Spaanse politici en partijen geraken in discrediet Monarchie met velMonarchisten met weinig aanhangers Radja Kaliamsjah: Lichte of zware Unie - What is in a name? ENGELAND vraagt geen leningen buiten het Marshall-plan om Financiële conferentie te Washington De hemel over het moeras" DUITSE PARTIJ" WIL STOPZETTING DER DENAZIFICATIE-PROCESSEN Noodkreet van „Heemschut" NINOTSCHKA WEER OP WITTE DOEK O; Reünie van foto journalisten Monty ontsteekt bevrijdingsvuur Activiteit van vroegere nazi's VERZET TEGEN DEMONTAGE Grappen en glossen van Labitsch Katholieke Italiaanse film over een martelaresje VRIJDAG 9 SEPTEMBER 1949 PAGINA 4 De Falange: „Katholieke Actie van de Staat" Nationale Novene Feesten te Eindhoven op 17 en 18 September Dit sijn de mensen van de R.T.C Indonesiër is gesteld op sijn naam Frankrijk bezorgd Congres der Federatie van Beeldende Kunstenaars IJ Young Vic komt weer ons *oüe aandacht ie liggen op de om» lAanhots» van Bradee. (Van een bijzondere correspondent) F\e oude politieke partijen in Spanje hebben een groot deel van hun invloed I J verloren. Belangstelling voor politiek is echter gebleven en er zijn ver schillende stromingen. Terwijl het oude nog niet geheel verdwenen is en het nieuwe nog niet gevormd, bevindt het land zich in een overgangstijd waarin het beeld van politieke wensen en strevingen heel verward is. Deze toestand, waarbij de goedwillenden en gematigden het slechtst georganiseerd zijn, werkt ten gunste van extremisten van links en rechts. Dit was voor de burgeroorlog al de grote kwaal van de Spaanse politiek: zij is nu eerder ver ergerd dan verbeterd. Een verandering van regering op dit moment zou een ramp zijn, maar als de regering zich nu kan handhaven, zal later wellicht blij ken, dat het land in 1949 het dieptepunt van zijn crisis gehad heeft. omvatten, wat men zou kunnen noemen, de rechtervleugel, die de revolutie be schouwt als een ongelukkig intermezzo, sociale verlangens als een communistische infectie en de toekomst van de Kerk als hoopvol, zolang het leger de rust handhaaft, en de linkervleugel die met alle kracht het sociale probleem naar voren brengt, en waarvan men Mgr. Herrera, bisschop van Malaga, als stu wende kracht kan zien. Deze laatste groep is stellig zwakker dan de rech tervleugel, maar zij wint terrein, zowel onder de jongere geestelijken als in de Katholieke Actie. Zij vindt al wat con servatief is tegenover zich, en ondervindt ook de tegenstand van de Falange. Een van de redenen, waarom zoveel buitenlandse voorspellingen over Spanje niet zijn uitgekomen is. dat men voor het aanduiden van partijen en begrip pen afgaat op politieke verhoudingen, zoals men die in eigen land kent, of dat men de oude politieke indeling van Spanje gebruikt, zonder te bedenken, dat er een kleinigheid gebeurd is sinds het leger van Marokko de opstand be gon. Men kan er over twisten wie de burgeroorlog gewonnen heeft, maar dat de politici van vóór 1936 hem hebben verloren, staat wel vast. De meeste republikeinen, die men spreekt, ver zekeren, dat zij wel een republiek wil len, maai een andere dan die er ge weest is, en dat de regering uit Parijs zich de reiskosten wel kan besparen. Aanhangers van de monarchie vormen zeker de meerderheid in Spanje en zelfs een grote meerderheid, maar aan hangers van de monarchisten dat is van de geldmagnaten, grootgrondbezit ters en adel zijn met een lampje te zoeken. Vandaar het gebrek aan weer klank voor hun oproepen: men wil de leer wel, maar niet de profeten. Men kan zich trouwens de op het eerste ge zicht vreemd klinkende vraag stellen in hoeverre Don Juan zelf monarchist is. Dat wil niet zeggen, dat Franco die meestal voor machtiger wordt aan gezien dan hü in werkelijkheid is geen rekening zon hebben te honden met sommige wensen van zijn onder danen en dat er geen oppositie zon zijn. Oppositie is er, maar zij is jnist het zwakst van die partijen, die men in het buitenland ais het sterkst ziet. Anar chisten en communisten vormen geen politiek probleem, maar slechts een van openbare orde. Hun aanhang is bui ten Madrid. Barcelona en Oviedo mi niem en lijkt alleen gróter, omdat een handvol goed geschoolde verzetsmensen meer tijdbommen kan leggen dan het grootste politie-apparaat kan opruimen, en omdat het de propaganda in Madrid belieft elke tegenstander communist te noemen. De oppositie van de monar chistische en republikeinse politici is schadelijk door hun invloed op het bui tenland, maar van invloed op regerings besluiten is weinig te zien. De moeilijkheid op politiek gebied ligt voor een groot gedeelte daarin, dat Franco bij zijn streven naar een staat, die aan de ene kant een hersteld groot en machtig Spanje is, zoals het bestond op het einde der Middeleeuwen, maar tegelijk een staat, die op economisch gebied modern is en op sociaal ge bied een toepassing van de katholieke beginselen, geen meerderheid en zelfs geen grote minderheid achter zich heeft: De Falange heeft een uitgesproken so ciale inslag gehad, maar op onchriste lijke basis; de Carlisten waren katho- lieker dan de Paus, maar misten elk sociaal besef; het leger wenst zeker een machtig Spanje, maar even hard een grote soldij; en zo kan men doorgaan met de andere groepen. Leger en partij namen na de oorlog het politieke spel over van de politici en waren ongeveer even sterk, zeker zolang de Falange nog van Duitse en Italiaanse steun kon pro fiteren. Wat de katholieken betreft: zij zijn verdeeld in minstens vier groe pen, waarvan de aanhangers soms vrij scherp tegenover elkaar staan, ook al zijn de grenzen ervan vaag en over lappen zij elkaar soms. De Katholieke Actie heeft, bij gebrek aan een katho lieke partij, een sterk politiek getinte rol en uit haar leiders werd bijv. de huidige minister van Buitenlandse Za ken, Artajo. benoemd. Het is vooral de strijd tussen de Falange en de Katho lieke Actie en de interne veranderin gen in beide, die van belang zijn. De toestand van het ogenblik is dos zo, dat er politieke leiders rijn zonder volge lingen en een massa, waarin behalve on verschilligheid, wel degelijk politieke wen sen en idealen te vinden zijn, maar die geen organisatie heeft waarop zij vertrouwt en die bovendien sterk versnipperd is. Hierdoor is het gemakkelijk voor die groe pen, die én plan én leiders hebben, om zich te handhaven, ook al zijn zij klein, en om hun kans al te wachten voor het geval de toestand zou veranderen. Zij kun nen alleen hopen, dat de economische si tuatie zo slecht zal worden, dat de bevol king uit wanhoop in verzet zal komen en zich bij de felste vijanden van het regiem zal aansluiten, de communisten en de anar chisten, of uit angst bij de fanatiekste ver dedigers, de Falange. Niemand kan voorspellen of de regering de gevolgen van armoede, chaos en droogte, waaronder het land nu lijdt, zal overleven. Het is wel waarschijnlijk, dat als zij deze crisis tot de regen die eens zal komen en de eerste goede oogst zal doorstaan, zij alles wat daarna komen zal ook wel on zal kunnen. Dat kan dan de neder laag betekenen voor de extremisten en de overwinning voor de gematigdheid. Verdeeldheid der katholieken Bij haar strijd om zich te handhaven profiteert de Falange van twee omstan digheden: de verdeeldheid van de ka tholieken en de anti-Spaanse actie in het buitenland. Desondanks is zij steeds meer veracht en heeft zij bijna het ge hele Spaanse volk tegen zich. Zo gauw de strijd in het katholieke kamp beslist is, kan de Falange definitief worden teruggedrongen. Men kan bij de katholieken twee klei nere groepen zien, waarvan er een de nadruk legt op de regionale zelfstan digheid, terwijl de ander meer streeft naar een traditioneel en bijna feodaal Spanje. De twee belangrijkste groepen De Falange pretendeert katholiek te zijn. Op de vraag van vreemdelingen wat zij eigenlijk is, noemen sommige leden haar de Katholieke Actie van de Staat, wat ook vóór Praag al vreemd klonk, maar in hun naïeveteit slaan zij de spijker verrassend goed op de kop. Sinds haar oprichting neeft de Falange drie elementen in zich, een so ciaal-materialistisch, een van staatsver af go - ding en een katholiek. Dit laatste element heeft zich steeds gehandhaafd, maar steeds in een ondergeschikte rol ten aanzien van de twee andere, zeker toen na de burger oorlog in de zuivering juist de goedwillen den verdwenen. Het heeft de Falange echter in de gelegenheid gesteld het steeds te doen voorkomen alsof zij katholiek was, terwijl de chauvinisten het geloof alleen wilden ge bruiken om de staat te dienen en terwijl de marxisten er alleen een verbod mee wens ten om het later met des te meer succes aan te vallen. Terwijl in de Falange de godsdienstige groep steeds meer invloed verliest, gaat de strijd tussen beide andere groepen voort. De fascisten steunden tijdens de oorlog op de asgenoten, maar die steun is hun nu ontvallen. Maar de materialisti sche groep bestaat voor een deel uit vroe gere geestverwanten van communisten en anarchisten en waarschijnlijk hebben velen van hen een open oog voor de veranderin gen die zich kunnen voordoen. De Falange is echter ook een belangen gemeenschap. Zij keert zich dus tegen alles wat haar monopolie kan schaden. Behalve de actie van links zijn er de volgende min of meer belangrijke gevaren: een herstel van de oude monarchie of republiek, maar zoals wij al eerder zagen is er te weinig enthousiasme voor de politici; een heer schappij van het leger met de hoge geeste lijkheid of een deel daarvan, maar deze karj geen economische en sociale problemen op lossen en zal op den duur ineenstorten; een toestand tenslotte, waarin een sociaal en economisch program wordt uitgewerkt in samenwerking van Kerk en Staat, en dit kan door een overwinning van de vooruit strevende katholieken bereikt worden. Van al de tegenstanders zijn zij op de duur de enige gevaarlijken, maar zij hebben tijd nodig. Een Spanje in rust zou het eind van de Falange zijn, want zij is een strijdorganisa- tie-voor-'t-gevecht-tegen; tegen de commu nisten, tegen separatisten, tegen de slechte buitenlanders, tegen alles wat zich voor kan doen. De Falangisten zeggen wel zeer te betreuren, dat Spanje niet erkend wordt en economisch geen steun krijgt, en elke nieu we belediging brengt hen tot nieuwe de monstraties en nieuwe acties. Maar men stelle zich de schrik voor, als Spanje eens wel erkend zou worden en als gelijke tus sen de andere landen zou komen. Het zou aanvankelijk een propagandistisch succes zijn voor de Falangisten, maar daarna? Het contact met de West-Europeanen zou ieder laten zien, dat deze landen zelf anti-com munistisch zijn, dat zij Spanje niet als min derwaardig beschouwen, dat er andere re- gerir.gsmethoden bestaan en mogelijk zijn dan de nu gevolgde en dat de keus tussen Falange of Moskou volstrekt overbodig is. Met honing zijn altijd nog meer vliegen ge vangen dan met azijn, maar in veel landen schijnt men dit niet te beseffen. En dus steunt men de propaganda van de Falange door beledigingen en isoleert men de Span jaarden, en daarmee eigen vrienden, zoveel mogelijk. Onnodig te zeggen, dat een dergelijke po litiek met alle kracht door Moskou gesteund wordt. Een nieuwe actie tegen Spanje be tekent een nieuwe actie van de Falange. Woede en angst drijven dan weer gematig den naar links en rechts en herstellen tijde lijk geleden verliezen voor beide partijen: kleine geschenken onderhouden de vrieno- schap. Het buitenlandse probleem verloopt, dank zij de buitenlanders, dus gunstig voor de Falange, maar het katholieke „probleem" riet. De Falange heeft hier wel een grote troef in handen door haar heerschappij over de jeugdbeweging. Weliswaar is deze niet anti-godsdienstig, maar in ieder geval voorkomt zij, dat de Kerk de beschikking heeft over een jeugdbeweging die meer geeft dan uitsluitend godsdienstige vor ming en sport. Desondanks groeit de in vloed van de vooruitstrevende katholieken in eigen kring en daarbuiten. De toekomst zal leren hoe de reactie van de Falange hierop zal zijn. In de West-Duitse Bundestag hebben de afgevaardigden van de uiterst- rechtse „Duitse partij" gisteren een mo tie ingediend, waarin gevraagd wordt de denazificatie-processen geheel stop te zetten. Tevens werd een algemene amnesrie verzocht voor alle personen, die door Duitse rechtbanken als „kleine Nazi's" en „meelopers" zijn veroordeeld. De motie is overhandigd aan de president van de Bundestag, dr. Erich Koehler. De mogelijkheid van amnestie voor Duitsers, die wegens politieke vergrij pen veroordeeld zijn, kwam ook ter sprake tijdens een onderhoud, dat de Britse Hoge Commissaris in Duitsland, Sir Brian Robertson, gisteren had met Kardinaal Frings, de Aartsbisschop van Keulen. De Kardinaal heeft reeds eerder de gedachte om een dergelijke amnestie te verlenen geopperd. De voormalige nationaal-socialisten, die hun overheidsfuncties hebben verlo ren wegens hun lidmaatschapvan de partij, hebben een vereniging opgericht met als hoofddoel „herstel der welver diende rechten voor alle ambtenaren, die hun betrekkingen hebben verloren door denazificatie, gevangenschap of willekeurig ontslag", aldus meldt U. P uit Mannheim. De „Duitse partij" heeft gisteren een verklaring uitgegeven, waarin zij pro testeert tegen de rede, waarmee Paul Loebe, als oudste lid, gisteren de Duitse Bondsdag heeft geopend. De partij beklaagt zich er over, dat Loebe (sociaal-democraat) „een eenzij dige beschouwing over de Duitse schuld" had gehouden en dat hij de slachtoffers der Nazi's eerst had ge noemd in plaats van eerst de slacht offers van de oorlog te noemen. Loebe zei in zijn rede, dat hij „de ge weldige schuld" erkende, die „door een misdadig regiem op de schouders van het Duitse volk was geladen", en hij herinnerde de geallieerden aan de offers, die door de Duitse tegenstanders van het Nazi-regiem werden gebracht. Hij noem- Op de algemene ledenvergadering van de Bond Heemschut, welke heden in de Taveerne „Te Werve" te Dordrecht werd gehouden, heeft de secretaris, de heer Ton Koot, het jaarverslag uitge bracht, waarin een noodkreet opklinkt, die zich richt tot de velen in Nederland, wien de schoonheid van ons land ter harte gaat. Al te vaak wordt die schoon heid opgeofferd om een direct belang te dienen. Een klein land als Nederland is in dit opzicht uiterst kwetsbaar. Vrijwel elke stadsuitbreiding, elke nieuwe weg, elke vergroting van mili tair oefenterrein, elke nieuwe aanleg van hoogspanningleidingen vraagt thans offers aan landschappelijk schoon, aan het zo broodnodige recreatiegebied. De Bond Heemschut wordt daardoor voort durend in acties gewikkeld, die de grootste inspanning vergen van zijn me dewerkers. Hun aantal en geldmiddelen zijn echter te gering om tegen deze ont zaglijke taak te zijn opgewassen. Een versterking van het ledental met enige duizenden is absoluut noodzakelijk. Dan alleen kan de dam versterkt worden, die de Bond Heemschut opwerpt tegen de in het bijzonder de sociaal-demoera ten, de communisten, personen van het Katholieke Centrum en zelfs personen uit de rijen der rechtse partijen. De Duitse partij zou zich verzetten tegen vermelding van Duitse schuld in welke vorm ook. Deze partij zal waar schijnlijk deel uitmaken van de eerste West-Duitse regering van dr. Adenauer, Op een protestvergadering te Duisburg tegen de demontage van de August Thyssen Eisen- und Stahlwerke heeft dr. Kurt Schumacher de leider van de West-Duitse socialisten, geëist dat het geallieerde demontageprogramma inge krompen zou worden en waarschuwde, dat de jonge republiek niet langer het demontagewerk kan gadeslaan „zonder haar stem hiertegen te verheffen". Zaterdag 15 October zal de Nederland se Vereniging voor Fotojournalisten in Amsterdam een feestelijke reünie hou den ter gelegenheid van het uitreiken van diploma's aan de leerlingleden, die het vaardigheidsexamen van de vereni ging met succes hebben afgelegd. Aan deze reünie zal evenals het vorig jaar een wedstrijd voor de fotojournalisten verbonden zijn met vele attracties en prijzen. Het programma voor die dag bevat o.a. een grote fotowedstrijd op het Museumplein en een officiële bijeen komst in het Minervapaviljoen, de ope ning van de tentoonstelling „De beste persfoto's 1949", een filmvoorstelling en ppn Darh tfppct Omtrent de wedstrijd op het Museum plein zegt het programma, dat mevr. Henriëtte Davids, Johan Kaart en Lou Bandy pannekoeken zullen bakken en op andere wijze als „model" voor de fotografen zullen poseren. Ter ere van de kleine H. Theresia zal van 24 September tot 3 October een nationale novene gehouden worden. De zusters Carmelietessen te Egmond aan den Hoef zenden op aanvraag plaatjes met novene-gebed gaarne toe. De plechtigheden ter gelegenheid van de bevrijding van Eindhoven zijn nu alle bekend en gecoördineerd. Omdat het vijf jaar geleden is, dat Eindhoven bevrijd werd, zullen de festiviteiten nog uitgebreider zijn dan in de voorgaande jaren. Het hoogtepunt der feesten ligt op Zondag 18 September. Zaterdag 17 September zijn er echter reeds diverse gebeurtenissen, 's Avonds worden in alle Katholieke kerken plechtige dankloven gecelebreerd, ter wijl in de Protestante kerken dank diensten worden gehouden. In de Phi lips schouwburg wordt een gala-voor stelling gegeven van het door A. J. Zoetmulder voor deze gelegenheid ge schreven spel: „Verzet in Modin", waar bij ook maarschalk Montgomery aan wezig tal zijn. Diezelfde avond zal de feestverlichting gaan branden. De markt is gemetamorphoseerd in een feesttuin met bomen, heesters en zelfs een vijver. Zondag half elf wordt in de Dekenale kerk een plechtige Hoogmis gecele breerd, waarna zich een stoet formeert met geestelijke en wereldlijke gezags dragers aan het hoofd, die zich naar de algemene begraafplaats begeeft voor de dodenherdenking. Om drie uur arriveren op vliegveld „Welschap" de deelnemers van de be- trouwbaarheidsrit BayeuxEindhoven. Om half vier beginnen op het P.S.V.- sportterrein de internationale handbal en athletiekwedstrijden. Om half acht komt de fakkelestafette uit Bayeux aan. Daarna trekt een lange stoet van officiële personen en delega ties van organisaties en verenigingen naar het Dommelplantsoen, waar Mont gomery met de uit Normandië komende fakkel het bevrijdingsvuur ontsteekt. Onmiddellijk daarna begint het vuur werk. Evenals vorige jaren zal ook dit jaar weer de bevrijdingsfakkel in Portsmouth ontstoken worden. Hij wordt dan met een oorlogsvaartuig naar de Norman- dische kust gebracht. Wielrenners van de wielerclub „Het Zuiden" zullen de fakkel van Bayeux naar Brussel bren gen. Daar komt een groep hardlopers bij het graf van de onbekende soldaat, en per estafette wordt de fakkel naar Eindhoven gebracht. (Van onze Haagse redacteur) Terwijl een tros kinderen en badgas ten Strasburger's olifanten omstuwt op hun morgenwandeling langs de zee, zitten wij aan de Scheveningse boule vard m gesprek met iemand, die bij eerste kennismaking de indruk maakt van een typisch representant van gezond Indonesisch nationalisme, Radja Kaliam sjah Sinaga, de waarnemend Wali- Negara van een gebied aan Sumatra's Oostkust, dat twee millioen inwoners telt en een oppervlakte heeft, welke iets groter is dan die van geheel Nederland. Met hem, die tevoren nog nooit hier was en nu met gretigheid, voor zover de tijd het toelaat, alle excursies mee maakt, om zoveel mogelijk te zien in ons land, praten wij over de huidige en toekomstige ontwikkeling in een gebied, waar nog enorm veel op te bonwen en te organiseren valt. Deze zoon van een zelf bestuurder is niet de exponent van een zich zelf overschattend nationalisme; aan de ene kant het staan voor zijn overtuiging, dat Indonesië zelfstandig moet zijn, maar ter andere zijde toch ook het erkennen van een begrenzing der eigen mogelijkheden, plaatsen de gedachtenwisseling met deze gedelegeerde op een reële basis, die complimentjes en vage optimismen bui ten de discussie houdt. Radja Kaliamsjah heeft, hoewel hij voor de oorlog geen actief deel nam aan het politieke leven („daarvoor was ik nog te jong!"), ook wel ervaring opge daan met een minder brede Nederlandse visie dan wenselijk ware geweest, maar hij wenst zijn verhaal dienaangaande nu niet meer genoemd te zien. Misschien kan men zijn ideeën het best samenvatten in de omschrijving, dat hij meer zoekt naar wat verenigen kan, dan naar hetgeen scheidt. „Accoor- den, die hebben wij al genoeg gehad, maar telkens daarna bleek het toch weer mis. Het belangrijke van de hui dige situatie lijkt mij, dat we nu ein delijk in een phase zitten, waarin ook na de eerste overeenstemming nu inder daad verder gepraat kan worden en In de trieste dagen van de oorlog met Duitsland is de Amerikaanse film „Ninotschka" van Ernst Lubitsch plot seling in de vergetelheid teruggesme ten door een verbod van de bezetters, die blijkbaar niet hebben begrepen, welk een waardevol propagandama teriaal de film voor hen had kunnen zijn. Was de haat tegen de Amerika nen zo groot? Kon de spot van de Jood Lubitsch aan het adres van de bolsjewisten geen genade vinden in de ogen der edei-Germanen? In alle geval; de film verdween en bleef zelfs na de oorlog nog zoek. Het wachten was op het zilveren jubileum van Me tro Goldwyn Mayer, hetwelk aanlei ding werd tot een reeks hervertonin gen, waar we plezier aan kunnen be leven. Het succes van deze film schuilt waar lijk niet alleen in het onderwerp een verhaal, dat de draak steekt met de fa natieke Sovjetadepten maar meer neg in de wijze, waarop Lubitsch langs zijn neus weg de spot drijft met een samen leving die sommigen een paradijs plegen te noemen. En als deze spot zichi dan nog uit in spirituele filmvormen, die de artisan zo duidelijk aanduiden, dan kan Greta Garbo en Melvyn Douglas ais de communiste eu de aristocraat die op eUcaar verliefd worden men er zeker van zijn een film voor zich te hebben, die de moeite loont. j.ien hóórt Lubitsch grinniken achter de beelden en hij doet het zo ondeugend en tegelijk gemoedelijk, dat ik mij een felle communist zou kunnen voorstellen, die zich met deze film amuseren zou, voor zover hem dat althans wordt vergeven. Greta Garbo die op Lubitsch wach ten moest om op het witte doek een mens te worden vertegenwoordigt hier de Sovjet-agente Ninotschka, die naar Parijs wordt gezonden om drie luie collega's onder handen te nemen, aldaar verliefd raakt op een jeugdige graaf, die haar het hof maakt, terugkeert naar Rusland met een gunstig rapport over de drie gratiën, zich onderdompelt in de naargeestige atmosfeer in haar va derland en door een list van haar aan bidder weer over de grenzen wordt ge lokt om voor altijd aan de zijde van de geliefde man en onder de goede zor gen van het driemanschap verder te leven, ver van het paradijs, dat zij eenmaal met lijf en ziel heeft aange hangen. De grappen zijn niet van de lucht, de glossen stromen over het doek, de verrassingen zijn vele. In de beste stukken van de film en die zijn er heel wat pakken de dialogen zo scherp op de beelden, dat dit spel met beeld en geluid een waar ge not is en zonder twijfel tot de fijn ste stijloefeningen van Lubitsch kan gerekend worden. De humor is een aanstekelijk wapen, een dodelijk wapen, als hij zc gehanteerd wordt als Lubitsch het doet. Bij allé vro lijkheid, onbezorgd heid en glimlach jes, die nu en dan in een schaterlach uitschieten, ont komt men niet ge makkelijk aan de tendenz van de film. Zelden zagen wij een film-met- een-strekking die haar bedoelinger zo luchtigjes duide lijk weet te maken In het begin van de film wordt ook heel even maar on vergetelijk de nazi- groet tot een sym bool van belache lijkheid en zo siaat Lubitsch twee vlie gen in één klap zonder zichtbare moeite. „Ninotschka" is dus weer terugge keerd. Zij zal velen amuseren en als se eens wilt vergelij ken, vertel me dan welke film, na de oorlog gemaakt, met die van Lu bitsch. kan wedijve ren. Dbg. De Amerikaanse, Britse en Canadese delegaties op de financiële conferentie in Washington hebben gisteren besloten een viertal commissies in te stellen, die ieder op een bepaald terrein de moge lijkheden zullen bestuderen ter bestrij ding van de dollarcrisis. Na afloop der zitting deelde John Sny der, de Amerikaanse minister van Fi nanciën, op een persconferentie mede, dat de commissie de volgende vier mo gelijkheden znllen bestuderen: 1. Het vormen van voorraden van goe deren, die in het sterlinggebied kunnen worden gekocht. 2. Verzachting van de in het kader van het plan-Marshall ingestelde beperkingen op Engelands aankopen in het buiten land met het doel Engeland meer vrijheid te geven voor wat betreft het kopen van goederen buiten de Ver. Staten. 3. Vereenvoudiging van de Amerikaan se douane-procedures. 4. Aanmoediging van de investering de vloedgolf van aantastingen van land-1 van Amerikaans particulier kapitaal in en stedeschoon. j be* buitenland. Snyder deelde voorts mede, dat de negen aan de conferentie deelnemende ministers de eerstkomende dagen veel vuldig zullen bijeenkomen, en dat zij zo nodig nog meer werkcommissies zuilen instellen om andere vraagstukken te be studeren. Op de bijeenkomst van giste ren is het beroep besproken, dat Sir Stafford Cripps Woensdag op Amerika en Canada heeft gedaan om Engeland bij te staan in zijn streven naar ver hoging van zijn dollarinkomen door meer Britse goederen te kopen. De be sprekingen werden uitgestrekt tot het probleem van de verhoging der dollar inkomsten van alle aan het plan-Mar shall deelnemende landen. Paul Hoff man, de leider van de E.C.A., heeft op de bijeenkomst een uiteenzetting gege ven van de mogelijkheden om de afzet van Britse goederen te verhogen, als mede van de markten voor deze goede ren. In antwoord op desbetreffende vragen zeide Snyder met nadruk, dat Engeland geen leningen of schenkingen buiten het plan-Marshall om heeft gevraagd. De maag, of de mogetükheid van devaluatie van het pond sterling is besproken, wei gerde hij te beantwoorden. Snyder deelde tenslotte mede, dat de Amerikaanse minister van Handel, Char les Sawyer, voorzitter zal zijn van de werkcommissie, die het opslaan van goederen uit het sterlinggebied zal be studeren. Paul Hoffman zal voorzitter zijn van de commissie, die verzachting van de E.C.A.-beperkingen zal overwe gen. Edward Foley, onderminister van Financiën der V.S., zal voorzitter zijn van de commissie voor de douaneproce dures en William McChesney Martin, assistent van de minister van Financiën der V.S., zal de commissie leiden, die de aanmoediging van Amerikaanse beleg gingen in het buitenland zal bestuderen. Voor het begin van de zitting van gis teren heeft Snyder eerst nog een confe rentie gehad met de Franse minister van Financiën, Maurice Petsche, die Woensdagavond in Washington is gear riveerd. Petsche, die aan het hoofd staat van de Franse delegatie bij de internationale herstelbank en het monetaire fonds, die 13 September vergaderen, is vijf dagen eerder gekomen om bijzonderheden van de driemogendhedenbesprekingen te ver nemen. De Fransen zouden namelijk be zorgd zijn, dat de drie regeringen be sluiten nemen inzake de internationale handel en financiën zonder overleg te plegen met Frankrijk. Het State-Depart ment heeft echter meegedeeld, dat Frankrijk op de hoogte gehouden zal woeden. daarom moet Nederland, nadat eenmaal het grote woord van instemming er uit is, niet nog eens met nieuwe eisen ko men Op Nieuw-Guinea wordt hier natuur lijk gedoeld en als wij even verder gra ven in deze kwestie merkt hij op, dat het nogal moeilijk is te spreken van een Nieuw-Guinese vertegenwoordiging; in hoeverre is deze bevolking zelf mon dig om tot uitdrukking te br-engen wat zij wil? Is ze dat op Sumatra wel? De Radja, die zelf lager- en Mulo-on derwijs heeft genoten op Sumatra en zich verder ontwikkelde te Ba tavia, maakt er geen geheim van, dat het percentage geletterden in zijn gebied niet ver boven de 12 zal liggen. Maar dit wil niet zeggen, dat de bevolking geen nationalis tisch besef zou meedragen. Het uit roepen van de Republiek bijvoor beeld werd reeds het eerste jaar op de 17e van elke maand gevierd. Na tuurlijk zijn er in dit bewustzijn graderingen te onderscheiden. Voor de eenvoudigsten zal het begrip „vrijheid" waarschijnlijk niet vee» verder gaan dan een nieuwe situa tie, waarin de Nederlanders niet meer de lakens uitdelen. Kan men zeggen, dat de bevolking als geheel genomen vrij duidelijk weet, wat zij niet wil, doch dat de menings"or- ming over wat er dan wel moet komen nog in het stadium van ontwikkeling is? Zo zou men het kunnen formule, ren, maar vergeet u niet, dat sinds de Negara-vorming die ontwikkeling toch al heel duidelijke vormen gaat aanne men In de regionale bestuursfunctie vindt men nog de Nederlander, maar de leiding bij het departement van Alge meen Bestuur is in Indonesische handen en naar beneden zijn ook de plaatsen van onderafdeling tot kampong uiter aard door Indonesiërs bezet. Zoals bij elke jonge staat, staat ook hier *t onderwijs in het centrum van de belang stelling. In de ongeveer anderhalf jaar die verstreken zijn sinds de Negara vorming steeg bet aantal leerlingen op de scholen van vier- tot elfduizend en wil men zich een indruk vormen van wat de plannen zijn, dan spreken wel licht het duidelijkst de voor het onder wijs geraamde uitgaven in hun verhou ding tegenover al het andere, wat ook hard nodig is. Onderwijs dan vraagt een vierde van de gehele begroting! Al is dit nog afhankelijk van de goedkeuring van de Federale Regering- Deze Federale Regering zal ook moe ten oordelen over wat er aan plannen bestaat om dit deel van Sumatra econo misch op te vijzelen; de electriciteits- werken bijvoorbeeld bij de Wilhelmina- waterval, welke zich in het Zuiden bij na aan de rand van dit Negara-gebied bevindt. Uitziend over de gladde Noordzee zit daar tegenover ons, bedachtzaam trek kend aan zijn pijp, te vertellen over een visioen van een grootscheepse electrici- teitsvoorziening, een Sumatraan, die nog de onbevangenheid heeft om zijn ver wondering uit te spreken over wat hij gedurende de korte tijd, dat hij hier is, in dit opzicht in kleine dorpen '-an ons land zag. Dit hebben wij wel in de gaten: Rad ja Kaliamsjah gaat met open ogen door ons land. Bij een bezoek aan een fa briek („machtige bedrijven heeft U hiér!") interesseren hem behalve tech nische bijzonderheden vooral de sociale voorzieningen. Hij is niet zo naïef om louter de financiële waardering als ver gelijkingsmaatstaf met Indonesië te hanteren, maar wanneer eert dagloon van 85 cent plus enige goederen in na- tura (voor de oorlog was het 30 ct„ doch toen was het leven ook veel goed koper) slechts toereikend is voor de allernoodzakelijkste behoef te voorziening van een man met één kind, dan is er op sociaal gebied nog het een en ander te doen. Men zou met deze gedelegeerde door kunnen praten over alle mogelijke Su- matraanse toestanden, mogelijkheden en moeilijkheden, doch herinnert zich juist nog te rechter tijd, dat er ook nog zo iets als een stuk Nederlands-Indonesi sche problematiek op de Ronde Tafel ligt. Of de Unie „zwaar" dan wel „licht" zal worden, gelijk dat in de terminologie van deze dagen heet „What is in a name?", zucht dc waarnemend Wali-Negara: in een lichte band kunnen zoveel elemen ten geïntroduceerd worden, dat ze toch zwaar wordt, en omgekeerd. Het voornaamste i£, dat wanneer Nederland met een waarlijk groot gebaar zijn goede wil toont, het ze ker kan zijn van onze medewerking. !""»M Radja Kaliamsjah Sinaga, umd. Wali- Negara van Oost-SumaPra. En, o ja, dit moet ik U nog zeggen het telt voor mij heus niet zo zwaar, maar velen zijn gevoelig op dit punt de Indonesiër is gesteld op zijn nationaliteitsaanduiding; het viel mij op, toen ik wellicht on bewust denigrerend hoorde spre ken over „die bilanders"; wij heten: Indonesiërs. Doch verder is de kennismaking met Nederland mij uitstekend bevallen, al heb ik. om U eerlijk de waarheid te zeggen van het chemisch bedrijf daar bij de mijnen in Limburg niet zo heel veel gesnapt; maar vooral het weer was deze eerste week ideaal. De toehoorder wist zich, nu toch even in de contra-mine, het nog altijd voch tige voorhoofd af. Het congres van de Nederlandse Fe deratie van Beeldende Kunstenaars, dat op het ogenblik in Den Haag ge houden wordt, heeft de eerste twee da gen naar een aantal referaten geluisterd over problemen, die in de kunstenaars wereld de aandacht trekken. Dr. N. R. A. Vroom, hoofd van de afdeling Kunst van O., K. en W„ die namens de minis ter tegenwoordig was, had bij het begin van het congres reeds getuigd van de belangstelling van de overheid voor alles wat in de kunstenaarswereld leeft. Over de verhouding tussen kunst en overheid sprak de tweede dag de heer D. W. Dett- meyer. De taak van de overheid, zeide hij o. m„ bestaat in het stimuleren van de kunst, in het coördineren en organi seren op verzoek van de vrije en zelf standige organisaties. Zij moet de ge legenheid scheppen, waardoor de kunst tot ontwikkeling kan komen. Zij heeft zich echter niet te mengen in de beoor deling van kunst en kunstwerken. In dit verband verwees spr. naar de kwestie-Van Dongen in Rotterdam. Ir. Edm. Nicolas, die de toestanden b» de kunstenaarswereld voor en na de oorlog besprak, constateerde een grondig verschil in de verhouding tussen kunst en publiek toen en nu. Wanneer zovele jonge en oudere kunstenaars noodlijdend zijn, dan komt dat ook, zo zeide deze spr. o. m„ dóórdat te veel kleine talen ten zich geheel aan de kunst menen te moeten wijden. Vele hedendaagse schil ders -vergeten het oadc adagium, dat kunst voortkomt uit het „geperfection- neerde ambacht". Ir. Nicolas wees overigens ook op het gebrek aan geld om aan de behoefte aan schoonheid in eigen omgeving te voldoen. Hij noemde verder nog de ge wijzigde politiek der musea, die geen exposities meer geven van de z.g. „door snee hedendaagse kunstenaar", en het gebrek aan expositieruimte, waarmede verenigingen van beeldende kunstenaars kampen. Dat zijn ook oorzaken van de vervreemding tussen kunstenaar eft publiek. Op de eerste dag had ror. W. C. Wendelaar gesproken over „de be tekenis van de kunst voor beschaving en samenleving ook in deze tijd". De kunstenaar, zeide hij o. m„ is degene, die scheppend werk van blijvende waarde verricht en zo de mensheid rijker maakt, maar het is nodig, dat de kunst contact houdt met het leven en niet ontaardt in een verdorrend in dividualisme. Mr. W. H. Th. Perizonius en dr. K. A E. de Jong spraken beiden over de „vrij-* heid en gebondenheid van de kunste naar", de heer J. D. Ros, voorzitter va» „Arti en Industriae", sprak over samen werking tussen kunst en industrie: het industriële massaproduct behoort te vol doen aan eisen dér schoonheid, het pu bliek moet het schone leren zien, waar bij het onderwijs een taak heeft. (Speciale correspondentie) weldiging en de moord en daar heeft de regisseur een staaltje film te» beste gegeven van een aangrijpende spanning, het Iitaliaanse filmidiooi» ten voile waardig. Sommigen zulle» hier zelfs willen gewagen van een sterk realisme, van een spanning, ai® niet goed" te verdragen is, en misschien wel van een hang naar sensatie- Nochtans zouden wij de verdedig'0» van Genina aandurven op grond va» het feit, dat hij de tafrelen, waar over hierboven sprake is, met zove®* talent heeft gefilmd, dat men he1» moeilijk van sensatiezucht verdenkei kan. Deze zaken blijven altijd gev?£ len van zeer persoonlijke gevoelig heid. Het lijkt ons mogelijk, dat so°F migen een te ver gaande werkelijk® zin zullen zien, maar evengoed men de sterke effecten, die Geni» gebruikt, waarnemen als tegenha gers van de glorie, die de maag0 lijkheid en de zedelijke moed van jonge slachtoffer begeleidt. In ieder geval behoort men Ge»*®* die eer te laten, dat hij de traditie p de jongste Biennale te Vijetië, die alweer tot het verleden behoort, is een katholieke film: „De Hemel over het moeras" (Cielo sulla Palude) ver toond, die nadere aandacht verdient. Er is hier namelijk sprake van een katholieke film over Maria Goretti, wier alom in Italië verbreide verering door de Kerk is bevestigd. Maria Goret ti was in 1902 'n kind van twaalf jaar, dochter van arme boeren. Zij werd vermoord door een boerenjongen, tegen wie zij zich tot het uiterste verzette, toen hij haar wilde overweldigen. In een vlaag van woede stak de jongeman er met een mes op los, tot het kind be zweek. Als een wervelwind ging de mare door de streek, dat Maria was gestorven als martelares om haar maag delijkheid te bewaren. Een gewaagd onderwerp, niet alleen omdat de verfilming veel tact en goede smaak vereist, maar ook omdat het martelaarschap als filmthema spoedig tot edelaardigheid uitnodigt en een re ligieuze pathetiek niet gemakkelijk ont gaan zal. Genina moet dit gevoeld heb ben en hij is er zeker ook niet geheel aan ontsnapt. Met name zou men het slot van de film, waar de bezoekers bijeenkomen aan het sterfbed van het kind, bepaald zoetelijk kunnen noe men. Sterfbedden van martelaars vra gen een zeer beheerste uitbeelding, wil men niet vervallen in een kwezelach tige gevoeligheid, die bij alle goede bedoelingen en voorzichtigheid nu een maal moeilijk te vermijden is. Een vroom onderwerp, dat dit thema tenslotte toch is, brengt zijn zeer bij zondere moeilijkheden mee, getuige onder meer de film over Bernadette, die juist op haar vroomste momenten mislukte. Genina heeft dan ook getracht niet overal het accent te leggen op het element der deugd en der vroomheid, doch zijn stof behandeld met een zin voor realisme, zoals we die in de toch al realistische Italiaanse film zelden hebben gezien. Hierdoor kwam de ye» de Italiaanse filmkunst hielp handha'^ door een film te maken van een mende suggestiviteit. De „Young Vic Company", vorig seizoen en deze zomer in v3P land voorstellingen heeft gegeven Shakespeare's „As you like it'\\eine de navolgende data opnieuw ee° toumée in Nederland m ^migl** Shakespeare's „A Midsumm tte#- Dream": Maandag Ï7 October pjps- damee Schouwburg, Rotterdam, dag 18 October Leidse Scbearw^- Leiden; Woensdag 19 en Donder pe» October Koninklijke Schouwburg, Haag; Vrijdag 21 October Stadss0"" burg, Amsterdam. De hoofdrollen zuUen jea» leden jaar worden vervuld doo Wilson, Pierre Lefevre, Jane v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 4