Van een edelvrouw, die in het klooster ging Pionierswerkopgang, terugval en wonderbare wedergeboorte DE OUDE GARDE VAN DE K.A.B. AAN HET WOORD De restauratie van Gebouw St. Bavo OVERPEINZING Versetsmon ument Spoorwegen BLOEIENDE ONDERAFDELINGEN Programma K.A.B.-feest Hoe de K.A.B.-leden zijn onderverdeeld Eett mens komt altijd te laat en gaat te vroeg" Vernieuwde zaal uitstekend geschikt voor velerlei doeleinden Voor God en Kerk, Vorstin en Land VRIJDAG té SEPTEMBER 1949 PAGINA 3 Onderafdelingen 440 717 126 116 516 414 478 152 210 240 74 657 235 35 56 31 40 14 83 69 4703 „Joh, d'r is vanavond vergadering f Diamanten feest Katholieke Arbeidersbeweging Zestig jaar verricht de afdeling Haarlem van de Katholieke Arbeidersbewe ging thans haar zegenrijke werk. Amsterdam was 4 Maart 1888 voorgegaan, Haarlem volgde als eerste na de hoofdstad op 27 September 1889. In de Warmoesstraat woonde een winkelier in kruideniers- en grutterswaren, officieel geheten A. J. de Jong, huiselijk Toon de Jong, de man die het grote initiatief nam. Hij reisde met enkele heren naar Amsterdam om een bespreking te houden met W. Passtoors, de Stichter van de moederafdeling. De eerste propaganda-avond werd gehouden in het gebouw van de Militairenvereniging in de Zoetestraat en leverde 60 leden op. Maar een week daarna waren het er 128 en wederom een week later 300. De vierde bijeenkomst op 21 October droeg een feestelijk karakter, want er Was intussen een liedertafel St. Bavo gevormd, die enige zangnummers ten beste gaf. Men vergaderde de eerste ja ren in het gebouw Felix Favore, nu het herboren gebouw St. Bavo in de Smede- straat. De leden betaalden 6 cent contributie per week. Het eerste bestuur, dat zich rondom voorzitter De Jong schaarde, bestond uit de heren: H. B. Schoonman, Gcd. Oude Gracht, J. Loots, wijnhande laar aan het Spaarne, secretaris, V. van Dijck, meesterknecht aan de Anthonie- straat, C. van Dam, sigarenhandelaar in de Koningstraat, J. J. Sanders. De middenstand was stevig in dit be stuur vertegenwoordigd, terwijl de massa der leden toch uit arbeiders be stond. In de loop der negentiger jaren, zo Schrijft de kroniekschrijver Jos. A. van Seggelen, liep het ledental op tot rond 800. En tal van vak- en onderafdelingen kwamen tot stand. In 1895 werd de Volksbond eigenaar van een pand aan de Gea. Oude Gracht en men droomde van een schone toe komst. Aan het einde van de vorige eeuw kwam echter een teruggang en daalde het ledental tot ongeveer 350. De heer W. B. Guskens bracht de redding door als president en tevens zakenman de noodzakelijkheid van de versterking der organisatie te beplei ten. Het gebouw aan de Ged. Oude Gracht werd te klein, daarom besloot het bestuur het gebouw Felix Favore aan de Smedestraat te kopen, daarbij tevens een, zorgenkind onder zijn hoe de nemend. Tot 1913 zwaaide de heer Guskens de voorzittershamer. In dat jaar droeg hij hem over aan de heer Jos de Lo- bel, die velen zich nog zullen herin neren als een man, die zeer veel voor het katholieke leven in de stad Haarlem heeft gedaan. Het bestuur werd verjongd en gaf groot vertrouwen. Het gebouw St. Bavo Werd verbouwd en verfraaid en de ex ploitatie op een gezonde basis gesteld. In de eerste wereldoorlog ging het werk gestaag voort, ook al waren vele ne venwerkzaamheden noodzakelijk. De grote zaal van St. Bavo werd herscha pen in een kapel voor de Belgische vluchtelingen. Als reactie crp de „Revolutieweek" werden grote betogingen gehouden en Haarlem was paraat. De heer Van Seggelen weet dan nog te melden, dat de burgemeester in die Woelige dagen vroeg, of de zetel van het gemeentebestuur eventueel tijdelijk in St. Bavo zou kunnen worden geves tigd. De voorzitter gaf een ontkennend antwoord, omdat de burgemeester moest zorgen baas op het Stadhuis te blijven. Hij bleef er de baas en ontving later Hare Majesteit Koningin Wilhelmina. In de geschiedschrijving komt dan een hiaat, omdat de heer Van Seggelen naar Den Haag- geroepen werd. Als secretaris Van de Bond vaft Overheidspersoneel. Dit hiaat wordt enigszins aange vuld door de heer 3. M. Bonfrer, die 30 jaren kroniek en geschiedenis voor zijn rekening kreeg. Op de eerste wereldoorlog volgde een korte perio de van hoogconjunctuur, weldra ge volgd door een langdurige periode van massale werkloosheid, die van het Verbond talrijke maatregelen vroeg. Men denke aan de georgani seerde werkloosheidsdienst, herscho lingskampen, leerkampen voor jeug dige werklozen enz. In Gebouw St. Bavo werd voor geestelijke oefenin gen en ontspanning voor de werklo zen gezorgd. Op Vrijdag 26 Juni 1941 ging de be weging ten onder. Schijnbaar bestond zij niet meer, maar in werkelijkheid bleef in Haarlem het contact tussen be stuur en leden bestaan.. In de kring Haarlem-Noord werd bijvoorbeeld een katholieke volkstuindersvereniging St. IViliibrordus opgericht. Het kader kwam enkele malen bijeen bij de zusters in de Koningstraat of in de gastvrije pasto rie in de Paul Krugerstraat. De afdeling Haarlem ging ten onder hiet ongeveer 2200 leden en startte op Vrijdag 30 November 1945 met 2000 le den. En thans gaan 4703 KA.B.-ers met hun vrouwen of verloofden het diaman ten feest van de springlevende afdeling Vieren. Elders kan men een lijst vinden van de vakverenigingen die in de loop der Zaterdag 17 September: Receptie van 3 tot 5 uur in gebouw St. Bavo, Smedestraat 23. Zondag 18 September: Plechtige Hoogmis in alle parochiekerken tot intentie van de leden. Des avonds 8 uur feestelijke her denkingsbijeenkomst in Gebouw St. Bavo, met medewerking Kathe drale Koor. Spreker: Dré de Wolf. Maandag 19 September tot en met Zondag 2 October: Toneelvoorstel lingen Zuid-Ned. Toneel in Ge bouw St. Bavo. Elke avond 7.30 uur „De Barbier van Sevilla". Zondag 25 September en Zondag- 2 October: Kindervoorstellingen in Gebouw St. Bavo van 1 tot 3 en 4 tot 6 uur. WILLEM B. GUSKENS jaren zijn opgericht met opgave van het aantal leden. Ook hieraan is geschiede nis verbonden. In 1890 ontstond het timmerliedengilde St. Joseph, het bloemist-arbeidersgilde St. Elisabeth en het ijzer- en metaalbe- werkersgilde St. Ampelius. Omstreeks 1910 kon gezegd worden, dat practisch alle groepen van arbeiders hun vakvereniging hadden, die een ge combineerd vakbestuur hadden. Ook de cultuur werd niet vergeten. In 1890 werd de Rederijkerskamer ,,A1- berdingk Thijm" opgericht. Over de liedertafel spraken wij reeds hierboven, waarvan o.a. een actief be stuurslid was N. H. Andriessen, de va der van Willem en Hendrik. Omstreeks 1900 werd de muziekver eniging „St. Caecilia" opgericht, die la ter echter ten onder ging. In den be ginne van haar bestaan had de afdeling ook nog een gymnastiek- en schermver- eniging, „Kracht door Oefening". Wat het ontwikkelingswerk betreft heeft vooral de heer De Lobel zijn spo ren verdiend. Tal van mannen, die later JOS DE LOBEL Achter deze voortreffelijk, gerestaureer de voorgevel ven het gebouw St. Bavo Baat een geheel verbouwde grote zaal 'chuil, waaraan thans de laatste hand ordt gelegd. Zodra die laatste hand het fotografisch beeld niet meer verstoort, *HÜen wij een opname van het interieur geven. ANTOON J. DE JONG een vooraanstaande plaats in de K.A.B. en het openbare leven innamen, geno ten hier hun eerste vorming. Van de sociaal-economische en chari tatieve onderafdelingen moeten genoemd i»orden de spaarkas St. Antonius van Padua, die na de stichting van de Cen trale Volksbank verdween, de spaarkas St. Nicolaas, de coöperatieve bakkerij „Arbeid Adelt", die betrekkelijk weinig opgang maakte, de coöperatieve woning bouwverenigingen St. Jozef en St. Ba vo, „Hulp in Nood" en het ziekenfonds „St. Joannes de Deo", die slechts gedeel telijk de na-oorlogse tijd overleefd heb ben. Wat de woningbouwverenigingen aan gaat, behoeven wij slechts te herinneren aan de prestaties die in deze dagen van woningnood verricht worden. Een niet geringe verdienste van de VolkSbond is ook geweest, dat in de da gen van het ontwaken van het nijver heidsonderwijs de tekenschool St. Jo seph werd opgericht. Ned. R. K. Bouwvak arbeidersbond St. Joseph Ned. R. K. Metaal- bewerkersbond St. Eloy Ned. R. K. Fabrieksarbei- dersbond St. Willebrordus Ned. R. K. Landarbeiders- bond St. Deus Dedit Ned. R. K. Bond van 4 Spoorwegpers. St. Raphael N. R. K. B. v. Overh.pers. en P.T.T. St. Petrus en Paul. N. R. K. Bond v. H., K. en Winkelbed. St. Fr. v. Ass. Ned. R. K. B. v. Belangen- gemeensch. v. Text., Kled. St. Lambertus St. Ger. Maj. Ned. R. K. Bond Tramweg personeel St. Raphaël Ned. R. K. B. v. Transport arbeiders St. Bonifacius N. R. K. B. v. Houtbew., Meubelmak. en Behangers St. Antonius v. Padua. Ned. R. K. Grafische Bond N. R. K. B. v. Voedings-en Genotmidd.pers. St. Joris N. R. K. B. v. Werkm. e.a. toezichthoudend person. N. R. K. B. v. Hotel- Café- en Rest. geëmpl. St. Ant. Ned. R. K. Bond van Tech nici St. Bernulphus N. R. K. B. v. Kappers- personeel St. Cosmas Ned. R- K. B. van Musici en Artisten N. R. K- B. v. Hand.reizig., Verz.ag. en Insp. St. Chris- toffel Losse leden uit de diverse vakgroepen Leden Het dagelijks bestuur van de Kath. Arbeidersbeweging, afdeling Haarlem. Van links naar rechts commissaris G. Langeveld, 2e penningmeester B. Reijnders, le penningmeester Th. Puts, geestelijk adviseur F. H. Heemskerk (onlangs naar Den Haag overgeplaatst), voorzitter A. J. M. AngenenV, secretaris J. M. Bonfrer, 2e voorzitter A. v. d. Veldt, 2e secretaris J. G. Martius, commissaris N. A. Schouw en commissaris A. F. van Leuffen. De ruïne van Brederode ligt roman tisch tussen de weilanden en de herfst- bossen van Santpoort. Ergens ten Oos ten bloeien schuchter chrysanten. Rond de verweerde bakstenen van de donjon huilt de herfstwind. Aan de oever van de slotgracht graast een koe, onver stoorbaar. De bekoring is volkomen. Eens was Brederode een aanzienlijk Hollands ridderslot, deftig en voornaam. De geschiedenis sinds de stichting, in het midden van de dertiende eeuw, is bewogen en boeiend. In 1573 is het in een ruïne veranderd. Onder hetgeen van de bewoners te verhalen valt is het relaas van de bele venissen van Jan van Brederode en Jo hanna van Abcoude het meest treffende en dramatische. Omdat zijn oudste broer Dirk de we- ff „Joh, d'r is vanavond vergadering", moet moeder Leeuw gezegd hebben en haar zestien-jarige zoon trok dan tegen schemerdonker naar de Oude Gracht, waar de „organisatie" haar kinder schoenen aangepast kreeeg om zich wankelend een weg te banen door het Haarlemse leven. Dat is nu ongeveer vijftig jaar ge leden en de zestien-jarige zoon is thans e en man van dik in de zestig, die een welverdiende rust geniet en als ambteloos burger leeft van zijn pen sioen. Zestig jaar Haarlem K.A.B. wil zeg gen zestig jaar gestage arbeid, maar het zijn alleen nog de kronieken, die ons kunnen verhalen van de allereerste dagen. De mannen van het eerste getij zijn er vrijwel niet meër, doch het doet pleizier te praten met een man als Leeuw, die nog van ten naaste bij het tere plantje van de katholieke arbei dersbeweging heeft zien. opkomen. Dkt ging in het begin allemaal nog wat schuchter en schoorvoetend, maar goed wortel geschoten ging de groei en de bloei in een verrassend tempo. „Het idee van organisatie was nog ver te zoeken", zegt onze gastheer, „maar mijn moeder wilde graag, dat ik mij aansloot." Men realiseert het zich wéinig, maar het is opvallend, hoe in de meeste gevallen het de vrouwen wa ren, die haar mannen en zoons aan spoorden zich aan te sluiten. Dat hier ook een klein beetje politiek gepleegd werd, blijkt Wel uit de woorden van moeder Leeuw in die dagen: „Als je zonder werk komt, krijgt je tenminste nog zes weken loon!" Maar dat was dan ook de aantrekkingskracht en zo kon de organisatie langzaam veld winnen. De R. K. Volksbond zoals dat toen officieel heette was een vereniging voor alle katholieke Haarlemmers en met genoegen haalt de heer Leeuw her inneringen op aan de tijd, dat de bond enige huizen aankocht op de Oude Gracht, waar de leden ongeveer der tig in getal Zondags gezellig bijeen konden komen en zich geen zorgen hoefden te maken over hun kinderen, want achter het pand was een speel tuin, waarin dezen naar hartelust kon den ravotten. Zoals altijd worden hier, bij een terugblik in het verleden, vooral de aangename herinneringen opgehaald, maar tussen de woorden door klinkt het verhaald van de moeilijkheden, waarmede men in het begin had te kampen. Want groot was toch de schuchterheid van de katholieken om zich principieel te organiseren. Op de fabrieken konden zij niet op te gen de grote mond van anderen. „Wij waren onmondig en konden deze men sen niet van repliek dienen", wordt ons nuchter en reëel verteld. Men liet zich echter niet uit het veld slaan en met man en macht werd er propaganda gemaakt. „Dat was nog niet zo eenvoudig", zegt deze organisatie man. „Wij zochten op het werk eerst uit, wat voor richting de mensen toe gedaan waren. Zagen wij ze naar de kerk gaan, dan maakten we een praat je. Maar het was moeilijk de oudjes zover te krijgen, doch het deed pleizier te zien, hoe dan het jonge volkje spon taan reageerde." Dat alles was nog maar voorbereidend werk, het eigenlijke kwam, wanneer nieuwgeworven leden de eerste avond present waren. Daar was dan ook nog de contributie en ieder kreeg een wijk aangewezen om het geld op te halen. Zes cent per lid was geen onoverko melijk bedrag, maar om dat geld op te halen bij vijf mensen betekende een hele avond werk. Want altijd was het weer de vrouw des huizes, die een praatje maakte over de bond en dat praatje werd in vele gevallen al heel gauw een stevige praat. Al die zogenaamde verloren tijd bracht echter nog wel zoveel winst, dat de katholieke arbeider mee ging tellen op de fabriek en hij bij de vele twist gesprekken, die bijna dagelijks ontston den met de socialisten, zijn mond kon roeren. En tenslotte kwam het toch zo ver, dat men vertrouwen ging stellen in de christelijke groepen. Dat was nog geen reden tot zelfge noegzaamheid, want toen begon de strijd pas goed. Het werk werd steeds druk ker en het tekent Leeuw als organisatie man in merg en been, wanneer hij ver klaart, dat in die dagen zeven avonden per week lang niet voldoende waren. Men ging aan de bond een meer vaste vorm geven en langzaam schakelde men over op een werkliedenvereniging, waar de arbeiders ondergebracht konden wor den in hun eigen vakgroepen, waarbij de metaalbewerkers de primeur moch- machine negentien ten hebben. Een andere geest werd toen over de leden vaardig en men voelde zich steeds meer een hecht blok in de Haarlemse samenleving. Dat kwam ook wel tot uiting tijdens de spoorwegsta king, waarbij de christelijke groepen wel zo verstandig waren zich niet voor het stakingswagentje te laten spannen. De heer Leeuw, die jarenlang de func tie van secretaris der Haarlemse afde ling vervulde, is er niet weinig trots op, dat hij een behoorlijk steentje tot de algehele opbouw heeft kunnen bijdra gen. En daartoe was hij wel in een bij zonder gunstige gelegenheid, doordat hij, in dienst van het G.E.B., overal in de huizen gasmeters plaatste en zodoende veel onder het publiek kwam en hij de organisatie uiteraard gauw ter sprake bracht. Onze spraakzame gastheer is er de man niet naar om zich op de voorgrond te plaatsen en met nadruk tekent hij de verschillende figuren, die een grote rol gespeeld hebben in de Haarlemse afdeling. Jos van Seggelen, Telman, Piet de Rooy en Kees Kuiper, allen passe ren zij de revue. En niet te vergeten rector Borsboom en rector Kok, die „het zo echt kon zeggen bij kerkelijke fees ten". Daar komen nog foto's bij te pas, oud en vergeeld. Een grote „kiek" van de sociale priester Mgr. Aengenent, bij zijn kennismaking met de katholieke Haar lemse arbeiders. Op de achtergrond, in plechtig zwart tenue, de zangvereniging „St. Caecilia". Dat is eigenlijk weer een verhaal apart, want daar kan Leeuw, die de grote stimulans is geweest tot de oprichting van deze vereniging, uren lang over vertellen. Hij laat het echter bij de opmerking, dat men bij de vie ring van het zestigjarig bestaan deze zangvereniging niet laat optreden. Hij betreurt dat, evenals het feit, dat de Rederijkerskamer „Alberdingk Thijm" niet op de planken verschijntAls hij aan het einde van zijn Latijn is ge komen dat meenden wij tenminste kan hij het niet nalaten er op te wij zen, dat bij het historisch overzicht in het feestprogramma de laatste dertig jaar er met 'n paar regels afkomen. En met klem verzekert hij, dat de moei lijkheden toen niet minder zijn ge weest, vooral in de dagen der grote werkloosheid. Zo praat deze oude organisatie-man, die immer jong blijft van geest. En hij bekent het eerlijk, dat het hem moei lijk is gevallen na de bezetting op de eerste officiële vergadering zijn werk over te dragen aan een jongere kracht. Maar er is een tijd van komen en gaan.. „Alleen vergeten ze, dat een mens altijd te laat komt en veelal te vroeg gaatZo is het en niet anders!" Bij de opdracht tot restauratie en ver nieuwing van de tijdens de bezetting zter beschadigde grote zaal van gebouw St. Bavo in de Smedestraat, heeft het bestuur van de Katholieke Arbeiders Beweging ais eis gesteld, dat deze ruim te voor zeer verschillende doeleinden moest kunnen worden gebruikt. Behalve als congreszaal, dient de zaal ook geschikt te zijn voor het houden van tentoonstellingen, concerten, bioscoop- en toneelvoorstellingen, terwijl tevens de danslustigen niet geremd mogen worden. Deze verschillende bestemmingen, v/elke naar hun gebruik zeer verschil lende en soms zelfs tegenstrijdige eisen aan een zaal stellen, alle in één object te verenigen, heeft het vervullen van de opdracht niet vergemakkelijkt. Toch was deze eis uit een oogpunt van exploitatie mogelijkheid noodzakelijk en daarom ook door architect B. J. J. M. Stevens, die een prachtige oplossing heeft gevon den, als zodanig aanvaard. In de nieuwe zaal zijn twee verhogin gen in de vloer aangebracht, waardoor voor de achterste rijen van de 550 zit plaatsen tellende zaal het gezicht op het toneel verbeterd is. Een licht hellende vloer, zoals voor schouwburg- en bios coopzaal gebruikelijk, zou voor tentoon stellingen enz. weer bezwaren opleve ren. De thans gekozen oplossing is zo danig gemaakt, dat een der vlakke ge deelten groot genoeg is om als dans ruimte of als congrescentrum te dienen. De ramen in de rechter-zijwand ver zekeren bij tentoonstelling en congres een goede dagverlichting, terwijl spe ciale verduisteringsgordijnen zijn aan gebracht, welke alle lichtinval voor de bioscoopvoorstelling doet vermijden. Terwille van de aankleding en mede om de acoustische eisen zijn de ramen nog voorzien van overgordijnen. Gezien de geringe breedte van de Morinnesteeg, waaraan deze zaalwand grenst, is van toepassing van blank glas afgezien en in patroon gezandstraald spiegelglas toe gepast. De toneelmeester is tevreden gesteld met een naar de eisen des tijds ingerich te toneel-accommodatie, met aparte ar- tisteningang. Onder het toneel zijn de kleedkamers. Boven de met donkerrood velours af gesloten toneelopening ligt aan de to neelzijde een loopbrug voor het beves tigen van schijnwerpers of het geven van aanwijzingen. Tevens is in het zaal plafond nog een ingebouwde schijnwer per met verschillend gekleurd licht aan gebracht, welke elk plekje van het to neel bestrijkt. Ook aan de verlichting van de zaal is aandacht geschonken; in het plafond zijn diepstralers aangebracht, welke zeer goed licht geven voor tentoonstelling e.d., terwijl de in cooflijsten weggewerk te lampen voor een stemmige indirecte verlichting kunnen zorgen. De kap is thans aan het oog onttrok ken door een doorgaand plafond, waar in tevens is opgenomen de ventilatie- inrichting. Twee electrische ventilatoren zorgen voor de luchtverversing en voor zien de zaal in een half uur van frisse lucht. Door vóór-verwarming van de verse lucht wordt tocht vorming vermeden. reld had vaarwel gezegd en als eenvou dig lekebroeder bij de Kartuizers van Monnikhuizen bij Arnhem God diende, werd Jan opvolger van zijn vader Rei nout in diens leengoederen in 1390. Jan had krijgsmansbloed in zijn ade ren, streed in de voorste gelederen on der hertog Albrecht tegen de Friezen. Maar in 1399 maakte hij met zijn echt genote Johanna van Abcoude een lange reis naar het groene Erin. Wat hem in Ierland bijzonder getroffen heeft, wordt in de kronieken niet verteld, maar na zijn terugkeer stichtte hij een kapel te Santpoort. Het was stil rond Jan van Brederode en Johanna op het hoge slot in Kenne- merland. Johanna zat in haar fraaie ver trek met de wandtapijten. Een zonne straal viel door het boogvenster. Haar handen rustten werkeloos in haar schoot. Het leven was doelloos voor haar, nu het huwelijk kinderloos was gebleven. Het kon zo heel anders zijn. Ze zou er eens met haar man over spre ken, misschien dat ze zich geven kon den aan God, geheel en al, nu er toch geen taak in de wereld was. Heer Jan deed hij het in een vlaag van edelmoedigheid, of zaten andere motieven voor? stemde na enig dra len toe. In het jaar 1402 viel er groter stilte over het slot. Johanna ging naar de Dominicanessen te Wijk bij Duur stede. Hun klooster was een jaar tevo ren door haar vader gesticht. Jan werd lekebroeder bij de Kartuizers van Zeelhem op de grens van Limburg en Brabant, nadat hij zijn bezittingen had overgedragen aan zijn jongere broer Walraven, de nieuwe heer van Brede rode, die reeds enkele maanden later bij het beleg van Gorkum door Jan van Arkel werd gevangen genomen en ze ven jaar lang is vastgehouden. Er verschenen -lastige schuldeisers aan de kloosterpoort te Zeelhem. Ze eisten betaling van broeder Jan, die er warm bij moest zitten, nu zijn schoonvader, Willem van Abcoude, in 1407 was over leden en Johanna enige erfgename was. De arme kloosterbroeder bezat echter geen cent. Men bracht tegen hem in, dat iemand met schulden geen kloos tergeloften geldig kan afleggen. In 1409 keerde Jan van Brederode. die slechts tijdelijke geloften had afgelegd, in de wereld terug.. Johanna, gewoon aan het verfijnde leven op het adellijke slot, voelde zich niettemin zielsgelukkig in het arme klooster en leefde er hoog en gezegend met de dingen van God. Haar man trad in haar afzondering binnen, vroeg haar met hem terug te keren tot het vroegere leven. Zij weigerde. Toen probeerde hij het met geweld, en eiste tevens zijn rechten op over Abcoude en Wijk bij Duurstede. De landsheer van het Sticht, bisschop Frederik van Blankenheym, en de wettige opvolger van Willem van Abcoude traden tegen hem in het geweer: bij een ge wapend treffen, werd de heer Jan van Brederode gevangen genomen. In haar klooster bad en offerde Johanna voor hem. Enige jaren -later kwam men haar zijn dood melden. Hij was gesneuveld in de slag van Azincourt. Een ontwik kelde heer van Brederode, een goed en verzorgd prozaschrijver was heenge gaan. Zo zijn de eenwen verstreken en een ruïne herinnert aan het slot en zijn bewoners. Een monument van bijzon dere waarde, dat grote belangstelling verdient en dan ook door velen wordt bezocht. Deze woorden die de aanhef vor men van het bondslied van de Volksbond, later de Katholieke Arbeidersbeweging genoemd, geven zuiver weer de gedachte die de op richters van deze organisatie bezielde. Wij spreken niet over de onmiddel lijke oorzaak, die aanleiding werd tot de daad der oprichting, maar de gees telijke opvattingen en de grote sociale nood vormden de krachtige wil, de Kerk en Maatschappij, in het belang van de mensheid, te beschermen of te herbouwen. Het was in 1889, dat de afdeling Haarlem werd opgericht, ruim een jaar vóórdat Z.H. Paus Leo XHI zijn sociale encycliek „Rerum Novarum" de wereld voorhield. Grote gebeurtenissen werpen hun schaduw vooruit en het bleek dat de taak, welke de organisatie op zich genomen had, overeenstemde met het geen deze weloverwogen en goed ge documenteerde encycliek gaf als op lossing van het sociale probleem. Het is wel zeer moeilijk om na zes tig jaar nog vast te stellen, welke ver wachtingen de leden bij het begin koes terden van hun organisatie. In al hun enthousiasme hebben zij zeer zeker niet durven dromen, dat wat zij waren begonnen zich tot een zo sterke bewe ging zou ontwikkelen. De omstandigheden, waaronder zij moesten beginnen en de moeilijkheden die volgden, hebben hen meermalen ontmoedigd. Maar er was in al die ja ren een onwankelbaar geloof in de kracht der christelijke beginselen en een vaste wil om te slagen. En dit heeft de organisatie steeds onverzette lijk en vasthoudend gemaakt ten over staan van het gestelde doel. Dit groot vertrouwen, dit trouw zijn aan beginse len. deze wil om er uiteindelijk toch te komen, maakten het succes des te groter. In de jaren van haar bestaan waren er voor onze organisatie naast de vele bloeiende perioden ook wel ziekelijke tijden, doch dit was steeds het ken merk: zij wist zich. steunend op haar beginselen, altijd aan de nieuwe be hoeften en tijden aan te passen. Daar aan heeft zij dan ook haar groei en uitbouw te danken. Toen sociale voorzieningen nog on nuttig en niet te verwezenlijken wer den geacht, werden onderafdelingen opgericht ter voorziening in de bestaan de nood. Zij bewezen hiermede hun nut en de noodzakelijkheid en vonden de be kroning in de totstandkoming van een sociale wetgeving. Werd ons volk bedreigd door valse teleurstellingen, die het ten ondergang zouden brengen, dan trok de organisatie ten strijde en werd onze leden gele genheid gegeven zich te omgorden met de wapenen der waarheid. Geestelijk gesterkt door cursussen, culturele avonden en demonstraties, waren de leden in staat zichzelf, hun gezin en het gehele volk te beschermen. De ja ren 1918, toen een revolutie dreigde, en 1941 waarin de organisatie door de weigering zich te stellen onder leiding van de overweldiger, voor het oog der wereld verdween, zijn de sterke be wijzen van de gehechtheid aan de christelijke beginselen. Vele gezinnen zijn behouden geble ven door onze speciale zorg bij werk loosheid, hulpverlening in nood en de werking van „Herwonnen Levenskracht" en andere nog bestaande onderafdelin gen. En wie zal kunnen peilen de in vloed van de ondergrondse arbeid in de jaren der bezetting. Wij hebban ons niet verbaasd over de snelle herrijzenis van onze organi satie in 1945 en het meer dan verdub belde ledental. Wel wordt gevoeld, dat de verantwoording daarvoor groter is geworden, doch de organisatie aan vaardt haar in vol vertrouwen. De Katholieke Arbeidersbeweging, afdeling Haarlem, houdt een belofte in voor de toekomst die steunt op een zestigjarige arbeid. De belofte van een krachtig middel ter verkrijging van een samenleving, waarin het de mens gegeven zal zijn in vrede te arbeiden aan zijn geestelijke vervolmaking en stoffelijke welvaart. Wij spreken daarbij de hoop uit op aller hulp te mogen rekenen. Van onze kant herinneren wij aan hetgeen wij in ons strijdlied plechtig verzekeren: O, wij strijden voor Uw waarde, Voor uw kroost en voor uw brood. Maar ons pad voert van deez' aarde Tot het hemels morgenrood. A. J. M. ANGENENT, Voorzitter K. A. B„ Afdeling Haarlem. Op Zaterdag September a.s. zal Z.K.H., Prins Bern- hard het grote ver- zetsmonument ont hullen dat te Utrecht zal worden aange bracht op de hoek van het derde admi nistratiegebouw der Nederlandse Staats spoorwegen. Het monument zal worden geplaatst op een vier meter hoog voetstuk van Labra dor, een donkergroen Zweeds graniet, waar op een tekst zal worden aangebracht van de dichter Hen drik de Vries. Op dit hoge voetstuk komt een beeldengroep van ongeveer drie meter hoogte, vervaardigd van Franse kalksteen (Vaurion) welke uit drukking zal geven aan de gedachten die bij ons opkomen bij het herdenken van wat voor ons land is gepresteerd door de in de strijd tegen de bezetter gevallen spoorwegmensen. Reeds twee en een half jaar is de beeld houwer Willem Valk te Eelderwolde nabij Groningen bezig met dit thans gereed ge komen werk. De beel dengroep bestaat uit vier figuren die ieder hun betekenis hebben in de strijd tegen de vroegere bezetter. Een trots opgerichte mannenfiguur stelt de verzets strijder voor, die bereid is tot het offer voor zijn ideaal, terwijl zij die na zijn sneuvelen achterblijven worden gesymboliseerd door een moeder met een kind op de arm. De eensgezindheid, welke de spoorwegstaking zo grote kracht gaf, is gesymboliseerd in een mannenfiguur die enkele touwen in elkander knoopt, terwijl de vierde figuur een centrale gedachte tot uitdrukking brengt: de gedachte tot ernstige bezinning en inkeer, als vrucht van wat door idealisten is geofferd. Deze laatste gedachte vindt uitdrukking in een vrouwenfiguur, met de hand haar gelaat bedekkend. Het transport van deze enorme beeldengroep (de beelden zijn uit één stuk gehouwen!) is inmiddels begonnen, waarbij men door het feit dat elk der beelden ongeveer zes ton weegt, voor niet geringe moeilijkheden is geplaatst.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 3