Centrale Veiligheidsdienst in de Eerste Kamer flink over de tong gegaan i De kastelein die zijn vak verstaat Na niet zo erg geksim meer. Opgericht bij geheim Kon. Besluit Britse export verminderd [Boeken venster^ FRANSE GESNEUVELDEN NAAR HET VADERLAND TERUG HET WESPENNEST NIEUWE BONNEN Jaagglisjugr*'-* lfrein' De nieuwe Zuid-Afrikaanse gezant in ons land Oud-testamentische manuscripten ■Ml Gevallen voor hun vaderland en het onze Benauwde ogenblikken voor zeilers Nederlands kloosterzuster eredoctor DONDERDAG 11 AUGUSTUS IS49 PAGINA 3 Besnoeiing van import effectief JONGENSLECTUUR Over de tong Als epidemieën ,Jk wilde alleen naar Nederland" Algemeen vestigingsverbod kleinbedrijf Examen Hoofdakte door ANTOON COOLEN DEZE WINTER GEEN K.L.M.- VERKEER IN BINNENLAND Personeelsleden K.L.M. onderscheiden door David Duncan ïi (Wordt vervolgd) Officiële publicatie Mgr. Noordman 45 jaar priester H.H. Wydingen 4 idvi- rij s- zijn al zien veel. noot u en <r i" onze /ens, ygen, icste offl* bui- de- we lijKf het 'oor- heel udet- sfeida* Oe Eerste Kamer heeft Woensdag middag haar laatste agenda afgewerkt v°®r zij op reces ging. Zij behandelde "•kt het wetsontwerp op de interim- 'egeling- voor Suriname. Het voorlopig v«rslag daarvan wordt eerst heden ver dacht. Blijkbaar heeft men toch geen ais gezien de knoop na snel door te akken, dat er voor het reces een op- "aalng zo»? komen. Intussen kan men l"e' spanning dit voorlopig verslag te gemoet zien. I Spannende zaken waren er in c!eze «atste vergadering vóór het reces niet tfS orde- Wel kwamen enkele rari- jpten op de proppen. In de eerste plaats e Centrale Veiligheidsdienst, dit naar .anleiding van een wijziging in het .^eede Hoofdstuk A der Rijksbegroting Deze Centrale Veiligheidsdienst 8aö is zo schrikkelijk geheim, dat het 8hele jaren geleden al bijna hoogver raad was er de naam van uit te spreken. Wanneer men tenminste tot de zeld- jahien behoorde, die het bestaan van de ?'enst kenden. Deze geheimzinnigheid 8 het quadraat was wel een echte ka raktertrek voor geheime staatspolitie, gemeenlijk behoren zulke geheime in- "tuten tot de meest geruchtmakende (Telefonisch van onze Londense correspondent) LONDEN hedenmorgen. Op de Londense beurs daalden giste- j88 vrijwel alle staatsfondsen toen be kend werd, dat voor het eerst dit jaar jfe maandelijkse exportbalans van Groot "Cittannic een daling vertoonde in ver rijking met 1948. De export gedurende •Je maand Juli van het huidige jaar be joeg 40 millioen gulden minder dan in r^elfde maand van het vorig jaar, 17 jmllioen gulden minder dan in Juni van huidige jaar en 100 millioen gulden "Under dan in Mei. Percentsgewijze lag het dagelijkse ex- ^•"tcijfer voor Juli 9 pet. beneden dat Juni en 6^ pet. beneden dat van «lei. Het meest verontrustende van de 'Jfers voor Juli is de omstandigheid, at Juli een der beste maanden voor XpOrt pleegt te zijn. De havenstakin gen van de vorige maand en de besnoei- t?§ van de Zuid-Afrikaanse import in f^geland zijn waarschijnlijk mede ver- ntwoordelijk voor de gedaalde Britse "*Port. Doch eerst de cijfers over ^bgustus en de eerstvolgende maanden rhUen uit kunnen wijzen of de zorg wekkende daling van de Britse export ?®ëeschreven moet worden aan blijven- of aan voorbijgaande factoren. De daling van de export ging in fuli samen met een daling van de huport tot 1.870 millioen gulden, een Uat ongeveer 410 millioen gul- U hoger ligt dan het bedrag aan export. Ondanks de geringe export "etekent dit een verlaging van de na delige handelsbalans met een som van Ongeveer 140 millioen gulden in ver gelijking met Juni. Ook hier echter zal de toekomst moe- et uitwijzen of de havenstakingen ver antwoordelijk geacht moeten worden .oor een gedeelte van de daling van de tport of dat de planmatige besnoeiing ah de invoer door de Britse regering hderdaad effectief begint te worden. Oit hetgeen de markt in doorsnee op pert. blijkt ten overvloede, hoe moei lik het eigenlijk is om een goed jon- reösboek te schrijven. Zo kunnen we boek van Jan Kamps Jr. „De T®hde yan de kleine professor" ^trengholt. Amsterdam), zeker niet £®or honderd procent geslaagd noemen. T? jongens die er de hoofdrol in spelen 'Jh ons tè „tof", wat er allemaal ge- *e£d en beweerd wordt is tè grappig en 8e rol die de tweelingen uit Het Sprin- r^öde Hert erin spelen. is volstrekt Jet jongensachtig. ^4et „De jongens van Beukenrode" Th. Haakman (Poa. Alkmaar) on- j 'Veer hetzelfde Het vertelt van twee °hgens. de portiers- en rentmeesters- van Beukenrode, tijdens de Duit- bezetting. Zowel Hein als Roel zijn ohter juist een tikje tè flink tè braaf 8 tè oppassend, kortom tè vlekkeloos, dat we hen onze onverdeelde sym- 18ie kunnen schenken. Jan Bongaarts schreef „Het Rode ^öiaklooster" (Uitgeverij De Sleutel, aarlem>. dat heel wat eerlijker is. aar niet veel diepte heeft. Het bevat IJ8 avonturen van twee Europeanen in det Geheimzinnige Tibet, waar zij door i Oosterse mysteriën worden be- W ®lg<i. maar het er. wonder boven 8cler. heelhuids af brengen. hi^Ue afgetrapte paadjes van het du- sentiment heeft Peter Spoor be- ach»^e^d iu zÜn boek „Kinderen uit 'u 'ofbuurt" (Het Hooghuis. Eindhoven) h 2jjn: de sloppen van een grote stad. der van vodden, de boze stiefmoe- ee he dronken vader, de vlucht naar T0tn ere wereld, de weldoenster, enz. la( aat het verhaal reëler wordt met de scu 8e belevenissen van het arme ver- ke ffelingetje. dat tenslotte een flin- fespectabele jongedame is ee rhen Ajjj 8Slhhard" van Rein Valkhof (Poa, van vertelt van de belevenissen Uike tfin i°nge Noorman van konink- Op bloede die door een schipbreuk gew0et stranh van de lage landen is boekrt>en- Een spannend avonturen- strek' Waarin de kerstening van deze j en wordt beschreven. Va'p Hendrik onder de rovers" Reverc,.yan der Geest (Leopolds Uit- Renoe^l1'- Haag) is van de hier Gesjaa de boeken zeker niet het minst hiaar e De vertelling is eenvoudig i°Hkn ^Plrekkeli.jk; de avontuurlijke -- *?cr is - een jongen van vlees en bloed 2». v icce CI1 uiutu n belevenissen zullen bi> de lezer zeker in de smaak val- ?68Ujï'*er' -^Pisterdam. heeft de won- iaten ue 8eis van Phileas Fogg nog eens a r0es ®n 'n de 15e druk van Jules "ken" "«eis om de wereld in tachtig 88 die 'n die geen krans behoeft i^Ohken11^6.118 niet alleen wordt ge- 'bf.p. n vóój- en gedronken dóór «zers. Cr. ter wereld. Hier was de Centrale Vei ligheidsdienst geheim tot in zijn be staan toe. En dit slaagde zo voortreffe lijk, dat zijn oprichting destijds geschied is tlijgeheim Koninklijk Besluit. Dit is een hoogst wonderlijke zaak. Im mers, zo sprak een der Kamerleden te recht, hoe kan „iedere Nederlander" nu toch de wet kennen als Koninklijke Be sluiten geheim gehouden worden. Nu ja, dit behoort dan tot de malligheden, die zelfs in de verstandigste natie in een zo wilde periode na een oorlog wel voorkomen. Behalve wonderlijk is een geheim Koninklijk Besluit nu ook precies het middel om een zaak verdacht te maken. Gevolg: in plaats van geheim te blijven ls .dy Centrale Veiligheidsdienst op deze middag in de Eerste Kamer flink over de tong gegaan. Het heeft wel lang ge duurd voor het er van kwam. Want drie jaren hebben de gelden, die deze dienst kost, op de begroting gestaan zonder dat enige volksvertegenwoordiging er iets van gemerkt schijnt te hebben. Er is nooit navraag naar gedaan. Was men zo slordig of was men zo onder de in druk van het geheim? In ieder geval heeft de Eerste Kamer zich er dan nu eens mee bemoeid. Zij deed het op insti gatie van een artikel in de N. R. C., en de heer Pollema wilde wel openlijk be kennen, dat hij na lezing van dit artikel de stukken er eens op was gaan na kijken en toen had bevonden, dat dit blad gelijk had, wat betreft de geheim zinnigheid, waarmee de dienst was op gericht. Dit heeft dan ook tot gevolg ge had, dat er stemming is gevraagd over deze begrotingswijziging en dat vier Christelijk-Historischen er behalve twee communisten tegen hebben ge stemd. De minister-president verdedigde de zaak zo goed en zo kwaad als het ging. De minister-president sprak ditmaal extra in zijn snor. Men kan per saldo alle staatsgeheimen in het openbaar be spreken. mits men maar een snor heeft. Wat er dan niet in bleef hangen kwam hierop neer, dat de minister-president het niet goed begreep, waarom men zich toch druk maakte. Het ding heeft drie jaar op de begroting gestaan. Goed en wel, maar wij hebben niet kunnen begrijpen, waarom een Koninklijk Be sluit geheim gehouden moest worden. Ach, zei dr. Drees, als het stuk was gepubliceerd, dan zou men toch niets meer geweten hebben dan dat de C.V.D. was opgericht en welke taak deze dienst had. Waarom mocht men dit dan toch niet weten? Nu, men weet het thans. De taak van de dienst is be veiliging van staatsgebouwen, men zou zeggen, dat een paar dienders dit ook kunnen doen. Verder de beveili ging van staatsstukken. Hoe de dienst dit knappe stuk technisch verricht zou het onderwerp van een grappige repor tage kunnen vormen. Maar de dienst doet nog iets meer: hij verzamelt inlichtingen over personen. Het is natuurlijk veel te geheim om daar iets van te kunnen weten, maar het zou toch de moeite waard zijn als men het eens wist hoe de dienst dit kleine onderdeeltje van zijn taak opvat. In ieder geval is de dienst een griezelige zaak. De minister president mag zeggen, dat de C.V.D. generlei executieve bevoegdheid heeft, dat moest er nog bijko men. Maar iedere geheime dienst heeft van nature de tendentie ln zich naar het uitoefenen van onge- controlerde macht. Bovendien heeft hij de neiging zich te bemoeien met alles wat hemzelf aangenaam is. Hij werkt in een politieke sfeer, waarin men alles als staatsgevaar lijk kan interpreteren. Als de dienst het wil, kan hij reeds een staats gevaarlijke mentaliteit vermoeden achter deze opmerkingen, die wij maken, en inlichtingen over ons gaan inwinnen. Dit kan hij doen met iedereen, die critiek op zijn be staan en zijn ontstaan uitoefent. Dit kan voor het moment alleen maar onnozel zijn, maar pas op! Ge heime diensten, zijn als epidemieën. Vandaag een bacil, morgen hebben zij zich overal ingedrongen. Het is een kwestie van psychologie, mensen met Spitzel-karakters kun nen er een arbeidsveld in vinden als de mijt in de kaas. Gelukkig is er ook al ruzie over de C.V.D. Men wil dit kostelijk product van de staats kwekerij naar Binnenlandse Zaken over planten. Maar er zijn anderen, die pleiten voor Justitie. Laat men er nog maar een tijdje aan trekken. Misschien trekt men het dan nog wel uit elkaar. Een man in de kracht van zijn jaren, een brede, forse .figuur, dat is de eer ste indruk, die de Zuid-Afrikaanse cor respondent van het A.N.P. in de hal van een hotel te Pretoria kreeg van de 61- jarige professor Bosman, de nieuwe Zuid-Afrikaanse gezant aan het Neder landse Hof. Een rustige, gedecideerde persoonlijkheid gaat de Unie in Neder land vertegenwoordigen. Professor Bosman, die tot dusverre hoogleraar in het Afrikaans was aan de Universiteit van Kaapstad, ziet in het „bevorderen van de vriendscnaps- en culturele betrekkingen tussen beide landen" meer dan de gebruikelijke di plomatieke volzin. Hij verklaarde, dat hij nooit een vertegenwoordigende di plomatieke post zou hebben aanvaard, als het niet juist in Nederland was ge weest. Hij is de eerste Zuid-Afrikaanse gezant, die uitsluitend aan het Neder landse Hof zal zijn geaccrediteerd. Zijn voorgangers waren ook te Brussel ge accrediteerd. Hij zal zich dus geheel kunnen concentreren op zijn werk in Nederland, terwijl persoonlijke banden van vriendschap met dr. P. R. Botha, de nieqwe Unie-gezant te Brussel er- Luxemburg, nauwe samenwerking ga randeren. Indien Nederland en de Unie aanleiding mochten vinden, de moge lijkheid tot het sluiten van een cultu reel accoord nader te bestuderen, dan zal de nieuwe gezant daartoe het zijne bijdragen. Professor Bosman en zijn vrouw ver trekken 19 Augustus met de Boscnfon- tein naar Nederland. Bij beschikking van de ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, is het Besluit Algemeen Vestigingsverbod Kleinbedrijf buiten toepassing verklaard ten aanzien van die takken van be drijf, waarop de vestigingswet kleinbe drijf 1937 toepassing vindt, behalve de slagersbedrijven, het broodbakkers bedrijf en het brood-banketbakkersbe drijf. Voor die gebieden, waarop de vesti gingswet niet van toepassing is, blijft het B.A.V.K. voorlopig nog van kracht. Voorshands geldt dit laatste eveneens voor de slagers- en bakkersbedrijven, die onder de vestigingswet vallen. ei. Enige uren later keerden Eric en Halsa aan het hoofd der triomferende krijgers terug naar het strand. Zij hadden hun tegenstanders volledig op de vlucht gejaagd, en de Wongabiti s, gelijk de naam van Aitka's stamgenoten luidde, waren meester van de situatie. Was deze snelle overwinning aan de Noorman te danken üe krijgers schenen daarvan wel overtuigd, want zij behandelden hem met groot ontzag en wezen elkander herhaaldelijk op zijn boog, die zovele pijlen op de vijand naa afgeschoten. Toen zij het strand genaderd waren werden zij aangesproken door een tweetal Wongabitis, die, naar de beschildering van hun schilden aangaf, tot de naaste omgeving van het opperhoofd behoorden. „M'baro, het grote opperhoofd, verzoekt zijn blanke vrienden onder zijn oog te kano™ einden" 20 E"° OVer' 9rote k^>9slieden zullen hem bij de toeteriJ^>eT7?^kd hkwam. h",n f?,cnde!^ "en V°ar stappen tegemoet toen zij op hem van mZgde 9czichten van vader en dochter straalden „Ik ben de grote krijgslieden zeer dankbaar voor alles wat zij voor mijn dochter deden," zei hij, terwijl hij hun de hand drukte. „Aitka heeft mij alles verteld Beschouw uzelf als hoofdlieden van mijn stam." Korte tijd spraken zij gevieren. Doch dan raakten Eric en M'baro gewikkeld in een persoonlijk, gesprek, doordat de Noorman informeerde of de ander ook iets had gehoord van een groot vlot, dat bemand was door twee blanken. Inderdaad kon het opperhoofd hem daarover inlichten. Enkele van zijn mannen hadden dit vlot enige dagen geleden voorbij zien zeilen. Het voer in Zuidelijke richting. „Er hangt voor mij zeer veel van af dit vlot te achterhalen," zei Eric. „WeUicht wilt ge me een kano ter beschikking stellen." „Niet een kano," antwoordde M'baro. „Daar zoudt ge weinig aan hebben. Neen, het ts veel beter dat mijn mannen een boot voor u bouwen, een boot die zeewaardig 15 9e zelf ontworpen hebt. W e zullen er morgen direct aan beginnen." Ene dankte het opperhoofd voor zijn gul aanbod en wilde zich tot Halsa wenden om hem alles te vertellen. Doch hij vond zijn vriend niet. Die had zich met Aitka onder de palmen teruggetrokken, en terwijl ze zacht met elkander spraken lag er in beider ogen een dromerige uitdrukking - Zoals bekend, zijn in Palestina 2000 jaar oude fragmenten van het Oude Testament in het Hebreeuws gevonden. De vondst wordt op het ogenblik in Londen nader onderzocht. De fragmenten, geschreven op perkament, werden in 1947 in een grot bij de Dode Zee door een geitenhoeder ontdekt. Men neemt aan, dat de perkamenten in de derde of vierde eeuw vóór onze jaartelling beschreven zijn en de geleerden zijn de mening toege daan, dat de geïdentificeerde teksten van het Oude Testament deel hebben uitge maakt van een boekerij, die door de Es- senen, een van de drie grote Joodse sec ten, verborgen is. Men neemt aan, dat deze teksten 1.100 jaar ouder zijn dan de tot nu toe be kende. Er zullen 20 jaar nodig zijn voor de teksten bestudeerd en vergeleken zijn met die van de Bijbel, zoals wij deze thans kennen. Onder de vier perkamentrollen, die door de Amerikaanse school voor Oos terse studies worden onderzocht, bevindt zich, zoals men weet, het oudst bekende manuscript van Isaïas. Ook andere oud testamentische boeken zijn reeds geïdenti ficeerd. Behalve de manuscripten werden in de grot nog overblijfselen van geweven kle ren en van aardewerk gevonden. Het be staan van deze fragmenten werd het Brits Museum ongeveer een jaar geleden be kend, toen voor het eerst hierover pu blicaties in Amerika verschenen, HAARLEM, 10 Aug. Geslaagd voor deel A: N. A. Disselkoen, Anna Pau- lowna; J. Leen, Aalsmeer; H. G. Oor- dijk, Amsterdam (akte); F. L. Schalk wijk, Heemstede (akte) en P. J. H. Soethout, Mijdrecht. Geslaagd voor deel B: mej. C. M. J. Uijttewaal, Leimuiden; G. Veldhuis, Aalsmeer (akte); C. N. F. Schenck, Amsterdam (akte) en mëj. A. G. O. Thijssen, Amsterdam. Zeventien Augustus zal te Lake Success een conferentie der V.N. over het behoud der hulpbronnen worden geopend. De Sov jet-Unie heeft Trygve Lie, de secretaris-ge neraal der V.N. medegedeeld, dat zjj niet aan de conferentie zal deelnemen. Mijnwerkers uit geheel Australië besloten gisteren om een eind te maken aan de reeds zeven weken oude mijnstaking die door de communisten geleid werd. Over enige weken zal de Najaarsbeurs te Utrecht weer haar poorten openen. Met man en macht wordt er in de Domstad gewerkt om alles tijdig gereed te hebben. Grote trucks rijden af en aan met zand, stenen en hout naar het Vreeburg. Achter elkaar gaan daar de spanten omhoog voor liet pavilion des Nations", v-aar binnenkort de collectieve inzendingen van België, Zuid-Afrika, Zwitserland, Hongarije, Marokko en Groot-Brittannië duizenden bezoekers zullen trekken. In mijn dorp ben ik lid van de sociëteit, die won derlijke broederschappen van te lande, hecht gesmeed als van gezworenen, en we hebben het geluk een dorps kastelein te bezitten, die zijn vak verstaat. Hij weet, dat van ouds de Brabantse her berg het tehuis is waar vóór alles bier geschonken wordt we hebben niet voor niets de populaire Hertog Jan Pri mus vereenzelvigd met Gam- brinus, de patroon van de bierdrinkers. Men schonk en dronk het bier bij volksfeest en kermis, bij elke jubel, en zelfs bij rouw om het ver driet lichtende glans te ge ven. het bier in honder den bepalingen met tonnen, fusten, ankers en vaten en pinten genoemd in de eer biedwaardigste statuten die er zijn, die van de oude Bra bantse gilden welke de tijd nog.hebben gekend, dat elk dorp zijn eigen brouwerij had, en de brouwer was lid van het gezelschap! Hij weet, hoe het bier te behandelen, hoe het gekel derd moet zijn, hoe aange slagen, hoe de koolzuurdruk, hij weet de dagen dat het ijsgekoeld moet liggen, en hij let er op, hoe het uit de tap kraan komt, zacht en romig, wolkig van schuim onder het bedaarde straaltje, opdat het glas niet schielijk volspoelt, maar langzaam met het wie gen van de schuimkraag zich vult tot de schuimovervloed op het schenkblad staat. Er gaat bij lager en pilsner en donker niets boven bier dat rechtstreeks komt uit het verse vat. Men onderschat de zwaarder ingebrouwen gebot telde bieren niet, en ook deze weet de kastelein te behan delen naar de aard: van het omzichtig kelderen, bewaren en het weer naar boven ha len af tot het schenken toe. der het levende, beweeglijke schuim, dat traag met wolken uit het bier zelf opstijgt en zich eindelijk roomblank vastlegt tot een blijvende manchet. Het zwaarder bier is niet zo parelend blank. Maar het donkere heeft zijn prachtige glans van ebbenhout in de ombuiging van de kelk van 't verse en volle glas, waar de eerste teug de gretige hap We hebben elk ons eigen gias en aangezien we weke lijks een avond bijeenkomen, staan daar die glazen, breeje, ronde bokalen, op hoge voet, van week tot week en mogen door geen ander worden ge bruikt en voor niets anders dan voor bier. Want bier, die levende drank, vraagt exclu sief een eigen glas, het bier glas, waarin geen vruchten- of melkdrank enig vetdeeltje achterlaat, dat de beste reiniging immers niet geheel verwijdert. Daar komen die glazen, glanzend, helder, on- ontwijd. en het zware gebot telde bier wordt er in uitge schonken met dezelfde om zichtigheid welke de tapkraan bedient: niet kloek-kloek het flesje onderstboven, maar be hoedzaam en langzaam ge keerd, en ge ziet het bier blond of donker stijgen on- in doet, en, met de prikke ling tot in de neus, die won derlijke dronk proeft van veel edele smaken, van gerst en van mout, melkig en vol, van druipende honingkrui- ken, van gisten en koren en zon en van de heerlijke hop, wier kruidige en welriekende bloemen ik immer in het bier blijf proeven sinds ik de zo- merpluk op de grote oogst- velden heb gezien. „De ranken, die hoog rond om de stokken oplopen", zegt de vrome achttiend'-eeuwse natuurkundige doctor in de wijsbegeerte en Zutphense predikant J. F. Martinet, „ge ven de zogenaamde bellen, zijnde de bloemen van dit ge was, die in onze bierbrouwe rijen niet kunnen worden ge mist, wijl zij een zeer goede smaak bijzetten aan het bier". Maar niet zozeer om deze woorden haal ik de geleerde Martinet aan, ais wel om wat hij er aan toevoegt over het bier: „deze gezonde en ver sterkende drank", zo zegt hij, „oudtijds zo ten regte hoog geschat van onze vaderlan ders, eer de thee en de kof- fij, die niet veel heils door het misbruik baren, zich in deszelfs plaats hadden ge drongen". Een drank, oudtijds zo ten rechte hooggeschat van onze vaderlanders. Maar ik behoor tot de vaderlanders, die deze gezonde eri versterkende drank nóg hoogschatten, zo hij naar de eis wordt geser veerd, gelijk onze dorpse kastelein hem schenkt. Menig vriend van elders nam ik naar zijn herberg mee, en er waren er onder hen, die veel hadden gereisd en in bars hadden gezeten in vele grote steden van Euro pa en elders, maar zij dron ken er het bier niet beter dan hier, ja, zij dronken het hier beter en kenden hier de ste vige en grondige vreugde van de meervoudige pint, omdat de kastelein zelf de vreugde er van kent en ze verzorgt met die kleine maar zorgver- eisende cultus van zijn vak. Ligt het niet goeddeels aan de kasteleins om het bier, „oudtijds zo ten regte hoog geschat van onze vaderlan ders", opnieuw weer bij onze vaderlanders hoog geschat te doen worden? ff (Van onze Brabantse redactie) „lei reposent onze soldats francais, tombés pour leur patrie et la nótre", hebben de bewoners van Diessen neergeschreven op de eenvoudige grafzerk, die zij hebben opgericht op het graf van de Franse soldaten, die bij de strijd tegen de Duitsers in 1940 in hun dorpje het leven lieten. „Hier rusten elf Franse soldaten" en de Diessenaren besteedden aan dit graf evenveel zorg als aan die van hun eigen familieleden. Zoals in Diessen, zo was het ook op vele andere plaatsen. In Breda, in Roo sendaal, op tal van plaatsen in Zeeland lagen ze, de graven van de jonge Fran se soldaten, „gevallen voor hun vader land en het onze". Er groeiden bloemen op deze graven en zorgzame kinderhan den hielden het' onkruid weg. Maar ver weg in Frankrijk leefden de moeders, vaders, vrouwen en verloofden, broers en zusjes van deze dappere poilus, die al strijdend vielen. De Franse harten verlangden naar hun dierbare overlede nen in Nederland, zoals de Nederlandse hoopten dat de stoffelijke resten van onze in Frankrijk gevallenen eens in vaderlandse bodem zouden rusten. Om aan dit verlangen te voldoen, heeft men thans de rust van de Franse doden verstoord. Men heeft hen opgenomen uit de plaatsen, waar zij reeds bijna tien jaar rusten, met zorg heeft men hen, zo nodig, geïdentificeerd, men heeft hen overgebracht naar Roosendaal, waar een eenvoudige hall van de N.C.B. tijdelijk tot een stemmige aula is ingericht. Daar heeft men de sobere, maar fraaie, eikenhouten kisten opgesteld, steeds drie op elkaar. Van het plafond hangen Franse vlaggen neer, groen en bloemen sieren de kisten als een bewijs, dat Ne derland deze Franse strijders zo lang mogelijk zijn eerbetoon wil schenken. Te midden van zijn landgenoten rust hier ook generaal Des Laurens, die in Mei 1940 bij Vlissingen is gesneuveld. Hier zijn ze dan verzameld, honderd twintig Franse soldaten, gevallen voor hun vaderland en het onze. Vandaag worden zij overgebracht naar de Engel- brecht van Nassaukazerne. Op tien open wagens zullen Zij daar vandaan Vrijdag om elf uur vertrekken via België naar Frankrijk. Nederlandse troepen zullen hun gewezen strijdmakkers een laatste ft groet brengen. Autoriteiten leggen bloe men en kransen op de, met de Franse driekleur gedekte, kisten. Een plechtig „appèl aux morts" en dan verlaten zij onder de tonen van de „Marseillaise" ons land. Honderdtwintig Franse soldaten gaan terug naar hun vaderland, honderdtach tig zullen hen nog volgen. Driehonderd vinden een laatste rustplaats op eer» kerkhof in Zeeland. Hun graven zullen de Nederlanders blijvend in ere hou den, de vertrekkenden schenken zij hun dankbare groet, omdat zij zijn gevallen voor ons vaderland, evenzeer als voor het hunne. Vliegen in de winter brengt zijn apar te moeilijkheden mee: de kleinere vlieg velden zijn niet uitgerust met de nodige installaties voor landing in het donker en de kosten om daarin te voorzien schijnen vooralsnog te hoog te liggen. Ergo ziet de K.L.M. zich genoodzaakt de komende winter, gelijk het vorig jaar ook geschied is, de vluchten op het binnenlands net stop te zetten. De zo merdienst loopt tot en met het eind van Augustus. Geruchten omtrent een aanzienlijke inkrimping van het K.L.M.-personeel werden ons van de zijde der maatschap pij tegengesproken. Naar het A.N.P. verneemt, vormt de exploitatie van het binnenlands verkeer in het algemeen nog een onderwerp van studie bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de K.L.M. Koning Rhama van Thailand heeft de K.L.M.-vertegenwoordiger voor Siam tc Bangkok, de heer W. I. N. Dieckhaus, de orde „officier 4e kl. in de orde van de Witte Olifant" verleend uit erkente lijkheid voor goede diensten aan Siam bewezen. Tezelfdertijd is de heer Luang Amnaj Sorakarn, voor de K.L.M. werkzaam als „sales promotion executive", te Bang kok, vereerd met de benoeming tot „of ficier 4e kl. in de orde van de Kroon". „Nee, ik zie haar liever dadelijk." Ik deed de deur open van de kamer die, naar ze zei, voor mij bestemd was en zette mijn koffer binnen. „Vooruit maar," zei ik. Ze ging me voor naar een andere deur beneden bij de hal „Hier," zei ze. Ze zag 'bleek. „Zou je mijn komst niet liever eerst aankondigen?" Ik trachtte me in te den ken hoe een thuiskomst na tien jaar moest zijn. Zou er spanning heersen, eer- soort ademloos verwachten? Als ik Phi lips Tremaine was, dan lag het voor de hand. MisschienHij had het huis in onmin verlaten dat had hij me ten minste verteld. „Ze verwacht je," zei Catherine. „Toch geloof ik, dat je me beter kunt aandienen. Het is zo lang geleden." „Goed dan." Ze klopte en opende de deur zonder op antwoord te wachten. Ik liet haar vooruit gaan, trad toen ook binnen en sloot de deur. De kamer was schaars verlicht, en stond vol met zware walnoten meubelen. In een groot bed met gedraaide stijlen en massieve bal- poten zat een vrouw half overeind tegen een stapel kussens. Ze beantwoordde sprekend aan haar foto ze had zilver grijs haar, bovenop haar hoofd gekapt; een vrij mager gezicht met een havik neus. Het gewatteerde bedjasje dat zij droeg werd bij de hals dichtgehouden door een grote kristallen broche. „Hier is Philip, moeder," zei Cathe rine. VI. De vrouw keek mij aan en ik wachtte op het ogenblik, dat haar mond van ver bazing zou openvallen. Het gebeurde niet. Ze fronste haar voorhoofd even, maar dat was kennelijk slechts een po ging om mij in het vage licht beter te zien. Ze lichtte een hand op. „Kom hier," zei ze. „Ga hier zitten, zodat ik je beter kan zien." Haar stem klonk kribbig, maar vast. Ik kwam naast het bed, trok een stoel naderbij en ging zitten. Een lamp op de tafel wierp haar schijnsel op mijn ge zicht. Ik was verstijfd Catherine ging naar de deur. „Ga niet weg," zei ik. „Nee, kind," zei mevrouw Tremaine. „Blijf in deze ogenblikken bij ons." Ze keerde zich weer naar mij en richtte een onderzoekende blik op mijn gelaat bijna liefkozend. „Hoe is het met je, Philip?" Haar hand schoof zich lang zaam over de mijne. Ze klopte die een ogenblik en zuchtte. Misschien was ik de enige, wie dit hele tafereel dolzinnig voorkwam. Het gezicht van mevrouw Tremaine nam een uitdrukking van te vredenheid aan. Het droeg een trek van vermoeidheid als was nu eindelijk het moment aangebroken, waarop1 ze zo lang gewacht had, zodat ze nu tot rust kwam. Ze begon weer te spreken. „Zo had het niet moeten wezen, niet waar? Mij zo in bed te vinden. Ik had je zelf willen afhalen, maar dê dokter verbood het mij." Ze beklopte mijn hand. „Maar nu,je er bent, voel ik me veel, veel beter." „Ik had dit niet verwacht," zei ik. „Nee? Had je gedacht, dat ik boos zou zijn? Wat begrijp je toch weinig van wat een moeder omwille van haar zoon kan uitstaan." Ze trok haar hand terug en kruiste die met de andere voor haar borst. Ze opende haar ogen wijd en keek naar de zoldering. „Wat begrijp je dat toch weinigIk zou alles voor je doen. Alles." Dit was hopeloos. Mijn vraag was nog onbeantwoord. Een diepbedroefde moeder, ziek, en bezeten van de wil haar zoon terug te zien hoe makke lijk kon ze zich niet bedriegen en in mij degene zien van wie ze hield. Dit moest een kwestie van gezichtsbedrog zijn. Voor een Mexicaan of andere vreemdeling mochten Tremaine en ik op elkaar lijken, maar daarmee hield ook alle overeenkomst »op. „Als jullie samen wat wilt praten, dan ga ik toebereidselen maken voor het diner", zei Catherine. „Ik sta op," sprak mevrouw Tre maine bedaard. „Philip is thuis en ik heb vandaag al zo lang gerust dat ik heel goed in staat ben uit bed te ko men." Ze wierp de dekens terug en wachtte tot wij weg zouden gaan. Ca therine en ik verlieten de kamer. Be neden in de hal deed ze haar mantel uit en hing die in de kast onder de trap. Daarna bracht ze mij de huiska mer binnen. Het was een groot verfrek, minstens een meter of twaalf lang en half zo breed. Het rook er naar stof. Tegen de muur stond een grote, staande klok met een open kast waarin de slinger langzaam heen en weer zwaaide. Het was tien over zeven. Ik had het geen zeven uur horen slaan, dus moest ik nog geen tien minuten in huis zijn. Alles wat ik om me heen zag droeg het stempel van ouderdom, ja niet die ouderdom, die ondanks de tijd karak ter en zwier heeft .weten te bewaren, maar een ouderdom van vermoeidheid, jong in jaren en toch ontgroeid aan de omringende wereld. Catherine stond bij de haard en keek naar mij. Haar ademhaling ging lang zaam, intens niet kalm, maar be dwongen door uiterste inspanning. Ik keek de kamer rond en haar blik volg de de mijne. „Niet erg gezellig, nietwaar?" zei ze. „Vandaag pas in gebruik genomen." „Wat meer licht zou een hele ver betering betekenen." „Er is een luchter in de eetkamer. Met tien lampen. Ik laat je nu alleen ik moet de tafel klaar maken." „Ik heb geen honger." „Je moet eten." Ze opende de deu ren naar de eetkamer en liet mij al leen achter. Ik kon gemakkelijk vluch ten. Ik had maar weg te wandelen, maar aan die oplossing zaten een paar practische bezwaren verbonden. Ik was er onderhand zo goed als van overtuigd geraakt, dat zij mij voor Philip Tremaine hielden. De moeder was ziek; de zuster had nog slechts een vage herinnering over. Als ik on verwachts verdween, zouden ze gaan zoeken en er anderen in betrekken. Ik moest eerst een redelijke uitvlucht hebben. Het leek me het beste te wachten tot na het diner. Als ik dan wegging, zou niemand mij missen vóór de volgende ochtend, en dan kon ik al ver weg zijn. Ik begon langzamerhand te beseffen in wat voor een dolle situatie ik was geraakt doordat ik Catherine niet da delijk had verteld dat ik haar broer niet was. Doordat ik het misverstand niet in de kiem gesmoord had, was ik niet minder dan een bedrieger gewor den. Als ze er eenmaal achter kwam, zou ze een vreemde indruk van mij krijgen. Ik zette mij op de sofa. De klok tikte regelmatig. Even later kwam Cathe rine terug en ging me voor naar de eetkamer. Ook hier walnoten meubi lair acht gebeeldhouwde stoelen om een massieve tafel. „Ga zitten," zei ze. Voor het tijdvak van 17 t,m. 27 Aug. 1949. Voedingsmiddelenkaarten 909. 261 Vlees (A, B. D) 100 gram vlees. 262 Vlees (A, B) 300 gram vlees. 263 Vlees (D) 100 gram vlees. 266 Algemeen (A, B) 200 gram kaas of 250 gram korstloze kaas. 272 Algemeen (B) 200 gram kaas of 250 gram korstloze kaas. 267 Algemeen (A, B) 125 gram koffie. 274 Algemeen (D) 100 gram kaas of 125 gram korstloze kaas. (De letters achter de bonnummers geven de kaarten aan. waarop de be treffende bonnen voorkomen). Bonkaarten ZB, ZC, ZD, ZE, MD, MF, MH 909 (Bijz. arbeid, a.s. moeders, zieken): Geldig zijn de bonnen gemerkt letter V. Bovenstaande bonnen kunnen reeds Vrijdag 12 Augustus worden gebruikt. De bonnen 245, 247, 248, 249 250 251, 252, 253, 255, 256, 257, 258 en 259 Alge meen van de bonkaarten voor voedings middelen kunnen vernietigd worden. De Internationale Vluchtelingen Organi satie van de Verenigde Naties zal haar on dersteuningswerkzaamheden op 30 Juni 1950 beëindigen. Personen in Nederland woordachtig, die menen recht te hebben op bescherming van deze organisatie (vluchtelingen en ver plaatste personen), zullen zich vóór 1 Sep tember 1949 schriftelijk moeten doen regis treren bij het bureau van de gedelegeerde voor Nederland, 't Hoenstraat 1 te 's-Gra- venhage, willen zij voor eventuele finan ciële hulp in aanmerking komen. Vluchtelingen en verplaatste personen die zich reeds eerder hebben aangemeld, behoeven zich niet opnieuw te doen in schrijven. Deze financiële steun voor levensonder houd wordt echter alleen geboden indien betrokkenen in uiterst zorglijke omstervc digheden verkeren en de nodige hulp niet van andere instanties ontvangen. Bij emigra tie overzee kan, indien daartoe termen zijn en betrokkenen onder de bescherming der organisatie vallen, een bijdrage in de transportkosten worden verleend. Uitgesloten van financiële hulp zijn per sonen. die weliswaar onder het mandaat van de organisatie vallen, doch hier te lande zijn toegelaten hetzij ter tewerkstel ling in de Nederlandse industrie krachtens overeenkomsten tussen de Nederlandse re gering en de bezettingsautoriteiten in Duits land, hetzij op persoonlijke garantie van een Nederlands ingezetene. Aanmelding uitsluitend per brief onder vermelding van uitvoerige gegevens (naam, adres, geboortedatum, nationaliteit, beroep, datum van aankomst in Nederland, pas poort. verblijfsvergunning, etc.). vóór 1 Sept. 1949 aan de gedelegeerde voor Neder land der Internationale Vluchtelingen Or ganisatie der Verenigde Naties, 't Hoen straat 1, te 's-Gravenhage. Betrokkenen krijgen bericht van ontvangst- Later wordt een beslissing genomen inzake de vraag, of de aanvragers onder het mandaat der I.R.O. zijn en omtrent een eventueel ver zoek om steun of bijdrage in emigratie- kosten. Bovenstaande heeft geen betrekking op wettelijke bescherming, welke tot het eind van de werkzaamheden van de I.R.O. kan worden ingeroepen. Op een ondiepe plaats in het IJselmeer, ongeveer acht K.M. van Lemmer, is de Victoria kruiser van de heer B. Bijkerk uit Beverwijk aan de grond geraakt. De reddingsboot „Hildos" voer de haven van Lemmer uit, doch zij kon de kruiser niet berei ken, daar deze te ondiep lag. Een vlet met een lange lijn van ongeveer vier honderd meter werd uitgezet en zo kwamen twee leden van de reddingsboot bij de verkleumde bemanning. Met heel veel moeite gelukte het de krui ser los te krijgen en op sleeptouw te nemen naar de haven van Lemmer. De hoogeerw. heer mgr. J. J. J. Noordman, pastoor van de parochie van de Kwakel te Uithoorn, zal Zondag 14 Augustus zijn vijfenveertigjarig pries terfeest vieren. Des morgens half elf wordt in de parochiekerk een plech tige H. Mis opgedragen tot intentie van de jubilaris, waarna de plaatselijke harmonie zal concerteren, 's Avonds zal b« goed weer een tuinfeest worden gegeven. De Sint Bonaventura-UniversHett te Ocean in de staat New York heeft de NederUncL* kloosterzuster, moeder M. Ignace Koitus. a.- gemeen overste van de zusters v*n Sint Franciscus, het eredoctoraat in de letteren toegekend. Maandag 22 Augustus, het feest van het Onbevlekt Hart van Maria, zal Mgr. dr. J. H. G. Lemmens, Bisschop van Roermond, in de St. Servaaskerk te Maastricht de wijding van het H. Pries terschap toedienen aan: J. Andriessen (Ekeren, B.), N. van Hees (Rotterdam), W. van Heusden (Zaltbommel), B. Jani- cek (Obora, Tsj. Slow.), G. Janssen (Rotterdam), L. Janssen (Maastricht), P. Knijn (Amsterdam), J. Mulders (Den Haag), C. Orie (Batavia), J. Rollier (Denderleeuw, B.>, P. Staal (Amers foort), T. Wignjasoepadma (Pekalongan, Indonesië), allen theologanten van de Sociëteit van Jezus.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 3