DE HEMEL IS DE ZOLDER VAN HET HUIS ERIC IN HET RIJK VAN HET MIDDEN AKKERTJE Op zwervers voeten door de natuur Instelling organen bij wet? HET Mensen op reis Dodende letter r Wij luisteren naar WESPENNEST Twee jonge Italianen LITERAIRE KRONIEK Principiële uitspraak over gedwongen injectie MARSHALLHULP VOOR WEGENBOUW? K.N.A.C. wendt zich tot ministerraad V .J ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1949 PAGINA 3 H.H. Wijdingen neem een Weer kerkinbraak in Maastricht Adjudant Koningin Vraatzucht, moord en doodslag in herfstelijke weelde P.B.O. IN TWEEDE KAMER Nieuwe postzegels 'door David Duncan Liturgische weekkalender Herhaaldelijk hebben wij erop ge wezen, dat een der hoofdoorza ken van de verstarring van het christelijk leven, van de ontkerstening van onze maatschappij te zoeken is in de onechtheid, de onwaarachtigheid, de schijnheiligheid van de levenshouding van veel christenen. Op die manier kan cr onmogelijk iets goeds van ons uit gaan. Hoezeer Christus-Zelf een derge lijke gedragslijn afkeurt blijkt duidelijk Uit Zijn optreden tegen de Farizeërs. Het Evangelie van morgen biedt daar aan een sprekend voorbeeld. Jezus is bij een van hen ten eten ge- Jodigd. Heus niet uit vriendschap. „Zij bespiedden Hem," zegt St. Lucas. Zij hadden èen uitgebreid systeem van lou ter uiterlijke wetsvoorschriften samen- êesteld en dit als enige norm afgekon digd voor de beoordeling van de zede lijke en godsdienstige waarde der men- Sen. Vooral hun opvattingen over de Sabbatheiliging waren tot in het bela chelijke opgeschroefd. Juist op een Sabbat hadden zij Jezus geïnviteerd in Se hoop Hem te kunnen betrappen op overtreding van een hunner bedenk sels. Een zieke komt binnen. Hij blijft voor Jezus staan: zijn hele houding één sme king. Het wordt doodstil. Rustig kijkt Jezus de aanwezigen één voor één aan. En dan met fijne ironie: „Mag men eigenlijk wel op een Sabbat genezen?" Geen antwoord. Even later verlaat de ïieke gezond het huis. De verontwaardi ging. de ergernis over deze Sabbatont- Svijding ligt duimendik op de gezichten Ser Farizeërs. Ze voelen niet eens hoe schijnheilig ze zijn. Maar dat zal de Goddelijke Leraar hun wel even duide lijk maken. Met een eenvoudige vraag: „Wie van u zal zijn ezel of zijn os. die jn een put gevallen is, er niet onmiddel lijk uithalen, ook al is het Sabbatdag?" Kostelijk van gezond leedvermaak is de korte aantekening, die de Evangelist hij dit verhaal maakt: „Zij waren niet in staat Hem daarop antwoord te ge- Ven." Geen wonder. Dat was de spijker op de kop geslagen. Al die voorschriften tvaren volkomen gespeend van echte godsdienstigheid. In plaats van de liefde Voor de evenmens predikten zij slaafse cn zinloze onderwerping aan de lettel Van hun willekeurige bepalingen. Het gezondè verstand was uit het leven ge bannen, dat, aldus verminkt, deze ver krachting slechts wreken kan door te ontaarden in kunstmatigheid. Tegen geen enkel misbruik is Jezus feller opgetre den dan tegen deze bewuste verstarring en formalisering van het leven, waar door Gods geboden -overtreden worden ter wille van menselijke overleveringen. De waarachtige zedelijke grootheid van de mens kan onmogelijk gedijen door een blinde gehoorzaamheid aan oen wet. Een mens is geen automaat. Een dergelijke houding doodt als de liefde niet als verzachtende, versterken de of corrigerende factor de gehoor zaamheid levend maakt. Iedere wèt, die de menselijke persoonliikheid in het ge drang brengt, is onzedelijk. De gods dienstige en burgerlijke samenleving kan slechts tot bloei komen, wanneer de tienseliike persoonlijkheid zich vrii kan ontwikkelen, zonder formalistische ge bondenheid aan de letter van welke wet °ok. Jezus ejst voor de deurd echtheid. Oprechtheid, innerlijkheid. Het loutere Onderhouden van de wet naar de dode letter ontaardt onmiddellijk in uiter lijke, levenloze vormendienst, die op rijn beurt even onvermijdelijk uitloopt in huichelarij en Farizeïsme. Niet zeld'en tracht merj bij een der gelijke levenshouding zijn gedrag nog te rechtvaardigen door een klaarblijkelijk tekort aan liefde te ver ontschuldigen of zelfs nog goed te pra ten met een beroep op de door de wet geëiste stiptheid' in het onderhouden kan religieuze voorschriften. Liever een ïieke niet genezen, dan de Sabbatrust te verbreken (Lc. 14. 1-6); zich ontsla gen achten van de door God bevolen ondersteuning van zijn ouders, omdat hien de middelen daartoe voor een offer heeft bestemd. (Mt. 15. 2-6). Dat is Schijnheilige huichelarij van de ergste Soort er.- ook vandaag nog in allerlei va riaties te constateren. De geest, die levend maakt, ont breekt. De godsdienstigheid is verwor den tot een verzameling religieuze ge baren en conventies, de grote geloofs waarheden tot zinledige woorden, die niet de minste hervormende, laat staan heiligende invloed oefenen op ons Innerlijk. Het is eer.' fatale vergissing te menen, dat men uit het geloof leeft Zolang men maar d'e uitwendige gods dienstplichten vervult. Het ware christendom eist, naar de mate van ieders mogelijkheden, volle dige navolging van Christus ter zelf heiliging. Daarnaast dragen wij 'n grote verantwoordelijkheid voor onze naas ten. Het leven brengt ons met velen in contact. Tegenover ieder van hen heeft God ons een taak opgelegd, die kan Verschillen van dag tot dag. Wie zijn godsdienstig-zedelijk gedrag beperkt tot hét naleven van bepaalde regels Van uiterlijke observantie, schiet deer lijk tekort. God is niet gediend van een volk, dat Hem alléén met de lippen eert. Rechtvaardigheid en liefde, de grondslag van Jezus' leer, komen niet tot hun recht, zolang wij niet bereid zijn alles niet alleer.' maar iets te gever.' om onze naaste-in-nood' af doende te helpen en het schrijnende onrecht van een bezitloze klasse uit onze samenleving te bannen. De door God gewilde onbegrens- d e liefde is door ons met 'n vroom ge zicht verschrompeld tot „liefdadigheid haar vermogen" er.' de aalmoes het arm zalig surrogaat geworden van recht vaardigheid. Omdat wij, evenals de Fa rizeërs, genoegen nemen met de letter Van de wet! Dat is zelfbedrog! Het geweten sussen Wij op die manier en wij kweken bo vendien nog -een zelfvoldaanheid aan, die God betere het de norm wordt voor ons oordeel over anderen. Zover zijn wij van de waarheid afgedwaald! Vandaar tot een uitgesproken kliek- geest, die alle buitenstaanders als min der volmaakten minacht is maar een kleine stap. En deze stap i s gezet on der ons! Het is goed ons daarvan re kenschap te geven. Geen mentaliteit is minder christelijk dan deze! Wij leven in een vals gevoel Van veiligheid. Liefde en rechtvaardig heid eisen zelfverloochening, desnoods tot het uiterste. De kracht daartoe schenkt bet volledig willen ondergaan Van Gods genadewerking. De Farizeï sche uiterlijkheid moet verdwijnen uit ons leven, omdat zij de ware geest van Christus d' o o d t. Z. H. Exc. Mgr. W. Mutsaerts, Bis- Schop van 's-Hertogenbosch, zal Zondag 24 September a.s. in de kapel van het Groot Seminarie te Haaren de volgende ïï.H. Wijdingen toédienen: Tonsuur: aan de eerw. fraters G. van der Eng, H. Tielemans, J. Umans, J. Kleijnen, P. van Oosten, G. de Grunt, Thewissen. Mindere Orden: aan de eerw. fraters A Daniëls, H. Reijnaerts, A. Peters, J. Timmers. A. Lemmens, S. Hamers. H. Subdiaconaat: aan de eerw. fraters y. Herberighs, H. Sterenberg, J. de ®eer, A. Bernard, A. Stolk, H. Ooster- P?s, A. Gilissen, G. van der Asdonk, L. Moesen, S. van Iersel, allen van de Pa- Montfortanen. De jongste Italiaanse romankunst vertoont opvallende overeenkomst met de jongste Italiaanse filmkunst. Italië heeft het klaargespeeld in de chaos van vlak na de oorlog een nieuwe kunststijl te scheppen, die bijzonder ver rassend werkt als vormgeving aan deze tijd. Deze nieuwe stijl is realistisch, ongetwijfeld, maar hij onderscheidt zich van alle vroegere realismen, ten eerste door een vreemde, weerbarstige mildheid, ten tweede door een revolutionnair, communistisch gekleurd vuur, en ten derde door zijn sterk improviserend karakter. In dit drievoudige onderscheid vindt men, althans waar het de romankunst betreft, de invloed der beste Amerikaanse schrijvers terug. Hun invloed moet met vreugde gesignaleerd worden, omdat hij regenererend blijkt te werken op de Europese romankunst. Wij zullen er thans twee Italiaanse resultaten van zien: de roman „Nacht over de aarde" (Notte sul monde) van Deimo Scifoni 1) en de roman „De hemel ziet rood" (II cielo rosso) van Giuseppe Berto 2). Een vergelijking van beide titels doet reeds vermoeden, dat deze romans ergens contact /net elkaar houden. Het zijn oorlogsromans. Ze spelen allebei op de puinhopen van een stad in Italië, onmid dellijk nadat de oorlog er over heen is geraasd. De mensen in deze romans hebben geen woning meer. De hemel is de zolder van hun huis. Ik druk me niet aldus uit om een fraaie omschrijving van dakloosheid te geven; ik wil suggereren, hoe in deze romans de veilige besloten heid van woonruimte is opengebroken en hoe hiermee tevens het innerlijk vergezicht der mensen in deze romans is opengebroken. Het leven van deze mensen heeft de hoedanigheid gekregen van een geworpen-zijn in ruimte en tijd, met als conclusie: we moeten er van maken wat er van te maken is. De oorlog, die alle vertrouwde dingen en herinneringen heeft .weggevaagd, is de tijd. Hetgeen men ervaart, wanneer men naar boven tuurt tussen de brokstukken muur die eens de vier hechte wanden van een huis hebben gevormd, dat is de ruimte. In de stad van beide romans stond een kathedraal. Het typeert de schrij vers, dat zij alle twee hun hoofdper soon door het open gewelf van een kathedraal naar boven laten turen. Het typeert het nieuwe realisme, dat in deze romans vorm kreeg: het ruimte lijke realisme, het realisme, ontdaan van de vele kleine zaken, die vroeger het leven van de eerzame burger vul den. Waar de schrijvers nu nog aan dacht voor vertrouwde kleinigheden vragen, is het om even te laten voe len, dat het verleden onherroepelijk voorbij is. Zo staat in de roman „Nacht over de aarde" van Scifoni de hoofdpersoon in de verwoeste stad voor de verwoeste kapperszaak van Giacomo en hij denkt aan zijn baard van vele dagen. Hij denkt: „Scheren 4 lire, knippen 6 lire. Verdui velde wat zijn de prijzen de laatste tijd toch opgelopen". Deze en meer zulke gedachtenflitsen, die even terloops door het verleden heen schieten, tekenen de breuk tussen de oude en de nieuwe situatie volkomen. Elders wordt in deze roman gezegd: „Het was hun beiden of ze in de ruimte spraken". In de loop van het' verhaal is dit misschien een onopvallend zinnetje, waar de meeste lezers overheen zullen lezen. Wij kennen de uitdrukking in de ruimte praten, voor praten zonder ge hoor te vinden, zonder iets verder te komen. Het is een versleten uitdrukking. In de situatie van deze roman is zij weer scherp geworden, exact verbeeldend, hoe het de twee mensen, die samen een ge sprek voerden, te moede was. Iets zeer donkers en sombers hangt over deze roman „Nacht over de aarde". Het thema is simpel. Het behelst de er varingen van een. groepje vluchtelingen gedurende de eerste week na het' bom bardement, door de schrijver van dag tot dag genoteerd. De namen der zeven dagen zijn de titels der hoofdstukken. De opzet is zo zakelijk mogelijk. Het is of de auteur Scifoni vreesde, dat hij door de opgeroepen ellende zou worden overmand. Vandaar de uiterst nuchtere verhaaltrant, waardoorheen telkens een ruwe zachtheid komt groeien; een in stinctieve drang om zacht te zijn en goed te doen. Positief schijnt deze drang zich moeilijk te kunnen uiten; hij wordt gesmoord in de armzaligheid van het be staan, dat geheel op lijfsbehoud is in gesteld. Maar hij' blijft latent aanwezig met fascinerende koppigheid; fascine rend, juist omdat hij voortkomt uit de uiterste ellende, uit de naaktheid van het bestaan. Feller en ook overtuigender wordt de instinctieve drang naar goedheid uitgebeeld in de andere Italiaanse roman: „De hemel ziet rood" van Giu seppe Berto. Uit deze roman leert men tevens beter begrijpen, waarom het werk der moderne Italiaanse kunstenaars zo revolutionnair van toon is. Berto is, evenals Scifoni, nog een jong auteur. Zijn 34-jarige levensloop vertoont een paar rare sprongen. Opgevoed in een klooster; daarna ingepalmd door het fascisme; vrijwilliger in de Afrikaanse oorlog; officier in het Mussolinibataljon. In Mei 1943 door de Amerikanen ge vangen genomen en naar een kamp in Texas'overgebracht. Daar, ver van huis, kreeg de schrijfkoorts hem te pakken en schreef hij: „De hemel ziet rood", een roman, spelend op de puinhopen van een stad in zijn geboortestreek. Zeker als debuut is deze roman een buitengewoon goed stuk werk. Improviserend, zijn gedachtenassocia- ties volgend, voortspringend van tafereel naar tafereel, zo is Berto te werk gegaan. Zijn manier van een roman opbouwen is uitgesproken filmisch. Ook zijn on omwonden realisme is (na-oorlogs, Ita liaans) filmrealisme; het is de werke lijkheid, zoals Giuseppe de Santis in de nieuwe film-van-de-maand „Tragische jacht" haar heeft gezien. Op de ruïne van het bestaan zijn de ernstigste Italiaanse kunstenaars aan het zoeken naar een puur stukje levensinhoud. Voor Berto is de jeugd de enige partij, waarvan nog iets te verwachten is. Het is een jeugd, die vóór de oorlog al misdeeld was en die nu radicaal heeft' gebroken met' het verleden. Een jeugd, die met één sprong volwassen is geworden; een mutatie heeft de evolutie van kind tot rijpe man of vrouw doorbroken. Het thema is weer weinig gecompliceerd. Een groepje wezen, kleine paria's, houdt zich na het bombardement schuil tussen het puin in een verbo den, afgerasterde zone in het centrum der stad. Het is een hecht gesloten gemeenschapje, dat zich langs duistere wegen in het leven houdt. Toch vormt deze jeugd instinctief een nieuwe en betere samenleving, waarin de oude woorden van rechtvaardigheid, goed heid en naastenliefde weer elementaire waarde krijgen. Het is een oerstaat van christelijk communisme, die hier wordt uitgebeeld. Een sfeer van levenskrachtige verwachting en van revolutionnair idealisme omgeeft' alle trieste gebeurtenissen van dit verhaal. Het is de hemel die men ontwaart, op ziend door het open g^fcelf van de kathedraal. De inhoud van deze roman doet den ken aan de roman „Puinpiraatjes" van de Engelse psychologe Phyllis Bottome. Puinpiraatjes zijn de kinderen der Lon- dense achterbuurten tijdens en na de Duitse luchtaanvallen. Puinpiraatjes zijn ook de kinderen in Berto's roman. Hun spontane reacties vullen het verhaal. Wanneer men in „De hemel ziet rood" deze reacties bespiedt op zuivere men selijkheid, dan wordt men getroffen door de onverwoestbaarheid der liefde voor het leven; al is dit leven nog zo troos teloos en al heeft Berto zijn voortreffelijk en overtuigend verhaal allerminst naar een happy ending gevoerd. NICO VERHOEVEN 1) Vert. d. Dick Kolthoff, Uitg. „De Kern", Den Haag 1949; 2) Vert. d. G. A. J. Emonds, Uitg. Winants, Heerlen 1948. (Van onze redacteur) De Krijgsraad in Arnhem heeft een principiële uitspraak gedaan in een zaak tegen twee militairen, die in het kamp Oldenbroek waren gelegerd en in Augustus van dit jaar weigerden zich tegen typhus en andere besmettelijke ziekten te laten inenten. Zij beriepen zich daarbij op hun geloofsovertuiging. De auditeur-militair kon zich hiermede niet verenigen en was van mening, dat hier sprake was van weigering van een dienstbevel. Hij requireerde een voor waardelijke hechtenis van een maand met een proeftijd van een jaar. In zijn pleidooi wees mr. Pauwe uit Den Haag op legerorder no. 223 van 1947, waarin het uitoefenen van dwang, hoe gering ook, verboden is. Hij was van mening dat een veroordeling onder vele Nederlanders opschudding zou kunnen verwekken. De beklaagden werden hierop vrijge sproken. Giuseppe Berto Tanden blank en rein; aden» fris als morgendauw. 36. Eric stootte de overste naar achteren. „En vertel onmiddellijk de waarheid zei hij en maakte een veelbetekenend gebaar met zijn zwaard. „Jouw armzalig leven is mij geen leugen waard „Uw tong en uw maag zullen een prooi der gieren worden!" voegde Tax er aan toe. „Waar is de prinses gebleven, onwaardige?" Even heerste er een nerveuze stilte. Men mat elkanders blikken. Langzaam opende de man zijn mond. Vol verwachting keken de beidé anderen hem aan. „Meent gij het meisje, dat zich in uw gezelschap bevond?" vroeg hij ontwijkend. Helse woede besprong Eric weer even. Kennelijk trachtte de Oosterling tijd te winnen voor de lafhartige ontvoerders! Intussen werd het weerloze meisje mijlen ver weggevoerd. Iedere seconde uitstel verkleinde de mogelijkheid haar nog ooit uit de handen van haar belagers te kunnen redden! Zonder zich nog een ogenblik te be denken, bracht de Noorman zijn wapen weer naar voren. De gluiperige spleetoogjes van de overste puilden uit hun kassen toen hij andermaal de koude punt van het staal op zijn keel voelde. „Ikikniet doen! Niet doen!" stotterde hij. ,Jk zal het u zeggen Eric glimlachte dreigend. „Je zult het ons niet alleen zeggen, maar je zult er ons zelfs heenbrengen." Moeizaam slikte de overste een brok in zijn keel weg. „Het zij zo," mompelde hij dan toonloos. „Ik zal u leiden naar waar de Dochter van de Draak zich bevindt." Eric liet zijn zwaard zakken en keek hem honend aan. „Dat dacht ik ook," antwoordde hij zonder zich te laten intimideren door de ver raderlijke grijns, die heel even om de mondhoeken van de overste speelde. „En wij Vertrekken onmiddellijk De K.N.A.C. heeft zich tot de Minister raad gewend met het voorstel om voor de spoediger uitvoering van de belang rijkste wegenverbeteringen een beroep te doen op het plan-Marshall. Zij is van mening, dat er alle reden is om via het plan-Marshall de verbetering van ons wegennet te bespoedigen, omdat in de voortschrijdende industrialisatie het ver voersvraagstuk een minstens even be langrijke rol speelt als de industriali satie zelf. Wanneer zou worden besloten op deze wijze de totstandkoming, buiten de be grotingen om, van vijf of zes der belang rijkste werken te bespoedigen, dan zou daardoor bereikt kunnen worden dat ook de bouw van de overige urgente voor zieningen wordt versneld. De opheffing van de achterstand in onze wegenbouw, veroorzaakt door het jongste wereld conflict, zou dan tevens niet langer wor. den uitgesteld, dan in verband met de economie van ons land te verantwoor den is. Wederom is in een katholieke kerk van Maastricht een inbraak gepleegd. Thans was het de St. Servaaskerk. die beioek heeft gehad van ongewenste gas ten. Alles wijst er op, dat een of meer personen zich in de kerk hebben laten insluiten. Drie offerblokken zijn open gebroken en leeg gehaald, drie andere offerblokken geforceerd maar niet ge opend, terwijl tenslotte een zevende of ferblok van staal, een kleinere collecte bus, eenvoudig is meegenomen. Bij K.B. is benoemd tot adjudant van H.M. de Koningin de ritmeester W. F. K. Bischoff van Heemskerck, eerste stalmeester van het Koninklijk Huis. De herfst is alweer in het land. Bolle buien rui sen langs de wegen, een jagende wind slaat onder de plenzende waterdruppels en het alree verkleurende blad van boom en struik glimt in het -natte herfstlicht. Langs de stammen sieperen water straaltjes naar beneden om zich te verliezen in het vochtige zand onder reeds afgevallen blaren. De laatste wilde bloemen laten de koppen hangen of verwaaien tot vormloze prop pen, maar tussen blad en tak hangen rijpende vruchten. In alle vorm en kleur en stand getuigen zij van des Schep pers wil tot vernieuwing van een stervend geslacht. De rozenhagen zijn rood- bestippeld met eivormige bottels die, gestoeld op de toppen der doornige takken, soms blijven tot ver in het voorjaar als de nieuwe knop pen alweer gaan zwellen. Merels gaan ten feestmaal in de oranje trossen van de Lijsterbes. Zwerver, die zo'n sierlijke boom in z'n tuin heeft, zag er dezer dagen een, gezeten op een dunne, wiebelende twijg (de vogel!). Het dier liet zich door de wind steeds een duwtje ge ven naar een verleidelijke bessenscherm en telkens werd een oranjebolletje met de sterke snavel afgerukt. Troepen kwetterende spreeu wen buitelen en dwarrelen in een vlierstruik en pikken en eten tot slechts de steel tjes van de schermen over blijven. De grond eronder ligt bezaaid met de laatste resten als zwart-blauwe plekken, waarin licht-ge- kleurde zaadjes, onverteerd door het magsap, wachten op een nieuw voorjaar. Zo'n spreeuwenmaaltijd is steken naar een sappige braam langs zo'n enge spin. Met die bramen is het an ders wat van 't jaar. In de duinen zijn de blauwe zo schaars, dat ze bijna niet zijn te vinden en de lieden, die van het jaarlijks bramenzoe- ken een feest plegen te ma ken, lieten al spoedig ver stek gaan. Alleen de stok- braam, die later rijpt, draagt anders gevarieerd genoeg, want tussen de zwarte vlier bessen wemelt het van klei ne vliegjes en spinnetjes, die en passant in de spreeuwen- krop verdwijnen. Tussen de doornige warre ling van ruige stokbramen glanzen de grote, gitzwarte, zoete vruchten en spant het tere kantwerk van de spin- newebben. Vette spinnen met zware kruisen óp de ronde lijven wachten daar hun prooi of worden zelf ge soupeerd door een dikke mus die zo'n flinke hap met graagte verorbert, daarmede een dignst bewijzend aan de mens, die het al te spoedig griezelig vindt de hand te ia de duinstreek dit jaar vruchten. De bekende Kardinaals muts kleurt z'n purperen bonnètjes, enkele aan de zonkant laten reeds de oran- je-gesteelde zaadjes uit de open doosjes hangen. Het geeft niet of de struiken in voorjaar en zomer al door de rupsen zijn kaalgevreten, ze hebben gebloeid en dragen toch vrucht. Op bladschotel tjes presenteert de Kamper foelie een kluitje glanzend- rode bessen en de Katten- of Duindoorns staan in oranje gele brand, zoveel vrucht als ze dragen. Het wild gedierte is rond en vet, zatgegeten aan zo merse weelde. Sommigen ma ken zich reeds op, weg te trekken of te zorgen voor de komende winter. Dikke egels slepen wat afgevallen fruit naar hun nest onder de mutsaard, onderwijl links en rechts happende naar een springende krekel of jagend achter een rollend balletje met een staartje: een veld muis. De schichtige wezel verliest al wat van z'n glan zende roodbruine kleur, maar groeit dikker in de pels. Hij jaagt al feller achter z'n prooi als om zich vet te mes ten voor een schrale tijd. Sierlijke Eekhoorns kringelen om de stammen van ruige eike- en mastebomen. of zitten op een tak met vinni ge kraaloogjes uitturend naar ieder gevaar, een denappel tussen de voorpootjes. Zo zijn er alle tekenen in de natuur, die heenwijzen naar het einde van het goede seizoen. Het zomerfeest is uit, het najaar staat voor de deur. Met nieuwe schoonheid weliswaar, doch een schoon heid van donkere verven, volrijp en bezadigd, die al te snel tot niets zal zijn ver gaan. Laat ons tot het allerlest van al dat schoon genieten. Vul de zwerversnap tot over- lopens toe en drink met vol le teugen van wat de sei zoenen ons nog ten afscheid bieden. ZWERVER. Nadat de vaste commissies waren be noemd en de afdelingen waren samen gesteld, heeft de Tweede Kamer Vrij dagmiddag de beraadslaging over het wetsontwerp inzake publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie voortgezet De heer Schouten (A.R.) gaf als zijn mening te kennen, dat de omschrijving van taak en doel van de sociaal-econo mische raad niet in de wet behoeft te worden opgenomen. Wanneer men dat toch wenst te doen, dan geeft hij de voorkeur aan de door de commissie- Van der Ven ontworpen redactie. Over ZATERDAG HILVERSUM I, 301 m. - 18.00 gram., 18.05 actualiteiten, 18.15 journ. overz., 18.30 strijdkr., 19.00 nieuws, 19.15 cause rie, 19.25 amusementsork., 19.45 Neder landers in Duitsland, 20.00 nieuws, 20.05 de gewone man, 20.12 gram.. 20.20 Licht baken, 20.45 gram., 21.00 „De kiok heit negen", 21.45 gram., 22.00 concert, 22.30 wij luiden de Zondag in, 23.00 nieuws, 23.20 gram. HILVERSUM H, 415 m. - Na 18 uur ook 245 en 1875 m. - 18.00 nieuws, 18.15 zang, piano en orgel, 19.00 kunst, 19.30 lezing, 19.45 causerie, 20.00 zang, 20.45 cabaret, 21.45 soc. commentaar, 22.00 sextet, 22.25 voordr., 22.40 Franse muz., 23.00 nieuws, 23.15 gram. ZONDAG HILVERSUM I. 301 m. - 8.00 nieuws, 8.15 gram., 8.30 Morgenwijding. 9.15 gram., 9.30 nieuws, 9.45 kwartet. 10.15 gram.. 10.40 Hoogmis, 12.00 Angelus. 12.03 gram.. 12.15 Apologie, 12.35 gram.. 12.40 concert, 12.55 Zonnewijzer, 13.00 nieuws, 13.20 eónc., 13.45 boek der boeken, 14.00 orkest, 14.45 causerie, 14.55 opera, 16.10 reportage, 16.25 Vespers, 17.00 Kerk dienst, 18.30 strijdkr., 19.00 koor, 19.15 causerie, 20.05 de gewone man, 20.12 uit en thuis. 22.37 actualiteiten, 22.45 Avond gebed. 23.00 nieuws, 23.15 gram. HILVERSUM II. 415 m. - Vóór 10 uur ook 245 en na 18 uur ook 245 en 1875 m. 8.00 nieuws, 8.15 postduivenber., 8.17 gram., 8.30 causerie, 8.45 semi-klassieke muziek, 9.10 postduivenber., 9.15 ver- zoekprogr.. 9.45 causerie, 10.00 kinderen, 10.30 Kerkdienst. 12.00 popul. muziek. 12.30 jeugd, 12.40 orgel. 13.00 nieuws. 13.15 mededelingen, 13.20 orkest, 13 50 spoorwegen, 14.00 gram., 14.05 boek- bespr., 14.30 koor, 15.00 film. 15.15 mu zikale causerie, 15.50 gram., 16.00 dans muziek, 16.30 sport, 17.00 causerie, 17.20 literaire causerie, 17.30 orkest, 17 50 sport, 18.00 nieuws, 18.15 cabaret, 19.00 Radiolympus, 19.30 gram., 20.00 nieuws. 20.05 actualiteiten, 20.15 orkest en koor, 21.15 hoorspel, 21.30 vrolijke muziek, 22.00 even afrekenen, heren, 22.10 popul. muziek, 22.30 concert, 23.00 nieuws, 23.15 gram. MAANDAG HILVERSUM I, 301 m. - 7.00 nieuws, 7.15 gymn., 7.30 gram., 7.45 woord voor de dag, 8.00 nieuws. 8.15 Te Deum, 8.45 gram., 9.15 zieken, 9.30 gram., 10.00 gram., 10.30 Morgendienst, 11.00 gram., 11.20 lezing, 11.40 zang, 12.10 orkest, 12.30 mededelingen, 12.33 orkest, 13.00 nieuws, 13.15 Mandolinata, 13.45 koor, 14.00 schoolradio, 14.35 orkest, 15.30 piano, lezing, 16.45 Bach, 17.00 kleuters, 17.15 trio, 17.45 regeringsuitz. HILVERSUM n. 415 m. - Vóór 10 uur ook 245 m. - 7.00 nieuws, 7.15 gram 8.00 nieuws, 8.15 gram., 8.55 vrouw, 9.00 orgel, 9.30 waterstanden. 9.35 dansmuz., 10.00 Morgenwijding, 10.15 arbeidsvita- minen( 10.50 gram., 11.00 op de uitkijk, 11.15 orgel, 12.00 Papavers, 12.30 mede delingen, 12.33 Spionnetje, 12.38 piano, 13.00 nieuws, 13.15 orkest, 13.50 gram., 14.00 causerie, 14.20 concért, 15.00 Bon- bonnière, 16.00 causerie, 16.10 viool, 16.45 Musicalender, 17.30 padvinders, 17.45 gram. de structuur van het ontwerp en de structuur van de bedrijfsorganisatie bleek spr. niet enthousiast te zijn. Voor de sociaal-economische raad had hij een in hoofdzaak adviserende taak gewenst. Verder was het z.i. beter geweest de productschappen niet in de wet op te nemen en daarin alleen te noemen de bedrijfschappen en niet de hoofdbedrijf schappen. De kwestie der productschap pen is overigens niet duidelijk gesteld. Tegen instelling van hoofdbedrijfschap pen zonder dat er bedrijfschappen op hetzelfde gebied bestaan had spr. ern stig bezwaar. Wil de bedrijfsorganisatie slagen, dan moet ze een levende organi satie zijn. Vervolgens ontwikkelde hij bezwaren tegen de instellingsprocedu re. Hij uitte de hoop, dat teruggekeerd zal worden tot de oorspronkelijke ge dachte van het eerste ontwerp, waarbij instelling bij de wet was voorgeschre ven. De heer Korthals (V.V.D.i zeide, dat zijn fractie eveneens in het ontwerp een poging ziet om te komen tot een wijzi ging van de maatschappelijke structuur. Het „laisser-faire"-stelsel wordt volgens de Memorie van Toelichting losgelaten, maar, zo vroeg hij, welke economische politiek zal men dan volgen? Voorts vroeg hij hoe de PBO een rol zal kun nen spelen bij het bezetten van ver schillende knooppunten van het econo mische leven. Sprekers fractie wil een geleidelijke ontwikkeling, aanpassend aan de prac- tijk. Zij is tegen oplegging van de PBO var. boven af. Men moet de organisaties geen bevoegdheden geven, waarvoor zij niet rijp zijn. Ook deze spreker wilde instelling der organen bij de wet Te ruim half zes werd de vergadering verdaagd tot Dinsdagmiddag één uur. In de loop van October zullen fran keerzegels Van 25 cent (bruin-rood) en J 30 cent (paars) van het nieuwe type aan de postinrichtingen verkrijgbaar worden gesteld. Tevens zal dan worden begonnen met de verstrekking der frankeerzegels van ƒ5.en ƒ10.—, onder de tot nu toe geldende beperkende bepalingen. 47 „Ik mag wel zeggen," sprak hij, „dat wij allen inzien dat er in dit geval tien jaar lang ernstig onrecht is gepleegd. Zodra u terugkeerde, mijnheer Tre- maine, nam ik mij voor u wegens moord te vervolgen. Ik kan werkelijk geen woorden vinden om uitdrukking te ge ven aan mijn opluchting, nu ik bemerk dat dit niet nodig zal zijn. We zijn hier bij elkaar gekomen om te onderzoeken wie Rex Tuttle vermoord heeft. We zijn erin geslaagd te weten te komen hoe die man heet, maar daarenboven zijn wij tot de ontdekking gekomeii dat u ten onrechte verdacht werd van moord op Earls Clark." Hij pauzeerde een ogen blik en keek nadenkend voor zich uit. „Wraakgierigheid is een weinig edel ge voelen", ging hij voort, „maar ik kan het u niet kwalijk nemen, mijnheer Tre- maine, indien u haakt naar het ogen blik, waarop Mike Finney zijn gerechte straf zal ondergaan. En ik verzeker U dat de arm der wet hem zal weten te vinden, mijnheer Tremaine." Hij zei nog veel meer. het werd een prachtige rede voering. De deur was nog geen vijf me ter van mij af. Zou hij mij vrije door tocht door die deur verlenen? Ik voelde het klamme zweet langs mijn rug stro men, terwijl ik hunkerde naar het ogen blik, waarop zijn breedvoerige toespraak afgelopen zou zijn. Mijn vlucht uit de gevangenis vergaf hij me. „U was op op dat ogenblik geen honderd procent," verklaarde hij. „Men had u een dosis geneesmiddelen toegediend, terwijl u in de ziekenzaal lag, en u verkeerde nog onder de invloedvan het vergif. Ge weldpleging is vaak het directe gevolg van het gebruik van bepaalde medicij nen". Hij zweeg en er verscheen eens- klamps weer een rimpel in zijn voor hoofd. „Maar één ding is zeer eigenaardig, mijnheer Tremaine. U zult moeten toe geven, dat dit u in een min of meer schuldig daglicht stelt. Waarom deed u een poging tot zelfmoord, terwijl u toch onschuldig was?" Ik keek of ik het In Keulen hoorde donderen. Rillingen liepen langs mijn ruggegraat. „Zelfmoord?" zei ik. „Ik heb helemaal geen poging tot zelfmoord gedaan." De achterdochtige blik keerde terug in zijn ogen. „Maar dat kunt u toch on mogelijk ontkennen, mijnheer Tremaine De dokters hebben een aanzienlijke dosis atropine uit uw ingewanden ge pompt. Geen dodelijke dosis blijkbaar, want u bent er bovenop gekomen, maar dat kan komen omdat u zich in de be nodigde hoeveelheid vergist hebt. Het geval is nog niet gepubliceerd, aange zien de politie geen ruchtbaarheid wenst te geven aan het feit, dat een onder hun bewaking zijnde gevangene kans heeft gezien zich te vergiftigen, maar een feit blijft het. Een heel eigenaardige handelwijze voor een onschuldige." De afgrond opende zich voor mijn voeten. Nu werd alles duidelijk af schuwelijk duidelijk. Het was geen aan val van tropische koorts geweest, het was vergif geweest. Zonneklaar, be1 halve voor het slachtoffer zelf. Het slachtoffer was immers bewusteloos ge weest. Dus daarover hadden de dokters samen gepraat, die ochtend in de ge vangenis, toen ik pas bij kennis begon te komen. En ik wist ook waar ik vergiftigd was. Ik had in het huis van de Tremaines ge dineerd, vlak voordat de politie kwam. De politie had mijn lijk moeten vinden. Daar had Tremaine in de auto op ge doeld, toen hij zei, dat men de eerste de beste kans om mij te doden verknoeid had. Maar wie had die kans verknoeid? Ik herinnerde mij eensklaps de koffie, die gemorst werd, en de hoop in mij kreeg nieuw voedsel. Iets, dat ik dacht, dat dood was, gaf weer tekenen van leven. Er was koffie gemorst. Ik keek naar Catherine. Ze zat nog steeds zoals ze aldoor gezeten had roerloos, lijk wit, zonder een woord te spreken, angst vallig er voor wakend, dat ze niets deed wat mijn positie kon schaden. Zij was het, die de koffie gemorst had. Maar zij was het ook, die Tuttle vermoord had, en die haar broer geholpen had mij over de rand te gooien. Het bleef een open vraagstuk. Waarschijnlijk zou ik nooit het antwoord te weten komen, want door die vergifkwestie viel ik tenslotte door de mand. Ik kon geen redelijke verklaring geven zonder het hele relaas op te biechten. Zij zouden te weten ko men dat ik Mike Finney was, en ik zou de doodstraf krijgen wegens moord op en man, die ik nooit gezien had. XXIII „Nu?" zei Grover Niies. „Dat vraagt toch wel om opheldering." „Atropine?" zei ik. Ik moest me niet zonder slag of stoot overgeven. Ik diende te weten wat Catherine's aandeel hierin was. Als ik door de mand viel, dan ging zij ook. „Ja, atropine." „Weet u zeker, dat het atropine was?" „Absoluut," zei Niles. Verwenste kerel. Ik wreef eens over mijn voorhoofd. „Stond er atropine op?" „We hebben geen flesje gevonden, maar de dokters zullen wel weten wat ze uit uw maag gepompt hebben." „Eigenaardig," zei ik. „Ik herinner me dat ik ziek werd. Ik geloof dat ik buiten kennis ben geraakt." „Dat zou ik zeggen." De achterdocht gluurde uit zijn ogen. „Ik dacht dat 11* een koortsaanval had gehad," zei ik. „Ik ben malarialijder." „U wilt toch niet zeggen, dat u atro pine als medicijn tegen malaria ge bruikt?" „Nee," zei ik. Mijn handen waren klam. Iedereen keek naar mij. Catherine zag er uit, alsof ze op het punt stond de waarheid luid door de kamer te schreeuwen. „Nee," herhaalde ik. „Ik behandel mijn malaria met atabrine. Ik heb altijd een paar pillen op zak." „Dat weten we," zei Niles. „Er is een leeg flesje in uw valies gevonden." „Had u pas wat ingenomen?" kwam Wickersham. „Ik moet wel een paar pillen ingeno men hebben," zei ik. „Ik kan het me niet meer herinneren. Nooit trouwens, door de koortsen, die jt naderhand krijgt." „Hebt u de atrabine in Mexico ge kocht?" „Ja, natuurlijk." John Wickersham barstte eensklaps in lachen uit. „Dan ligt het nogal voor de hand," zei hij. „Wat betreft medicijnen zijn de wetten in Mexico heel wat ge makkelijker dan hier. De woorden ata brine en atropine lijken veel op elkaar. Zoals de meeste dokters hun recepten schrijven, is het best mogelijk, dat het juiste woord niet te ontcijferen is ge weest. Een onervaren apothekers-assis tent kan licht een fout begaan. In ons eigen land komen zulke vergissingen evengoed wel eens voor." (Wordt vervolgd) Prinsheerlijk zitten wij achter het ochtendblad en een kopje koffie in de restauratie. De ober werkt zijn pape- rassenboeltje bij. In het miniatuur keukentje zingen een ketel heet water en de goedgemutste kok. Nauwelijks staat de trein stil langs het lange per ron van Eindhoven, of een heer vcrn een jaar of veertig stormt naar bin nen. „Ober, vlug, vlug, twee eieren in de pan. Uitsmijter met koffie. Toe dan, man, ik sterf van de honger". Een regenjas vliegt in het bagagenet. Een actentas zeilt in een hoek. „Breng me die koffie maar vast, ober". Wild schieten twee pupillen langs het oogwit. Nerveus trommelen vingers op het tafelblad. „Héhé, eindelijk". Uitsmijter gunt zich geen tijd, om de suiker in zijn kopje te doenmaar giet de gloeiende koffie in twee gooien in zijn keelgat. „Ziezo, meneer, het ergste gevaar is geweken, u kunt gerust zijn". „Oow...." „Kijkt u eens, de zaak zit zo", Uit smijter steekt een sigaret op, „als ik werkelijk goed honger heb, word ik gevaarlijk. Dan is het niet helemaal uitgesloten, dat ik ga gooien. Met as bakken, schoteltjes en ander kleingoed. Wordt mijn honger dan nog niet ge stild, dan moet ik boksen. Tegen tafel bladen, deuren en muren, soms tegen mensen. Maar dat is de laatste drie weken niet meer voorgekomen". „Oow „Tja, je doet er weinig tegen hé. Erfelijke belasting". „Wat voor belasting?" Soms zijn wij niet al te vlug van begrip. „Erfelijk. Mijn vader had het, bij mijn zoon van dertien begint het ook gl te komen. Ober, waar blijf je nou?" Boven een paar bomen piekt de kerktoren van Geldrop. Kwart voor tienen. „Ojé, daar komt het alweer...." Uitsmijter holt naar de keuken en kaffert enkele schietgebedjes naar bin nen. Vier minuten later ligt een ser- vetprop op een geelgestreept bordje en is Uitsmijter enigszins voldaan. „Mensen als u kunnen toch beter niet nuchter de deur uitgaan", durven wij nu wel op te merken. „Nuchter, hoe komt u daarbij? O»» zes uurheb ik twee borden haber- mout gehad en om acht uur zeven boterhammen. Maar zo tegen twaalf uur wordt het tijd, dat ik weer eens wat te eten krijg". -Oow...." ZONDAG 25 SEPTEMBER: 16de Zondag na Pinksteren; Mis v. d. dag: 2 tot alle nei- ligen; 3 naar keuze (Roermond: 2 H. Ma te mus); Credo; prefatie v. d. H. Drievul digheid; groen. MAANDAG: H.H. Cyprianus en Justina, martelaren; H. Mis Salus; 2 tot alle nei- ligen; 3 naar keuze; gewone prefatie; rood.. DINSDAG: H.H. Cosmas en Damianus, mar telaren; eigen Mis; 2 tot alle heiligen; 3 naar keuze; gewone prefatie; rood. WOENSDAG: H. Weuceslaus, martelaar: Mis In virtute; 2 tot alle heiligen; 3 naar keuze; gewone prefatie; rood. DONDERDAG: Kerkwijdingsfeest v. d. H. Michaël; eigen Mis; Credo; gewone pre fatie; wit. VRIJDAG: H. Hieronymus, bisschop, kerk leraar; Mis In medio; Credo; gewone pre fatie; wit ZATERDAG: Mis v. O. L. Vrouw op Zater dag; 2. H. Remigius; 3 tot de H. Geest; prefatie v. O. L. Vrouw: wit. Haarlem: H. Bavo. belijder; eigen Mis: Credo; ge wone prefatie; wit. ZONDAG 2 OCTOBER: 17de Zondag na Pinksteren; Mis v. d. dag; 2 H.H. Engel bewaarders; (Haarlem: 3 H. Bavo); Cre do; prefatie v. d. H. Drievuldigheid; laat ste evangelie v. d. Engelbewaarders: groen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 3