruiken. Het houten schuurtje werd na een paar jaar afgebroken. Een ijzeren loods kwam er voor in de plaats met een rood-stenen voorgevel en in zwarte letters op een wit veld': A. L. Verschuren en Zn. Tweedehands goede ren. Toon nam een knecht in dienst om met de auto te rijden. Zelf zat hij op het kantoor. Hij droeg een gouden hor- logekettitg, rookte dikke sigaren, en had een telefoon op zijn lessenaar. De vrouw had zich uit de winkel teruggetrokken. Er stonden vlotte meisjes bij d'e huis houdelijke artikelen en jongemannen bij de ijzerwaren en gereedschappen. Met rode letters stond op het raam ge schilderd: „Bazaar" en iedere morgen kwam er een nieuw papier onder te hangen met extra-aanbiedingen tegen spotprijs. Dat was Toon Tod. Hij had drie kinderen. Enkele jaren gingen zij naar school, maar het haalde weinig uit. Toon nam ze spoedig in zijn zaak: zij moesten maar van het leven leren. Alleen moesten ze kunnen schrij ven, want dat had hij in zichzelf steeds als een gemis beschouwd en bovenal rekenen. Het waren gewiekste mensen, het meisje zowel als de jongens. Ze hadden ■fijnere manieren dan vader en moeder aroegen betere kleren en als ze met hun ouders in het openbaar kwamen lieten ze dikwijls merken hoe'ze zich voor hen schaamden. Maar als het over de zaak ging, was het vijftal het steeds onder ling eens. Wij wisten van die verandering niets. Nadat Toon Tod niet meer bij ons kwam om vodden op te halen kwamen er an deren en toen wij aan hen gewend waren bleken het even geschikte men sen te zijn. Hun voorgangers waren spoedig vergeten. Er kwam bij ons een school, een win kel, een boterfabriek, jeen graanhandel, een molen, een kerk. Er werc.' een dorp geboren en het bracht voldoening bij ons. Maar ook vergde het zoveel van onze aandacht, dat wij op de rest van de wereld geen acht meer sloegen. Op een dag vernam ik, dat Willem Dekkers een stuk van zijn boomgaard verkocht had. Het werd mij meegedeeld door iemand, die juist bij hem op het erf stond om een vergadering aan te zeggen. Toen was hij om een praatje verlegen en kwam naar mij. Willem Dekkers had zijn erf vlak langs de kerk liggen. „Aan wie?" vroeg ik. Want men ver koopt niet gauw grond dat vlak bü huis ligt. „Aan een vreemde vertelde hij. „Ik ken hem niet. Hij kwam uit de stad, zei Willem en had aan een beetje grond genoeg." Enkele dagen later had ik kans Wil lem te spreken. Of hij zijn boomgaard verkocht had? „Welnee", antwoorde hij, „alleen maar het achterste stuk." „Dat ligt- vlakbij de kerk." „Daarom. Het is toch niets waard. De bomen willen er niet en voor wei is het te klein. En er werd' veel geld voor ge boden." „Wie heeft het?" „Iemand uit de stad. Ik ken hem niet. Hij moest en zou een stuk grond hebben. Het hoefde niet groot te zijn. Ik zei nog: ik doe het niet, het is grond die altijd in de familie geweest is. Hij hield maar aan. Ik zeg: in de Peel is grond genoeg en veel goedkoper, maar hij wilde al leen mijn bogerd en bood steeds meer geld. Wel tien keer kwam hij terug. Het was een schone som. Ik heb het ge geven." „Wat wil hij daarmee doen?" „Ik weet het niet. Het kan me ook niet schelen. Als hij voor slechte grond zoveel geeft, moet hij het zelf weten." Daarmee was ons gesprek afgelopen. Willem Dekkers was een stukje grond van .tien bij zestien meter kwijt. Zijn boerderij zou er niet minder op wor den. En iedereen giste wat ermee zou gebeuren. Misschien komt er wel een woning op te staan, was de algemene gedachte, van iemand uit de stad, die op een rustig dorp wil gaan wonen en graag dicht bij de kerk zit. In de herfst gebeurde er nog niet veel. Op de nieuwe scheiding werd een heg geplant. Een lange draad hield ze recht. Maar in de lente kwam iemand de fruitbomen omdoen, ze tot brandhout kappen en. de puisten uitgraven. Enke le dagen later verscheen er een op zichter met hoge laarzen en een duim stok en toen hij enige tijd bezig was, stopte er een auto, waar een deftig oud heer uit stapte met een bolhoed op. Hij liep het terein op en toen ik voorbij ging, wuifde hij joviaal met de hand. Ik kende hem niet. Met grote passen kwam hij op mij af: „Ken je Toon Tod niet meer?" „Toon Tod?" „Ja, ja, Toon Tod. Lang geleden, dat ik hier geweest ben. Maar Gerrits ken ik nog wel. Niks ben je veranderd. Maar het dorp is heel wat vooruit ge gaan sinds mijn jonge tijd. Tsjonge." „Ja, ja". „Een schoon gedoetje is het gewor den." „Och." „Nee, schoon. Ik hou van mensen, die aanpakken en niet alles bij het oude laten. Daar moet de wereld het van hebben." „U hebt uw karretje ook aan de. kant gedaan," merkte ik op, terwijl ik knik te naar de auto. „O, allang. Het moet tegenwoordig vlug gaan. Je moet overal tegelijk zijn. Wat dunkt h van die grond?" mum „Is hij van u?" „Ja." Hij lachte vergenoegd. Blijkbaar had hij er een goed zaakje mee ge daan. „Ja,de kleintjes worden groot. En als ze eenmaal een meisje gezien hebben, kun je ze niet meer thuishou den." Ik wist geen antwoord. „Er zal hier nogal gekocht worden. En er is nog maar ènè winkel." „Maar die levert alles. Wij hebben hem zelf opgericht." „Ik weet het. Prachtig van jullie. De kerk vaart er wel bij. Maar me dunkt: bij al die uitbreiding is er nog wel voor een tweede winkel plaats." Ik stond perplex. „Gaat u die bou wen?" „Juist. Huwelijkscadeautje voor mijn zoon. In de stad heb ik voor alle drie geen werk. En ook de dorpen zitten overal vol. Hier alleen niet. Van de herfst trouwt hij." „Ik dacht dat u opkoper was.". „Dat neemt mijn zwager over. Mijn oudste zoon heeft de bazaar. De jongste zet ik hier neer, ook een bezwaar. Ik keek vrij argwanend. Iemand kwam onze vrede verstoren. Een vreemdeling wilde onze inkomsten binnenhalen. „U is hier zoveel als burgemeester, meen ik. Ja. ja, burgemeester. Ik weet het wel. Mijn zoon wordt uw onder daan. Hij wordt lid van het dorp. Hier, neem dit aan. Voor de kerk." Hij gaf me een briefje van vijfentwintig „Tot lateF," nam hij afscheid en stapte naar het terrein terug. fWorét vervolgd) (Vervolg van pag. 1) Moeilijker wordt het, als vader en moeder beiden niet thuis zijn, als dus moeder uit werken moet gaan. Voor de kinderen uit deze gezin nen wordt de vacantie inderdaad een zeer groot probleem en zullen anderen moeten bijspringen en helpen, willen er niet te veel brokken gemaakt worden. Het lijkt ons goed hier terloops even de nadruk te leggen op het .moeten" uit werken gaan. Als moeder alleen maar wat bij verdienen wil, om daardoor wat meer weelde te hebben, een weelde, die zich soms demonstreert in het kopen van dure luxe dingen voor zich en de kin deren, zoals b.v. de aanschaf van grote poppen en autopeds (heus geen denk beeldige gevallen), dan rijst toch de vraag, of de moeder voldoende verant woord is, om die reden uit het gezin te trekken en haar kinderen aan hun lot of de ontferming van anderen over te laten. Om alle misverstand te voorkomen zeggen wij hier uitdrukkelijk bij, dat wij het ten zeerste toejuichen, dat aller wegen getracht wordt, de zorgen van de ouders in de vacantie te verlichten, door voor de kinderen allerlei gezellige af leidingen te organiseren. Wij juichen toe, wat b.v. in Amsterdam al gaat gebeuren, dat er gedurende veertien dagen extra voor de jeugd gezorgd wordt, zowel van gemeentewege als van particulieren. Maar we blijven bij onze allereerste eis: de ouders dienen zoveel mogelijk voor hun eigen kinderen te zorgen. Alles wat anderen doen is tegemoetkomen. Van deze tegemoetkoming kan al of niet, dat ligt aan tal van omstandigheden, een dankbaar gebruik gemaakt worden. Tenslotte willen we nog even wijzen op een belangrijke factor, die de ouders ook tot een grotere zorg moet aansporen. Het toenemende snelverkeer over wegen en straten levert vooral voor jongere kinderen 'n steeds stijgend gevaar op. De dodelijke ongelukken, waarvan de kran ten de laatste dagen melding maakten, bewijzen het. Dit verkeersgevaar alleen al moest vele ouders duidelijk maken, dat zij, vooral in de vacantie, hun kin deren niet zo maar de straat op kunnen sturen. Zo dwingt van alle kanten de eis: ouders zorgt meer en beter voor uw kinderen; tracht ondanks alle moeilijk heden van de komende vacantie, die on tegenzeglijk een zware tijd zal wor den, toch ook een aangename tijd te ma ken. Wellicht kunnen wij in een volgend artikel er iets toe bijdragen, door enkele eenvoudige richtlijnen aan te geven, die vacantie iets te veraangenamen. Wild is de stroom heet het door H. N. Brunt vertaalde boek Wild is the River van de Amerikaanse schrijver Louis Bromfield. Tom Bedloe. die deel uitmaakt van het Noord-Amerikaanse bezettingsleger dat in de burgeroorlog New Orleans bezet, is een gewetenloze ladykiller. Een onbedorven meisje, dat (natuurlijk) Agnes heet en (natuurlijk) uit Boston komt, is sinds ze hem een maal ontmoet heeft zo onder de in druk dat ze hem prompt nareist, in de stellige verwachting dat hij na een huwelijk met haar wel een oppassend heer zal worden. De goede Agnes wordt op het nippertje voor de onder gang gespaard, terwijl Tom, de schurk, door een van zijn minnaressen van kant wordt gemaakt hetgeen Agnes toch wel een beetje spijt Van dit door J. Philip Kruseman te Den Haag uit gegeven boek ontvingen wij een, niet eens zo goedkope, ingenaaide uitgave ter bespreking. Er schijnt ook een, wel licht wat meer solide, gebonden edi tie op de markt gebracht te zijn, maar die is ons niet toegestuurd. Overigens vinden wij dat in dit geval niet zo erg, want ook als wij een ingebonden exem plaar gekregen hadden, zouden we het niet in onze boekenkast hebben gezet H. Br. Myn grote dag. Van deze twee ver halenbundels. resp. voor jong-ms en voor meisjes, die hun plechtige tl. Com munie doen, verzameld door V. J. Gen- sen, verscheen een tweede druk. Beide boeken bevatten een vijftal avontuur lijke, zo niet sensationele verhalen, waar in een meisje of jongen, dat zich op de hernieuwing der Doopbeloften voorbe reidt, de heldin of held is. Truos van Arnhem hoort tot de medewerksters. Uit geverij Sint Gregoriushuis, Utrecht A. Bgl.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 3