Reg ering trekke wetsontwerp Was jeugdbeweging wereldvreemd? Hatta: Op elke conferentie worden harde noten gekraakt HET WESPENNEST Sport eerst nu als belangrijk vormingsmiddel erkend in Opnieuw de K.A. Het probleem der 50.000 Problemen tussen meisje en jongen Eerste Kamer: Zij kome met Staten tot overeenstemming Wapenembargo opgeheven voor Midden-Oosten Hy bewandelt de voorzichtige weg Op Schiphol aan gekomen IV Malversaties met mil. voorraden VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1949 PAGINA 3 INTERIMREGELING SURINAME Hygiëne in marine- opleidingskamp Vrijlating prijzen T> (Van een onzer redacteuren) Terloops hebben wij in ons eerste artikel de vraag aan de orde gesteld: „Staat onze jeugdbeweging in hei middelpunt van hei katholieke leven?" Wij hebben dat toen ontkend, doch daarmede is de zaak niet afgedaan. Hei gaai immers niet aan alleen deze vraag ie stellen, men moei haar ook durven omkeren. Men moet ook durven vragen: En de jeugdbeweging zelf? Is zij niet wereldvreemd? Heeft zij wel steeds voldoende oog gehad voor de doodgewone realiteit van iedere dag? Heeft zij zich voortdurend gericht naar de behoefte of heeff zij zich als een schone slaap ster.verloren in de beschouwing van eigen wezen of misschien zelfs in die van eigen voortreffelijkheid? En eerlijk, wanneer men deze vragen gewetensvol wil be antwoorden, dan kan di± antwoord helaas niei onverdeeld gunstig zijn. Want terwijl men aan de ene kant en wij wijzen opnieuw naar ons eerste artikel, waarin wij speciaal hef probleem massajeugd en jeugdorganisaties in het licht stelden zoveel mogelijk getracht heeft zich op die realiteit te bezinnen, aan de andere kant heeft men haar opvallend verwaarloosd. Wij denken hierbij aan de sport. door David Duncan -Correctie- MGR. GAWLINA NAAR NEDERLAND Paters van het Allerheiligst Sacrament Benoemingen H«t voorlopig verslag der Eerste Ka- er over de interim-regeling Suriname j® thans verschenen. Zich aansluitende J>!) het standpunt van de Staten van Su rname en in afwijking van dat der re- genng zyn verschillende leden van oor- dat, wanneer de overgang naar de nieuwe rechtsorde wettelijke voorzienin gen vordert, als bedoeld in artikel 210 "W Grondwet, principieel zowel de sa- J?®nwerking als de zelfstandigheid ge- 'Okelyk behoren te worden opgebouwd. Over de amendering van het ontwerp «oor dg Tweede Kamer wordt gezegd: Verscheidene leden, zo even reeds aan net woord, verklaarden zich ook ten aan een van het verschil van inzicht tussen ne regering en de Staten over het karak- 'er van de interim-regeling in hoofdzaak aan de zijde der Staten te scharen. De Staten nemen het standpunt in, «at een wet, als waarvan hier sprake is, niet tot stand kan komen alvorens over eenstemming omtrent de inhoud is be- neikt tussen Nederland en Suriname. De ®an het woord zijnde leden meenden, dat e nieuwe rechtsorde moet worden op- fn& °UWd °P volwaardig overleg (art. "Vol, niet meer, nadat de voogd de pupil ''echts heeft „gehoord" (art. 631. De regering zou beter hebben gedaan, «Ustel van de behandeling van het ont werp te vragen, totdat zij in nieuw over ig het oordeel van Suriname over de jjniendementen zou hebben ingewonnen, nadere behandeling van het ontwerp de Tweede Kamer moet als niet min- °er dan een dringende noodzakelijkheid "Orden beschouwd. Mocht nieuw overleg onverhoopt niet tot overeenstemming leiden of ïelfs vooralsnog niet mogelijk blij ken, dan zagen deze leden niet, hoe sij het wetsontwerp in zijn tegen woordige gedaante zouden kunnen kanvaarden en zouden zij de rege ling in overweging willen geven de uitrekking er van te bevorderen. Volgens andere leden zou het'juister 'Jn geweest, indien na de indiening van 6 amendementen de regering schorsing *an de behandeling van het ontwerp had aangevraagd, mede om aan de leden der 'Weede Kamer gelegenheid te geven, de ~®tekenis van deze amendementen rustig v® overwegen, of indien, toen zij werden kenSen°men' h6t ontwerp was 'ngetrok- verband hiermede stelden deze ~®aen de vraag, of de regering in dit sta- "'Um op verdere behandeling nog wel Wis stelt. Betreurd werd, dat, hoewel de aan gaande Ronde-Tafelconferentie met In- °hesië op haar agenda heeft de souve- Het Eerste Kamerlid de heer Schoo- ?®nberg (C.P.N.) heeft de minister van j-'orlog en van Marine een aantal Schriftelijke vragen gesteld over een ®rÜkel in het „Algemeen Handelsblad" ?n 27 Juli 1949 onder het hoofd: „Hy- S'ëne in marine-opleidingskamp laat te "ensen over", waarin wordt bekend §emaakt, dat in genoemd kamp, waar voortdurend gemiddeld 2500 jonge '■'onsen van 16 tot 24 jaar hun eerste ''fee oefentijd moeten doormaken, Tr- Oygione geheel te wensen overlaat. ff'J Verzoekt de minister, bij de beves- ''gende beantwoording hiervan in deze onmiddellijk de nodige veranderingen ®®n te brengen en maatregelen te beffen. Bi de Staatscourant van Donderdag is gepubliceerd de „beschikking tot vrij- eting van de prijzen voor behangers- electrotechnische werkzaamheden ®-a. reiniteitsoverdracht aan een Indonesische regering en de gelijktijdige totstandko ming van een Nederlands-Indonesische Unie, het grondwettelijk voorgeschreven overleg over de vraag, of het Koninkrijk, dan wel Nederland alleen, deelgenoot van Indonesië in de Unie zal zijn, en, in het eerste geval, of Nederland dan bin nen de Unie rechtstreekse betrekkingen met Indonesië zal onderhouden, nog niet had plaats gehad en zelfs, voor zover men wist, nog niet was voorbereid, wat in het bijzonder het vooroverleg tussen Nederland, Suriname en de Antillen be treft. Gevraagd werd, hoe de regering zich de gang van zaken heeft gedacht. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties besloot gisteren om het embargo op wapens naar het Nabije Oosten op te heffen. De stemmingsuitslag was ne gen tegen nul met onthoudingen van Rusland en de Oekraïne. De Veiligheidsraad heeft gisteren te vens met negen stemmen voor en de onthouding van de Sovjet-Unie en de Oekraïne besloten dr. Bunche te ont heffen van zijn post als waarnemend bemiddelaar in Palestina. Er zal al daar slechts een kleine staf functio narissen der Verenigde Naties achter blijven om het toezicht te houden op de wapenstilstandsovereenkomsten tussen Israël en de Arabische staten. President Truman heeft op een pers conferentie bekend gemaakt, dat hij ge neraal Omar Bradley heeft benoemd tot voorzitter van de gezamenlijke stafchefs. Hierdoor wordt generaal Bradley de hoogste militaire officier van de V. S. (Van een onzer verslaggevers) Opnieuw kwamen Donderdagmiddag 32 gedelegeerden voor de Ronde-rafel conferentie op Schiphol aan, onder wie Moh. Hatta, dr. J. Sippel, vertegenwoor diger van de Kath. Minderheidsgroep in Indonesië en dr. Enthoven, Staatsse cretaris voor Staatkundige Hervormin gen, alsmede de vorsten van Solo. In de overvolte en het hevige geroezemoes van het ontvangstlokaal heeft Hatta heel moeilijk verstaanbaar de vra gen van de zeer vele aanwezige jour nalisten beantwoord, die van de ont vangst alvast een vierkante-tafelconfe rentie maakten. Natuurlijk kwamen (weer) de „harde noten" ter sprake, die volgens Rum op de conferentie gekraakt zouden wor den. Och, antwoordde Hatta ontwijkend, die worden op elke conferentie ge kraakt. Of hij optimistisch was? De conferentie is een kwestie van vertrou wen, aldus Hatta, hoe eerder ze afge lopen is hoe beter. Als men elkaar vier jaar gewantrouwd heeft, blijft er altijd wel een beetje wantrouwen bestaan. In ieder geval had de nota van minister v. Maarseveen over de aanvang van de conferentie hem zeer teleurgesteld. Hat ta hield vast aan de uitlating van dr. v. Royen in de Veiligheidsraad, dat de overdracht van de souvereiniteit aan de Verenigde Staten van rndonesië „on voorwaardelijk" moet geschieden en on der „onvoorwaardelijk" verstaat hij reëel en compleet. Maar kan er oyer dat „onvoorwaardelijk" geen verschil van inzicht bestaan, wilde een der journa listen weten. Dat verschil heb ik nog niet opgemerkt, was het zeer voorzich tige antwoord. En al even voorzichtig was het antwoord van Hatta over de gebeurtenissen in Solo, waarover hij Gistereh heeft president Truman ver klaard, dat hij een order voor de terug keer van generaal Douglas Mac Arthur, de geallieerde opperbevelhebber in Japan zal tékenen, wanneer Mac Arthur de wens hiertoe te kennen geeft. Tru man zei dit in antwoord op eisen van verschillende senatoren, dat MacArtnur terug moet keren en getuigenis afleggen in verband met de wet voor gewapende hulp ten bedrage van 1450 millioen dollar. Minister van Maarseveen begroet Hatta bij diens aankomst op Schiphol. zich niet wilde uitlaten. Dat er moei lijkheden waren bij de uitvoering van de order: Staakt het vuren, ontkende hij niet. Die moeilijkheden weet hij aan de verspreiding van de Republikeinse troepen, die over 2000 posten verdeeld zijn tegen de Nederlandse troepen over 900 posten. Bovendien zijn er nog onge regelde troepen, die altijd tegen de Re publiek hebben gevochten en blijven vechten. De Republiek hoopt echter deze troepen onder controle te krijgen. De leden van de Indonesische delega tie hadden twee keer tezamen geconfe reerd en inzake vele punten overeen stemming bereikt. Er zijn echter ook onbesproken punten overgebleven, voegde Hatta hieraan toe. Over zijn be zoek aan Pandit Nehru vertelde hij slechts, dat hij de reëds lang bestaande vriendschap heeft hernieuwd en inlich tingen ingewonnen over de verhouding van India tot Engeland. Minister v. Maarseveen, die de Indo nesische gedelegeerden al bij het uit stappen uit de K.L.M. Constellation „Eindhoven" had begroet, kwam tijdens het „praatje" over de tafel met de pers, afscheid nemen van Hatta om naar Den Haag terug te keren, een afscheid, dat ongetwijfeld wel zèèr tijdelijk zal zijn! Alleen over de Oceaan Als de maag jeukt Een snor als offerande - Weer naar de diepzee - „De-hypnotisering per telefoon T) eter Allcard, 'n 34-jarige Londense U scheepsbouwer, is in 81 dagen, ge- v, heel alleen van Gibraltar naar New 5°rk de Atl. Oceaan overgestoken. Hij 6®d dit in een zeilboot van 8.85 meter ufëte, voorzien van twee masten. Het u?artuigje is als jol getuigd en heeft een 'e'he hulpmotor. Allcard, die zonder omhaal de haven J8" New York binnen kwam zeilen, Inklaarde tegenover een verslaggever, hij reeds lang iets dergelijks had umen doen, en dat hij slechts het avon- Ef r zocht. „Het was een prachtig avon- <Tür> en mijn vriendjes de haaien wis- niet hoe dicht ze bij verschillende |®le8enheden bij een maal waren." On- g?.veer veertien dagen geleden, zo zeide '1- Was hij naar voren gegaan om een SrPr°ken lijn te herstellen, nadat hij het e?er had vastgezet. Hij kreeg daarbij VtS s'aS van een loshangende katrol en bewusteloos op dek. Hoelang hij gelegen had kon hij niet zeggen, gp?" gelukkig was hij niet over boord hoi j en had het vaartuig koers ge- ho Op een andere keer werd hij Sch6en. middag wakker en zag, dat. het t^ eePje op het punt stond een walvis Alirammen- De hulpmotor gebruikte di.„c?rd alleen in geval van nood, al- 08 het Wad. H P".. groot circus, dat te Keulen "-i fijn tenten heeft opgeslagen, stgrt hield in de straten van de stoet je traditionele parade.è Toen de hield oor een der hoofdstraten trok, groeft1 de olifanten stil bij een grote hitsten en fruithandel en begonnen de hiithu'rt St leeg te halen. Men kon de te va en er niet toe krijgen hun weg en dery°igen, voordat de laatste tomaat hen, matste sperzieboon verorberd wa- Andre Philip, de voormalige Franse minister en leidende figuur in de verSc, °eweSing voor Europese Eenheid, van dtfv1 Sistermorgen ter bijeenkomst ^filbeUpE«r°pese Assemblee zonder zijn yrienri„„ zware zwarte snor. Aan zijn d af r>o "Prhlaarde hij, dat hij zijn snor \JferanrtS„ oren "als een souvereiniteits- rtl)0thaari, daarbij doelend op een der AsseUS® Punten van bespreking in van d hameiijk het terzijde stel de nationale souvereiniteit. yV'! ®arton, diepzee-onderzoeker van Amerikaanse marine, zal mor- d?iClltenzÜn nieuwe benthoscoop In h- Hr meter diep in zee af te li^t va zal zijn poging wagen voor de lib, eiland Santa Cruz bij Ca- De grootste diepte, die tot dusver be reikt is, was 1,009 meter. Barton en Wil liam Beebe vestigden dit record in 1943 voor de kust van Bermuda. Het toestel, waarmee zij afdaalden^ was de bathy sphere. De benthoscoop, die een diameter heeft van 2.70 meter, is een holle stalen kogel met een wand van 4.2 centimeter dik. De kogel wordt aan een stalen kabel neergelaten en naar boven gebracht. De kogel is voorzien van een glazen raam. Zal Barton lukken, wat Piccard mislukt is? De „Daily Herald" verhaalt van een negentienjarig meisje te Chelten ham, Joyce Dovey, dat, dertien da gen na het fungeren als „slachtoffer" bij een experiment van do bekende hypno tiseur Peter Casson, nog steeds niet uit haar hypnose ontwaakt schijnt te zijn. Toen Peter Casson, na afloop van zijn experiment, de onder zijn invloed ge brachte proefpersonen weer in normale toestand terugbracht, was Joyce daar niet bij. De volgende dagen kreeg het meisje herhaaldelijk flauwtes, in het bijzonder wanneer iemand het woord tot haar richtte. In een bioscoop verloor zij eveneens het bewustzijn, zodat ze weggebracht moest worden. Verder wekt zij, bij haar gewone doen, de in druk van niet geheel bij haar positieven te zijn, terwijl ze enigszins houterig loopt zoals tijdens het experiment op het toneel. Haar ouders winnen thans het advies van een psychiater in. Peter Cas son heeft inmiddels reeds verklaard, dat hij het meisje, desnoods per telefoon, met een paar woorden tot normale toe stand terug zou kunnen brengen. Naar Reuter thans meldt, heeft Casson inder daad door een telefoongesprek met het meisje de hypnose verbroken. NATUURAZIJN OP Z'N BEST 62. De volgende dag begonnen de Wongabiti's onmiddellijk met de bouw van'de boot, welke M'baro Eric had beloofd. De Noorman nam zelf de leiding en onder zijn aanwijzingen ontstonden weldra de eerste omtrekken van een kleine, sterke zeilboot. Tevreden bekeek Eric de lijnen van het vaartuig. Dit zou een snelle zeiler worden, waarmee hij het vlot, waarop Baldon het gestolen goud der Ozmecs ver voerde, gemakkelijk hoopte in te halen. Zo was hij met zijn gedachten hiermee bezig, dal hij Halsa en Aïika, die aarzelend op hem toekwamen, eerst opmerkte toen zij vlak voor hem stonden. „Ha Halsa," zei hij vrolijk. „We vorderen prachtig. Binnen enkele dagen vertrekken we. En ik beloof je dat we Baldon een gepeperde rekening zullen voorleggen." „Ericzei Halsa verlegen. „Ik denk ehik vrees dat ik je ditmaal niet zal vergezellen Aitka en ik Het is erg moeilijk uit te leggen Maar Erie begreep het al. „Aha!" riep hij lachend uit. „Dus zó moet ik de laatste van mijn mannen verliezen! Wel, er was geen betere manier denkbaar! Van harte, Halsa! AitkaIk hoop dat jullie hier gelukkig worden." En spontaan drukte hij hun de hand. „Ik hoop dat je hier wilt blijven tot de huwelijksplechtigheid voltrokken is," zei halsa gelukkig. „Aitka en ik zouden dat erg prettig vinden." Doch Erie schudde het hoofd. „Neen," zei hij nadrukkelijk. „Ik heb een opdracht uit te voeren. De ouae vete tussen mij en Baldon moet beslecht worden eer ik met het goud naar Noorwegen terug kan keren. En thuis wacht mij Winonah, mijn vrouw. Neen Hatta, hoe graag ik ook zou willen, ik moet vertrekken zodra de boot gereed is." En daar was hij niet vanaf te brengen. Toen enkele dagen later het ranke vaartuig klaar was, liet hij proviand en water aan boord brengen en na afscheid van eder- een genomen te hebben stootte hij af. Nog lang wuifden Halsa en Aitka hem na vanuit de kanodie hem een eindweegs vergezeld had, tot het zeil kleiner en kleiner werd. ,X>aar gaat de dapperste man, de trouwste vrienddie ik ooit gekend heb," mom pelde Halsa. „Vaarwel Erie. Eenmaal zullen wij elkander terugzien." Langzaam vervaagde het land achter de kleine boot. Tot slechts wind en zee het vaartuig omringden. Erie trok de schoot strak en staarde naar de horizon; een horizon waarachter nieuwe, onbekende avonturen lagen.1 EINDE VAN DIT AVONTUUR. Te lang is de Ned. Kath. Sportbond, in het gezin der jeugdorganisaties be schouwd als stiefkind. Te lang heeft men de vormende waarde van de sport zelf willen bagatelliseren en te lang is daardoor een van de meest voortreffeijke middelen, waardoor onze jeugd kan worden gebonden, veronachtzaamd. En zelfs nu, nu de N.K.S. officieel in de Kath. Jeugd raad is opgenomen, is de strjjd nog niet volledig beslecht. Want terwijl de binding tussen de mannelijke jeugd en de sportbond in het Natio naal Beraad Mann. Jeugd reeds is tot stand gekomen, moet diezelfde band tussen het Kath. Vrouwelijk Jeugd werk en de sportorganisaties nog practisch geheel worden gelegd. Dit is een zaak van gewicht. Niet al leen omdat hierbij de goede verstand houding tussen enige kath. organisaties op het spel staat, doch ook en vooral omdat in n door de sportbonden vele en vele duizenden jongens en meisjes worden bereikt, die op generlei andere wijze met katholieke organisaties in contact komen. Wanneer er dus één middel is om althans een deel van die „ongrijpbaren" te bereiken, dan is dat juist door de sport. En het is dan ook de verdienste van de Ned katholieke sportleiders, dat zij alle moeilijk heden ten spijt dit steeds scherp in het oog hebben gehouden en zich wijse lijk hebben beperkt tot die vorming, die goed en doeltreffend door middel van de sport zelf kon worden gegeven. Een sportbeoefenaar nl. beoefent de sport om de vreugde dier beoefening zelve en zal slechts zoveel vorming ac cepteren, als met het wezen van die be oefening verenigbaar is. De sport is echter niet het enige ter rein, waarop wij een tekortkoming zou den willen signaleren. Er is ook nog een ander gebied, een gebied vol voet angels en klemmen, doch dat wij in deze artikelenserie om dér wille van de objectiviteit niet mógen verwaar lozen. Het gebied n.l. van het contact tussen jongen en meisjes. Laten wij beginnen met een aanhaling: „Wij zijn in het verleden wel eens te kin derachtig geweekt". Het was weer een nationaal aalmoezenier, die ons deze ruiterlijke bekentenis deed. Hij voegde er echter aan toe, dat ook op dit terrein sprake is van een zekere ken tering. En hij bewees ons dit. Op de eerste plaats bestaat er nu 'n Kath. Jeugdraad. Een officieel erkend orgaan, waarin voor het eerst in de geschiedenis van ons jeugd werk de vertegenwoordigers van de man nelijke en vrouwelijke organisaties samen komen en samen spreken over alle zaken, die gemeenschappelijk zouden kunnen wor den aangesneden. En reeds nu nog zo kort na de oprichting heeft dit contact al resultaten opgeleverd. Er is in Neder land een Kath. Volksdansinstituut opge richt en onder de patronage van deze in stelling dansen in honderden plaatsen Kath. jongens en meisjes samen die verrukke lijke oude volksdansen. Er is een Kath. Vacantiehuizencentrale en daarin zal zij het op beperkte schaal het gemengde trekken worden toegestaan. Men moet deze enkele symptomen echter niet verkeerd uitleggen. Zij dui den niet in de richting van gemengde kath. jeugdorganisaties. Die kent Neder land niet en die zal Nederland zolang daartegen een officieel bisschoppelijk verbod bestaat niet leren kennen ook. Het is een andere ontwikkeling. Het is een kentering in de gedachtenwereld, die vooral van invloed zal zijn op de vor ming binnen de diverse bestaande jeugd- groeperingen. Daar mag men verwach ten, dat om andermaal met die aal moezenier te spreken de kinderach tigheid zal verdwijnen. Dat de negatieve argumentatie zal plaats maken voor een gezonde positieve beïnvloeding. Uiteraard kan men daarvoor geen al gemene regels opstellen. Het is een ma terie, die van plaats tot plaats verschillen zal opleveren en men moet ook niet menen, dat de jeugdorganisaties zich hierin nu eens zullen vastbijten. Deze kwestie immers moet voor alles door de ouders zelf ter hand worden genomen. En als wij hier de jeugdbewegnig van gisteren wereldvreemdheid verwijten door een al te negatief standpunt, dan dient daaraan billijkheidshalve te wor den toegevoegd, dat deze houding mis schien mag worden verklaard uit een minstens even grote terughoudendheid van de zijde der ouders Zelf. Automatisch keren wjj hierdoor nu terug tot het onderwerp van ons derde ar tikel: de K.A. Immers ook zij en zij vooral beeft hier een taak. En hoezeer ook haar vormingsweken, haar inleidingen tot het volle leven, haar verloofdenweken en voor bereidingscursussen op het huwelijk door de buitenwereld vaak met spot en hoon zijn ontvangen, men kan niet ontkennen, dat zij hier baanbrekend werk heeft ver richt. Men kan niet bestrijden, dat zij juist op dit terrein gewerkt heeft als zuurdesem van het brood der jeugdorganisaties. Haar want de geschiedenis van de jeugdbewe ging uit de eerste twee jaar na de oorlog is er om aan te tonen tot welke funeste gevolgen dat leiden kan. Zo ligt nu o.i. ook de verhouding K.A. Jeugdwerk. Hier bestaan en niemand, die dat ontkennen zal verschillende spanningen, er zijn terreinen, waarop beide organisaties elkaar behoorlijk overlappen, doch o.i. is de tijd voor een werkelijk doeltreffende en algemeen als billijk aanvaarde sanering nog niet aan gebroken. Aan de ene kant is de K.A. nog te jong om al voldoende volgroeid te zijn en aan de andere kant leven binnen de jeugdbewegingen nog zoveel andere spanningen, dat men beter doet die eerst weg te nemen. Te eniger tijd zal dan wel het moment aanbreken, waarop de overzichtelijker K.A. en een eveneens tot wasdom geko men jeugdbeweging elkaar zullen vin den. Uit de samenvoeging van twee on rijpe vruchten kan nu eenmaal weinig goeds voortkomen. Tenslotte nog dit. Voor wij in het vijf de en laatste artikel onze conclusies samenvatten, moeten wij naast alle ver wijten en aanmerkingen, nog een aantal „verzachtende omstandigheden" aanvoe ren. De na-oorlogse jeugdbeweging is nog jong. Zij is niet zelden ontstaan uit de samenvoeging van zeer heterogene elementen. Zij wordt voortdurend be dreigd door het spook van de militaire dienst, dat ieder jaar opnieuw haar beste mankracht naar den vreemde afvoert. Zij is geplaatst in een tijd, waarin de gehele wereld kraakt in haar voegen en zij werkt voort onder de niet aflatende be dreiging van een nieuwe oorlog, die vooral de jongeren doet twijfelen aan de zin van iedere organisatie. „Geloof je nog wel in God en geloof je nog in de mogelijkheid van een ge zonde maatschappelijke opbouw?", dat zijn de vragen, die in ieder vormings programma weerkeren en beter dan welk betoog ook illustreren zij de bij uitstek moeilijke positie, waarin ons jeugdwerk verkeert. Voeg daar nog bij het simpele feit, dat de geest van de tijd vordert, dat iedere organisatie voor zich en ook alle tezamen contact onderhouden met bui tenlandse zusterorganen een mooi, maar tijdrovend en voorlopig nog weinig ZWITSAL FABRIEKEN APELDOORN 12 Mevrouw Tremaine trad binnen. „We kunnen alle drie gaan zitten," sprak zij. Ik hielp haar met haar stoel. Op de een of andere manier was het haar gelukt een metamorphose te be werkstelligen van zieke oude dame in een nogal robuste douairière. Catherine bediende ons van vlees, groenten en aardappels. Zwijgend aten we een paar hapjes. Achter Catheri ne's stoel hing tegen de muur een door een doek omhuld schilderij. „Ik zie dat jullie nog niet met uit pakken klaar bent," zei ik. Ze keerde zich om teneinde te zien waar ik naar keek. „Dat schilderij? Dat is vader. Je weet toch dat hij dood is." Ik antwoordde niets. Ik sneed een plakje vlees af en kauwde er lang zaam op. Het was taai. Catherine's ge zicht kleurde langzaam, om dan bleker dan ooit te worden. Het was eruit. Nu kon ze piekeren over wat ze gezegd had. Ik wierp een blik op mevrouw Tremaine. Ze keek Catherine aan en de uitdrukking op haar gezicht was bepaald venijnig. Ik stak een volgend plakje vlees in mijn mond. Catherine had opgehouden met eten. Ze wreef met bei haar handen langs haar sla pen. „En?" sprak ze tenslotte. „Ja?" vroeg ik. „Wat is er?" „Ik heb niets gezegd." „Jezit te denken." „Nee, jii zit te denken. Je denkt aan wat je daarnet gezegd hebt over je vader." „Hoe zo over vader?" „Dat hij dood is toch. Maar ik als zijn zoon moest dat toch weten?" Opnieuw steeg het bloed in een golf naar haar wangen. Ze beefde als een riet. „Natuurlijk weet je dat." „Wat is dat voor een dwaze conver satie?" riep mevrouw Tremaine uit. Haar stem klonk schril. „Catharine, je hebt de koffie vergeten." „Ik zal ze gaan halen," zei Catherine, terwijl ze opstond. „Blijf zitten," beval haar moeder. „Ik haal ze zelf." Mevrouw Tremaine was reeds overeind en op weg naar de keu ken. Catherine liet zich zonder protest weer op haar stoel zakken. „Ziezo, nu kunnen we praten," zei ik. „Laten we geen kiekeboe meer spelen alsjeblieft. Hoe wist je dat ik met die bus meekwam?" „Van moeder," zei ze. „En hoe wist je moeder het?" „Ze had een telegram gekregen ik ik weet het heus niet." Ze stond eensklaps op en liep naar de keuken. Bij de drempel deinsde ze terug. Mevrouw Tremaine trad juist binnen met een presenteerblad en drie kopjes koffie. Het blad trilde in haar handen. „Ga zitten, Catherine. Ik kan het alleen." Haar stem beefde al evenzeer als haar handen, maar toch lukte het haar ieder zijn kopje te geven. Ik keek naar het tweetal en dacht na over wat Catherine gezegd had. Een telegram. Stel eens dat het waar was? Zover ik kon nagaan, was er maar één die ge weten had met welke bus ik gegaan was. Dat was Dikzak. Als hij dat tele gram gestuurd had, wist hij dus waar ik op het ogenblik was. Ik nipte van •mijn koffie en overdacht de situatie. Dan werkten Dikzak en de Tremaines dus samen. Wat voor doel ze daarbij voor ogen hadden, was me een raadsel. Philip Tremaine dreef zijn wraakoefe ning wel wat ver. Maar het was en bleef een duister geheim, dreigend ge heim. Misschien had ik verkeerd ge daan Catherine in het nauw te drij ven, toen ze me vertelde, dgt haar Vader dood was. Ik had beter net kun nen doen of ik het niet gehoord had. Ze zat me met angstige ogen aan te kijken. Er stonden zweetdroppels op haar voorhoofd. Langzaam dronk ik van mijn koffie. Erg goed smaakte ze niet. „Philip wil nog wat koffie", zei Ca therine. „Welnee. Zijn kopje is nog half vol!" „Ik zal ze wat voor hem opwarmen." Ze liep om de tafel heen naar mij toe en nam mijn kopje. Het was een nogal doorzichtig voorwendsel om de kamer te kunnen verlaten. Haar hand beefde, zodat de koffie over de rand heen gulp te. Het volgend moment duikelde het kopje helemaal om en stortte zijn in houd over het tafellaken en mijn broek. „Catherine! Domoor!" riep mevrouw Tremaine uit. „Kijk eens wat je gedaan hebt!" „Och, kom", zei ik. „Ik heb me hele maal niet bezeerd." Ik stond op en veegde mijn broek met mijn servet af. „Excuseer me een ogenblik, dan ga ik boven een andere broek aantrekken." „Ja, doe dat, toe", zei Catherine. Het klonk als een zucht. VH Ik liep door de huiskamer, door de hall en de trap op. Het was al met al een idiote situatie, maar ik was niet van plan dit alles nog recht te zetten. Ik was op weg naar boven en als ik ergens een raam vond, waar ik uit kon sprin gen, dan was ik beslist niet van plan weer terug te gaan. Ze konden daar be neden op me wachten tot Sint Jutte- mis. Ik bereikte de bovenste trede. Het leek alsof er aan alle kanten naalden in mijn hoofd gestoken werden. Het scheen of ik door iets onzichtbaars vast gegrepen en tegengehouden werd. Werktuigelijk ging ik de gang door en bereikte mijn kamer. Ik wierp de deur open en draaide het licht aan. Ik liep de kamer door en duwde een van de ramen open. Alle vensters gaven uitzicht op de heuvelhelling en de af stand tot de grond bedroeg zowat vijf meter. Genoeg om een been te breken. Het geprik in mijn hoofd nam toe en de rillingen liepen over mijn rug. Ik voelde het bloed zwaar in mijn keel kloppen. Ik legde mijn hand op de haldeur en opende die zachtjes. Van beneden klonk geen enkel geluid. Meer naar achteren toe eindigde de gang in een deur met een glazen paneel, die toegang gaf tot een klein balcon. Ik ging erheen en keek over de balustrade. Het huis was achterwaarts tegen de heuvel op ge bouwd, zodat hier de afstand tot de grond maar een meter of twee was. Dat viel mee. Ginds, tegen de heuvel op, zag ik de stralenbundels van auto's op de hoofdweg. Ergens stond een groot, ver licht reclamebord, waarop een meisje met een bierglas in haar hand mij ge zondheid toedronk. De andere kant uit kijkend kon ik nog een gedeelte van de stad beneden rnjj zien. (Wordt vervolgd) positieve steUingname zij het dan ook met alle fouten, die daaraan verbonden waren heeft een actie teweeggebracht, die nu wellicht heilzame resultaten zal kunnen opleveren. Het is immers ook aan haar te dan ken, dat na iedere drie maanden onze jeugdleiders in een recollectie te samen komen. Zij strekt ook haar activiteit uit tot de militaire dienst, zij kent in ver schillende plaatsen haar eigen wijkwerk en wanneer wij nu opnieuw de vraag aan de orde stellen <ji de verhouding K.A. Mannelijk Jeugdwerk niet in hoge mate verwarrend is, dan zouden wij bij de beantwoording daarvan tot grote om. zichtigheid willen aansporen. Want daar is in onze jeugdbeweging een stroming die ons zeer gevaarlijk voorkomt. Dat is de stroming, die wg ooit zeer ad rem de overkoepe lingswaanzin hoorden noemen. En men moet nu eenmaal niet alles maar tegen wil en dank willen samenvoegen, Ja ons derde artikel over het pro bleem der 50.000 is een hinderlijke fout geslopen, die dient te worden gecorrigeerd. In ons betoog over de K.A. kon men lezen: „Wie krijgt van de Kerkelijke Overheid die speciale officiële zending, die hem meen den de anderen verantwoor delijk maakt voor het (her-kerste- ning van het eigen milieu. Dit moet zijn: „Wie krijgt van de Kerkelijke Overheid die speciale, of ficiële zending, die hem meer dan de anderen verantwoor delijk maakt voor het herkerstenen van het eigen milieu". Onze excuses. effect sorterend werk en ge kunt u wellicht een beeld vormen van de inder daad gigantische moeilijkheden, waar voor onze jeugdleiders geplaatst wor den. Om onder die omstandigheden, met de volle wind tegen, optornend tegen ondank, verachting en wanbegrip, voort te werken, vordert grote moed. En als onze Ned. jeugdleiders die moed weten op te brengen en samen met alle katho lieke jongeren van de gehele wereld, verenigd in het „Bureau Internationale de Jeunesse Catholique", in Rome het „Domus Pacis" zullen bouwen, dan mo gen alle stuurlui aan de wal daaraan een voorbeeld nemen. Zie ons blad van 2 Aug. 1949. Volgens een U.P.-bericht uit Batavia heeft Donderdag het „Bataviaasch Nieuwsblad" groot opzien gebaard met de publicatie van beschuldigingen aan het adres van hooggeplaatste Neder landse officieren in een artikel van drie kolom, waarin werd beweerd dat zij malversaties hebben gepleegd met mi litaire voorraden en dat een onder luitenant van het K.N.I.L. zou zijn ver moord, omdat hij te veel wist. Het blad eiste een officieel onderzoek. De Poolse bisschop mgr. Gawlina zal tus sen 25 Augustus en 12 September een be zoek brengen aan Nederland. Hij zal daarbij achtereenvolgens Breda, Utrecht, Den Bosch, Eindhoven, Arnhem, Haarlem, Vlissingen en Slikkerveer bezoeken. 6 September komt mgr. Gawlina naar Limburg, waar hij in Heerier heide een pon tificale Hoogmis zal celebreren. Op zijn rondreis in Nederland zal hij zijn Poolse landgenoten bezoeken, en ook in de Lim burgse mijnstreek met de Poolse mijnwer kers contacten opnemen. 5 September be zoekt mgr. Gawlina de bisschop van Roer mond. Hij zal tevens bezoeken afleggen bij de directie der Staatsmijnen en bij de bur gemeester van Maastricht. Tussen 5 en 8 September zal de Poolse bisschop in de mijn streek de verschillende gezellenhuizen en ziekenhuizen bezoeken, waar zijn Poolse landgenoten zijn ondergebracht. 8 Septem ber houdt de bisschop een toespraak tot de Poolse aalmoezeniers. 9, 10 en 11 Septem ber brengt mgr. Gawlina nog een bezoek aan Hengelo, Enschede en andere plaat sen in Twente. Van 3 tot en met 9 Augustus is te Nijmegen het derde Provinciaal Kapit tel gehouden van de paters van het Al lerheiligst Sacrament onder voorzitter schap van de hoogeerw. pater Provin ciaal J. Schrijvers. Tijdens dit kapittel werden tot consultoren gekozen de pa ters H. Gelens, overste van Steversbeek, A. Schelstraete Sr., pastoor van Brak- kenstein, C. de Krom, lector aan het Scholasticaat van Brakkenstein en C. van der Zant, overste van Leicester in Engeland. Pater H. Verstappen te Brak kenstein werd herkozen tot econoom. Z. Em. Kardinaal de Jong, aartsbis schop van Utrecht, heeft benoemd tot pastoor van de parochie van de H. Bar bara te Culemborg pater F. G. Liphuij- zen; tot assistent van de parochie van de 'H. Augustinus te Utrecht pater J. P. J. Broekman; tot kapelaan van de pa rochie van de H. Monica te Utrecht pa ter dr. J. J. Sedelaar; tot aalmoezenier van het Stads- en Academisch Zieken huis te Utrecht de paters G. A. J. Rijns- bergen en W. Toering: tot kapelaan van de parochie van de H. Barbara te Cu lemborg pater W. C. B. Hendriks. Mgr. J. P. Huibers, bisschop van Haar lem heeft benoemd tot kapelaan van de parochie van het Allerheiligst Sa crament te Amsterdam pater B. Hooge- veen; tot kapelaan van de parochie van de H. Rita te Amsterdam pater Th. A. van Westing: tot kapelaan van de H. Augustinus te Amsterdam pater H. J. J. Link. De hoogeerw. pater Provinciaal der paters Augustijnen heeft benoemd tot Prior van het klooster Mariënhage te Eindhoven pater Joachim Doensen. Het algemeen productiecijfer van de Nederlandse industrie bedraagt over Juni 1949 (1938 100' 122 tegen 125 in Mei en 120 in April j.l. (1948: 113, 1947: 94) bij een aantal arbeidsdagen van 23 Wb Mei eveneens 23).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 3