Reg
ering trekke wetsontwerp
Was jeugdbeweging wereldvreemd?
Hatta: Op elke conferentie worden
harde noten gekraakt
HET
WESPENNEST
Sport eerst nu als belangrijk
vormingsmiddel erkend
in
Opnieuw de K.A.
Het probleem der
50.000
Problemen tussen meisje en jongen
Eerste Kamer: Zij kome met Staten tot
overeenstemming
Wapenembargo opgeheven voor
Midden-Oosten
Hy bewandelt de voorzichtige weg
Op Schiphol aan
gekomen
IV
Malversaties met
mil. voorraden
VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1949
PAGINA 3
INTERIMREGELING SURINAME
Hygiëne in marine-
opleidingskamp
Vrijlating prijzen
T>
(Van een onzer redacteuren)
Terloops hebben wij in ons eerste artikel de vraag aan
de orde gesteld: „Staat onze jeugdbeweging in hei
middelpunt van hei katholieke leven?" Wij hebben dat toen
ontkend, doch daarmede is de zaak niet afgedaan. Hei gaai
immers niet aan alleen deze vraag ie stellen, men moei
haar ook durven omkeren. Men moet ook durven vragen:
En de jeugdbeweging zelf? Is zij niet wereldvreemd? Heeft
zij wel steeds voldoende oog gehad voor de doodgewone
realiteit van iedere dag? Heeft zij zich voortdurend gericht
naar de behoefte of heeff zij zich als een schone slaap
ster.verloren in de beschouwing van eigen wezen of
misschien zelfs in die van eigen voortreffelijkheid?
En eerlijk, wanneer men deze vragen gewetensvol wil be
antwoorden, dan kan di± antwoord helaas niei onverdeeld
gunstig zijn. Want terwijl men aan de ene kant en wij
wijzen opnieuw naar ons eerste artikel, waarin wij speciaal
hef probleem massajeugd en jeugdorganisaties in het
licht stelden zoveel mogelijk getracht heeft zich op die
realiteit te bezinnen, aan de andere kant heeft men haar
opvallend verwaarloosd. Wij denken hierbij aan de sport.
door
David Duncan
-Correctie-
MGR. GAWLINA NAAR
NEDERLAND
Paters van het Allerheiligst
Sacrament
Benoemingen
H«t voorlopig verslag der Eerste Ka-
er over de interim-regeling Suriname
j® thans verschenen. Zich aansluitende
J>!) het standpunt van de Staten van Su
rname en in afwijking van dat der re-
genng zyn verschillende leden van oor-
dat, wanneer de overgang naar de
nieuwe rechtsorde wettelijke voorzienin
gen vordert, als bedoeld in artikel 210
"W Grondwet, principieel zowel de sa-
J?®nwerking als de zelfstandigheid ge-
'Okelyk behoren te worden opgebouwd.
Over de amendering van het ontwerp
«oor dg Tweede Kamer wordt gezegd:
Verscheidene leden, zo even reeds aan
net woord, verklaarden zich ook ten aan
een van het verschil van inzicht tussen
ne regering en de Staten over het karak-
'er van de interim-regeling in hoofdzaak
aan de zijde der Staten te scharen.
De Staten nemen het standpunt in,
«at een wet, als waarvan hier sprake is,
niet tot stand kan komen alvorens over
eenstemming omtrent de inhoud is be-
neikt tussen Nederland en Suriname. De
®an het woord zijnde leden meenden, dat
e nieuwe rechtsorde moet worden op-
fn& °UWd °P volwaardig overleg (art.
"Vol, niet meer, nadat de voogd de pupil
''echts heeft „gehoord" (art. 631.
De regering zou beter hebben gedaan,
«Ustel van de behandeling van het ont
werp te vragen, totdat zij in nieuw over
ig het oordeel van Suriname over de
jjniendementen zou hebben ingewonnen,
nadere behandeling van het ontwerp
de Tweede Kamer moet als niet min-
°er dan een dringende noodzakelijkheid
"Orden beschouwd.
Mocht nieuw overleg onverhoopt
niet tot overeenstemming leiden of
ïelfs vooralsnog niet mogelijk blij
ken, dan zagen deze leden niet, hoe
sij het wetsontwerp in zijn tegen
woordige gedaante zouden kunnen
kanvaarden en zouden zij de rege
ling in overweging willen geven de
uitrekking er van te bevorderen.
Volgens andere leden zou het'juister
'Jn geweest, indien na de indiening van
6 amendementen de regering schorsing
*an de behandeling van het ontwerp had
aangevraagd, mede om aan de leden der
'Weede Kamer gelegenheid te geven, de
~®tekenis van deze amendementen rustig
v® overwegen, of indien, toen zij werden
kenSen°men' h6t ontwerp was 'ngetrok-
verband hiermede stelden deze
~®aen de vraag, of de regering in dit sta-
"'Um op verdere behandeling nog wel
Wis stelt.
Betreurd werd, dat, hoewel de aan
gaande Ronde-Tafelconferentie met In-
°hesië op haar agenda heeft de souve-
Het Eerste Kamerlid de heer Schoo-
?®nberg (C.P.N.) heeft de minister van
j-'orlog en van Marine een aantal
Schriftelijke vragen gesteld over een
®rÜkel in het „Algemeen Handelsblad"
?n 27 Juli 1949 onder het hoofd: „Hy-
S'ëne in marine-opleidingskamp laat te
"ensen over", waarin wordt bekend
§emaakt, dat in genoemd kamp, waar
voortdurend gemiddeld 2500 jonge
'■'onsen van 16 tot 24 jaar hun eerste
''fee oefentijd moeten doormaken,
Tr- Oygione geheel te wensen overlaat.
ff'J Verzoekt de minister, bij de beves-
''gende beantwoording hiervan in deze
onmiddellijk de nodige veranderingen
®®n te brengen en maatregelen te
beffen.
Bi de Staatscourant van Donderdag is
gepubliceerd de „beschikking tot vrij-
eting van de prijzen voor behangers-
electrotechnische werkzaamheden
®-a.
reiniteitsoverdracht aan een Indonesische
regering en de gelijktijdige totstandko
ming van een Nederlands-Indonesische
Unie, het grondwettelijk voorgeschreven
overleg over de vraag, of het Koninkrijk,
dan wel Nederland alleen, deelgenoot
van Indonesië in de Unie zal zijn, en, in
het eerste geval, of Nederland dan bin
nen de Unie rechtstreekse betrekkingen
met Indonesië zal onderhouden, nog niet
had plaats gehad en zelfs, voor zover
men wist, nog niet was voorbereid, wat
in het bijzonder het vooroverleg tussen
Nederland, Suriname en de Antillen be
treft. Gevraagd werd, hoe de regering
zich de gang van zaken heeft gedacht.
De Veiligheidsraad van de Verenigde
Naties besloot gisteren om het embargo
op wapens naar het Nabije Oosten op
te heffen. De stemmingsuitslag was ne
gen tegen nul met onthoudingen van
Rusland en de Oekraïne.
De Veiligheidsraad heeft gisteren te
vens met negen stemmen voor en de
onthouding van de Sovjet-Unie en de
Oekraïne besloten dr. Bunche te ont
heffen van zijn post als waarnemend
bemiddelaar in Palestina. Er zal al
daar slechts een kleine staf functio
narissen der Verenigde Naties achter
blijven om het toezicht te houden op de
wapenstilstandsovereenkomsten tussen
Israël en de Arabische staten.
President Truman heeft op een pers
conferentie bekend gemaakt, dat hij ge
neraal Omar Bradley heeft benoemd tot
voorzitter van de gezamenlijke stafchefs.
Hierdoor wordt generaal Bradley de
hoogste militaire officier van de V. S.
(Van een onzer verslaggevers)
Opnieuw kwamen Donderdagmiddag
32 gedelegeerden voor de Ronde-rafel
conferentie op Schiphol aan, onder wie
Moh. Hatta, dr. J. Sippel, vertegenwoor
diger van de Kath. Minderheidsgroep
in Indonesië en dr. Enthoven, Staatsse
cretaris voor Staatkundige Hervormin
gen, alsmede de vorsten van Solo. In
de overvolte en het hevige geroezemoes
van het ontvangstlokaal heeft Hatta
heel moeilijk verstaanbaar de vra
gen van de zeer vele aanwezige jour
nalisten beantwoord, die van de ont
vangst alvast een vierkante-tafelconfe
rentie maakten.
Natuurlijk kwamen (weer) de „harde
noten" ter sprake, die volgens Rum op
de conferentie gekraakt zouden wor
den. Och, antwoordde Hatta ontwijkend,
die worden op elke conferentie ge
kraakt. Of hij optimistisch was? De
conferentie is een kwestie van vertrou
wen, aldus Hatta, hoe eerder ze afge
lopen is hoe beter. Als men elkaar vier
jaar gewantrouwd heeft, blijft er altijd
wel een beetje wantrouwen bestaan. In
ieder geval had de nota van minister
v. Maarseveen over de aanvang van de
conferentie hem zeer teleurgesteld. Hat
ta hield vast aan de uitlating van dr.
v. Royen in de Veiligheidsraad, dat de
overdracht van de souvereiniteit aan de
Verenigde Staten van rndonesië „on
voorwaardelijk" moet geschieden en on
der „onvoorwaardelijk" verstaat hij
reëel en compleet. Maar kan er oyer dat
„onvoorwaardelijk" geen verschil van
inzicht bestaan, wilde een der journa
listen weten. Dat verschil heb ik nog
niet opgemerkt, was het zeer voorzich
tige antwoord. En al even voorzichtig
was het antwoord van Hatta over de
gebeurtenissen in Solo, waarover hij
Gistereh heeft president Truman ver
klaard, dat hij een order voor de terug
keer van generaal Douglas Mac Arthur,
de geallieerde opperbevelhebber in
Japan zal tékenen, wanneer Mac Arthur
de wens hiertoe te kennen geeft. Tru
man zei dit in antwoord op eisen van
verschillende senatoren, dat MacArtnur
terug moet keren en getuigenis afleggen
in verband met de wet voor gewapende
hulp ten bedrage van 1450 millioen
dollar.
Minister van Maarseveen begroet Hatta
bij diens aankomst op Schiphol.
zich niet wilde uitlaten. Dat er moei
lijkheden waren bij de uitvoering van
de order: Staakt het vuren, ontkende
hij niet. Die moeilijkheden weet hij aan
de verspreiding van de Republikeinse
troepen, die over 2000 posten verdeeld
zijn tegen de Nederlandse troepen over
900 posten. Bovendien zijn er nog onge
regelde troepen, die altijd tegen de Re
publiek hebben gevochten en blijven
vechten. De Republiek hoopt echter
deze troepen onder controle te krijgen.
De leden van de Indonesische delega
tie hadden twee keer tezamen geconfe
reerd en inzake vele punten overeen
stemming bereikt. Er zijn echter ook
onbesproken punten overgebleven,
voegde Hatta hieraan toe. Over zijn be
zoek aan Pandit Nehru vertelde hij
slechts, dat hij de reëds lang bestaande
vriendschap heeft hernieuwd en inlich
tingen ingewonnen over de verhouding
van India tot Engeland.
Minister v. Maarseveen, die de Indo
nesische gedelegeerden al bij het uit
stappen uit de K.L.M. Constellation
„Eindhoven" had begroet, kwam tijdens
het „praatje" over de tafel met de pers,
afscheid nemen van Hatta om naar Den
Haag terug te keren, een afscheid,
dat ongetwijfeld wel zèèr tijdelijk zal
zijn!
Alleen over de Oceaan Als de maag jeukt Een
snor als offerande - Weer naar de diepzee -
„De-hypnotisering
per telefoon
T) eter Allcard, 'n 34-jarige Londense
U scheepsbouwer, is in 81 dagen, ge-
v, heel alleen van Gibraltar naar New
5°rk de Atl. Oceaan overgestoken. Hij
6®d dit in een zeilboot van 8.85 meter
ufëte, voorzien van twee masten. Het
u?artuigje is als jol getuigd en heeft een
'e'he hulpmotor.
Allcard, die zonder omhaal de haven
J8" New York binnen kwam zeilen,
Inklaarde tegenover een verslaggever,
hij reeds lang iets dergelijks had
umen doen, en dat hij slechts het avon-
Ef r zocht. „Het was een prachtig avon-
<Tür> en mijn vriendjes de haaien wis-
niet hoe dicht ze bij verschillende
|®le8enheden bij een maal waren." On-
g?.veer veertien dagen geleden, zo zeide
'1- Was hij naar voren gegaan om een
SrPr°ken lijn te herstellen, nadat hij het
e?er had vastgezet. Hij kreeg daarbij
VtS s'aS van een loshangende katrol en
bewusteloos op dek. Hoelang hij
gelegen had kon hij niet zeggen,
gp?" gelukkig was hij niet over boord
hoi j en had het vaartuig koers ge-
ho Op een andere keer werd hij
Sch6en. middag wakker en zag, dat. het
t^ eePje op het punt stond een walvis
Alirammen- De hulpmotor gebruikte
di.„c?rd alleen in geval van nood, al-
08 het Wad.
H P".. groot circus, dat te Keulen
"-i fijn tenten heeft opgeslagen,
stgrt hield in de straten van de
stoet je traditionele parade.è Toen de
hield oor een der hoofdstraten trok,
groeft1 de olifanten stil bij een grote
hitsten en fruithandel en begonnen de
hiithu'rt St leeg te halen. Men kon de
te va en er niet toe krijgen hun weg
en dery°igen, voordat de laatste tomaat
hen, matste sperzieboon verorberd wa-
Andre Philip, de voormalige Franse
minister en leidende figuur in de
verSc, °eweSing voor Europese Eenheid,
van dtfv1 Sistermorgen ter bijeenkomst
^filbeUpE«r°pese Assemblee zonder zijn
yrienri„„ zware zwarte snor. Aan zijn
d af r>o "Prhlaarde hij, dat hij zijn snor
\JferanrtS„ oren "als een souvereiniteits-
rtl)0thaari, daarbij doelend op een der
AsseUS® Punten van bespreking in
van d hameiijk het terzijde stel
de nationale souvereiniteit.
yV'! ®arton, diepzee-onderzoeker van
Amerikaanse marine, zal mor-
d?iClltenzÜn nieuwe benthoscoop
In h- Hr meter diep in zee af te
li^t va zal zijn poging wagen voor de
lib, eiland Santa Cruz bij Ca-
De grootste diepte, die tot dusver be
reikt is, was 1,009 meter. Barton en Wil
liam Beebe vestigden dit record in 1943
voor de kust van Bermuda. Het toestel,
waarmee zij afdaalden^ was de bathy
sphere.
De benthoscoop, die een diameter heeft
van 2.70 meter, is een holle stalen kogel
met een wand van 4.2 centimeter dik.
De kogel wordt aan een stalen kabel
neergelaten en naar boven gebracht. De
kogel is voorzien van een glazen raam.
Zal Barton lukken, wat Piccard mislukt
is?
De „Daily Herald" verhaalt van een
negentienjarig meisje te Chelten
ham, Joyce Dovey, dat, dertien da
gen na het fungeren als „slachtoffer" bij
een experiment van do bekende hypno
tiseur Peter Casson, nog steeds niet uit
haar hypnose ontwaakt schijnt te zijn.
Toen Peter Casson, na afloop van zijn
experiment, de onder zijn invloed ge
brachte proefpersonen weer in normale
toestand terugbracht, was Joyce daar
niet bij. De volgende dagen kreeg het
meisje herhaaldelijk flauwtes, in het
bijzonder wanneer iemand het woord
tot haar richtte. In een bioscoop verloor
zij eveneens het bewustzijn, zodat ze
weggebracht moest worden. Verder
wekt zij, bij haar gewone doen, de in
druk van niet geheel bij haar positieven
te zijn, terwijl ze enigszins houterig
loopt zoals tijdens het experiment op het
toneel. Haar ouders winnen thans het
advies van een psychiater in. Peter Cas
son heeft inmiddels reeds verklaard, dat
hij het meisje, desnoods per telefoon,
met een paar woorden tot normale toe
stand terug zou kunnen brengen. Naar
Reuter thans meldt, heeft Casson inder
daad door een telefoongesprek met het
meisje de hypnose verbroken.
NATUURAZIJN OP Z'N BEST
62. De volgende dag begonnen de Wongabiti's onmiddellijk met de bouw van'de
boot, welke M'baro Eric had beloofd. De Noorman nam zelf de leiding en onder
zijn aanwijzingen ontstonden weldra de eerste omtrekken van een kleine, sterke
zeilboot. Tevreden bekeek Eric de lijnen van het vaartuig. Dit zou een snelle zeiler
worden, waarmee hij het vlot, waarop Baldon het gestolen goud der Ozmecs ver
voerde, gemakkelijk hoopte in te halen. Zo was hij met zijn gedachten hiermee
bezig, dal hij Halsa en Aïika, die aarzelend op hem toekwamen, eerst opmerkte toen
zij vlak voor hem stonden.
„Ha Halsa," zei hij vrolijk. „We vorderen prachtig. Binnen enkele dagen vertrekken
we. En ik beloof je dat we Baldon een gepeperde rekening zullen voorleggen."
„Ericzei Halsa verlegen. „Ik denk ehik vrees dat ik je ditmaal
niet zal vergezellen Aitka en ik Het is erg moeilijk uit te leggen
Maar Erie begreep het al.
„Aha!" riep hij lachend uit. „Dus zó moet ik de laatste van mijn mannen verliezen!
Wel, er was geen betere manier denkbaar! Van harte, Halsa! AitkaIk hoop dat
jullie hier gelukkig worden." En spontaan drukte hij hun de hand.
„Ik hoop dat je hier wilt blijven tot de huwelijksplechtigheid voltrokken is," zei
halsa gelukkig. „Aitka en ik zouden dat erg prettig vinden." Doch Erie schudde
het hoofd.
„Neen," zei hij nadrukkelijk. „Ik heb een opdracht uit te voeren. De ouae vete
tussen mij en Baldon moet beslecht worden eer ik met het goud naar Noorwegen
terug kan keren. En thuis wacht mij Winonah, mijn vrouw. Neen Hatta, hoe graag
ik ook zou willen, ik moet vertrekken zodra de boot gereed is."
En daar was hij niet vanaf te brengen. Toen enkele dagen later het ranke vaartuig
klaar was, liet hij proviand en water aan boord brengen en na afscheid van eder-
een genomen te hebben stootte hij af. Nog lang wuifden Halsa en Aitka hem na
vanuit de kanodie hem een eindweegs vergezeld had, tot het zeil kleiner en
kleiner werd.
,X>aar gaat de dapperste man, de trouwste vrienddie ik ooit gekend heb," mom
pelde Halsa. „Vaarwel Erie. Eenmaal zullen wij elkander terugzien."
Langzaam vervaagde het land achter de kleine boot. Tot slechts wind en zee het
vaartuig omringden. Erie trok de schoot strak en staarde naar de horizon; een
horizon waarachter nieuwe, onbekende avonturen lagen.1
EINDE VAN DIT AVONTUUR.
Te lang is de Ned. Kath. Sportbond,
in het gezin der jeugdorganisaties be
schouwd als stiefkind. Te lang heeft
men de vormende waarde van de
sport zelf willen bagatelliseren en te
lang is daardoor een van de meest
voortreffeijke middelen, waardoor
onze jeugd kan worden gebonden,
veronachtzaamd. En zelfs nu, nu de
N.K.S. officieel in de Kath. Jeugd
raad is opgenomen, is de strjjd nog
niet volledig beslecht. Want terwijl
de binding tussen de mannelijke
jeugd en de sportbond in het Natio
naal Beraad Mann. Jeugd reeds is tot
stand gekomen, moet diezelfde band
tussen het Kath. Vrouwelijk Jeugd
werk en de sportorganisaties nog
practisch geheel worden gelegd.
Dit is een zaak van gewicht. Niet al
leen omdat hierbij de goede verstand
houding tussen enige kath. organisaties
op het spel staat, doch ook en vooral
omdat in n door de sportbonden vele
en vele duizenden jongens en meisjes
worden bereikt, die op generlei andere
wijze met katholieke organisaties in
contact komen. Wanneer er dus één
middel is om althans een deel van die
„ongrijpbaren" te bereiken, dan is dat
juist door de sport. En het is dan ook
de verdienste van de Ned katholieke
sportleiders, dat zij alle moeilijk
heden ten spijt dit steeds scherp in
het oog hebben gehouden en zich wijse
lijk hebben beperkt tot die vorming,
die goed en doeltreffend door middel
van de sport zelf kon worden gegeven.
Een sportbeoefenaar nl. beoefent de
sport om de vreugde dier beoefening
zelve en zal slechts zoveel vorming ac
cepteren, als met het wezen van die be
oefening verenigbaar is.
De sport is echter niet het enige ter
rein, waarop wij een tekortkoming zou
den willen signaleren. Er is ook nog
een ander gebied, een gebied vol voet
angels en klemmen, doch dat wij in deze
artikelenserie om dér wille van de
objectiviteit niet mógen verwaar
lozen. Het gebied n.l. van het contact
tussen jongen en meisjes.
Laten wij beginnen met een aanhaling:
„Wij zijn in het verleden wel eens te kin
derachtig geweekt".
Het was weer een nationaal aalmoezenier,
die ons deze ruiterlijke bekentenis deed.
Hij voegde er echter aan toe, dat ook op
dit terrein sprake is van een zekere ken
tering. En hij bewees ons dit. Op de eerste
plaats bestaat er nu 'n Kath. Jeugdraad. Een
officieel erkend orgaan, waarin voor het
eerst in de geschiedenis van ons jeugd
werk de vertegenwoordigers van de man
nelijke en vrouwelijke organisaties samen
komen en samen spreken over alle zaken,
die gemeenschappelijk zouden kunnen wor
den aangesneden. En reeds nu nog zo
kort na de oprichting heeft dit contact
al resultaten opgeleverd. Er is in Neder
land een Kath. Volksdansinstituut opge
richt en onder de patronage van deze in
stelling dansen in honderden plaatsen Kath.
jongens en meisjes samen die verrukke
lijke oude volksdansen. Er is een Kath.
Vacantiehuizencentrale en daarin zal zij
het op beperkte schaal het gemengde
trekken worden toegestaan.
Men moet deze enkele symptomen
echter niet verkeerd uitleggen. Zij dui
den niet in de richting van gemengde
kath. jeugdorganisaties. Die kent Neder
land niet en die zal Nederland zolang
daartegen een officieel bisschoppelijk
verbod bestaat niet leren kennen ook.
Het is een andere ontwikkeling. Het is
een kentering in de gedachtenwereld, die
vooral van invloed zal zijn op de vor
ming binnen de diverse bestaande jeugd-
groeperingen. Daar mag men verwach
ten, dat om andermaal met die aal
moezenier te spreken de kinderach
tigheid zal verdwijnen. Dat de negatieve
argumentatie zal plaats maken voor een
gezonde positieve beïnvloeding.
Uiteraard kan men daarvoor geen al
gemene regels opstellen. Het is een ma
terie, die van plaats tot plaats verschillen
zal opleveren en men moet ook niet
menen, dat de jeugdorganisaties zich
hierin nu eens zullen vastbijten. Deze
kwestie immers moet voor alles door de
ouders zelf ter hand worden genomen.
En als wij hier de jeugdbewegnig van
gisteren wereldvreemdheid verwijten
door een al te negatief standpunt, dan
dient daaraan billijkheidshalve te wor
den toegevoegd, dat deze houding mis
schien mag worden verklaard uit een
minstens even grote terughoudendheid
van de zijde der ouders Zelf.
Automatisch keren wjj hierdoor nu
terug tot het onderwerp van ons derde ar
tikel: de K.A. Immers ook zij en zij vooral
beeft hier een taak. En hoezeer ook haar
vormingsweken, haar inleidingen tot het
volle leven, haar verloofdenweken en voor
bereidingscursussen op het huwelijk door
de buitenwereld vaak met spot en hoon
zijn ontvangen, men kan niet ontkennen,
dat zij hier baanbrekend werk heeft ver
richt. Men kan niet bestrijden, dat zij juist
op dit terrein gewerkt heeft als zuurdesem
van het brood der jeugdorganisaties. Haar
want de geschiedenis van de jeugdbewe
ging uit de eerste twee jaar na de oorlog
is er om aan te tonen tot welke funeste
gevolgen dat leiden kan.
Zo ligt nu o.i. ook de verhouding K.A.
Jeugdwerk. Hier bestaan en niemand,
die dat ontkennen zal verschillende
spanningen, er zijn terreinen, waarop
beide organisaties elkaar behoorlijk
overlappen, doch o.i. is de tijd voor een
werkelijk doeltreffende en algemeen als
billijk aanvaarde sanering nog niet aan
gebroken. Aan de ene kant is de K.A.
nog te jong om al voldoende volgroeid te
zijn en aan de andere kant leven binnen
de jeugdbewegingen nog zoveel andere
spanningen, dat men beter doet die eerst
weg te nemen.
Te eniger tijd zal dan wel het moment
aanbreken, waarop de overzichtelijker
K.A. en een eveneens tot wasdom geko
men jeugdbeweging elkaar zullen vin
den. Uit de samenvoeging van twee on
rijpe vruchten kan nu eenmaal weinig
goeds voortkomen.
Tenslotte nog dit. Voor wij in het vijf
de en laatste artikel onze conclusies
samenvatten, moeten wij naast alle ver
wijten en aanmerkingen, nog een aantal
„verzachtende omstandigheden" aanvoe
ren. De na-oorlogse jeugdbeweging is
nog jong. Zij is niet zelden ontstaan uit
de samenvoeging van zeer heterogene
elementen. Zij wordt voortdurend be
dreigd door het spook van de militaire
dienst, dat ieder jaar opnieuw haar beste
mankracht naar den vreemde afvoert. Zij
is geplaatst in een tijd, waarin de gehele
wereld kraakt in haar voegen en zij
werkt voort onder de niet aflatende be
dreiging van een nieuwe oorlog, die
vooral de jongeren doet twijfelen aan
de zin van iedere organisatie.
„Geloof je nog wel in God en geloof
je nog in de mogelijkheid van een ge
zonde maatschappelijke opbouw?", dat
zijn de vragen, die in ieder vormings
programma weerkeren en beter dan welk
betoog ook illustreren zij de bij uitstek
moeilijke positie, waarin ons jeugdwerk
verkeert. Voeg daar nog bij het simpele
feit, dat de geest van de tijd vordert, dat
iedere organisatie voor zich en ook alle
tezamen contact onderhouden met bui
tenlandse zusterorganen een mooi,
maar tijdrovend en voorlopig nog weinig
ZWITSAL FABRIEKEN APELDOORN
12
Mevrouw Tremaine trad binnen.
„We kunnen alle drie gaan zitten,"
sprak zij. Ik hielp haar met haar stoel.
Op de een of andere manier was het
haar gelukt een metamorphose te be
werkstelligen van zieke oude dame in
een nogal robuste douairière.
Catherine bediende ons van vlees,
groenten en aardappels. Zwijgend aten
we een paar hapjes. Achter Catheri
ne's stoel hing tegen de muur een
door een doek omhuld schilderij.
„Ik zie dat jullie nog niet met uit
pakken klaar bent," zei ik. Ze keerde
zich om teneinde te zien waar ik naar
keek.
„Dat schilderij? Dat is vader. Je
weet toch dat hij dood is."
Ik antwoordde niets. Ik sneed een
plakje vlees af en kauwde er lang
zaam op. Het was taai. Catherine's ge
zicht kleurde langzaam, om dan bleker
dan ooit te worden. Het was eruit. Nu
kon ze piekeren over wat ze gezegd
had. Ik wierp een blik op mevrouw
Tremaine. Ze keek Catherine aan en
de uitdrukking op haar gezicht was
bepaald venijnig. Ik stak een volgend
plakje vlees in mijn mond. Catherine
had opgehouden met eten. Ze wreef
met bei haar handen langs haar sla
pen.
„En?" sprak ze tenslotte.
„Ja?" vroeg ik.
„Wat is er?"
„Ik heb niets gezegd."
„Jezit te denken."
„Nee, jii zit te denken. Je denkt aan
wat je daarnet gezegd hebt over je
vader."
„Hoe zo over vader?"
„Dat hij dood is toch.
Maar ik als zijn zoon moest dat toch
weten?" Opnieuw steeg het bloed in een
golf naar haar wangen. Ze beefde als
een riet.
„Natuurlijk weet je dat."
„Wat is dat voor een dwaze conver
satie?" riep mevrouw Tremaine uit.
Haar stem klonk schril. „Catharine, je
hebt de koffie vergeten."
„Ik zal ze gaan halen," zei Catherine,
terwijl ze opstond.
„Blijf zitten," beval haar moeder. „Ik
haal ze zelf." Mevrouw Tremaine was
reeds overeind en op weg naar de keu
ken. Catherine liet zich zonder protest
weer op haar stoel zakken.
„Ziezo, nu kunnen we praten," zei ik.
„Laten we geen kiekeboe meer spelen
alsjeblieft. Hoe wist je dat ik met die
bus meekwam?"
„Van moeder," zei ze.
„En hoe wist je moeder het?"
„Ze had een telegram gekregen
ik ik weet het heus niet."
Ze stond eensklaps op en liep naar
de keuken. Bij de drempel deinsde ze
terug. Mevrouw Tremaine trad juist
binnen met een presenteerblad en drie
kopjes koffie. Het blad trilde in haar
handen.
„Ga zitten, Catherine. Ik kan het
alleen." Haar stem beefde al evenzeer
als haar handen, maar toch lukte het
haar ieder zijn kopje te geven. Ik keek
naar het tweetal en dacht na over wat
Catherine gezegd had. Een telegram.
Stel eens dat het waar was? Zover ik
kon nagaan, was er maar één die ge
weten had met welke bus ik gegaan
was. Dat was Dikzak. Als hij dat tele
gram gestuurd had, wist hij dus waar
ik op het ogenblik was. Ik nipte van
•mijn koffie en overdacht de situatie.
Dan werkten Dikzak en de Tremaines
dus samen. Wat voor doel ze daarbij
voor ogen hadden, was me een raadsel.
Philip Tremaine dreef zijn wraakoefe
ning wel wat ver. Maar het was en
bleef een duister geheim, dreigend ge
heim. Misschien had ik verkeerd ge
daan Catherine in het nauw te drij
ven, toen ze me vertelde, dgt haar
Vader dood was. Ik had beter net kun
nen doen of ik het niet gehoord had.
Ze zat me met angstige ogen aan te
kijken. Er stonden zweetdroppels op haar
voorhoofd. Langzaam dronk ik van mijn
koffie. Erg goed smaakte ze niet.
„Philip wil nog wat koffie", zei Ca
therine.
„Welnee. Zijn kopje is nog half vol!"
„Ik zal ze wat voor hem opwarmen."
Ze liep om de tafel heen naar mij toe
en nam mijn kopje. Het was een nogal
doorzichtig voorwendsel om de kamer
te kunnen verlaten. Haar hand beefde,
zodat de koffie over de rand heen gulp
te. Het volgend moment duikelde het
kopje helemaal om en stortte zijn in
houd over het tafellaken en mijn broek.
„Catherine! Domoor!" riep mevrouw
Tremaine uit. „Kijk eens wat je gedaan
hebt!"
„Och, kom", zei ik. „Ik heb me hele
maal niet bezeerd." Ik stond op en
veegde mijn broek met mijn servet af.
„Excuseer me een ogenblik, dan ga ik
boven een andere broek aantrekken."
„Ja, doe dat, toe", zei Catherine. Het
klonk als een zucht.
VH
Ik liep door de huiskamer, door de
hall en de trap op. Het was al met al een
idiote situatie, maar ik was niet van
plan dit alles nog recht te zetten. Ik
was op weg naar boven en als ik ergens
een raam vond, waar ik uit kon sprin
gen, dan was ik beslist niet van plan
weer terug te gaan. Ze konden daar be
neden op me wachten tot Sint Jutte-
mis.
Ik bereikte de bovenste trede. Het
leek alsof er aan alle kanten naalden
in mijn hoofd gestoken werden. Het
scheen of ik door iets onzichtbaars vast
gegrepen en tegengehouden werd.
Werktuigelijk ging ik de gang door en
bereikte mijn kamer. Ik wierp de deur
open en draaide het licht aan.
Ik liep de kamer door en duwde een
van de ramen open. Alle vensters gaven
uitzicht op de heuvelhelling en de af
stand tot de grond bedroeg zowat vijf
meter. Genoeg om een been te breken.
Het geprik in mijn hoofd nam toe en
de rillingen liepen over mijn rug. Ik
voelde het bloed zwaar in mijn keel
kloppen.
Ik legde mijn hand op de haldeur en
opende die zachtjes. Van beneden klonk
geen enkel geluid. Meer naar achteren
toe eindigde de gang in een deur met
een glazen paneel, die toegang gaf tot
een klein balcon. Ik ging erheen en
keek over de balustrade. Het huis was
achterwaarts tegen de heuvel op ge
bouwd, zodat hier de afstand tot de
grond maar een meter of twee was. Dat
viel mee. Ginds, tegen de heuvel op, zag
ik de stralenbundels van auto's op de
hoofdweg. Ergens stond een groot, ver
licht reclamebord, waarop een meisje
met een bierglas in haar hand mij ge
zondheid toedronk. De andere kant uit
kijkend kon ik nog een gedeelte van de
stad beneden rnjj zien.
(Wordt vervolgd)
positieve steUingname zij het dan ook
met alle fouten, die daaraan verbonden
waren heeft een actie teweeggebracht,
die nu wellicht heilzame resultaten zal
kunnen opleveren.
Het is immers ook aan haar te dan
ken, dat na iedere drie maanden onze
jeugdleiders in een recollectie te samen
komen. Zij strekt ook haar activiteit uit
tot de militaire dienst, zij kent in ver
schillende plaatsen haar eigen wijkwerk
en wanneer wij nu opnieuw de vraag
aan de orde stellen <ji de verhouding
K.A. Mannelijk Jeugdwerk niet in hoge
mate verwarrend is, dan zouden wij bij
de beantwoording daarvan tot grote om.
zichtigheid willen aansporen.
Want daar is in onze jeugdbeweging
een stroming die ons zeer gevaarlijk
voorkomt. Dat is de stroming, die wg
ooit zeer ad rem de overkoepe
lingswaanzin hoorden noemen. En men
moet nu eenmaal niet alles maar
tegen wil en dank willen samenvoegen,
Ja ons derde artikel over het pro
bleem der 50.000 is een hinderlijke
fout geslopen, die dient te worden
gecorrigeerd. In ons betoog over de
K.A. kon men lezen: „Wie krijgt van
de Kerkelijke Overheid die speciale
officiële zending, die hem meen
den de anderen verantwoor
delijk maakt voor het (her-kerste-
ning van het eigen milieu.
Dit moet zijn: „Wie krijgt van de
Kerkelijke Overheid die speciale, of
ficiële zending, die hem meer
dan de anderen verantwoor
delijk maakt voor het herkerstenen
van het eigen milieu".
Onze excuses.
effect sorterend werk en ge kunt u
wellicht een beeld vormen van de inder
daad gigantische moeilijkheden, waar
voor onze jeugdleiders geplaatst wor
den. Om onder die omstandigheden, met
de volle wind tegen, optornend tegen
ondank, verachting en wanbegrip, voort
te werken, vordert grote moed. En als
onze Ned. jeugdleiders die moed weten
op te brengen en samen met alle katho
lieke jongeren van de gehele wereld,
verenigd in het „Bureau Internationale
de Jeunesse Catholique", in Rome het
„Domus Pacis" zullen bouwen, dan mo
gen alle stuurlui aan de wal daaraan een
voorbeeld nemen.
Zie ons blad van 2 Aug. 1949.
Volgens een U.P.-bericht uit Batavia
heeft Donderdag het „Bataviaasch
Nieuwsblad" groot opzien gebaard met
de publicatie van beschuldigingen aan
het adres van hooggeplaatste Neder
landse officieren in een artikel van drie
kolom, waarin werd beweerd dat zij
malversaties hebben gepleegd met mi
litaire voorraden en dat een onder
luitenant van het K.N.I.L. zou zijn ver
moord, omdat hij te veel wist. Het
blad eiste een officieel onderzoek.
De Poolse bisschop mgr. Gawlina zal tus
sen 25 Augustus en 12 September een be
zoek brengen aan Nederland. Hij zal daarbij
achtereenvolgens Breda, Utrecht, Den Bosch,
Eindhoven, Arnhem, Haarlem, Vlissingen en
Slikkerveer bezoeken.
6 September komt mgr. Gawlina naar
Limburg, waar hij in Heerier heide een pon
tificale Hoogmis zal celebreren. Op zijn
rondreis in Nederland zal hij zijn Poolse
landgenoten bezoeken, en ook in de Lim
burgse mijnstreek met de Poolse mijnwer
kers contacten opnemen. 5 September be
zoekt mgr. Gawlina de bisschop van Roer
mond. Hij zal tevens bezoeken afleggen bij
de directie der Staatsmijnen en bij de bur
gemeester van Maastricht. Tussen 5 en 8
September zal de Poolse bisschop in de mijn
streek de verschillende gezellenhuizen en
ziekenhuizen bezoeken, waar zijn Poolse
landgenoten zijn ondergebracht. 8 Septem
ber houdt de bisschop een toespraak tot de
Poolse aalmoezeniers. 9, 10 en 11 Septem
ber brengt mgr. Gawlina nog een bezoek
aan Hengelo, Enschede en andere plaat
sen in Twente.
Van 3 tot en met 9 Augustus is te
Nijmegen het derde Provinciaal Kapit
tel gehouden van de paters van het Al
lerheiligst Sacrament onder voorzitter
schap van de hoogeerw. pater Provin
ciaal J. Schrijvers. Tijdens dit kapittel
werden tot consultoren gekozen de pa
ters H. Gelens, overste van Steversbeek,
A. Schelstraete Sr., pastoor van Brak-
kenstein, C. de Krom, lector aan het
Scholasticaat van Brakkenstein en C.
van der Zant, overste van Leicester in
Engeland. Pater H. Verstappen te Brak
kenstein werd herkozen tot econoom.
Z. Em. Kardinaal de Jong, aartsbis
schop van Utrecht, heeft benoemd tot
pastoor van de parochie van de H. Bar
bara te Culemborg pater F. G. Liphuij-
zen; tot assistent van de parochie van
de 'H. Augustinus te Utrecht pater J. P.
J. Broekman; tot kapelaan van de pa
rochie van de H. Monica te Utrecht pa
ter dr. J. J. Sedelaar; tot aalmoezenier
van het Stads- en Academisch Zieken
huis te Utrecht de paters G. A. J. Rijns-
bergen en W. Toering: tot kapelaan van
de parochie van de H. Barbara te Cu
lemborg pater W. C. B. Hendriks.
Mgr. J. P. Huibers, bisschop van Haar
lem heeft benoemd tot kapelaan van
de parochie van het Allerheiligst Sa
crament te Amsterdam pater B. Hooge-
veen; tot kapelaan van de parochie van
de H. Rita te Amsterdam pater Th. A.
van Westing: tot kapelaan van de H.
Augustinus te Amsterdam pater H. J.
J. Link.
De hoogeerw. pater Provinciaal der
paters Augustijnen heeft benoemd tot
Prior van het klooster Mariënhage te
Eindhoven pater Joachim Doensen.
Het algemeen productiecijfer van de
Nederlandse industrie bedraagt over
Juni 1949 (1938 100' 122 tegen 125 in
Mei en 120 in April j.l. (1948: 113, 1947:
94) bij een aantal arbeidsdagen van 23
Wb Mei eveneens 23).