LAATSTE MIDDELEEUWER? ERIC IN HET RIJK VAN HET MIDDEN „Holland is marvellous Mensen op reis DE WERELD ROND Christelijk karakter Ab Visser over Guido Gezette Uitbundige lof van Amerikanen HET WESPENNEST LITERAIRE KRONIEK m Vier Rotterdammers lichtten Pastoor J. M. Bonsel plotseling overleden it MacArthur wil niet naar de V.S. Marshall-hulp voor West-Berlijn Morgen brief van Duitse bisschoppen Geen eenstemmigheid over Rode Kruis-conventies ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1949 PAGINA 7 ^■iturgische weekkalender Antwerpenaar op Gratie verleend KONINGIN REIKT MEDAILLE UIT Mr. Van Kleffens naar Nederland Laag duikende vliegtuigen Rechter op Aruba geschorst Rouw in het Montfortaner klooster te Voorschoten DIAMANTEN PRIESTERFEEST PASTOOR A. F. SUIDGEEST VERVOER VAN JENEVER Zonder geleidebiljet slechts één liter Brieven voor marine personeel overzee Geen advies over China Atlantische conferentie te Washington door David Duncan (Wordt vervolgd) Arabische landen krijgen weer Engelse wapens Hst rè jammer maar waar. dat over het algemeen de onderlinge om- Sang der mensen een weinig ver kwikkelijk schouwspel biedt. De Ouden jsten al, dat de ene mens in zijn hou tig t.o.v. de andere veel weg heeft een „verscheurende wolf". En in de ®°P van de tijden is dat heus niet veel veranderd. Eerder verergerd, net feit was niet te loochenen. Over beschamende verschijnsel is heel *'at gepraat en geschreven. Elk ge dacht ondervond immers aan den lijve noodlottige gevolgen hiervan zowel v?or individu als gemeenschap. De po- S'ngen tot verbetering, die men voor belde, verschilden al naar gelang van standpunt, dat men innam, of het jhjzondere aspect, dat men wilde be- "chten. Uit deze veelheid van meningen en fte'. meestal, povere resultaat is echter onmiskenbaar komen vast te staan, dat nooit enige algemene, blijvende verbe uring te verwachten is van welk psteem ook, dat niet de hele mens Zijn juiste, samengestelde aard in zijn onderzoek betrekt. .Under al de verschillende stelsels, die Ohgedacht zijn, is er echter maar één, met volle recht aanspraak mag ma- en op het bezit van de enige, complete gaarheid in dit opzicht, n.l. de Katho- deke wereldbeschouwing. Om de een voudige, maar afdoende reden, dat deze s'eunt op de openbaring van God-Zelf Het uitgangspunt van haar volledige n bevredigende verklaring ligt in de ongeregelde begeerlijkheid, die als een gevolg van de erfzonde, ook na het r.oopsel hoewel niet als persoon- njke zonde, maar als bron van het kwaad in ons is werkzaam gebleven b' Joannes herleidt in zijn eerste brief jules, wat in tegenstelling met de liefde ot God in en uit de wereld is, tot de ..begeerlijkheid des vlezes, begeerlijk- Ooid der ogen en hovaardij des levens". U Jo. 2. 16.) In deze drievoudige be- jporlijkheid wordt, psychologisch vol komen verantwoord, de hoogmoed steeds kkugeduid als de wortel van alle kwaad De klassieke illustratie van deze waar. 5.eid heeft Christus ons gegeven in de ujne, van zo'n zuivere mensenkennis Betuigende gelijkenis van de Farizeër en tollenaar, die een heel wat wijdere Petekenis heeft, dan een oppervlakkige ^schouwing van de gesignaleerde fei- u vermag te zien. Hoogmoed en nederigheid staan hier ;egenover elkaar als de altijd abso- JUut verkeerde en altijd abso- LuUt goede houding tegenover God daar zonder het juiste standpunt v. God onze verhouding tot ons zelf, °Uze medemensen en de wereld onmo- ^riijk consequent en blijvend goed kan 'in. is het van het grootste belang ons ®®n zuiver beeld te vormen van het ï®re, christelijk karakter, dat volgens b°ds bedoelingen het gedrag van alle pensen behoort te bepalen, omdat alle bpnsen door Hem en voor Hem ge riiapen zijn. In tegenstelling met de Protestantse opvatting ziet de Katholieke leer het christelijk leven niet als één B'Ukele, 'alles sauverende geloofsact, ter- 'jl onze natuur, radicaal bedorven als |,e zou zijn, tot niets goeds in staat is. rVenmin kunnen wij ons Christen-zijn "eoerken tot enige godsdienstige oefe- "'ngen, die op vastgestelde tijden een Plaats vinden in een overigens totaal °P het wereldse afgestemd leven. Men is helemaal christen of men het helemaal niet. Het Christendom eist de hele mens °PjDe. heiligmakende genade heeft te- pe mct de bovennatuurlijke deugden e1 nieuwe schepping gewrocht, die ge- ?.eel en al boven ons natuurlijk bereik St> en ons hele leven zó volledig om- ypt. dat g e en enkele levens uiting daardoor onbeïnvloed of daar mee in strijd mag zijn. In deze nieuwe heilsorde, die essen- 'eel op de genade van God steunt, oriënteren de goddelijke deugden al Spze activiteit onmiddellijk op Hem. zedelijke deugden noodzakelijk orpplemcnt van de goddelijke regelen B°Wel ons persoonlijk gedrag als ons °htact met de dingen dezer wereld en ?hze medemensen. Als Opperheer van 'et heelal heeft God ons al het ge- 9 h a p e n e aangewezen en ter beschik- f'hg gesteld als middel om tot Hem komen. e °nze eerste plicht is God aanbidden 11 dienen. Daarnaast hebben wij echter e n z e e r de taak door een voortdu- •®hd streven naar hogere volmaaktheid grootst mogelijke gelijkvormigheid j?et Hem te bereiken. Door het ontwik- ®'en der zedelijke deugden moeten wij ''groeien tot goede individuele mensen j goede leden van de gemeenschap en ^doende Gods rijk op aarde verbrei- s Het christelijk ideaal is dus univer- jv e 1 in de volste zin van het woord. ,®h scherp omlijnd inzicht in onze ab ba -e afhankelijkheid van God moet de zijn van ons leven. Bovendien heeft het Doopsel ons niet "een maar in een gunstiger positie ge- £'aatst. Onze verheffing tot Kind van teu door de heiligmakende genade be- onant letterlijk een redding uit Vp .rgang en dood. Deze absoluut on- st??iendc genade maakt het ons tot een f'kte plicht blijvende dankbaarheid als j. b Wezenlijk onderdeel van al ons den- £1 en doen te beschouwen. c, "et voorbeeld en centrum van ons ^".stendom kan geen ander zijn dan p^ri.stus-Zelf. aan Wiens lerende leven jj Verlossende lijden wij dit alles dan - 0 b- Alleen nederig en eerlijk inzicht in werkelijke situatie kan het juiste h0f 1 werpen op ons leven. Iedere andere tin g 's zelfbedrog en zelfoverschat- liehi as Sev°Ig ordeverstorende Jdeloosheid, afgunst en zelfzucht. Wi edig christen zijn waarborgt vol den goed-mens-zijn. Zonder goede nsen geen goede samenleving. gin° Iïlaakt slechts een radicale navol- ba B van Christus de wereld bewoon- Augustus: 10de Zondag na 5 tot ,r,en' Mis V. d. dag, 2 H. Eusebius; tVer„ a"e heiligen: Utrecht, Haarlem; 2 H. 'atie „ricius; 3 H. Eusebius, Credo; pre- Maa d' H. Drievuldigheid; groen. °C>h4rni AG: feest van Maria ten Hemel- O. r 'ng: eigen Mis; Credo; prefatie v. DlKroVPouw; wit. Mis. ,?PAG: H. Joachim, belijder; eigen - pref. V. O. L. Vrouw; wit. Us lurpAG: H. Hyacinthus, belijder; Mis dag 2 ten Hemelopneming; 3 octaaf- U. t d. H. Laurentius; Credo; pref. v. ?lfirtpl:,-rouw- wit Haarlem: H. Jeroen, ?ernewY: cigen Mis; 2 H. Hyacinthus; 3 ten tef. v Pbetriing; 4 H. Laurentius; Credo; ÖOtjfG;"- Vrouw; rood. 5phetni„ AG: Mis v. Maria ten Hemel- redo- 2 H. Agapitus; 3 tot de H. Geest; iehi: vp?neï',.v- b. Vrouw; wit Haar- ten j"wffing v. d. H. Bavo; eigen Mis; 0; T,e opneming: 3 H- Agapitus; Cre- Vhijpfatie V. O. L. Vrouw; wit. a s O- AG: h. Joannes Eudes, belijder; j broc 2 h'n Hemelopneming; Cre- I-^ATEptaY" °- L- Vrouw; wit. c?ra»r- „PAG: h. Bernardus. belijder, kerk- redo' ®'8en Mis; 2 ten Hemelopneming; Tfc'OïffiA J?" V. O. L. Vrouw; wit. ypksterpU 21 Augustus: 11de Zondag na ^meloJL"' Mis v. d. dag; 2 H. Joanna; 3 ten d'gheiH mm8; Credo; pref. V. d. H. Drie- a; groen. Omdat het komende herfst vijftig jaar geleden zal zijn, dat Guido Gezette overleed, verscheen bij uitgeverij A. Born te Assen een eenvoudige biografie „Guido Gezette, mens en dichter", geschreven door Ab Visser. Slechts weinig dichters kan men zo zonder meer bij hun naam noemen, zó, dat iedereen onmiddellijk een levende gestalte voor ogen krijgt. Guido Gezette is een van die weinigen. Waar ons bij de naam Vondel aller eerst het woord groot of grootste te binnen schiet een woord waarbij als het ware een mist, de mist der groot heid, over Vondels dichterschap daalt daar begint bij de naam Gezelle ineens een hel zonlicht te stralen en meteen staat zijn dichterlijke gestalte klaar voor ons. Bij de naam Vondel öistancieert men zich onmiddellijk even. Vondels tijd, Vondels taal, Von dels grootheid, zij veroorzaken een afstand die slechts moeizaam te over winnen is. Pas daarna trekt de mist op en komt Vondel in het zonlicht te staan. Pas daarna gaat deze „grootste" voor ons leven. Gezelle echter is een van onze zeer weinige levende dichters, levend vanaf ieders eerste ontmoeting met zijn werk en ook levend in deze zin, dat bijna iedereen hem graag leest. In ons taalgebied is geen tweede dichter uit het verleden aan te wijzen, van wie men zeggen kan, dat hij nog graag ge lezen wordt. Hoe komt het, dat bijna iedereen de werking ondergaat van Guido Gezelle's p- verneemt uit Boedapest, dat h°t> vanavk OP' benoemd is tot bis- veszprem. poëzie? Komt het vanwege een soort populair gemak, waarmee deze poëzie schijnt te zijn geschreven? Komt het vanwege de „vrome, frisse, argeloze" wijze, waarop Gezelle dichtte over alles wat hem trof, precies zoals zijn hart het hem ingaf? Soms schijnt het zo te zijn, doch vergis u niet. Over het populaire gemak, waarmee Gezelle zijn verzen schreef, gaat men anders den ken, wanneer men weet, hoe veel moeite hij zich steeds getroostte om voor zijn gevoelens de precies juiste vorm te vinden en welk een zuiver heid van instelling ten opzichte van het leven geëist wordt van de dichter, die in eenwiud groot wil zijn. Ook de woorden „vroom, fris en argeloos", waarmee de critiek in vroeger dagen hem welwillend kapittelde, doen zijn dichterschap schromelijk tekort „Vroom, fris en argeloos"; voor velen ligt Gezelle onder deze trits banalitei ten begraven. Als op een dergelijke voos-enthousiaste en inderdaad respect loze wijze over Gezelle gesproken wordt, behoeft men zich niet meer over een algemeen wanbegrip omtrent de dichter te verwonderen," aldus oor deelt de criticus J. A. Rispens in zijn handboek ..Richtingen en figuren in de Nederlandse letterkunde na 1880" en Ab Visser zegt het hem in zijn eigen woorden na. En inderdaad, ondanks het feit, of misschien juist door het feit, dat Guido Gezelle meer dan enig an der dichter door het volk wordt gele zen en gewaardeerd, is de officiële critiek geneigd hem te onderschatten. Deze geeft de „moeilijke" dichter eer der een ereplaats in het panopticum der onsterfelijken dan de „gemakkelij ke"; intussen vergetende, dat de ter men moeilijk en gemakkelijk zich niet zonder gevaar laten hanteren. Want de graad van diepzinnigheid, schoonheid en innerlijk leven, die de uiteindelijke waarde van een dichterschap bepaalt, hoeft niet noodzakelijk mee te klim men langs de trap van makkelijk naar moeilijk. Achter Guido Gezelle's uiter lijke gemakkelijkheid leeft een ge moedswereld. die men niet achterhaalt, wanneer men zich op de uiterlijkheid blind staart of een sprookje van vrome en frisse argeloosheid gaat spinnen. De schoonheid van Gezelle's ge moedswereld te vatten is net zo mak kelijk of moeilijk als men zelf wil. De kunst is slechts zeer zuiver naar Ge zelle's taal te luisteren. Het moet een luisteren met de ziel zijn, benaderend de wijze waarop Gezelle al luisterend dichtte: Als de ziele luistert spreekt het al een taal dat leeft.... De natuurlyriek van dit vers en van veel andere verzen van Gezelle te omschrijven is een taak, waarmee de literaire critiek niet klaar komt, tenzij zij Gezelle's zielsgesteldheid begrijpt als intens religieus en ka tholiek. Gezelle's poëzie, ook zijn natuurlyriek, is godsdienstig van oorsprong en dit te verstaan in de letterlijke zin van het woord. Ge- zelle voelde zich in ?1 zijn doen en laten kind van God en hij was blij in en om dit kindschap. Bij Gezelle ziet men het zeldzame gebeuren, dat De priester-dichter Guido Gezette het geloofsleven rechtstreeks in poë zie wordt omgezet; en dit met zo'n blijheid, met zo'n uit de schuld van de zondeval losgezongen dankbaarheid om het geheim der verlossing, dat men er als lezer eerbiedig bij wordt. Het is een eerbied, die niet wordt afgedwongen, die evenmin een dis- tanciërende uitwerking heeft, maar die spontaan opwelt en iets van Ge zelle's geloofsblijheid in ons aan 't stralen brengt. Ab Vissers boekje verschijnt, om dat Gezelle 50 jaar dood is. Hij stierf een maand, voordat de twintigste eeuw ging beginnen. Hij is een dichter uit de vorige, de voorbije eeuw. Tussen zijn tijd en de onze lig gen twee wereldoorlogen. Het is voor een dichter in onze dagen practisch onmogelijk te dichten uit een blijheid van geloofsleven gelijk Gezelle. Men heeft Gezelle wel „de laatste middel eeuwer" genoemd. Wie in het Amster damse Rijksmuseum de huidige ten toonstelling „Uit de schatkamers der middeleeuwen" heeft gezien, zal be grijpen waarom men Gezelle zo kon noemen. In een verrukkelijk, bijna de natuur nabootsend realisme wisten de middeleeuwse kunstenaars op paneel en op perkament de rijkdom van hun geloofservaring weer te geven. Door een dergelijke, verrukkelijke middel eeuwsheid, doch minder ongecompli ceerd en argeloos van nature dan het schijnt, wordt men bij Guido Gezelle getroffen. En men wordt dan tevens getroffen door de bitterheid, de be rooidheid, de ernst der existentiële naaktheid, die onze tijd definitief scheidt van het verleden, waarin Ge zelle als laatste grote dichter van he melse en aardse blijmoedigheid kon ar beiden; zonder zichzelf en zijn tijd ge weld aan te doen. Met bespiegelingen, gelijk boven staande, vermoeit Ab Visser zijn lezers echter niet, ook al maakt hij in ziin inleiding een schijnmanoeuvre in de richting van het literaire exposé. Hij resumeert in het kleine honderd tal bladzijden van zijn boekje achter eenvolgens het leven van de priester dichter, de ontwikkeling van ziin dich terschap met de achtergronden van zijn langdurige periode van stilzwij gen, zijn capaciteiten als geleerde en ziin hoedanigheden als mens en als priester. Ab Vissers boekje is bedoeld voor hen, die van Gezelle's werk nog maar weinig weten en voor hen, die dit werk wel kennen, doch belangstellend zijn naar het leven van de persoonlijkheid, die er achter stond. Het is een mooi boekje, zakelijk, ter zake kundig en sympathiek geschreven, „bewust voor het zogenaamde grote publiek", zoals de schrijver zelf opmerkt; doch zonder dat oppervlakkigheid of nonchalance het gevolg was. NICO VERHOEVEN 1. En Eric koerste huiswaarts. Wijd, eindeloos wijd, overkoepeld door het stralende blauw van een tropische hemel, lag de oceaan voor hem. Alleen een onverschrokken zeevaarder kon het wagen met zo'n rank vaartuig zijn weg door deze waterwoestijn te zoeken. De tocht duurde weken. Aanvankelijk waren er nog kleine eilanden, die hem gelegenheid gaven vers voedsel en water aan boord te nemen. Maar er kwam een moment, dat de laatste kuststrook achter hem verdween en daarna zag hij slechts golven, lucht en wolken, in eindeloze, moordend-eentonige opeenvolging. Totdat hij op een vroege ochtend een kleine vlek aan de horizon ontwaarde. Een schip Mensen Naar eerst thans bekend wordt, heb ben 4 Juni vier Rotterdammers de 47- jarige Antwerpse bioscoopexploitant L. M. 8000 gulden lichter gemaakt. Het was een vooraf beraamd plan. De 29-jarige vertegenwoordiger D. H. wist, dat de Antwerpenaar geld in vreemde valuta wisselde. Tijdens een borreltje in, een café op de Maashaven ontmoette de ver tegenwoordiger de 35-jarige schilder A. J. W. en de 25-jarige losse werkman J. V. Men kwam op het idee de Antwerpe naar te „tillen", maar dan moest men iemand in de arm nemen, die het klap pen van de zweep kende. V. charterde daarom zijn zwager, de 26 jarige losse werkman C. D. en met hun vieren trok ken zij naar de Scheldestad, waar de bioscoop-exploitant gevraagd werd naar een hotel te komen. Daar telde de man f 8000 neer, waarop D. even naar zijn kamer ging, zoals hij zei, om de tegen waarde in francs te halen. Maar hij keer de niet terug. De Antwerpse politie werd opgebeld. Maar de medeplichtigheid van de anderen kon niet worden vastgesteld. De Rotterdamse recherche heeft intussen de zaak uitgezocht en het viertal gear resteerd. Na aftrek van de reis- en ver blijfkosten had ieder f 1875 ontvangen, waarvan de meesten goede sier gemaakt hadden. H. ging er van naar de Rivièra, maar toen hij weer thuis kwam en hoor de, dat de politie aan de deur was ge weest, keerde hij naar Zuid-Frankrijk terug, om te trachten door werken het opgemaakte geld terug te verdienen en dan terug te geven. Van dit terug ver dienen is echter niets gekomen en ten einde raad heeft H. zich maar vrijwillig bij de politie gemeld. Bij K. B. is gratie verleend aan C. P. Heil, die bij sententie van het Bijzonder Gerechtshof te Arnhem tot de doodstraf werd veroordeeld. De doodstraf is veran derd in levenslange gevangenisstraf. Een Amerikaanse wagen stopte langs het trottoir waarop uw verslaggever haastig naar een persbijeenkomst liep. Een hoofd bpog zich uit het portier en met een vraag werd de voetganger staande gehouden. Wel ke weg er ingeslagen moest worden om Arnhem te bereiken? De inlichting was spoedig gegeven en juist wilde de auto weg rijden, toen een van de vier inzittenden vriendelijk verzocht enige kaarten op de bus te doen. Allen overhandigden een be schreven prentbriefkaart, een sigaret ver wisselde van eigenaar en op de vraag: of de kaarten alle in de bus „buitenland" we bevonden ons vlak bij het postkan toor gestopt moesten worden, ant woordde een inzittende dame: „Leest u al les zelf maar, er staan geen geheimen op. We zijn erg blij in Holland te zijn". En voort gleed de wagen. Daar stond de persman, alleen met de vijf kaarten, alle bestemd voor New York en Detroit. Hij wierp verstolen blikken op het handschrift van het vijftal en voelde toen plotseling iets in zich „groeien". Want hij las: „We zijn thans in Holland en het is er prachtig. Nooit van m'-n leven zag ik zoveel moderne gebouwen. Als je soms denken mocht, dat Holland achterlijk is, vergis je je net zo erg als ik". Het noopte als 't ware tot de volgende onbescheidenheid. Of was het dit wel? Men had immers te kennen gegeven geen be- Koningin Juliana heeft vanmorgen in het hoofdgebouw van het Nederlandse Rode Kruis te Den Haag de Florence Nightingale-medaille uitgereikt aan zus. ter Sjoukje Hoiting. Zij is met deze me daille door het Internationale Rode Kruis onderscheiden als dank voor naar moe dig en opofferend gedrag, getoond tijdens de bombardementen op, de evacuatie van en de strijd rond Arnhem. Tegelijk met deze uitreiking werd in Batavia de Florence Nightingale-medail le uitgereikt aan een verpleeghulp van het Rode Kruis, mej. Eike Flikkema, die werkzaam is bij een der mobile teams in Indonesië. Zij heeft 3 November 1947, toen de buitenpost op Java, waar zij werkzaam was, overvallen werd, met grote zelfbe heersing en koelbloedigheid een paniek onder de vele zieke inlanders voorko men. zwaar te hebben, dat de kaarten gelezen werden. In teder geval werd een tweede kaart ingezien: „Uitmuntende wegen. Rotterdam herrijst." En een derde: „Tot onze verba zing zien we zoveel mooie wegen en mo derne gebouwen. Het is werkelijk een heel prachtig land". Het geschrevene op de vier de kaart deed de deur dicht: „Holland Is wonderbaarlijk, waarlijk modern. Het is even modern of misschien zelfs moderner dan de Ver. Staten". Toen heeft die jour nalist de vijfde kaart maar ongelezen ge laten, bang dat de climax niet behouden kon worden. De ambassadeur van Nederland in de V.S., mr. E. N. van Kleffens, wordt in het begin der volgende week hier te lande verwacht tot het houden van ge bruikelijke periodieke besprekingen. Woensdag hebben twee militaire vlieg tuigen enige duilrvluchten boven Arn hem uitgevoerd, waarbij zij dicht bij de grond weer optrokken. Vele inwoners in Arnhem werden door dit optreden verontrust. Van de zijde der Nederland se militaire luchtvaart deelde men ons mede, dat dit zeer beslist geen Neder landse vliegtuigen zijn geweest De veronderstelling ligt voor de hand, dat zij afkomstig waren van een vlieg veld in de Duitse bezettingszones. Naar wij vernemen is de alleensprekende rechter op Aruba, mr. C. F. Klokke, door de gouverneur van Curasao geschorst we gens wangedrag. De kwartiermeester-generaal in In donesië, generaal-majoor E. W. J Mojet heeft bij de officier van justitie te Bata via, tegen de verantwoordelijke redac teur van hef „Bataviaasch Nieuwsblad" en tegen de schrijver van het artikel over malversaties bij hoge officieren, een aanklacht wegens smaadschrift inge diend. De nog jonge parochie van Maria Middelares aller Genaden te Voor schoten is gisteren door een gevoelige slag getroffen door het plotseling overlijden van haar pastoor, pater J. M. Bonsel, Montfortaan. Omstreeks 3 uur gistermiddag haastte pastoor Bonsel zich om de tram naar Leiden te halen en op het moment, dat hij het balkon opstapte, zakte hij ineen en overleed onmiddellijk. Een der pa ters, die dadelijk uit de pastorie toe snelde, gaf hem nog het Heilig Oliesel. De dood van pastoor Bonsel, die in wijde kringen bekend stond als een harde werker en bijzonder sympathiek priester, is wel heel erg tragisch, daar Maandag 15 Augustus de nieuwe kerk aan de Haagse Schouw, waarvoor hij zijn gehele persoonlijkheid had ingezet, ingezegend zou worden. Ongeveer een jaar geleden namelijk had de bisschop het rectoraat verheven tot parochie, waarbij de overledene de opdracht kreeg tot het bouwen van een nieuwe kerk. Pastoor Bonsel werd in 1889 geboren en ontving in 1916 de priesterwijding. Hij verwierf grote bekendheid als re dacteur van verschillende ordetijdschrif ten en later als prediker van volksmis sies. Gedurende drie jaren was hij werk zaam als rector in Hoensbroek. In 1935 werd hij overgeplaatst naar het Mont- Onder de vele priesters, die op het feest van Maria Hemelvaart hun jubi leum vieren, is ook een diamanten jubi laris, met name de thans 84-jarige oud pastoor van Hem en Venhuizen, de zeereerw. heer A. F. Suidgeest. Sedert 1938, het jaar van zijn emeritaat, ver blijft pastoor Suidgeest .n Huize „Sint Agnes" te Voorhout, waar hij een wel verdiende rust geniet. Met dankbaar heid denken de parohianen van „Sint Lucas" te Venhuizen terug aan de jaren, dat de jubilaris daar zijn priesterlijke arbeid verrichtte. Dit zeldzame priesterjubileum zal dan ook niet ongemerkt voorbijgaan. In de kapel van het tehuis draagt pastoor Suidgeest 's morgens een H. Mis op, waaronder het koor der zusters ver schillende liederen zal zingen. De officiële receptie is van 11 tot 12 uur. Een plechtig Lof, 's middags om 5 uur, zal het slot zijn van deze feestdag. Een militair, die dezer dagen bij Soesterberg zijn motor startte, werd plotseling aangesproken door twee con troleurs van de Dienst Invoerrechten en Accijnzen, die hem vroegen of hij moge lijk ongeoorloofde goederen vervoerde De militair, die zich van niets bewust was, beantwoordde deze vraag ontken nend. Bij controle vonden de ambtena ren twee literflessen jenever in zijn achtertassen. Zoals de meeste Neder landers kon de militair hier me de bes te wil ter wereld geen overtreding in zien, doch de ambtenaren dachten er anders over. Ze namen de jenever in beslag benevens zijn motor. Men mag namelijk zonder geleidebiljet niet meer dan één liter jenever over straat ver voeren. Overtreedt men dit voorschrift, dan kan de jenever en het vervoermid del in beslag worden genomen. Bij navraag bleek ons, dat de winke lier zelf een geleidebewijs kan afgeven tot een hoeveelheid van vijf liter. Daar boven moet dit worden aangevraagd bij de Dienst Invoerrechten en Accijnzen. Het gebeurt echter slechts zeer zel den, dat iemand, die een paar flessen jenever bij zijn handelaar koopt, een geleidebewijsje krijgt. Een groot aantal Nederlanders heeft zich ongetwijfeld en onwetend blootgesteld aan onaangena me maatregelen, zoals deze militair on dervond. Hij heeft zijn motorfiets nog steeds niet terug. En dat voor twee flessen jenever.... Wanneer men dus voor een feestje zes liter jenever inslaat en ze zelf wil meenemen is de beste oplossing: met zijn zessen op een rijtje over straat. De Poolse regering heeft een decreet uit gevaardigd, dat 17 punten omvat en aan de regering de volledige macht om bis schoppen, priesters en anderen met gevan genis of de dood te straffèn verschaft. fortanerklooster te Voorschoten, waar hij in 1941 benoemd werd tot overste en als rector de leiding kreeg van het rec toraat. Het vorig jaar kwam zijn benoe ming af tot pastoor. Maandagavond om 6 uur zullen de Metten gezongen worden en Dinsdag ochtend om half tien de Lauden, waar na de plechtige Requiemmis zal wor den opgedragen. De begrafenis vindt plaats op het kloosterkerkhof te Oir- schot. Naar wij vernemen, zal de inzegening der nieuwe kerk Maandag gewoon door gang vinden. De bisschop van Haarlem, Mgr. J. P. Huibers, zal Donderdag 15 September de plechtige consecratie ver richten. Het komt meermalen voor, dat correspon dentie bestemd voor marinepersoneel in Indonesië door foutieve adressering ver traging ondervindt of niet bestelbaar is. Correspondentie bestemd voor marineper soneel, mariniers inbegrepen, in Indonesië moet voorzien zijn van: 1. Naam, kwaliteit en stamboeknummer van geadresseerde. 2. Naam van het schip, de inrichting of het onderdeel, waarbij geadresseerde ge plaatst is. 3. P/a Marinepostkantoor Batavia (dus niet Surabaja). Een Senaatscommissie nam gisteren met dertien tegen twaalf stemmen een voorstel aan om generaal MacArthur terug te roepen teneinde voor het Con gress zijn visie te kunnen geven op de toestand in China. Het besluit werd genomen een paar uur nadat MacArthur te Tokio bekend had gemaakt, dat zijn plicht hem vast hield in Japan en dat hij niet aan een verzoek om naar de Verenigde Staten te komen gehoor zou geven. Mac Ar thur deelde mede: „China ligt buiten mijn commando, verantwoordelijkheid of gezag.' Het verzoek voor MacArthurs terug keer werd meegedeeld aan de minister van Defensie Louis Johnson. Het ver zoek werd ingediend door de gezamen lijke commissies voor de buitenlandse aangelegenheden en de gewapende macht, die zich momenteel bez'? hou den met het wetsontwerp van de wa penhulp. John J. McCloy, de Amerikaanse Hoge Commissaris in Duitsland, heeft giste ren bekend gemaakt, dat Amerikaanse regering uitgemaakt heeft, dat West- Berlijn geschikt geacht wordt hulp uit het Marshallplan te ontvangen. McCloy zei op een persconferentie, tijdens zijn tiendaags bezoek aan Ame rika, dat Washington dit punt opge helderd heeft en dat hij binnenkort dienaangaande waarborgen aan West- Berlijn hoopt te kunnen geven. De ministers van Buitenlandse Zaken en misschien de ministers van Lands verdediging van de twaalf landen van het Atlantisch Pact zullen binnenkort te Washington bijeenkomen om over de organisatie van het verbond te spreken. Het Engelse ministerie van Buiten landse Zaken, dat dit gisteren bekend maakte, deelde mede, dat die bijeen komst zal worden voorafgegaan door een conferentie van diplomatieke func tionarissen van de 12 landen, die of de komende week of de week daarna te Washington zal aanvangen. Margaret Mitchell, schrijfster van „Gejaagd door de wind", is in de om geving van haar woning te Atlanta in de staat Georgia door een auto over reden en ernstig gewond. Zij heeft een hersenschudding opgelopen, verwon dingen aan armen en benen en in wendige kneuzingen. 13 De koude avondlucht deed mij rillen. Het rillen bleef aanhouden, ook toen ik in mijn kamer teruggekeerd was. Mijn tong was droog als leer en het geprik in mijn hoofd had zich over heel mijn lichaam uitgebreid. Voor mijn ogen dansten vlekken. Ik was er benauwd aan toe. Midden in de kamer bleef ik staan, terwijl mijn adem met horten en stoten ging. Nu wist ik wat het was, maar daar schoot ik weinig mee op. Het was wel een verduiveld ongelegen ogenblik om een malaria-aanval te krij gen. Wat ik in de bus in Mexico had meegemaakt, had mij een soort af- scheidsfuifje geleken van een bacil, die me bij de grens vaarwel zou zeggen, maar nu bleek, dat het toen maar voor spel was geweest. Dit was een zware aanval. En ik kon er niets tegen doen. Mijn pillenflesje was leeg. Ik ging naar mijn koffer en nam hem op. Ik waggelde onder het gewicht er van. Ik liet hem weer vallen. De kamer begon voor mijn ogen te draaien en alle houvast ontglipte me. Lukte het me maar over de balustrade van het bal- con te komen. Dan kon ik in de strui ken gaan liggen tot ik begon te transpi reren. Tegen die tijd zou ik wel zover bijgekomen zijn, dat ik tot handelen in staat was. Ten laatste slaagde ik er in de knop van de deur te pakken te krijgen en de deur draaide open. Het was echter niet mijn hand, die haar openduwde. Het was een vette hand, die de knop aan de andere zijde beet had. Ik had de deur met een smak weer dicht willen trekken, maar ik stond bibberend en machteloos. VIII In de gang stonden twee mannen. De gene die het dichtste bij was, was een fors persoon, wel een half hoofd groter dan ik en haast dubbel zo zwaar. De man achter hem was wel niet kleiner, maar jonger en slanker. Ze namen mij een kort ogenblik van top tot teen op en stapten toen naar binnen. De dikste van de twee haalde in een ommezientje een paar handboeien uit zijn zak. De slanke bleef mij als een jachthond gadeslaan; zijn rechterhand had de lapel van zijn jas vast. „Kalmpjes aan maar," gromde de dik ke, terwjjl hij op mij toe stapte. „Hoe rustiger je je gedraagt, hoe beter. Je bent onder arrest". Zijn stem was toon loos. Hij sloeg zijn jas terug en toonde mij het insigne van de politie. Toen schoot zijn hand uit als een kwaaie hond en hij greep mijn pols in een ijze ren vuist. Ik deed niets anders dan bibberen. De stalen armband gleed om mijn pols en klikte dicht. Het tweeling zusje ervan om de pols van de dikke man. Daarna liet de slanke zijn lapel los en bevoelde mijn zakken. „Geen revolver," zei hij. „Oké," bromde de ander. „Kom mee." Hij trok me mee en ik volgde met steeds heftiger knikkende knieën. De krampen trokken door heel mijn li chaam, zodat ik aan de handboeien rukte en allerlei dwaze bewegingen maakte. Ik voelde hoe ik te keer ging, maar het had geen zin. De twee mannen let ten er trouwens nauwelijks op. Ze had den ieder een arm van mij beet en wa ren zo sterk als een paar ossen. Van bovenaan de trap gezien leek de hal beneden een bodemloze put waar in vreemde monsters zwommen. Ik hoor de hoe een hoge, gejaagde stem uitriep; ,,U mag mijn zoon niet meenemen! Niet doen! Hij is pas thuis!" „Dat weten we, mevrouw, dat hij pas thuis is," zei een van de monsters onder aan de trap. „Maak u niet zenuwachtig en begin met een advocaat in de arm te nemen. Hij krijgt behoorlijk de gelegen heid om zich te verdedigen." „Vertel ze niets m'n jongen!" riep de hoge stem. „Ik zal zorgen, dat je ge holpen wordt!" Al had ik gewild, ik had geen ant woord kunnen geven. Bovendien gaven de twee mannen naast mij er mij de tijd niet toe. Ze trokken me mee de voordeur uit en stopten een ogenblik onder de luifel. Om mij heen flitste wel op twaalf plaatsen tegelijk het magne siumlicht. De man aan wiens pols ik geboeid was, stak zijn andere hand uit en schoof mijn hoed achterop mijn hoofd. „Nog eens, jongens," riep hij. De jon gens hadden geen aanmoediging van no de. Opnieuw flitste het weerlicht waar na we over het pad en de trap naar de straat gingen waar we in een auto stap ten. Ik kon niet zien hoe we reden. Een paar minuten lang kon ik een vaag schijnsel beneden ons waarnemen misschien waren het de lichten van het zakencentrum. Toen begon het voor mijn ogen te draaien en vlammen sloegen uit de mist te voorschijn, gele en groene en paarse vlammen. Dan begon er over dit alles een duisternis te dalen, en er bleef niets over dan het hameren van mijn bloed. Ik wist nog, dat ik worstel de, want ik voelde een druk op mijn armen, maar ik was me er niet meer van bewust wat het was, dat me tegen hield. Misschien schreeuwde ik ook wel. Het leek tenminste of mijn longen krampachtig werkten. Toen verdween ook dat gevoel. Ik scheen op te lossen in duisternis en hitte. Na een poos, hoe lang wist ik op geen stukken na, keerde mijn bewust zijn terug. Het eerst uitte het zich in een gevoel van physieke pijn hoofd pijn, een misselijke maag, en weer dat geprik over heel mijn huid. Ik pro beerde mijn armen en benen te be wegen, maar mijn pogingen bleven zonder succes. Mijn ledematen leken van lood. Ik lag met gesloten ogen te hijgen, terwijl ik als een razende ronddwar- relde in een totaal lege ruimte. We daalden in spiraalvormige bewegingen af naar een langzaam onder ons kol kende poel; stegen dan weer loodrecht omhoog langs de as van de spiraal, sneller, steeds sneller, tot er boven ons een ontzaglijk vuurwerk losbarstte en het duister doorwemeld werd van groene en rode vlammen. Toen hoorde ik stemmen. „In Mexico geweest, hé", sprak een van de stemmen. „Ja", zei de ander, „dat verklaart het voldoende". „Hij heeft zich dus nogal te weer gesteld". „Hij is uren lang buiten kennis ge weest. Dat spul bezorgt je een pracht van een koorts". „En het werkt behoorlijk op de ze nuwen ook. Heeft hij morfine gehad?" „Om een uur of drie vanochtend, toen hij kalm begon te worden. Ziet u, hij lijdt aan malaria. Dat is bij het bloedonderzoek gebleken". „O, ja?" Op het derde perron C.S. loopt de trein naar Amersfoort vol. „Vooraan is nog wel plaas" hijgt een hottende moeder tegen haar kof- ferzeulende echtgenoot. „Stoptrein Amersfoort" bast de be snorde conducteur tegen de dichte coupéramen. Js dit de trein naar Amersfoort?" vraagt een zeventigjarige dame on gelovig. Paul de Waart en Jan de Cler wan delen op hun gemak naar hun vaste coupé met radiomensen. Tegenover ons zit een Fries echt paar. Op het laatste moment rolt een kort dik heertje binnen. Boven het goedgevulde kamgaren jasje wiegt een bruinverbrande energieke kop op drie onderkinnen, „U had niet veel later moeten ko men" vindt de Fries vriendelijk en steekt zijn pijp aan. *Wilt U ook een beetje vuur?" De energieke neemt een natgesab- belde sigaret uit zijn mond. „Nee, dank V, ik rook nooit." „Oooooh, enne „Sinds een jaar rook ik niet meer. Daarvoor zestig sigaretten en zes si garen per dag. Maar ik heb nog wel de hele dag zo'n ding in mijn mond „Oooooh," begrijpt de Fries, „is het nog lang naar Hilversum?" De energieke lacht grijnzend. ,Das toch maar een kippenendje. Veertien dagen geleden zat ik nog in Hongkong." ,fEigt dat niet ergens in Limburg?" vraagt de Friezin. „In China, mevrouw, en ik ga mor gen weer terug. LondonKarachi CalcuttaHongkong." „Wat doet een mens nou in Hong kong?" „Verkopen. Textiel, fietsbanden, aardewerk en Verkade's biscuit." Zijn die Chinezen nou werkelijk van die rare mensen?" De energieke lacht breed en kauwt een paar keer op zijn sigaret. „Och, mevrouw, w\j vinden Chine zen alleen maar zo raar, omdat zij ons zo raar vinden." De Duitse katholieke bisschoppen zullen tijdens de verkiezingen van Zondag a.s. in West-Duitsland een dringend beroep doen op de gelovigen, niet te stemmen op so cialistische en liberale candidaten, zo ver nam U.P. Een tweede herderlijke brief, waarin alle katholieke stemmers dringend zal worden verzocht op candidaten van Christelijke partijen te stemmen, zal Zondagmorgen in alle katholieke kerken van de kansel wor den voorgelezen. Op die dag zullen dertig millioen katholieken een kans hebben om een democratisch parlement te kiezen. De Verenigde Staten zijn de enige grete mogendheid die gisteren te Genève officieel de drie herziene Rode-Kruis- conventies heeft ondertekend. Deze conventies zullen de behande ling regelen van krijgsgevangenen en gewonde soldaten en matrozen in elke toekomstige oorlog. Slechts zeventien landen hebben een vierde geheel nieuwe conventie inzake de bescherming van burgers in oorlogs tijd ondertekend. De Verenigde Staten en Engeland heb ben die conventie niet ondertekend, om dat een van haar artikelen de doodstraf verbiedt in een bezet land waar de dood straf voor de bezetting was afgeschaft. Het Verenigde Koninkrijk. Frankrijk en het Sovjet-blok hebben geen enkele van de conventies ondertekend, maar zullen dit wellicht nog doen. De vier conventies zijn opgesteld door eer conferentie van 60 landen, die in April in Genève werd geopend en gis teren officieel is geëindigd. Engeland heeft gisteren bekend ge maakt. dat het de verkoop van wapens aan de Arabische landen zal hervatten. Het ministerie van Buitenlandse Za ken heeft medegedeeld, dat alle bestel lingen van wapens, die lopende waren toen de UNO haar embargo afkondig de. thans zullen worden uitgevoerd. Men kon niet onmiddellijk de namen noemen van de landen, die orders lo pende hebben, maar het is bekend, dat daartoe o. a. Hasjemitisch-Jordanië (Transjordanië), Egypte en Irak beho ren, drie landen, aan welke Engeland verdragsverplichtingen heeft. Gruenin, de gouverneur van Alaska. heeft gisteren voor het Amerikaanse Con gress verklaard, dat Alaska onverdedigd is en „morgen door een kleine operatie met luchtlandingstroepen" zou kunnen worden genomen. De Argentijnse minister van Buitenland se Zaken, Dr. Juan Bramuglia, is afgetre den. Er werd geen reden opgegeven voor deze stap, welke volgde op een bespre- Kmg tussen Bramuglia, president Peron en de Argentijnse ambassadeur in de V. S. Dr. Adenauer, de voorzitter van de West- Duitse Christendemocratische Partij, en Prof. Carlo Sclrmid, de socialistische leider en de vice-voorzitter van de Duitse afde ling van de beweging voor een Verenigd Europa, hebben gisteravond gepleit voor de opneming van Duitsland in een Ver enigd Europa. Dr. Kurt Schumacher, de leider der so ciaal-democraten in West-Duitsland, heeft de drie nieuwbenoemde Westerse Hoge Commissarissen vöor Duitsland telegrafisch verzocht de ontmanteling van Duitse in dustrieën onmiddellijk te doen staken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 7