DE HEMEL IS DE ZOLDER
VAN HET HUIS
ERIC IN HET RIJK VAN HET MIDDEN
AKKERTJE
Op zwervers voeten door de natuur
Instelling organen bij wet?
HET
Mensen op reis
Dodende letter
r
Wij luisteren naar
WESPENNEST
Twee jonge Italianen
LITERAIRE KRONIEK
Principiële uitspraak
over gedwongen injectie
MARSHALLHULP VOOR
WEGENBOUW?
K.N.A.C. wendt zich tot
ministerraad
V
.J
ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1949
PAGINA 3
H.H. Wijdingen
neem een
Weer kerkinbraak in
Maastricht
Adjudant Koningin
Vraatzucht, moord en doodslag
in herfstelijke weelde
P.B.O. IN TWEEDE KAMER
Nieuwe postzegels
'door
David Duncan
Liturgische weekkalender
Herhaaldelijk hebben wij erop ge
wezen, dat een der hoofdoorza
ken van de verstarring van het
christelijk leven, van de ontkerstening
van onze maatschappij te zoeken is in de
onechtheid, de onwaarachtigheid, de
schijnheiligheid van de levenshouding
van veel christenen. Op die manier kan
cr onmogelijk iets goeds van ons uit
gaan. Hoezeer Christus-Zelf een derge
lijke gedragslijn afkeurt blijkt duidelijk
Uit Zijn optreden tegen de Farizeërs.
Het Evangelie van morgen biedt daar
aan een sprekend voorbeeld.
Jezus is bij een van hen ten eten ge-
Jodigd. Heus niet uit vriendschap. „Zij
bespiedden Hem," zegt St. Lucas. Zij
hadden èen uitgebreid systeem van lou
ter uiterlijke wetsvoorschriften samen-
êesteld en dit als enige norm afgekon
digd voor de beoordeling van de zede
lijke en godsdienstige waarde der men-
Sen. Vooral hun opvattingen over de
Sabbatheiliging waren tot in het bela
chelijke opgeschroefd. Juist op een
Sabbat hadden zij Jezus geïnviteerd in
Se hoop Hem te kunnen betrappen op
overtreding van een hunner bedenk
sels.
Een zieke komt binnen. Hij blijft voor
Jezus staan: zijn hele houding één sme
king. Het wordt doodstil. Rustig kijkt
Jezus de aanwezigen één voor één aan.
En dan met fijne ironie: „Mag men
eigenlijk wel op een Sabbat genezen?"
Geen antwoord. Even later verlaat de
ïieke gezond het huis. De verontwaardi
ging. de ergernis over deze Sabbatont-
Svijding ligt duimendik op de gezichten
Ser Farizeërs. Ze voelen niet eens hoe
schijnheilig ze zijn. Maar dat zal de
Goddelijke Leraar hun wel even duide
lijk maken. Met een eenvoudige vraag:
„Wie van u zal zijn ezel of zijn os. die
jn een put gevallen is, er niet onmiddel
lijk uithalen, ook al is het Sabbatdag?"
Kostelijk van gezond leedvermaak is
de korte aantekening, die de Evangelist
hij dit verhaal maakt: „Zij waren niet
in staat Hem daarop antwoord te ge-
Ven."
Geen wonder. Dat was de spijker op
de kop geslagen. Al die voorschriften
tvaren volkomen gespeend van echte
godsdienstigheid. In plaats van de liefde
Voor de evenmens predikten zij slaafse
cn zinloze onderwerping aan de lettel
Van hun willekeurige bepalingen. Het
gezondè verstand was uit het leven ge
bannen, dat, aldus verminkt, deze ver
krachting slechts wreken kan door te
ontaarden in kunstmatigheid. Tegen geen
enkel misbruik is Jezus feller opgetre
den dan tegen deze bewuste verstarring
en formalisering van het leven, waar
door Gods geboden -overtreden worden
ter wille van menselijke overleveringen.
De waarachtige zedelijke grootheid van
de mens kan onmogelijk gedijen
door een blinde gehoorzaamheid aan
oen wet. Een mens is geen automaat.
Een dergelijke houding doodt als de
liefde niet als verzachtende, versterken
de of corrigerende factor de gehoor
zaamheid levend maakt. Iedere wèt, die
de menselijke persoonliikheid in het ge
drang brengt, is onzedelijk. De gods
dienstige en burgerlijke samenleving
kan slechts tot bloei komen, wanneer de
tienseliike persoonlijkheid zich vrii kan
ontwikkelen, zonder formalistische ge
bondenheid aan de letter van welke wet
°ok. Jezus ejst voor de deurd echtheid.
Oprechtheid, innerlijkheid. Het loutere
Onderhouden van de wet naar de dode
letter ontaardt onmiddellijk in uiter
lijke, levenloze vormendienst, die op
rijn beurt even onvermijdelijk uitloopt
in huichelarij en Farizeïsme.
Niet zeld'en tracht merj bij een der
gelijke levenshouding zijn gedrag
nog te rechtvaardigen door een
klaarblijkelijk tekort aan liefde te ver
ontschuldigen of zelfs nog goed te pra
ten met een beroep op de door de wet
geëiste stiptheid' in het onderhouden
kan religieuze voorschriften. Liever een
ïieke niet genezen, dan de Sabbatrust
te verbreken (Lc. 14. 1-6); zich ontsla
gen achten van de door God bevolen
ondersteuning van zijn ouders, omdat
hien de middelen daartoe voor een offer
heeft bestemd. (Mt. 15. 2-6). Dat is
Schijnheilige huichelarij van de ergste
Soort er.- ook vandaag nog in allerlei va
riaties te constateren.
De geest, die levend maakt, ont
breekt. De godsdienstigheid is verwor
den tot een verzameling religieuze ge
baren en conventies, de grote geloofs
waarheden tot zinledige woorden, die
niet de minste hervormende, laat staan
heiligende invloed oefenen op ons
Innerlijk. Het is eer.' fatale vergissing
te menen, dat men uit het geloof leeft
Zolang men maar d'e uitwendige gods
dienstplichten vervult.
Het ware christendom eist, naar de
mate van ieders mogelijkheden, volle
dige navolging van Christus ter zelf
heiliging. Daarnaast dragen wij 'n grote
verantwoordelijkheid voor onze naas
ten. Het leven brengt ons met velen in
contact. Tegenover ieder van hen heeft
God ons een taak opgelegd, die kan
Verschillen van dag tot dag. Wie zijn
godsdienstig-zedelijk gedrag beperkt
tot hét naleven van bepaalde regels
Van uiterlijke observantie, schiet deer
lijk tekort. God is niet gediend van een
volk, dat Hem alléén met de lippen
eert. Rechtvaardigheid en liefde, de
grondslag van Jezus' leer, komen niet
tot hun recht, zolang wij niet bereid
zijn alles niet alleer.' maar iets
te gever.' om onze naaste-in-nood' af
doende te helpen en het schrijnende
onrecht van een bezitloze klasse uit
onze samenleving te bannen.
De door God gewilde onbegrens-
d e liefde is door ons met 'n vroom ge
zicht verschrompeld tot „liefdadigheid
haar vermogen" er.' de aalmoes het arm
zalig surrogaat geworden van recht
vaardigheid. Omdat wij, evenals de Fa
rizeërs, genoegen nemen met de letter
Van de wet!
Dat is zelfbedrog! Het geweten sussen
Wij op die manier en wij kweken bo
vendien nog -een zelfvoldaanheid aan,
die God betere het de norm wordt
voor ons oordeel over anderen. Zover
zijn wij van de waarheid afgedwaald!
Vandaar tot een uitgesproken kliek-
geest, die alle buitenstaanders als min
der volmaakten minacht is maar een
kleine stap. En deze stap i s gezet on
der ons! Het is goed ons daarvan re
kenschap te geven.
Geen mentaliteit is minder christelijk
dan deze! Wij leven in een vals gevoel
Van veiligheid. Liefde en rechtvaardig
heid eisen zelfverloochening, desnoods
tot het uiterste. De kracht daartoe
schenkt bet volledig willen ondergaan
Van Gods genadewerking. De Farizeï
sche uiterlijkheid moet verdwijnen uit
ons leven, omdat zij de ware geest van
Christus d' o o d t.
Z. H. Exc. Mgr. W. Mutsaerts, Bis-
Schop van 's-Hertogenbosch, zal Zondag
24 September a.s. in de kapel van het
Groot Seminarie te Haaren de volgende
ïï.H. Wijdingen toédienen:
Tonsuur: aan de eerw. fraters G. van
der Eng, H. Tielemans, J. Umans, J.
Kleijnen, P. van Oosten, G. de Grunt,
Thewissen.
Mindere Orden: aan de eerw. fraters
A Daniëls, H. Reijnaerts, A. Peters, J.
Timmers. A. Lemmens, S. Hamers.
H. Subdiaconaat: aan de eerw. fraters
y. Herberighs, H. Sterenberg, J. de
®eer, A. Bernard, A. Stolk, H. Ooster-
P?s, A. Gilissen, G. van der Asdonk, L.
Moesen, S. van Iersel, allen van de Pa-
Montfortanen.
De jongste Italiaanse romankunst vertoont opvallende overeenkomst met de
jongste Italiaanse filmkunst. Italië heeft het klaargespeeld in de chaos van
vlak na de oorlog een nieuwe kunststijl te scheppen, die bijzonder ver
rassend werkt als vormgeving aan deze tijd. Deze nieuwe stijl is realistisch,
ongetwijfeld, maar hij onderscheidt zich van alle vroegere realismen, ten eerste
door een vreemde, weerbarstige mildheid, ten tweede door een revolutionnair,
communistisch gekleurd vuur, en ten derde door zijn sterk improviserend karakter.
In dit drievoudige onderscheid vindt men, althans waar het de romankunst
betreft, de invloed der beste Amerikaanse schrijvers terug. Hun invloed moet met
vreugde gesignaleerd worden, omdat hij regenererend blijkt te werken op de
Europese romankunst. Wij zullen er thans twee Italiaanse resultaten van zien:
de roman „Nacht over de aarde" (Notte sul monde) van Deimo Scifoni 1)
en de roman „De hemel ziet rood" (II cielo rosso) van Giuseppe Berto 2).
Een vergelijking van beide titels doet
reeds vermoeden, dat deze romans ergens
contact /net elkaar houden. Het zijn
oorlogsromans. Ze spelen allebei op de
puinhopen van een stad in Italië, onmid
dellijk nadat de oorlog er over heen is
geraasd. De mensen in deze romans
hebben geen woning meer. De hemel is
de zolder van hun huis. Ik druk me niet
aldus uit om een fraaie omschrijving van
dakloosheid te geven; ik wil suggereren,
hoe in deze romans de veilige besloten
heid van woonruimte is opengebroken
en hoe hiermee tevens het innerlijk
vergezicht der mensen in deze romans
is opengebroken. Het leven van deze
mensen heeft de hoedanigheid gekregen
van een geworpen-zijn in ruimte en
tijd, met als conclusie: we moeten er
van maken wat er van te maken is. De
oorlog, die alle vertrouwde dingen en
herinneringen heeft .weggevaagd, is de
tijd. Hetgeen men ervaart, wanneer men
naar boven tuurt tussen de brokstukken
muur die eens de vier hechte wanden
van een huis hebben gevormd, dat is de
ruimte.
In de stad van beide romans stond
een kathedraal. Het typeert de schrij
vers, dat zij alle twee hun hoofdper
soon door het open gewelf van een
kathedraal naar boven laten turen. Het
typeert het nieuwe realisme, dat in
deze romans vorm kreeg: het ruimte
lijke realisme, het realisme, ontdaan
van de vele kleine zaken, die vroeger
het leven van de eerzame burger vul
den. Waar de schrijvers nu nog aan
dacht voor vertrouwde kleinigheden
vragen, is het om even te laten voe
len, dat het verleden onherroepelijk
voorbij is.
Zo staat in de roman „Nacht over de
aarde" van Scifoni de hoofdpersoon in
de verwoeste stad voor de verwoeste
kapperszaak van Giacomo en hij denkt
aan zijn baard van vele dagen. Hij denkt:
„Scheren 4 lire, knippen 6 lire. Verdui
velde wat zijn de prijzen de laatste tijd
toch opgelopen". Deze en meer zulke
gedachtenflitsen, die even terloops door
het verleden heen schieten, tekenen de
breuk tussen de oude en de nieuwe
situatie volkomen.
Elders wordt in deze roman gezegd:
„Het was hun beiden of ze in de ruimte
spraken". In de loop van het' verhaal is
dit misschien een onopvallend zinnetje,
waar de meeste lezers overheen zullen
lezen. Wij kennen de uitdrukking in de
ruimte praten, voor praten zonder ge
hoor te vinden, zonder iets verder te
komen. Het is een versleten uitdrukking.
In de situatie van deze roman is zij weer
scherp geworden, exact verbeeldend, hoe
het de twee mensen, die samen een ge
sprek voerden, te moede was.
Iets zeer donkers en sombers hangt
over deze roman „Nacht over de aarde".
Het thema is simpel. Het behelst de er
varingen van een. groepje vluchtelingen
gedurende de eerste week na het' bom
bardement, door de schrijver van dag tot
dag genoteerd. De namen der zeven
dagen zijn de titels der hoofdstukken.
De opzet is zo zakelijk mogelijk. Het
is of de auteur Scifoni vreesde, dat hij
door de opgeroepen ellende zou worden
overmand. Vandaar de uiterst nuchtere
verhaaltrant, waardoorheen telkens een
ruwe zachtheid komt groeien; een in
stinctieve drang om zacht te zijn en
goed te doen. Positief schijnt deze drang
zich moeilijk te kunnen uiten; hij wordt
gesmoord in de armzaligheid van het be
staan, dat geheel op lijfsbehoud is in
gesteld. Maar hij' blijft latent aanwezig
met fascinerende koppigheid; fascine
rend, juist omdat hij voortkomt uit de
uiterste ellende, uit de naaktheid van
het bestaan.
Feller en ook overtuigender wordt de
instinctieve drang naar goedheid
uitgebeeld in de andere Italiaanse
roman: „De hemel ziet rood" van Giu
seppe Berto. Uit deze roman leert men
tevens beter begrijpen, waarom het werk
der moderne Italiaanse kunstenaars zo
revolutionnair van toon is. Berto is,
evenals Scifoni, nog een jong auteur.
Zijn 34-jarige levensloop vertoont een
paar rare sprongen. Opgevoed in een
klooster; daarna ingepalmd door het
fascisme; vrijwilliger in de Afrikaanse
oorlog; officier in het Mussolinibataljon.
In Mei 1943 door de Amerikanen ge
vangen genomen en naar een kamp in
Texas'overgebracht. Daar, ver van huis,
kreeg de schrijfkoorts hem te pakken en
schreef hij: „De hemel ziet rood", een
roman, spelend op de puinhopen van een
stad in zijn geboortestreek. Zeker als
debuut is deze roman een buitengewoon
goed stuk werk.
Improviserend, zijn gedachtenassocia-
ties volgend, voortspringend van tafereel
naar tafereel, zo is Berto te werk gegaan.
Zijn manier van een roman opbouwen
is uitgesproken filmisch. Ook zijn on
omwonden realisme is (na-oorlogs, Ita
liaans) filmrealisme; het is de werke
lijkheid, zoals Giuseppe de Santis in de
nieuwe film-van-de-maand „Tragische
jacht" haar heeft gezien.
Op de ruïne van het bestaan zijn
de ernstigste Italiaanse kunstenaars aan
het zoeken naar een puur stukje
levensinhoud. Voor Berto is de jeugd
de enige partij, waarvan nog iets te
verwachten is. Het is een jeugd, die
vóór de oorlog al misdeeld was en die
nu radicaal heeft' gebroken met' het
verleden. Een jeugd, die met één
sprong volwassen is geworden; een
mutatie heeft de evolutie van kind tot
rijpe man of vrouw doorbroken. Het
thema is weer weinig gecompliceerd.
Een groepje wezen, kleine paria's,
houdt zich na het bombardement
schuil tussen het puin in een verbo
den, afgerasterde zone in het centrum
der stad. Het is een hecht gesloten
gemeenschapje, dat zich langs duistere
wegen in het leven houdt. Toch vormt
deze jeugd instinctief een nieuwe en
betere samenleving, waarin de oude
woorden van rechtvaardigheid, goed
heid en naastenliefde weer elementaire
waarde krijgen. Het is een oerstaat
van christelijk communisme, die hier
wordt uitgebeeld. Een sfeer van
levenskrachtige verwachting en van
revolutionnair idealisme omgeeft' alle
trieste gebeurtenissen van dit verhaal.
Het is de hemel die men ontwaart, op
ziend door het open g^fcelf van de
kathedraal.
De inhoud van deze roman doet den
ken aan de roman „Puinpiraatjes" van
de Engelse psychologe Phyllis Bottome.
Puinpiraatjes zijn de kinderen der Lon-
dense achterbuurten tijdens en na de
Duitse luchtaanvallen. Puinpiraatjes zijn
ook de kinderen in Berto's roman. Hun
spontane reacties vullen het verhaal.
Wanneer men in „De hemel ziet rood"
deze reacties bespiedt op zuivere men
selijkheid, dan wordt men getroffen door
de onverwoestbaarheid der liefde voor
het leven; al is dit leven nog zo troos
teloos en al heeft Berto zijn voortreffelijk
en overtuigend verhaal allerminst naar
een happy ending gevoerd.
NICO VERHOEVEN
1) Vert. d. Dick Kolthoff, Uitg. „De
Kern", Den Haag 1949; 2) Vert. d. G.
A. J. Emonds, Uitg. Winants, Heerlen
1948.
(Van onze redacteur)
De Krijgsraad in Arnhem heeft een
principiële uitspraak gedaan in een zaak
tegen twee militairen, die in het kamp
Oldenbroek waren gelegerd en in
Augustus van dit jaar weigerden zich
tegen typhus en andere besmettelijke
ziekten te laten inenten. Zij beriepen
zich daarbij op hun geloofsovertuiging.
De auditeur-militair kon zich hiermede
niet verenigen en was van mening, dat
hier sprake was van weigering van een
dienstbevel. Hij requireerde een voor
waardelijke hechtenis van een maand
met een proeftijd van een jaar.
In zijn pleidooi wees mr. Pauwe uit
Den Haag op legerorder no. 223 van
1947, waarin het uitoefenen van dwang,
hoe gering ook, verboden is. Hij was
van mening dat een veroordeling onder
vele Nederlanders opschudding zou
kunnen verwekken.
De beklaagden werden hierop vrijge
sproken.
Giuseppe Berto
Tanden blank en rein; aden»
fris als morgendauw.
36. Eric stootte de overste naar achteren. „En vertel onmiddellijk de waarheid
zei hij en maakte een veelbetekenend gebaar met zijn zwaard. „Jouw armzalig leven
is mij geen leugen waard
„Uw tong en uw maag zullen een prooi der gieren worden!" voegde Tax er aan
toe. „Waar is de prinses gebleven, onwaardige?"
Even heerste er een nerveuze stilte. Men mat elkanders blikken. Langzaam opende
de man zijn mond. Vol verwachting keken de beidé anderen hem aan.
„Meent gij het meisje, dat zich in uw gezelschap bevond?" vroeg hij ontwijkend.
Helse woede besprong Eric weer even. Kennelijk trachtte de Oosterling tijd te
winnen voor de lafhartige ontvoerders! Intussen werd het weerloze meisje mijlen ver
weggevoerd. Iedere seconde uitstel verkleinde de mogelijkheid haar nog ooit uit de
handen van haar belagers te kunnen redden! Zonder zich nog een ogenblik te be
denken, bracht de Noorman zijn wapen weer naar voren. De gluiperige spleetoogjes
van de overste puilden uit hun kassen toen hij andermaal de koude punt van het
staal op zijn keel voelde.
„Ikikniet doen! Niet doen!" stotterde hij. ,Jk zal het u zeggen
Eric glimlachte dreigend. „Je zult het ons niet alleen zeggen, maar je zult er ons
zelfs heenbrengen."
Moeizaam slikte de overste een brok in zijn keel weg. „Het zij zo," mompelde hij
dan toonloos. „Ik zal u leiden naar waar de Dochter van de Draak zich bevindt."
Eric liet zijn zwaard zakken en keek hem honend aan.
„Dat dacht ik ook," antwoordde hij zonder zich te laten intimideren door de ver
raderlijke grijns, die heel even om de mondhoeken van de overste speelde. „En
wij Vertrekken onmiddellijk
De K.N.A.C. heeft zich tot de Minister
raad gewend met het voorstel om voor
de spoediger uitvoering van de belang
rijkste wegenverbeteringen een beroep
te doen op het plan-Marshall. Zij is van
mening, dat er alle reden is om via het
plan-Marshall de verbetering van ons
wegennet te bespoedigen, omdat in de
voortschrijdende industrialisatie het ver
voersvraagstuk een minstens even be
langrijke rol speelt als de industriali
satie zelf.
Wanneer zou worden besloten op deze
wijze de totstandkoming, buiten de be
grotingen om, van vijf of zes der belang
rijkste werken te bespoedigen, dan zou
daardoor bereikt kunnen worden dat ook
de bouw van de overige urgente voor
zieningen wordt versneld. De opheffing
van de achterstand in onze wegenbouw,
veroorzaakt door het jongste wereld
conflict, zou dan tevens niet langer wor.
den uitgesteld, dan in verband met de
economie van ons land te verantwoor
den is.
Wederom is in een katholieke kerk
van Maastricht een inbraak gepleegd.
Thans was het de St. Servaaskerk. die
beioek heeft gehad van ongewenste gas
ten. Alles wijst er op, dat een of meer
personen zich in de kerk hebben laten
insluiten. Drie offerblokken zijn open
gebroken en leeg gehaald, drie andere
offerblokken geforceerd maar niet ge
opend, terwijl tenslotte een zevende of
ferblok van staal, een kleinere collecte
bus, eenvoudig is meegenomen.
Bij K.B. is benoemd tot adjudant van
H.M. de Koningin de ritmeester W. F.
K. Bischoff van Heemskerck, eerste
stalmeester van het Koninklijk Huis.
De herfst is alweer in het
land. Bolle buien rui
sen langs de wegen, een
jagende wind slaat onder de
plenzende waterdruppels en
het alree verkleurende blad
van boom en struik glimt in
het -natte herfstlicht. Langs
de stammen sieperen water
straaltjes naar beneden om
zich te verliezen in het
vochtige zand onder reeds
afgevallen blaren.
De laatste wilde bloemen
laten de koppen hangen of
verwaaien tot vormloze prop
pen, maar tussen blad en tak
hangen rijpende vruchten. In
alle vorm en kleur en stand
getuigen zij van des Schep
pers wil tot vernieuwing van
een stervend geslacht.
De rozenhagen zijn rood-
bestippeld met eivormige
bottels die, gestoeld op de
toppen der doornige takken,
soms blijven tot ver in het
voorjaar als de nieuwe knop
pen alweer gaan zwellen.
Merels gaan ten feestmaal in
de oranje trossen van de
Lijsterbes. Zwerver, die zo'n
sierlijke boom in z'n tuin
heeft, zag er dezer dagen
een, gezeten op een dunne,
wiebelende twijg (de vogel!).
Het dier liet zich door de
wind steeds een duwtje ge
ven naar een verleidelijke
bessenscherm en telkens
werd een oranjebolletje met
de sterke snavel afgerukt.
Troepen kwetterende spreeu
wen buitelen en dwarrelen
in een vlierstruik en pikken
en eten tot slechts de steel
tjes van de schermen over
blijven. De grond eronder
ligt bezaaid met de laatste
resten als zwart-blauwe
plekken, waarin licht-ge-
kleurde zaadjes, onverteerd
door het magsap, wachten op
een nieuw voorjaar.
Zo'n spreeuwenmaaltijd is
steken naar een sappige
braam langs zo'n enge spin.
Met die bramen is het an
ders wat van 't jaar. In de
duinen zijn de blauwe zo
schaars, dat ze bijna niet zijn
te vinden en de lieden, die
van het jaarlijks bramenzoe-
ken een feest plegen te ma
ken, lieten al spoedig ver
stek gaan. Alleen de stok-
braam, die later rijpt, draagt
anders gevarieerd genoeg,
want tussen de zwarte vlier
bessen wemelt het van klei
ne vliegjes en spinnetjes, die
en passant in de spreeuwen-
krop verdwijnen.
Tussen de doornige warre
ling van ruige stokbramen
glanzen de grote, gitzwarte,
zoete vruchten en spant het
tere kantwerk van de spin-
newebben. Vette spinnen
met zware kruisen óp de
ronde lijven wachten daar
hun prooi of worden zelf ge
soupeerd door een dikke mus
die zo'n flinke hap met
graagte verorbert, daarmede
een dignst bewijzend aan de
mens, die het al te spoedig
griezelig vindt de hand te
ia de duinstreek
dit jaar
vruchten.
De bekende Kardinaals
muts kleurt z'n purperen
bonnètjes, enkele aan de
zonkant laten reeds de oran-
je-gesteelde zaadjes uit de
open doosjes hangen. Het
geeft niet of de struiken in
voorjaar en zomer al door de
rupsen zijn kaalgevreten, ze
hebben gebloeid en dragen
toch vrucht. Op bladschotel
tjes presenteert de Kamper
foelie een kluitje glanzend-
rode bessen en de Katten- of
Duindoorns staan in oranje
gele brand, zoveel vrucht als
ze dragen.
Het wild gedierte is rond
en vet, zatgegeten aan zo
merse weelde. Sommigen ma
ken zich reeds op, weg te
trekken of te zorgen voor de
komende winter. Dikke
egels slepen wat afgevallen
fruit naar hun nest onder
de mutsaard, onderwijl links
en rechts happende naar een
springende krekel of jagend
achter een rollend balletje
met een staartje: een veld
muis. De schichtige wezel
verliest al wat van z'n glan
zende roodbruine kleur, maar
groeit dikker in de pels. Hij
jaagt al feller achter z'n
prooi als om zich vet te mes
ten voor een schrale tijd.
Sierlijke Eekhoorns kringelen
om de stammen van ruige
eike- en mastebomen. of
zitten op een tak met vinni
ge kraaloogjes uitturend naar
ieder gevaar, een denappel
tussen de voorpootjes.
Zo zijn er alle tekenen in
de natuur, die heenwijzen
naar het einde van het goede
seizoen. Het zomerfeest is
uit, het najaar staat voor de
deur. Met nieuwe schoonheid
weliswaar, doch een schoon
heid van donkere verven,
volrijp en bezadigd, die al te
snel tot niets zal zijn ver
gaan.
Laat ons tot het allerlest
van al dat schoon genieten.
Vul de zwerversnap tot over-
lopens toe en drink met vol
le teugen van wat de sei
zoenen ons nog ten afscheid
bieden. ZWERVER.
Nadat de vaste commissies waren be
noemd en de afdelingen waren samen
gesteld, heeft de Tweede Kamer Vrij
dagmiddag de beraadslaging over het
wetsontwerp inzake publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie voortgezet
De heer Schouten (A.R.) gaf als zijn
mening te kennen, dat de omschrijving
van taak en doel van de sociaal-econo
mische raad niet in de wet behoeft te
worden opgenomen. Wanneer men dat
toch wenst te doen, dan geeft hij de
voorkeur aan de door de commissie-
Van der Ven ontworpen redactie. Over
ZATERDAG
HILVERSUM I, 301 m. - 18.00 gram.,
18.05 actualiteiten, 18.15 journ. overz.,
18.30 strijdkr., 19.00 nieuws, 19.15 cause
rie, 19.25 amusementsork., 19.45 Neder
landers in Duitsland, 20.00 nieuws, 20.05
de gewone man, 20.12 gram.. 20.20 Licht
baken, 20.45 gram., 21.00 „De kiok heit
negen", 21.45 gram., 22.00 concert, 22.30
wij luiden de Zondag in, 23.00 nieuws,
23.20 gram.
HILVERSUM H, 415 m. - Na 18 uur
ook 245 en 1875 m. - 18.00 nieuws, 18.15
zang, piano en orgel, 19.00 kunst, 19.30
lezing, 19.45 causerie, 20.00 zang, 20.45
cabaret, 21.45 soc. commentaar, 22.00
sextet, 22.25 voordr., 22.40 Franse muz.,
23.00 nieuws, 23.15 gram.
ZONDAG
HILVERSUM I. 301 m. - 8.00 nieuws,
8.15 gram., 8.30 Morgenwijding. 9.15
gram., 9.30 nieuws, 9.45 kwartet. 10.15
gram.. 10.40 Hoogmis, 12.00 Angelus. 12.03
gram.. 12.15 Apologie, 12.35 gram.. 12.40
concert, 12.55 Zonnewijzer, 13.00 nieuws,
13.20 eónc., 13.45 boek der boeken, 14.00
orkest, 14.45 causerie, 14.55 opera, 16.10
reportage, 16.25 Vespers, 17.00 Kerk
dienst, 18.30 strijdkr., 19.00 koor, 19.15
causerie, 20.05 de gewone man, 20.12 uit
en thuis. 22.37 actualiteiten, 22.45 Avond
gebed. 23.00 nieuws, 23.15 gram.
HILVERSUM II. 415 m. - Vóór 10 uur
ook 245 en na 18 uur ook 245 en 1875 m.
8.00 nieuws, 8.15 postduivenber., 8.17
gram., 8.30 causerie, 8.45 semi-klassieke
muziek, 9.10 postduivenber., 9.15 ver-
zoekprogr.. 9.45 causerie, 10.00 kinderen,
10.30 Kerkdienst. 12.00 popul. muziek.
12.30 jeugd, 12.40 orgel. 13.00 nieuws.
13.15 mededelingen, 13.20 orkest, 13 50
spoorwegen, 14.00 gram., 14.05 boek-
bespr., 14.30 koor, 15.00 film. 15.15 mu
zikale causerie, 15.50 gram., 16.00 dans
muziek, 16.30 sport, 17.00 causerie, 17.20
literaire causerie, 17.30 orkest, 17 50
sport, 18.00 nieuws, 18.15 cabaret, 19.00
Radiolympus, 19.30 gram., 20.00 nieuws.
20.05 actualiteiten, 20.15 orkest en koor,
21.15 hoorspel, 21.30 vrolijke muziek,
22.00 even afrekenen, heren, 22.10 popul.
muziek, 22.30 concert, 23.00 nieuws, 23.15
gram.
MAANDAG
HILVERSUM I, 301 m. - 7.00 nieuws,
7.15 gymn., 7.30 gram., 7.45 woord voor
de dag, 8.00 nieuws. 8.15 Te Deum, 8.45
gram., 9.15 zieken, 9.30 gram., 10.00
gram., 10.30 Morgendienst, 11.00 gram.,
11.20 lezing, 11.40 zang, 12.10 orkest, 12.30
mededelingen, 12.33 orkest, 13.00 nieuws,
13.15 Mandolinata, 13.45 koor, 14.00
schoolradio, 14.35 orkest, 15.30 piano,
lezing, 16.45 Bach, 17.00 kleuters, 17.15
trio, 17.45 regeringsuitz.
HILVERSUM n. 415 m. - Vóór 10 uur
ook 245 m. - 7.00 nieuws, 7.15 gram
8.00 nieuws, 8.15 gram., 8.55 vrouw, 9.00
orgel, 9.30 waterstanden. 9.35 dansmuz.,
10.00 Morgenwijding, 10.15 arbeidsvita-
minen( 10.50 gram., 11.00 op de uitkijk,
11.15 orgel, 12.00 Papavers, 12.30 mede
delingen, 12.33 Spionnetje, 12.38 piano,
13.00 nieuws, 13.15 orkest, 13.50 gram.,
14.00 causerie, 14.20 concért, 15.00 Bon-
bonnière, 16.00 causerie, 16.10 viool, 16.45
Musicalender, 17.30 padvinders, 17.45
gram.
de structuur van het ontwerp en de
structuur van de bedrijfsorganisatie
bleek spr. niet enthousiast te zijn. Voor
de sociaal-economische raad had hij een
in hoofdzaak adviserende taak gewenst.
Verder was het z.i. beter geweest de
productschappen niet in de wet op te
nemen en daarin alleen te noemen de
bedrijfschappen en niet de hoofdbedrijf
schappen. De kwestie der productschap
pen is overigens niet duidelijk gesteld.
Tegen instelling van hoofdbedrijfschap
pen zonder dat er bedrijfschappen op
hetzelfde gebied bestaan had spr. ern
stig bezwaar. Wil de bedrijfsorganisatie
slagen, dan moet ze een levende organi
satie zijn. Vervolgens ontwikkelde hij
bezwaren tegen de instellingsprocedu
re. Hij uitte de hoop, dat teruggekeerd
zal worden tot de oorspronkelijke ge
dachte van het eerste ontwerp, waarbij
instelling bij de wet was voorgeschre
ven.
De heer Korthals (V.V.D.i zeide, dat
zijn fractie eveneens in het ontwerp een
poging ziet om te komen tot een wijzi
ging van de maatschappelijke structuur.
Het „laisser-faire"-stelsel wordt volgens
de Memorie van Toelichting losgelaten,
maar, zo vroeg hij, welke economische
politiek zal men dan volgen? Voorts
vroeg hij hoe de PBO een rol zal kun
nen spelen bij het bezetten van ver
schillende knooppunten van het econo
mische leven.
Sprekers fractie wil een geleidelijke
ontwikkeling, aanpassend aan de prac-
tijk. Zij is tegen oplegging van de PBO
var. boven af. Men moet de organisaties
geen bevoegdheden geven, waarvoor zij
niet rijp zijn. Ook deze spreker wilde
instelling der organen bij de wet
Te ruim half zes werd de vergadering
verdaagd tot Dinsdagmiddag één uur.
In de loop van October zullen fran
keerzegels Van 25 cent (bruin-rood) en
J 30 cent (paars) van het nieuwe type
aan de postinrichtingen verkrijgbaar
worden gesteld.
Tevens zal dan worden begonnen met
de verstrekking der frankeerzegels van
ƒ5.en ƒ10.—, onder de tot nu toe
geldende beperkende bepalingen.
47
„Ik mag wel zeggen," sprak hij, „dat
wij allen inzien dat er in dit geval tien
jaar lang ernstig onrecht is gepleegd.
Zodra u terugkeerde, mijnheer Tre-
maine, nam ik mij voor u wegens moord
te vervolgen. Ik kan werkelijk geen
woorden vinden om uitdrukking te ge
ven aan mijn opluchting, nu ik bemerk
dat dit niet nodig zal zijn. We zijn hier
bij elkaar gekomen om te onderzoeken
wie Rex Tuttle vermoord heeft. We zijn
erin geslaagd te weten te komen hoe
die man heet, maar daarenboven zijn wij
tot de ontdekking gekomeii dat u ten
onrechte verdacht werd van moord op
Earls Clark." Hij pauzeerde een ogen
blik en keek nadenkend voor zich uit.
„Wraakgierigheid is een weinig edel ge
voelen", ging hij voort, „maar ik kan
het u niet kwalijk nemen, mijnheer Tre-
maine, indien u haakt naar het ogen
blik, waarop Mike Finney zijn gerechte
straf zal ondergaan. En ik verzeker U
dat de arm der wet hem zal weten te
vinden, mijnheer Tremaine." Hij zei nog
veel meer. het werd een prachtige rede
voering. De deur was nog geen vijf me
ter van mij af. Zou hij mij vrije door
tocht door die deur verlenen? Ik voelde
het klamme zweet langs mijn rug stro
men, terwijl ik hunkerde naar het ogen
blik, waarop zijn breedvoerige toespraak
afgelopen zou zijn. Mijn vlucht uit de
gevangenis vergaf hij me. „U was op
op dat ogenblik geen honderd procent,"
verklaarde hij. „Men had u een dosis
geneesmiddelen toegediend, terwijl u in
de ziekenzaal lag, en u verkeerde nog
onder de invloedvan het vergif. Ge
weldpleging is vaak het directe gevolg
van het gebruik van bepaalde medicij
nen". Hij zweeg en er verscheen eens-
klamps weer een rimpel in zijn voor
hoofd.
„Maar één ding is zeer eigenaardig,
mijnheer Tremaine. U zult moeten toe
geven, dat dit u in een min of meer
schuldig daglicht stelt. Waarom deed u
een poging tot zelfmoord, terwijl u toch
onschuldig was?"
Ik keek of ik het In Keulen hoorde
donderen. Rillingen liepen langs mijn
ruggegraat.
„Zelfmoord?" zei ik. „Ik heb helemaal
geen poging tot zelfmoord gedaan."
De achterdochtige blik keerde terug
in zijn ogen. „Maar dat kunt u toch on
mogelijk ontkennen, mijnheer Tremaine
De dokters hebben een aanzienlijke
dosis atropine uit uw ingewanden ge
pompt. Geen dodelijke dosis blijkbaar,
want u bent er bovenop gekomen, maar
dat kan komen omdat u zich in de be
nodigde hoeveelheid vergist hebt. Het
geval is nog niet gepubliceerd, aange
zien de politie geen ruchtbaarheid wenst
te geven aan het feit, dat een onder
hun bewaking zijnde gevangene kans
heeft gezien zich te vergiftigen, maar
een feit blijft het. Een heel eigenaardige
handelwijze voor een onschuldige."
De afgrond opende zich voor mijn
voeten. Nu werd alles duidelijk af
schuwelijk duidelijk. Het was geen aan
val van tropische koorts geweest, het
was vergif geweest. Zonneklaar, be1
halve voor het slachtoffer zelf. Het
slachtoffer was immers bewusteloos ge
weest. Dus daarover hadden de dokters
samen gepraat, die ochtend in de ge
vangenis, toen ik pas bij kennis begon
te komen.
En ik wist ook waar ik vergiftigd was.
Ik had in het huis van de Tremaines ge
dineerd, vlak voordat de politie kwam.
De politie had mijn lijk moeten vinden.
Daar had Tremaine in de auto op ge
doeld, toen hij zei, dat men de eerste
de beste kans om mij te doden verknoeid
had. Maar wie had die kans verknoeid?
Ik herinnerde mij eensklaps de koffie,
die gemorst werd, en de hoop in mij
kreeg nieuw voedsel. Iets, dat ik dacht,
dat dood was, gaf weer tekenen van
leven. Er was koffie gemorst. Ik keek
naar Catherine. Ze zat nog steeds zoals
ze aldoor gezeten had roerloos, lijk
wit, zonder een woord te spreken, angst
vallig er voor wakend, dat ze niets deed
wat mijn positie kon schaden. Zij was
het, die de koffie gemorst had. Maar zij
was het ook, die Tuttle vermoord had,
en die haar broer geholpen had mij over
de rand te gooien. Het bleef een open
vraagstuk. Waarschijnlijk zou ik nooit
het antwoord te weten komen, want
door die vergifkwestie viel ik tenslotte
door de mand. Ik kon geen redelijke
verklaring geven zonder het hele relaas
op te biechten. Zij zouden te weten ko
men dat ik Mike Finney was, en ik zou
de doodstraf krijgen wegens moord op
en man, die ik nooit gezien had.
XXIII
„Nu?" zei Grover Niies. „Dat vraagt
toch wel om opheldering."
„Atropine?" zei ik. Ik moest me niet
zonder slag of stoot overgeven. Ik diende
te weten wat Catherine's aandeel hierin
was. Als ik door de mand viel, dan ging
zij ook.
„Ja, atropine."
„Weet u zeker, dat het atropine was?"
„Absoluut," zei Niles. Verwenste kerel.
Ik wreef eens over mijn voorhoofd.
„Stond er atropine op?"
„We hebben geen flesje gevonden,
maar de dokters zullen wel weten wat
ze uit uw maag gepompt hebben."
„Eigenaardig," zei ik. „Ik herinner me
dat ik ziek werd. Ik geloof dat ik buiten
kennis ben geraakt."
„Dat zou ik zeggen." De achterdocht
gluurde uit zijn ogen.
„Ik dacht dat 11* een koortsaanval had
gehad," zei ik. „Ik ben malarialijder."
„U wilt toch niet zeggen, dat u atro
pine als medicijn tegen malaria ge
bruikt?"
„Nee," zei ik. Mijn handen waren
klam. Iedereen keek naar mij. Catherine
zag er uit, alsof ze op het punt stond
de waarheid luid door de kamer te
schreeuwen. „Nee," herhaalde ik. „Ik
behandel mijn malaria met atabrine. Ik
heb altijd een paar pillen op zak."
„Dat weten we," zei Niles. „Er is een
leeg flesje in uw valies gevonden."
„Had u pas wat ingenomen?" kwam
Wickersham.
„Ik moet wel een paar pillen ingeno
men hebben," zei ik. „Ik kan het me
niet meer herinneren. Nooit trouwens,
door de koortsen, die jt naderhand
krijgt."
„Hebt u de atrabine in Mexico ge
kocht?"
„Ja, natuurlijk."
John Wickersham barstte eensklaps in
lachen uit. „Dan ligt het nogal voor de
hand," zei hij. „Wat betreft medicijnen
zijn de wetten in Mexico heel wat ge
makkelijker dan hier. De woorden ata
brine en atropine lijken veel op elkaar.
Zoals de meeste dokters hun recepten
schrijven, is het best mogelijk, dat het
juiste woord niet te ontcijferen is ge
weest. Een onervaren apothekers-assis
tent kan licht een fout begaan. In ons
eigen land komen zulke vergissingen
evengoed wel eens voor."
(Wordt vervolgd)
Prinsheerlijk zitten wij achter het
ochtendblad en een kopje koffie in de
restauratie. De ober werkt zijn pape-
rassenboeltje bij. In het miniatuur
keukentje zingen een ketel heet water
en de goedgemutste kok. Nauwelijks
staat de trein stil langs het lange per
ron van Eindhoven, of een heer vcrn
een jaar of veertig stormt naar bin
nen.
„Ober, vlug, vlug, twee eieren in de
pan. Uitsmijter met koffie. Toe dan,
man, ik sterf van de honger".
Een regenjas vliegt in het bagagenet.
Een actentas zeilt in een hoek.
„Breng me die koffie maar vast,
ober".
Wild schieten twee pupillen langs
het oogwit. Nerveus trommelen vingers
op het tafelblad.
„Héhé, eindelijk".
Uitsmijter gunt zich geen tijd, om
de suiker in zijn kopje te doenmaar
giet de gloeiende koffie in twee gooien
in zijn keelgat.
„Ziezo, meneer, het ergste gevaar is
geweken, u kunt gerust zijn".
„Oow...."
„Kijkt u eens, de zaak zit zo", Uit
smijter steekt een sigaret op, „als ik
werkelijk goed honger heb, word ik
gevaarlijk. Dan is het niet helemaal
uitgesloten, dat ik ga gooien. Met as
bakken, schoteltjes en ander kleingoed.
Wordt mijn honger dan nog niet ge
stild, dan moet ik boksen. Tegen tafel
bladen, deuren en muren, soms tegen
mensen. Maar dat is de laatste drie
weken niet meer voorgekomen".
„Oow
„Tja, je doet er weinig tegen hé.
Erfelijke belasting".
„Wat voor belasting?" Soms zijn wij
niet al te vlug van begrip.
„Erfelijk. Mijn vader had het, bij
mijn zoon van dertien begint het ook
gl te komen. Ober, waar blijf je nou?"
Boven een paar bomen piekt de
kerktoren van Geldrop. Kwart voor
tienen.
„Ojé, daar komt het alweer...."
Uitsmijter holt naar de keuken en
kaffert enkele schietgebedjes naar bin
nen. Vier minuten later ligt een ser-
vetprop op een geelgestreept bordje
en is Uitsmijter enigszins voldaan.
„Mensen als u kunnen toch beter
niet nuchter de deur uitgaan", durven
wij nu wel op te merken.
„Nuchter, hoe komt u daarbij? O»»
zes uurheb ik twee borden haber-
mout gehad en om acht uur zeven
boterhammen. Maar zo tegen twaalf
uur wordt het tijd, dat ik weer eens
wat te eten krijg".
-Oow...."
ZONDAG 25 SEPTEMBER: 16de Zondag na
Pinksteren; Mis v. d. dag: 2 tot alle nei-
ligen; 3 naar keuze (Roermond: 2 H. Ma
te mus); Credo; prefatie v. d. H. Drievul
digheid; groen.
MAANDAG: H.H. Cyprianus en Justina,
martelaren; H. Mis Salus; 2 tot alle nei-
ligen; 3 naar keuze; gewone prefatie;
rood..
DINSDAG: H.H. Cosmas en Damianus, mar
telaren; eigen Mis; 2 tot alle heiligen; 3
naar keuze; gewone prefatie; rood.
WOENSDAG: H. Weuceslaus, martelaar:
Mis In virtute; 2 tot alle heiligen; 3 naar
keuze; gewone prefatie; rood.
DONDERDAG: Kerkwijdingsfeest v. d. H.
Michaël; eigen Mis; Credo; gewone pre
fatie; wit.
VRIJDAG: H. Hieronymus, bisschop, kerk
leraar; Mis In medio; Credo; gewone pre
fatie; wit
ZATERDAG: Mis v. O. L. Vrouw op Zater
dag; 2. H. Remigius; 3 tot de H. Geest;
prefatie v. O. L. Vrouw: wit. Haarlem:
H. Bavo. belijder; eigen Mis: Credo; ge
wone prefatie; wit.
ZONDAG 2 OCTOBER: 17de Zondag na
Pinksteren; Mis v. d. dag; 2 H.H. Engel
bewaarders; (Haarlem: 3 H. Bavo); Cre
do; prefatie v. d. H. Drievuldigheid; laat
ste evangelie v. d. Engelbewaarders:
groen.