Centrale Veiligheidsdienst in de Eerste Kamer
flink over de tong gegaan
i
De kastelein die zijn vak verstaat
Na niet zo erg geksim meer.
Opgericht bij geheim
Kon. Besluit
Britse export verminderd
[Boeken venster^
FRANSE GESNEUVELDEN NAAR HET
VADERLAND TERUG
HET
WESPENNEST
NIEUWE BONNEN
Jaagglisjugr*'-*
lfrein'
De nieuwe Zuid-Afrikaanse
gezant in ons land
Oud-testamentische
manuscripten
■Ml
Gevallen voor hun vaderland en het onze
Benauwde ogenblikken voor
zeilers
Nederlands kloosterzuster
eredoctor
DONDERDAG 11 AUGUSTUS IS49
PAGINA 3
Besnoeiing van import
effectief
JONGENSLECTUUR
Over de tong
Als epidemieën
,Jk wilde alleen naar
Nederland"
Algemeen vestigingsverbod
kleinbedrijf
Examen Hoofdakte
door ANTOON COOLEN
DEZE WINTER GEEN K.L.M.-
VERKEER IN BINNENLAND
Personeelsleden K.L.M.
onderscheiden
door
David Duncan
ïi
(Wordt vervolgd)
Officiële publicatie
Mgr. Noordman 45 jaar
priester
H.H. Wydingen
4
idvi-
rij s-
zijn
al
zien
veel.
noot
u en
<r i"
onze
/ens,
ygen,
icste
offl*
bui-
de-
we
lijKf
het
'oor-
heel
udet-
sfeida*
Oe Eerste Kamer heeft Woensdag
middag haar laatste agenda afgewerkt
v°®r zij op reces ging. Zij behandelde
"•kt het wetsontwerp op de interim-
'egeling- voor Suriname. Het voorlopig
v«rslag daarvan wordt eerst heden ver
dacht. Blijkbaar heeft men toch geen
ais gezien de knoop na snel door te
akken, dat er voor het reces een op-
"aalng zo»? komen. Intussen kan men
l"e' spanning dit voorlopig verslag te
gemoet zien.
I Spannende zaken waren er in c!eze
«atste vergadering vóór het reces niet
tfS orde- Wel kwamen enkele rari-
jpten op de proppen. In de eerste plaats
e Centrale Veiligheidsdienst, dit naar
.anleiding van een wijziging in het
.^eede Hoofdstuk A der Rijksbegroting
Deze Centrale Veiligheidsdienst
8aö is zo schrikkelijk geheim, dat het
8hele jaren geleden al bijna hoogver
raad was er de naam van uit te spreken.
Wanneer men tenminste tot de zeld-
jahien behoorde, die het bestaan van de
?'enst kenden. Deze geheimzinnigheid
8 het quadraat was wel een echte ka
raktertrek voor geheime staatspolitie,
gemeenlijk behoren zulke geheime in-
"tuten tot de meest geruchtmakende
(Telefonisch van onze Londense
correspondent)
LONDEN hedenmorgen.
Op de Londense beurs daalden giste-
j88 vrijwel alle staatsfondsen toen be
kend werd, dat voor het eerst dit jaar
jfe maandelijkse exportbalans van Groot
"Cittannic een daling vertoonde in ver
rijking met 1948. De export gedurende
•Je maand Juli van het huidige jaar be
joeg 40 millioen gulden minder dan in
r^elfde maand van het vorig jaar, 17
jmllioen gulden minder dan in Juni van
huidige jaar en 100 millioen gulden
"Under dan in Mei.
Percentsgewijze lag het dagelijkse ex-
^•"tcijfer voor Juli 9 pet. beneden dat
Juni en 6^ pet. beneden dat van
«lei. Het meest verontrustende van de
'Jfers voor Juli is de omstandigheid,
at Juli een der beste maanden voor
XpOrt pleegt te zijn. De havenstakin
gen van de vorige maand en de besnoei-
t?§ van de Zuid-Afrikaanse import in
f^geland zijn waarschijnlijk mede ver-
ntwoordelijk voor de gedaalde Britse
"*Port. Doch eerst de cijfers over
^bgustus en de eerstvolgende maanden
rhUen uit kunnen wijzen of de zorg
wekkende daling van de Britse export
?®ëeschreven moet worden aan blijven-
of aan voorbijgaande factoren.
De daling van de export ging in
fuli samen met een daling van de
huport tot 1.870 millioen gulden, een
Uat ongeveer 410 millioen gul-
U hoger ligt dan het bedrag aan
export. Ondanks de geringe export
"etekent dit een verlaging van de na
delige handelsbalans met een som van
Ongeveer 140 millioen gulden in ver
gelijking met Juni.
Ook hier echter zal de toekomst moe-
et uitwijzen of de havenstakingen ver
antwoordelijk geacht moeten worden
.oor een gedeelte van de daling van de
tport of dat de planmatige besnoeiing
ah de invoer door de Britse regering
hderdaad effectief begint te worden.
Oit hetgeen de markt in doorsnee op
pert. blijkt ten overvloede, hoe moei
lik het eigenlijk is om een goed jon-
reösboek te schrijven. Zo kunnen we
boek van Jan Kamps Jr. „De
T®hde yan de kleine professor"
^trengholt. Amsterdam), zeker niet
£®or honderd procent geslaagd noemen.
T? jongens die er de hoofdrol in spelen
'Jh ons tè „tof", wat er allemaal ge-
*e£d en beweerd wordt is tè grappig en
8e rol die de tweelingen uit Het Sprin-
r^öde Hert erin spelen. is volstrekt
Jet jongensachtig.
^4et „De jongens van Beukenrode"
Th. Haakman (Poa. Alkmaar) on-
j 'Veer hetzelfde Het vertelt van twee
°hgens. de portiers- en rentmeesters-
van Beukenrode, tijdens de Duit-
bezetting. Zowel Hein als Roel zijn
ohter juist een tikje tè flink tè braaf
8 tè oppassend, kortom tè vlekkeloos,
dat we hen onze onverdeelde sym-
18ie kunnen schenken.
Jan Bongaarts schreef „Het Rode
^öiaklooster" (Uitgeverij De Sleutel,
aarlem>. dat heel wat eerlijker is.
aar niet veel diepte heeft. Het bevat
IJ8 avonturen van twee Europeanen in
det Geheimzinnige Tibet, waar zij door
i Oosterse mysteriën worden be-
W ®lg<i. maar het er. wonder boven
8cler. heelhuids af brengen.
hi^Ue afgetrapte paadjes van het du-
sentiment heeft Peter Spoor be-
ach»^e^d iu zÜn boek „Kinderen uit 'u
'ofbuurt" (Het Hooghuis. Eindhoven)
h 2jjn: de sloppen van een grote stad.
der van vodden, de boze stiefmoe-
ee he dronken vader, de vlucht naar
T0tn ere wereld, de weldoenster, enz.
la( aat het verhaal reëler wordt met de
scu 8e belevenissen van het arme ver-
ke ffelingetje. dat tenslotte een flin-
fespectabele jongedame is ee
rhen
Ajjj 8Slhhard" van Rein Valkhof (Poa,
van vertelt van de belevenissen
Uike tfin i°nge Noorman van konink-
Op bloede die door een schipbreuk
gew0et stranh van de lage landen is
boekrt>en- Een spannend avonturen-
strek' Waarin de kerstening van deze
j en wordt beschreven.
Va'p Hendrik onder de rovers"
Reverc,.yan der Geest (Leopolds Uit-
Renoe^l1'- Haag) is van de hier
Gesjaa de boeken zeker niet het minst
hiaar e De vertelling is eenvoudig
i°Hkn ^Plrekkeli.jk; de avontuurlijke
-- *?cr is -
een jongen van vlees en bloed
2». v icce CI1 uiutu
n belevenissen zullen bi> de
lezer zeker in de smaak val-
?68Ujï'*er' -^Pisterdam. heeft de won-
iaten ue 8eis van Phileas Fogg nog eens
a r0es ®n 'n de 15e druk van Jules
"ken" "«eis om de wereld in tachtig
88 die 'n die geen krans behoeft
i^Ohken11^6.118 niet alleen wordt ge-
'bf.p. n vóój- en gedronken dóór
«zers. Cr.
ter wereld. Hier was de Centrale Vei
ligheidsdienst geheim tot in zijn be
staan toe. En dit slaagde zo voortreffe
lijk, dat zijn oprichting destijds geschied
is tlijgeheim Koninklijk Besluit.
Dit is een hoogst wonderlijke zaak. Im
mers, zo sprak een der Kamerleden te
recht, hoe kan „iedere Nederlander" nu
toch de wet kennen als Koninklijke Be
sluiten geheim gehouden worden. Nu
ja, dit behoort dan tot de malligheden,
die zelfs in de verstandigste natie in
een zo wilde periode na een oorlog wel
voorkomen.
Behalve wonderlijk is een geheim
Koninklijk Besluit nu ook precies het
middel om een zaak verdacht te maken.
Gevolg: in plaats van geheim te blijven
ls .dy Centrale Veiligheidsdienst op deze
middag in de Eerste Kamer flink over
de tong gegaan. Het heeft wel lang ge
duurd voor het er van kwam. Want drie
jaren hebben de gelden, die deze dienst
kost, op de begroting gestaan zonder
dat enige volksvertegenwoordiging er
iets van gemerkt schijnt te hebben. Er
is nooit navraag naar gedaan. Was men
zo slordig of was men zo onder de in
druk van het geheim? In ieder geval
heeft de Eerste Kamer zich er dan nu
eens mee bemoeid. Zij deed het op insti
gatie van een artikel in de N. R. C., en
de heer Pollema wilde wel openlijk be
kennen, dat hij na lezing van dit artikel
de stukken er eens op was gaan na
kijken en toen had bevonden, dat dit
blad gelijk had, wat betreft de geheim
zinnigheid, waarmee de dienst was op
gericht. Dit heeft dan ook tot gevolg ge
had, dat er stemming is gevraagd over
deze begrotingswijziging en dat vier
Christelijk-Historischen er behalve
twee communisten tegen hebben ge
stemd.
De minister-president verdedigde de
zaak zo goed en zo kwaad als het ging.
De minister-president sprak ditmaal
extra in zijn snor. Men kan per saldo
alle staatsgeheimen in het openbaar be
spreken. mits men maar een snor heeft.
Wat er dan niet in bleef hangen kwam
hierop neer, dat de minister-president
het niet goed begreep, waarom men
zich toch druk maakte. Het ding heeft
drie jaar op de begroting gestaan. Goed
en wel, maar wij hebben niet kunnen
begrijpen, waarom een Koninklijk Be
sluit geheim gehouden moest worden.
Ach, zei dr. Drees, als het stuk was
gepubliceerd, dan zou men toch niets
meer geweten hebben dan dat de
C.V.D. was opgericht en welke taak
deze dienst had. Waarom mocht men
dit dan toch niet weten? Nu, men weet
het thans. De taak van de dienst is be
veiliging van staatsgebouwen, men
zou zeggen, dat een paar dienders dit
ook kunnen doen. Verder de beveili
ging van staatsstukken. Hoe de dienst
dit knappe stuk technisch verricht zou
het onderwerp van een grappige repor
tage kunnen vormen.
Maar de dienst doet nog iets
meer: hij verzamelt inlichtingen
over personen. Het is natuurlijk
veel te geheim om daar iets van
te kunnen weten, maar het zou
toch de moeite waard zijn als men
het eens wist hoe de dienst dit
kleine onderdeeltje van zijn taak
opvat. In ieder geval is de dienst
een griezelige zaak. De minister
president mag zeggen, dat de C.V.D.
generlei executieve bevoegdheid
heeft, dat moest er nog bijko
men. Maar iedere geheime dienst
heeft van nature de tendentie ln
zich naar het uitoefenen van onge-
controlerde macht. Bovendien heeft
hij de neiging zich te bemoeien met
alles wat hemzelf aangenaam is.
Hij werkt in een politieke sfeer,
waarin men alles als staatsgevaar
lijk kan interpreteren. Als de dienst
het wil, kan hij reeds een staats
gevaarlijke mentaliteit vermoeden
achter deze opmerkingen, die wij
maken, en inlichtingen over ons
gaan inwinnen. Dit kan hij doen
met iedereen, die critiek op zijn be
staan en zijn ontstaan uitoefent.
Dit kan voor het moment alleen
maar onnozel zijn, maar pas op! Ge
heime diensten, zijn als epidemieën.
Vandaag een bacil, morgen hebben
zij zich overal ingedrongen. Het
is een kwestie van psychologie,
mensen met Spitzel-karakters kun
nen er een arbeidsveld in vinden
als de mijt in de kaas.
Gelukkig is er ook al ruzie over de C.V.D.
Men wil dit kostelijk product van de staats
kwekerij naar Binnenlandse Zaken over
planten. Maar er zijn anderen, die pleiten
voor Justitie. Laat men er nog maar een
tijdje aan trekken. Misschien trekt men het
dan nog wel uit elkaar.
Een man in de kracht van zijn jaren,
een brede, forse .figuur, dat is de eer
ste indruk, die de Zuid-Afrikaanse cor
respondent van het A.N.P. in de hal van
een hotel te Pretoria kreeg van de 61-
jarige professor Bosman, de nieuwe
Zuid-Afrikaanse gezant aan het Neder
landse Hof. Een rustige, gedecideerde
persoonlijkheid gaat de Unie in Neder
land vertegenwoordigen.
Professor Bosman, die tot dusverre
hoogleraar in het Afrikaans was aan
de Universiteit van Kaapstad, ziet in
het „bevorderen van de vriendscnaps-
en culturele betrekkingen tussen beide
landen" meer dan de gebruikelijke di
plomatieke volzin. Hij verklaarde, dat
hij nooit een vertegenwoordigende di
plomatieke post zou hebben aanvaard,
als het niet juist in Nederland was ge
weest. Hij is de eerste Zuid-Afrikaanse
gezant, die uitsluitend aan het Neder
landse Hof zal zijn geaccrediteerd. Zijn
voorgangers waren ook te Brussel ge
accrediteerd. Hij zal zich dus geheel
kunnen concentreren op zijn werk in
Nederland, terwijl persoonlijke banden
van vriendschap met dr. P. R. Botha,
de nieqwe Unie-gezant te Brussel er-
Luxemburg, nauwe samenwerking ga
randeren. Indien Nederland en de Unie
aanleiding mochten vinden, de moge
lijkheid tot het sluiten van een cultu
reel accoord nader te bestuderen, dan
zal de nieuwe gezant daartoe het zijne
bijdragen.
Professor Bosman en zijn vrouw ver
trekken 19 Augustus met de Boscnfon-
tein naar Nederland.
Bij beschikking van de ministers van
Economische Zaken en van Landbouw,
Visserij en Voedselvoorziening, is het
Besluit Algemeen Vestigingsverbod
Kleinbedrijf buiten toepassing verklaard
ten aanzien van die takken van be
drijf, waarop de vestigingswet kleinbe
drijf 1937 toepassing vindt, behalve
de slagersbedrijven, het broodbakkers
bedrijf en het brood-banketbakkersbe
drijf.
Voor die gebieden, waarop de vesti
gingswet niet van toepassing is, blijft
het B.A.V.K. voorlopig nog van kracht.
Voorshands geldt dit laatste eveneens
voor de slagers- en bakkersbedrijven,
die onder de vestigingswet vallen.
ei. Enige uren later keerden Eric en Halsa aan het hoofd der triomferende
krijgers terug naar het strand. Zij hadden hun tegenstanders volledig op de vlucht
gejaagd, en de Wongabiti s, gelijk de naam van Aitka's stamgenoten luidde, waren
meester van de situatie. Was deze snelle overwinning aan de Noorman te danken
üe krijgers schenen daarvan wel overtuigd, want zij behandelden hem met groot
ontzag en wezen elkander herhaaldelijk op zijn boog, die zovele pijlen op de vijand
naa afgeschoten.
Toen zij het strand genaderd waren werden zij aangesproken door een tweetal
Wongabitis, die, naar de beschildering van hun schilden aangaf, tot de naaste
omgeving van het opperhoofd behoorden.
„M'baro, het grote opperhoofd, verzoekt zijn blanke vrienden onder zijn oog te
kano™ einden" 20 E"° OVer' 9rote k^>9slieden zullen hem bij de
toeteriJ^>eT7?^kd hkwam. h",n f?,cnde!^ "en V°ar stappen tegemoet toen zij op hem
van mZgde 9czichten van vader en dochter straalden
„Ik ben de grote krijgslieden zeer dankbaar voor alles wat zij voor mijn dochter
deden," zei hij, terwijl hij hun de hand drukte. „Aitka heeft mij alles verteld
Beschouw uzelf als hoofdlieden van mijn stam."
Korte tijd spraken zij gevieren. Doch dan raakten Eric en M'baro gewikkeld in een
persoonlijk, gesprek, doordat de Noorman informeerde of de ander ook iets had
gehoord van een groot vlot, dat bemand was door twee blanken. Inderdaad kon het
opperhoofd hem daarover inlichten. Enkele van zijn mannen hadden dit vlot enige
dagen geleden voorbij zien zeilen. Het voer in Zuidelijke richting.
„Er hangt voor mij zeer veel van af dit vlot te achterhalen," zei Eric. „WeUicht
wilt ge me een kano ter beschikking stellen."
„Niet een kano," antwoordde M'baro. „Daar zoudt ge weinig aan hebben. Neen,
het ts veel beter dat mijn mannen een boot voor u bouwen, een boot die zeewaardig
15 9e zelf ontworpen hebt. W e zullen er morgen direct aan beginnen."
Ene dankte het opperhoofd voor zijn gul aanbod en wilde zich tot Halsa wenden
om hem alles te vertellen. Doch hij vond zijn vriend niet. Die had zich met Aitka
onder de palmen teruggetrokken, en terwijl ze zacht met elkander spraken lag er in
beider ogen een dromerige uitdrukking -
Zoals bekend, zijn in Palestina 2000 jaar
oude fragmenten van het Oude Testament
in het Hebreeuws gevonden.
De vondst wordt op het ogenblik in
Londen nader onderzocht. De fragmenten,
geschreven op perkament, werden in 1947
in een grot bij de Dode Zee door een
geitenhoeder ontdekt. Men neemt aan, dat
de perkamenten in de derde of vierde
eeuw vóór onze jaartelling beschreven zijn
en de geleerden zijn de mening toege
daan, dat de geïdentificeerde teksten van
het Oude Testament deel hebben uitge
maakt van een boekerij, die door de Es-
senen, een van de drie grote Joodse sec
ten, verborgen is.
Men neemt aan, dat deze teksten 1.100
jaar ouder zijn dan de tot nu toe be
kende. Er zullen 20 jaar nodig zijn voor
de teksten bestudeerd en vergeleken zijn
met die van de Bijbel, zoals wij deze thans
kennen. Onder de vier perkamentrollen,
die door de Amerikaanse school voor Oos
terse studies worden onderzocht, bevindt
zich, zoals men weet, het oudst bekende
manuscript van Isaïas. Ook andere oud
testamentische boeken zijn reeds geïdenti
ficeerd.
Behalve de manuscripten werden in de
grot nog overblijfselen van geweven kle
ren en van aardewerk gevonden. Het be
staan van deze fragmenten werd het Brits
Museum ongeveer een jaar geleden be
kend, toen voor het eerst hierover pu
blicaties in Amerika verschenen,
HAARLEM, 10 Aug. Geslaagd voor
deel A: N. A. Disselkoen, Anna Pau-
lowna; J. Leen, Aalsmeer; H. G. Oor-
dijk, Amsterdam (akte); F. L. Schalk
wijk, Heemstede (akte) en P. J. H.
Soethout, Mijdrecht.
Geslaagd voor deel B: mej. C. M. J.
Uijttewaal, Leimuiden; G. Veldhuis,
Aalsmeer (akte); C. N. F. Schenck,
Amsterdam (akte) en mëj. A. G. O.
Thijssen, Amsterdam.
Zeventien Augustus zal te Lake Success
een conferentie der V.N. over het behoud
der hulpbronnen worden geopend. De Sov
jet-Unie heeft Trygve Lie, de secretaris-ge
neraal der V.N. medegedeeld, dat zjj niet
aan de conferentie zal deelnemen.
Mijnwerkers uit geheel Australië besloten
gisteren om een eind te maken aan de reeds
zeven weken oude mijnstaking die door de
communisten geleid werd.
Over enige weken zal de Najaarsbeurs te Utrecht weer haar poorten openen. Met
man en macht wordt er in de Domstad gewerkt om alles tijdig gereed te hebben.
Grote trucks rijden af en aan met zand, stenen en hout naar het Vreeburg.
Achter elkaar gaan daar de spanten omhoog voor liet pavilion des Nations",
v-aar binnenkort de collectieve inzendingen van België, Zuid-Afrika, Zwitserland,
Hongarije, Marokko en Groot-Brittannië duizenden bezoekers zullen trekken.
In mijn dorp ben ik lid
van de sociëteit, die won
derlijke broederschappen
van te lande, hecht gesmeed
als van gezworenen, en we
hebben het geluk een dorps
kastelein te bezitten, die zijn
vak verstaat. Hij weet, dat
van ouds de Brabantse her
berg het tehuis is waar vóór
alles bier geschonken wordt
we hebben niet voor niets
de populaire Hertog Jan Pri
mus vereenzelvigd met Gam-
brinus, de patroon van de
bierdrinkers. Men schonk en
dronk het bier bij volksfeest
en kermis, bij elke jubel, en
zelfs bij rouw om het ver
driet lichtende glans te ge
ven. het bier in honder
den bepalingen met tonnen,
fusten, ankers en vaten en
pinten genoemd in de eer
biedwaardigste statuten die
er zijn, die van de oude Bra
bantse gilden welke de tijd
nog.hebben gekend, dat elk
dorp zijn eigen brouwerij
had, en de brouwer was lid
van het gezelschap!
Hij weet, hoe het bier te
behandelen, hoe het gekel
derd moet zijn, hoe aange
slagen, hoe de koolzuurdruk,
hij weet de dagen dat het
ijsgekoeld moet liggen, en hij
let er op, hoe het uit de tap
kraan komt, zacht en romig,
wolkig van schuim onder het
bedaarde straaltje, opdat het
glas niet schielijk volspoelt,
maar langzaam met het wie
gen van de schuimkraag zich
vult tot de schuimovervloed
op het schenkblad staat. Er
gaat bij lager en pilsner en
donker niets boven bier dat
rechtstreeks komt uit het
verse vat. Men onderschat de
zwaarder ingebrouwen gebot
telde bieren niet, en ook deze
weet de kastelein te behan
delen naar de aard: van het
omzichtig kelderen, bewaren
en het weer naar boven ha
len af tot het schenken toe.
der het levende, beweeglijke
schuim, dat traag met wolken
uit het bier zelf opstijgt en
zich eindelijk roomblank
vastlegt tot een blijvende
manchet.
Het zwaarder bier is niet
zo parelend blank. Maar het
donkere heeft zijn prachtige
glans van ebbenhout in de
ombuiging van de kelk van
't verse en volle glas, waar
de eerste teug de gretige hap
We hebben elk ons eigen
gias en aangezien we weke
lijks een avond bijeenkomen,
staan daar die glazen, breeje,
ronde bokalen, op hoge voet,
van week tot week en mogen
door geen ander worden ge
bruikt en voor niets anders
dan voor bier. Want bier, die
levende drank, vraagt exclu
sief een eigen glas, het bier
glas, waarin geen vruchten-
of melkdrank enig vetdeeltje
achterlaat, dat de beste
reiniging immers niet geheel
verwijdert. Daar komen die
glazen, glanzend, helder, on-
ontwijd. en het zware gebot
telde bier wordt er in uitge
schonken met dezelfde om
zichtigheid welke de tapkraan
bedient: niet kloek-kloek het
flesje onderstboven, maar be
hoedzaam en langzaam ge
keerd, en ge ziet het bier
blond of donker stijgen on-
in doet, en, met de prikke
ling tot in de neus, die won
derlijke dronk proeft van
veel edele smaken, van gerst
en van mout, melkig en vol,
van druipende honingkrui-
ken, van gisten en koren en
zon en van de heerlijke hop,
wier kruidige en welriekende
bloemen ik immer in het bier
blijf proeven sinds ik de zo-
merpluk op de grote oogst-
velden heb gezien.
„De ranken, die hoog rond
om de stokken oplopen", zegt
de vrome achttiend'-eeuwse
natuurkundige doctor in de
wijsbegeerte en Zutphense
predikant J. F. Martinet, „ge
ven de zogenaamde bellen,
zijnde de bloemen van dit ge
was, die in onze bierbrouwe
rijen niet kunnen worden ge
mist, wijl zij een zeer goede
smaak bijzetten aan het bier".
Maar niet zozeer om deze
woorden haal ik de geleerde
Martinet aan, ais wel om wat
hij er aan toevoegt over het
bier: „deze gezonde en ver
sterkende drank", zo zegt hij,
„oudtijds zo ten regte hoog
geschat van onze vaderlan
ders, eer de thee en de kof-
fij, die niet veel heils door
het misbruik baren, zich in
deszelfs plaats hadden ge
drongen".
Een drank, oudtijds zo ten
rechte hooggeschat van onze
vaderlanders. Maar ik behoor
tot de vaderlanders, die deze
gezonde eri versterkende
drank nóg hoogschatten, zo
hij naar de eis wordt geser
veerd, gelijk onze dorpse
kastelein hem schenkt.
Menig vriend van elders
nam ik naar zijn herberg
mee, en er waren er onder
hen, die veel hadden gereisd
en in bars hadden gezeten in
vele grote steden van Euro
pa en elders, maar zij dron
ken er het bier niet beter dan
hier, ja, zij dronken het hier
beter en kenden hier de ste
vige en grondige vreugde van
de meervoudige pint, omdat
de kastelein zelf de vreugde
er van kent en ze verzorgt
met die kleine maar zorgver-
eisende cultus van zijn vak.
Ligt het niet goeddeels aan
de kasteleins om het bier,
„oudtijds zo ten regte hoog
geschat van onze vaderlan
ders", opnieuw weer bij onze
vaderlanders hoog geschat te
doen worden?
ff
(Van onze Brabantse redactie)
„lei reposent onze soldats francais,
tombés pour leur patrie et la nótre",
hebben de bewoners van Diessen
neergeschreven op de eenvoudige
grafzerk, die zij hebben opgericht op
het graf van de Franse soldaten, die
bij de strijd tegen de Duitsers in 1940
in hun dorpje het leven lieten.
„Hier rusten elf Franse soldaten" en
de Diessenaren besteedden aan dit
graf evenveel zorg als aan die van
hun eigen familieleden.
Zoals in Diessen, zo was het ook op
vele andere plaatsen. In Breda, in Roo
sendaal, op tal van plaatsen in Zeeland
lagen ze, de graven van de jonge Fran
se soldaten, „gevallen voor hun vader
land en het onze". Er groeiden bloemen
op deze graven en zorgzame kinderhan
den hielden het' onkruid weg. Maar ver
weg in Frankrijk leefden de moeders,
vaders, vrouwen en verloofden, broers
en zusjes van deze dappere poilus, die
al strijdend vielen. De Franse harten
verlangden naar hun dierbare overlede
nen in Nederland, zoals de Nederlandse
hoopten dat de stoffelijke resten van
onze in Frankrijk gevallenen eens in
vaderlandse bodem zouden rusten.
Om aan dit verlangen te voldoen, heeft
men thans de rust van de Franse doden
verstoord. Men heeft hen opgenomen
uit de plaatsen, waar zij reeds bijna tien
jaar rusten, met zorg heeft men hen,
zo nodig, geïdentificeerd, men heeft hen
overgebracht naar Roosendaal, waar een
eenvoudige hall van de N.C.B. tijdelijk
tot een stemmige aula is ingericht.
Daar heeft men de sobere, maar fraaie,
eikenhouten kisten opgesteld, steeds drie
op elkaar. Van het plafond hangen
Franse vlaggen neer, groen en bloemen
sieren de kisten als een bewijs, dat Ne
derland deze Franse strijders zo lang
mogelijk zijn eerbetoon wil schenken.
Te midden van zijn landgenoten rust
hier ook generaal Des Laurens, die in
Mei 1940 bij Vlissingen is gesneuveld.
Hier zijn ze dan verzameld, honderd
twintig Franse soldaten, gevallen voor
hun vaderland en het onze. Vandaag
worden zij overgebracht naar de Engel-
brecht van Nassaukazerne. Op tien open
wagens zullen Zij daar vandaan Vrijdag
om elf uur vertrekken via België naar
Frankrijk. Nederlandse troepen zullen
hun gewezen strijdmakkers een laatste
ft
groet brengen. Autoriteiten leggen bloe
men en kransen op de, met de Franse
driekleur gedekte, kisten. Een plechtig
„appèl aux morts" en dan verlaten zij
onder de tonen van de „Marseillaise"
ons land.
Honderdtwintig Franse soldaten gaan
terug naar hun vaderland, honderdtach
tig zullen hen nog volgen. Driehonderd
vinden een laatste rustplaats op eer»
kerkhof in Zeeland. Hun graven zullen
de Nederlanders blijvend in ere hou
den, de vertrekkenden schenken zij hun
dankbare groet, omdat zij zijn gevallen
voor ons vaderland, evenzeer als voor
het hunne.
Vliegen in de winter brengt zijn apar
te moeilijkheden mee: de kleinere vlieg
velden zijn niet uitgerust met de nodige
installaties voor landing in het donker
en de kosten om daarin te voorzien
schijnen vooralsnog te hoog te liggen.
Ergo ziet de K.L.M. zich genoodzaakt
de komende winter, gelijk het vorig
jaar ook geschied is, de vluchten op het
binnenlands net stop te zetten. De zo
merdienst loopt tot en met het eind van
Augustus.
Geruchten omtrent een aanzienlijke
inkrimping van het K.L.M.-personeel
werden ons van de zijde der maatschap
pij tegengesproken. Naar het A.N.P.
verneemt, vormt de exploitatie van het
binnenlands verkeer in het algemeen
nog een onderwerp van studie bij het
ministerie van Verkeer en Waterstaat
en de K.L.M.
Koning Rhama van Thailand heeft de
K.L.M.-vertegenwoordiger voor Siam
tc Bangkok, de heer W. I. N. Dieckhaus,
de orde „officier 4e kl. in de orde van
de Witte Olifant" verleend uit erkente
lijkheid voor goede diensten aan Siam
bewezen.
Tezelfdertijd is de heer Luang Amnaj
Sorakarn, voor de K.L.M. werkzaam als
„sales promotion executive", te Bang
kok, vereerd met de benoeming tot „of
ficier 4e kl. in de orde van de Kroon".
„Nee, ik zie haar liever dadelijk." Ik
deed de deur open van de kamer die,
naar ze zei, voor mij bestemd was en
zette mijn koffer binnen. „Vooruit maar,"
zei ik. Ze ging me voor naar een andere
deur beneden bij de hal
„Hier," zei ze. Ze zag 'bleek.
„Zou je mijn komst niet liever eerst
aankondigen?" Ik trachtte me in te den
ken hoe een thuiskomst na tien jaar
moest zijn. Zou er spanning heersen, eer-
soort ademloos verwachten? Als ik Phi
lips Tremaine was, dan lag het voor de
hand. MisschienHij had het huis in
onmin verlaten dat had hij me ten
minste verteld.
„Ze verwacht je," zei Catherine.
„Toch geloof ik, dat je me beter kunt
aandienen. Het is zo lang geleden."
„Goed dan." Ze klopte en opende de
deur zonder op antwoord te wachten.
Ik liet haar vooruit gaan, trad toen ook
binnen en sloot de deur. De kamer was
schaars verlicht, en stond vol met zware
walnoten meubelen. In een groot bed
met gedraaide stijlen en massieve bal-
poten zat een vrouw half overeind tegen
een stapel kussens. Ze beantwoordde
sprekend aan haar foto ze had zilver
grijs haar, bovenop haar hoofd gekapt;
een vrij mager gezicht met een havik
neus. Het gewatteerde bedjasje dat zij
droeg werd bij de hals dichtgehouden
door een grote kristallen broche.
„Hier is Philip, moeder," zei Cathe
rine.
VI.
De vrouw keek mij aan en ik wachtte
op het ogenblik, dat haar mond van ver
bazing zou openvallen. Het gebeurde
niet. Ze fronste haar voorhoofd even,
maar dat was kennelijk slechts een po
ging om mij in het vage licht beter te
zien. Ze lichtte een hand op.
„Kom hier," zei ze. „Ga hier zitten,
zodat ik je beter kan zien." Haar stem
klonk kribbig, maar vast.
Ik kwam naast het bed, trok een stoel
naderbij en ging zitten. Een lamp op de
tafel wierp haar schijnsel op mijn ge
zicht. Ik was verstijfd Catherine ging
naar de deur.
„Ga niet weg," zei ik.
„Nee, kind," zei mevrouw Tremaine.
„Blijf in deze ogenblikken bij ons." Ze
keerde zich weer naar mij en richtte
een onderzoekende blik op mijn gelaat
bijna liefkozend. „Hoe is het met je,
Philip?" Haar hand schoof zich lang
zaam over de mijne. Ze klopte die een
ogenblik en zuchtte. Misschien was ik
de enige, wie dit hele tafereel dolzinnig
voorkwam. Het gezicht van mevrouw
Tremaine nam een uitdrukking van te
vredenheid aan. Het droeg een trek van
vermoeidheid als was nu eindelijk het
moment aangebroken, waarop1 ze zo lang
gewacht had, zodat ze nu tot rust
kwam. Ze begon weer te spreken.
„Zo had het niet moeten wezen, niet
waar? Mij zo in bed te vinden. Ik had
je zelf willen afhalen, maar dê dokter
verbood het mij." Ze beklopte mijn
hand. „Maar nu,je er bent, voel ik me
veel, veel beter."
„Ik had dit niet verwacht," zei ik.
„Nee? Had je gedacht, dat ik boos zou
zijn? Wat begrijp je toch weinig van
wat een moeder omwille van haar zoon
kan uitstaan." Ze trok haar hand terug
en kruiste die met de andere voor haar
borst. Ze opende haar ogen wijd en
keek naar de zoldering. „Wat begrijp je
dat toch weinigIk zou alles voor je
doen. Alles."
Dit was hopeloos. Mijn vraag was
nog onbeantwoord. Een diepbedroefde
moeder, ziek, en bezeten van de wil
haar zoon terug te zien hoe makke
lijk kon ze zich niet bedriegen en in
mij degene zien van wie ze hield. Dit
moest een kwestie van gezichtsbedrog
zijn. Voor een Mexicaan of andere
vreemdeling mochten Tremaine en ik
op elkaar lijken, maar daarmee hield
ook alle overeenkomst »op.
„Als jullie samen wat wilt praten,
dan ga ik toebereidselen maken voor
het diner", zei Catherine.
„Ik sta op," sprak mevrouw Tre
maine bedaard. „Philip is thuis en ik
heb vandaag al zo lang gerust dat ik
heel goed in staat ben uit bed te ko
men." Ze wierp de dekens terug en
wachtte tot wij weg zouden gaan. Ca
therine en ik verlieten de kamer. Be
neden in de hal deed ze haar mantel
uit en hing die in de kast onder de
trap. Daarna bracht ze mij de huiska
mer binnen.
Het was een groot verfrek, minstens
een meter of twaalf lang en half zo
breed. Het rook er naar stof. Tegen de
muur stond een grote, staande klok
met een open kast waarin de slinger
langzaam heen en weer zwaaide. Het
was tien over zeven. Ik had het geen
zeven uur horen slaan, dus moest ik
nog geen tien minuten in huis zijn.
Alles wat ik om me heen zag droeg
het stempel van ouderdom, ja niet die
ouderdom, die ondanks de tijd karak
ter en zwier heeft .weten te bewaren,
maar een ouderdom van vermoeidheid,
jong in jaren en toch ontgroeid aan
de omringende wereld.
Catherine stond bij de haard en keek
naar mij. Haar ademhaling ging lang
zaam, intens niet kalm, maar be
dwongen door uiterste inspanning. Ik
keek de kamer rond en haar blik volg
de de mijne.
„Niet erg gezellig, nietwaar?" zei ze.
„Vandaag pas in gebruik genomen."
„Wat meer licht zou een hele ver
betering betekenen."
„Er is een luchter in de eetkamer.
Met tien lampen. Ik laat je nu alleen
ik moet de tafel klaar maken."
„Ik heb geen honger."
„Je moet eten." Ze opende de deu
ren naar de eetkamer en liet mij al
leen achter. Ik kon gemakkelijk vluch
ten. Ik had maar weg te wandelen,
maar aan die oplossing zaten een paar
practische bezwaren verbonden. Ik
was er onderhand zo goed als van
overtuigd geraakt, dat zij mij voor
Philip Tremaine hielden. De moeder
was ziek; de zuster had nog slechts
een vage herinnering over. Als ik on
verwachts verdween, zouden ze gaan
zoeken en er anderen in betrekken. Ik
moest eerst een redelijke uitvlucht
hebben. Het leek me het beste te
wachten tot na het diner. Als ik dan
wegging, zou niemand mij missen
vóór de volgende ochtend, en dan kon
ik al ver weg zijn.
Ik begon langzamerhand te beseffen
in wat voor een dolle situatie ik was
geraakt doordat ik Catherine niet da
delijk had verteld dat ik haar broer
niet was. Doordat ik het misverstand
niet in de kiem gesmoord had, was ik
niet minder dan een bedrieger gewor
den. Als ze er eenmaal achter kwam,
zou ze een vreemde indruk van mij
krijgen.
Ik zette mij op de sofa. De klok tikte
regelmatig. Even later kwam Cathe
rine terug en ging me voor naar de
eetkamer. Ook hier walnoten meubi
lair acht gebeeldhouwde stoelen om
een massieve tafel.
„Ga zitten," zei ze.
Voor het tijdvak van 17 t,m. 27 Aug. 1949.
Voedingsmiddelenkaarten 909.
261 Vlees (A, B. D) 100 gram vlees.
262 Vlees (A, B) 300 gram vlees.
263 Vlees (D) 100 gram vlees.
266 Algemeen (A, B) 200 gram kaas
of 250 gram korstloze kaas.
272 Algemeen (B) 200 gram kaas of
250 gram korstloze kaas.
267 Algemeen (A, B) 125 gram koffie.
274 Algemeen (D) 100 gram kaas of
125 gram korstloze kaas.
(De letters achter de bonnummers
geven de kaarten aan. waarop de be
treffende bonnen voorkomen).
Bonkaarten ZB, ZC, ZD, ZE, MD, MF,
MH 909 (Bijz. arbeid, a.s. moeders,
zieken): Geldig zijn de bonnen gemerkt
letter V.
Bovenstaande bonnen kunnen reeds
Vrijdag 12 Augustus worden gebruikt.
De bonnen 245, 247, 248, 249 250 251,
252, 253, 255, 256, 257, 258 en 259 Alge
meen van de bonkaarten voor voedings
middelen kunnen vernietigd worden.
De Internationale Vluchtelingen Organi
satie van de Verenigde Naties zal haar on
dersteuningswerkzaamheden op 30 Juni 1950
beëindigen.
Personen in Nederland woordachtig, die
menen recht te hebben op bescherming
van deze organisatie (vluchtelingen en ver
plaatste personen), zullen zich vóór 1 Sep
tember 1949 schriftelijk moeten doen regis
treren bij het bureau van de gedelegeerde
voor Nederland, 't Hoenstraat 1 te 's-Gra-
venhage, willen zij voor eventuele finan
ciële hulp in aanmerking komen.
Vluchtelingen en verplaatste personen
die zich reeds eerder hebben aangemeld,
behoeven zich niet opnieuw te doen in
schrijven.
Deze financiële steun voor levensonder
houd wordt echter alleen geboden indien
betrokkenen in uiterst zorglijke omstervc
digheden verkeren en de nodige hulp niet
van andere instanties ontvangen. Bij emigra
tie overzee kan, indien daartoe termen zijn
en betrokkenen onder de bescherming der
organisatie vallen, een bijdrage in de
transportkosten worden verleend.
Uitgesloten van financiële hulp zijn per
sonen. die weliswaar onder het mandaat
van de organisatie vallen, doch hier te
lande zijn toegelaten hetzij ter tewerkstel
ling in de Nederlandse industrie krachtens
overeenkomsten tussen de Nederlandse re
gering en de bezettingsautoriteiten in Duits
land, hetzij op persoonlijke garantie van
een Nederlands ingezetene.
Aanmelding uitsluitend per brief onder
vermelding van uitvoerige gegevens (naam,
adres, geboortedatum, nationaliteit, beroep,
datum van aankomst in Nederland, pas
poort. verblijfsvergunning, etc.). vóór 1
Sept. 1949 aan de gedelegeerde voor Neder
land der Internationale Vluchtelingen Or
ganisatie der Verenigde Naties, 't Hoen
straat 1, te 's-Gravenhage. Betrokkenen
krijgen bericht van ontvangst- Later wordt
een beslissing genomen inzake de vraag,
of de aanvragers onder het mandaat der
I.R.O. zijn en omtrent een eventueel ver
zoek om steun of bijdrage in emigratie-
kosten.
Bovenstaande heeft geen betrekking op
wettelijke bescherming, welke tot het eind
van de werkzaamheden van de I.R.O. kan
worden ingeroepen.
Op een ondiepe plaats in het
IJselmeer, ongeveer acht K.M. van
Lemmer, is de Victoria kruiser van
de heer B. Bijkerk uit Beverwijk
aan de grond geraakt. De reddingsboot
„Hildos" voer de haven van Lemmer
uit, doch zij kon de kruiser niet berei
ken, daar deze te ondiep lag. Een vlet
met een lange lijn van ongeveer vier
honderd meter werd uitgezet en zo
kwamen twee leden van de reddingsboot
bij de verkleumde bemanning. Met
heel veel moeite gelukte het de krui
ser los te krijgen en op sleeptouw te
nemen naar de haven van Lemmer.
De hoogeerw. heer mgr. J. J. J.
Noordman, pastoor van de parochie van
de Kwakel te Uithoorn, zal Zondag 14
Augustus zijn vijfenveertigjarig pries
terfeest vieren. Des morgens half elf
wordt in de parochiekerk een plech
tige H. Mis opgedragen tot intentie
van de jubilaris, waarna de plaatselijke
harmonie zal concerteren, 's Avonds zal
b« goed weer een tuinfeest worden
gegeven.
De Sint Bonaventura-UniversHett te Ocean
in de staat New York heeft de NederUncL*
kloosterzuster, moeder M. Ignace Koitus. a.-
gemeen overste van de zusters v*n Sint
Franciscus, het eredoctoraat in de letteren
toegekend.
Maandag 22 Augustus, het feest van
het Onbevlekt Hart van Maria, zal Mgr.
dr. J. H. G. Lemmens, Bisschop van
Roermond, in de St. Servaaskerk te
Maastricht de wijding van het H. Pries
terschap toedienen aan: J. Andriessen
(Ekeren, B.), N. van Hees (Rotterdam),
W. van Heusden (Zaltbommel), B. Jani-
cek (Obora, Tsj. Slow.), G. Janssen
(Rotterdam), L. Janssen (Maastricht),
P. Knijn (Amsterdam), J. Mulders (Den
Haag), C. Orie (Batavia), J. Rollier
(Denderleeuw, B.>, P. Staal (Amers
foort), T. Wignjasoepadma (Pekalongan,
Indonesië), allen theologanten van de
Sociëteit van Jezus.